ASW 15 ARF, ASW 15 RTF
14
De afschermplaten 10.7 en 10.11 (A=links,B=rechts) met de
uitlaathouders 10.9 en 10.13 op de juiste maat aan elkaar
vastlijmen. De beschermplaten 10.8 en 10.12 vastlijmen. Let
erop dat de bovenkant goed uitgericht is.
De uitlaten 10.10 en 10.14 in de uitlaathouders lijmen (let op
de richting). De beide voorgemonteerde eenheden met de
parkers 10.15 aan de achterwand monteren.
(C) De messing opnameassen 10.17 voor de set van vier
drukhouders op 60mm afkorten.
De 4 drukhouders 10.18 en 10.19 samenlijmen.
De stervormige houderplaatjes 10.16 uit de freesplaat “A”
nemen, schuren, op de messingasjes schuiven en op maat
afstellen. (niet vastlijmen).
De voorgemonteerde drukhouders 10.18 en 10.19 goed
uitrichten en aan de houderplaatjes vastlijmen.
De drukhoudereenheid in het frame plaatsen. De messin-
gasjes kunnen verschoven worden om de juiste afstelling te
verkrijgen.
(D) de olietankbouwgroep voorbereiden en in het frame
plaatsen (1 steunstrip 10.25 in het framegedeelte 10.1 en
10.2 steken).
De steunstrippen uitrichten en vastlijmen. Om te lakken kan
de olietank eruit genomen worden.
(E+F) De onder aan het frame in de rijrichting “rechts”aan-
gebrachte stuurlijst 10.31 en de luchtdroger 10.33, 10.34
zoals weergegeven voormonteren en aan de hoek 10.27
vastlijmen.
De bevestigingsdelen 10.28, 10.29, 10.30 en 10.32 bevin-
den zich op de freesplaat “B”
De voorgemonteerde hoekeenheid zoals aangegeven van
buiten stevig aan het frame lijmen.
(G) de luchtfilterbouwgroep 10.35 tot 10.39 voormonteren
en zoals aangegeven boven op het frame lijmen.
(H) De extra koelbouwgroep 10.40 tot 10.50 voormonteren,
maak hiervoor volgens tekening twee messingdraadhoe-
ken.
De centreerring 10.43 uit de freesplaat “A” nemen van bin-
nen en van buiten glad schuren, op de behuizing 10.41
plaatsen en alleen aan het beschermrooster 10.42 lijmen.
De gebogen draden houden het schermrooster op z`n
plaats zonder dat er gelijmd moet worden.
De lengtedragers 10.44 en 10.45 met de behuizing 10.41 op
de koelplaat 10.40 lijmen.
Het voorgemonteerde beschermdeksel met de messingdra-
den voorzichtig draaiend in de lengtedragers plaatsen.
Het deksel 10.50 op de waterkoeler 10.48 en 10.49 plaats-
en en zoals aangegeven in de uitsparing van de lengtedra-
gers lijmen.
De complete extra koeler aan de voorkant stevig op de drie-
hoeksteunen van de toren lijmen.
(I) Om de dieseltank overeenkomstig de bevestigingsgaten
in de toren demonteerbaar te bevestigen , moeten de delen
als volgt bewerkt worden:
Het deksel 10.53 losjes met de behuizingsdelen 10.51 en
10.52 met de parkers 10.55 vastschroeven(let op de plaats
van de gaten en de sleuf).
De tank in het framegedeelte schuiven en eveneens met 8
parkers 10.55 provisorisch bevestigen.
De behuizingshelften samenlijmen (hechten)
De tank nu weer uitbouwen
De tank nu definitief lijmen, eventueel overstekende kanten
schuren en het vaste deksel 10.54 vastlijmen.
De vulopening 10.56 moet afneembaar ingepast worden,
om later het in- en uitbouwen van de tank mogelijk te
maken.
De dieseltank in het frame plaatsen(de sleuf voor de accu-
kabel aan de onderkant) en met de parkers 10.55 bevesti-
gen.
Aanwijzing: de dieseltank wordt later gebruikt als berg-
plaats voor de aandrijfaccu’s.
De aan de binnenkant uitstekende schroefpuntjes moeten in
dit geval beslist door plakband o.i.d. afgedekt worden om
schade aan de accu`s te voorkomen.
De dieseltank kan om te lakken er weer afgenomen worden.
De schroeven 10.57 (zelftappend) in het frame draaien.
De compleet voorgemonteerde zwaartransportunit met de
schroeven 10.58 en 10.59, de ringen 10.60 en de moeren
10.61 op het chassis monteren.
Bouwfase 11: accubak, gereedschapskast, opstap
De deksel van de accubak 11.1 met de drukhouders 11.2
tot 11.4 voormonter
en.
De deksel kan pas na de montage van de behuizing van de
accubak 11.5 aan het voertuig met de parkers 11. 6 vast-
gemaakt worden.
De trekveer 11.7 met de schroef 11.8 en de moer 11.9 aan
de vergrendelingsbeugel bevestigen en op het uitstekende
einde van de schroef van de zwaartransportunit schuiven.
De voorgemonteerde accubak aan de uitstekende schroe-
ven van de zwaartransportunit met de moeren 11.10 en de
ringen 11.11 bevestigen.
De aanslagmoeren 11.10 moeten zodanig afgesteld worden
dat de buitenkant van de accubak gelijk komt met de spat-
borden.
De gereedschapskast 11.12 tot 11.15 uit de freesplaat “A”
nemen en met secondelijm vastlijmen, let hierbij op de
plaats van het gat in de achterkant. Deze is voor de beve-
stiging van de gereedschapskast aan de cabinevergrende-
ling.
1.) de bouwgroep voor de opstaptreden 11.21 tot 11.27
zoals weergegeven met secondelijm vastlijmen. De
dwarsdragers (freesplaat “B”) 11.25 en 11.27 worden
aan de voorkant tegen de lengtedragers 11.21 gelijmd.
Montage en gebruiksaanwijzing
Bestelnr.
3301