Breng de opnemer aan op de plaats waarvan de temperatuur moet worden gemeten.3.
Op het uitleesvenster verschijnt de temperatuurwaard. Als er geen temperatuuropnemer is 4.
aangesloten, verschijnen er in plaats van de temperatuur vier verticale strepen.
Druk op de knop CFK voor omschakeling van de weergave in Celsius (C), Fahrenheit (F) en Kelvin 5.
(K).
Druk op de knop HOLD om de waard op het uitleesvenster te bevriezen. Aan de bovenkant van het 6.
uitleesvenster verschijnt HOLD. Druk opnieuw op de knop HOLD om de temperatuurwaard weer in
real-time weer te geven.
Druk op de knop 9 om de achtergrondverlichting in- en uit te schakelen.7.
Druk op de knop aan/uit om het apparaat uit te schakelen. Als er gedurende 20 minuten geen knop 8.
wordt ingedrukt, zal het apparaat zichzelf automatisch uitschakelen.
Hoe de automatische uitschakelfunctie buiten werking kan worden gesteld, wordt beschreven
in de paragraaf “Instellingen aanpassen”.
Speciale functies
Knop MAX/MIN
1 x indrukken:
De real-time meetwaarde verschijnt boven•
De maximale meetwaarde (MAX) van de actuele meetcyclus verschijnt •
daaronder
Het tijdstip, waarop de maximale waarde werd gemeten, verschijnt aan de •
onderkant van het uitleesvenster in minuten en seconden (min:sec) of in uren
en minuten (hour:min)
2 x indrukken:
De real-time meetwaarde verschijnt boven•
De minimale meetwaarde (MIN) van de actuele meetcyclus verschijnt •
daaronder
Het tijdstip, waarop de minimale waarde werd gemeten, verschijnt aan de •
onderkant van het uitleesvenster in minuten en seconden (min:sec) of in uren
en minuten (hour:min)
3 x indrukken:
De real-time meetwaarde verschijnt boven•
De gemiddelde meetwaarde (AVG) van de actuele meetcyclus verschijnt •
daaronder
De doorlopende, totale tijd van de actuele meetcyclus verschijnt aan de •
onderkant van het uitleesvenster in minuten en seconden (min:sec) of in uren
en minuten (hour:min)
Houd de knop MAX/MIN gedurende circa twee seconden ingedrukt om weer terug te keren
naar de normale weergavemodus.
Instellingen aanpassen
Druk op de knop SET. Linksboven op het uitleesvenster verschijnt SETUP. Linksonder verschijnt 1.
TYPE.
Druk op de knop ENTER om het soort temperatuuropnemer te kiezen.2.
Kies met de knop HOLD of MAX/MIN tussen type K en type J en bevestig de keus met de knop 3.
ENTER. Op het uitleesvenster verschijnt SLP.
Druk op de knop ENTER om de automatische uitschakelfunctie te activeren/deactiveren.4.
Kies met de knoppen HOLD of MAX/MIN tussen SLP ON (automatische uitschakelfunctie 5.
actief, kloksymbool verschijnt rechtsboven op het uitleesvenster) en SLP OFF (automatische
uitschakelfunctie inactief, kloksymbool verdwijnt). Bevestig de keus met de knop ENTER. Op het
uitleesvenster verschijnt T1.
Druk op de knop ENTER om een afwijking (OFFSET) van de meetnauwkeurigheid van sensor T1 6.
te vereffenen.
Druk op de knop HOLD of MAX/MIN om de afwijking in te stellen (± 5 ºC; ± 9 ºF/K). De weergegeven 7.
meetwaarde zal zich dienovereenkomstig aanpassen. Bevestig de keus met de knop ENTER.
Aanvullende instructies zijn opgenomen in de paragraaf „Afwijking van de meetnauwkeurigheid
van een sensor bepalen“.
Om weer naar de normale weergeefmodus te gaan, druk op de knop SET.8.
Als er slechts één bepaalde wijziging dient te worden uitgevoerd, druk op de knop SET en
kies het gewenste punt met de knop HOLD of MAX/MIN. Druk dan op de knop ENTER en
voer de gewenste instelling uit.
Afwijking van de meetnauwkeurigheid van een sensor bepalen
Schakel de thermometer in en plaats de temperatuursensor in een als optie verkrijgbare 1.
temperatuurkalibrator of op een vergelijkbare referentieplaats met een bekende en stabiele
temperatuur.
Wacht totdat de weergave op het uitleesvenster van de thermometer zich heeft gestabiliseeerd.2.
Als er een verschil ontstaat, kan deze afwijking handmatig worden vereffend (zie de paragraaf 3.
hierboven „Instellingen aanpassen“).
ONDERHOUD EN REINIGING7.
Het product moet af en toe gereinigd worden en indien nodig moet de batterij vervangen worden. Het •
product is voor het overige onderhoudsvrij.
Reinig de buitenkant van het product alleen met een zachte en droge doek of kwast. •
U mag in geen geval agressieve of chemische schoonmaakmiddelen gebruiken daar hierdoor de •
behuizing aangetast en de werking benadeeld kan worden.
VERWIJDERING8.
Algemeen
In het belang van het behoud, de bescherming en de verbetering van de kwaliteit van het
milieu, de bescherming van de gezondheid van de mens en een behoedzaam en rationeel
gebruik van natuurlijke hulpbronnen dient de gebruiker een niet te repareren of afgedankt
product in te leveren bij de desbetreffende inzamelpunten overeenkomstig de wettelijke
voorschriften.
Het symbool met de doorgekruiste afvalbak geeft aan dat dit product gescheiden van het
gewone huishoudelijke afval moet worden ingeleverd.
Batterijen / accu’s
U bent als eindgebruiker volgens de KCA-voorschriften wettelijk verplicht alle lege
(oplaadbare) batterijen en accu’s in te leveren; verwijdering via het huisvuil is niet
toegestaan! Batterijen/accu’s die schadelijke stoffen bevatten worden gekenmerkt door
de hiernaast vermelde symbolen, die erop wijzen dat deze niet via het huisvuil verwijderd
mogen worden. De aanduidingen voor de bepalende zware metalen zijn: Cd=cadmium,
Hg=kwik, Pb=lood.
Uw gebruikte batterijen/accu’s kunt u kosteloos inleveren bij de verzamelpunten van uw
gemeente, bij al onze vestigingen en overal waar batterijen/accu’s worden verkocht!
Zo vervult u uw wettelijke verplichtingen en draagt u bij tot de bescherming van het milieu!
TECHNISCHE GEGEVENS9.
Bedrijfsspanning: 3 x 1,5 V/DC batterij (type AAA)
Max. stroomopname: ca. 7 mA
Meetbereik:
-200 ºC tot +1372 ºC / -328 ºF tot +2501 ºF (K type)
-210 ºC tot +1100 ºC / -346 ºF tot +2012 ºF (J type)
Nauwkeurigheid:
± 0,15 % + 10 ºC / 1,8 ºF (> -100 ºC / -148 ºF)
± 0,5 % + 20 ºC / 3,6 ºF (< -100 ºC / -148 ºF)
Meetbereik temperatuursensor
(meegeleverd):
-20 ºC tot +250 ºC / -4 ºF tot +482 ºF
Resolutie:
0,1 ºC/ºF/K (< 1000)
1ºC/ºF/K(≥1000)
Bedrijfstemperatuur: 0 ºC tot +50 ºC / +32 ºF tot +122 ºF
Bedrijfsvochtigheid:
max. 80 % (< 31 ºC / 87 ºF)
lineairafnemendtot50%(≥40ºC/104ºF)
Opslagtemperatuur: -10 ºC tot +50 ºC / +14 ºF tot +122 ºF
Opslagvochtigheid: < 80 %
Afmetingen (B x H x T): 62 x 28 x 162 mm
Gewicht: 183 g
GEBRUIKSAANWIJZING
Version 06/10
PL-120 T1 THERMOMETER
Bestnr. 12 34 01
BEDOELD GEBRUIK1.
Het apparaat dient voor het meten van de temperatuur en is bijzonder geschikt voor toepassing in
laboratoria en voor industrieel gebruik. De temperatuurmeting gebeurt met een temperatuursensor. De
temperatuur kan met temperatuuropnemers van het type K en J worden gemeten. De meetwaarden
kunnen op het uitleesvenster worden bevroren. Het instrument geeft de minimale en maximale waarden en
de gemiddelde temperatuur van een meetcyclus weer. De temperatuur kan in ºC (Celsius), ºF (Fahrenheit)
of K (Kelvin) worden weergegeven. Het apparaat beschikt over een automatische uitschakelfunctie en
over achtergrondverlichting. De voeding vindt plaats via drie microbatterijen (type AAA).
Het meten onder ongunstige omgevingscondities is niet toegestaan. Ongunstige omstandigheden zijn:
vocht of een te hoge luchtvochtigheid;•
de aanwezigheid van stof, brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen;•
onweer of onweersachtige omstandigheden, zoals sterke elektrostatische velden, enz.•
Dit product voldoet aan de Europese en nationale eisen betreffende elektromagnetische
compatibiliteit (EMC). De CE-conformiteit werd gecontroleerd en de betreffende verklaringen en
documenten werden neergelegd bij de fabrikant.
Het eigenhandig ombouwen en/of veranderen van het product is niet toegestaan om veiligheids- en
keuringsredenen (CE). Een andere toepassing dan hierboven beschreven, is niet toegestaan en kan
leiden tot beschadiging van het product. Daarnaast bestaat het risico van bijv. kortsluiting, brand,
elektrische schokken, enz. Lees de gebruiksaanwijzing grondig en bewaar deze voor raadpleging in
de toekomst.
LEVERINGSOMVANG2.
Thermometer•
Temperatuursensor (type K)•
3 x microbatterij (type AAA)•
Gebruiksaanwijzing•
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES3.
Wij zijn niet verantwoordelijk voor schade aan eigendom of lichamelijke letsels indien
het product verkeerd gebruikt werd op om het even welke manier of beschadigd werd
door het niet naleven van deze bedieningsinstructies. De waarborg vervalt dan!
Het uitroepteken geeft belangrijke informatie aan voor deze bedieningsinstructies
waaraan u zich strikt moet houden.
Personen / Product
Het product is geen speelgoed en moet buiten het bereik van kinderen gehouden worden!•
Indien gebruikt met andere toestellen, volg dan de bedieningsinstructie en veiligheidsnotities van •
het aangesloten toestel.
Bescherm het product tegen extreme temperaturen, direct zonlicht, sterke schokken, hoge •
luchtvochtigheid, vocht, ontvlambare gassen, dampen en oplosmiddelen.
Zet het product niet onder mechanische druk.•
Als het niet langer mogelijk is het apparaat veilig te bedienen, stel het dan buiten bedrijf en zorg •
ervoor dat niemand het per ongeluk kan gebruiken. Veilige bediening kan niet langer worden
gegarandeerd wanneer het product:
zichtbaar is beschadigd, -
niet langer op juiste wijze werkt, -
tijdens lange periode is opgeslagen onder slechte omstandigheden, of -
onderhevig is geweest aan ernstige vervoergerelateerde druk. -
In scholen, trainingscentra, hobby- of doe-het-zelf workshops, moet de bediening van elektrische •
apparaten altijd onder supervisie staan van getraind personeel.
Wanneer u het gebruikt op een commercieel terrein, moeten de ARBO-voorschriften ter voorkoming •
van ongevallen met betrekking tot elektrisch apparatuur in acht worden genomen.
Zorg ervoor dat er geen apparaten met krachtige elektrische of magnetische velden, zoals •
transformatoren,motoren,draadlozetelefoonsenradiograschbestuurbareapparatenzichinde
buurt van het product bevinden. Deze kunnen het product beïnvloeden.
Schakel het product nooit onmiddellijk in als het van een koude naar een warme ruimte werd •
overgebracht. Het daarbij ontstane condenswater kan het apparaat onder bepaalde omstandigheden
beschadigen. Laat het product eerst - uitgeschakeld - op kamertemperatuur komen.
Batterijen
Juiste polariteit dient in acht genomen te worden bij het installeren van de batterijen.•
Batterijen dienen uit het apparaat verwijderd te worden wanneer het voor langere tijd niet •
gebruikt wordt, om schade door lekkage te voorkomen. Lekkende of beschadigde batterijen
kunnen brandwonden veroorzaken wanneer het zuur in contact komt met de huid, draag daarom
beschermende handschoenen bij het hanteren van beschadigde batterijen.
Batterijen dienen buiten bereik te worden gehouden van kinderen. Laat de batterij niet rondslingeren. •
Het gevaar op inslikken bestaat voor kinderen en huisdieren.
Alle batterijen dienen tegelijkertijd vervangen te worden. Het mengen van oude met nieuwe batterijen •
in het apparaat kan leiden tot batterijlekkage en beschadiging van het apparaat.
Batterijen mogen niet worden ontmanteld, kortgesloten of verbrand. Probeer nooit niet-oplaadbare •
batterijen op te laden. Het risico bestaat op een explosie!
Diversen
Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door een vakman/gespecialiseerde onderhoudsdienst.•
Voor vragen over het omgaan met het product, die niet beantwoord worden in deze gebruiksaanwijzing, •
is onze afdeling technische ondersteuning bereikbaar op het volgende adres en telefoonnummer:
Voltcraft
®
, 92242 Hirschau, Lindenweg 15, Duitsland, telefoon 0180/586 582 7
BEDIENINGSELEMENTEN4.
1. Knop CFK 6. Uitleesvenster
2. Knop SET 7. Knop HOLD
3. Knop ENTER 8. Knop MAX/MIN
4. Knop aan/uit 9. Achtergrondverlichting
5. Aansluiting T1
BATTERIJEN PLAATSEN / VERVANGEN5.
Draai de schroef van het batterijvakdeksel los met behulp van een kruiskopschroevendraaier en 1.
verwijder het deksel.
Plaats drie batterijen van het type AAA en let op de juiste polariteit. De polariteitsaanduiding staat 2.
op de binnenkant van het batterijvak.
Sluit het batterijvak weer.3.
Vervang de batterijen, zodra het batterijsymbool op het uitleesvenster verschijnt.
INGEBRUIKNAME6.
Meet geen temperatuur op spanningvoerende onderdelen of leidingen, omdat bij •
het aanraken een levensgevaarlijke elektrische schok kan ontstaan. Bovendien
kunnen de thermometer en de meetopnemer beschadigd raken.
De bij de levering ingeslotene temperatuursensor is uitsluitend bedoeld voor •
metingen in droge omgevingen en voor oppervlakken met een temperatuur
> -20 ºC en < +250 ºC. Het is niet geschikt voor toepassing in vochtige omgevingen
of voor het meten van de temperatuur van vloeistoffen.
De nauwkeurigheid van de uitlezing wordt uitsluitend gegarandeerd als de •
thermometer bij een temperatuur van +18 ºC tot +28 ºC wordt gebruikt (met
uitzondering van de temperatuuropnemer).
De thermometer (met uitzondering van de temperatuuropnemer) mag niet buiten •
het werktemperatuurbereik worden gebruikt. Raadpleeg de specicaties met
betrekking tot de bedrijfstemperatuur in de technische gegevens.
Het volledige meetbereik van de thermometer kan met als optie verkrijgbare •
temperatuuropnemers worden gebruikt.
Basisfuncties
Sluit de temperatuursensor aan op de aansluiting T1 op de bovenkant van het apparaat. De opnemer 1.
kan maar op één manier worden geplaatst. Let op de polariteitindicatie op de connectoren van de
temperatuursensor en naast de aansluiting.
Er kan ook een als optie verkrijgbare temperatuursensor van het type J op de thermometer
worden aangesloten.
Druk op de knop aan/uit om het apparaat in te schakelen.2.
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van Voltcraft®,
Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Duitsland, Tel. +49 180 586 582 7.
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld
fotokopie,microverlmingofderegistratieinelektronischegegevensverwerkingsapparatuur,vereisende
schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het ter perse gaan.
Wijzigingen in techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2010 bei Voltcraft®.
*02_06/10_02-SB