ATIKA ALE 600 de handleiding

Categorie
Ontvochtigers
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Luftentfeuchter
Originalbetriebsanleitung – Sicherheitshinweise – Ersatzteile
Seite 1
Air dehumidifier
Original instructions – Safety instructions – Spare parts
Page 11
Déshumidificateur d‘air
Notice originale – Consignes de sécurité – Pièces de rechange
Page 21
Odvlhčovač vzduchu
Originální návod k použití – Bezpečnostní pokyny – Náhradní díly
Str 31
Luftaffugter
Original brugsanvisning – Sikkerhedshenvisninger – Reservdeler
Side 41
Deumidificatore
Istruzioni originali – Indicazioni per la sicurezza – Pezzi di ricambio
Pagina 51
Luchtontvochtiger
Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
Veiligheidsinstructies - Reserveonderdelen
Blz. 61
Odvlhčovač vzduchu
Originálný návod na použitie – Bezpečnostné pokyny
Náhradné dielce
Strana 71
ALE 600
ALE 800
61
U mag het toestel niet in gebruik nemen,
voordat u deze gebruiksaanwijzing heeft
gelezen, alle voorschriften heeft opgevolgd en
het toestel als voorgeschreven heeft
gemonteerd.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing voor alle toekomstige
toepassingen op.
Elektrische toestellen behoren niet in de huisafval.
Toestellen, toebehoren en verpakking naar een
milieuvriendelijk recycling brengen.
Volgens de Europese Richtlijn 2002/96/EG over oude
elektronische apparaten en electronica moeten niet meer
bruikbare elektrische toestellen apart worden verzamend en
een milieuvriendelijk recycling worden toegevoerd.
I
I
n
n
h
h
o
o
u
u
d
d
EG-conformiteitsverklaring 61
Leveringsomvang 61
Symbolen toestel 61
Symbolen in de gebruiksaanwijzing 62
Reglementaire toepassing 62
Restrisico 62
Veiligheidsinstructies 62
Elektrische veiligheidsinstructies 62
Werking 63
Opstellen van de luchtontvochtiger 63
Plaatsen 63
Netaansluiting 63
Netzekering 63
Ingebruikname 63
Vóór ingebruikname 63
Bedieningsveld 64
Inschakelen 64
Uitschakelen 64
Luchtvochtigheidswaarde instellen 64
Ontdooiautomatiek 65
Bedrijfsurenteller 65
Wateruitloop 65
Verwijderen van de wateropvangbak 65
Continu bedrijf of langere bedrijfstijd 66
Transport 66
Reiniging en onderhoud 66
Reiniging luchtfilter 66
Verwijderen van de filter 66
Inzetten van de filter 67
Reiniging van het toestel 67
Onderhoud 67
Opslag 67
Mogelijke storingen 67
Storingweergave 68
Technische gegevens 68
Schakelschema 69
Koelcircuit 69
Reserveonderdelen 70
Garantie 70
E
E
G
G
-
-
c
c
o
o
n
n
f
f
o
o
r
r
m
m
i
i
t
t
e
e
i
i
t
t
s
s
v
v
e
e
r
r
k
k
l
l
a
a
r
r
i
i
n
n
g
g
volgens de richtlijn 2006/95/EG
Hiermede verklaren wij
ATIKA GmbH & Co. KG
Schinkelstraße 97
59227 Ahlen – Germany
in uitsluitende verantwoordelijkheid, dat het product
luchtontvochter type HT 600 en HT 800
(model ALE 600 en ALE 800)
Serienummer: zie laatste pagina
aan de bepalingen van de boven vermelde EG-richtlijnen
alsook aan de bepalingen van de volgende verdere richtlijnen
beantwoordt:
2004/108/EG
De volgende geharmoniseerde normen werden toegepast:
EN 55014-1:2006; EN 55014-2:1997+A1:2001;
EN 61000-3-2:2006; EN 61000-3-3:2008;
EN 60335-1:2002 + A11:2004 + A1:2004 + A12:2006 +
A2:2006 + A13:2008
EN 60335-2-40:2003+A11:2004+A12:2005+A1:2006
Bewaring van de technische documenten:
ATIKA GmbH & Co. KG – Technisch kantoor – Schinkelstr. 97
59227 Ahlen – Germany
Ahlen, 16.04.2010 A. Pollmeier, bedrijfsleiding
L
L
e
e
v
v
e
e
r
r
i
i
n
n
g
g
s
s
o
o
m
m
v
v
a
a
n
n
g
g
Controleer na het uitpakken de inhoud van de verpakking
op:
! aanwezigheid van alle onderdelen
! eventuele transportschade
Meld mogelijke klachten direct aan uw leverancier of fabrikant.
Latere reclamaties worden niet in behandeling genomen.
1 voorgemonteerde toesteleenheid
1 gebruiksaanwijzing
S
S
y
y
m
m
b
b
o
o
l
l
e
e
n
n
t
t
o
o
e
e
s
s
t
t
e
e
l
l
Vóór ingebruikname de gebruiks-
aanwijzing en veiligheidsinstructies
lezen en opvolgen.
Vóór reparatie-, onderhoud- en
reinigingswerkzaamheden de luchtont-
vochter stopzetten en de stekker uit
het stopcontact nemen.
Luchtontvochter niet kantelen of
liggend transporteren.
62
S
S
y
y
m
m
b
b
o
o
l
l
e
e
n
n
i
i
n
n
d
d
e
e
g
g
e
e
b
b
r
r
u
u
i
i
k
k
s
s
a
a
a
a
n
n
w
w
i
i
j
j
z
z
i
i
n
n
g
g
Dreigend gevaar of gevaarlijke situatie. De
veronachtzaming van deze aanwijzingen kan schade
of verwondingen ten gevolg hebben.
L
Belangrijke aanwijzing voor het vakkundig
gebruik. Het niet opvolgen van deze aanwijzingen
kan tot leiden.
Gebruikersaanwijzingen. Deze aanwijzingen helpen
u het toestel optimaal te benutten.
Montage, bediening en onderhoud. Hier wordt
precies uitgelegd wat u moet doen.
R
R
e
e
g
g
l
l
e
e
m
m
e
e
n
n
t
t
a
a
i
i
r
r
e
e
t
t
o
o
e
e
p
p
a
a
s
s
s
s
i
i
n
n
g
g
De luchtontvochter is alleen voor het gebruik in het huis
geschikt, voor het drogen van vochtige wanden, na
waterschade of voor het reduceren van de luchtvochtigheid in
gesloten ruimten.
Tot de reglementaire toepassing behoort ook het opvolgen
van de gebruiks-, onderhouds- en reparatievoorschriften en
het opvolgen van de veiligheidsvoorschriften van de fabrikant.
De voor het bedrijf geldige ongevallenpreventievoorschriften
alsook de overige algemeen erkende werkmedische en
veiligheidstechnische regels moeten worden opgevolgd.
Alle verdere toepassingen gelden als onreglementair. Voor
hieruit resulterende schade van eenieder soort is de fabrikant
niet aansprakelijk: het risico draagt alleen de gebruiker.
Eigenmachtige verbouwingen aan de luchtontvochtiger sluiten
een aansprakelijkheid van de fabrikant voor hieruit
voortvloeiende schade van een ieder soort uit.
R
R
e
e
s
s
t
t
r
r
i
i
s
s
i
i
c
c
o
o
s
s
Ook bij reglementair gebruik kunnen ondanks
opvolging van alle gebruikelijke veiligheidsbepalingen
zijn er op grond van de constructie voor de toepassing
van deze machine nog een aantal restrisico´s.
De restrisico´s kunnen geminimaliseerd worden, wanneer
de “Veiligheidsinstructies” en de “Reglementaire
toepassing” alsook de gehele gebruiksaanwijzing in acht
genomen worden.
Consideratie en voorzichtigheid verminderen het risico
van personenletsels en beschadigingen.
Gevaar door stroom door het niet juist aansluiten van de
elektrische aansluitleidingen.
Het aanraken van onder spanning staande delen bij
geopende elektrische delen.
Verder kunnen er ondanks alle genomen maatregelen niet
zichtbare restrisico´s bestaan.
V
V
e
e
i
i
l
l
i
i
g
g
h
h
e
e
i
i
d
d
s
s
i
i
n
n
s
s
t
t
r
r
u
u
c
c
t
t
i
i
e
e
s
s
Lees en volg vóór de ingebruikname van dit product de
onderstaande aanwijzingen, de voorschriften ter
voorkoming van ongevallen en de algemene
veiligheidsvoorschriften resp. de in het desbetreffend
land geldige veiligheidsbepalingen op, om u zelf en
anderen tegen verwondingen te beschermen.
L
Geef de veiligheidsvoorschriften aan alle personen,
die met deze machine werken, door.
L
Bewaar deze veiligheidsvoorschriften goed.
Maakt u zich voor gebruik met het toestel vertrouwd, dit
met behulp van de gebruiksaanwijzing.
Gebruik het toestel alleen voor het gebruiksdoeleinde,
waarvoor het werd geconstrueerd (zie Reglementaire
toepassing).
Neem het toestel alleen bij vermelde netspanning in
bedrijf.
De bedienende persoon is binnen het arbeidsbereik van de
machine verantwoordelijk ten opzichte van derden.
Kinderen en jongeren van minder dan 16 jaar mogen het
toestel niet bedienen. Ze zijn zich de gevaren niet bewust
die met het gebruik van deze toestellen zijn verbonden.
Houd kinderen uit de buurt van het toestel vandaan.
Werk alleen met alle en op de juiste wijze aangebrachte
veiligheidsvoorzieningen en verander aan het toestel niets,
dat de veiligheid zou kunnen belemmeren.
Schakel het toestel bij bedrijfsstoringen niet aan of
wanneer het toestel is gevallen en ten gevolge daarvan de
kabel of de stekker werden beschadigd of indien een ander
onderdeel een schade vertoont.
Reparaties aan elektrische toestellen mogen slechts door
gekwalificeerde personen worden uitgevoerd. De
gebruikter van het toestel kan door ondeskundige
reparaties zware beschadigingen van de geszondheid
ondervinden.
Schakel het toestel uit en neem de stekker uit het
stopcontact, wanneer u het niet benut of wanneer u het
toestel transporteert of alvorens u het reinigt.
Schakel bij storingen van het toestel het toestel uit, neem
de stekker uit het stopcontact en informeer de
klantenservice.
Dompel het toestel nooit in water of in een andere
vloeistof.
Leg geen voorwerpen op het toestel.
Houdt vreemde lichamen van de luchtingangs- of
uitgangsopening vandaan.
Ledig voor het transport de waterbak, om een morsen te
voorkomen.
Kantel het toestel niet, omdat het uitlopend water anders
beschadigingen aan de luchtontvochter kan veroorzaken.
Giet of spuit nooit water over het toestel.
Elektrische veiligheid
Maak gebruik van verlengingskabels volgens IEC 60245
(H 07 RN-F), met een draaddoorsnede van ten minste:
1,5 mm² bij een lengte tot 25 m
2,5 mm² bij een lengte vanaf 25 m.
63
Lange en dunne aansluitkabels zorgen voor een
spanningsverlies. De motor bereikt zijn maximaal
vermogen niet meer, de werking van het toestel wordt
gereduceerd.
Stekker en aansluitdozen aan aansluitleidingen moeten uit
rubber, zacht PVc of een ander thermoplastisch materiaal
van dezelfde mechanische vastheid zijn of met dit
materiaal zijn gecoat.
Let er bij het leggen van de aansluitkabel erop dat deze
niet bekneld raakt, geknikt wordt en de steekverbinding
niet nat wordt.
Wikkel bij gebruik van een kabeltrommel de kabel geheel
af.
Gebruik de kabel niet voor doeleinden, waarvoor hij niet
bestemd is. Bescherm de kabel tegen hitte, olie of scherpe
randen. Gebruik de kabel niet, om de steker uit het
stopcontact te trekken.
Controleer de verlengingskabel regelmatig en vervang het,
wanneer het beschadigt is.
Gebruik geen defecte aansluitkabels.
Maak geen gebruik van provisorische elektrische
aansluitingen.
Veiligheidsvoorzieningen nooit overbruggen of buiten
werking stellen.
Het toestel via een veiligheidsschakelaar (30 mA)
aansluiten.
Elektrische aansluitingen of reparaties aan elektrische
onderdelen van de machine mogen alleen door een
erkend bedrijf of een van onze reparatiewerkplaatsen
worden uitgevoerd. De plaatselijke voorschriften vooral
met betrekking tot veiligheidsmaatregelen moeten
worden opgevolgd.
Reparaties aan andere delen van de machine mogen
alleen door de fabrikant resp. door een door van zijn
klantenwerkplaatsen uitgevoerd worden.
Alleen de originele toebehoren en onderdelen gebruiken.
Bij het gebruik van niet originele onderdelen kunnen
risico’s voor de gebruiker ontstaan. Voor hieruit
resulterende schade is de fabrikant niet aansprakelijk.
W
W
e
e
r
r
k
k
i
i
n
n
g
g
De luchtontvochter werkt volgens het condensatieprincipe.
De ruimtelucht wordt door een filter en door een koelelement
gezogen, waar de waterdampen van de lucht tot
waterdruppels condenseren. De waterdruppels lopen
vervolgens in een condensatiewaterbak en verder in de
waterbakken, terwijl de gedroogde koude lucht door de
condensator van het toestel wordt gevoerd en verwarmd weer
in de ruimte wordt geblazen. De temperatuur van de
uitgeblazen lucht ligt ca. 2-5 °C boven de ruimtetemperatuur.
Deze warmtewinst ontstaat door de de compressor en
ventilator toegevoerde energie alsook door de warmte die bij
het condenseren van de waterstoom vrij wordt.
Door de permanente circulatie van de ruimtelucht door het
toestel wordt de relatieve vochtigheid van de lucht
langzamerhand gedaald, waardoor een snel en voorzichtig
uitdrogen van de ruimte wordt behaalt.
L De waterdampen van de lucht bewegen zich eenvoudig
en ongestoord door de lucht. Vandaar is het belangrijk,
de ruimte zo goed als mogelijk te „verzegelen“, d.w.z.
deuren en ramen moeten gesloten worden gehouden en
het naar binnen en buiten gaan uit de ruimte moet
verregaand worden beperkt. Anders wordt het
droogeffect van het toestel aanzienlijk gereduceerd.
O
O
p
p
s
s
t
t
e
e
l
l
l
l
e
e
n
n
v
v
a
a
n
n
d
d
e
e
l
l
u
u
c
c
h
h
t
t
o
o
n
n
t
t
v
v
o
o
c
c
h
h
t
t
i
i
g
g
e
e
r
r
Plaatsing
De luchtontvochter dient, zo ver dit mogelijk is, midden in de
ruimte te worden geplaats, zo dat een goede luchtcirculatie in
de gehele ruimte wordt behaalt.
Is dit niet mogelijk, moet de luchtontvochter zo worden
geplaatst dat de lucht ongestoord aangezogen en uitgeblazen
kan worden.
De minimale afstand tot de wand moet 10 cm bedragen.
Stel de luchtontvochter
horizontaal op, opdat het gecondenseerde water
ongestoord kan afvloeien.
niet in de buurt van een warmtebron (bv een radiator).
L Houdt rekening ermee dat ramen en deuren in de te
ontvochten ruimte gesloten zijn.
Netaansluiting
Vergelijk de op het typeplaatje van het toestel vermelde
spanning, bv 230 V / 50 Hz met de netspanning en sluit de
luchtontvochter aan het desbetreffend en reglementair
stopcontact aan.
Maak gebruik van een stopcontact: netspanning 230 V met
veiligheidsschakelaar (FI-schakelaar 30 mA).
Netzekering
10 A
I
I
n
n
g
g
e
e
b
b
r
r
u
u
i
i
k
k
n
n
a
a
m
m
e
e
Vóór ingebruikname
Heeft u de luchtontvochter liggend of schuiner dan 45°
getransporteerd?
L Laat het toestel voor gebruik ten minste één uur rechtop
staan.
L Aanwijzingen
1. De luchtontvochter werkt niet, wanneer de ingestelde
vochtigheidswaarde hoger is dan die van de omgeving.
2. Gebruik de luchtontvochter alleen bij een
ruimtetemperatuur van 5 °C tot 32 °C. Buiten dit bereik
werkt de luchtontvochter niet.
64
3. Gebruik de luchtontvochter niet in sterk stof- of
chloorhoudige omgeving.
4. Gedurende het ontvochten moeten de ventilatormotor en
de compressor ten minste 3 min. draaien, nadat de
compressor werd gestart. Om beschadigingen aan de
compressor te voorkomen, dient u, wanneer de
luchtontvochter zich heeft uitgeschakeld, 3 minuten
wachten, alvorens u het toestel opnieuw inschakelt.
5. Ligt de ruimtetemperatuur onder 10 °C en is de
omgevende relatieve luchtvochtigheid vrij laag, is het niet
noodzakelijk de luchtontvochter te benutten.
6. Het luchtontvochtingsvermogen van het toestel is
afhankelijk van de ruimtelijke gesteldheid, de
ruimtetemperatuur en de relatieve luchtvochtigheid van de
ruimte.
7. Ledig de bak, wanneer hij vol is. Zet vervolgens de lege
waterbak weer in, opdat het toestel weer kan werken.
8. Transporteer het toestel alleen in rechte positie.
9. Indien het toestel niet werkt of het bedrijf uit niet bekende
redenen ineens wordt onderbroken ¨ zie „Mogelijke
storingen“.
10. Is de luchtontvochter in bedrijf, vervaardigt de compressor
afvalwarmte en de ruimtetemperatuur stijgt licht. Het
handelt zich hierbij om een normaal verschijnsel.
Bedieningsveld
1 ¨ Toets „ON / OFF = AAN / UIT“
2 ¨ Weergave „relatieve luchtvochtigheid in%“ of
storingsfout
3 ¨ Toets “Luchtvochtigheidswaarde stijgt”
4 ¨ Weergave „Bedrijfsurenteller“
5 ¨ Toets “Luchtvochtigheidswaarde reduceren”
6 ¨ Symbool „Ontdooien“
7 ¨ Symbool „Ventilator draait“
8 ¨ Symbool “Wateropvangbak vol”
9 ¨ Symbool „Ontvochtingsbedrijf“
Continu weergave = toestel ontvocht
(compressor en ventilator
ingeschakeld)
knipperende weergave = toestel ontvocht niet
(compressor uitge-
schakeld - ventilator
ingeschakeld)
Storingweergave
Worden de storingsfouten E3 – E4 – E5 in de weergave 2
„relatieve luchtvochtigheid“ weergegeven ¨ zie „Mogelijke
storingen“.
Ingebruikname
L Wanneer u het aansluitkabel in het stopcontact steekt,
weerklinkt een signaaltoon.
Weerklinkt de signaaltoon niet, is een storing
voorhanden. Controleer de toevoerleiding, het
stopcontact en de zekering.
Inschakelen
Druk de toets in, om de luchtontvochter in te schakelen.
In de weergave 2 ¨ „Luchtvochtigheidswaarde“ wordt de door
de fabriek ingestelde luchtvochtigheid van 60% weergegeven.
Na 5 sec. geeft de weergave de actuele luchtvochtigheid
weer.
De weergave “Luchtvochtigheidswaarde” toont de vochtigheid
in een bereik tussen 30% en 90% aan.
Uitschakelen
Druk opnieuw de toets in, om de luchtontvochter uit te
schakelen.
Luchtvochtigheidswaarde instellen
Bedien toets „Luchtvochtigheidswaarde stijgt“ of
„Luchtvochtigheidswaarde reduceren“ om de gewenste
luchtvochtigheid in te stellen.
Bedragt de ingestelde luchtvochtigheidswaarde minder dan 30
%, ontvocht het toestel permanent en de weergave 2 geeft
“CO” weer.
Tip: Een relatieve luchtvochtigheid van 50 – 60 % is in
de regel voldoende om een aangenaam
ruimteklimaat tot stand te brengen en de vorming
van condensatiewater aan onderdelen en
voorzieningen te voorkomen.
L Onderschrijft de gewenste vochtigheidswaarde de
actuele luchtvochtigheid om 3 % schakelt zich de
luchtontvochter (compressor) automatisch aan. Continu
weergave van het symbool
„Ontvochtingsbedrijf” in
het display.
Overschrijdt de gewenste vochtigheidswaarde de actuele
luchtvochtigheid om 3 % schakelt zich de luchtontvochter
(compressor) weer zelfstandig uit. Het symbool
„Ontvochtingsbedrijf“ knippert.
65
Ontdooiautomatiek
Bij een ruimtetemperatuur onder 20 °C vormt zich niet alleen
condensaat aan de koude verdamperoppervlakte maar ook ijs.
Dit ijs zet de warmtewisselaar dicht, zo dat het luchtdebiet
gehinderd wordt. De ingebouwde ontdooiautomatiek ontdooit
de verdamper. Dit maakt een ontvochtingsbedrijf tot een
temperatuur van +5 °C mogelijk.
Gedurende het ontdooien wordt het symbool in het display
weergegeven, de compressor draait verder, maar de ventilator
schakelt zich automatisch uit.
Na beëindiging van het ontdooiproces schakelt de
luchtontvochter weer op ontvochtingsbedrijf en het symbool
gaat uit.
Bedrijfsurenteller
De luchtontvochter is met een
bedrijfsurenteller uitgerust.
Wordt de luchtontvochter ingeschakeld, worden de
bedrijfsuren die het toestel reeds in bedrijf was, op het display
weergegeven. Zo lang het toestel ingeschakeld is, wordt deze
tijd tot de reeds afgelopen tijd opgeteld.
W
W
a
a
t
t
e
e
r
r
u
u
i
i
t
t
l
l
o
o
o
o
p
p
De wateropvangbak van de luchtontvochter is met een vlotter
uitgerust die het toestel automatisch uitschakeld, wanneer de
opvangbak vol is.
L Na 45 sec. schakelt zich de compressor uit en de
ventilator blijft staan en er weerklinkt een signaaltoon. In
het display wordt het symbool
en de storingfout E4
weergegeven.
Wordt de wateropvangbak niet meteen geledigd,
weerklinkt alle 5 minuten een signaaltoon.
Verwijderen van de wateropvangbak
1. Schakel het toestel uit.
2. Druk tegen de klep van de behuizing (pos. 1)
en trek
dan de klep open
.
3. Verwijder de bak (pos. 2) en ledig hem onmiddellijk.
4. Zet de bak weer in. Steek gedurende het inzetten de
ontwateringsslang (pos. 3) in de wateropvangbak. Let
erop dat u de bak in de juiste positie brengt.
5. Sluit de klep van de behuizing.
6. Schakel de luchtontvochter weer in. Het symbool en de
storingsfout E4 worden niet meer weergegeven.
Wordt het symbool en de storingfout verder
weergegeven? Verwijder de bak opnieuw en zet hem
weer in.
66
Continu bedrijf of langere bedrijfstijd
Bij hoge luchtvochtigheid is het van voordeel, wanneer u de
luchtontvochter in continu bedrijf exploiteert. Bij continu bedrijf
valt de regelmatige lediging van de wateropvangbak weg.
Handelwijze:
1. Neem de wateropvangbak uit het toestel.
2. Steek de ontwateringsslang (pos. 3) door het gat in de
behuizing
en trek hem op de andere kant weer uit het
toestel
.
3. Zet de opvangbak weer in het toestel.
4. Sluit de klep van de behuizing.
5. Stel een grote opvangbak onder de waterafvoer.
Of:
verleng de waterafvoer met een tuinslang, om het water in een
riolering te leiden.
L Let op het volgende:
@ Let erop dat het water steeds vrij kan afvloeien.
@ Het water dient bij voorkeur in een dieper liggende afvoer
te worden gevoerd.
@ Let erop dat de slang in zijn positie blijft, met
hoogteverschil wordt verlegd, niet geknikt of
samengerold is.
T
T
r
r
a
a
n
n
s
s
p
p
o
o
r
r
t
t
Vóór ieder transport het toestel uitschakelen
en de stekker uit het stopcontact nemen.
Transporteer de luchtontvochter steeds staande, om
beschadigingen aan de compressor te voorkomen.
Tip: Wanneer u de luchtontvochter liggend heeft
getransporteerd resp. te sterk heeft gekanteld, moet
de luchtontvochter vóór gebruik ten minste één uur
rechtop staan.
R
R
e
e
i
i
n
n
i
i
g
g
i
i
n
n
g
g
e
e
n
n
o
o
n
n
d
d
e
e
r
r
h
h
o
o
u
u
d
d
Vóór iedere reiniging en ieder onderhoud het
toestel uitschakelen en stekker uit het stop-
contact nemen.
Verdere onderhouds- en reinigingswerkzaamheden dan die in
dit hoofdstruk staan beschreven, mogen slechts door de
klantenservice worden uitgevoerd.
Slechts originele onderdelen toepassen. Andere onderdelen
kunnen tot onvoorspelbare beschadigingen en verwondingen
leiden.
Reiniging
Luchtfilter
Een verontreinigde filter
@ reduceert het prestatievermogen van de luchtontvochter.
@ leidt tot verontreinigingen in het binnenste van het
toestel.
L Reinig de filter al naar bedrijfscondities in regelmatige
afstanden.
Verwijderen van de filter
1. Verwijder de afdekking van het toestel (pos. 4).
2. Trek de drie bevestigingsstaven (pos. 5) eruit
. Neem
de filter (pos. 6) ter reiniging uit de afdekking van het
toestel
.
67
Lichte verontreiniging
Maak gebruik van een stofzuiger of klop de filter licht uit.
Sterke verontreiniging
Was de filter met lauwwarm zeepsop (max. 40 °C) voorzichtig
uit en laat hem vervolgens goed drogen. Stel de filter voor het
drogen niet aan direct zonnelicht of andere warmtebronnen
bloot.
Inzetten van de filter
1. Leg de filter weer in de toestelafdekking en bevestig hem
met de drie bevestigingsstaven.
2. Breng de toestelafdekking weer aan.
Toestel
Reinig het toestel in regelmatige afstanden buiten met een
vochtige doek en een mild reinigingsmiddel (zeepsop). Let
erop dat geen water in het binnenste van het toestel geraakt.
Gebruik voor de reiniging geen reinigings- of oplosmiddelen,
deze kunnen delen van het toestel aantasten.
Eenmaal per jaar of al naar bedrijfscondities dient de
luchtontvochtre door de klantenservice binnen op
verontreinigingen te worden gecontroleerd.
Onderhoud
De luchtontvochter is met oog op een probleemvrije werking
en een minimale controle geconstrueerd.
Alle beweeglijke onderdelen hebben een permanente smering.
Er bevinden zich geen verdere te onderhouden onderdelen in
het binnenste van het toestel.
O
O
p
p
s
s
l
l
a
a
g
g
Bewaar ongebruikte toestellen op een droge, afgesloten plaats
buiten de reikwijdte van kinderen op.
Let op het volgende, om de levensduur van de luchtontvochter
te verlengen en een foutvrije werking te waarborgen:
@ Ledig de wateropvangbak en droog hem zorgvuldig.
@ Reinig de filter.
@ Voer een grondige reiniging uit.
@ Controleer de luchtontvochter op een foutvrije toestand,
opdat na een langere opslag een betrouwbaar gebruik
van het toestel is gewaarborgd.
@ Dek de luchtontvochter zorgvuldig af.
M
M
o
o
g
g
e
e
l
l
i
i
j
j
k
k
e
e
s
s
t
t
o
o
r
r
i
i
n
n
g
g
e
e
n
n
Vóór iedere storing het toestel uitschakelen en de stekker uit het stopcontact nemen.
Storing Mogelijke oorzaak Remedie
Netspanning ontbreekt Zekering controleren
Aansluitkabel defect Laten controleren (elektromonteur)
Wateropvangbak vol Wateropvangbak ledigen
Motor start niet
Ruimteluchtvochtigheid lager dan
ingesteld
ingestelde luchtvochtigheidswaarde controleren,
eventueel andere waarde instellen
Ruimtetemperatuur of luchtvochtigheid
liggen niet in het werkbereik
a) Ruimtetemperatuur controleren (5 °C tot
32 °C)
b) Luchtvochtigheid controleren (ten minste 30 %
r. v.)
c) ingestelde luchtvochtigheidswaarde controle-
ren, eventueel andere waarde instellen
Luchtfilter verontreinigd Luchtfilter reinigen (zie “Reiniging en onderhoud”)
Luchttoevoer of afvallucht geblokkeerd controleren, eventueel toestel anders plaatsen) op
minimale afstand (10 cm) tot de wand letten)
a) Toestel van binnen sterk ver-
ontreinigd
b) Koelcircuit defect
Neem contact op met de fabrikant of
klantenservice!
Toestel condenseert weinig of geen
water
Deuren en/of ramen open Deuren en/of ramen sluiten
a) Afvoerslang geknikt of opgerold
b) niet voldoende helling
Afvoerslang anders verleggen, opdat het water
ongehinderd kan afvloeien.
Toestel schakelt uit bij continu
bedrijf met afvoerslang
Water in de slang bevriest Maatregelen nemen die een vriezen van het water
voorkomen
Water loopt uit het toestel Wateropvangbak ondicht a) Wateropvangbak controleren
b) Wateropvangbak vervangen
68
Storing Mogelijke oorzaak Remedie
Toestel staat op oneffen vloer Toestel op effen vloer plaatsen Buitengewone geluiden resp.
trillingen
Schroeven, moeren of andere
onderdelen losmaken
Onderdelen bevestigen.
Zijn de onderdelen niet te bevestigen, bevinden ze
zich in het binnenste van het toestel of blijven de
geluiden: fabrikant resp. klantenservice opzoeken.
L Werden alle functiecontroles uitgevoerd en konden de storingen niet worden verholpen, richt u zich alstublieft aan de fabrikant
resp. de klantenservice.
L Indien een toestel niet foutvrij werkt, moet het onmiddellijk buiten bedrijf worden genomen!
Storingweergave
De volgende storingen kunnen in de weergave 2 “relatieve luchtvochtigheid” worden weergegeven:
Storing Fout
E3 Vochtigheidssensor defect
E4 Wateropvangbak vol
E5 Koelcircuitsensor defect
L Verschijnen de storingsmeldingen E3 en E5, richt u zich alstublieft voor het verhelpen van het probleem aan de fabrikant resp.
de klantenservice.
T
T
e
e
c
c
h
h
n
n
i
i
s
s
c
c
h
h
e
e
g
g
e
e
g
g
e
e
v
v
e
e
n
n
s
s
Type HT 600 HT 800
Model ALE 600 ALE 800
Luchtdebiet 680 m³/h 680 m³/h
Nominaal vermogen 1000 W 1200 W
Nominale stroomopname 4,6 A 5,3 A
max. vermogen 1200 W 1410 W
max. stroomopname 5,4 A 6,4 W
Vermogen, ventilator 50 W 50 W
Stroomvoeding 230 V~ / 50 Hz 230 V~ / 50 Hz
Netzekering 10 A 10 A
Temperatuurbereik 5 – 32° C 5 – 32° C
Luchtvochtigheidsbereik 30 – 90% relatieve vochtigheid 30 – 90% relatieve vochtigheid
Ontvochtingsvermogen bij 30 °C / 80% r.v. 60 l / 24 h 80 l / 24 h
Veiligheidsoort IP X0 IP X0
Diepvriesdruk 2,5 MPa 2,5 MPa
Stoomdruk 1,0 MPa 1,0 MPa
Koelvloeistof R 407 C R 407 C
Hoeveelheid koelvloeistof 0,6 kg 0,78 kg
Tankvolume max. 5,8 l 5,8 l
LED-weergave „Tank vol“ bij 3,9 l 3,9 l
Ruimtevolume (bij een plafondhoogte van 2,5 m) 150 – 200 m³ 250 – 300 m³
Ruimtevlakte 60 – 80 m² 100 – 120 m²
Geluidsniveau L
WA
< 70 dB (A) < 70 dB (A)
Geluidsdrukpegel L
PA
53 dB (A) 53 dB (A)
Gewicht 51,5 kg 53,5 kg
70
L
L
i
i
j
j
s
s
t
t
m
m
e
e
t
t
r
r
e
e
s
s
e
e
r
r
v
v
e
e
d
d
e
e
l
l
e
e
n
n
Pos.
-nr.
Reservede
el-nr.
Benaming
1 417659 Toestelklep
2 417610 Wateropvangbak met stop en vlotter
3 417660 Ontwateringsslang
4 417661 Toestelafdekking
5 417655 Bevestigingsstaaf
6 417656 Luchtfilter
7 417657 Wiel
8 417658 Schakelaarafscherming (sticker)
9 417622 Vlotter cpl.
10 417618 Veiligheidssticker
Bij bestelling van reservedelen in ieder geval vermelden: type luchtontvochter, bouwjaar en reservedeelnummer.
Anders is een correcte levering niet mogelijk!
G
G
a
a
r
r
a
a
n
n
t
t
i
i
e
e
Houdt u alstublieft rekening met de ingesloten garantieverklaring.

Documenttranscriptie

Luftentfeuchter Originalbetriebsanleitung – Sicherheitshinweise – Ersatzteile Seite 1 Air dehumidifier Original instructions – Safety instructions – Spare parts Page 11 Déshumidificateur d‘air Notice originale – Consignes de sécurité – Pièces de rechange Page 21 Odvlhčovač vzduchu Originální návod k použití – Bezpečnostní pokyny – Náhradní díly Str 31 Luftaffugter Original brugsanvisning – Sikkerhedshenvisninger – Reservdeler Side 41 Deumidificatore Istruzioni originali – Indicazioni per la sicurezza – Pezzi di ricambio Pagina 51 Luchtontvochtiger Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing Veiligheidsinstructies - Reserveonderdelen Blz. 61 Odvlhčovač vzduchu Originálný návod na použitie – Bezpečnostné pokyny Strana 71 Náhradné dielce ALE 600 ALE 800 U mag het toestel niet in gebruik nemen, voordat u deze gebruiksaanwijzing heeft gelezen, alle voorschriften heeft opgevolgd en het toestel als voorgeschreven heeft gemonteerd. Bewaar deze gebruiksaanwijzing voor alle toekomstige toepassingen op. Elektrische toestellen behoren niet in de huisafval. Toestellen, toebehoren en verpakking naar een milieuvriendelijk recycling brengen. Volgens de Europese Richtlijn 2002/96/EG over oude elektronische apparaten en electronica moeten niet meer bruikbare elektrische toestellen apart worden verzamend en een milieuvriendelijk recycling worden toegevoerd. Inhoud EG-conformiteitsverklaring Leveringsomvang Symbolen toestel Symbolen in de gebruiksaanwijzing Reglementaire toepassing Restrisico Veiligheidsinstructies ƒ Elektrische veiligheidsinstructies Werking Opstellen van de luchtontvochtiger ƒ Plaatsen ƒ Netaansluiting ƒ Netzekering Ingebruikname ƒ Vóór ingebruikname ƒ Bedieningsveld ƒ Inschakelen ƒ Uitschakelen ƒ Luchtvochtigheidswaarde instellen ƒ Ontdooiautomatiek ƒ Bedrijfsurenteller Wateruitloop ƒ Verwijderen van de wateropvangbak ƒ Continu bedrijf of langere bedrijfstijd Transport Reiniging en onderhoud ƒ Reiniging luchtfilter ƒ Verwijderen van de filter ƒ Inzetten van de filter ƒ Reiniging van het toestel ƒ Onderhoud Opslag Mogelijke storingen ƒ Storingweergave Technische gegevens Schakelschema Koelcircuit Reserveonderdelen Garantie 61 61 61 62 62 62 62 62 63 63 63 63 63 63 63 64 64 64 64 65 65 65 65 66 66 66 66 66 67 67 67 67 67 68 68 69 69 70 70 EG-conformiteitsverklaring volgens de richtlijn 2006/95/EG Hiermede verklaren wij ATIKA GmbH & Co. KG Schinkelstraße 97 59227 Ahlen – Germany in uitsluitende verantwoordelijkheid, dat het product luchtontvochter type HT 600 en HT 800 (model ALE 600 en ALE 800) Serienummer: zie laatste pagina aan de bepalingen van de boven vermelde EG-richtlijnen alsook aan de bepalingen van de volgende verdere richtlijnen beantwoordt: 2004/108/EG De volgende geharmoniseerde normen werden toegepast: EN 55014-1:2006; EN 55014-2:1997+A1:2001; EN 61000-3-2:2006; EN 61000-3-3:2008; EN 60335-1:2002 + A11:2004 + A1:2004 + A12:2006 + A2:2006 + A13:2008 EN 60335-2-40:2003+A11:2004+A12:2005+A1:2006 Bewaring van de technische documenten: ATIKA GmbH & Co. KG – Technisch kantoor – Schinkelstr. 97 59227 Ahlen – Germany Ahlen, 16.04.2010 A. Pollmeier, bedrijfsleiding Leveringsomvang  Controleer na het uitpakken de inhoud van de verpakking op: ! ! aanwezigheid van alle onderdelen eventuele transportschade Meld mogelijke klachten direct aan uw leverancier of fabrikant. Latere reclamaties worden niet in behandeling genomen. • • 1 voorgemonteerde toesteleenheid 1 gebruiksaanwijzing Symbolen toestel Vóór ingebruikname de gebruiksaanwijzing en veiligheidsinstructies lezen en opvolgen. Vóór reparatie-, onderhoud- en reinigingswerkzaamheden de luchtontvochter stopzetten en de stekker uit het stopcontact nemen. Luchtontvochter niet kantelen of liggend transporteren. 61 Symbolen in de gebruiksaanwijzing L  Dreigend gevaar of gevaarlijke situatie. De veronachtzaming van deze aanwijzingen kan schade of verwondingen ten gevolg hebben. Belangrijke aanwijzing voor het vakkundig gebruik. Het niet opvolgen van deze aanwijzingen kan tot leiden. Gebruikersaanwijzingen. Deze aanwijzingen helpen u het toestel optimaal te benutten. Montage, bediening en onderhoud. Hier wordt precies uitgelegd wat u moet doen. Reglementaire toepassing De luchtontvochter is alleen voor het gebruik in het huis geschikt, voor het drogen van vochtige wanden, na waterschade of voor het reduceren van de luchtvochtigheid in gesloten ruimten. Tot de reglementaire toepassing behoort ook het opvolgen van de gebruiks-, onderhouds- en reparatievoorschriften en het opvolgen van de veiligheidsvoorschriften van de fabrikant. De voor het bedrijf geldige ongevallenpreventievoorschriften alsook de overige algemeen erkende werkmedische en veiligheidstechnische regels moeten worden opgevolgd. Alle verdere toepassingen gelden als onreglementair. Voor hieruit resulterende schade van eenieder soort is de fabrikant niet aansprakelijk: het risico draagt alleen de gebruiker. Eigenmachtige verbouwingen aan de luchtontvochtiger sluiten een aansprakelijkheid van de fabrikant voor hieruit voortvloeiende schade van een ieder soort uit. Restrisico’s Ook bij reglementair gebruik kunnen ondanks opvolging van alle gebruikelijke veiligheidsbepalingen zijn er op grond van de constructie voor de toepassing van deze machine nog een aantal restrisico´s. De restrisico´s kunnen geminimaliseerd worden, wanneer de “Veiligheidsinstructies” en de “Reglementaire toepassing” alsook de gehele gebruiksaanwijzing in acht genomen worden. Consideratie en voorzichtigheid verminderen het risico van personenletsels en beschadigingen. • Gevaar door stroom door het niet juist aansluiten van de elektrische aansluitleidingen. • Het aanraken van onder spanning staande delen bij geopende elektrische delen. Verder kunnen er ondanks alle genomen maatregelen niet zichtbare restrisico´s bestaan. 62 Veiligheidsinstructies Lees en volg vóór de ingebruikname van dit product de onderstaande aanwijzingen, de voorschriften ter voorkoming van ongevallen en de algemene veiligheidsvoorschriften resp. de in het desbetreffend land geldige veiligheidsbepalingen op, om u zelf en anderen tegen verwondingen te beschermen. L Geef de veiligheidsvoorschriften aan alle personen, die met deze machine werken, door. L Bewaar deze veiligheidsvoorschriften goed. ƒ Maakt u zich voor gebruik met het toestel vertrouwd, dit met behulp van de gebruiksaanwijzing. ƒ Gebruik het toestel alleen voor het gebruiksdoeleinde, waarvoor het werd geconstrueerd (zie Reglementaire toepassing). ƒ Neem het toestel alleen bij vermelde netspanning in bedrijf. ƒ De bedienende persoon is binnen het arbeidsbereik van de machine verantwoordelijk ten opzichte van derden. ƒ Kinderen en jongeren van minder dan 16 jaar mogen het toestel niet bedienen. Ze zijn zich de gevaren niet bewust die met het gebruik van deze toestellen zijn verbonden. ƒ Houd kinderen uit de buurt van het toestel vandaan. ƒ Werk alleen met alle en op de juiste wijze aangebrachte veiligheidsvoorzieningen en verander aan het toestel niets, dat de veiligheid zou kunnen belemmeren. ƒ Schakel het toestel bij bedrijfsstoringen niet aan of wanneer het toestel is gevallen en ten gevolge daarvan de kabel of de stekker werden beschadigd of indien een ander onderdeel een schade vertoont. ƒ Reparaties aan elektrische toestellen mogen slechts door gekwalificeerde personen worden uitgevoerd. De gebruikter van het toestel kan door ondeskundige reparaties zware beschadigingen van de geszondheid ondervinden. ƒ Schakel het toestel uit en neem de stekker uit het stopcontact, wanneer u het niet benut of wanneer u het toestel transporteert of alvorens u het reinigt. ƒ Schakel bij storingen van het toestel het toestel uit, neem de stekker uit het stopcontact en informeer de klantenservice. ƒ Dompel het toestel nooit in water of in een andere vloeistof. ƒ Leg geen voorwerpen op het toestel. ƒ Houdt vreemde lichamen van de luchtingangs- of uitgangsopening vandaan. ƒ Ledig voor het transport de waterbak, om een morsen te voorkomen. ƒ Kantel het toestel niet, omdat het uitlopend water anders beschadigingen aan de luchtontvochter kan veroorzaken. ƒ Giet of spuit nooit water over het toestel. Elektrische veiligheid ƒ Maak gebruik van verlengingskabels volgens IEC 60245 (H 07 RN-F), met een draaddoorsnede van ten minste: − 1,5 mm² bij een lengte tot 25 m − 2,5 mm² bij een lengte vanaf 25 m. ƒ Lange en dunne aansluitkabels zorgen voor een ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ spanningsverlies. De motor bereikt zijn maximaal vermogen niet meer, de werking van het toestel wordt gereduceerd. Stekker en aansluitdozen aan aansluitleidingen moeten uit rubber, zacht PVc of een ander thermoplastisch materiaal van dezelfde mechanische vastheid zijn of met dit materiaal zijn gecoat. Let er bij het leggen van de aansluitkabel erop dat deze niet bekneld raakt, geknikt wordt en de steekverbinding niet nat wordt. Wikkel bij gebruik van een kabeltrommel de kabel geheel af. Gebruik de kabel niet voor doeleinden, waarvoor hij niet bestemd is. Bescherm de kabel tegen hitte, olie of scherpe randen. Gebruik de kabel niet, om de steker uit het stopcontact te trekken. Controleer de verlengingskabel regelmatig en vervang het, wanneer het beschadigt is. Gebruik geen defecte aansluitkabels. Maak geen gebruik van provisorische elektrische aansluitingen. Veiligheidsvoorzieningen nooit overbruggen of buiten werking stellen. Het toestel via een veiligheidsschakelaar (30 mA) aansluiten. Elektrische aansluitingen of reparaties aan elektrische onderdelen van de machine mogen alleen door een erkend bedrijf of een van onze reparatiewerkplaatsen worden uitgevoerd. De plaatselijke voorschriften vooral met betrekking tot veiligheidsmaatregelen moeten worden opgevolgd. Reparaties aan andere delen van de machine mogen alleen door de fabrikant resp. door een door van zijn klantenwerkplaatsen uitgevoerd worden. Alleen de originele toebehoren en onderdelen gebruiken. Bij het gebruik van niet originele onderdelen kunnen risico’s voor de gebruiker ontstaan. Voor hieruit resulterende schade is de fabrikant niet aansprakelijk. L De waterdampen van de lucht bewegen zich eenvoudig en ongestoord door de lucht. Vandaar is het belangrijk, de ruimte zo goed als mogelijk te „verzegelen“, d.w.z. deuren en ramen moeten gesloten worden gehouden en het naar binnen en buiten gaan uit de ruimte moet verregaand worden beperkt. Anders wordt het droogeffect van het toestel aanzienlijk gereduceerd. Opstellen van de luchtontvochtiger Plaatsing De luchtontvochter dient, zo ver dit mogelijk is, midden in de ruimte te worden geplaats, zo dat een goede luchtcirculatie in de gehele ruimte wordt behaalt. Is dit niet mogelijk, moet de luchtontvochter zo worden geplaatst dat de lucht ongestoord aangezogen en uitgeblazen kan worden. De minimale afstand tot de wand moet 10 cm bedragen. Stel de luchtontvochter ⇒ horizontaal op, opdat het gecondenseerde water ongestoord kan afvloeien. ⇒ niet in de buurt van een warmtebron (bv een radiator). L Houdt rekening ermee dat ramen en deuren in de te ontvochten ruimte gesloten zijn. Netaansluiting Vergelijk de op het typeplaatje van het toestel vermelde spanning, bv 230 V / 50 Hz met de netspanning en sluit de luchtontvochter aan het desbetreffend en reglementair stopcontact aan. Maak gebruik van een stopcontact: netspanning 230 V met veiligheidsschakelaar (FI-schakelaar 30 mA). Netzekering 10 A Werking De luchtontvochter werkt volgens het condensatieprincipe. De ruimtelucht wordt door een filter en door een koelelement gezogen, waar de waterdampen van de lucht tot waterdruppels condenseren. De waterdruppels lopen vervolgens in een condensatiewaterbak en verder in de waterbakken, terwijl de gedroogde koude lucht door de condensator van het toestel wordt gevoerd en verwarmd weer in de ruimte wordt geblazen. De temperatuur van de uitgeblazen lucht ligt ca. 2-5 °C boven de ruimtetemperatuur. Deze warmtewinst ontstaat door de de compressor en ventilator toegevoerde energie alsook door de warmte die bij het condenseren van de waterstoom vrij wordt. Door de permanente circulatie van de ruimtelucht door het toestel wordt de relatieve vochtigheid van de lucht langzamerhand gedaald, waardoor een snel en voorzichtig uitdrogen van de ruimte wordt behaalt. Ingebruikname Vóór ingebruikname Heeft u de luchtontvochter liggend of schuiner dan 45° getransporteerd? L Laat het toestel voor gebruik ten minste één uur rechtop staan. L Aanwijzingen 1. De luchtontvochter werkt niet, wanneer de ingestelde vochtigheidswaarde hoger is dan die van de omgeving. 2. Gebruik de luchtontvochter alleen bij een ruimtetemperatuur van 5 °C tot 32 °C. Buiten dit bereik werkt de luchtontvochter niet. 63 3. Gebruik de luchtontvochter niet in sterk stof- of chloorhoudige omgeving. 4. Gedurende het ontvochten moeten de ventilatormotor en de compressor ten minste 3 min. draaien, nadat de compressor werd gestart. Om beschadigingen aan de compressor te voorkomen, dient u, wanneer de luchtontvochter zich heeft uitgeschakeld, 3 minuten wachten, alvorens u het toestel opnieuw inschakelt. 5. Ligt de ruimtetemperatuur onder 10 °C en is de omgevende relatieve luchtvochtigheid vrij laag, is het niet noodzakelijk de luchtontvochter te benutten. 6. Het luchtontvochtingsvermogen van het toestel is afhankelijk van de ruimtelijke gesteldheid, de ruimtetemperatuur en de relatieve luchtvochtigheid van de ruimte. 7. Ledig de bak, wanneer hij vol is. Zet vervolgens de lege waterbak weer in, opdat het toestel weer kan werken. 8. Transporteer het toestel alleen in rechte positie. 9. Indien het toestel niet werkt of het bedrijf uit niet bekende redenen ineens wordt onderbroken ¨ zie „Mogelijke storingen“. 10. Is de luchtontvochter in bedrijf, vervaardigt de compressor afvalwarmte en de ruimtetemperatuur stijgt licht. Het handelt zich hierbij om een normaal verschijnsel. Storingweergave Worden de storingsfouten E3 – E4 – E5 in de weergave 2 „relatieve luchtvochtigheid“ weergegeven ¨ zie „Mogelijke storingen“. Ingebruikname L Wanneer u het aansluitkabel in het stopcontact steekt, weerklinkt een signaaltoon. Weerklinkt de signaaltoon niet, is een storing voorhanden. Controleer de toevoerleiding, het stopcontact en de zekering. Inschakelen Druk de toets in, om de luchtontvochter in te schakelen. In de weergave 2 ¨ „Luchtvochtigheidswaarde“ wordt de door de fabriek ingestelde luchtvochtigheid van 60% weergegeven. Na 5 sec. geeft de weergave de actuele luchtvochtigheid weer. De weergave “Luchtvochtigheidswaarde” toont de vochtigheid in een bereik tussen 30% en 90% aan. Uitschakelen Bedieningsveld Druk opnieuw de toets schakelen. in, om de luchtontvochter uit te Luchtvochtigheidswaarde instellen 1 ¨ Toets „ON / OFF = AAN / UIT“ 2 ¨ Weergave „relatieve luchtvochtigheid in%“ of storingsfout 3 ¨ Toets “Luchtvochtigheidswaarde stijgt” 4 ¨ Weergave „Bedrijfsurenteller“ 5 ¨ Toets “Luchtvochtigheidswaarde reduceren” 6 ¨ Symbool „Ontdooien“ 7 ¨ Symbool „Ventilator draait“ 8 ¨ Symbool “Wateropvangbak vol” 9 ¨ Symbool „Ontvochtingsbedrijf“  Continu weergave = toestel ontvocht (compressor en ventilator ingeschakeld)  knipperende weergave = toestel ontvocht niet (compressor uitgeschakeld - ventilator ingeschakeld) 64 Bedien toets „Luchtvochtigheidswaarde stijgt“ of „Luchtvochtigheidswaarde reduceren“ om de gewenste luchtvochtigheid in te stellen. Bedragt de ingestelde luchtvochtigheidswaarde minder dan 30 %, ontvocht het toestel permanent en de weergave 2 geeft “CO” weer.  Tip: Een relatieve luchtvochtigheid van 50 – 60 % is in de regel voldoende om een aangenaam ruimteklimaat tot stand te brengen en de vorming van condensatiewater aan onderdelen en voorzieningen te voorkomen. L Onderschrijft de gewenste vochtigheidswaarde de actuele luchtvochtigheid om 3 % schakelt zich de luchtontvochter (compressor) automatisch aan. Continu weergave van het symbool „Ontvochtingsbedrijf” in het display. Overschrijdt de gewenste vochtigheidswaarde de actuele luchtvochtigheid om 3 % schakelt zich de luchtontvochter (compressor) weer zelfstandig uit. Het symbool „Ontvochtingsbedrijf“ knippert. Ontdooiautomatiek 3. Verwijder de bak (pos. 2) en ledig hem onmiddellijk. Bij een ruimtetemperatuur onder 20 °C vormt zich niet alleen condensaat aan de koude verdamperoppervlakte maar ook ijs. Dit ijs zet de warmtewisselaar dicht, zo dat het luchtdebiet gehinderd wordt. De ingebouwde ontdooiautomatiek ontdooit de verdamper. Dit maakt een ontvochtingsbedrijf tot een temperatuur van +5 °C mogelijk. Gedurende het ontdooien wordt het symbool in het display weergegeven, de compressor draait verder, maar de ventilator schakelt zich automatisch uit. Na beëindiging van het ontdooiproces schakelt de luchtontvochter weer op ontvochtingsbedrijf en het symbool gaat uit. 4. Zet de bak weer in. Steek gedurende het inzetten de ontwateringsslang (pos. 3) in de wateropvangbak. Let erop dat u de bak in de juiste positie brengt. Bedrijfsurenteller De luchtontvochter is bedrijfsurenteller uitgerust. met een Wordt de luchtontvochter ingeschakeld, worden de bedrijfsuren die het toestel reeds in bedrijf was, op het display weergegeven. Zo lang het toestel ingeschakeld is, wordt deze tijd tot de reeds afgelopen tijd opgeteld. Wateruitloop De wateropvangbak van de luchtontvochter is met een vlotter uitgerust die het toestel automatisch uitschakeld, wanneer de opvangbak vol is. L Na 45 sec. schakelt zich de compressor uit en de ventilator blijft staan en er weerklinkt een signaaltoon. In het display wordt het symbool en de storingfout E4 weergegeven. Wordt de wateropvangbak niet meteen geledigd, weerklinkt alle 5 minuten een signaaltoon. 5. Sluit de klep van de behuizing. 6. Schakel de luchtontvochter weer in. Het symbool en de storingsfout E4 worden niet meer weergegeven. Wordt het symbool en de storingfout verder weergegeven? Verwijder de bak opnieuw en zet hem weer in. Verwijderen van de wateropvangbak 1. Schakel het toestel uit. 2. Druk tegen de klep van de behuizing (pos. 1) dan de klep open . en trek 65 Continu bedrijf of langere bedrijfstijd Bij hoge luchtvochtigheid is het van voordeel, wanneer u de luchtontvochter in continu bedrijf exploiteert. Bij continu bedrijf valt de regelmatige lediging van de wateropvangbak weg. Handelwijze: 1. Neem de wateropvangbak uit het toestel. 2. Steek de ontwateringsslang (pos. 3) door het gat in de en trek hem op de andere kant weer uit het behuizing toestel . Reiniging en onderhoud Vóór iedere reiniging en ieder onderhoud het toestel uitschakelen en stekker uit het stopcontact nemen. Verdere onderhouds- en reinigingswerkzaamheden dan die in dit hoofdstruk staan beschreven, mogen slechts door de klantenservice worden uitgevoerd. Slechts originele onderdelen toepassen. Andere onderdelen kunnen tot onvoorspelbare beschadigingen en verwondingen leiden. Reiniging Luchtfilter Een verontreinigde filter @ reduceert het prestatievermogen van de luchtontvochter. @ leidt tot verontreinigingen in het binnenste van het toestel. L Reinig de filter al naar bedrijfscondities in regelmatige afstanden. Verwijderen van de filter 1. Verwijder de afdekking van het toestel (pos. 4). 3. Zet de opvangbak weer in het toestel. 4. Sluit de klep van de behuizing. 5. Stel een grote opvangbak onder de waterafvoer. Of: verleng de waterafvoer met een tuinslang, om het water in een riolering te leiden. L Let op het volgende: @ @ @ Let erop dat het water steeds vrij kan afvloeien. Het water dient bij voorkeur in een dieper liggende afvoer te worden gevoerd. Let erop dat de slang in zijn positie blijft, met hoogteverschil wordt verlegd, niet geknikt of samengerold is. Transport Vóór ieder transport het toestel uitschakelen en de stekker uit het stopcontact nemen. Transporteer de luchtontvochter steeds staande, om beschadigingen aan de compressor te voorkomen.  Tip: Wanneer u de luchtontvochter liggend heeft getransporteerd resp. te sterk heeft gekanteld, moet de luchtontvochter vóór gebruik ten minste één uur rechtop staan. 66 . Neem 2. Trek de drie bevestigingsstaven (pos. 5) eruit de filter (pos. 6) ter reiniging uit de afdekking van het toestel . Lichte verontreiniging Maak gebruik van een stofzuiger of klop de filter licht uit. Sterke verontreiniging Was de filter met lauwwarm zeepsop (max. 40 °C) voorzichtig uit en laat hem vervolgens goed drogen. Stel de filter voor het drogen niet aan direct zonnelicht of andere warmtebronnen bloot. Inzetten van de filter Onderhoud De luchtontvochter is met oog op een probleemvrije werking en een minimale controle geconstrueerd. Alle beweeglijke onderdelen hebben een permanente smering. Er bevinden zich geen verdere te onderhouden onderdelen in het binnenste van het toestel. Opslag 1. Leg de filter weer in de toestelafdekking en bevestig hem met de drie bevestigingsstaven. 2. Breng de toestelafdekking weer aan. Toestel Reinig het toestel in regelmatige afstanden buiten met een vochtige doek en een mild reinigingsmiddel (zeepsop). Let erop dat geen water in het binnenste van het toestel geraakt. Gebruik voor de reiniging geen reinigings- of oplosmiddelen, deze kunnen delen van het toestel aantasten. Eenmaal per jaar of al naar bedrijfscondities dient de luchtontvochtre door de klantenservice binnen op verontreinigingen te worden gecontroleerd. Bewaar ongebruikte toestellen op een droge, afgesloten plaats buiten de reikwijdte van kinderen op. Let op het volgende, om de levensduur van de luchtontvochter te verlengen en een foutvrije werking te waarborgen: @ Ledig de wateropvangbak en droog hem zorgvuldig. @ @ @ Reinig de filter. @ Dek de luchtontvochter zorgvuldig af. Voer een grondige reiniging uit. Controleer de luchtontvochter op een foutvrije toestand, opdat na een langere opslag een betrouwbaar gebruik van het toestel is gewaarborgd. Mogelijke storingen Vóór iedere storing het toestel uitschakelen en de stekker uit het stopcontact nemen. Storing Mogelijke oorzaak Remedie Motor start niet Netspanning ontbreekt Aansluitkabel defect Wateropvangbak vol Ruimteluchtvochtigheid lager dan ingesteld Toestel condenseert weinig of geen Ruimtetemperatuur of luchtvochtigheid water liggen niet in het werkbereik Zekering controleren Laten controleren (elektromonteur) Wateropvangbak ledigen ingestelde luchtvochtigheidswaarde controleren, eventueel andere waarde instellen a) Ruimtetemperatuur controleren (5 °C tot 32 °C) b) Luchtvochtigheid controleren (ten minste 30 % r. v.) c) ingestelde luchtvochtigheidswaarde controleren, eventueel andere waarde instellen Luchtfilter verontreinigd Luchtfilter reinigen (zie “Reiniging en onderhoud”) Luchttoevoer of afvallucht geblokkeerd controleren, eventueel toestel anders plaatsen) op minimale afstand (10 cm) tot de wand letten) a) Toestel van binnen sterk ver- Neem contact op met de fabrikant of ontreinigd klantenservice! b) Koelcircuit defect Deuren en/of ramen open Deuren en/of ramen sluiten Toestel schakelt uit bij continu a) Afvoerslang geknikt of opgerold Afvoerslang anders verleggen, opdat het water bedrijf met afvoerslang b) niet voldoende helling ongehinderd kan afvloeien. Water in de slang bevriest Maatregelen nemen die een vriezen van het water voorkomen Water loopt uit het toestel Wateropvangbak ondicht a) Wateropvangbak controleren b) Wateropvangbak vervangen 67 Storing Mogelijke oorzaak Remedie Buitengewone geluiden resp. trillingen Toestel staat op oneffen vloer Schroeven, moeren of onderdelen losmaken Toestel op effen vloer plaatsen andere Onderdelen bevestigen. Zijn de onderdelen niet te bevestigen, bevinden ze zich in het binnenste van het toestel of blijven de geluiden: fabrikant resp. klantenservice opzoeken. L Werden alle functiecontroles uitgevoerd en konden de storingen niet worden verholpen, richt u zich alstublieft aan de fabrikant resp. de klantenservice. L Indien een toestel niet foutvrij werkt, moet het onmiddellijk buiten bedrijf worden genomen! Storingweergave De volgende storingen kunnen in de weergave 2 “relatieve luchtvochtigheid” worden weergegeven: Storing E3 E4 E5 L Fout Vochtigheidssensor defect Wateropvangbak vol Koelcircuitsensor defect Verschijnen de storingsmeldingen E3 en E5, richt u zich alstublieft voor het verhelpen van het probleem aan de fabrikant resp. de klantenservice. Technische gegevens Type Model Luchtdebiet Nominaal vermogen Nominale stroomopname max. vermogen max. stroomopname Vermogen, ventilator Stroomvoeding Netzekering Temperatuurbereik Luchtvochtigheidsbereik Ontvochtingsvermogen bij 30 °C / 80% r.v. Veiligheidsoort Diepvriesdruk Stoomdruk Koelvloeistof Hoeveelheid koelvloeistof Tankvolume max. LED-weergave „Tank vol“ bij Ruimtevolume (bij een plafondhoogte van 2,5 m) Ruimtevlakte Geluidsniveau LWA Geluidsdrukpegel LPA Gewicht 68 HT 600 ALE 600 680 m³/h 1000 W 4,6 A 1200 W 5,4 A 50 W 230 V~ / 50 Hz 10 A 5 – 32° C 30 – 90% relatieve vochtigheid 60 l / 24 h IP X0 2,5 MPa 1,0 MPa R 407 C 0,6 kg 5,8 l 3,9 l 150 – 200 m³ 60 – 80 m² < 70 dB (A) 53 dB (A) 51,5 kg HT 800 ALE 800 680 m³/h 1200 W 5,3 A 1410 W 6,4 W 50 W 230 V~ / 50 Hz 10 A 5 – 32° C 30 – 90% relatieve vochtigheid 80 l / 24 h IP X0 2,5 MPa 1,0 MPa R 407 C 0,78 kg 5,8 l 3,9 l 250 – 300 m³ 100 – 120 m² < 70 dB (A) 53 dB (A) 53,5 kg Lijst met reservedelen Pos. Reservede -nr. el-nr. 1 417659 2 417610 3 417660 4 417661 5 417655 6 417656 7 417657 8 417658 9 417622 10 417618 Benaming Toestelklep Wateropvangbak met stop en vlotter Ontwateringsslang Toestelafdekking Bevestigingsstaaf Luchtfilter Wiel Schakelaarafscherming (sticker) Vlotter cpl. Veiligheidssticker Bij bestelling van reservedelen in ieder geval vermelden: type luchtontvochter, bouwjaar en reservedeelnummer. Anders is een correcte levering niet mogelijk! Garantie Houdt u alstublieft rekening met de ingesloten garantieverklaring. 70
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82

ATIKA ALE 600 de handleiding

Categorie
Ontvochtigers
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

Gerelateerde papieren