Documenttranscriptie
In deze gebruiksaanwijzing vindt u
uitgebreide aanwijzingen voor het
gebruik van uw camera. Lees deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Ä Klik op een onderwerp
Algemene problemen oplossen
Beknopt overzicht
User Manual
ST95
Inhoud
Basisfuncties
Uitgebreide functies
Opname-instellingen
Weergeven en bewerken
Instellingen
Aanvullende informatie
Index
Informatie over gezondheid en veiligheid
Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de
camera optimaal werkt.
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en
huisdieren.
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires
buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine
onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn
wanneer deze worden ingeslikt. Bewegende onderdelen en
accessoires kunnen ook fysiek gevaar opleveren.
Waarschuwing—situaties die bij u of anderen letsel kunnen
veroorzaken
Haal de camera niet uit elkaar en probeer de camera niet te
repareren.
Dit kan een schok veroorzaken of de camera beschadigen.
Gebruik de camera niet dichtbij ontvlambare of explosieve
gassen en vloeistoffen.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of
hoge temperaturen bloot.
Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen
kan permanente schade aan interne onderdelen van het toestel
veroorzaken.
Plaats geen ontvlambare materialen in de camera en bewaren
dergelijke materialen niet in de buurt van de camera.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Voorkom dat de camera of oplader wordt bedekt voor kleden
of kleding.
Dit kan oververhitting van de camera of brand veroorzaken.
Raak de camera niet met natte handen aan.
Dit kan een schok veroorzaken.
Als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera komen,
moet u meteen alle voedingsbronnen, zoals de batterij of
oplader, loskoppelen en vervolgens contact opnemen met een
servicecenter van Samsung.
Voorkom oogletsel bij het nemen van foto's.
Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan 1
m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Als u de flitser
dicht bij de ogen van het onderwerp gebruikt, kunt u tijdelijke of
permanente schade aan het gezichtsvermogen veroorzaken.
1
Informatie over gezondheid en veiligheid
Raak de flitser niet aan wanneer deze wordt gebruikt.
De flitser wordt zeer heet en kan brandwonden veroorzaken.
Voorzichtig—situaties die kunnen resulteren in beschadiging
van de camera of andere apparatuur
Als u de AC-oplader gebruikt, moet u de camera uitschakelen
voor u de voedingsbron van de AC-oplader loskoppelt.
Anders kunt u brand of een schok veroorzaken.
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere
tijd opbergt.
Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken
of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken.
Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als
u de oplader niet gebruikt.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen
lithium-ionbatterijen ter vervanging. Zorg dat u de batterij niet
beschadigt of verhit.
Dit kan brand ontstaan of persoonlijk letsel veroorzaken.
Gebruik voor het opladen van de batterijen geen
elektriciteitssnoeren of stekkers die beschadigd zijn, of een
loshangend stopcontact.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen,
opladers, kabels en accessoires.
• Niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires
kunnen de camera beschadigen, letsel veroorzaken of ertoe
leidden dat batterijen exploderen.
• Samsung is niet aansprakelijk voor schade of letsel veroorzaakt
door niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of
accessoires.
Zorg dat de AC-oplader niet in contact komt met de plus- en
minpolen van de batterij.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Forceer de cameraonderdelen niet en oefen geen kracht uit op
de camera.
Dit kan leiden tot camerastoringen.
Gebruik batterijen niet voor doeleinden waarvoor de batterijen
niet zijn bedoeld.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
2
Informatie over gezondheid en veiligheid
Wees voorzichtig bij het aansluiten van snoeren en adapters en
het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten.
Door het forceren van aansluitingen, het niet op de juiste manier
aansluiten van snoeren of het niet op de juiste manier plaatsen
van batterijen en geheugenkaarten kunt u poorten, aansluitingen
en accessoires beschadigen.
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren
functioneert.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of
schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist
gebruik.
Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (S) op de
camera aan.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden
beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig
verlies van gegevens.
Houd kaarten met magnetische stroken uit de buurt van het
camera-etui.
Informatie die is opgeslagen op de kaart kan worden beschadigd
of gewist.
Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of
geheugenkaart.
Dit kan een schok, camerastoring of brand veroorzaken.
3
Overzicht van de gebruiksaanwijzing
Basisfuncties
Copyrightinformatie
• Microsoft Windows en het Windows-logo zijn
geregistreerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
• Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple
Corporation.
• microSD™ en microSDHC™ zijn geregistreerde
handelsmerken van SD Association.
• Handelsmerken en handelsnamen in deze
gebruiksaanwijzing zijn het eigendom van de betreffende
eigenaars.
12
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera
en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Uitgebreide functies
32
Informatie over het maken van foto's, het opnemen
van video's en spraakmemo's door een modus te
selecteren.
Opname-instellingen
49
Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in
de opnamemodus.
• Cameraspecificaties of de inhoud van deze
Weergeven en bewerken
gebruiksaanwijzing kunnen bij een upgrade van
camerafuncties zonder kennisgeving worden
gewijzigd.
• Het is niet toegestaan om enig deel van deze
gebruiksaanwijzing zonder vooraf gegeven
toestemming te hergebruiken of verspreiden.
• Raadpleeg voor informatie over de Open Sourcelicentie het bestand 'OpenSourceInfo.pdf' op de
meegeleverde cd-rom.
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en
spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u
foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe
u de camera op een computer, fotoprinter of televisie
aansluit.
Instellingen
78
105
Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te
configureren.
Aanvullende informatie
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties
en onderhoud.
4
111
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
Pictogram
Functie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
[ ]
Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld voor de sluiterknop.
( )
Paginanummer van verwante informatie
De volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren om een stap uit te
voeren, bijvoorbeeld: Raak m Fotoformaat aan (staat voor Raak m aan en
raak vervolgens Fotoformaat aan).
*
Voetnoot
Afkortingen in deze gebruiksaanwijzing
Afkorting
Betekenis
ACB
Auto Contrast Balance (automatische contrastverbetering)
AEB
Auto Exposure Bracket (opnamereeks met verschillende belichtingen)
AF
Autofocus (automatische scherpstelling)
DIS
Digital Image Stabilization (digitale beeldstabilisatie)
DPOF
Digital Print Order Format (digitale afdrukbestelling)
EV
Exposure Value (belichtingswaarde)
ISO
International Organization for Standardization
WB
White Balance (witbalans)
5
Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing
Belichting (Helderheid)
De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt bepaalt de
belichting. De belichting kan worden aangepast met sluitertijd,
diafragmawaarde en ISO-waarde. Wanneer u de belichting
verandert, worden de foto's donkerder of lichter.
Op de ontspanknop drukken
• Druk de [Ontspanknop] half in: druk de sluiterknop tot
halverwege in
• Druk op de [Ontspanknop]: druk de sluiterknop helemaal in
Normale belichting
Druk de [Ontspanknop] half in
Druk op de [Ontspanknop]
Onderwerp, achtergrond en compositie
• Onderwerp: het hoofdobject van een scène, zoals een
persoon, dier of stilleven
• Achtergrond: de objecten rond het onderwerp
• Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond
Achtergrond
Compositie
Onderwerp
6
Overbelicht (te helder)
Algemene problemen oplossen
Hier vindt u informatie waarmee u algemene problemen kunt oplossen door opnameopties in te stellen.
De ogen van het
Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera.
onderwerp zijn rood. • Zet de flitseroptie op
Rode ogen of
Anti-rode ogen. (pag. 54)
• Als er al een foto is genomen, selecteert u in het bewerkingsmenu de optie Anti-rode ogen in het
menu voor bewerken. (pag. 95)
Foto's bevatten
stofvlekken.
Als u de flitser gebruikt, worden stofdeeltjes in de lucht mogelijk vastgelegd op foto's.
• Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen.
• Pas de ISO-waarde aan. (pag. 56)
Foto's zijn onscherp. Dit kan worden veroorzaakt doordat u foto's maakt bij weinig licht of doordat u de camera niet goed
vasthoudt. Gebruik de functie DIS of druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen op het
onderwerp. (pag. 30)
Bij nachtopnamen
zijn foto's onscherp.
Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd. Het kan dan lastig zijn de
camera stil te houden, waardoor de foto's bewogen kunnen worden.
• Selecteer de modus Nachtopname. (pag. 36)
• Schakel de flitser in. (pag. 54)
• Pas de ISO-waarde aan. (pag. 56)
• Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Het onderwerp
is te donker door
tegenlicht.
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en
donkere gebieden, kan het onderwerp te donker worden.
• Maak geen foto's tegen de zon in.
• Selecteer Tegenl. in de modus Scène. (pag. 35)
• Stel de flitsoptie in op
Invulflits. (pag. 54)
• Pas de belichting aan. (pag. 66)
• Stel de optie Automatische contrastbalans (ACB) in. (pag. 67)
• Stel de lichtmeting in op
Spot als er een helder onderwerp in het midden van het kader staat.
(pag. 67)
7
Beknopt overzicht
Foto's van mensen maken
• Modus Beautyshot f 36
• Rode ogen/Anti-rode ogen
(om rode ogen te voorkomen of te corrigeren) f 54
• Gezichtsdetectie f 61
Foto's maken van tekst, insecten en
bloemen
• Modus Scène > Tekst f 35
• Modus Close-up f 35
• Macro f 57
Effecten toepassen op foto's
•
•
•
•
's Nachts of in het donker foto's
maken
Modus Scène > Zon onder, Dageraad f 35
Modus Nachtopname f 36
Flitseropties f 54
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) f 56
Actiefoto's maken
• Continu, Bewegingsopname f 70
De belichting aanpassen (helderheid)
• ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) f 56
• EV (de belichting aanpassen) f 66
• ACB (compenseren voor onderwerpen tegen lichte
achtergronden) f 67
• L.meting f 67
• AEB (3 foto's van dezelfde scène maken, maar met
verschillende belichtingen) f 70
•
•
•
•
•
•
Modus Objectmarkering f 41
Modus Magisch kader-opname f 42
Modus Fotofilter f 42
Modus Vignetten f 45
Intelligente filtereffecten f 71
Beeld aanpassen (om Scherpte, Contrast of Kleurverz.
aan te passen) f 74
Effecten toepassen op video's
• Modus Filmfilter f 44
• Modus Vignetten f 45
• Modus Paleteffectopname f 46
Bewegingsonscherpte voorkomen
• Digital Imaging Stabilization (DIS) f 29
8
• Bestanden op categorie
weergeven in Smart Album
f 82
• Bestanden weergeven in
3D-weergave f 83
• Bestanden weergeven als
miniaturen f 84
• Bestanden op de
geheugenkaart wissen f 85
• Foto's als diavoorstelling
weergeven f 87
• Bestanden weergeven op
een televisie f 96
• De camera op een computer
aansluiten f 97
• Geluid en volume bijstellen
f 107
• De helderheid van het
scherm bijstellen f 108
• De schermtaal wijzigen
f 109
• De datum en tijd instellen
f 109
• Voordat u contact opneemt
met een servicecenter
f 121
Inhoud
Basisfuncties..................................................................... 12
Uitgebreide functies ......................................................... 32
Uitpakken ....................................................................
Onderdelen en knoppen van de camera ....................
De batterij en geheugenkaart plaatsen .......................
De batterij opladen en de camera inschakelen ..........
De batterij opladen .....................................................
De camera inschakelen ..............................................
De eerste instelling uitvoeren ......................................
Uitleg over de pictogrammen ......................................
Het aanraakscherm gebruiken ....................................
Het aanraakscherm en geluid instellen .......................
Het weergavetype voor het aanraakscherm instellen ......
Het geluid instellen .....................................................
Het startscherm gebruiken ..........................................
Het startscherm openen .............................................
Pictogrammen op het startscherm ...............................
Pictogrammen opnieuw indelen ...................................
Foto's maken ...............................................................
Zoomen ....................................................................
Bewegingsonscherpte voorkomen (DIS) .......................
Tips om betere foto's te maken ..................................
Opnamemodi gebruiken ..............................................
De Smart Auto-modus gebruiken .................................
De Simpleshot-modus gebruiken .................................
De Scènemodus gebruiken .........................................
De Close-upmodus gebruiken .....................................
De Nachtmodus gebruiken .........................................
De Beautyshot-modus gebruiken ................................
De Programmamodus gebruiken .................................
De Filmmodus gebruiken ............................................
De Slimme filmmodus gebruiken ..................................
Effectmodi gebruiken ..................................................
De Objectbenadrukkingsmodus ..................................
De Magische kadermodus gebruiken ...........................
De Fotofiltermodus .....................................................
De Filmfiltermodus gebruiken .......................................
De Vignettenmodus gebruiken .....................................
De Paleteffectopnamemodus gebruiken .......................
Spraakmemo's opnemen ............................................
Een spraakmemo opnemen ........................................
Een spraakmemo aan een foto toevoegen ...................
13
14
16
17
17
17
18
20
21
23
23
23
24
24
24
25
26
27
29
30
9
33
33
34
35
35
36
36
37
38
39
41
41
42
42
44
45
46
47
47
48
Inhoud
Gezichtsdetectie gebruiken ........................................
Gezichten detecteren .................................................
Een zelfportret maken .................................................
Een foto van een lachend gezicht maken .....................
Knipperende ogen detecteren .....................................
Slimme gezichtsherkenning gebruiken ..........................
Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster) ...................
Helderheid en kleur aanpassen ...................................
De belichting handmatig aanpassen (EV) ......................
Compenseren voor tegenlicht (ACB) ............................
De lichtmeetmethode wijzigen .....................................
Een lichtbron selecteren (Witbalans) .............................
Serieopnamen .............................................................
Effecten toepassen/beelden aanpassen .....................
Intelligente filtereffecten toepassen ...............................
Foto's aanpassen .......................................................
Het zoomgeluid instellen .............................................
Beschikbare opname-instellingen per
opnamemodus ............................................................
Opname-instellingen ........................................................ 49
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren ........................
De resolutie selecteren ...............................................
De beeldkwaliteit selecteren ........................................
De timer gebruiken ......................................................
Opnamen in het donker maken ...................................
Rode ogen voorkomen ...............................................
De flitser gebruiken .....................................................
De ISO-waarde aanpassen .........................................
De scherpstelling aanpassen ......................................
Macro gebruiken ........................................................
Intelligente aanraking-AF gebruiken ..............................
Fotograferen met één aanraking ..................................
Het scherpstelgebied aanpassen .................................
50
50
51
53
54
54
54
56
57
57
58
59
59
10
61
61
62
62
63
63
64
66
66
67
67
68
70
71
71
74
75
76
Inhoud
Weergeven en bewerken ................................................. 78
Instellingen ...................................................................... 105
Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus .. 79
De afspeelmodus starten ............................................ 79
Foto's weergeven ....................................................... 86
Een video afspelen ..................................................... 88
Een spraakmemo afspelen .......................................... 90
Foto's bewerken .......................................................... 91
Het formaat van foto's aanpassen ................................ 91
Een foto draaien ......................................................... 92
Slim bijsnijden gebruiken ............................................. 92
Intelligente filtereffecten toepassen ............................... 93
Foto's aanpassen ....................................................... 93
Een afdrukbestelling maken (DPOF) ............................. 95
Bestanden op een tv weergeven ................................ 96
Bestanden naar een Windows-computer
overbrengen ................................................................ 97
Bestanden overbrengen met Intelli-studio ..................... 98
Bestanden overbrengen door de camera als een
verwisselbare schijf aan te sluiten ............................... 100
De camera loskoppelen (Windows XP) ....................... 101
Bestanden naar een Mac-computer overbrengen ... 102
Foto's met een PictBridge-fotoprinter afdrukken ..... 103
Instellingenmenu .......................................................
Het instellingenmenu openen ....................................
Geluid .....................................................................
Scherm ...................................................................
Connectiviteit ...........................................................
Algemeen ................................................................
106
106
107
107
108
109
Aanvullende informatie .................................................. 111
Foutmeldingen ...........................................................
Cameraonderhoud ....................................................
De camera reinigen ..................................................
De camera gebruiken of opbergen .............................
Geheugenkaarten ....................................................
De batterij ................................................................
Voordat u contact opneemt met een servicecenter .
Cameraspecificaties ..................................................
Woordenlijst ...............................................................
Index ..........................................................................
11
112
113
113
114
115
117
121
124
128
133
Basisfuncties
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Uitpakken …………………………………… 13
Het aanraakscherm en geluid instellen … 23
Onderdelen en knoppen van de camera … 14
Het weergavetype voor het
aanraakscherm instellen ………………… 23
Het geluid instellen ……………………… 23
De batterij en geheugenkaart plaatsen
… 16
De batterij opladen en de camera
inschakelen ………………………………… 17
De batterij opladen ……………………… 17
De camera inschakelen …………………… 17
De eerste instelling uitvoeren ……………… 18
Uitleg over de pictogrammen …………… 20
Het aanraakscherm gebruiken …………… 21
Het startscherm gebruiken
………………
Het startscherm openen …………………
Pictogrammen op het startscherm ………
Pictogrammen opnieuw indelen …………
24
24
24
25
Foto's maken ……………………………… 26
Zoomen …………………………………… 27
Bewegingsonscherpte voorkomen (DIS) … 29
Tips om betere foto's te maken
………… 30
Uitpakken
De productverpakking bevat de volgende onderdelen.
Optionele accessoires
Camera
Oplaadbare batterij
Schermpen
AC-adapter/USB-kabel
Camera-etui
A/V-kabel
Batterijoplader
Geheugenkaart/
Geheugenkaartadapter
Polslus
Gebruiksaanwijzing op cd-rom
De afbeeldingen kunnen enigszins afwijken van de onderdelen die bij uw
product zijn geleverd.
Snelstartgids
Basisfuncties 13
Onderdelen en knoppen van de camera
Zorg dat u vertrouwd bent met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint.
Power-knop
Ontspanknop
Luidspreker
Flitser
AF-hulplampje/Timerlampje
Lens
USB- en A/V-aansluiting
Voor aansluiting van USB- of A/V-kabel
Statiefbevestigingspunt
Batterijklep
Plaatsing van batterij en geheugenkaart
Basisfuncties 14
Onderdelen en knoppen van de camera
Zoomknop
• In de opnamemodus: In- en
uitzoomen
• In de afspeelmodus: Inzoomen op
een deel van de foto of bestanden als
miniaturen weergeven
Microfoon
Statuslampje
• Knippert: camera sla een foto of video op, wordt
uitgelezen door een computer of printer of het
onderwerp is onscherp
• Licht op: camera maakt verbinding met een computer
of heeft scherpgesteld op het onderwerp
Afspeelknop
De polslus bevestigen
x
Aanraakscherm
Startknop
Basisfuncties 15
y
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en van een optionele geheugenkaart.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Geheugenkaart
Zorg dat bij het plaatsen
van een geheugenkaart de
goudkleurige contactpunten
omhoog zijn gericht.
Batterij
vergrendeling
Geheugenkaart
Plaats de batterij met het
Samsung-logo omlaag
gericht.
Duw voorzichtig tegen de
kaart totdat deze uit de
camera loskomt en trek
de kaart vervolgens uit de
sleuf.
Schuif de vergrendeling
naar boven om de batterij
los te maken.
Oplaadbare batterij
U kunt het interne geheugen gebruiken voor tijdelijke opslag als er geen
geheugenkaart is geplaatst.
Oplaadbare batterij
Basisfuncties 16
De batterij opladen en de camera inschakelen
De batterij opladen
De camera inschakelen
Voordat u de camera voor het eerst gaat gebruiken, moet de
batterij worden opgeladen. Koppel de USB-kabel aan de ACadapter en sluit vervolgens het uiteinde van de kabel met het
indicatielampje op de camera aan.
Druk op [POWER] om de camera in of uit te schakelen.
• Het scherm voor de eerste instelling verschijnt wanneer u de
camera voor het eerst inschakelt. (pag. 18)
De camera inschakelen in de afspeelmodus
Druk op [Afspelen]. De camera wordt ingeschakeld en gaat
direct naar de afspeelmodus.
Indicatielampje
• Rood: bezig met opladen
• Oranje: fout
• Groen: volledig opgeladen
Als u uw camera inschakelt door [Afspelen] ongeveer 5 seconden ingedrukt
te houden, geeft de camera geen enkel camerageluid.
Basisfuncties 17
De eerste instelling uitvoeren
Wanneer het scherm voor de eerste instelling verschijnt, volgt u de onderstaande stappen om de basisinstellingen van de camera te
configureren.
1
Raak Language aan.
4
Raak Thuis en vervolgens z of x aan om een tijdzone
te selecteren.
• Als u naar een ander land reist, kunt u Bezoek aanraken en
een nieuwe tijdzone selecteren.
Tijdzone
2
Selecteer een taal en raak o aan.
Londen
5
6
3
Raak Tijdzone aan.
Basisfuncties 18
Raak o aan om op te slaan.
Raak Datum/tijd aanpassen aan.
De eerste instelling uitvoeren
7
Stel de datum in.
Datum/tijd aanpassen
Jaar
8
Raak
Maand
10
11
Dag
aan en stel de tijd in.
Uur
Het beste resultaat krijgt u als u precies in het midden van het plusteken
tikt.
Min.
12
9
Tik met de schermpen op het plusteken op het scherm.
Aanraakkalibratie
Datum/tijd aanpassen
• Raak
Raak Aanraakkalibratie aan.
aan als u zomertijd wilt instellen.
Raak o aan om op te slaan.
Basisfuncties 19
Raak o aan om instellingen op te slaan.
Uitleg over de pictogrammen
Welke pictogrammen worden weergegeven op het scherm, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties.
Pictogram
Beschrijving
Huidige tijd
Diafragmawaarde
Sluitertijd
Spraakmemo
1
2
Timer
3
Autofocuskader
Bewegingsonscherpte
1 Instellingenpictogrammen (aanraken)
Pictogram
Zoomindicator
Beschrijving
Beschrijving
•
•
•
: volledig opgeladen
: deels opgeladen
: leeg (opladen)
Fotoresolutie
Videoresolutie
Framesnelheid
Audio-opname
Lichtmeting
Digital Image Stabilization (DIS)
Zoomverhouding
Flitsoptie
m
Pictogram
Autofocusinstelling
Fotoresolutie als intelligent
zoomen in ingeschakeld
Timerinstelling
Rasterlijnen
Opname-instellingen
Belichtingswaarde aangepast
ISO-waarde
Witbalans
Type serieopnamen
3 Statuspictogrammen
Flitser
Pictogram
Beschrijving
Intelligent zoomen ingeschakeld
2 Statuspictogrammen
Resterend aantal foto's
Smart filter
Pictogram
Beschrijving
Beschikbare opnametijd
Beeld aanpassen
Opnamemodus
Geheugenkaart niet geplaatst
(intern geheugen)
Gezichtsdetectie
Type weergave
Huidige datum
Geheugenkaart geplaatst
Basisfuncties 20
Autofocus
Het aanraakscherm gebruiken
Hier vindt u informatie waarmee u het aanraakscherm leert gebruiken. Gebruik de meegeleverde schermpen om dingen op het scherm aan
te raken of over het scherm te slepen.
Raak het scherm niet aan met scherpe voorwerpen, zoals pennen en potloden. Anders kunt het scherm beschadigen.
Aanraken
Vegen
Raak een pictogram aan om een menu of optie te selecteren.
Smart Auto Programma
Film
Foto-editor
Scène
Slimme film
Album
Instellingen
Veeg voorzichtig met de schermpen over het scherm.
Slepen
Raak een gedeelte van het scherm aan en sleep vervolgens met
de schermpen.
Witbalans
Auto witbalans
Daglicht
Bewolkt
Basisfuncties 21
Het aanraakscherm gebruiken
Een optie selecteren
• Als u meerdere items tegelijk aanraakt, herkent het aanraakscherm uw
• Sleep de optielijst omhoog of omlaag tot u de gewenste optie
vindt. Raak de optie aan en raak o aan.
invoer mogelijk niet.
• Als u het scherm aanraakt met uw vinger, herkent het aanraakscherm
uw invoer mogelijk niet.
• Wanneer u het scherm aanraakt of over het scherm sleept met de
Witbalans
schermpen, kunnen er verkleuringen optreden. Dit is geen defect,
maar een eigenschap van het aanraakscherm. Het effect is minimaal
als u bij deze handelingen het scherm slechts licht aanraakt.
• Als u de camera gebruikt in vochtige omgevingen, werkt het
aanraakscherm mogelijk niet correct.
• Als u beschermfolie of ander accessoires aanbrengt op het
aanraakscherm, werkt het scherm mogelijk niet correct.
• Afhankelijk van de kijkhoek kan het scherm donker lijken. Pas de
helderheid of de kijkhoek aan om de resolutie te verbeteren.
Auto witbalans
Daglicht
Bewolkt
• Als een optie een instelkop heeft, raakt u de knop aan om de
optie in of uit te schakelen.
Snelheid
Smart filter
Beeld aanpassen
DIS
Basisfuncties 22
Het aanraakscherm en geluid instellen
Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het scherm en het geluid kunt aanpassen.
Het weergavetype voor het aanraakscherm
instellen
U kunt een weergavetype selecteren voor het tonen van
pictogrammen en opties.
1
2
Raak in de opnamemodus
Het geluid instellen
U kunt instellen dat de camera geluiden afspeelt als u functies
uitvoert.
1
2
3
aan.
Selecteer een optie en raak o aan.
Displayinstelling
Volledig
Verberg
Richtlijn
Pictogram
Beschrijving
Volledig: Pictogrammen worden altijd
weergegeven.
Verberg: Pictogrammen worden verborgen als
u gedurende 5 seconden geen bewerkingen
uitvoert (raak het scherm aan om de pictogrammen
opnieuw weer te geven).
Richtlijn: Er worden rasterlijnen weergegeven.
De rasterlijnen zijn handig om de foto met een
oppervlak uit te lijnen, bijvoorbeeld met de horizon
of de randen van gebouwen.
Basisfuncties 23
Raak
aan op het startscherm.
Raak Geluid aan.
Raak de instelknop naast Piepjes aan om het piepgeluid
in of uit te schakelen.
Het startscherm gebruiken
Met de pictogrammen op het startscherm kunt u een opnamemodus selecteren of het instellingenmenu openen.
Het startscherm openen
Pictogrammen op het startscherm
Druk in de opname- of afspeelmodus op [HOME]. Druk
nogmaals op [HOME] om naar de vorige modus terug te keren.
Pictogram
Beschrijving
Smart Auto: hiermee maakt u een foto waarbij de
camera automatisch een geschikte modus voor de
scène selecteert. (pag. 33)
Programma: hiermee stelt u handmatig opties in voor
de foto die u maakt. (pag. 37)
Scène: hiermee maakt u een foto met vooraf ingestelde
opties voor een specifieke scène. (pag. 35)
Slimme film: hiermee kunt u een video opnemen
waarbij de camera automatisch een geschikte modus
voor de scène selecteert. (pag. 39)
Film: hiermee kunt u een video opnemen. (pag. 38)
Smart Auto
Programma
Scène
Slimme film
Film
Foto-editor
Album
Instellingen
1
Foto-editor: hiermee kunt u foto's bewerken met
verschillende effecten. (pag. 93)
Album: hiermee kunt u bestanden op categorie
weergeven in Smart Album. (pag. 82)
2
Nr.
Instellingen: hiermee kunt instellingen aanpassen aan
uw voorkeuren. (pag. 106)
Vignetten: hiermee kunt u een foto maken of een video
opnemen met een vigneteffect. (pag. 45)
Beschrijving
1
Raak een pictogram aan om een modus of functie weer
te geven.
• Sleep of veeg op het aanraakscherm om naar een
andere pagina te bladeren.
2
Het nummer van de huidige pagina. (
Beautyshot: hiermee kunt u een portretfoto maken
met opties voor het verhullen van onzuiverheden op het
gezicht. (pag. 36)
)
Magisch kader-opname: hiermee kunt u een foto
maken met verschillende kadereffecten. (pag. 42)
Basisfuncties 24
Het startscherm gebruiken
Pictogram
Beschrijving
Pictogrammen opnieuw indelen
Fotofilter: hiermee kunt u een foto maken met
verschillende filtereffecten. (pag. 42)
U kunt de pictogrammen op het startscherm opnieuw indelen in
elke gewenste volgorde.
Filmfilter: hiermee kunt u een video opnemen met
verschillende filtereffecten. (pag. 44)
1
Nachtopname: hiermee kunt u nachtelijke opnamen
maken door de sluitersnelheid en diafragmawaarde aan
te passen. (pag. 36)
Raak een pictogram aan en blijf dit aanraken.
Smart Auto
Programma
Scène
Slimme film
Film
Foto-editor
Album
Instellingen
Paleteffectopname: hiermee kunt u een video
opnemen met paleteffecten. (pag. 46)
Close-up: hiermee maakt u close-upfoto's van
onderwerpen. (pag. 35)
Enkele opname: hiermee kunt u een foto maken met
eenvoudige aanpassingen voor helderheid en kleur.
(pag. 34)
Objectmarkering: hiermee maakt u een foto waarbij
de achtergrond van het onderwerp vervaagd is. (pag. 41)
2
3D-album: hiermee kunt u bestanden met 3D-effecten
weergeven. (pag. 83)
Sleep het pictogram naar een nieuwe locatie.
• Sleep een pictogram naar de linker- of rechterzijde van het
scherm als u het pictogram naar een andere pagina wilt
verplaatsen. Als u het pictogram op een nieuwe locatie
plaatst, schuiven de andere pictogrammen aan de kant.
Diashow: hiermee kunt u foto's weergeven als een
diashow met effecten en muziek. (pag. 87)
Stem opnemen: hiermee kunt u een spraakmemo
opnemen en opslaan. (pag. 47)
Smart Auto Programma
Magazineweergave: hiermee kunt u bestanden
weergeven met een effect dat lijkt op het omslaan van
pagina's. (pag. 83)
Film
Basisfuncties 25
Scène
Slimme film
Album
Instellingen
Foto's maken
Hier vindt u informatie over hoe u snel en eenvoudig foto's kunt in de Smart Auto-modus.
1
Raak
aan op het startscherm.
3
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
• Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld
is.
• Een rood kader betekent dat het onderwerp niet scherp in
Smart Auto Programma
Film
2
Foto-editor
Scène
Slimme film
Album
Instellingen
beeld is.
Plaats het onderwerp in het kader.
4
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te
maken.
Zie pagina 30 voor tips om betere foto's te maken.
Basisfuncties 26
Foto's maken
Digitale zoom
Zoomen
U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen. De camera kan
optisch en digitaal 5X inzoomen en heeft tevens een intelligente
zoomfunctie voor 2X inzoomen. De intelligente en digitale
zoomfunctie kunnen niet gelijktijdig worden gebruikt.
Als de zoomindicator zich in het digitale bereik bevindt, gebruikt
de camera de digitale zoomfunctie. U kunt tot 25 keer inzoomen
als u zowel de optische als de digitale zoomfunctie gebruikt.
Digitaal bereik
Zoomindicator
Optisch bereik
• De digitale zoomfunctie is alleen beschikbaar in de modi Programma
Zoomverhouding
Uitzoomen
en Scène (met uitzondering van Tekst).
• De digitale zoomfunctie is niet beschikbaar met een Smart filter-effect
Inzoomen
of Smart Touch AF-optie.
• Als u een foto maakt met de digitale zoomfunctie, kan de fotokwaliteit
minder worden.
Beschikbare zoomverhoudingen voor video's verschillen van de
zoomverhouding voor foto's.
Basisfuncties 27
Foto's maken
Intelligent zoomen
Intelligent zoomen instellen
Als de zoomindicator zich in het bereik voor intelligent zoomen
bevindt, gebruikt de camera de intelligente zoomfunctie. De
resolutie van de foto verschilt afhankelijk van de zoomverhouding
als u de intelligente zoomfunctie gebruikt. U kunt tot 10 keer
inzoomen als u zowel de optische als de intelligente zoomfunctie
gebruikt.
1
2
Bereik intelligent zoomen
Zoomindicator
Optisch bereik
Fotoresolutie als de
intelligente zoomfunctie is
ingeschakeld
• De intelligente zoomfunctie is alleen beschikbaar in de modi Smart
Auto, Programma en Scène (behalve Tekst).
• De intelligente zoomfunctie is niet beschikbaar met een Smart filter-effect of
Smart Touch AF-optie.
• De intelligente zoomfunctie is alleen beschikbaar als u de
4:3-beeldverhouding instelt. Als u een andere beeldverhouding instelt
terwijl de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld, wordt de intelligente
zoomfunctie automatisch uitgeschakeld.
• Met de intelligente zoomfunctie kunt u foto's maken met minder
kwaliteitsverlies dan met de digitale zoomfunctie. De fotokwaliteit kan
echter wel minder zijn dan bij gebruik van de optische zoomfunctie.
Basisfuncties 28
Raak in de opnamemodus m aan.
Raak de instelknop aan naast Intelli-zoom.
Foto's maken
Bewegingsonscherpte voorkomen (DIS)
• DIS werkt mogelijk in de volgende omstandigheden niet goed:
In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte digitaal
beperken.
Vóór correctie
1
2
- wanneer u de camera beweegt om een bewegend onderwerp te
volgen
- wanneer u de digitale zoomfunctie gebruikt
- wanneer de camera te veel trilt
- wanneer u een lager sluitersnelheid gebruikt (bijvoorbeeld voor
nachtopnamen)
- wanneer de batterij bijna leeg is
- wanneer u een close-up neemt
• Als de camera valt of een schok krijgt, wordt het scherm wazig. Als dit
gebeurt, moet u de camera uitschakelen en weer inschakelen.
Na correctie
Raak in de opnamemodus m aan.
Raak de instelknop aan naast DIS.
Snelheid
Smart filter
Beeld aanpassen
DIS
Basisfuncties 29
Tips om betere foto's te maken
De camera op de juiste manier vasthouden
Bewegingsonscherpte voorkomen
Controleer of er niets
voor de lens zit.
Stel de DIS-optie (Digital Image Stabilisation) in om
de bewegingsonscherpte te reduceren. (pag. 29)
Als h wordt weergegeven
De ontspanknop half indrukken
Druk de [Ontspanknop] half in en pas
de scherpstelling aan. De camera past de
scherpstellingen en belichting automatisch
aan.
Bewegingsonscherpte
De camera stelt de
diafragmawaarde en
sluitersnelheid automatisch in.
Scherpstelkader
• Druk de [Ontspanknop] volledig
in om een foto te maken als het
scherpstelkader groen is.
• Pas de compositie aan en druk de
[Ontspanknop] nogmaals half in als
het scherpstelkader rood is.
Zorg dat bij opnamen in het donker de flitser niet is ingesteld op
Langz sync of Uit. Het diafragma blijft dan langer open, waardoor het
moeilijker is om de camera stil te houden.
• Gebruik een statief of stel de flitser in op Invulflits. (pag. 54)
• Pas de ISO-waarde aan. (pag. 56)
Basisfuncties 30
Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is
In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om op het onderwerp
scherp te stellen:
- er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond
(als het onderwerp bijvoorbeeld kleren draagt met kleuren die lijken
op de achtergrondkleur)
- de lichtbron achter het onderwerp is te fel
- het onderwerp glanst of weerspiegelt
- het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het
geval is
- het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het kader
• Als u foto's maakt bij weinig licht
Schakel de flitser in.
(pag. 54)
• Als onderwerpen snel bewegen
Gebruik de
functie Continu of
Bewegingsopname.
(pag. 70)
Gebruik de scherpstelvergrendeling
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Wanneer het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader
verschuiven om de compositie aan te passen. Druk wanneer
u klaar bent de [Ontspanknop] volledig in om een foto te
maken.
Basisfuncties 31
Uitgebreide functies
Informatie over het maken van foto's, het opnemen van video's en spraakmemo's door een modus te
selecteren.
Opnamemodi gebruiken
…………………
De Smart Auto-modus gebruiken …………
De Simpleshot-modus gebruiken …………
De Scènemodus gebruiken ………………
De Close-upmodus gebruiken ……………
De Nachtmodus gebruiken ………………
De Beautyshot-modus gebruiken …………
De Programmamodus gebruiken …………
De Filmmodus gebruiken …………………
De Slimme filmmodus gebruiken …………
33
33
34
35
35
36
36
37
38
39
Effectmodi gebruiken ……………………… 41
De Objectbenadrukkingsmodus …………
De Magische kadermodus gebruiken ……
De Fotofiltermodus ………………………
De Filmfiltermodus gebruiken ……………
De Vignettenmodus gebruiken ……………
De Paleteffectopnamemodus gebruiken …
41
42
42
44
45
46
Spraakmemo's opnemen ………………… 47
Een spraakmemo opnemen ……………… 47
Een spraakmemo aan een foto toevoegen 48
Opnamemodi gebruiken
Maak foto's en video's door de beste opnamemodus voor de omstandigheden te selecteren.
De Smart Auto-modus gebruiken
Pictogram
Beschrijving
In de Smart Auto-modus kiest de camera automatisch camerainstellingen die bij het gedetecteerde type scène passen. De
Smart Auto-modus is handig als u niet bekend bent met de
camera-instellingen voor de diverse scènes.
Portretten 's nachts
1
2
Portretten
Raak
aan op het startscherm.
Landschappen met tegenlicht
Portretten met tegenlicht
Close-upfoto's van objecten
Plaats het onderwerp in het kader.
• De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram
voor de desbetreffende modus wordt linksboven in het
scherm weergegeven. De pictogrammen worden hieronder
weergegeven.
Close-upfoto's van tekst
Zonsondergang
Heldere luchten
Bossen
Close-upfoto's van gekleurde onderwerpen
De camera is gestabiliseerd of op een statief
geplaatst (bij opnamen in het donker)
Onderwerpen die veel bewegen
Vuurwerk (als een statief wordt gebruikt)
Pictogram
Beschrijving
Landschappen
Scènes met een helderwitte achtergrond
Landschappen 's nachts (wanneer de flitser uit is)
Uitgebreide functies 33
Opnamemodi gebruiken
3
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
De Simpleshot-modus gebruiken
• In bepaalde scènes maakt de camera automatisch een foto
In de Simpleshot-modus kunt u foto's maken met eenvoudige
aanpassingen aan de helderheid en kleur.
als u de [Ontspanknop] half indrukt.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
• Als de camera geen geschikte scènemodus detecteert, worden de
•
•
•
•
standaardinstellingen voor de Smart Auto-modus gebruikt.
Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de
camera geen portretmodus selecteert. Dit hangt af van de positie van
het onderwerp en de lichtval.
Door verscheidene opnameomstandigheden kan het gebeuren dat
de camera de juiste scène niet kan selecteren, bijvoorbeeld door het
trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp.
Zelfs als u een statief gebruikt, kan het voorkomen dat de camera de
modus niet detecteert als het onderwerp beweegt.
In de Smart Auto-modus verbruikt de camera meer batterijlading,
omdat de camera de instellingen vaak wijzigt om de juiste scènes te
selecteren.
1
2
Raak
aan op het startscherm.
Sleep de schuifregelaars of raak de voorbeeldfoto's aan
om Helderheid en Kleur aan te passen.
Helderheid
Kleur
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Uitgebreide functies 34
Opnamemodi gebruiken
De Scènemodus gebruiken
De Close-upmodus gebruiken
In de Scènemodus kunt u een foto maken met opties die al
vooraf zijn ingesteld voor een bepaalde scène.
In de Close-upmodus kunt u close-ups maken van onderwerpen
zoals bloemen of insecten.
1
2
1
2
Raak
3
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Raak
aan op het startscherm.
Selecteer een scène.
Optie
Beschrijving
aan op het startscherm.
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Landschap: stillevens en landschapsfoto's maken.
Zon onder: zonsondergangen met natuurlijke rood- en
geeltinten vastleggen.
Dageraad: zonsopgangen vastleggen.
Tegenl.: onderwerpen met tegenlicht vastleggen.
Strand/sneeuw: onderbelichting voorkomen door de
reflectie van zonlicht op zand of sneeuw.
Tekst: tekst in drukwerk of elektronische documenten
duidelijk leesbaar vastleggen.
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Uitgebreide functies 35
Opnamemodi gebruiken
De Nachtmodus gebruiken
De Beautyshot-modus gebruiken
In de Nachtmodus kunt u een lange sluitertijd gebruiken om
de sluiter langer open te laten staan. Gebruik een hogere
diafragmawaarde om overbelichting te voorkomen.
In de Beautyshot-modus kunt u een portret maken met opties
voor het verdoezelen van onzuiverheden op het gezicht.
1
2
Raak
aan op het startscherm.
Sleep de regelaars op het scherm in de richting van de
pijlen om de sluitertijd en de diafragmawaarde aan te
passen.
1
2
Raak
aan op het startscherm.
Sleep de schuifregelaars of raak de voorbeeldfoto's aan
om Gezichtstint en Gezichtretouch. aan te passen.
• Verhoog bijvoorbeeld de instelling Gezichtstint om de huid
lichter te laten lijken.
Gezichtstint
Sluitertijd
Gezichtretouch.
Diafragma
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Als u de Beautyshot-modus gebruikt, wordt de scherpstelafstand ingesteld
op Auto macro.
Gebruik een statief om onscherpe foto's te voorkomen.
Uitgebreide functies 36
Opnamemodi gebruiken
Mijn scherm instellen
De Programmamodus gebruiken
In de Programmamodus kunt u de meeste opties instellen,
met uitzondering van de sluitertijd en de diafragmawaarde, die
automatisch worden ingesteld door de camera.
1
2
Raak
In de Programmamodus kunt u snelkoppelingen toevoegen voor
uw favoriete opties aan de linkerkant van het scherm.
1
Raak in de opnamemodus m Mijn scherm o.
aan.
2
Blijf een van de pictogrammen aan de rechterkant
aanraken.
aan op het startscherm.
Raak m aan en stel de gewenste opties in. (Voor een
lijst met opties, zie pagina 49.)
EV
OK
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Uitgebreide functies 37
Mijn scherm
Annuleer
Resetten
Opnamemodi gebruiken
3
Sleep het pictogram naar het gewenste vak aan de
linkerkant.
• Als u de snelkoppelingen wilt verwijderen, sleept u een
pictogram naar rechts.
EV
OK
4
De Filmmodus gebruiken
In de Filmmodus kunt u video's met high-definition kwaliteit
opnemen van maximaal 20 minuten. De camera slaat
opgenomen video's op als MP4-bestanden (H.264-bestanden).
• H.264 (MPEG-4 part10/AVC) is een video-indeling met
Mijn scherm
Annuleer
hoge compressie die is ontwikkeld door de internationale
standaardisatieorganisaties ISO-IEC en ITU-T.
• Sommige geheugenkaarten ondersteunen mogelijk geen opname met
high-definition kwaliteit. Stel in dat geval een lagere resolutie in.
• Geheugenkaarten met een lage schrijfsnelheid ondersteunen geen
video’s met een hoge resolutie of een hoge snelheid. Gebruik voor het
opnemen van video’s met een hoge resolutie of een hoge snelheid
geheugenkaarten met een hogere schrijfsnelheid.
Resetten
Raak o aan om op te slaan.
1
2
Raak
aan op het startscherm.
Raak m aan en stel de gewenste opties in. (Voor een
lijst met opties, zie pagina 49.)
3
Druk op de [Ontspanknop] of raak
beginnen met opnemen.
4
Druk nogmaals op de [Ontspanknop] of raak
te stoppen met opnemen.
U kunt maximaal 3 snelkoppelingen maken.
Uitgebreide functies 38
aan om te
aan om
Opnamemodi gebruiken
Opnemen onderbreken
De Slimme filmmodus gebruiken
U kunt tijdens het opnemen van een video de opname tijdelijk
onderbreken. Met deze functie kunt u verschillende scènes
opnemen in één video.
In de Slimme filmmodus kiest de camera automatisch camerainstellingen die bij de gedetecteerde scène passen.
1
2
Raak
aan op het startscherm.
Plaats het onderwerp in het kader.
• De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram
voor de desbetreffende modus wordt linksboven in het
scherm weergegeven. De pictogrammen worden hieronder
weergegeven.
• Raak
• Raak
aan om de opname te pauzeren.
aan om verder te gaan.
Pictogram
Beschrijving
Landschappen
Zonsondergang
Heldere luchten
Bossen
Uitgebreide functies 39
Opnamemodi gebruiken
3
Druk op de [Ontspanknop] of raak
beginnen met opnemen.
4
Druk nogmaals op de [Ontspanknop] of raak
te stoppen met opnemen.
aan om te
aan om
• Als de camera geen geschikte scènemodus detecteert, worden de
standaardinstellingen voor de Slimme filmmodus gebruikt.
• Door verscheidene opnameomstandigheden kan het gebeuren dat
de camera de juiste scène niet kan selecteren, bijvoorbeeld door het
trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp.
• In de Slimme filmmodus kunt u geen intelligente filtereffecten instellen.
Uitgebreide functies 40
Effectmodi gebruiken
Foto's maken of video's opnemen met verschillende effecten.
4
De Objectbenadrukkingsmodus
1
2
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
• Als de camera het objectbenadrukkingseffect kan toepassen,
Met de Objectbenadrukkingsmodus wordt het onderwerp
herkenbaarder gemaakt door de diepte aan te passen.
wordt
Raak
aan op het startscherm.
toepassen, wordt
weergegeven. Als dit gebeurt, moet u
de afstand aanpassen tussen de camera en het onderwerp.
Plaats de camera volgens de optimale afstand die is
weergegeven op het scherm.
5
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
• De optimale afstand verschilt, afhankelijk van de gebruikte
zoomverhouding.
3
weergegeven.
• Als de camera het objectbenadrukkingseffect niet kan
• Beschikbare resoluties in de Objectbenadrukkingsmodus
zijn
Sleep de schuifregelaars of raak de voorbeeldfoto's aan
om Wazig en Tint aan te passen.
en
.
• Als de opnameafstand niet binnen het optimale bereik is, kunt u een
foto maken, maar wordt het objectbenadrukkingseffect niet toegepast.
• Het objectbenadrukkingseffect kan niet worden gebruikt op donkere
plekken.
• Het objectbenadrukkingseffect kan niet worden gebruikt met de
optische zoom op stand 3X of hoger.
Wazig
• Digitale zoom is niet beschikbaar in de objectbenadrukkingsmodus.
• Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera schudt wanneer
Tint
• Het contrastverschil tussen het onderwerp en de achtergrond moet
er 2 foto's achter elkaar worden gemaakt om het effect toe te passen.
zeer duidelijk zijn.
• Onderwerpen moeten ver van de achtergrond worden geplaatst voor
het beste effect.
Uitgebreide functies 41
Effectmodi gebruiken
De Magische kadermodus gebruiken
De Fotofiltermodus
In de Magische kadermodus kunt u verschillende kadereffecten
toepassen op uw foto's. De vorm en het uiterlijk van de foto's
verandert al naar gelang het kader dat u selecteert.
In de Fotofiltermodus kunt u verschillende filtereffecten toepassen
op uw foto's.
1
2
Raak
aan op het startscherm.
Selecteer het gewenste kader.
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Miniatuur
Vignetten
Visoog
Schets
1
2
In de Magische kadermodus wordt de resolutie automatisch ingesteld op
.
Raak
aan op het startscherm.
Raak het gewenste filter aan.
• Als u de originele foto wilt weergeven, raakt u Voor aan.
• Als u de foto met het filtereffect wilt weergeven, raakt u Na
aan.
Uitgebreide functies 42
Effectmodi gebruiken
Voor
Na
Optie
Beschrijving
Miniatuur
Een tilt-shifteffect toepassen om het onderwerp in
miniatuur weer te geven.
Vignetten
Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke
vignettering van Lomo-camera's toepassen.
Softfocus
Onzuiverheden op het gezicht verhullen of
droomachtige effecten toevoegen.
Oude film 1
Het effect van een oude film toepassen 1.
Oude film 2
Het effect van een oude film toepassen 2.
Halftoonstip
Een halftooneffect toepassen
Schets
Een schetseffect van een pen toepassen.
Visoog
De randen van het kader donkerder maken en
nabije objecten vervormen om de visuele effecten
van een vissenooglens te imiteren.
Anti-nevel
De foto helderder maken.
Optie
Beschrijving
Klassiek
Een zwart-witeffect toepassen.
Retro
Een sepiatinteffect toepassen.
Negatief
Het effect van een negatieffilm toepassen.
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
• Als u filtereffecten wilt toepassen op opgeslagen foto's, raakt u
aan.
• Als u Schets selecteert, wordt de resolutie gewijzigd in
Uitgebreide functies 43
en lager.
Effectmodi gebruiken
De Filmfiltermodus gebruiken
Optie
Beschrijving
In de Filmfiltermodus kunt u video's opnemen met verschillende
filtereffecten.
Anti-nevel
Het beeld duidelijker maken.
Klassiek
Een zwart-witeffect toepassen.
1
2
Retro
Een sepiatinteffect toepassen.
Negatief
Het effect van een negatieffilm toepassen.
Raak
aan op het startscherm.
Raak het gewenste filter aan.
3
Druk op de [Ontspanknop] of raak
beginnen met opnemen.
4
Druk nogmaals op de [Ontspanknop] of raak
te stoppen met opnemen.
aan om te
aan om
• Als u Miniatuur selecteert wanneer u een video opneemt, neemt de
afspeelsnelheid van de video toe.
• Als u tijdens een video-opname Miniatuur selecteert, wordt het geluid
niet opgenomen.
Optie
Beschrijving
Miniatuur
Een tilt-shifteffect toepassen om het onderwerp in
miniatuur weer te geven.
Vignetten
Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke
vignettering van Lomo-camera's toepassen.
Halftoonstip
Een halftooneffect toepassen
Schets
Een schetseffect van een pen toepassen.
Visoog
Objecten die in de buurt zijn, vervormen om
de visuele effecten van een vissenooglens te
imiteren.
Uitgebreide functies 44
• Als u Miniatuur, Vignetten, Halftoonstip, Schets, Visoog of
Anti-nevel selecteert, wordt de opnamesnelheid ingesteld op
wordt de opnameresolutie ingesteld op minder dan
.
en
Effectmodi gebruiken
De Vignettenmodus gebruiken
In de modus Vignetten kunt u een foto maken of een video
opnemen met vigneteffect.
1
2
3
Raak
4
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
5
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
aan op het startscherm.
Selecteer
(foto) of
Als u het vigneteffect wilt toepassen op opgeslagen foto's, raakt u
(film).
Sleep de schuifregelaars of raak de voorbeeldfoto's aan
om Niveau, Helderheid en Contrast aan te passen.
• Als u de originele foto wilt weergeven, raakt u Voor aan.
• Als u de foto met het vigneteffect wilt weergeven, raakt u Na
aan.
Niveau
Helderheid
Contrast
Voor
Na
Uitgebreide functies 45
aan.
Effectmodi gebruiken
De Paleteffectopnamemodus gebruiken
In de Paleteffectopnamemodus kunt u een video opnemen met
effecten om bepaalde kleuren meer nadruk te geven.
1
2
Raak
aan op het startscherm.
3
Druk op de [Ontspanknop] of raak
beginnen met opnemen.
4
Druk nogmaals op de [Ontspanknop] of raak
te stoppen met opnemen.
Raak het gewenste palet aan.
Optie
Beschrijving
Paleteffect 1
Een heldere look maken met een scherp
contrast en rode kleur.
Paleteffect 2
Scènes helder en strak maken door een zachte
blauw tint toe te voegen.
Paleteffect 3
Een zachte bruine tint toepassen.
Paleteffect 4
Een koud en eenkleurig effect toepassen.
Uitgebreide functies 46
aan om te
aan om
Spraakmemo's opnemen
Hier vindt u informatie over hoe u een spraakmemo opneemt die u later kunt afspelen. U kunt ook een spraakmemo aan een foto
toevoegen als een herinnering aan de opnameomstandigheden.
U bereikt de beste geluidskwaliteit als u op 40 cm afstand van de camera opneemt.
3
Een spraakmemo opnemen
1
2
Raak
Druk nogmaals op de [Ontspanknop] of raak
te stoppen met opnemen.
aan om
aan op het startscherm.
Druk op de [Ontspanknop] of raak
beginnen met opnemen.
Als u de lijst met opgeslagen spraakmemo's wilt weergeven, raakt u
aan om te
• Raak aan om te pauzeren of raak
aan om te hervatten.
• Elke memo kan 10 uur lang zijn als er voldoende geheugen
beschikbaar is.
Uitgebreide functies 47
aan.
Spraakmemo's opnemen
Een spraakmemo aan een foto toevoegen
In de Programmamodus kunt u een spraakmemo toevoegen aan
een genomen foto.
1
2
3
4
Neem een korte spraakmemo op (maximaal
10 seconden).
• Druk op de [Ontspanknop] om te stoppen met het opnemen
van een spraakmemo voordat de 10 seconden voorbij zijn.
Raak
aan op het startscherm.
Raak m aan en raak vervolgens de instelknop naast
Memo aan.
Plaats het onderwerp in het kader en neem de foto.
• De camera begint direct nadat de foto is genomen met het
opnemen van de spraakmemo.
Uitgebreide functies 48
U kunt in de modus voor het maken van serieopnamen geen spraakmemo's
aan foto's toevoegen.
Opname-instellingen
Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in de opnamemodus.
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren …… 50
De resolutie selecteren …………………… 50
De beeldkwaliteit selecteren ……………… 51
De timer gebruiken ………………………… 53
Opnamen in het donker maken
…………
Rode ogen voorkomen ……………………
De flitser gebruiken ………………………
De ISO-waarde aanpassen ………………
De scherpstelling aanpassen
……………
Macro gebruiken …………………………
Intelligente aanraking-AF gebruiken ………
Fotograferen met één aanraking …………
Het scherpstelgebied aanpassen …………
54
54
54
56
57
57
58
59
59
Gezichtsdetectie gebruiken ……………… 61
Gezichten detecteren ……………………
Een zelfportret maken ……………………
Een foto van een lachend gezicht maken …
Knipperende ogen detecteren ……………
Slimme gezichtsherkenning gebruiken ……
Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster)
61
62
62
63
63
64
Helderheid en kleur aanpassen …………… 66
De belichting handmatig aanpassen (EV) …
Compenseren voor tegenlicht (ACB) ………
De lichtmeetmethode wijzigen ……………
Een lichtbron selecteren (Witbalans) ………
66
67
67
68
Serieopnamen ……………………………… 70
Effecten toepassen/beelden aanpassen … 71
Intelligente filtereffecten toepassen ……… 71
Foto's aanpassen ………………………… 74
Het zoomgeluid instellen ………………… 75
Beschikbare opname-instellingen per
opnamemodus …………………………… 76
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de resolutie en beeldkwaliteit kunt aanpassen.
De resolutie selecteren
Pictogram
Als u de resolutie verhoogt, zullen de foto's en video's meer
pixels bevatten en daardoor groter kunnen worden afgedrukt
en weergegeven. Bij een hoge resolutie neemt ook de
bestandsgrootte toe.
4608 X 3456: Afdrukken op A1-papier.
4608 X 3072: Afdrukken op A1-papier in de
verhouding 3:2 (breed).
4608 X 2592: Afdrukken op A1-formaat in
panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een
HDTV.
Een fotoresolutie instellen
1
2
Beschrijving
Raak in de opnamemodus m Fotoformaat aan.
3648 X 2736: Afdrukken op A2-papier.
Selecteer een optie en raak o aan.
2592 X 1944: Afdrukken op A4-papier.
1984 X 1488: Afdrukken op A5-papier.
Fotoformaat
4608 X 2592
1920 X 1080: Afdrukken op A5-formaat in
panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een
HDTV.
3648 X 2736
1024 X 768: Bij een e-mail voegen.
4608 X 3072
Opname-instellingen 50
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren
Een videoresolutie instellen
1
2
De beeldkwaliteit selecteren
Raak in de opnamemodus m Filmformaat aan.
Selecteer een optie en raak o aan.
De kwaliteitsinstellingen voor de foto en video instellen. Een
hogere beeldkwaliteit resulteert in grotere bestanden.
De kwaliteit voor een foto instellen
De camera comprimeert de foto's die u maakt en slaat deze op in
JPEG-indeling.
Filmformaat
1280 X 720 HQ
1
2
1280 X 720
640 X 480
Raak in de opnamemodus m Kwalit. aan.
Selecteer een optie en raak o aan.
Kwalit.
Superhoog
Pictogram
Beschrijving
Hoog
1280 X 720 HQ: Bestanden met hoge kwaliteit
afspelen op een HDTV.
Normaal
1280 X 720: Afspelen op een HDTV.
640 X 480: Afspelen op een analoge tv.
320 X 240: Plaatsen op een webpagina.
Pictogram
Beschrijving
Superhoog: foto's maken met superhoge kwaliteit.
Hoog: foto's maken met hoge kwaliteit.
Normaal: foto's maken met normale kwaliteit.
Opname-instellingen 51
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren
De kwaliteit voor een video instellen
De camera comprimeert de beelden die u opneemt en slaat ze
op in de indeling MP4 (H.264).
1
2
Raak in de opnamemodus m Framesnelheid aan.
Selecteer een optie en raak o aan.
• Bij een hoger aantal frames doet de actie natuurlijker aan,
maar wordt het bestand ook groter.
Framesnelheid
30 fps
15 fps
Pictogram
Beschrijving
30 fps: 30 frames per seconde opnemen.
15 fps: 15 frames per seconde opnemen.
Opname-instellingen 52
De timer gebruiken
Hier vindt u informatie over hoe u de zelfontspanner instelt om met een vertraging een foto te maken.
1
2
3
Raak in de opnamemodus m Timer aan.
• Het AF-hulplampje/timerlampje gaat knipperen en de camera
Selecteer een optie en raak o aan.
maakt na de ingestelde tijdsduur automatisch een foto.
• Druk op de [Ontspanknop] om de timer te annuleren.
• Afhankelijk van de optie die u hebt geselecteerd voor
Timer
10 sec
Gezichtsdetectie, zijn mogelijk de timerfunctie of bepaalde opties
daarvan niet beschikbaar.
• Als u opties voor serieopnamen instelt, zijn er geen opties voor de
zelfontspanner beschikbaar.
2 sec
Dubbel
Pictogram
Druk op de [Ontspanknop] om de timer te starten.
Beschrijving
Uit: de zelfontspanner is niet actief.
10 sec: een foto maken na een vertraging van
10 seconden.
2 sec: een foto maken na een vertraging van
2 seconden.
Dubbel: een foto maken na een vertraging van
10 seconden en nog een foto maken na een
vertraging van 2 seconden.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de beschikbare opties
verschillen.
Opname-instellingen 53
Opnamen in het donker maken
Hier vindt u informatie over hoe u 's nachts of bij weinig licht foto's kunt maken.
Rode ogen voorkomen
De flitser gebruiken
Als de flitser afgaat wanneer u in het donker een foto van een
persoon neemt, kan er een rode gloed in de ogen verschijnen.
U kunt dit voorkomen, door Rode ogen of Anti-rode ogen te
selecteren. Zie "De flitser gebruiken" voor de flitseropties.
Gebruik de flitser wanneer u foto's in het donker maakt of
wanneer u meer licht in de foto's wilt hebben.
1
2
Raak in de opnamemodus m Flitser aan.
Selecteer een optie en raak o aan.
Flitser
Auto
Rode ogen
Invulflits
Deze optie is beschikbaar in de modi Programma, Beautyshot en
Nachtopname.
Pictogram
Beschrijving
Uit:
• Er wordt geen flits afgevuurd.
• De camera geeft een waarschuwing weer dat de
camera beweegt
wanneer u foto's maakt bij
weinig licht.
Auto: De flitser wordt automatisch gebruikt wanneer
het onderwerp of de achtergrond donker zijn.
Opname-instellingen 54
Opnamen in het donker maken
Pictogram
Pictogram
Beschrijving
Rode ogen:
• De flitser gaat twee keer af als het onderwerp
of de achtergrond te donker zijn om het rodeogeneffect te verminderen.
• Er zit een korte tijd tussen twee keer flitsen.
Beweeg de camera niet totdat de tweede flits is
uitgevoerd.
Invulflits:
• Er wordt altijd een flits geactiveerd.
• De camera past automatisch de intensiteit van
het licht aan.
Langz sync:
• Er wordt geflitst en de sluiter blijft langer open.
• Deze optie wordt aanbevolen wanneer u het
omgevingslicht wilt gebruiken om meer details in
de achtergrond zichtbaar te maken.
• Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's
onscherp worden.
• De camera geeft een waarschuwing weer dat de
camera beweegt
wanneer u foto's maakt bij
weinig licht.
Beschrijving
Anti-rode ogen:
• De flitser wordt geactiveerd wanneer het
onderwerp of de achtergrond donker is en
de camera corrigeert de rode ogen met de
geavanceerde software-analyse.
• Er zit een korte tijd tussen twee keer flitsen.
Beweeg de camera niet totdat de tweede flits is
uitgevoerd.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de beschikbare opties
verschillen.
• Er zijn geen flitseropties beschikbaar bij serieopnamen of als u
Zelfportret of Knipperen selecteert.
• Zorg dat uw onderwerp zich binnen de aanbevolen afstand van de
flitser bevindt. (pag. 125)
• Als licht van de flitser wordt gereflecteerd of als er veel stof in de lucht
Opname-instellingen 55
is, kunnen er kleine vlekjes op de foto komen.
Opnamen in het donker maken
De ISO-waarde aanpassen
De ISO-waarde is een eenheid voor de mate waarin film gevoelig
is voor licht, zoals gedefinieerd door de International Organisation
for Standardisation (ISO). Hoe hoger de ISO-waarde, des te
gevoeliger wordt de camera voor licht. Met een hogere
ISO-waarde kunt u gemakkelijker foto's zonder flits maken.
1
2
Raak in de opnamemodus m ISO aan.
Selecteer een optie en raak o aan.
• Selecteer Auto om een geschikte ISO-waarde te gebruiken
op basis van de helderheid van het onderwerp en de lichtval.
ISO
ISO 80
ISO 100
ISO 200
Hogere ISO-waarden kunnen zorgen voor meer ruis in beelden.
Opname-instellingen 56
De scherpstelling aanpassen
Hier vindt u informatie over het aanpassen van de scherpstelling van de camera om deze aan te passen aan het onderwerp en de
opnameomstandigheden.
Macro gebruiken
Gebruik macro om foto's van dichtbij te maken, bijvoorbeeld van
bloemen of insecten.
1
2
Raak in de opnamemodus m Focus aan.
Selecteer Macro en raak o aan.
Focus
Normaal (AF)
Macro
Pictogram
Beschrijving
Normaal (AF): Scherpstellen op een onderwerp dat zich
op een afstand van 80 cm of meer bevindt.
Macro: Handmatig scherpstellen op een onderwerp
dat zich 5-80 cm van de camera bevindt (100-150 cm
wanneer u de zoomfunctie gebruikt).
• Probeer de camera stevig vast te houden, om te voorkomen dat de
foto's onscherp worden.
• Schakel de flitser uit als de afstand tot het onderwerp minder dan 40
cm bedraagt.
Opname-instellingen 57
De scherpstelling aanpassen
Intelligente aanraking-AF gebruiken
• Als u geen enkel gedeelte van het scherm aanraakt, verschijnt het
Met Smart Touch AF kunt u het onderwerp volgen en automatisch
scherp in beeld houden, ook wanneer u beweegt.
• Het volgen van een onderwerp kan in de volgende gevallen mislukken:
1
Raak in de opnamemodus m Scherpstelgebied
aan.
2
3
Selecteer Smart Touch AF en raak o aan.
Raak het onderwerp aan dat u wilt bijhouden in het
aanraakgedeelte.
scherpstelkader midden in het beeld.
-
•
•
•
•
• Een wit kader betekent dat de camera het onderwerp volgt.
• Een groen kader wanneer u de [Ontspanknop] half indrukt,
betekent dat het onderwerp scherp in beeld is.
Opname-instellingen 58
het onderwerp is te klein
het onderwerp beweegt te veel
er is sprake van tegenlicht of u maakt foto's op een donkere plaats
kleuren of patronen van het onderwerp komen met de achtergrond
overeen
- het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het
geval is
- de camera trilt erg
Wanneer een onderwerp niet kan worden gevolgd, wordt het
scherpstelkader weergegeven als een kader met één witte lijn (
).
Als de camera het onderwerp niet volgt, moet u het te volgen
onderwerp opnieuw selecteren.
Als de camera er niet in slaagt om scherp te stellen, wordt het
scherpstelkader weergegeven als kader met één rode lijn (
).
Als u deze functie gebruikt, kunt u geen opties voor de zelfontspanner,
opties voor Gezichtsdetectie, Smart filter-opties of opties voor
serieopnamen instellen.
De scherpstelling aanpassen
Fotograferen met één aanraking
Het scherpstelgebied aanpassen
U kunt scherpstellen op een onderwerp en een foto maken met
een aanraking.
U kunt betere foto's krijgen door een scherpstelgebied te kiezen
op basis van de locatie van het onderwerp in de scène.
1
Raak in de opnamemodus m Scherpstelgebied
aan.
1
Raak in de opnamemodus m Scherpstelgebied
aan.
2
3
Selecteer One Touch-opname en raak o aan.
2
Selecteer een optie en raak o aan.
Raak een onderwerp aan om de foto op te nemen.
Scherpstelgebied
Multi AF
One Touch-opname
Smart Touch AF
Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor
zelfontspanning, reeksopties en Smart filter-effecten in te stellen.
Opname-instellingen 59
De scherpstelling aanpassen
Pictogram
Beschrijving
Centrum AF: scherpstellen op het midden van het
kader (voor onderwerpen die zich in het midden of in
de buurt van het midden bevinden).
Multi AF: scherpstellen op een of meer gebieden
(max. 9).
One Touch-opname: scherpstellen op het
onderwerp en een foto maken door het beeld op het
scherm aan te raken. (pag. 59)
Smart Touch AF: scherpstelling op en volgen van
het onderwerp dat u op het scherm aanraakt.
(pag. 58)
Opname-instellingen 60
Gezichtsdetectie gebruiken
Bij gebruik van de opties voor Gezichtsdetectie worden de gezichten van mensen automatisch door de camera gedetecteerd. Wanneer u
op een menselijk gezicht scherpstelt, past de camera de belichting automatisch aan. Gebruik Knipperen om gesloten ogen te detecteren
of Smile shot om een lachend gezicht op te nemen. Ook kunt u Slimme gez.herkenning gebruiken om gezichten te registreren en ze bij
het scherpstellen prioriteit te geven.
• De camera houdt automatisch het geregistreerde gezicht bij.
• Gezichtsdetectie is mogelijk in de volgende gevallen niet effectief:
•
•
•
•
•
•
•
- de afstand tussen de camera en het onderwerp is te groot (het
scherpstelkader wordt oranje weergegeven voor Smile shot en
Knipperen)
- het is te licht of te donker
- het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera
- het onderwerp draagt een zonnebril of een masker
- de gezichtsuitdrukking van het onderwerp verandert drastisch
- het onderwerp heeft tegenlicht of de lichtomstandigheden zijn
veranderlijk
Gezichtsdetectie is niet beschikbaar als u Smart filter-effecten of Smart
Touch AF instelt.
Afhankelijk van de opname-instellingen, kunnen de opties voor
Gezichtsdetectie verschillen.
Afhankelijk van de opties voor Gezichtsdetectie die u hebt
geselecteerd, is de timerfunctie mogelijk niet beschikbaar of kunnen
de beschikbare timerfuncties verschillen.
Als u opties voor Gezichtsdetectie instelt, zijn sommige reeksopties
niet beschikbaar.
Als u foto's neemt van gedetecteerde gezichten, worden ze in de
gezichtenlijst geregistreerd.
In de weergavemodus kunt u geregistreerde gezichten op volgorde
van prioriteit weergeven. (pag. 81) Ook als gezichten zijn geregistreerd,
worden ze mogelijk in de weergavemodus niet geclassificeerd.
Een gezicht dat in de opnamemodus wordt gedetecteerd, komt mogelijk
niet in de gezichtenlijst of in Smart Album voor.
Gezichten detecteren
De camera kan automatisch maximaal 10 gezichten in een scène
detecteren.
1
2
Raak in de opnamemodus m Gezichtsdetectie aan.
Selecteer Normaal en raak o aan.
Het dichtstbijzijnde gezicht wordt in een wit scherpstelkader
weergegeven, de andere gezichten in grijze kaders.
• Hoe dichter u bij het onderwerp bent, des te sneller detecteert de
camera gezichten.
• Als u wilt scherpstellen op een onderwerp in een grijs scherpstelkader,
raakt u het gezicht in het kader aan.
• De gedetecteerde gezichten worden mogelijk niet geregistreerd als u
reeksopties zoals Continu, Bewegingsopname, AEB instelt.
Opname-instellingen 61
Gezichtsdetectie gebruiken
Een zelfportret maken
Een foto van een lachend gezicht maken
Maak foto's van uzelf. De scherpstelafstand wordt ingesteld op
close-up en u hoort een pieptoon.
De camera neemt automatisch een foto wanneer er een lachend
gezicht wordt gedetecteerd.
1
2
3
1
2
3
Raak in de opnamemodus m Gezichtsdetectie aan.
Selecteer Zelfportret en raak o aan.
Wanneer u een korte piep hoort, drukt u op de
[Ontspanknop].
Raak in de opnamemodus m Gezichtsdetectie aan.
Selecteer Smile shot en raak o aan.
Stel de opname samen.
• De camera neemt automatisch een foto wanneer er een
lachend gezicht wordt gedetecteerd.
De camera herkent de lach eerder
wanneer het onderwerp breeduit lacht.
Wanneer gezichten zich in het midden
bevinden, piept de camera snel.
Als u Volume uitschakelt in de geluidsinstellingen, geeft de camera geen
pieptoon weer. (pag. 107)
Opname-instellingen 62
Gezichtsdetectie gebruiken
Knipperende ogen detecteren
Slimme gezichtsherkenning gebruiken
Als de camera gesloten ogen detecteert, worden er automatisch
2 foto's na elkaar gemaakt.
De camera registreert automatisch gezichten die u vaak
fotografeert. De functie Slimme gez.herkenning stelt automatisch
eerst scherp op die gezichten en op favoriete gezichten. De
functie Slimme gez.herkenning is alleen bij gebruik van een
geheugenkaart beschikbaar.
1
2
Raak in de opnamemodus m Gezichtsdetectie aan.
Selecteer Knipperen en raak o aan.
1
2
Raak in de opnamemodus m Gezichtsdetectie aan.
Selecteer Slimme gez.herkenning en raak o aan.
• Houd de camera stil terwijl "Bezig met vastleggen" op het scherm
wordt weergegeven.
• Als Knipperen mislukt, wordt het bericht 'Foto gemaakt met
gesloten ogen' weergegeven. Maak nog een foto.
Het dichtstbijzijnde gezicht wordt in een wit scherpstelkader
weergegeven, de andere gezichten in grijze kaders.
•
: gezichten die u hebt geregistreerd als favorieten.
(Zie pagina 64 voor informatie over het registreren van gezichten
als favorieten.)
•
: gezichten die automatisch door de camera worden
geregistreerd.
Opname-instellingen 63
Gezichtsdetectie gebruiken
• De camera herkent en registreert gezichten mogelijk niet goed in
extreme lichtomstandigheden, bij grote veranderingen in de houding
of gezichtsuitdrukking van het onderwerp of als het onderwerp al dan
niet een bril draagt.
• De camera kan maximaal 14 gezichten automatisch registreren. Als
de camera een nieuw gezicht herkent terwijl er al 14 gezichten zijn
geregistreerd, zal de camera automatisch het gezicht met de laagste
prioriteit door het nieuwe vervangen.
• De camera kan maximaal favoriete 5 gezichten in een scène
detecteren.
3
Plaats het onderwerp met de ovalen kaderlijn in het
kader en druk op de [Ontspanknop] om het gezicht te
registreren.
Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster)
• Als het gezicht van het onderwerp niet in een lader is geplaatst met de
U kunt uw favoriete gezichten registreren om deze gezichten bij
de scherpstelling en belichting prioriteit te geven. Deze functie is
alleen bij gebruik van een geheugenkaart beschikbaar.
• Maak bij het registreren van gezichten een foto per persoon tegelijk.
• Maak 5 foto's van het gezicht van het onderwerp voor de beste
1
Raak in de opnamemodus m Smart FR wijzigen
aan.
2
Selecteer Mijn ster en raak o aan.
ovalen kaderlijn, wordt het witte kader niet weergegeven.
resultaten: van de voorkant, van links, van rechts, van boven en van
onderen.
• Wanneer u foto's maakt van links, van rechts, van boven en van
onderen, moet u het onderwerp vertellen zijn of haar gezicht niet meer
dan 30 graden te draaien.
• U kunt een gezicht registreren, zelfs als u maar één foto van het
gezicht van het onderwerp maakt.
Opname-instellingen 64
Gezichtsdetectie gebruiken
4
Raak
aan wanneer de gezichtenlijst wordt
weergegeven.
• Uw favoriete gezichten worden in de gezichtenlijst met een
gemarkeerd.
• U kunt maximaal 6 favoriete gezichten registreren.
• De flitser wordt niet geactiveerd wanneer u een favoriet gezicht
registreert.
• Als u een gezicht twee keer registreert, kunt u een van deze gezichten
uit de lijst verwijderen.
Uw favoriete gezichten weergeven
1
Raak in de opnamemodus m Smart FR wijzigen
aan.
2
Selecteer Gezichtenlijst en raak o aan.
• Als u de classificatie van uw favoriete gezichten wilt aanpassen, raakt
u
aan. (pag. 81)
• Als u een favoriet gezicht wilt verwijderen, raakt u
aan.
Opname-instellingen 65
Helderheid en kleur aanpassen
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de helderheid en kleur kunt aanpassen om een betere beeldkwaliteit te bereiken.
De belichting handmatig aanpassen (EV)
• Nadat u de belichting hebt aangepast, wordt deze instelling
Afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht kunnen foto's
te licht of te donker uitvallen. U kunt dan de belichting aanpassen
om een beter resultaat te krijgen.
automatisch opgeslagen. Mogelijk moet dit later weer worden
bijgesteld om onder- of overbelichting te voorkomen.
• Als u niet weet wat de juiste belichting zou zijn, selecteert u AEB (Auto
Exposure Bracket). De camera neemt 3 foto's achter elkaar, elk met
een andere belichting: normaal, onderbelicht en overbelicht. (pag. 70)
Donkerder (-)
1
2
Neutraal 0)
Helderder (+)
Raak in de opnamemodus m EV aan.
Selecteer de gewenste waarde en raak o aan.
• De foto wordt lichter naarmate de belichting wordt verhoogd.
• Als u de waarde voor de belichting aanpast, wordt het
pictogram als volgt weergegeven.
Opname-instellingen 66
Helderheid en kleur aanpassen
Compenseren voor tegenlicht (ACB)
• De functie ACB is altijd ingeschakeld in de modi Smart Auto, Scène
(Strand/sneeuw).
Wanneer de lichtbron zich achter uw onderwerp bevindt of
er sprake is van hoog contrast tussen het onderwerp en de
achtergrond, ziet het onderwerp er in de foto waarschijnlijk donker
uit. Stel in dit geval de optie Automatische contrastverbetering
(ACB) in.
• De ACB-functie is niet beschikbaar als u de opties Continu,
Bewegingsopname of AEB instelt.
De lichtmeetmethode wijzigen
De lichtmetingsmodus heeft betrekking op de manier waarop een
camera de hoeveelheid licht meet. De helderheid en belichting
van de foto's varieert met de gekozen lichtmeetmethode.
Zonder ACB
1
2
Met ACB
Raak in de opnamemodus m aan.
1
2
Raak in de opnamemodus m L.meting aan.
Selecteer een optie en raak o aan.
L.meting
Raak de instelknop aan naast ACB.
Multi
Spot
Smart FR wijzigen
Centr. gewogen
Fotoformaat
Kwalit.
ACB
Opname-instellingen 67
Helderheid en kleur aanpassen
Pictogram
Beschrijving
Een lichtbron selecteren (Witbalans)
Multi:
• De camera verdeelt het frame onder in diverse
gebieden en meet de lichtintensiteit in elk gebied.
• Geschikt voor algemene foto's.
De kleur van uw foto is afhankelijk van het type en de kwaliteit van
de lichtbron. Als u wilt dat uw foto's realistische kleuren hebben,
selecteert u een passende lichtomstandigheid om de witbalans
mee te kalibreren, zoals Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt of
Kunstlicht.
Spot:
• De camera meet alleen de lichtintensiteit in het
uiterste midden van het kader.
• Als een onderwerp zich niet midden in het beeld
bevindt, kan de foto verkeerd belicht worden.
• Geschikt voor een onderwerp met tegenlicht.
Centr. gewogen:
• De camera bepaalt een gemiddelde voor de
lichtmeting van het gehele beeld, maar met
nadruk op het midden.
• Geschikt voor foto's waarbij het onderwerp zich in
het midden van het beeld bevindt.
Auto witbalans
Daglicht
Bewolkt
Kunstlicht
Opname-instellingen 68
Helderheid en kleur aanpassen
1
2
Raak in de opnamemodus m Witbalans aan.
Uw eigen witbalansinstelling configureren
U kunt de witbalans aanpassen door een foto te maken
van een wit oppervlak, zoals een stuk papier, onder de
lichtomstandigheden waarin u een foto wilt maken. De functie
voor witbalans helpt u om de kleuren in uw foto te laten
overeenkomen met de werkelijke scène.
Selecteer een optie en raak o aan.
Witbalans
Daglicht
1
2
3
Bewolkt
TL-licht H
Pictogram
Raak in de opnamemodus m Witbalans aan.
Selecteer Aangep. instelling en raak o aan.
Richt de lens op een wit stuk papier en druk op de
[Ontspanknop].
Beschrijving
Auto witbalans: automatisch de witbalans instellen
op basis van de lichtomstandigheden.
Daglicht: voor foto's buitenshuis op een zonnige
dag.
Bewolkt: voor foto's buitenshuis op een bewolkte
dag of in de schaduw.
TL-licht H: voor foto's bij daglichtlampen of driewegfluorescentielampen.
TL-licht L: voor foto's bij wit TL-licht.
Kunstlicht: voor foto's binnenshuis bij gloeilamp- of
halogeenlampverlichting.
Aangep. instelling: instellingen voor de witbalans
gebruiken die u hebt ingesteld.
Opname-instellingen 69
Serieopnamen
Het kan lastig zijn foto's te maken van snel bewegende onderwerpen, of natuurlijke gezichtsuitdrukkingen en gebaren van uw onderwerpen
in foto's vast te leggen. Selecteer in dergelijke gevallen een van de modi voor serieopnamen om snel meerdere foto's te nemen.
Pictogram
Beschrijving
1 opname: Eén foto maken.
Continu:
• Terwijl u de [Ontspanknop] ingedrukt houdt, blijft
de camera achter elkaar foto's maken.
• Het maximumaantal foto's is afhankelijk van de
capaciteit van de geheugenkaart.
1
2
Raak in de opnamemodus m Snelheid aan.
Bewegingsopname: Terwijl u de [Ontspanknop]
ingedrukt houdt, maakt de camera VGA-foto's
(6 foto's per seconde, met een maximum van
30 foto's).
Selecteer een optie en raak o aan.
Snelheid
AEB:
• 3 foto's achter elkaar maken, elk met een andere
belichting. normaal, onderbelicht en overbelicht.
• Gebruik een statief om onscherpe foto's te
voorkomen.
Continu
Bewegingsopname
AEB
• U kunt de flitser, timer, ACB en Smart filter alleen gebruiken als u
1 opname selecteert.
• Als u Bewegingsopname selecteert, stelt de camera de resolutie in
op VGA en de ISO-waarde op Auto.
• Afhankelijk van de geselecteerde optie voor Gezichtsdetectie zijn
bepaalde opties voor serieopnamen niet beschikbaar.
Opname-instellingen 70
Effecten toepassen/beelden aanpassen
Beschikbare filters in de Programmamodus
Intelligente filtereffecten toepassen
Pas allerlei filtereffecten op uw foto's en video's toe om unieke
afbeeldingen te maken.
Pictogram
Beschrijving
Normaal: Geen effect
Miniatuur: Een tilt-shifteffect toepassen om het
onderwerp in miniatuur weer te geven.
Vignetten: Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke
vignettering van Lomo-camera's toepassen.
Miniatuur
Softfocus: Onzuiverheden op het gezicht verhullen of
droomachtige effecten toevoegen.
Vignetten
Oude film 1: Het effect van een oude film toepassen 1.
Oude film 2: Het effect van een oude film toepassen 2.
Halftoonstip: Een halftooneffect toepassen
Schets: Een schetseffect van een pen toepassen.
Visoog
1
2
Visoog: De randen van het kader donkerder maken en
nabije objecten vervormen om de visuele effecten van
een vissenooglens te imiteren.
Schets
Raak in de opnamemodus m Smart filter aan.
Anti-nevel: De foto helderder maken.
Selecteer een filter en raak o aan.
Klassiek: Een zwart-witeffect toepassen.
Opname-instellingen 71
Effecten toepassen/beelden aanpassen
Pictogram
Beschrijving
Pictogram
Beschrijving
Retro: Een sepiatinteffect toepassen.
Schets: Een schetseffect van een pen toepassen.
Negatief: Het effect van een negatieffilm toepassen.
Visoog: Objecten die in de buurt zijn, vervormen om de
visuele effecten van een vissenooglens te imiteren.
Aangep. RGB: Een kleurwaarde aanpassen.
Anti-nevel: Het beeld duidelijker maken.
Klassiek: Een zwart-witeffect toepassen.
Beschikbare filters in de Filmmodus
Pictogram
Retro: Een sepiatinteffect toepassen.
Beschrijving
Negatief: Het effect van een negatieffilm toepassen.
Normaal: Geen effect
Paleteffect 1: Een heldere look maken met een scherp
contrast en rode kleur.
Paleteffect 2: Scènes helder en strak maken door een
zachte blauw tint toe te voegen.
Paleteffect 3: Een zachte bruine tint toepassen.
Paleteffect 4: Een koud en eenkleurig effect toepassen.
Miniatuur: Een tilt-shifteffect toepassen om het
onderwerp in miniatuur weer te geven.
Vignetten: Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke
vignettering van Lomo-camera's toepassen.
Halftoonstip: Een halftooneffect toepassen
Opname-instellingen 72
Aangep. RGB: Een kleurwaarde aanpassen.
Effecten toepassen/beelden aanpassen
Uw eigen RGB-tint definiëren
1
2
3
afspeelsnelheid van de video toe.
Raak in de opnamemodus m Smart filter aan.
• Als u tijdens een video-opname Miniatuur selecteert, wordt het geluid
Selecteer Aangep. RGB en raak o aan.
• Als u Miniatuur, Vignetten, Halftoonstip, Schets, Visoog
niet opgenomen.
Sleep omhoog of omlaag om de waarden voor elke kleur
aan te passen.
• Hoe hoger de waarde, hoe helderder de foto.
• Hoe lager de waarde, hoe donkerder de foto.
Aangep. RGB
4
• Als u Miniatuur selecteert wanneer u een video opneemt, neemt de
of Anti-nevel selecteert terwijl u een video opneemt, wordt de
en wordt de opnameresolutie
opnamesnelheid ingesteld op
ingesteld op minder dan
.
• Als u Smart filter-effecten instelt, kunt u de opties voor
gezichtsherkenning, ACB, reeksopties, opties voor beeldaanpassing,
de intelligente zoomfunctie of Smart Touch AF niet gebruiken.
• Als u Schets selecteert wanneer u een foto maakt, wordt de
fotoresolutie gewijzigd in
en lager.
Raak o aan om de wijzigingen op te slaan.
Opname-instellingen 73
Effecten toepassen/beelden aanpassen
3
Foto's aanpassen
U kunt de scherpte, kleurverzadiging en het contrast van uw
foto's aanpassen.
1
2
Raak o aan om de wijzigingen op te slaan.
Scherpte
Raak in de opnamemodus m Beeld aanpassen
aan.
-
Verzacht randen in de foto (geschikt voor
fotobewerking op de computer).
+
Verscherp randen om de foto duidelijker te
maken. Hierdoor kan ook de beeldruis in de
foto's toenemen.
Sleep omhoog of omlaag om de waarden aan te passen.
•
•
•
: Scherpte
: Contrast
: Kleurverz.
Beeld aanpassen
Beschrijving
Contrast
Beschrijving
-
Verminder kleuren en helderheid.
+
Verhoog kleuren en helderheid.
Kleurverz.
Beschrijving
-
Verminder de kleurverzadiging.
+
Verhoog de kleurverzadiging.
• Selecteer 0 als u geen effect wilt toepassen (geschikt voor afdrukken).
• Als u aanpassingsfuncties instelt, kunt u de Smart filter-opties niet
gebruiken.
Opname-instellingen 74
Het zoomgeluid instellen
Als u de zoomfunctie gebruikt wanneer u video's opneemt, kan het zoomgeluid worden opgenomen in video's. Gebruik de functie Sound
Alive om het zoomgeluid te verminderen.
1
2
Raak in de opnamemodus m Spraak aan.
Selecteer een optie en raak o aan.
Spraak
Sound Alive Aan
Sound Alive Uit
Dempen
Pictogram
Beschrijving
Sound Alive Aan: De Sound Alive-functie
inschakelen.
Sound Alive Uit: De Sound Alive-functie
uitschakelen.
Dempen: Er wordt geen geluid opgenomen.
• Blokkeer de microfoon niet wanneer u de functie Sound Alive gebruikt.
• Opnamen die worden gemaakt met Sound Alive, kan anders klinken
dan de daadwerkelijke geluiden.
Opname-instellingen 75
Beschikbare opname-instellingen per opnamemodus
Zie 'Opname-instellingen' voor meer informatie over opname-instellingen.
Smart Auto
Enkele
opname
Scène
Close-up
Nachtopname
Beautyshot
Programma
Film
Resolutie
O
O
O
O
O
O
O
O
Kwaliteit
-
O
O
O
O
O
O
O
Timer
U
O
O
O
O
O
O
U
Flitser
U
U
U
-
U
U
O
-
-
-
-
-
-
-
O
-
ISO-waarde
U
U
U
U
-
U
O
O
Scherpstelgebied
-
-
-
-
-
-
O
-
Gezichtsdetectie
U
-
U
-
-
U
O
-
-
-
-
-
-
-
O
O
Macro
EV
U
-
U
-
-
-
O
-
Lichtmeting
-
-
-
-
-
-
O
O
Witbalans
-
-
-
-
-
-
O
O
Snelheid
-
-
-
-
-
-
O
-
Smart filter
-
-
-
-
-
-
U
U
Beeld aanpassen
-
-
-
-
-
-
O
-
Sound Alive
-
-
-
-
-
-
-
O
-
ACB
-
-
U
-
-
-
O
Intelligent zoomen
U
-
U
-
-
-
U
-
DIS
O
O
O
O
O
O
O
-
Spraakmemo
-
-
-
-
-
-
O
-
Digitale zoom
U In deze modi zijn sommige opties beperkt of is een bepaalde optie standaard ingesteld.
Opname-instellingen 76
Beschikbare opname-instellingen per opnamemodus
Slimme film
Objectmarkering
Magisch
kader-opname
Fotofilter
Filmfilter
Vignetten
(foto)
Vignetten
(film)
Paleteffectopname
Resolutie
O
U
-
O
O
O
O
O
Kwaliteit
O
O
O
O
-
O
O
O
Timer
U
O
O
O
U
O
U
U
Flitser
-
U
O
U
-
U
-
-
ISO-waarde
-
-
-
-
-
-
-
-
U
-
-
-
U
-
U
U
Scherpstelgebied
-
-
-
-
-
-
-
-
Gezichtsdetectie
-
-
-
-
-
-
-
-
EV
-
-
-
-
-
-
-
-
ACB
-
-
-
-
-
-
-
-
Lichtmeting
-
-
-
-
-
-
-
-
Witbalans
-
-
-
-
-
-
-
-
Snelheid
-
-
-
-
-
-
-
-
Smart filter
-
-
-
U
U
-
-
U
Macro
Beeld aanpassen
-
-
-
-
-
-
-
-
Sound Alive
O
-
-
-
O
-
O
O
Digitale zoom
-
-
-
-
-
-
-
-
Intelligent zoomen
-
-
-
-
-
-
-
-
DIS
-
-
-
-
-
-
-
-
Spraakmemo
-
-
-
-
-
-
-
-
U In deze modi zijn sommige opties beperkt of is een bepaalde optie standaard ingesteld.
Opname-instellingen 77
Weergeven en bewerken
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe
u foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer, fotoprinter of
televisie aansluit.
Foto's of video's weergegeven in de
afspeelmodus ……………………………… 79
De afspeelmodus starten …………………
Foto's weergeven …………………………
Een video afspelen ………………………
Een spraakmemo afspelen ………………
Bestanden naar een Windows-computer
overbrengen ………………………………… 97
79
86
88
90
Bestanden overbrengen met Intelli-studio
98
Bestanden overbrengen door de camera
als een verwisselbare schijf aan te sluiten 100
De camera loskoppelen (Windows XP) … 101
Foto's bewerken …………………………… 91
Bestanden naar een Mac-computer
overbrengen ……………………………… 102
Het formaat van foto's aanpassen ………
Een foto draaien …………………………
Slim bijsnijden gebruiken …………………
Intelligente filtereffecten toepassen ………
Foto's aanpassen …………………………
Een afdrukbestelling maken (DPOF) ………
91
92
92
93
93
95
Bestanden op een tv weergeven ………… 96
Foto's met een PictBridge-fotoprinter
afdrukken ………………………………… 103
Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt afspelen en hoe u bestanden beheert.
2
De afspeelmodus starten
Bekijk foto's en video's en beluister spraakmemo's die in de
camera zijn opgeslagen.
1
Sleep de afbeelding naar links of rechts om naar een
ander bestand te gaan.
Druk op [Afspelen].
• Als u snel door bestanden wilt bladeren, kantelt u de camera
in de richting dat u bestanden wilt doorbladeren. (pag. 80)
• U kunt ook de linkerrand of de rechterrand van het scherm
• Het recentste bestand wordt weergegeven.
• Als de camera is uitgeschakeld, wordt deze ingeschakeld en
wordt het recentste bestand weergegeven.
Als u de bestanden op categorie wilt weergeven, raakt u
startscherm. (pag. 82)
vasthouden om snel door de bestanden te bladeren.
• U kunt de schuifregelaar ook naar links of rechts slepen om
naar het vorige of volgende bestand te gaan.
aan op het
Weergeven en bewerken 79
Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus
• Als u bestanden in het interne geheugen wilt weergeven, verwijdert u
de geheugenkaart.
• De camera kan bestanden met niet-ondersteunde formaten of
bestanden die met andere camera's zijn gemaakt niet goed afspelen.
• Bewegingsdetectie werkt mogelijk niet goed als u de camera
met het scherm parallel aan de grond houdt.
Bestanden weergegeven met bewegingsdetectie
U kunt bestanden weergeven door de camera te kantelen in de
afspeelmodus.
• Als u de camera 90° of 180° draait terwijl u een foto weergeeft,
wijzigt de camera automatisch de stand van de weergegeven
foto. (pag. 110)
• Als u bewegingsdetectie wilt uitschakelen, raakt u m aan en
vervolgens de instelknop naast Gebarenoverzicht.
Weergeven en bewerken 80
Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus
Het scherm in de afspeelmodus
Uw favoriete gezichten classificeren
U kunt uw favoriete gezichten classificeren of ze verwijderen. De
functie voor favoriete gezichten is alleen beschikbaar als u een
geheugenkaart in de camera hebt geplaatst.
1
Bestandsgegevens
Raak in de afspeelmodus m Gezichtenlijst aan.
• Raak in de miniatuurweergave of Smart-album m
Gezichtenlijst aan.
Bestandslocatie
Pictogram
Beschrijving
Foto heeft een spraakmemo
Video's (pag. 88) of spraakmemo's afspelen (pag. 90)
Mapnaam – Bestandsnaam
Lengte van de video
Beveiligd bestand
Afdrukbestelling ingesteld (DPOF)
Bestanden verwijderen (pag. 85)
Een diashow afspelen (pag. 87)
Bestanden als miniaturen weergeven (pag. 84)
Als u bestandsgegevens wilt weergeven op het scherm, raakt u m aan en
raakt u de instelknop naast Bestandsinformatie aan.
Weergeven en bewerken 81
Gezichtenlijst
Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus
2
Als u een gezicht wilt classificeren, raakt u
Ja aan
en sleept u het gezicht naar een nieuwe locatie.
Rangorde wijzigen
3
Bestanden weergeven in Smart Album als miniaturen
Bestanden op categorie weergeven, zoals datum, gezicht of
bestandstype.
1
2
Raak
aan op het startscherm.
Raak
een optie voor een categorie aan.
Raak o aan om de wijzigingen op te slaan.
• Als u een gezicht uit de lijst wilt verwijderen, raakt u
aan,
raakt u een gezicht aan en vervolgens o.
Raak
aan als u alleen uw favoriete gezicht in de gezichtenlijst wilt
weergeven.
Pictogram
Beschrijving
Alle bestanden weergeven.
Bestanden weergeven op volgorde van opslagdatum.
Bestanden weergeven op herkende en favoriete
gezichten.
Bestanden weergeven op bestandstype.
• Het kan enige tijd duren voordat Smart Album op de camera is geopend
of de categorie is gewijzigd en de bestanden opnieuw zijn geordend.
• Als u een categorie verwijdert, worden alle bestanden in de categorie
verwijderd.
Weergeven en bewerken 82
Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus
Bestanden weergeven in 3D-weergave
1
2
Raak
Bestanden weergeven met een effect dat lijkt op het
omslaan van pagina's
aan op het startscherm.
Sleep afbeeldingen naar links of rechts om naar het
vorige of volgende bestand te gaan.
• Veeg naar links of rechts over het scherm om bestanden
sneller te verplaatsen. Hoe sneller u over het scherm veegt,
door hoe meer bestanden u tegelijk bladert.
U kunt door pagina's bladeren door de schermpen over het
scherm te slepen of vegen. U kunt ook het effect van pagina's
omslaan toevoegen aan een diashow.
1
2
3
Raak
aan op het startscherm.
Raak een thema aan.
Sleep afbeeldingen naar links of rechts om naar het
vorige of volgende bestand te gaan.
4/5
• In de 3D-weergave kunt u geen video’s of spraakmemo's afspelen.
• De 3D-functie is niet beschikbaar wanneer de camera is aangesloten
op een televisie.
Weergeven en bewerken 83
Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus
Pictogram
Beschrijving
Een diashow afspelen.
• Raak het scherm aan om de diashow te pauzeren
en het volume aan te passen of te dempen.
• Raak aan
om de diashow te stoppen.
Raak een bestand aan
om deze in volledige
schermweergave weer
te geven.
Terugkeren naar het selectiescherm voor thema's.
U kunt alleen foto's weergeven als u het effect voor pagina's omslaan gebruikt.
Pictogram
Beschrijving
Bestanden wissen
Foto heeft een spraakmemo
Bestanden als miniatuur weergeven
Videobestand
Bekijk vlug miniaturen van bestanden.
Spraakmemobestand
Draai de afspeelmodus de [Zoomknop] naar links
om miniaturen weer te geven (9 per keer). Draai de
[Zoomknop] nog een of twee keer naar links om meer
miniaturen weer te geven (16 of 36 oer keer).
Draai de [Zoomknop] naar rechts om naar de vorige
weergave terug te keren.
Sleep het scherm omhoog of omlaag om naar de volgende of vorige pagina
met miniaturen te gaan.
Weergeven en bewerken 84
Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus
Bestanden wissen
Bestanden beveiligen
Beveilig uw bestanden om te voorkomen dat ze per ongeluk
worden gewist.
Bestanden selecteren die u wilt wissen in de afspeelmodus.
1
Ga in de afspeelmodus naar het bestand dat u wilt
beveiligen en raak m aan.
Afzonderlijke bestanden wissen
U kunt een afzonderlijk bestand selecteren en dit wissen.
2
Raak de instelknop aan naast Beveiligen.
Wissen
1
Ga in de afspeelmodus naar het bestand dat u wilt
verwijderen en raak aan.
2
Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan.
Diashow starten
U kunt bestanden ook verwijderen door m Wissen Wissen o
aan te raken.
Beveiligen
Res.wijz
Meerdere bestanden wissen
U kunt meerdere bestanden selecteren en deze tegelijk wissen.
U kunt een beveiligd bestand niet verwijderen of draaien.
1
2
Raak in de miniatuurweergave
3
Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan.
aan.
Selecteer de bestanden die u wilt verwijderen en raak
aan.
Als u bestanden sorteert op categorie en een categorie verwijdert, worden alle
bestanden in die categorie verwijderd.
Weergeven en bewerken 85
Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus
Alle bestanden verwijderen
U kunt alle bestanden selecteren en deze tegelijk verwijderen.
1
Raak in de afspeelmodus m Wissen aan.
• Raak in de miniatuurweergave of Smart-album m Wissen
Foto's weergeven
Deel van een foto vergroten of foto's als diavoorstelling bekijken.
Een foto vergroten
aan.
2
3
Selecteer Alles en raak o aan.
Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan.
Bestanden naar een geheugenkaart kopiëren
Bestanden van het interne geheugen naar een geheugenkaart
kopiëren.
1
Raak in de afspeelmodus m aan.
• Raak in de miniatuurweergave of Smart-album m Kopie
aan.
2
3
Raak Kopie aan.
Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan.
Weergeven en bewerken 86
Draai in de afspeelmodus de [Zoomknop] naar rechts
om een deel van een foto te vergroten. Draai de
[Zoomknop] naar links om uit te zoomen.
Sleep het scherm
om een ander deel
van de foto weer te
geven.
Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus
Pictogram
Een diashow afspelen
Beschrijving
Het bestand wissen.
De foto bijsnijden (de foto wordt als een nieuw bestand
opgeslagen).
Terug naar de originele weergave.
Zoomverhouding (de maximale zoomverhouding kan
variëren afhankelijk van de resolutie.)
Effecten en audio toevoegen aan een diashow met uw foto's.
Deze functie werkt niet voor video's en spraakmemo's.
1
2
Raak
Raak
aan en selecteer foto's die u wilt opnemen in
de diashow.
•
•
•
•
Als u foto's weergeeft die zijn gemaakt met een andere camera, kan de
zoomverhouding verschillen.
3
4
aan op het startscherm.
Raak
aan om alles te selecteren.
Raak
aan om de selectie te annuleren.
U kunt geen videobestanden selecteren.
U kunt maximaal 2000 bestanden selecteren.
Raak o aan.
Raak m aan en stel een diashoweffect in.
Alles afsp.
Weergeven en bewerken 87
Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus
* Standaard
Pictogram
Beschrijving
Afsp.mod.: Instellen of de diashow wordt herhaald.
(Eenmaal afspelen*, Herhalen)
Interval:
• Het interval tussen foto's instellen.
(1 sec*, 3 sec, 5 sec, 10 sec)
• U moet de effectoptie instellen op
interval in te stellen.
om het
Een video afspelen
In de afspeelmodus kunt u een video weergegeven en vervolgens
delen van de afgespeelde video opnemen of bijsnijden. U kunt
de opgenomen of bijgesneden segmenten opslaan als nieuwe
bestanden.
1
2
Ga in de afspeelmodus naar een video en raak
Geef de video weer.
Muziek: Achtergrondmuziek instellen.
(Uit*, Mist, Druppels, UV, Reis, Avond)
Effect:
• Een scèneovergangseffect instellen tussen foto's.
(Uit*, Kalm, Zonnig, Ontspannen, Levendig,
Zacht)
• Selecteer
om effecten te annuleren.
• Als u de effectoptie gebruikt, wordt het interval
tussen foto's ingesteld op 1 seconde.
5
Raak
Pictogram
• Raak het scherm om de diashow te pauzeren.
• Raak
aan om het volume aan te passen of het geluid te
dempen.
• Raak aan
Beschrijving
Terugspoelen.
aan om de diashow te starten.
/
Het afspelen onderbreken of hervatten.
Vooruitspoelen.
Het volume aanpassen of het geluid dempen.
om de diashow te stoppen.
Terugkeren naar de afspeelmodus.
Weergeven en bewerken 88
aan.
Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus
Een video bijsnijden
Afzonderlijke beelden uit een video opslaan
1
Raak tijdens het afspelen van een video aan op het
punt waarop u het bijsnijden wilt beginnen.
2
3
Raak
aan.
Raak aan op het punt waarop u het bijsnijden wilt
beëindigen.
• U kunt ook de scène aanpassen die moet worden
bijgesneden door de grepen te verplaatsen die op de
voortgangsbalk worden weergegeven.
4
5
Raak
1
Raak tijdens het afspelen van een video
punt waarop u een beeld wilt opnemen.
2
3
Raak
aan op het
aan.
Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan.
• De bestandsgrootte van de opgenomen afbeelding is gelijk aan die
van de originele video.
• Het opgenomen beeld wordt als nieuw bestand opgeslagen.
aan.
Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan.
• De oorspronkelijke video moet ten minste 10 seconden lang zijn.
• De camera slaat het bewerkte bestand op als een nieuw bestand.
Weergeven en bewerken 89
Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus
Spraakmemo's afspelen die zijn toegevoegd aan foto's
Een spraakmemo afspelen
Luisteren naar een spraakmemo
1
Ga in de afspeelmodus naar een spraakmemobestand
en raak aan.
2
Luister naar de spraakmemo.
1
Selecteer in de afspeelmodus een foto met een
spraakmemo en raak aan.
2
Luister naar de spraakmemo.
Pictogram
/
Pictogram
/
Beschrijving
Het afspelen onderbreken of hervatten.
Beschrijving
Het volume aanpassen of het geluid dempen.
Terugspoelen.
Terugkeren naar de afspeelmodus.
Het afspelen onderbreken of hervatten.
Vooruitspoelen.
Het volume aanpassen of het geluid dempen.
Terugkeren naar de afspeelmodus.
Weergeven en bewerken 90
Foto's bewerken
Hier vindt u informatie over het bewerken van foto's.
• De camera slaat bewerkte foto's op als nieuwe bestanden.
• Wanneer u foto's bewerkt, converteert de camera deze automatisch naar een lagere resolutie. Foto's die handmatig worden gedraaid of waar het formaat
handmatig van wordt aangepast, worden niet automatisch geconverteerd naar een lagere resolutie.
3
Het formaat van foto's aanpassen
U kunt het formaat van een foto wijzigen en de foto als een
nieuw bestand opslaan. U kunt instellen dat een foto wordt
weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld.
1
2
Raak o aan om op te slaan.
De beschikbare opties voor formaat wijzigen verschillen, afhankelijk van de
originele grootte van de foto.
Ga in de afspeelmodus naar een foto en raak m aan.
Raak Res.wijz aan en selecteer een formaatoptie.
• Selecteer Beginafb. om de foto als beginafbeelding op te
slaan. (pag. 107)
Res.wijz
1984 X 1488
1024 X 768
Beginafb.
Weergeven en bewerken 91
Foto's bewerken
Een foto draaien
1
2
Slim bijsnijden gebruiken
Ga in de afspeelmodus naar een foto en raak m aan.
Raak Draaien aan en selecteer een optie voor draaien.
Draaien
Draaien
Gebruik Slim bijsnijden om objecten in een foto te selecteren en
het bijgesneden gedeelte op te slaan als een nieuw bestand.
1
2
3
Rechts 90 gr.
Raak Slim bijsnijden aan.
Selecteer 4 punten op het aanraakscherm om een
gebied te selecteren.
• U kunt het gedeelte opnieuw selecteren door de 4 punten te
Links 90 gr.
3
Ga in de afspeelmodus naar een foto en raak m aan.
verslepen.
Raak o aan om op te slaan.
De camera overschrijft het originele bestand.
4
Raak o aan om op te slaan.
• De bijgesneden foto wordt als nieuw bestand opgeslagen.
Het nieuwe bestand is mogelijk kleiner dan het origineel.
Weergeven en bewerken 92
Foto's bewerken
Intelligente filtereffecten toepassen
Foto's aanpassen
Speciale effecten toepassen op uw foto's.
Hier vindt u informatie over het aanpassen van de helderheid,
contrast of verzadiging of het corrigeren van het rode-ogeneffect.
Als het midden van een foto donker is, kunt u deze lichter maken.
De camera slaat een bewerkte foto op als een nieuw bestand,
maar converteert de foto mogelijk naar een lagere resolutie.
1
Raak
aan op het startscherm.
• Het recentste bestand wordt weergegeven.
2
3
4
Raak
een foto aan.
• U kunt tegelijk de helderheid, het contact en de kleurverzadiging
Raak m Smart filter aan.
aanpassen en intelligente filtereffecten toepassen.
• U kunt niet tegelijk de effecten ACB, Gezichtretouch. en Anti-rode
Selecteer een filter.
ogen toepassen.
• Als u beschikbare filteropties wilt weergegeven, gaat u naar
pagina 71.
• Als u de originele foto wilt weergeven, raakt u Voor aan.
• Als u de foto met het filtereffect wilt weergeven, raakt u Na
De helderheid, het contrast en de kleurverzadiging
aanpassen
aan.
1
Raak
aan op het startscherm.
• Het recentste bestand wordt weergegeven.
2
3
Raak
een foto aan.
Raak m een optie voor aanpassen aan.
Pictogram
Voor
Beschrijving
Helderheid
Na
Contrast
5
Raak s aan om de wijzigingen op te slaan.
Kleurverz.
Weergeven en bewerken 93
Foto's bewerken
4
Sleep de schuifregelaars of raak de voorbeeldfoto's aan
om de optie aan te passen.
• Als u de originele foto wilt weergeven, raakt u Voor aan.
• Als u de aangepaste foto wilt weergeven, raakt u Na aan.
5
Raak
1
aan op het startscherm.
Raak
Raak
een foto aan.
Raak m Gezichtretouch. aan.
Sleep de schuifregelaars of raak de voorbeeldfoto's aan
om de huidtint aan te passen.
de huidtint helderder.
• Als u de originele foto wilt weergeven, raakt u Voor aan.
• Als u het aangepaste bestand wilt weergeven, raakt u Na aan.
een foto aan.
Raak m ACB aan.
• Als u de originele foto wilt weergeven, raakt u Voor aan.
• Als u het aangepaste bestand wilt weergeven, raakt u Na aan.
4
aan op het startscherm.
• Wanneer de schuifregelaar naar rechts wordt verschoven, wordt
• Het recentste bestand wordt weergegeven.
2
3
Raak
• Het recentste bestand wordt weergegeven.
2
3
4
Raak s aan om de wijzigingen op te slaan.
Donkeren onderwerpen aanpassen (ACB)
1
Gezichten retoucheren
5
Raak s aan om de wijzigingen op te slaan.
Raak s aan om de wijzigingen op te slaan.
Weergeven en bewerken 94
Foto's bewerken
3
Rode ogen verwijderen
1
Raak
aan op het startscherm.
Raak / aan om het aantal exemplaren te selecteren
en raak o aan.
• Het recentste bestand wordt weergegeven.
2
3
Raak
een foto aan.
Raak m Anti-rode ogen aan.
• Als u de originele foto wilt weergeven, raakt u Voor aan.
• Als u het aangepaste bestand wilt weergeven, raakt u Na aan.
4
Raak s aan om de wijzigingen op te slaan.
• U kunt de geheugenkaart meenemen naar een printshop die DPOF
Een afdrukbestelling maken (DPOF)
Selecteer foto's die u wilt afdrukken en sla afdrukopties op in
de DPOF (Digital Print Order Format). Deze gegevens worden
opgeslagen in de map MISC op uw geheugenkaart zodat u
eenvoudig kunt afdrukken op printers die compatibel zijn met
DPOF.
1
2
(Digital Print Order Format) ondersteunt, maar u kunt ook uw foto's
thuis rechtstreeks op een DPOF-compatibele printer afdrukken.
• Foto's met afmetingen die groter zijn dan het papier, worden
mogelijk afgesneden aan de linker- en rechterkant. Zorg ervoor dat
de afmetingen van uw foto overeenkomen met het papier dat u
selecteert.
• U kunt geen DPOF-opties instellen voor foto's in het interne geheugen.
Ga in de afspeelmodus naar een foto en raak m aan.
Raak DPOF aan.
Weergeven en bewerken 95
Bestanden op een tv weergeven
U kunt foto's of video's bekijken door de camera met de A/V-kabel op een tv aan te sluiten.
7
1
2
3
Raak
4
5
Schakel de camera en de televisie uit.
• Afhankelijk van het model van tv, wordt er mogelijk digitale ruis
Sluit de camera met de A/V-kabel op de tv aan.
• Afhankelijk van de tv-instellingen kan het voorkomen dat de beelden
aan op het startscherm.
Schakel de camera in.
• De camera schakelt automatisch over naar de afspeelmodus
Raak Connectiviteit Video aan.
als u deze aansluit op een televisie.
Selecteer een video-uitvoersignaal voor uw land of regio.
(pag. 108)
8
Geef met behulp van het aanraakscherm op de camera
de gewenste foto's en video's weer.
weergegeven of wordt een deel van het beeld niet weergegeven.
niet gecentreerd op het scherm worden weergegeven.
Audio
6
Video
Schakel de tv in en selecteer de video-uitvoermodus met
de afstandsbediening van de tv.
Weergeven en bewerken 96
Bestanden naar een Windows-computer overbrengen
Bestanden overbrengen naar een Windows-computer, de bestanden bewerken met Intelli-studio en ze uploaden naar het web.
Vereisten
• De vereisten zijn slechts aanbevelingen. Het werkt mogelijk niet correct
Onderdeel
Vereisten
Processor
Intel Pentium 4, 3,2 GHz of hoger/AMD Athlon™
FX 2,6 GHz of hoger
RAM
Minimaal 512 MB RAM
(1 GB of meer aanbevolen)
Besturingssysteem
Windows XP SP2, Windows Vista of Windows 7
(32-bits edities)
Schijfruimte
Minimaal 250 MB RAM
(1 GB of meer aanbevolen)
• Cd-romstation
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door
het gebruik van niet-geschikte computers zoals samengestelde computers.
• 1024 X 768 pixels, monitor met
Overig
wanneer de computer voldoet aan de vereisten, afhankelijk van de
toestand van de computer.
• Als uw computer niet aan de vereisten voldoet, worden video's
mogelijk niet naar behoren afgespeeld of duurt het langer om video's
te bewerken.
• Installeer DirectX 9.0c of een nieuwere versie voordat u het
programma gebruikt.
• Windows XP, Windows Vista of Windows 7 moet worden uitgevoerd
op uw computer als u de camera wilt aansluiten als verwisselbare
schijf.
ondersteuning voor 16-bits kleuren
(1280 X 1024 pixels, ondersteuning voor
32-bits kleuren aanbevolen)
• USB 2.0-poort
• nVIDIA Geforce 7600GT of hoger/
ATI X1600-reeks of hoger
• Microsoft DirectX 9.0c of hoger
* De programma's werken mogelijk niet goed onder de 64-bits versies van
Windows XP, Windows Vista en Windows 7.
Weergeven en bewerken 97
Bestanden naar een Windows-computer overbrengen
Bestanden overbrengen met Intelli-studio
5
Schakel de camera in.
• De computer herkent de camera automatisch en Intelli-studio
Intelli-studio wordt automatisch gestart wanneer u de camera met
de USB-kabel op uw computer aansluit.
wordt automatisch gestart.
Als u de USB-optie instelt op Selecteer een modus, selecteert u
Computer in het pop-upvester.
Terwijl de camera met de USB-kabel op de computer is aangesloten, wordt
de batterij opgeladen.
1
2
Raak
3
4
Schakel de camera uit.
6
aan op het startscherm.
Selecteer een doelmap op de computer en selecteer Ja.
• Nieuwe bestanden die worden opgeslagen op de camera,
Raak Connectiviteit aan en schakel Pc-software in
door de instelknop aan te raken.
Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (S) op de
camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden
beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van
gegevens.
worden automatisch overgedragen naar de geselecteerde
map.
• Als de camera geen nieuwe bestanden bevat, zal het
pop-upvenster voor het opslaan van nieuwe bestanden niet
verschijnen.
Voor Windows Vista en Windows 7: selecteer Run iStudio.exe in het venster
voor automatisch starten om Intelli-studio te starten.
Weergeven en bewerken 98
Bestanden naar een Windows-computer overbrengen
Intelli-studio gebruiken
Intelli-studio is een ingebouwd programma waarmee u bestanden kunt afspelen, weergeven of bewerken. Selecteer Help Help in de
werkbalk van het programma voor meer informatie.
• Als u meer functies wilt gebruiken, zoals diashows maken met sjablonen, installeert u de volledige versie van Intelli-studio door Web Support Update Intelli•
•
•
•
studio Start Update te selecteren op de werkbalk van het programma.
U kunt de firmware van uw camera bijwerken door Web Support Upgrade firmware for the connected device te selecteren op de programmawerkbalk.
Als u Intelli-studio op de computer installeert, start het programma sneller. Om het programma te installeren, selecteert u Tool Install Intelli-studio on PC.
Bestanden kunnen niet in de camera worden bewerkt. Breng bestanden naar een map op de computer over om ze te bewerken.
Intelli-studio ondersteunt de volgende bestandstypen:
- Video's: MP4 (Video: H.264, Audio: AAC), WMV (WMV 7/8/9), AVI (MJPEG)
- Foto's: JPG, GIF, BMP, PNG, TIFF
1
2
3
4
5
%
$
6
#
8
7
9
@
0
!
Weergeven en bewerken 99
Bestanden naar een Windows-computer overbrengen
Nr.
Bestanden overbrengen door de camera als
een verwisselbare schijf aan te sluiten
Beschrijving
1
Hiermee opent u menu's.
2
Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map weer.
3
Hiermee gaat u naar de Fotobewerkingsmodus.
4
Hiermee gaat u naar de Videobewerkingsmodus.
5
Hiermee gaat u naar de Deelmodus. (bestanden per
e-mail verzenden of uploaden naar websites zoals Flickr
of YouTube)
6
Hiermee vergroot of verkleint u de miniaturen in de lijst.
7
Hiermee selecteert u een bestandstype.
8
Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map op
de computer weer.
9
Hiermee kunt u bestanden op de aangesloten camera
weergeven of verbergen.
0
Hiermee kunt u bestanden in de geselecteerde map op de
camera weergeven.
!
Hiermee kunt u bestanden als miniaturen of op een kaart
weergeven.
@
Hiermee kunt u bladeren door mappen die zijn opgeslagen
op de camera.
#
Hiermee kunt u bladeren door mappen die zijn opgeslagen
op de computer.
$
Hiermee gaat u naar de vorige of volgende map.
%
Hiermee drukt u bestanden af, geeft u bestanden weer op
een kaart, slaat u bestanden in op Mijn map of registreert
u gezichten.
U kunt de camera op de computer aansluiten als een
verwisselbare schijf.
1
2
Raak
3
4
Schakel de camera uit.
aan op het startscherm.
Raak Connectiviteit aan en schakel Pc-software uit
door de instelknop aan te raken.
Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
Weergeven en bewerken 100
Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (S) op de
camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden
beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van
gegevens.
Bestanden naar een Windows-computer overbrengen
5
Schakel de camera in.
De camera loskoppelen (Windows XP)
• De camera wordt automatisch herkend.
Met Windows Vista en Windows 7 lijken de manieren waarop de
camera moet worden losgemaakt sterk op elkaar.
Als u de USB-optie instelt op Selecteer een modus, selecteert u
Computer in het pop-upvester.
6
Selecteer op de computer Deze computer
Verwisselbare schijf DCIM 100PHOTO.
7
Sleep de bestanden naar de computer of sla ze op de
computer op.
1
Als het statuslampje op de camera knippert, wacht u tot
het knipperen ophoudt.
2
Klik op
op de werkbalk rechtsonder in het scherm
van de computer.
3
4
Klik op het pop-upbericht.
5
Verwijder de USB-kabel.
Klik op het berichtveld waarin wordt aangegeven dat het
apparaat veilig is verwijderd.
De camera kan niet veilig worden verwijderd zolang Intelli-studio actief is. Sluit
het programma af voordat u de camera losmaakt.
Weergeven en bewerken 101
Bestanden naar een Mac-computer overbrengen
Wanneer u de camera op een Macintosh-computer aansluit, wordt het apparaat automatisch door de computer herkend. U kunt de
bestanden rechtstreeks van de camera naar de computer overbrengen, zonder dat het nodig is om programma's te installeren.
Mac OS 10.4 of hoger wordt ondersteund.
1
Sluit de camera met de USB-kabel op een Macintoshcomputer aan.
2
Schakel de camera in.
• De computer herkent de camera automatisch en geeft een
pictogram van een verwisselbare schijf weer.
Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (S) op de
camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden
beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van
gegevens.
Als u de USB-optie instelt op Selecteer een modus, selecteert u
Computer in het pop-upvester.
3
4
Dubbelklik op het pictogram van de verwisselbare schijf.
Sleep de bestanden naar de computer of sla ze op de
computer op.
Weergeven en bewerken 102
Foto's met een PictBridge-fotoprinter afdrukken
U kunt foto's met een PictBridge-compatibele printer afdrukken door de camera rechtstreeks op de printer aan te sluiten.
1
2
3
Raak
7
aan op het startscherm.
• Raak
Raak Connectiviteit USB Printer aan.
aan om alle foto's af te drukken.
Als de camera is uitgeschakeld, drukt u op de [POWER]
of [Afspelen] om deze in te schakelen.
Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan
om te beginnen met afdrukken.
• Als u het afdrukken wilt annuleren, raakt u Annuleer aan in
het pop-upvenster.
• De printer herkent de camera automatisch.
5
6
aan om af te drukken.
Schakel de printer in en sluit de camera aan op de
printer met een USB-kabel.
8
4
Raak
Selecteer een bestand om af te drukken.
Raak /
aan om het aantal exemplaren te selecteren.
• Als u printeropties wilt instellen, raakt u m aan. (pag. 104)
Weergeven en bewerken 103
Foto's met een PictBridge-fotoprinter afdrukken
Afdrukopties instellen
Druk op m om de afdrukinstellingen op te geven.
Formaat
Lay-out
Type
Kwalit.
Pictogram
Beschrijving
Formaat: het afdrukformaat instellen.
Lay-out: het aantal foto's instellen dat op een vel papier
moet worden afgedrukt.
Type: de papiersoort instellen.
Kwalit.: de afdrukkwaliteit instellen.
Datum: instellen of de datum moet worden afgedrukt.
Best.naam: instellen of de bestandsnaam moet worden
afgedrukt.
Reset: de instellingen terugzetten op de
standaardwaarden.
Bepaalde opties worden mogelijk niet door alle printers ondersteund.
Weergeven en bewerken 104
Instellingen
Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te
configureren.
Instellingenmenu ……………………………………… 106
Het instellingenmenu openen ……………………… 106
Geluid ……………………………………………… 107
Scherm ……………………………………………… 107
Connectiviteit ………………………………………… 108
Algemeen …………………………………………… 109
Instellingenmenu
Hier vindt u informatie waarmee u de instellingen van de camera kunt configureren.
3
Het instellingenmenu openen
1
2
Raak
Raak een item aan.
Algemeen
aan op het startscherm.
Language
Raak een menu aan.
Tijdzone
Instellingen
Nederlands
Thuis
Datum/tijd aanpassen
Geluid
Datumtype
Uit
Display
Connectiviteit
4
Algemeen
Selecteer een optie en raak o aan.
Datumtype
Pictogram
Beschrijving
JJJJ/MM/DD
Geluid: hier stelt u de geluiden van de camera en
het volume in. (pag. 107)
MM/DD/JJJJ
DD/MM/JJJJ
Display: hiermee kunt u de scherminstellingen
aanpassen. (pag. 107)
Uit
Connectiviteit: hiermee kunt u de verbindingsopties
instellen. (pag. 108)
Algemeen: hier past u de instellingen voor het
camerasysteem aan, zoals geheugenindeling en
standaardbestandsnaam. (pag. 109)
5
Instellingen 106
Raak
aan om terug te gaan naar het vorige scherm.
Instellingenmenu
Geluid
Scherm
* Standaard
Onderdeel
Beschrijving
Volume
Hiermee stelt u het volume van alle geluiden in.
(Uit, Laag, Middel*, Hoog)
Piepjes
Hiermee kunt instellen dat geluiden worden
afgespeeld als u het scherm aanraakt of schakelt
tussen modi. (Uit, Aan*)
Sl.toon
Hiermee stelt u in dat de camera een geluid
afspeelt als u op de ontspanknop drukt.
(Uit, 1*, 2, 3)
Begingeluid
Hiermee stelt u in dat de camera een geluid
afspeelt als u de camera inschakelt. (Uit*, 1, 2, 3)
AF-geluid
Hiermee stelt u een geluid in dat wordt afgespeeld
als u de ontspanknop half indrukt. (Uit, Aan*)
* Standaard
Onderdeel
Beschrijving
Beginafbeelding
Hier stelt u in of er een afbeelding wordt
weergegeven wanneer de camera wordt
ingeschakeld en zo ja, welke.
• Uit*: Er wordt geen afbeelding weergegeven.
• Logo: Een standaardafbeelding uit het interne
geheugen weergeven.
• Gebr.afb: Een aangepaste afbeelding
weergeven. (pag. 91)
• Er kan voor Gebr.afb slechts één
afbeelding tegelijk worden opgeslagen in
het interne camerageheugen.
• De huidige afbeelding wordt gewist als u
een nieuwe foto selecteert als afbeelding
voor Gebr.afb of als u de camera opnieuw
instelt.
Richtlijn
Instellingen 107
Hiermee stelt u een raster in om u te helpen bij de
compositie van een scène. (2 X 2*, 3 X 3, X, +)
Instellingenmenu
Connectiviteit
* Standaard
* Standaard
Onderdeel
Helderh. scherm
Snel tonen
Beschrijving
Onderdeel
Beschrijving
Video
Hiermee stelt u het video-uitgangssignaal voor uw
land of regio in.
• NTSC*: VS, Canada, Japan, Korea, Taiwan,
Mexico.
• PAL (ondersteunt alleen BDGHI): Australië,
Oostenrijk, België, China, Denemarken,
Engeland, Finland, Duitsland, Italië, Koeweit,
Maleisië, Nederland, Nieuw Zeeland,
Noorwegen, Singapore, Spanje, Zweden,
Zwitserland, Thailand.
USB
Hiermee selecteert u de modus die wordt gebruikt
als u de camera met een USB-kabel aansluit op
een computer of printer.
• Computer*: sluit de camera op een computer
aan om bestanden over te brengen.
• Printer: sluit de camera op een printer aan om
bestanden af te drukken.
• Selecteer een modus: selecteer handmatig
de USB-modus wanneer u de camera aansluit
op een apparaat.
Pc-software
Hier kunt u instellen dat Intelli-studio automatisch
wordt gestart wanneer u de camera op uw
computer aansluit. (Uit, Aan*)
Hiermee kunt u de helderheid van het scherm
aanpassen. (Auto, Donker, Normaal, Licht*)
Normaal is de vaste waarde voor de
afspeelmodus, zelfs als Auto is geselecteerd.
Hiermee stelt u in hoe lang een gemaakte
foto wordt weergegeven voordat naar de
opnamemodus wordt teruggekeerd.
(Uit, 0,5 sec*, 1 sec, 3 sec)
Als u 30 seconden lang geen bewerkingen
uitvoert, schakelt de camera automatisch over op
de spaarstand. (Uit*, Aan)
• Druk in de spaarstand op een andere knop
Spaarstand
dan de [POWER] om de camera weer te
gebruiken.
• Zelfs als u de spaarstand niet inschakelt,
wordt het scherm 30 seconden na de laatste
bewerking gedimd om stroom de besparen.
Instellingen 108
Instellingenmenu
Algemeen
* Standaard
Onderdeel
Beschrijving
Language
Hier stelt u een taal in voor de tekst op het
scherm.
Tijdzone
Hiermee stelt u de tijdzone voor uw locatie in.
Als u naar een ander land reist, kunt u Bezoek
aanraken en de juiste tijdzone selecteren.
Datum/tijd
aanpassen
De datum en tijd instellen.
Datumtype
Hier kunt u een datumnotatie instellen.
(JJJJ/MM/DD, MM/DD/JJJJ,
DD/MM/JJJJ, Uit*)
* Standaard
Onderdeel
Beschrijving
Stelt de naamgeving van bestanden in.
• Op nul: Hier kunt u instellen dat de
bestandsnummering weer bij 0001 begint
wanneer er een nieuwe geheugenkaart
wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt
geformatteerd of alle bestanden worden
gewist.
• Serie*: Hier kunt u instellen dat de
bestandsnummering doorloopt wanneer er
een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst,
een geheugenkaart wordt geformatteerd of alle
bestanden worden gewist.
Bestandsnr.
• De standaardnaam van de eerste map is
•
•
•
•
Instellingen 109
100PHOTO en de standaardnaam van het
eerste bestand is SAM_0001.
Het bestandsnummer wordt steeds met één
verhoogd, van SAM_0001 tot SAM_9999.
Het mapnummer wordt steeds met één
verhoogd, van 100PHOTO tot 999PHOTO.
Het maximum aantal bestanden dat in een map
kan worden opgeslagen, is 9999.
De camera definieert bestandsnamen volgens
de DCF-norm (Design rule for Camera File
system). Als u bestandsnamen wijzigt, kan de
camera deze bestanden mogelijk niet meer
weergeven.
Instellingenmenu
* Standaard
* Standaard
Onderdeel
Beschrijving
Onderdeel
Beschrijving
Autom. draaien
Hiermee stelt u in dat foto’s automatisch
meedraaien als u de camera draait. (Uit, Aan*)
AF-lamp
Hiermee stelt u in dat op donkere locaties
automatisch een lampje wordt ingeschakeld
zodat u beter kunt scherpstellen. (Uit, Aan*)
Hiermee bepaalt u of de datum en tijd moeten
worden weergegeven op gemaakte foto's.
(Uit*, Datum, Datum/tijd)
Hiermee formatteert u het interne geheugen en
de geheugenkaart (bij het formatteren worden
alle bestanden, inclusief beveiligde bestanden,
gewist). (Ja, Nee)
• De datum en tijd worden in de
Afdruk
rechterbenedenhoek weergegeven.
• Mogelijk drukken sommige printermodellen de
Formatt.
datum en tijd niet correct af.
• Als u Tekst selecteer in de modus Scène,
kan de camera de datum en tijd niet correct
weergeven.
Hiermee stelt u in dat de camera automatisch
wordt uitgeschakeld als u gedurende een
bepaalde periode geen bewerkingen uitvoert.
(Uit, 1 min, 3 min*, 5 min, 10 min)
Reset
• Als u de batterij vervangt, blijven deze
Automatisch uit
Er kunnen fouten optreden als u een geheugenkaart
door een ander merk camera, door een computer
of in een geheugenkaartlezer laat formatteren.
Formatteer geheugenkaarten in de camera voordat u
er beelden op vastlegt.
Hiermee zet u de standaardinstellingen voor
menu's en opnameopties terug (datum en tijd,
taal en video-uitvoerinstellingen worden niet op
de standaardinstellingen teruggezet). (Ja, Nee)
Hiermee kunt u het aanraakscherm kalibreren om
instellingen behouden.
• De camera wordt niet automatisch
uitgeschakeld als de camera is aangesloten
op een computer of printer, als u een diashow
of video's afspeelt of als u een spraakmemo
opneemt.
Aanraakkalibratie ervoor te zorgen dat de camera uw invoer correct
Instellingen 110
herkent.
Aanvullende informatie
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en onderhoud.
Foutmeldingen ………………………………………… 112
Cameraonderhoud …………………………………… 113
De camera reinigen ………………………………… 113
De camera gebruiken of opbergen ………………… 114
Geheugenkaarten …………………………………… 115
De batterij …………………………………………… 117
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
121
Cameraspecificaties ………………………………… 124
Woordenlijst …………………………………………… 128
Index …………………………………………………… 133
Foutmeldingen
Als een van de volgende foutmeldingen verschijnt, kunt u de onderstaande oplossingen proberen.
Foutmelding
Mogelijke oplossing
• Schakel de camera uit en weer in.
Kaartfout
• Verwijder de geheugenkaart en plaats deze
weer terug.
• Formatteer de geheugenkaart.
Kaart wordt niet
ondersteund.
De geplaatste geheugenkaart wordt niet
ondersteund door de camera. Plaats een
microSD- of microSDHC-geheugenkaart.
DCF Full Error
Bestandsnamen komen niet overeen met
de DCF-norm. Breng de bestanden op de
geheugenkaart over naar een computer en
formatteer de kaart.
Bestandsfout
Wis het beschadigde bestand of neem contact
op met een servicecenter.
Bestandssysteem
wordt niet
ondersteund.
De FAT-bestandsstructuur van de geplaatste
geheugenkaart wordt niet door de camera
ondersteund. Formatteer de geheugenkaar in
de camera.
Batterij bijna leeg
Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij
op.
Geheugen vol
Wis onnodige bestanden of plaats een nieuwe
geheugenkaart.
Geen foto
Maak foto's of plaats een geheugenkaart met
een aantal foto's in de camera.
Aanvullende informatie 112
Cameraonderhoud
Camerabody
De camera reinigen
Veeg deze voorzichtig met een zachte droge doek af.
Cameralens en aanraakscherm
Verwijder stof met behulp van een blaaskwastje en veeg
de lens met een zachte doek voorzichtig af. Voor eventueel
achtergebleven stof brengt u lensreinigingsvloeistof op een stuk
reinigingspapier aan en veegt u de lens voorzichtig schoon.
• Gebruik nooit benzeen, thinner of alcohol om het toestel te reinigen.
Deze oplosmiddelen kunnen de camera beschadigen of defecten
veroorzaken.
• Druk niet op de lenskap en gebruik geen blaasborsteltje op de
lenskap.
Aanvullende informatie 113
Cameraonderhoud
Gebruik op het strand of aan de waterkant
De camera gebruiken of opbergen
Ongeschikte plaatsen voor het gebruiken of opbergen
van de camera
• Stel de camera niet bloot aan zeer hoge of lage temperaturen.
• Gebruik de camera niet in zeer vochtige omgevingen of
omgevingen waar de luchtvochtigheid snel verandert.
• Stel de camera niet bloot aan direct zonlicht en bewaar
•
•
•
•
de camera niet op warme locaties met slechte ventilatie,
bijvoorbeeld een auto die in de zon staat.
Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik
en sterke trillingen om ernstige schade te voorkomen.
Gebruik of bewaar de camera niet op stoffige, vuile, vochtige of
slecht-geventileerde plaatsen, om schade aan bewegende en
interne onderdelen te voorkomen.
Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbare
stoffen of ontvlambare chemicaliën. Bewaar geen ontvlambare
vloeistoffen, gassen en explosief materiaal in dezelfde ruimte als
de camera of de accessoires van de camera.
Berg de camera niet op met mottenballen.
• Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op het
strand of in een andere, soortgelijke omgeving gebruikt.
• Uw camera is niet waterbestendig. Gebruik de batterij, adapter of
geheugenkaart niet met natte handen. Als u de camera gebruikt
met natte handen kan de camera beschadigd raken.
Camera voor langere tijd opbergen
• Als u de camera voor langere tijd opbergt, moet u de camera
samen met absorberend materiaal, bijvoorbeeld silicagel, in een
afgesloten houder plaatsen.
• Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere
tijd opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van
tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera
veroorzaken.
• Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van
tijd en moeten voor gebruik opnieuw worden opgeladen.
Wees voorzichtig bij gebruik in vochtige omgevingen
Als u de camera overbrengt van een koude omgeving naar
een warme, kan er condensvorming optreden op de lens of de
interne onderdelen van de camera. In dit geval moet u de camera
uitschakelen en minstens 1 uur wachten. Als er condensvorming
optreedt op de geheugenkaart, moet u de kaart verwijderen uit de
camera en wachten tot al het vocht is verdampt voordat u de kaart
terugplaatst.
Aanvullende informatie 114
Cameraonderhoud
Overige aandachtspunten
• Zwaai de camera niet aan de polslus heen en weer. Hierdoor
kunt u uzelf of anderen verwonden of schade aan uw camera
veroorzaken.
• Verf de camera niet, omdat verf tussen de bewegende
onderdelen kan gaan zitten en de werking van het apparaat kan
beïnvloeden.
• Schakel de camera uit als u deze niet gebruikt.
• De camera bevat kwetsbare onderdelen. Zorg daarom dat u de
camera niet blootstelt aan schokken.
• Bewaar de camera in het etui om het scherm te bescherm tegen
externe krachten. Houd de camera uit de buurt van zand, scherp
gereedschap of kleingeld om te voorkomen dat er krassen op de
camera komen.
• Stel de lens niet aan direct zonlicht bloot. Hierdoor kan de
beeldsensor verkleuren of defect raken.
• Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de
lens met een zachte, schone doek.
• Als de camera een schok opvangt, wordt de camera mogelijk
uitgeschakeld. Dit gebeurt om de geheugenkaart te beschermen.
Schakel de camera weer in om de camera te gebruiken.
• De camera kan warm worden tijdens het gebruik. Dit is normaal
• Verf of metaal aan de buitenzijde van de camera kan allergieën,
jeuk, eczeem of bultjes veroorzaken bij mensen met een
gevoelige huid. Als u last hebt van een van deze symptomen,
stop dan onmiddellijk met het gebruik van de camera en
raadpleeg een arts.
• Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, sleuven
en toegangspunten van de camera. Schade als gevolg van
onjuist gebruik wordt mogelijk niet door de garantie gedekt.
• Laat geen ongekwalificeerd personeel reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden aan de camera uitvoeren en
probeer dit ook niet zelf te doen. Alle schade die voortvloeit uit
ongekwalificeerd onderhoud of reparatie wordt niet door de
garantie gedekt.
Geheugenkaarten
Ondersteunde geheugenkaarten
De camera ondersteunt de volgende typen geheugenkaarten:
microSD (Secure Digital) en microSDHC (Secure Digital High
Capacity).
en is niet van invloed op de levensduur of prestaties van uw
camera.
• Bij lage temperaturen kan het langer duren voor de camera is
ingeschakeld, kunnen kleuren tijdelijk veranderen of kunnen
nabeelden worden weergegeven. Deze omstandigheden duiden
niet op defecten en worden verholpen als u de camera weer bij
normale temperaturen gebruikt.
Aanvullende informatie 115
Als u gegevens wilt lezen met een computer of
een geheugenkaartlezer, moet u de geheugenkaart
plaatsen in een geheugenkaartadapter.
Cameraonderhoud
Capaciteit van de geheugenkaart
Aandachtspunten bij gebruik van geheugenkaarten
De geheugencapaciteit verschilt, afhankelijk van de opnamemodus
en de opnameomstandigheden. De volgende capaciteiten zijn
gebaseerd op een microSD-kaart van 1 GB:
Grootte Superhoog
F
o
t
o
'
s
*
V
i
d
e
o
'
s
Hoog
Normaal
30 fps
15 fps
105
206
303
-
-
117
230
337
-
-
140
275
406
-
-
166
323
469
-
-
319
607
858
-
-
522
954
1336
-
-
742
1336
1878
-
-
1582
2505
3006
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Ongeveer
13 min.
08 sec.
Ongeveer
14 min.
55 sec.
Ongeveer
34 min.
55 sec.
Ongeveer
134 min.
34 sec.
Ongeveer
22 min.
57 sec.
Ongeveer
25 min.
54 sec.
Ongeveer
65 min.
40 sec.
Ongeveer
231 min.
14 sec.
* Bij gebruik van de zoomfunctie kan de beschikbare opnametijd afwijken
van de vermelde waarden. Om de totale opnameduur te bepalen, zijn er
verschillende video's achter elkaar opgenomen.
• Plaats een geheugenkaart in de juiste richting. Als u een
geheugenkaart in de verkeerde richting plaatst, kunnen zowel
camera als geheugenkaart hierdoor beschadigen.
• Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera of
door een computer zijn geformatteerd. Formatteer een dergelijke
geheugenkaart opnieuw in uw eigen camera.
• Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst of
verwijdert.
• Verwijder de geheugenkaart niet en schakel uw camera niet uit
wanneer het lampje knippert. Hierdoor kunnen de gegevens
beschadigen.
• Wanneer de levensduur van een geheugenkaart is verlopen, kunt
u geen foto’s meer op de kaart opslaan. Gebruik een nieuwe
geheugenkaart.
• Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware
klappen of druk worden blootgesteld.
• Zorg dat u geheugenkaart niet gebruikt of opbergt in de buurt van
krachtige magnetische velden.
• Zorg dat u geheugenkaarten niet gebruikt op locaties met hoge
temperaturen of luchtvochtigheid of in de buurt van bijtende
stoffen.
• Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistoffen,
vuil of vreemde stoffen. Veeg zo nodig de geheugenkaart met
een zachte doek schoon voor u de geheugenkaart in de camera
plaatst.
• Voorkom dat geheugenkaarten, of de sleuf voor
geheugenkaarten, in contact komen met vloeistoffen, vuil of
vreemde stoffen. Dergelijke stoffen kunnen ervoor zorgen dat
geheugenkaarten of de camera niet goed meer werken.
Aanvullende informatie 116
Cameraonderhoud
• Wanneer u een geheugenkaart bij u draagt, moet u een hoesje
gebruiken om de kaart tegen elektrostatische ontlading te
beschermen.
• Breng belangrijke gegevens over naar andere dragers, zoals een
harde schijf of cd/dvd.
Werkduur van de batterij
Gemiddelde opnameduur/
Aantal foto's
Testomstandigheden
(bij een volledig geladen batterij)
Dit is onder de volgende
omstandigheden gemeten: in de modus
Programma, bij een resolutie van
,
met DIS uitgeschakeld, met de kwaliteit
Hoog.
• Als u de camera langere tijd gebruikt, kan de geheugenkaart
warm worden. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Foto's
Ongeveer
100 min./
Ongeveer
200 foto's
De batterij
1. Stel de flitser in op Invulflits, maak
één foto en zoom in of uit.
2. Stel de flitser in op Uit, maak één foto
en zoom in of uit.
3. Voer stap 1 en 2 gedurende 30
seconden uit en herhaal dit 5 minuten
lang. Schakel de camera vervolgens
1 minuut uit.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen.
Batterijspecificaties
4. Herhaal stap 1 tot 3.
Specificatie
Beschrijving
Model
BP70A
Type
Lithium-ionbatterij
Capaciteit
740 mAh (min. 700 mAh)
Voltage
3,7 V
Ongeveer
Video's
80 min.
Neem video's op bij een resolutie van
1280 X 720 HQ en met 30 fps.
• De bovenstaande cijfers zijn volgens de normen van Samsung gemeten en
kunnen afwijken van resultaten bij daadwerkelijk gebruik.
• Om de totale opnameduur te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar
opgenomen.
Oplaadtijd*
Ongeveer 150 min
(wanneer de camera is uitgeschakeld)
* Duurt mogelijk langer als u de batterij aansluit op een computer om de
batterij op te laden.
Aanvullende informatie 117
Cameraonderhoud
Melding Batterij bijna leeg
Aandachtspunt voor het gebruik van de batterij
Als de batterij volledig is ontladen, wordt het batterijpictogram
rood en verschijnt de melding 'Batterij bijna leeg'.
De batterij gebruiken
• Stel batterijen of geheugenkaart niet bloot aan zeer hoge of
•
•
•
•
lage temperaturen (onder 0 ºC of boven 40 ºC). Door extreme
temperaturen kan de capaciteit van batterijen verminderen en
kunnen geheugenkaarten minder goed werken.
Als u de camera langere tijd gebruikt, kan het gebied rond de
batterijklep warm worden. Dit heeft geen invloed op de normale
werking van de camera.
Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te
halen om te voorkomen dat u brand of een schok veroorzaakt.
Bij temperaturen onder 0 ºC kunnen de capaciteit en
levensduur van de batterij afnemen.
Bij lage temperaturen kan de batterijcapaciteit afnemen, maar
de gewone capaciteit wordt hersteld bij gebruik bij hogere
temperaturen.
Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen
schade
Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen
voorwerpen. Dit kan een verbinding vormen tussen de plus- en
minpolen van uw batterijen en tijdelijke of permanente schade aan
de batterijen en brand of een schok veroorzaken.
De batterij opladen
• Controleer als het indicatielampje uit is of de batterij op de juiste
wijze is geplaatst.
• Als camera tijdens het opladen is ingeschakeld, wordt de
•
•
•
•
batterij mogelijk niet volledig opgeladen. Schakel de camera uit
alvorens de batterij op te laden.
Gebruik de camera niet als de batterij wordt opgeladen. Dit kan
brand of een schok veroorzaken.
Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te
halen om te voorkomen dat u brand of een schok veroorzaakt.
Wacht minstens tien minuten voor u de camera inschakelt
nadat de batterij is opgeladen.
Als u de camera aansluit op een externe voedingsbron terwijl
de batterij helemaal leeg is, wordt de camera uitgeschakeld
wanneer u bepaalde functies gebruikt die veel stroom
verbruiken. Laad de batterij op om de camera op normale wijze
te gebruiken.
Aanvullende informatie 118
Cameraonderhoud
• Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's
•
•
•
•
raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij op totdat het
indicatielampje groen wordt.
Als het indicatielampje oranje knippert of niet brandt, sluit u de
kabel opnieuw aan of verwijdert u de batterij en plaatst u deze
opnieuw in de camera.
Als u de batterij oplaadt wanneer de kabel oververhit is of de
temperatuur te hoog is, kan het indicatielampje oranje worden.
Nadat de batterij is afgekoeld, wordt met opladen begonnen.
Te lang opladen van batterijen kan de levensduur daarvan
bekorten. Wanneer het opladen is voltooid, dient u de kabel van
de camera los te koppelen.
Knik de voedingskabel niet en plaats er geen zware voorwerpen
op. Hierdoor zou de kabel kunnen beschadigen.
Behandel batterijen en oplader voorzichtig en voer
deze af volgens de voorschriften
• Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale
regelgevingen bij het weggooien van gebruikte batterijen.
• Leg batterijen of camera's nooit in of op verwarmingsapparaten,
zoals een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen
exploderen als ze te heet worden.
De batterij opladen terwijl er een computer is aangesloten
• Gebruik alleen de meegeleverde USB-kabel.
• De batterij wordt mogelijk in de volgende gevallen niet
opgeladen:
- wanneer u een USB-hub gebruikt
- wanneer er andere USB-apparaten op de computer zijn
aangesloten
- wanneer u de kabel op de poort aan de voorzijde van de
computer aansluit
- wanneer de USB-poort van de computer de stroomuitvoernorm
niet ondersteunt (5 V, 500 mA)
Aanvullende informatie 119
Cameraonderhoud
Onzorgvuldig of verkeerd gebruik van de batterij kan
lichamelijk letsel of de dood tot gevolg hebben. Volg
voor uw eigen veiligheid de onderstaande instructies
voor het juiste gebruik van de batterij:
• De batterij kan vlam vatten of exploderen als deze niet
op de juiste wijze wordt gebruikt. Als u vervormingen,
scheuren of andere afwijkingen in de batterij opmerkt,
stopt u onmiddellijk het gebruik hiervan en neemt u
contact op met een servicecenter.
• Gebruik alleen authentieke, door de fabrikant aanbevolen
batterijopladers en -adapters en laad de batterij alleen op
volgens de procedures die in deze gebruiksaanwijzing
zijn vermeld.
• Plaats de batterij niet te dicht bij warmtebronnen en stel
de batterij niet bloot aan extreem warme omgevingen,
zoals een gesloten auto in de zon.
• Plaats de batterij niet in een magnetron.
• Bewaar of gebruik de batterij niet in een hete, vochtige
omgeving, zoals een badkamer of douche.
• Plaats de batterij niet voor langere tijd op ontvlambare
oppervlakken, zoals matrassen, tapijten of elektrische
dekens.
• Laat het toestel, als het is ingeschakeld, niet voor langere
tijd in een afgesloten ruimte.
• Zorg ervoor dat de polen van de batterij niet in contact
komen met metalen voorwerpen, zoals halskettingen,
munten, sleutels en horloges.
Aanvullende informatie 120
• Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant
aanbevolen lithium-ionbatterijen ter vervanging.
• Haal de batterij niet uit elkaar te halen of maak er geen
gat in met een scherp voorwerp.
• Stel de batterij niet bloot aan hoge druk of extreme
krachten.
• Stel de batterij niet bloot aan hevige klappen, bijvoorbeeld
door deze van grote hoogte te laten vallen.
• Stel de batterij niet bloot aan temperaturen boven de
60 °C.
• Stel de batterij niet bloot aan vocht of vloeistoffen.
• De batterij mag niet worden blootgesteld aan overmatige
warmte zoals zonneschijn, vuur of dergelijke zaken.
Richtlijnen voor afvoer
• Wees zorgvuldig als u de batterij weggooit.
• Werp de batterij nooit in een open vuur.
• Regelgeving kan per land of regio verschillen. Zorg dat
u zich houdt aan alle lokale en nationale regelgeving
wanneer u de batterij weggooit.
Richtlijnen voor het opladen van de batterij
Laad de batterij alleen op volgens de procedure in
deze gebruiksaanwijzing. De batterij kan ontbranden
of exploderen als deze niet op de juiste wijze wordt
opgeladen.
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Wanneer u problemen met de camera ondervindt, kunt u eerst de volgende procedures uitvoeren voordat u contact opneemt met een
servicecenter. Als u het probleem hiermee niet kunt oplossen, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke dealer of servicecenter.
Wanneer u uw camera naar een servicecentrum brengt, breng dan ook de onderdelen mee die de oorzaak kunnen zijn van de fout, zoals bijvoorbeeld de geheugenkaart of de
batterij.
Situatie
De camera kan niet
worden ingeschakeld
Mogelijke oplossing
Situatie
• Controleer of de batterij in de camera is
geplaatst.
• Controleer of de batterij correct in de
• Formatteer de geheugenkaart.
camera is geplaatst. (pag. 16)
• Laad de batterij op.
Er kunnen geen foto's
worden gemaakt
• Laad de batterij op.
De camera
wordt plotseling
uitgeschakeld
De batterij raakt snel
leeg
Mogelijke oplossing
• Er is geen ruimte op de geheugenkaart.
Wis onnodige bestanden of plaats een
nieuwe kaart.
• De geheugenkaart is defect. Koop een
nieuwe geheugenkaart.
• De camera bevindt zich mogelijk in de
spaarstand. (pag. 108)
• Controleer of de camera is ingeschakeld.
• De camera wordt mogelijk uitgeschakeld
om te voorkomen dat de geheugenkaart
door een harde schok beschadigd raakt.
Schakel de camera weer in.
• Controleer of de batterij op de juiste wijze
is geplaatst.
De camera loopt vast
Verwijder de batterij en plaats deze weer
terug.
• Bij lage temperaturen (onder 0 °C) kan de
batterij sneller leeg raken. Houd de batterij
warm door deze in uw zak te steken.
De camera wordt warm
• Met het gebruik van de flitser en het
opnemen van video's raakt de batterij
snel leeg. Laad de batterij indien nodig
weer op.
De camera kan warm worden tijdens het
gebruik. Dit is normaal en is niet van invloed
op de levensduur of prestaties van uw
camera.
De flitser werkt niet
• Laad de batterij op.
• Batterijen zijn verbruiksartikelen die na
verloop van tijd moeten worden vervangen.
Koop een nieuwe batterij als de levensduur
drastisch afneemt.
Aanvullende informatie 121
• Mogelijk is de flitser uitgeschakeld.
(pag. 54)
• In bepaalde modi kunt u de flitser niet
gebruiken.
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Situatie
Mogelijke oplossing
Er wordt onverwachts
een flits afgevuurd
De flitser wordt mogelijk geactiveerd vanwege
statische elektriciteit. Dit duidt niet op een
defect van de camera.
Situatie
De datum en tijd
kloppen niet
Stel de datum en tijd in bij de
scherminstellingen. (pag. 109)
Het aanraakscherm of
de knoppen werken
niet
Verwijder de batterij en plaats deze weer
terug.
Het camerascherm
reageert niet goed
Als u de camera bij zeer lage temperaturen
gebruikt, kan het camerascherm verkleuren
of slecht functioneren. Voor betere prestaties
van het scherm moet de camera bij normale
temperaturen worden gebruikt.
De foto's zijn onscherp
De kleuren in de foto
zijn anders dan de
daadwerkelijke kleuren
De foto is te licht
Er kunnen geen
bestanden worden
afgespeeld of
weergegeven
• Verwijder de geheugenkaart en plaats
deze weer terug.
• Formatteer de geheugenkaart.
Zie 'Aandachtspunten bij gebruik van
geheugenkaarten' voor meer informatie.
(pag. 116)
• Controleer of de lens schoon is. Reinig de
lens indien nodig. (pag. 113)
• Zorg dat het onderwerp zich binnen het
bereik van de flitser bevindt. (pag. 124)
• Schakel de camera uit en weer in.
De geheugenkaart
heeft een fout
Mogelijke oplossing
• Controleer of de ingestelde scherpsteloptie
voor close-upfoto's geschikt is. (pag. 57)
De foto is te donker
Als u de naam van een bestand wijzigt,
kan de camera dit bestand mogelijk niet
afspelen of weergeven (de bestandsnaam
moet voldoen aan de DCF-norm). In
dergelijke gevallen kunt u de bestanden op
een computer afspelen of weergeven.
Aanvullende informatie 122
Een onjuiste witbalans kan voor
onrealistische kleuren zorgen. Selecteer
de juiste witbalansoptie voor de lichtbron.
(pag. 68)
De foto is overbelicht.
• Schakel de flitser uit. (pag. 54)
• Pas de ISO-waarde aan. (pag. 56)
• Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 66)
De foto is onderbelicht.
• Schakel de flitser in. (pag. 54)
• Pas de ISO-waarde aan. (pag. 56)
• Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 66)
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Situatie
De foto's worden
niet op de televisie
weergegeven
De computer herkent
de camera niet
Mogelijke oplossing
Situatie
Mogelijke oplossing
• Controleer of de camera correct op de
televisie is aangesloten met de A/V-kabel.
• Sluit Intelli-studio af en start het programma
opnieuw.
• Controleer of de geheugenkaart foto's
bevat.
• Intelli-studio kan niet op Macintoshcomputers worden gebruikt.
• Controleer of de USB-kabel op de juiste
wijze is geplaatst.
• Controleer of de camera is ingeschakeld.
Intelli-studio werkt niet
naar behoren
• Controleer of het besturingssysteem wordt
ondersteund.
Tijdens het
overbrengen van
bestanden verbreekt
de computer de
verbinding
De bestandsoverdracht kan door statische
elektriciteit worden gestoord. Koppel de
USB-kabel los en sluit deze weer aan.
De computer kan geen
video's afspelen
Video's kunnen mogelijk niet afgespeeld met
bepaalde videospelers. Installeer en gebruik
het programma Intelli-studio op uw computer
voor het afspelen van videobestanden die u
met uw camera hebt opgenomen. (pag. 98)
Aanvullende informatie 123
• Controleer of Pc-software in het
instellingenmenu is ingeschakeld.
(pag. 108)
• Afhankelijk van de specificaties en
instellingen van de computer wordt het
programma mogelijk niet automatisch
gestart. Klik in dat geval op u computer op
start Deze computer Intelli-studio
iStudio.exe.
Cameraspecificaties
Beeldsensor
Type
Scherpstelling
1/2,3 inch (ongeveer 7,76 mm) CCD
Effectieve pixels
Ongeveer 16,2 megapixel
Totaalaantal pixels
Ongeveer 16,4 megapixel
Type
Lens
Brandpuntsafstand
Bereik
Samsung-lens f = 4,7 mm - 23,5 mm
(35 mm equivalent: 26 mm - 130 mm)
TTL-autofocus (Multi AF, Centrum AF, Slimme
gezichtsherkenning-AF, Gezichtsdetectie-AF, Smart
Touch AF, One Touch-opname-AF)
Normaal (AF)
Tele (T)
150 cm - oneindig
Macro
5 cm - 80 cm
100 cm - 150 cm
Auto macro
5 cm - oneindig
100 cm - oneindig
Diafragmabereik
F3,3 (G)-F5,9 (T)
Sluitertijd
Digitale zoom
• Fotomodus: 1,0X - 5,0X
(Optische zoom x Digitale zoom: 25,0X
• Afspeelmodus: 1,0X - 14,4X
• Smart Auto: 1/8 - 1/2000 sec.
• Programma: 1 - 1/2000 sec.
• Nachtopname: 8 - 1/2000 sec.
Scherm
Groothoek (G)
80 cm - oneindig
Belichting
Type
TFT LCD
Functionaliteit
3,0 inch (7,6 cm) breed (230 K) met een volledig
aanraakscherm
Regeling
Programma AE
Lichtmeting
Multi, Spot, Centr. gewogen, Gezichtsdetectie
Compensatie
±2EV (1/3 EV Stap)
ISO-equivalent
Auto, ISO 80, ISO 100, ISO 200, ISO 400,
ISO 800, ISO 1600, ISO 3200
Aanvullende informatie 124
Cameraspecificaties
Witbalans
Flitser
Modus
Auto, Rode ogen, Invulflits, Langz sync, Uit,
Anti-rode ogen
Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt, TL-licht H, TL-licht L, Kunstlicht,
Aangep. instelling
• Groothoek: 0,2 m - 3,5 m (ISO Auto)
• Tele: 1,0 m - 2,5 m (ISO Auto)
Datering
Bereik
Oplaadtijd
Ongeveer 4 sec.
Opname
Datum/tijd, Datum, Uit
Digital Image Stabilization (DIS)
Digital Image Stabilization (DIS)
Effect
Opnamemodus voor
foto's
• Fotofilter (Smart filter): (Normaal), Miniatuur,
Vignetten, Softfocus, Oude film 1, Oude film 2,
Halftoonstip, Schets, Visoog, Anti-nevel, Klassiek,
Retro, Negatief, (Aangep. RGB)
• Beeld aanpassen: Scherpte, Contrast, Kleurverz.
Foto's
• Paleteffectopname: Paleteffect 1, Paleteffect 2,
Paleteffect 3, Paleteffect 4
Opnamemodus voor
• Filmfilter (Smart filter): (Normaal), Miniatuur,
video's
Vignetten, Halftoonstip, Schets, Visoog, Antinevel, Klassiek, Retro, Negatief, (Aangep. RGB)
Aanvullende informatie 125
• Modi: Smart Auto*, Programma, Scène*,
Enkele opname, Magisch kader-opname,
Beautyshot, Objectmarkering, Nachtopname,
Close-up, Vignetten, Fotofilter
* Smart Auto:
Macro, Macro tekst, Portret, Wit, Landschap,
Actie, Statief, Nacht, Nachtportret, Tegenl.,
Portretfoto met tegenlicht, Blauwe lucht,
Zonsondergang, Macro kleur, Natuurlijk groen,
Vuurwerk
* Scène:
Landschap, Tekst, Zon onder, Dageraad,
Tegenl., Strand/sneeuw
• Scherpstelstand: 1 opname, Continu,
Bewegingsopname, AEB
• Timer: 2 sec, 10 sec, Dubbel
Cameraspecificaties
Video's
• Modi: Film, Slimme film*, Vignetten, Filmfilter,
Paleteffectopname
* Slimme film:
Landschap, Blauwe lucht, Natuurlijk groen,
Zonsondergang
• Bestandsindeling: MP4 (H.264)
(Maximale opnametijd: 20 min.)
• Formaat: 1280 X 720 HQ, 1280 X 720,
640 X 480, 320 X 240
• Framesnelheid: 30 fps, 15 fps
• Spraak: Dempen, Sound Alive Aan, Sound
Alive Uit
• Video bewerken (intern): pauzeren tijdens
opnemen, foto's maken, tijd bijsnijden
Afspelen
Type
Eén foto, Miniaturen, Diashow met muziek en
effecten, Filmclip, Smart Album*, 3D-album,
Magazineweergave
* Smart Album-categorie: Type, Datum, Gezicht
Bewerken
Res.wijz, Draaien, Beeld aanpassen, Bijsnijden,
Slim bijsnijden, Smart filter
Effect
• Beeld aanpassen: Gezichtretouch., Helderheid,
Kleurverz., Contrast, Anti-rode ogen, ACB
• Smart filter: Normaal, Miniatuur, Vignetten,
Softfocus, Oude film 1, Oude film 2, Halftoonstip,
Schets, Visoog, Anti-nevel, Klassiek, Retro,
Negatief, Aangep. RGB
Spraakopname
• Spraakopname (maximaal 10 uur)
• Spraakmemo in een foto (maximaal 10 sec.)
Opslag
Media
• Intern geheugen: Ongeveer 10 MB
• Extern geheugen (optioneel): microSD-kaart
(tot 2 GB gegarandeerd), microSDHC-kaart
(tot 8 GB gegarandeerd)
De interne geheugencapaciteit kan van deze
specificaties afwijken.
Bestandsindeling
• DCF, EXIF 2.21, DPOF 1.1, PictBridge 1.0
• Foto: JPEG (DCF)
• Videoclip: MP4 (Video: MPEG-4.AVC/H.264,
Audio: AAC)
• Geluidsbestand: WAV
Aanvullende informatie 126
Cameraspecificaties
Voedingsbron
Voor 1 GB microSD: Aantal foto's
Beeldformaat
Superhoog
Hoog
Normaal
4608 X 3456
105
206
303
4608 X 3072
117
230
337
Afhankelijk van uw regio kan de voedingsbron verschillen.
4608 X 2592
140
275
406
Afmetingen (B x H x D)
3648 X 2736
166
323
469
91,9 X 53,1 X 17,0 mm (zonder uitsteeksels)
2592 X 1944
319
607
858
1984 X 1488
522
954
1336
1920 X 1080
742
1336
1878
1024 X 768
1582
2505
3006
Deze waarden zijn gemeten onder
standaardcondities en kunnen variëren, afhankelijk
van opnameomstandigheden en camerainstellingen.
Lithium-ionbatterij (BP70A, 740 mAh: min. 700 mAh)
Gewicht
106,9 g (zonder batterij en geheugenkaart)
Bedrijfstemperatuur
0 - 40 °C
Bedrijfsluchtvochtigheid
5 - 85 %
Software
Interface
Digitale uitvoer
Oplaadbare batterij
Intelli-studio
USB 2.0
Audio-invoer
/-uitvoer
Interne luidspreker (mono), microfoon (mono)
Video-uitvoer
A/V: NTSC, PAL (instelbaar)
Gelijkstroomaansluiting
20-pins, 4,2 V
Specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd voor betere
prestaties.
Aanvullende informatie 127
Woordenlijst
Automatische contrastverbetering (ACB)
Deze functie verbetert automatisch het contrast van uw beelden
wanneer het onderwerp tegenlicht heeft of als er veel contrast is
tussen uw onderwerp en de achtergrond.
Compositie
Met compositie wordt de plaatsing van de verschillende
elementen in het beeld bedoeld. Meestal levert een compositie
volgens de regel van derden een plezierig resultaat.
Opnamereeks met verschillende belichtingen (AEB)
Deze functie maakt automatisch meerdere beelden met
verschillenden belichtingen om u te helpen een goedbelicht beeld
te maken.
DCF (Design rule for Camera File system)
Een specificatie voor het definiëren van een bestandsindeling
en bestandssysteem voor digitale camera's die is gemaakt door
de Japan Electronics and Information Technology Industries
Association (JEITA).
Autofocus (AF)
Een systeem dat automatisch de cameralens scherpstelt op het
onderwerp. Uw camera gebruikt het contrast om automatisch
scherp te stellen.
Diafragma
Het diafragma bepaalt de hoeveelheid licht die de sensor van de
camera bereikt.
Bewegingsonscherpte (vaag)
Als de camera wordt bewogen wanneer de sluiter is geopend,
kan het volledige beeld vaag lijken. Dit komt vaker voor wanneer
de sluitertijd laag is. Voorkom bewegingsonscherpte door de
gevoeligheid te verhogen, de flitser te gebruiken of een hogere
sluitertijd. U kunt ook een statief of de DIS- of OIS-functie
gebruiken om de camera te stabiliseren.
Scherptediepte
De afstand tussen het dichtstbijzijnde en verste punt waarop kan
worden scherpgesteld in een foto. De scherptediepte verschilt
per diafragma, brandpuntsafstand en afstand tussen de camera
en het onderwerp. Als u bijvoorbeeld een kleiner diafragma
selecteert, wordt de scherptediepte vergroot en wordt de
achtergrond van een compositie vaag.
Digitale zoom
Een functie die op kunstmatige wijze de beschikbare hoeveelheid
zoom met de zoomlens vergroot (optische zoom). Als u de
digitale zoomfunctie gebruikt, wordt de beeldkwaliteit minder
wanneer de vergroting wordt verhoogd.
Aanvullende informatie 128
Woordenlijst
Digitale afdrukbestelling (DPOF)
Een indeling voor het schrijven van afdrukgegevens, zoals
geselecteerde beelden en het aantal afdrukken, op een
geheugenkaart. Printers die compatibel zijn met DPOF, soms
verkrijgbaar in fotowinkels, kunnen de informatie lezen van de
kaart voor eenvoudig afdrukken.
Flitser
Een flitslamp die ervoor zorgt dat er voldoende belichting is in
omstandigheden met weinig licht.
Belichtingswaarde (EV)
Alle combinaties van de camerasluitertijd en diafragma die
resulteren in dezelfde belichting.
Brandpuntsafstand
De afstand van het brandpunt van de lens tot het beeldvlak
(in millimeters). Grotere brandpuntsafstanden resulteren in een
kleinere beeldhoek en een grotere weergave van het onderwerp.
Kleinere brandpuntsafstanden resulteren in een grotere
beeldhoek.
EV-compensatie
Met deze functie kunt u snel de belichtingswaarde aanpassen
die wordt berekend door de camera, in beperkte stappen, om de
belichting van uw foto's te verbeteren. Stel de EV-compensatie in
op -1,0 EV om de waarde een stap donkerder in te stellen en op
1,0 EV om de waarde een stap lichter te maken.
Histogram
Een grafische weergave van de helderheid van een beeld. De
horizontale as stelt de helderheid voor en de verticale as het
aantal pixels. Hoge pieken aan de linkerkant (te donker) en aan de
rechterkant (te licht) op het histogram geven aan dat een foto niet
goed is belicht.
Exif (Exchangeable Image File Format)
Een specificatie voor het definiëren van een beeldbestandindeling
voor digitale camera's die is gemaakt door de Japan Electronic
Industries Development Association (JEIDA).
H.264/MPEG-4
Een video-indeling met hoge compressie die is ontwikkeld door
de internationale standaardisatieorganisaties ISO/IEC en ITU-T.
Deze codec zorgt ervoor dat goede videokwaliteit wordt geleverd
met lage bitsnelheden ontwikkeld door het Joint Video Team
(JVT).
Belichting
De hoeveelheid licht die de sensor van de camera mag bereiken.
Belichting wordt bepaald door een combinatie van sluitertijd,
diafragma en ISO-waarde.
Aanvullende informatie 129
Woordenlijst
Beeldsensor
Het fysieke deel van een digitale camera die een fotosite bevat
voor elke pixel in het beeld. Elke fotosite neemt de helderheid
van het licht op dat de fotosite bereikt tijdens een belichting.
Algemene sensortypen zijn CCD (Charge-coupled Device) en
CMOS (Complementary Metal Oxide Semiconductor).
ISO-waarde
De gevoeligheid van een camera voor licht, gebaseerd op de
equivalente filmsnelheid gebruikt in een filmcamera. Met hogere
ISO-waarden gebruikt de camera een hogere sluitertijd, waardoor
vervaging kan worden verminderd die wordt veroorzaakt door het
bewegen van de camera en weinig licht. Beelden met een hoge
gevoeligheid zijn echter veel gevoeliger voor ruis.
JPEG (Joint Photographic Experts Group)
Een lossy-methode van compressie voor digitale beelden. JPEGbeelden worden gecomprimeerd om de algehele bestandsgrootte
te verminderen met minimale afname van de beeldresolutie.
LCD (Liquid Crystal Display)
Een visuele display die algemeen wordt gebruikt in consumenten
elektronica. Dit display heeft een aparte achtergrondverlichting
nodig zoals CCFL of LED, om kleuren te kunnen reproduceren.
Macro
Met deze functie kunt u close-upfoto's maken van zeer kleine
voorwerpen. Als u de macrofunctie gebruikt, kan de camera goed
scherpstellen op kleine voorwerpen met een verhouding op bijna
ware grootte (1:1).
Lichtmeting
De lichtmeting heeft betrekking op de manier waarop een camera
de hoeveelheid licht meet om de belichting in te stellen.
MJPEG (Motion JPEG)
Een video-indeling die wordt gecomprimeerd als een JPEGbeeld.
Ruis
Verkeerd geïnterpreteerde pixels in een digitaal beeld die mogelijk
worden weergegeven als verkeerd geplaatste of willekeurige,
heldere pixels. Ruis treedt meestal op wanneer foto's worden
gemaakt met een hoge gevoeligheid of wanneer de gevoeligheid
automatisch wordt ingesteld op een donkere locatie.
Optische zoom
Dit is een algemene zoomfunctie waarmee beelden kunnen
worden vergroot met een lens en waarmee de beeldkwaliteit niet
vermindert.
Aanvullende informatie 130
Woordenlijst
Kwaliteit
Een uitdrukking van het compressieniveau dat is gebruikt in
een digitaal beeld. Beelden met een hogere kwaliteit hebben
een lager compressieniveau, wat meestal resulteert in grotere
bestanden.
Vignetten
Een vermindering van de helderheid of de verzadiging van een
beeld bij de randen in vergelijking met het midden van het beeld.
Vignetten kan de aandacht richten op onderwerpen die in het
midden van een beeld zijn geplaatst.
Resolutie
Het aantal pixels in een digitaal beeld. Beelden met hoge resolutie
bevatten meer pixels en bevatten meer details dan beelden met
lage resolutie.
Witbalans (kleurbalans)
Een aanpassing van de intensiteit van kleuren (meestal de
primaire kleuren rood, groen en blauw) in een beeld. Het doel van
het aanpassen van de witbalans, of kleurbalans, is de kleuren van
een beeld correct weergeven.
Sluitertijd
De sluitertijd is de hoeveelheid tijd die nodig is om de sluiter
te openen en te sluiten. Dit is een belangrijke factor voor de
helderheid van een foto, aangezien hiermee de hoeveelheid licht
wordt geregeld die door het diafragma op de beeldsensor valt.
Met een kortere sluitertijd valt er minder licht naar binnen en wordt
de foto donkerder, maar is het ook eenvoudiger om de beweging
van het onderwerp te bevriezen.
Aanvullende informatie 131
Correcte verwijdering van dit product
(elektrische & elektronische afvalapparatuur)
Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit
product
(Van toepassing op de Europese Unie en andere Europese
landen met afzonderlijke inzamelingssystemen voor accu’s
en batterijen)
Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal
duidt erop dat het product en zijn elektronische accessoires (bv.
lader, headset, USB-kabel) niet met ander huishoudelijk afval
verwijderd mogen worden aan het einde van hun gebruiksduur. Om
mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door
ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen
van andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier
recyclen, zodat het duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt
bevorderd. Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met
de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente
waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen
milieuvriendelijk kunnen laten recyclen. Zakelijke gebruikers moeten
contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden
van de koopovereenkomst nalezen. Dit product en zijn elektronische
accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering
worden gemengd.
Dit merkteken op de accu, gebruiksaanwijzing of verpakking geeft aan
dat de accu in dit product aan het einde van de levensduur niet samen
met ander huishoudelijk afval mag worden weggegooid. De chemische
symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat het kwik-, cadmium- of
loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn
2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt
behandeld, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van
mensen of het milieu.
Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van
het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en
batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan
te bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in
uw omgeving.
PlanetFirst duidt op het streven van Samsung
Electronics naar een duurzame ontwikkeling en sociale
verantwoordelijkheid door middel van milieubewuste
bedrijfsvoering.
Aanvullende informatie 132
Index
A
Aanraakkalibratie 19, 110
Aanraakscherm 15
Aansluiten op een computer
Mac 102
Windows 97
Afdruk 110
AF-geluid 107
AF-hulplampje
instellingen 110
locatie 14
Afspeelknop 15
Afspeelmodus 79
Automatische
contrastverbetering (ACB)
Afspeelmodus 94
Opnamemodus 66
A/V-poort 14
Bestanden overbrengen
B
Mac 102
Windows 97
Batterij
aandachtspunt 118
opladen 17
plaatsen 16
Contrast
Afspeelmodus 93
Opnamemodus 74
Bestanden weergeven
Beautyshot-modus 36
Beeldaanpassing
contrast
Afspeelmodus 93
Opnamemodus 74
diavoorstelling 87
miniaturen 84
pagina's omslaan, effect 83
Smart Album 82
TV 96
Bestanden wissen 85
helderheid
Bewegingsdetectie 80
Afspeelmodus 93
Opnamemodus 66
Bewegingsopname 70
kleurverzadiging
Afspeelmodus 93
Opnamemodus 74
C
D
Datum/tijd aanpassen 109
De camera losmaken 101
Diafragmawaarde 36
Diavoorstelling 87
Digitale zoom 27
Digital Image Stabilization
(DIS) 29
Cameraonderhoud 113
Digital Print Order Format
(DPOF) 95
Beeldkwaliteit 51
Cameraspecificaties 124
Displayinstelling 23
Beginafbeelding 91, 107
Close-upopname
Draaien 92
rode ogen 95
scherpte 74
Bestanden beveiligen 85
Close-upmodus 35
macro 57
Aanvullende informatie 133
Index
F
Het aanraakscherm gebruiken
G
Filmfiltermodus 44
Gebruikersknoppen 37
Flitser
Geheugenkaart
Anti-rode ogen 55
Auto 54
Invulflits 55
Langz sync 55
Rode ogen 55
Uit 54
Formatteren 110
Fotofiltermodus 42
aandachtspunt 116
plaatsen 16
aanraken 21
bladeren 21
vegen 21
Gezichten retoucheren
Centr. gewogen 68
Multi 68
Spot 68
Afspeelmodus 94
Opnamemodus 36
Gezichtsdetectie 61
Instellingen 106
M
Intelligente zoomfunctie 28
Macro 57
Intelli-studio 99
Magische kadermodus 42
ISO-waarde 56
Mijn ster
H
K
Foto's afdrukken 103
Half indrukken,
ontspanknop 30
Kleurverzadiging
Foutmeldingen 112
Lichtmeting
I
Geluidsinstellingen 23
Fotograferen met één
aanraking 59
Foto's bewerken 91
L
Afspeelmodus 93
Opnamemodus 74
Helderheid
Afspeelmodus 93
Opnamemodus 66
Knipperen 63
Helderheid scherm 108
Aanvullende informatie 134
classificatie 81
registreren 64
Miniaturen 82
N
Nachtmodus 36
Index
O
Objectbenadrukkingsmodus 41
Ontspanknop 14
Opladen 17
Opnamereeks met
verschillende belichtingen
(AEB) 70
Optionele accessoires 13
P
Paleteffectopnamemodus 46
PictBridge 103
Pictogrammen
Afspeelmodus 81
Opnamemodus 20
Startscherm 24
Portretten maken
Anti-rode ogen 55
Beautyshot-modus 36
Gezichtsdetectie 61
Knipperen 63
Rode ogen 55
Slimme gez.herkenning 63
Smile shot 62
Zelfportret 62
Power-knop 14
Programmamodus 37
R
aanraakscherm 113
camerabody 113
lens 113
Resolutie
Afspeelmodus 91
Opnamemodus 50
Simpleshot-modus 34
Rode ogen
Slim bijsnijden 92
Afspeelmodus 95
Opnamemodus 54
Slimme filmmodus 39
Slimme gez.herkenning 63
S
Smart Album 82
Scènemodus 35
Smart Auto-modus 33
Scherpstelgebied
Smart Filter
Centrum AF 60
Intelligente aanraking-AF 60
Multi AF 60
One Touch-opname 60
Scherpstellingsgeluid 107
Reinigen
Reset 110
Richtlijnen 107
Scherpte 74
Serieopnamen
Auto Exposure Bracket
(opnamereeks met
verschillende belichtingen) 70
Bewegingsopname 70
Continu 70
Servicecenter 121
Afspeelmodus 93
Opnamemodus 71
Smile shot 62
Snel tonen 108
Spaarstand 108
Spraakmemo
afspelen 90
opnemen 47
Startknop 15
Startscherm 24
Statiefbevestigingspunt 14
Statuslampje 15
Aanvullende informatie 135
Index
Video's bewerken
T
Taalinstellingen 109
Tijdinstellingen 18, 109
bijsnijden 89
maken 89
Vignettenmodus 45
Tijdzone-instellingen 18, 109
Timer
Timer gebruiken 53
Timerlampje 14
U
Uitleg over de
pictogrammen 20
Uitpakken 13
USB-poort 14
W
Witbalans 68
Z
Zelfportretopname 62
Zoomen
zoomfunctie gebruiken 27
zoomgeluidsinstellingen 75
zoomknop 15
V
Vergroten 86
Video
afspelen 88
opnemen 38
Aanvullende informatie 136
Raadpleeg voor klantenservice of bij vragen de garantie-informatie
die met het product is meegeleverd of bezoek onze website
http://www.samsung.com/.