Documenttranscriptie
In deze gebruiksaanwijzing vindt u
uitgebreide aanwijzingen voor het
gebruik van uw camera. Lees deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Ä Klik op een onderwerp
Bekende problemen
Beknopt overzicht
Inhoud
User Manual
ST80
Basisfuncties
Uitgebreide functies
Opname-instellingen
Weergeven en bewerken
Draadloos netwerk
Instellingen
Appendices
Index
Informatie over gezondheid en veiligheid
Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de
camera optimaal werkt.
Voorkom gezichtsschade bij het onderwerp
Waarschuwing: situaties die bij u of anderen letsel kunnen
veroorzaken
Gebruik de flitser van de camera niet dicht bij (op minder dan
1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Gebruik van
de flitser dicht bij de ogen van het onderwerp kan tot tijdelijke of
permanente schade aan het gezichtsvermogen leiden.
Let op: situaties die schade aan de camera of andere
apparatuur kunnen veroorzaken
Behandel batterijen en oplader voorzichtig en voer deze af
volgens de voorschriften
Opmerking: opmerkingen, gebruikstips of aanvullende
informatie
t Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen en
opladers. Niet-compatibele batterijen en opladers kunnen ernstig
letsel of schade aan uw camera veroorzaken.
t Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale
regelgeving bij het afvoeren van gebruikte batterijen.
t Leg batterijen of camera’s nooit in of op verwarmingsapparaten,
zoals een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen
exploderen als ze te heet worden.
t Gebruik voor het opladen van de batterijen geen
elektriciteitssnoeren of stekkers die beschadigd zijn, of
een loshangend stopcontact. Dit kan brand of een schok
veroorzaken.
Waarschuwingen
Gebruik de camera niet in de buurt van ontvlambare of
explosieve gassen en vloeistoffen
Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbaar
materiaal of ontvlambare of explosieve chemicaliën. Bewaar
geen ontvlambare vloeistoffen, gassen en explosief materiaal in
dezelfde ruimte als de camera of de onderdelen of accessoires
van de camera.
Vermijd storing van pacemakers
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen
en huisdieren
Bewaar minimaal 15 cm afstand tussen de camera en pacemakers
om mogelijke storing van de pacemaker te voorkomen,
overeenkomstig de aanbevelingen van de onafhankelijke
onderzoeksgroep Wireless Technology Research. Als u vermoedt
dat de camera storing veroorzaakt bij een pacemaker of ander
medisch apparaat, dient u de camera onmiddellijk uit te schakelen
en voor instructies contact op te nemen met de fabrikant van de
pacemaker of het medische apparaat.
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en
accessoires buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren.
Kleine onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen
schadelijk zijn wanneer zij worden ingeslikt. Bewegende delen
en accessoires kunnen ook een fysiek gevaar vormen.
1
Informatie over gezondheid en veiligheid
Veiligheidsvoorschriften
t Zwaai de camera niet aan de polslus heen en weer. Hierdoor
kunt u anderen of uzelf verwonden.
t Verf de camera niet, omdat verf tussen de bewegende
onderdelen kan gaan zitten en de werking van het apparaat kan
beïnvloeden.
t Verf of metaal aan de buitenzijde van de camera kan allergieën,
jeuk, eczeem of bultjes veroorzaken bij mensen met een
gevoelige huid. Als u last hebt van een van deze symptomen,
stop dan onmiddellijk met het gebruik van de camera en
raadpleeg een arts.
Gebruik en bewaar de camera zorgvuldig en verstandig
t Zorg ervoor dat de camera niet nat wordt. Het toestel kan door
vloeibare stoffen ernstig beschadigen. Raak de camera niet
met natte handen aan. De garantie van de fabrikant is niet van
toepassing op waterschade aan het toestel.
t Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of
hoge temperaturen bloot. Langdurige blootstelling aan zonlicht
of extreme temperaturen kan permanente schade aan interne
onderdelen van het toestel veroorzaken.
t Gebruik of bewaar de camera niet op stoffige, vuile, vochtige
of slecht-geventileerde plaatsen, om schade aan bewegende
delen en interne onderdelen te vermijden.
t Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere
tijd opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van
tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera
veroorzaken.
t Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op
het strand of in een andere, soortgelijke omgeving gebruikt.
t Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik
en sterke trillingen om ernstige schade te voorkomen.
t Wees voorzichtig bij het aansluiten van kabels en adapters en
bij het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten. Het forceren
van stekkers, onjuist aansluiten van kabels of onjuist plaatsen
van batterijen en geheugenkaarten kan leiden tot schade aan
poorten, stekkers en accessoires.
t Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten,
sleuven en openingen van de camera. Schade als gevolg van
onjuist gebruik wordt mogelijk niet door de garantie gedekt.
Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen
schade
t Vermijd blootstelling van batterijen en geheugenkaarten aan
extreme temperaturen (onder 0 °C of boven 40 °C). Door
extreme temperaturen kan de oplaadcapaciteit van de batterijen
afnemen en kunnen geheugenkaarten storingen vertonen.
t Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen
voorwerpen. Dit kan een verbinding vormen tussen de plus- en
minpolen van uw batterijen en tijdelijke of permanente schade
aan de batterijen veroorzaken. Dit kan ook brand of een schok
veroorzaken.
t Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistof,
vuil of vreemde stoffen. Veeg, indien nodig, de geheugenkaart
met een zachte doek schoon alvorens u de kaart in de camera
plaatst.
t Voorkom dat de sleuf voor geheugenkaarten in contact komt
met vloeistoffen, vuil of vreemde stoffen. Dergelijke stoffen
kunnen ervoor zorgen dat de camera niet goed meer werkt.
2
Informatie over gezondheid en veiligheid
t Plaats een geheugenkaart in de juiste richting. Als u een
geheugenkaart in de verkeerde richting plaatst, kan dit uw
camera en geheugenkaart beschadigen.
t Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst
of verwijdert.
t Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware
klappen of druk worden blootgesteld.
t Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera
of door een computer zijn geformatteerd. Formatteer een
dergelijke geheugenkaart opnieuw in uw eigen camera.
t Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of
geheugenkaart.
t Wanneer u een geheugenkaart bij u draagt, gebruik dan een
hoesje om de kaart tegen elektromagnetische straling te
beschermen.
t Breng belangrijke gegevens over naar andere dragers, zoals
een harde schijf of CD/DVD.
t Wanneer u de camera voor langere tijd gebruikt, wordt de
geheugenkaart mogelijk warm. Dit is normaal en wijst niet op
een defect.
t Wanneer de levensduur van een geheugenkaart is verlopen,
kunt u geen foto’s meer op de kaart opslaan. Gebruik een
nieuwe geheugenkaart.
t Verwijder de geheugenkaart niet en schakel uw camera niet uit
wanneer het lampje knippert. Hierdoor kunnen de gegevens
beschadigen.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires
Het gebruik van niet-compatibele accessoires kan leiden tot
schade aan de camera, lichamelijk letsel en het vervallen van de
garantie.
Bescherm de cameralens
t Stel de lens niet aan direct zonlicht bloot. Hierdoor kan de
beeldsensor verkleuren of defect raken.
t Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de
lens met een zachte, schone doek.
Volg alle veiligheidsvoorschriften en regelgeving
Houd u aan alle regelgeving die het gebruik van camera's in
bepaalde omgevingen beperkt.
Schakel de camera uit in de nabijheid van medische
apparatuur
De camera kan storing veroorzaken in medische apparaten
in ziekenhuizen of zorginstellingen. Volg alle voorschriften,
waarschuwingsmededelingen en aanwijzingen van medisch
personeel.
Schakel de camera uit voordat u aan boord van een
vliegtuig gaat
De camera kan storing in de apparatuur van het vliegtuig
veroorzaken. Houd u aan alle voorschriften van de
luchtvaartmaatschappij en zet de camera uit als dit door het
vliegtuigpersoneel wordt gevraagd.
3
Informatie over gezondheid en veiligheid
Voorkom storing met andere elektronische apparatuur
Wees voorzichtig met het gebruik van de camera in
vochtige omgevingen
De camera zendt RF-signalen (Radiofrequentie) uit die storing
kunnen veroorzaken in elektronische apparatuur die niet of niet
voldoende is beschermd, zoals pacemakers, gehoorapparaten,
medische apparatuur en andere apparatuur thuis of in de auto.
Vraag advies bij de fabrikant van uw elektronische apparatuur om
mogelijke problemen met storing op te lossen.
Wanneer u de camera vanuit een koude in een warme en
vochtige omgeving brengt, kan er op de fijne elektronische
schakelingen en op de geheugenkaart condensvorming
optreden. Wacht in zo’n geval ten minste 1 uur totdat alle vocht is
verdampt, voordat u de camera gebruikt.
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren
functioneert
Belangrijke gebruiksinformatie
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of
schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist
gebruik.
Laat reparatie en onderhoud van de camera alleen door
gekwalificeerd personeel uitvoeren
Laat geen ongekwalificeerd personeel reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden aan de camera uitvoeren en
probeer dit ook niet zelf te doen. Alle schade die voortvloeit uit
ongekwalificeerd onderhoud of reparatie wordt niet door de
garantie gedekt.
Gebruik de camera in de normale gebruikspositie
Raak de interne antenne van de camera niet aan.
Zorg voor een optimale levensduur van batterijen en
oplader
t Gegevens die via een WLAN worden verzonden, kunnen
in verkeerde handen vallen, dus vermijd het verzenden
van gevoelige gegevens in openbare ruimten of via open
netwerken.
t De fabrikant van de camera is niet aansprakelijk voor
gegevensoverdracht waarmee inbreuk wordt gemaakt
op auteursrechten, handelsmerken, intellectueeleigendomsrechten of regelgeving met betrekking tot de
openbare zedelijkheid.
t Te lang opladen van batterijen kan de levensduur daarvan
bekorten. Verwijder de kabel uit de camera wanneer het
opladen is voltooid.
t Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van
tijd en moeten voor gebruik opnieuw worden opgeladen.
t Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als
u de oplader niet gebruikt.
t Gebruik de batterijen alleen voor het doel waarvoor ze zijn
bedoeld.
4
Indeling van de gebruiksaanwijzing
Basisfuncties
Copyrightinformatie
13
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera,
pictogrammen en basisfuncties voor het maken van
opnamen.
t Microsoft Windows en het Windows-logo zijn geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
t Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple Corporation.
t Wi-Fi®, het Wi-Fi CERTIFIED-logo en het Wi-Fi-logo zijn
geregistreerde handelsmerken van de Wi-Fi Alliance.
Uitgebreide functies
30
Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt door een
modus te selecteren en hoe u video's en spraakmemo's
opneemt.
Opname-instellingen
t Cameraspecificaties of de inhoud van deze
gebruiksaanwijzing kunnen zonder kennisgeving worden
gewijzigd bij veranderde camerafuncties.
t Het is aan te bevelen, de camera te gebruiken in het land
waar u hem hebt aangeschaft.
t Voor informatie over Open Source-licenties raadpleegt u
het bestand “OpenSourceInfo.pdf” op de meegeleverde
cd-rom.
40
Hier vindt u informatie over de instellingen waarvoor u in de
opnamemodus kunt kiezen.
Weergeven en bewerken
64
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en
spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u
foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de
camera op een computer, fotoprinter of televisie aansluit.
Draadloos netwerk
91
Hier wordt ingegaan op het gebruik van verschillende
functies via een WLAN (Wireless Local Area Network).
Instellingen
106
Raadpleeg de opties om de instellingen van uw camera te
configureren.
Appendices
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en
onderhoudstips.
5
112
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
Symbolen in deze gebruiksaanwijzing
Opnamemodus
Pictogram
Smart Auto
Scène
S
a
p
s
[ ]
Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld voor
de ontspanknop.
Intelligente
scènedetectie
D
( )
Paginanummer van verwante informatie
Film
v
De volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren
om een stap uit te voeren, bijvoorbeeld: Selecteer >
(staat voor Selecteer >, en vervolgens
)
*
Voetnoot
Auto
Programma
Symbool Functie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
Pictogrammen in de opnamemodus
Deze pictogrammen geven aan dat een bepaalde functie
in de desbetreffende modi beschikbaar is. De modus s
ondersteunt wellicht bepaalde functies niet voor alle scènes.
Afkortingen in deze gebruiksaanwijzing
bijv.)
Beschikbaar in
Programma- en
Film modus.
6
Afkorting
Betekenis
ACB
Auto Contrast Balance (automatische contrastverbetering)
AEB
Auto Exposure Bracket
(opnamereeks met verschillende belichtingen)
AF
Autofocus (automatische scherpstelling)
AP
Access Point (toegangspunt)
DIS
Digital Image Stabilization (digitale beeldstabilisatie)
DPOF
Digital Print Order Format (digitale afdrukbestelling)
EV
Exposure Value (belichtingswaarde)
WB
White Balance (witbalans)
Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing
Op de ontspanknop drukken
Belichting (Helderheid)
tDruk [Ontspanknop] half in: druk de ontspanknop half in
t Druk op [Ontspanknop]: druk de ontspanknop volledig in
De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt bepaalt de
belichting. De belichting kan worden aangepast met behulp van
sluitertijd, diafragma en ISO-waarde. Wanneer u de belichting
verandert, worden de foto's donkerder of lichter.
Druk [Ontspanknop] half in
Druk op [Ontspanknop]
Normale belichting
Onderwerp, achtergrond en compositie
t Onderwerp: het belangrijkste object in een scène, zoals een
persoon, dier of stilleven
t Achtergrond: de objecten rondom het onderwerp
t Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond
Achtergrond
Compositie
Onderwerp
7
Overbelicht (te helder)
Bekende problemen
Hier vindt u antwoorden op bekende problemen. Met behulp van opname-instellingen hebt u veel problemen snel opgelost.
De ogen van de
gefotografeerde zijn
rood.
Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera.
t Stel de flitsoptie in op
Rode ogen of
Anti-rode ogen. (pag. 45)
Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (pag. 80)
t Als de foto al is genomen, selecteert u
Foto's bevatten
stofvlekken.
Stofdeeltjes die in de lucht zweven, kunnen worden vastgelegd op foto's als u de flitser gebruikt.
t Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen.
t Pas de ISO-waarde aan. (pag. 46)
Foto's zijn onscherp.
Dit kan worden veroorzaakt doordat u foto's neemt bij weinig licht of doordat u de camera niet goed
vasthoudt.
t Druk [Ontspanknop] half in om te zorgen dat er wordt scherpgesteld op het onderwerp. (pag. 28)
Bij nachtopnamen zijn
foto's onscherp.
Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd.
Het kan dan lastig zijn de camera stil te houden, waardoor de foto's bewogen kunnen worden.
t Selecteer
Nacht in de modus s. (pag. 34)
t Schakel de flitser in. (pag. 45)
t Pas de ISO-waarde aan. (pag. 46)
t Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Het onderwerp is te
donker door tegenlicht.
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en
donkere gebieden, kan het onderwerp te donker worden.
t Neem geen foto's tegen de zon in.
t Selecteer
Tegenl. in de modus s. (pag. 32)
t Stel de flitsoptie in op Invulflits. (pag. 45)
t Pas de belichting aan. (pag. 54)
t Stel de optie Automatische contrastbalans (ACB) in. (pag. 55)
Spot als er zich een helder onderwerp in het midden van het kader
t Stel de lichtmeting in op
bevindt. (pag. 56)
8
Beknopt overzicht
Foto's van mensen maken
t s-modus > Beautyshot, Portret, Kinderen f 32
t Rode ogen, Anti-rode ogen
(om rode ogen te voorkomen of te corrigeren) f 45
t Gezichtsdetectie f 50
's Nachts of in het donker foto's
maken
t s-modus > Nacht, Dageraad, Vuurwerk f 32
t Flitseropties f 45
t ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) f 46
Actiefoto's maken
t Continu, Bewegingsopname f 59
Foto's maken van tekst, insecten en
bloemen
t s-modus > Close-up, Tekst f 32
t Macro, Auto macro (close-upfoto's maken) f 47
t Witbalans (de kleurtint wijzigen) f 57
De belichting aanpassen (helderheid)
t ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) f 46
t EV (de belichting bijstellen) f 54
t ACB (compenseren voor onderwerpen tegen lichte
achtergronden) f 55
t L.meting f 56
t AEB (van een scène 3 foto's met verschillende
belichtingen maken) f 59
Een speciaal effect toepassen
t Fotostijlen (een speciale tint aanbrengen) f 60
t Intelligente filtereffecten f 61
t Beeld aanpassen
(kleurverzadiging, scherpte of contrast bijstellen) f 62
Bewegingsonscherpte voorkomen
t Digitale beeldstabilisatie (DIS) f 27
9
t Bestanden op categorie
bekijken in Smart Album
f 69
t Alle bestanden op de
geheugenkaart wissen f 71
t Foto's als diavertoning
weergeven f 72
t Bestanden op een tv
weergeven f 82
t De camera op een computer
aansluiten f 83
t Geluid en volume bijstellen
f 108
t De helderheid van het
scherm bijstellen f 109
t De schermtaal wijzigen
f 109
t De datum en tijd instellen
f 109
t De geheugenkaart
formatteren f 109
t Problemen oplossen f 119
Inhoud
Basisfuncties ...................................................................
Uitpakken ..........................................................................
Onderdelen en knoppen van de camera ...........................
De batterij en geheugenkaart plaatsen ..............................
De batterij opladen en de camera inschakelen ..................
De batterij opladen ..............................................................
De camera inschakelen .......................................................
De eerste instellingen uitvoeren .........................................
Uitleg over de pictogrammen ............................................
Het aanraakscherm gebruiken ..........................................
Een opnamemodus selecteren ..........................................
Een opnamemodus met bewegingsdetectie selecteren ..........
Het aanraakscherm en geluid instellen ..............................
Het type weergave voor het aanraakscherm instellen ..............
Het geluid instellen ..............................................................
Foto's maken ....................................................................
Zoomen .............................................................................
Bewegingsonscherpte voorkomen (DIS) ................................
Tips om betere foto's te maken ........................................
Uitgebreide functies ....................................................... 30
13
14
15
17
18
18
18
19
20
21
22
23
24
24
24
25
26
27
28
Opnamemodi ....................................................................
De Smart Auto-modus gebruiken ..........................................
De Scènemodus gebruiken ..................................................
De Beautyshot-modus gebruiken ..........................................
Kaderlijnen gebruiken ...........................................................
De belichting in de Nachtmodus aanpassen ..........................
De Programmamodus gebruiken ..........................................
Een video opnemen ............................................................
De Intelligente scènedetectiemodus gebruiken .......................
Spraakmemo's opnemen ..................................................
Een spraakmemo opnemen .................................................
Een spraakmemo aan een foto toevoegen .............................
31
31
32
33
34
34
35
36
37
39
39
39
Opname-instellingen ...................................................... 40
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren ...............................
De resolutie selecteren ........................................................
De beeldkwaliteit selecteren .................................................
De zelfontspanner gebruiken .............................................
10
41
41
42
43
Inhoud
Opnamen in het donker maken .........................................
Rode ogen voorkomen ........................................................
De flitser gebruiken ..............................................................
De ISO-waarde aanpassen ..................................................
De scherpstelling aanpassen .............................................
Macro gebruiken .................................................................
Autofocus gebruiken ............................................................
Smart Touch AF gebruiken ...................................................
One Touch-opname ............................................................
Het scherpstelgebied aanpassen ..........................................
Gezichtsdetectie gebruiken ...............................................
Gezichten detecteren ..........................................................
Een zelfportret maken ..........................................................
Een foto van een lachend gezicht maken ...............................
Knipperende ogen detecteren ..............................................
Intelligente gezichtsdetectie gebruiken ...................................
Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster) ............................
Helderheid en kleur aanpassen .........................................
De belichting handmatig aanpassen (EV) ...............................
Compenseren voor tegenlicht (ACB) .....................................
De lichtmeetmethode wijzigen ..............................................
Een lichtbron selecteren (Witbalans) ......................................
Serie-opnamen .................................................................
Foto's mooier maken ........................................................
Fotostijlen toepassen ...........................................................
Intelligente filtereffecten toepassen ........................................
Foto's aanpassen ................................................................
45
45
45
46
47
47
47
48
49
49
50
50
51
51
52
52
53
54
54
55
56
57
59
60
60
61
62
Weergeven en bewerken ............................................... 64
Weergeven ........................................................................
De weergavemodus starten .................................................
Een video afspelen ..............................................................
Een spraakmemo afspelen ...................................................
Foto's bewerken ...............................................................
Een foto draaien ..................................................................
Foto's in grootte aanpassen .................................................
Slim bijsnijden gebruiken ......................................................
Fotostijlen toepassen ...........................................................
Intelligente filtereffecten toepassen ........................................
Een speciaal effect toepassen ..............................................
Foto bijwerken .....................................................................
Een afdrukbestelling maken (DPOF) ......................................
Bestanden op een tv weergeven .......................................
11
65
65
73
74
76
76
76
77
77
78
79
80
80
82
Inhoud
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) .....
Bestanden overbrengen met behulp van Intelli-studio .............
Bestanden overbrengen door de camera als een
verwisselbare schijf aan te sluiten ..........................................
De camera loskoppelen (Windows XP) ..................................
Bestanden naar de computer overbrengen (Macintosh) ....
Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge) .............
83
84
86
87
88
89
Foto's via e-mail verzenden .............................................
Foto’s of video’s op de Allshare-apparaten weergeven ....
Foto’s of video’s op een tv-scherm weergeven .....................
Foto’s of video’s op een ander apparaat weergeven .............
Foto’s of video’s verzenden of ontvangen
met een camera ..............................................................
Foto’s of video’s naar een andere camera verzenden ............
Foto’s of video’s van een andere camera ontvangen .............
100
101
101
102
104
104
104
Instellingen ....................................................................
Instellingenmenu .............................................................
Het instellingenmenu openen .............................................
Geluidsinstellingen .............................................................
Scherminstellingen ............................................................
Camera-instellingen ...........................................................
106
107
107
108
108
109
Draadloos netwerk ......................................................... 91
Verbinding maken met een WLAN en
netwerkinstellingen configureren .......................................
Automatisch verbinding maken met een WLAN ......................
Netwerkopties instellen ........................................................
IP handmatig instellen ..........................................................
Tips over netwerkverbinding .................................................
Uw gegevens opslaan .........................................................
E-mailadressen opslaan .......................................................
De bestandsgrootte voor te delen bestanden instellen ............
Een wachtwoord instellen .....................................................
Het wachtwoord wijzigen .....................................................
Gegevens controleren .........................................................
Tekst invoeren .....................................................................
Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken ...
Een website openen ............................................................
Foto's of video's uploaden ...................................................
92
92
93
93
94
95
95
96
96
96
97
97
98
98
99
Appendices ................................................................... 112
Foutmeldingen ................................................................
Cameraonderhoud ..........................................................
De camera reinigen ...........................................................
Geheugenkaarten ..............................................................
De batterij .........................................................................
Voordat u contact opneemt met een servicecenter .........
Cameraspecificaties ........................................................
Index ...............................................................................
12
113
114
114
115
116
119
122
128
Basisfuncties
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera, pictogrammen en basisfuncties voor het maken
van opnamen.
Uitpakken …………………………………… 14
Het aanraakscherm en geluid instellen … 24
Onderdelen en knoppen van de camera … 15
Het type weergave voor het
aanraakscherm instellen ……………………… 24
Het geluid instellen …………………………… 24
De batterij en geheugenkaart plaatsen
… 17
De batterij opladen en de
camera inschakelen ……………………… 18
De batterij opladen …………………………… 18
De camera inschakelen ……………………… 18
De eerste instellingen uitvoeren
………… 19
Uitleg over de pictogrammen …………… 20
Het aanraakscherm gebruiken …………… 21
Een opnamemodus selecteren …………… 22
Een opnamemodus met
bewegingsdetectie selecteren
……………… 23
Foto's maken ……………………………… 25
Zoomen ……………………………………… 26
Bewegingsonscherpte voorkomen (DIS) …… 27
Tips om betere foto's te maken
………… 28
Uitpakken
Controleer of de doos de volgende artikelen bevat:
Optionele accessoires
Camera
Polslus
AC-adapter/
USB-kabel
Schermpen
Oplaadbare batterij
Camera-etui
A/V-kabel
Geheugenkaart
(microSDTM)
Batterijoplader
Gebruiksaanwijzing op
cd-rom
De afbeelding kan afwijken van de werkelijke artikelen.
Snelstartgids
Basisfuncties
14
Onderdelen en knoppen van de camera
Maak u vertrouwd met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u de camera in gebruik neemt.
[POWER]
Ontspanknop
Luidspreker
AF-lampje/timerlampje
Flitser
Interne antenne*
* Vermijd contact met de interne
antenne tijdens het gebruik van
het draadloos netwerk
Lens
Statiefbevestigingspunt
Batterijklep
Plaatsing van batterij en
geheugenkaart
Basisfuncties
15
Onderdelen en knoppen van de camera
Zoomknop
t In- en uitzoomen
t Inzoomen op een deel van de foto of
bestanden als miniaturen weergeven
Microfoon
Weergaveknop
Statuslampje
t Knippert: bij opslaan van een foto of video, uitlezen door
een computer of printer of bij een onscherp onderwerp
t Licht op: bij aansluiting op een computer of wanneer er
op het onderwerp is scherpgesteld
USB- en A/V-poort
Voor aansluiting van USB- of A/V-kabel
1
2
Aanraakscherm
Basisfuncties
16
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en van een optionele geheugenkaart.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Duw voorzichtig tegen de
kaart totdat deze uit de
camera loskomt en trek
de kaart vervolgens uit de
Geheugenkaart
sleuf.
Zorg dat bij het plaatsen
van een geheugenkaart de
goudkleurige contactpunten
omhoog zijn gericht.
Druk op de vergrendeling
om de batterij los te
maken.
Batterijvergrendeling
Batterij
Plaats de batterij met het
Samsung-logo omlaag gericht.
Het interne geheugen kan worden gebruikt als tijdelijk opslagmedium als er
geen geheugenkaart is geplaatst.
Basisfuncties
17
De batterij opladen en de camera inschakelen
De batterij opladen
De camera inschakelen
Zorg ervoor dat u de batterij oplaadt voordat u de camera
gebruikt. Koppel de USB-kabel aan de AC-adapter en sluit
vervolgens het uiteinde van de kabel met het indicatielampje op
de camera aan.
Druk op [POWER] om de camera in- of uit te schakelen.
t Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt wanneer u de
camera voor het eerst inschakelt. (pag. 19)
De camera inschakelen in de weergavemodus
Druk op [Weergaveknop]. De camera wordt ingeschakeld en
gaat direct naar de weergavemodus.
Indicatielampje
t Rood: bezig met opladen
t Groen: volledig opgeladen
Basisfuncties
18
De eerste instellingen uitvoeren
Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt, waar u de basisinstellingen van de camera kunt configureren.
1
6
Selecteer Language.
Stel de datum en tijd in en selecteer
.
Datum/tijd aanpassen
2
3
4
7
8
Selecteer een taal.
Selecteer Tijdzone.
Selecteer een tijdzone en selecteer
Selecteer Aanraakkalibratie.
Tik met de pen op het plusteken op het scherm.
.
t Als u zomer-wintertijd wilt instellen, selecteert u
.
Tijdzone
Aanraakkalibratie
Londen
Het beste resultaat krijgt u als u precies in het midden van het plusteken tikt.
5
9
Selecteer Datum/tijd aanpassen.
Basisfuncties
19
Selecteer
om naar de opnamemodus te gaan.
Uitleg over de pictogrammen
Welke pictogrammen worden weergegeven, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties.
Pictogram
1
Beschrijving
Pictogram Beschrijving
Intelligent filtereffect
Resterend aantal foto's
Beschikbare opnametijd
l
Interne geheugen
t
: Bewegingsdetectie
t N: Netwerkmenu’s
t M: Menu voor
opname-instellingen
Geheugenkaart geplaatst
Gezichtsdetectie
Autofocusinstelling
Serieopnamen
Beeldaanpassing (scherpte, contrast,
kleurverzadiging)
Zelfontspannerinstelling
Type weergave
Opname-instellingen
t : Belichtingswaarde
t
: Witbalans
t
: ISO-waarde
t
: Gezichtstint
t : Gezichtsretouchering
t : Scherpstelgebied
t
: Gezichtsdetectie
t
: Fotoresolutie
t : Videoresolutie
t : Fotokwaliteit
t : Framesnelheid
t
: Belichting met ACB
t : Lichtmeting
t
: Type serie-opname
t
: Fotostijlen
t
: Intelligent filtereffect
t : Beeldaanpassing (scherpte,
contrast, kleurverzadiging)
t
: Lange sluitertijd
t : Digitale beeldstabilisatie (DIS)
t
: Geluidsopname
Fotostijlen
Aanraakschermvergrendeling
t <>: Volgende rij instellingen
2
1 Statuspictogrammen
t
t
t
: Volledig opgeladen
: Deels opgeladen
: Opladen noodzakelijk
Zoomverhouding
Pictogram
Beschrijving
Spraakmemo
p
Opnamemodus
Autofocuskader
Diafragma en sluitertijd
Bewegingsonscherpte
Fotoresolutie
Instellingenreeks 1 (van 3)
Videoresolutie
Huidige datum en tijd
Lichtmeting
Rasterlijnen
f
Digitale beeldstabilisatie (DIS)
Framesnelheid
Belichtingswaarde
ISO-waarde
Witbalans
2 Instellingenpictogrammen (aanraken)
Pictogram Beschrijving
Flitsoptie
Basisfuncties
20
Het aanraakscherm gebruiken
Hier vindt u basisinformatie over het aanraakscherm. Gebruik de meegeleverde schermpen om items op het scherm aan te raken of over
het scherm te slepen.
Aanraken
Raak het scherm niet aan met scherpe voorwerpen zoals pennen en
potloden. Hierdoor zou het scherm kunnen beschadigen.
Raak een pictogram aan om een menu of optie te selecteren.
t Wanneer u het scherm aanraakt of over het scherm sleept met de
schermpen, treden er verkleuringen op. Dit is geen defect, maar
een eigenschap van het aanraakscherm. U kunt deze vervelende
effecten verminderen door het scherm licht aan te raken of licht met
de schermpen te slepen.
t Het aanraakscherm herkent de aanraking niet goed wanneer u:
- meerdere items tegelijk aanraakt
- de camera in een erg vochtige omgeving gebruikt
- de camera gebruikt in combinatie met een lcd-beschermlaag of een
ander lcd-accessoire
t Als u het scherm met uw vinger aanraakt, herkent het scherm uw
invoer misschien niet.
t Afhankelijk van de kijkhoek kan het scherm donkerder lijken.
Pas de helderheid of de kijkhoek aan.
Slepen
Sleep naar links of rechts om horizontaal te scrollen.
EV
-2
Basisfuncties
21
-1
0
+1
+2
Een opnamemodus selecteren
Hier vindt u informatie over het selecteren van een opnamemodus. De camera biedt diverse modi voor het maken van opnamen.
1
2
Selecteer het moduspictogram.
Modus
S
Smart Auto: hiermee maakt u een foto waarbij de
camera automatisch een geschikte modus voor de
scène selecteert. (pag. 31)
a
Auto: hiermee maakt u snel een foto met de minimale
instellingen. (pag. 25)
p
Programma: hiermee stelt u zelf opties in voor de foto
die u maakt. (pag. 35)
s
Scène: hiermee maakt u een foto met vooraf
ingestelde opties voor een specifieke scène. (pag. 32)
D
Intelligente scènedetectie: hiermee neemt u
een video op, waarbij de camera automatisch een
geschikte modus voor de scène selecteert. (pag. 37)
v
Film: hiermee kunt u een video opnemen. (pag. 36)
Selecteer een modus.
Basisfuncties
22
Beschrijving
Een opnamemodus selecteren
Een opnamemodus met bewegingsdetectie
selecteren
De camera is uitgerust met een ingebouwde bewegingssensor
waarmee u snel van opnamemodus kunt wisselen door de
camera te kantelen.
Kantel in de opnamemodus de camera terwijl u uw vinger
houdt op .
Naar de Smart Auto-modus gaan (pag. 31)
Naar de Film-modus gaan (pag. 36)
Bewegingsdetectie werkt mogelijk niet goed als u de camera parallel aan de
grond houdt, zoals weergegeven.
Naar de Programma-modus gaan (pag. 35)
Basisfuncties
23
Het aanraakscherm en geluid instellen
Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het aanraakscherm en het geluid naar wens kunt aanpassen.
Het type weergave voor het aanraakscherm
instellen
1
Selecteer in de opnamemodus .
(Selecteer in de weergavemodus .)
2
Selecteer een optie.
Optie
Beschrijving
Verberg: hiermee worden pictogrammen op het scherm
verborgen als u 3 seconden lang geen handelingen
uitvoert (raak het scherm aan om de pictogrammen
opnieuw weer te geven).
Richtlijn: hiermee worden rasterlijnen weergegeven. De
rasterlijnen zijn handig om de foto met een oppervlak
uit te lijnen, bijvoorbeeld met de horizon of de randen
van gebouwen. Deze optie is alleen beschikbaar in de
opnamemodus.
Volledig
Het geluid instellen
Optie
Hiermee stelt u in of de camera een bepaald geluid laat klinken
wanneer u de camera bedient.
Beschrijving
Aanraakvergrendeling: Het aanraakscherm is tijdens
de opname vergrendeld. (Tik op
en houd deze
ingedrukt totdat
bereikt om het aanraakscherm
te ontgrendelen.)
Volledig: In de opnamemodus, altijd pictogrammen op
het scherm weergeven. In de weergavemodus, altijd
pictogrammen en informatie op het scherm weergeven.
Basis: In de weergavemodus, altijd pictogrammen op het
scherm weergeven.
1
2
3
4
Basisfuncties
24
Selecteer in de opname- of weergavemodus M.
Selecteer
Piepjes.
Selecteer een optie.
Optie
Beschrijving
Uit
De camera laat geen geluid klinken.
Aan
De camera laat een geluid klinken.
Selecteer
om terug te gaan naar de vorige modus.
Foto's maken
Hier vindt u informatie over basishandelingen om in de Auto-modus eenvoudig en snel foto's te maken.
1
3
Zorg dat de camera in a-modus (Auto) staat, de
standaardopnamemodus.
t Als dit niet het geval is, selecteert u het moduspictogram
a.
2
4
Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
t Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld
is.
Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Kadreer het onderwerp.
Zie pagina 28 voor tips om betere foto's te maken.
Basisfuncties
25
Foto's maken
Digitale zoom
Zoomen
U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen. De camera heeft
een optische functie voor inzoomen tot 3x en een digitale functie
voor inzoomen tot 3x. Door beide te gebruiken, kunt u tot 9 keer
inzoomen.
Als de zoomindicator zich in het digitale bereik bevindt, gebruikt
de camera de digitale zoomfunctie. De beeldkwaliteit kan bij het
gebruik van digitale zoom achteruitgaan.
Digitaal bereik
Draai de [Zoomknop] naar rechts om op het onderwerp in te
zoomen. Draai de [Zoomknop] naar links om uit te zoomen.
Zoomindicator
Zoomverhouding
Optisch bereik
t De digitale zoomfunctie is niet beschikbaar bij het gebruik van de modi
S, s (in bepaalde scènes), D en v en in combinatie met
Gezichtsdetectie en Smart filter.
t Bij gebruik van de digitale zoomfunctie kan het langer duren voordat
een foto is opgeslagen.
Uitzoomen
Inzoomen
De zoomverhouding die voor video's beschikbaar is, verschilt.
Basisfuncties
26
Foto's maken
Bewegingsonscherpte voorkomen (DIS)
t DIS werkt mogelijk in de volgende omstandigheden niet goed:
- wanneer u de camera beweegt om een bewegend onderwerp te
volgen
- wanneer u digitale zoom gebruikt
- wanneer de camera te veel trilt
- wanneer er sprake is van een lange sluitertijd (bijvoorbeeld bij
selectie van Nacht in de modus s)
- wanneer de batterij bijna leeg is
- wanneer u een close-up neemt
t In sommige scènes is de DIS-functie niet beschikbaar.
t Als de camera een schok krijgt, wordt het scherm wazig. Schakel in
dat geval de camera uit en weer in zodat de DIS-functie weer naar
behoren werkt.
ps
In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte digitaal
beperken.
Vóór correctie
1
2
Na correctie
Selecteer in de opnamemodus f >
.
Selecteer een optie.
Optie
Beschrijving
Uit: de DIS-functie uitzetten.
Aan: de DIS-functie aanzetten.
Basisfuncties
27
Tips om betere foto's te maken
Bewegingsonscherpte verminderen
De camera op de juiste manier vasthouden
Controleer of er niets
voor de lens zit.
Stel de DIS-optie (Digitale beeldstabilisatie ) in
om de bewegingsonscherpte te reduceren.
(pag. 27)
Als h wordt weergegeven
De sluiterknop half indrukken
Druk [Ontspanknop] half in en pas de
scherpstelling aan. De scherpstelling
en belichting worden automatisch
aangepast.
Diafragma en sluitertijd worden
automatisch ingesteld.
Scherpstelkader
t Druk op [Ontspanknop] om
een foto te maken als het
kader groen is.
t Pas het kader aan en druk
[Ontspanknop] nogmaals
half in als het kader rood is.
Basisfuncties
Bewegingsonscherpte
Zorg dat bij opnamen in het donker de flitser niet op Langz sync of
Uit is ingesteld. Het diafragma blijft dan langer open, waardoor het
moeilijker is om de camera stil te houden.
t Gebruik een statief of stel de flitser in op Invulflits. (pag. 45)
t Pas de ISO-waarde aan. (pag. 46)
28
Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is
In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om op het onderwerp
scherp te stellen:
- er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond
-
t Wanneer u foto's maakt bij weinig licht
Schakel de flitser in.
(pag. 45)
(wanneer het onderwerp kleding draagt in dezelfde kleur als de
achtergrond)
de lichtbron achter het onderwerp is te fel
het onderwerp glanst
het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het geval is
het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het kader
t Wanneer onderwerpen snel bewegen
Gebruik de functie
voor continuopnamen
of bewegingsdetectie.
(pag. 59)
Gebruik de scherpstelvergrendeling
Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Wanneer
het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader verschuiven
om de compositie aan te passen. Druk wanneer u klaar bent
[Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Basisfuncties
29
Uitgebreide functies
Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt door een modus
te selecteren en over hoe u video's en spraakmemo's opneemt.
Opnamemodi …………………………………………… 31
De Smart Auto-modus gebruiken ………………………
De Scènemodus gebruiken ……………………………
De Beautyshot-modus gebruiken ………………………
Kaderlijnen gebruiken ……………………………………
De belichting in de Nachtmodus aanpassen ……………
De Programmamodus gebruiken ………………………
Een video opnemen ……………………………………
De Intelligente scènedetectiemodus gebruiken …………
31
32
33
34
34
35
36
37
Spraakmemo's opnemen ……………………………… 39
Een spraakmemo opnemen ……………………………
Een spraakmemo aan een foto toevoegen ……………
39
39
Opnamemodi
Maak foto's en video's door de beste opnamemodus voor de omstandigheden te selecteren.
De Smart Auto-modus gebruiken
Pictogram Beschrijving
In deze modus kiest de camera automatisch instellingen die bij
het gedetecteerde type scène passen. De modus is handig als
u niet bekend bent met de camera-instellingen voor de diverse
scènes.
Verschijnt bij nachtelijke portretfoto's.
1
2
Verschijnt bij portretfoto's.
Verschijnt bij foto's van landschappen met tegenlicht.
Verschijnt bij portretfoto's met tegenlicht.
Selecteer in de opnamemodus a S.
Verschijnt bij close-upfoto's van objecten.
Kadreer het onderwerp.
Verschijnt bij close-upfoto's van tekst.
t De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram
voor de desbetreffende modus wordt linksboven in het
scherm weergegeven.
Verschijnt bij foto's van zonsondergangen.
Verschijnt bij foto's van heldere luchten.
Verschijnt bij foto's van beboste gebieden.
Verschijnt bij close-upfoto's van kleurrijke
onderwerpen.
Verschijnt bij close-upfoto's van mensen.
Verschijnt wanneer camera en onderwerp een tijdje
stabiel zijn. Dit is alleen beschikbaar als u foto’s in het
donker maakt.
Verschijnt bij foto's van actief bewegende
onderwerpen.
Pictogram Beschrijving
Verschijnt bij foto's van landschappen.
Verschijnt bij foto's van vuurwerk. Deze functie is
alleen bij gebruik van een statief beschikbaar.
Verschijnt bij foto's met een heldere witte
achtergrond.
Verschijnt bij nachtfoto's van landschappen. Alleen
beschikbaar wanneer de flitser uitstaat.
Uitgebreide functies
31
Opnamemodi
3
4
Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
De Scènemodus gebruiken
Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Maak een foto met vooraf ingestelde opties voor een specifieke
scène.
t Als de camera geen scènemodus herkent, verandert S niet en
worden de standaardinstellingen gebruikt.
t Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de
camera geen portretmodus selecteert. Dit hangt af van de positie van
het onderwerp en de lichtval.
t Door verscheidene opnameomstandigheden kan het gebeuren dat
de camera de juiste scène niet kan selecteren, bijvoorbeeld door het
trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp.
t Ook als u een statief gebruikt, kan het gebeuren dat de modus niet
wordt gedetecteerd. Dit hangt van de beweging van het onderwerp af.
1
2
Selecteer in de opnamemodus a s.
Selecteer een scène.
Scène
Kies de juiste modus voor een veelheid aan situaties
t Zie voor de modus Beautyshot het gedeelte “De Beautyshotmodus gebruiken” op pagina 33.
t Zie voor de modus Kaderlijnen het gedeelte “Kaderlijnen
gebruiken” op pagina 34.
t Voor de modus Nacht, zie “De belichting in de Nachtmodus
aanpassen” op pagina 34.
3
Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
4
Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Uitgebreide functies
32
Opnamemodi
3
De Beautyshot-modus gebruiken
Maak een foto van iemand met opties om onvolkomenheden in
het gezicht te verbergen.
1
2
Selecteer in de opnamemodus a s
Als u onvolkomenheden in het gezicht wilt verbergen,
selecteert u
een optie.
t Selecteer een hogere instelling om een groter aantal
onvolkomenheden te verbergen.
.
Als u de huidtint van het onderwerp lichter wilt laten
lijken (alleen het gezicht), selecteert u f
een
optie.
Niveau 3
t Selecteer een hogere instelling om de huidtint lichter te laten
lijken.
Niveau 2
4
Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
5
Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
De scherpstelafstand wordt op Auto macro ingesteld.
Uitgebreide functies
33
Opnamemodi
Kaderlijnen gebruiken
De belichting in de Nachtmodus aanpassen
Wanneer u iemand anders een foto van u wilt laten maken, kunt u
de scène instellen met behulp van de kaderlijnen. De kaderlijnen
helpen degene die een foto van u maakt door het gedeelte van
de vooraf gekadreerde scène te laten zien.
In de Nachtmodus kunt u door een langere belichtingstijd te
gebruiken korte lichtflitsen als gebogen strepen vastleggen.
Gebruik een lange sluitertijd om de sluiter langer open te laten
staan. Gebruik een hogere diafragmawaarde om overbelichting
te voorkomen.
1
2
Selecteer in de opnamemodus a s
.
Kadreer het onderwerp en druk op [Ontspanknop].
t Aan de linker- en rechterkant van het beeld verschijnen
doorzichtige lijnen.
1
2
Selecteer in de opnamemodus a s
Selecteer f
Kader annuleren: Terug
3
4
Diafragma
3
Vraag een andere persoon om een foto te maken.
Selecteer een optie.
t Deze persoon kan het onderwerp kadreren met behulp van de
kaderlijnen en vervolgens op [Ontspanknop] drukken om de
foto te maken.
Selecteer
om de kaderlijnen op te heffen.
Uitgebreide functies
34
Diafragma.
Sluitertijd
.
Opnamemodi
4
Selecteer
Sluitertijd.
De Programmamodus gebruiken
In de Programmamodus kunt u diverse opties instellen
(met uitzondering van de sluitertijd en diafragmawaarde).
Diafragma
1
2
Sluitertijd
5
Selecteer een waarde om de sluitertijd aan te passen en
selecteer .
6
Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
7
Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's onscherp worden.
Selecteer in de opnamemodus a p.
Stel opties in. (Voor een lijst met opties, zie “Opnameinstellingen”.)
3
Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
4
Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Uitgebreide functies
35
Opnamemodi
Een video opnemen
U kunt video’s in high-definition van maximaal 20 minuten
opnemen. De video-opname wordt opgeslagen als een MP4
bestand (H.264).
t H.264 (MPEG-4 part 10/AVC) is een video-indeling met
hoge compressie die is ontwikkeld door de internationale
standaardisatieorganisaties ISO/IEC en ITU-T.
t Als u tijdens het opnemen van een video in- of uitzoomt, kan het
zoomgeluid op de video hoorbaar zijn.
t Sommige geheugenkaarten ondersteunen mogelijk geen opname met
high-definition kwaliteit. Stel in dat geval een lagere resolutie in.
t Geheugenkaarten met een lage schrijfsnelheid ondersteunen geen
video’s met een hoge resolutie of een hoge snelheid. Gebruik voor het
opnemen van video’s met een hoge resolutie of een hoge snelheid
geheugenkaarten met een hoge schrijfsnelheid.
30 fps
is alleen beschikbaar bij een videoresolutie van 320 x 240.
3
Selecteer >
Optie
1
2
een geluidsoptie.
Beschrijving
Uit : hiermee kunt u een video zonder geluid opnemen.
Selecteer in de opnamemodus a v.
Aan: hiermee kunt u een video met geluid opnemen.
Selecteer f
een opnamesnelheid
(het aantal frames per seconde).
Zoom gedempt: hiermee kunt u een video opnemen
zonder geluid tijdens in-/uitzoomen.
t Bij een hoger aantal frames doet de actie natuurlijker aan,
maar wordt het bestand ook groter.
4
Stel naar wens andere opties in. (Voor een lijst met
opties, zie “Opname-instellingen”.)
5
6
Druk op [Ontspanknop] om de opname te starten.
Uitgebreide functies
Druk nogmaals op [Ontspanknop] om de opname te
stoppen.
36
Opnamemodi
Het opnemen onderbreken
U kunt tijdens het opnemen van een video de opname tijdelijk
onderbreken. Met deze functie kunt u uw favoriete scènes in één
video opnemen.
Selecteer
te gaan.
om de opname te pauzeren. Selecteer
om verder
De Intelligente scènedetectiemodus
gebruiken
In deze modus kiest de camera automatisch instellingen die bij
het gedetecteerde type scène passen.
1
2
Selecteer in de opnamemodus a D.
Kadreer het onderwerp.
t De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram
voor de desbetreffende modus wordt linksboven in het
scherm weergegeven.
Stop: Sluiter
Pictogram Beschrijving
Verschijnt bij het maken van video’s van
landschappen.
Verschijnt bij het maken van video’s van heldere
luchten.
Verschijnt bij het maken van video’s van beboste
gebieden.
Verschijnt bij het maken van video’s van
zonsondergangen.
Uitgebreide functies
37
Opnamemodi
3
4
Druk op de [Ontspanknop] om de opname te starten.
Druk nogmaals op de [Ontspanknop] om de opname
te stoppen.
t Als de camera geen scènemodus herkent, verandert D niet en
worden de standaardinstellingen gebruikt.
t Door verscheidene opnameomstandigheden kan het gebeuren dat
de camera de juiste scène niet kan selecteren, bijvoorbeeld door het
trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp.
t In de modus Intelligente scènedetectie kunt u geen intelligente
filtereffecten of fotostijlen instellen.
Uitgebreide functies
38
Spraakmemo's opnemen
aps
Hier vindt u informatie over hoe u een spraakmemo opneemt die u op elk gewenst moment kunt afspelen. U kunt een spraakmemo aan
een foto toevoegen als een korte herinnering aan de opnameomstandigheden.
U bereikt de beste geluidskwaliteit als u op 40 cm afstand van de camera opneemt.
Een spraakmemo opnemen
Een spraakmemo aan een foto toevoegen
1
1
Selecteer in de opnamemodus f
.
(In sommige modi selecteert u f > (tweemaal)
.)
Selecteer in de opnamemodus f
.
(In sommige modi selecteert u f > (tweemaal)
.)
Memo
Opname
2
3
4
Druk op [Ontspanknop] om de opname te starten.
t Selecteer om de opname te pauzeren en om verder te
gaan.
t Wanneer het opnemen begint, wordt de resterende tijd boven
in het scherm door de bestandsnaam vervangen.
t U kunt spraakmemo's van maximaal 10 uur opnemen.
2
3
Druk op [Ontspanknop] om de opname te stoppen.
Selecteer
schakelen.
Kadreer het onderwerp en maak een foto.
t Direct nadat de foto is gemaakt, begint u met het opnemen
van een spraakmemo.
Neem een korte spraakmemo op
(maximaal 10 seconden).
t Druk op [Ontspanknop] om de opname van de spraakmemo
te stoppen.
om naar de opnamemodus over te
Uitgebreide functies
39
Opname-instellingen
Hier vindt u informatie over de instellingen waarvoor u in de opnamemodus kunt kiezen.
De zelfontspanner gebruiken ……………… 43
Een foto van een lachend gezicht maken ……
Knipperende ogen detecteren ………………
Intelligente gezichtsdetectie gebruiken ………
Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster) …
Opnamen in het donker maken
Helderheid en kleur aanpassen …………… 54
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren …… 41
De resolutie selecteren ……………………… 41
De beeldkwaliteit selecteren ………………… 42
…………
Rode ogen voorkomen ………………………
De flitser gebruiken ……………………………
De ISO-waarde aanpassen …………………
45
45
45
46
De scherpstelling aanpassen
47
47
47
48
49
49
……………
Macro gebruiken ……………………………
Autofocus gebruiken …………………………
Smart Touch AF gebruiken ……………………
One Touch-opname …………………………
Het scherpstelgebied aanpassen ……………
Gezichtsdetectie gebruiken ……………… 50
Gezichten detecteren ………………………… 50
Een zelfportret maken ……………………… 51
De belichting handmatig aanpassen (EV) ……
Compenseren voor tegenlicht (ACB) …………
De lichtmeetmethode wijzigen ………………
Een lichtbron selecteren (Witbalans) …………
Serie-opnamen
51
52
52
53
54
55
56
57
…………………………… 59
Foto's mooier maken ……………………… 60
Fotostijlen toepassen ………………………… 60
Intelligente filtereffecten toepassen ………… 61
Foto's aanpassen …………………………… 62
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de resolutie en beeldkwaliteit kunt aanpassen.
De resolutie selecteren
SapsDv
Optie
Als u de resolutie verhoogt, zullen de foto's en video's meer
pixels bevatten en daardoor groter kunnen worden afgedrukt
en weergegeven. Bij een hoge resolutie neemt ook de
bestandsgrootte toe.
4320 X 3240: Afdrukken op A1-papier.
4000 X 3000: Afdrukken op A1-papier.
4320 X 2880: Afdrukken op A1-papier in de
verhouding 3:2 (breed).
4320 X 2432: Afdrukken op A2-formaat in
panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een
HDTV.
Wanneer u een foto gaat maken doet u het volgende:
1
2
Selecteer in de opnamemodus f
Beschrijving
.
Selecteer een optie.
3264 X 2448: Afdrukken op A3-papier.
2560 X 1920: Afdrukken op A4-papier.
2048 X 1536: Afdrukken op A5-papier.
4320 X 2432
1920 X 1080: Afdrukken op A5-formaat in
panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een
HDTV.
1024 X 768: Bij een e-mail voegen.
Opname-instellingen
41
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren
Wanneer u een video gaat opnemen doet u het volgende:
1
2
Selecteer in de modi D en v de opties f
Selecteer een optie.
1280 X 720 HQ
.
De beeldkwaliteit selecteren
De foto's die u maakt, worden gecomprimeerd en in JPEGindeling opgeslagen. Een hogere kwaliteit resulteert in grotere
bestanden.
1
2
Selecteer in de opnamemodus f
Selecteer een optie.
Hoog
Optie
aps
Beschrijving
1280 X 720 HQ: Bestanden met hoge kwaliteit
afspelen op een HDTV.
1280 X 720: Afspelen op een HDTV.
Optie
640 X 480: Afspelen op een gewone televisie.
Beschrijving
Superhoog
320 X 240: Afspelen op een webpagina.
Hoog
Om te delen: Op een website plaatsen via het
draadloos netwerk (maximaal 30 seconden).
Normaal
Opname-instellingen
42
.
De zelfontspanner gebruiken
SapsDv
Hier vindt u informatie over hoe u de zelfontspanner instelt om met een vertraging een foto te maken.
1
2
Selecteer in de opnamemodus
3
.
Selecteer een optie.
Druk op [Ontspanknop] om de zelfontspanner te
starten.
t Het AF-lampje/timerlampje knippert. De camera maakt na de
ingestelde tijdsduur automatisch een foto.
t Selecteer het zelfontspannerpictogram of druk op [Ontspanknop] om
de zelfontspanner uit te schakelen.
t Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectieoptie is
de zelfontspanner mogelijk niet beschikbaar of zijn bepaalde
zelfontspanneropties niet beschikbaar.
Uit
Optie
Beschrijving
Uit: de zelfontspanner is niet actief.
10 sec: hiermee wordt er na 10 seconden een foto
gemaakt.
2 sec: hiermee wordt er na 2 seconden een foto
gemaakt.
Dubbel: hiermee wordt er eerst na 10 seconden een
foto gemaakt en 2 seconden daarna een tweede.
Bewegingstimer: na detectie van uw beweging wordt
er een foto gemaakt. (pag. 44)
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
Opname-instellingen
43
De zelfontspanner gebruiken
5
De bewegingstimer gebruiken
1
2
3
4
Selecteer in de opnamemodus
.
Poseer voor de foto terwijl het AF-lampje/timerlampje
knippert.
t Het AF-lampje/timerlampje stopt met knipperen vlak voordat
de camera een foto neemt.
Druk op [Ontspanknop].
Zorg dat u binnen 6 seconden nadat u op
[Ontspanknop] hebt gedrukt voor de camera staat, op
maximaal 3 m afstand.
Maak een beweging, zoals een armzwaai, om de
zelfontspanner te activeren.
t Als de camera u detecteert begint het AF-lampje/timerlampje
snel te knipperen.
De bewegingstimer werkt mogelijk niet in de volgende omstandigheden:
t u bevindt zich op meer dan 3 m afstand van de camera.
t uw bewegingen zijn niet opvallend genoeg.
t er is te veel licht of tegenlicht.
t het onderwerp is dicht genoeg bij u om het AF-lampje te reflecteren.
Het detectiebereik van
de bewegingstimer
Opname-instellingen
44
Opnamen in het donker maken
Hier vindt u informatie over hoe u 's nachts of bij weinig licht foto's kunt maken.
Rode ogen voorkomen
De flitser gebruiken
ap
Als u in het donker een foto van iemand maakt met gebruik van
de flitser, kan er een rode gloed in de ogen van het onderwerp
verschijnen. U kunt dit voorkomen door Rode ogen of Antirode ogen te selecteren. Voor de flitseropties, zie “De flitser
gebruiken”.
Saps
Gebruik de flitser wanneer u foto's in het donker maakt of
wanneer u meer licht in de foto's wilt hebben.
1
2
Selecteer in de opnamemodus
.
Selecteer een optie.
Auto
Deze optie is alleen in bepaalde scènemodi beschikbaar.
Optie Beschrijving
Uit:
t De flitser gaat niet af.
t Er wordt een waarschuwing voor bewegingsonscherpte
( ) weergegeven wanneer u bij weinig licht opnamen
maakt.
Auto: In de modus S selecteert de camera een
geschikte flitseroptie voor de gedetecteerde scène.
Auto: De flitser gaat automatisch af wanneer het
onderwerp of de achtergrond donker is.
Opname-instellingen
45
Opnamen in het donker maken
De ISO-waarde aanpassen
Optie Beschrijving
p
De ISO-waarde is een eenheid voor de mate waarin film gevoelig
is voor licht, zoals gedefinieerd door de International Organisation
for Standardisation (ISO). Hoe hoger de ISO-waarde, des te
gevoeliger wordt de camera voor licht. Met een hogere ISOwaarde kunt u gemakkelijker foto's zonder flits maken.
Rode ogen*:
t De flitser gaat af wanneer het onderwerp of de
achtergrond donker is.
t De camera gaat rode ogen tegen.
Invulflits:
t De flitser gaat altijd af.
t De lichtintensiteit wordt automatisch bijgesteld.
Langz sync:
t De flitser gaat af en de sluiter blijft langer open.
t Selecteer deze optie wanneer u het omgevingslicht wilt
gebruiken om meer details in de achtergrond zichtbaar
te maken.
t Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's
onscherp worden.
1
2
Selecteer in de opnamemodus f
.
Selecteer een optie.
t Selecteer
om een geschikte ISO-waarde te gebruiken op
basis van de helderheid van het onderwerp en de lichtval.
Auto
Anti-rode ogen*:
t De flitser gaat af wanneer het onderwerp of de
achtergrond donker is.
t De camera corrigeert rode ogen door middel van
geavanceerde softwarematige analyse van de opname.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
* Er zit een korte tijd tussen twee flitsen. Beweeg de camera niet totdat
de tweede flits is afgegaan.
Hoe hoger de ISO-waarde, des te meer beeldruis kan er optreden.
t Er zijn geen flitseropties beschikbaar bij serie-opnamen of als u
Knipperen of Zelfportret selecteert.
t Zorg dat uw onderwerp zich binnen de aanbevolen afstand van de
flitser bevindt. (pag. 122)
t Als er licht wordt gereflecteerd of er te veel stof in de lucht is, kunnen
er kleine spikkels op de foto zichtbaar zijn.
Opname-instellingen
46
De scherpstelling aanpassen
Hier vindt u informatie over hoe u de manier waarop de camera scherpstelt voor diverse onderwerpen kunt aanpassen.
Macro gebruiken
Autofocus gebruiken
aDv
Gebruik macro om close-upfoto's te maken van onderwerpen
zoals bloemen en insecten. Voor de macro-opties, zie “Autofocus
gebruiken”.
apDv
Om scherpe foto's te maken selecteert u de juiste scherpsteloptie
al naar gelang de afstand tot het onderwerp.
1
2
Selecteer in de opnamemodus
.
Selecteer een optie.
Normaal (AF)
Optie
Beschrijving
Normaal (AF): scherpstellen op een onderwerp op
meer dan 80 cm afstand.
Auto macro: scherpstellen op een onderwerp op
meer dan 10 cm afstand (meer dan 50 cm bij het
gebruik van de zoomfunctie).
t Probeer de camera heel stil te houden, om te voorkomen dat de foto's
onscherp worden.
t Schakel de flitser uit als de afstand tot het onderwerp minder dan
40 cm bedraagt.
Macro: scherpstellen op een onderwerp op
10 - 80 cm afstand (50 - 80 cm bij het gebruik van de
zoomfunctie).
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
Opname-instellingen
47
De scherpstelling aanpassen
Smart Touch AF gebruiken
aps
t Als u geen enkel gedeelte van het scherm aanraakt, verschijnt het
scherpstelkader midden in het beeld.
t Het volgen van een onderwerp kan in de volgende gevallen mislukken:
- het onderwerp is te klein of verplaatst zich
- er is sprake van tegenlicht of u maakt foto's op een donkere plaats
- kleuren of patronen van het onderwerp komen met de achtergrond
overeen
- de camera trilt erg
In deze gevallen ziet het scherpstelkader eruit als een kader met één
witte lijn.
t Als de camera het onderwerp niet volgt, moet u het te volgen
onderwerp opnieuw selecteren.
t Als de camera er niet in slaagt om scherp te stellen, wordt het
scherpstelkader een kader met één rode lijn.
t Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor
gezichtsdetectie, fotostijlen en intelligente filtereffecten in te stellen.
Met Smart Touch AF kunt u het onderwerp volgen en automatisch
scherp in beeld houden, ook wanneer u beweegt.
1
2
Selecteer in de opnamemodus f
.
Raak in het aanraakgedeelte (door een kader
aangegeven) het onderwerp dat u wilt volgen aan.
t Er verschijnt een scherpstelkader rond het onderwerp dat het
onderwerp volgt als u de camera beweegt.
t Een wit kader betekent dat de camera het onderwerp volgt.
t Een groen kader wanneer u [Ontspanknop] half indrukt,
betekent dat het onderwerp scherp in beeld is.
Opname-instellingen
48
De scherpstelling aanpassen
One Touch-opname
Het scherpstelgebied aanpassen
aps
aps
U kunt met druk van uw vinger op uw onderwerp scherpstellen
en een foto maken.
U kunt betere foto's krijgen door een scherpstelgebied te kiezen
op basis van de locatie van het onderwerp in de scène.
1
2
3
1
2
Selecteer in de opnamemodus f
.
Raak een onderwerp aan om op scherp te stellen.
Selecteer in de opnamemodus f
.
Selecteer een optie.
Blijf het onderwerp aanraken om de foto te maken.
t Blijf aanraken totdat de niveau-indicator gevuld is.
Centrum AF
Optie
Beschrijving
Centrum AF: scherpstellen op het midden (geschikt
voor onderwerpen in het midden van het beeld)
Multi AF: scherpstellen op een of meer van de 9
mogelijke gebieden.
t Als u een ander gedeelte gedurende korte tijd aanraakt, verandert het
gezichtsdetectiekader in een normaal kader.
t Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor
reeksopnamen, fotostijlen en intelligente filtereffecten in te stellen.
One Touch-opname: scherpstellen op het onderwerp
door het beeld op het scherm aan te raken. Blijf het
onderwerp aanraken om de foto te maken.
Smart Touch AF: scherpstellen op en volgen van het
onderwerp dat u op het scherm aanraakt. (pag. 48)
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
Opname-instellingen
49
Gezichtsdetectie gebruiken
aps
Wanneer u de gezichtsdetectiefunctie gebruikt, herkent de camera automatisch gezichten van mensen. Wanneer u op een gezicht
scherpstelt, past de camera de belichting automatisch aan. Maak snel en eenvoudig foto's met Knipperen om gesloten ogen op de foto
te voorkomen en Smile shot om een lachend gezicht vast te leggen. U kunt tevens Slimme gez.herkenning gebruiken om gezichten te
registreren en ze bij het scherpstellen prioriteit te geven.
t In sommige scènes is gezichtsdetectie niet beschikbaar.
t Gezichtsdetectie is mogelijk in de volgende gevallen niet effectief:
- het onderwerp bevindt zich te ver van de camera af (het
scherpstelkader kleurt bij Smile shot en Knipperen oranje)
- het is te licht of te donker
- het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera
- het onderwerp draagt een zonnebril of een masker
- het onderwerp heeft tegenlicht of de lichtomstandigheden zijn
veranderlijk
- de gezichtsuitdrukking van het onderwerp verandert drastisch
t Gezichtsherkenning is niet beschikbaar bij het gebruik van een fotostijl,
een intelligent foto-effect of smart touch AF.
t Als u de optie voor gezichtsdetectie gebruikt, werkt de digitale
zoomfunctie niet.
t Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectieoptie is
de zelfontspanner mogelijk niet beschikbaar of zijn bepaalde
zelfontspanneropties niet beschikbaar.
t Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectieoptie zijn bepaalde
opties voor reeksopnamen niet beschikbaar.
t Als u foto’s van gedetecteerde gezichten maakt, worden deze
opgeslagen in de lijst met gezichten.
t In de weergavemodus kunt u geregistreerde gezichten op
volgorde van prioriteit weergeven. (pag. 68) Ook als gezichten
zijn geregistreerd, worden ze mogelijk in de weergavemodus niet
geclassificeerd.
t Het gezicht dat in de opnamemodus wordt gedetecteerd komt
mogelijk niet in de gezichtenlijst of in Smart Album voor.
Gezichten detecteren
De camera detecteert automatisch menselijke gezichten
(maximaal 10 gezichten).
Selecteer in de opnamemodus f
. Het
dichtstbijzijnde gezicht wordt in een wit scherpstelkader
gevangen, de andere gezichten in grijze kaders.
Opname-instellingen
t Hoe dichter u bij het onderwerp bent, des te sneller detecteert de
camera gezichten.
t Als u wilt scherpstellen op gezichten in grijze kaders, raakt u deze aan
om erop scherp te stellen.
t Als de optie voor reeksopnamen in gebruik is, worden de
gedetecteerde gezichten mogelijk niet geregistreerd.
50
Gezichtsdetectie gebruiken
Een zelfportret maken
Een foto van een lachend gezicht maken
U kunt foto’s van uzelf maken. De scherpstelafstand wordt op
close-up ingesteld en de camera laat een piepsignaal horen.
De camera neemt automatisch een foto wanneer er een lachend
gezicht wordt gedetecteerd.
1
2
Selecteer in de opnamemodus f
Selecteer in de opnamemodus f
. De camera
herkent de lach eerder wanneer het onderwerp breeduit lacht.
.
Wanneer u een korte piep hoort, drukt u op
[Ontspanknop].
t U kunt de piep in- en uitschakelen door bij de geluidsinstellingen
Zelfportret te selecteren. (pag. 108)
t Als u het volume bij Instellingen uitschakelt, zal de camera geen piepje
laten klinken.
Opname-instellingen
51
Gezichtsdetectie gebruiken
Knipperende ogen detecteren
Intelligente gezichtsdetectie gebruiken
Als de camera gesloten ogen detecteert, worden er automatisch
2 foto's na elkaar gemaakt.
De camera registreert automatisch gezichten die u vaak
fotografeert. Met deze functie krijgt de scherpstelling van deze
gezichten en favoriete gezichten prioriteit. Deze functie is alleen bij
gebruik van een geheugenkaart beschikbaar.
Selecteer in de opnamemodus f
.
t Houd de camera stil terwijl “Bezig met vastleggen” op het scherm
wordt weergegeven.
t Als de knipperdetectie niet heeft gewerkt, wordt de melding
“Foto gemaakt met gesloten ogen” weergegeven. Neem in dat
geval nog een foto.
Selecteer in de opnamemodus f
. Het
dichtstbijzijnde gezicht wordt in een wit scherpstelkader
gevangen, de andere gezichten in grijze kaders.
t
: Hiermee worden favoriete gezichten aangegeven (zie
pagina 53 voor het registreren van favoriete gezichten).
t : Hiermee worden gezichten aangegeven die automatisch
door de camera worden geregistreerd.
t De camera herkent en registreert gezichten mogelijk niet goed
in extreme lichtomstandigheden, bij drastische veranderingen in
de houding of gezichtsuitdrukking van het onderwerp of als het
onderwerp de bril wel of niet draagt.
t De camera kan maximaal 14 gezichten automatisch registreren. Als
de camera een nieuw gezicht herkent terwijl er al 14 gezichten zijn
geregistreerd, zal de camera automatisch het gezicht met de laagste
prioriteit door het nieuwe vervangen.
t De camera kan maximaal 5 gezichten in een scène detecteren.
Opname-instellingen
52
Gezichtsdetectie gebruiken
Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster)
3
U kunt uw favoriete gezichten registreren om deze gezichten bij
de scherpstelling en belichting prioriteit te geven. Deze functie is
alleen bij gebruik van een geheugenkaart beschikbaar.
1
2
Selecteer in de opnamemodus f
Selecteer
t U kunt maximaal 6 favoriete gezichten registreren.
t De flitseroptie wordt op Uit ingesteld.
t Als u een gezicht twee keer registreert, kunt u een van deze gezichten
uit de lijst verwijderen.
.
Kadreer het onderwerp met de ovalen kaderlijn en druk
op de [Ontspanknop] om het gezicht te registreren.
t Als het gezicht van het onderwerp niet is gekadreerd met de
ovalen kaderlijn, wordt het witte kader niet weergegeven.
t U neemt 5 foto’s van het gezicht: van de voorkant, van links,
van rechts, van boven en van onderen.
t Maak bij het registreren van gezichten een foto per persoon
tegelijk.
wanneer de lijst met gezichten verschijnt.
t Uw favoriete gezichten worden in de gezichtenlijst met een
aangegeven.
Uw favoriete gezichten weergeven
1
2
Selecteer in de opnamemodus f
Selecteer
.
om uw favoriete gezichten weer te geven.
t Als u de classificatie van uw favoriete gezichten wilt aanpassen,
selecteert u
. (pag. 68)
t Als u uw favoriete gezichten wilt annuleren, selecteert u
.
Opname-instellingen
53
Helderheid en kleur aanpassen
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de helderheid en kleur kunt aanpassen om een betere beeldkwaliteit te bereiken.
3
De belichting handmatig aanpassen (EV)
pv
Afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht kunnen foto's
te licht of te donker uitvallen. U kunt dan de belichting aanpassen
om een beter resultaat te krijgen.
Donkerder (-)
1
2
Neutraal (0)
Selecteer
Helderder (+)
Selecteer in de opnamemodus f
t Nadat u de belichting hebt aangepast, blijft deze instelling van kracht.
Mogelijk moet deze later weer worden bijgesteld om onder- of
overbelichting te voorkomen.
t Als u niet weet wat de juiste belichting zou zijn, selecteert u AEB
(Auto Exposure Bracket). De camera maakt dan 3 foto’s achter elkaar
met verschillende belichtingen: normaal, onderbelicht en overbelicht.
(pag. 59)
.
Selecteer een waarde om de belichting aan te passen.
t +: helderder, -: donkerder
EV
-2
-1
0
+1
+2
Opname-instellingen
.
t De aangepaste belichting wordt op de onderstaande wijze
weergegeven.
54
Helderheid en kleur aanpassen
Compenseren voor tegenlicht (ACB)
p
Optie
Wanneer de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt, of als er
een groot contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond,
komt het onderwerp waarschijnlijk donker op de foto. Schakel in
dat geval de optie Automatische contrastverbetering (ACB) in.
Beschrijving
Uit: ACB is uitgeschakeld.
Aan: ACB is ingeschakeld.
t In de a-modus is de ACB-functie altijd ingeschakeld.
t Deze functie is niet beschikbaar wanneer Continu,
Bewegingsopname of AEB wordt gebruikt.
Zonder ACB
1
2
Met ACB
Selecteer in de opnamemodus f >
.
Selecteer een optie.
Uit
Opname-instellingen
55
Helderheid en kleur aanpassen
De lichtmeetmethode wijzigen
pv
Optie
De lichtmeetmethode is de manier waarop de camera de
hoeveelheid licht meet. De helderheid en belichting van de foto's
varieert met de gekozen lichtmeetmethode.
1
Selecteer in de opnamemodus f .
(Selecteer in de modus p de opties f >
2
Selecteer een optie.
Spot:
t De camera meet alleen de lichtintensiteit in het
uiterste midden van het kader.
t Als een onderwerp zich niet midden in het beeld
bevindt, kan de foto verkeerd belicht worden.
t Geschikt voor een onderwerp met tegenlicht.
.)
Centr. gewogen:
t De camera bepaalt een gemiddelde voor de
lichtmeting van het gehele beeld, maar met nadruk
op het midden.
t Geschikt voor foto's waarbij het onderwerp zich in
het midden van het beeld bevindt.
Multi
Optie
Beschrijving
Beschrijving
Multi:
t De camera verdeelt het beeld onder in diverse
gebieden en meet de lichtintensiteit in elk gebied.
t Geschikt voor algemene foto's.
Opname-instellingen
56
Helderheid en kleur aanpassen
2
Een lichtbron selecteren (Witbalans)
Selecteer een optie.
pv
De kleuren in een foto zijn afhankelijk van het soort lichtbron
en de kwaliteit daarvan. Als u foto's met realistische kleuren
wilt, selecteert u een toepasselijke lichtomstandigheid om de
witbalans te kalibreren, zoals Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt of
Kunstlicht.
Auto witbalans
Optie
Beschrijving
Auto witbalans: Automatische instellingen die per
lichtomstandigheid verschillen.
Auto witbalans
Daglicht: Voor foto's in de buitenlucht op een zonnige
dag.
Daglicht
Bewolkt: Voor foto's in de buitenlucht op een
bewolkte dag of in de schaduw.
TL-licht H: Voor foto's bij daglichtlampen of driewegfluorescentielampen.
TL-licht L: Voor foto's bij wit TL-licht.
Bewolkt
1
Kunstlicht
Selecteer in de opnamemodus f
Kunstlicht: Voor foto's binnenshuis bij gloeilamp- of
halogeenlampverlichting.
.
Aangep. instelling: Uw vooraf gedefinieerde
instellingen gebruiken. (pag. 58)
Opname-instellingen
57
Helderheid en kleur aanpassen
Uw eigen witbalansinstelling configureren
U kunt zelf de witbalans definiëren door een foto te maken van
een wit oppervlak, zoals een stuk papier. Hiermee kunt u de
kleuren in de foto aan de hand van de lichtomstandigheid laten
overeenstemmen met de daadwerkelijke scène.
1
2
Richt de lens op een wit stuk papier.
3
Druk op [Ontspanknop].
Selecteer in de opnamemodus f
.
Opname-instellingen
58
Serie-opnamen
p
Het kan soms moeilijk zijn om foto's van snelbewegende onderwerpen te maken en om de natuurlijke gezichtsuitdrukkingen en gebaren van
uw onderwerpen op de foto vast te leggen. Selecteer in dergelijke gevallen een van de modi voor serie-opnamen.
Optie
1
2
Selecteer in de opnamemodus f >
Beschrijving
1 opname: hiermee maakt u een foto tegelijk.
Continu:
t Terwijl u [Ontspanknop] ingedrukt houdt, blijft de
camera achter elkaar foto's maken.
t Het maximumaantal foto's is afhankelijk van de
capaciteit van de geheugenkaart.
.
Bewegingsopname: Terwijl u [Ontspanknop]
ingedrukt houdt, maakt de camera VGA-foto's (6 foto's
per seconde, met een maximum van 30 foto's).
Selecteer een optie.
AEB:
t Hiermee maakt u 3 foto's met een verschillende
belichting: normaal, onderbelicht en overbelicht.
t Gebruik een statief om onscherpe foto's te
voorkomen.
1 opname
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
t U kunt de flitser en zelfontspanner alleen gebruiken wanneer u
1 opname selecteert.
t Als u Bewegingsopname selecteert, wordt de resolutie
ingesteld op VGA en de ISO-waarde op Auto.
t Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectieoptie zijn
bepaalde opties voor reeksopnamen niet beschikbaar.
t U kunt continuopnamen maken als u de Kinderenmodus in de
Scènemodus selecteert.
Opname-instellingen
59
Foto's mooier maken
Hier vindt u informatie over hoe u uw foto's mooier kunt maken door fotostijlen, kleuren of Intelligente filtereffecten toe te passen en door
aanpassingen uit te voeren.
Fotostijlen toepassen
Uw eigen RGB-tint definiëren
apv
Pas verschillende stijlen op uw foto's toe, zoals Zacht, Helder, of
Bos.
1
2
3
4
Zacht
1
2
Helder
Selecteer in de opnamemodus f .
(Selecteer in de modus p de opties f >
Selecteer
.
Selecteer een kleur (R: rood, G: groen, B: blauw).
Pas de mate van de geselecteerde kleur aan.
Bos
Selecteer in de opnamemodus f .
(Selecteer in de modus p de opties f >
Aangep. RGB
.)
Selecteer een optie.
t Selecteer
om uw eigen RGB-tint te definiëren.
5
Normaal
Selecteer
Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor
gezichtsherkenning, intelligente filtereffecten en beeldbewerking in te stellen.
Opname-instellingen
60
.
.)
Foto's mooier maken
Intelligente filtereffecten toepassen
apv
Pas allerlei filtereffecten op uw foto’s toe om unieke beelden te
maken.
1
2
Selecteer in de opnamemodus f .
(Selecteer in de modus p de opties f >
.)
Selecteer een effect.
Optie
Beschrijving
Normaal: Geen effect
Miniatuur
Miniatuur: Laat een foto van een levensgrote locatie
of object er uitzien als een foto van een miniatuur
schaalmodel. Door delen van de foto vaag af te
beelden, lijkt een scène veel kleiner dan deze in
werkelijkheid is.
Vignetten
Vignetten: Pas retro-kleuren, een hoog contrast en
sterke vignettering toe.
Visoog 1: Vervorm nabije objecten om de visuele
effecten van een vissenooglens te imiteren.
Visoog 1
Visoog 2
Visoog 2: Maak de randen van het kader donkerder
en vervorm nabije objecten om de visuele effecten
van een vissenooglens te imiteren.
Schets: Laat de foto op een tekening lijken.
Anti-nevel: Maak de foto helderder.
Opname-instellingen
61
Foto's mooier maken
t Als u tijdens een video-opname Miniatuur selecteert, wordt de
opnametijd hiervoor met het pictogram
weergegeven. Deze is
korter dan de daadwerkelijke opnametijd.
t Als u tijdens een video-opname Miniatuur selecteert, wordt het geluid
niet opgenomen.
t Wanneer u een intelligent filtereffect toepast terwijl u een video
opneemt, wordt de opnamesnelheid op ingesteld en wordt de
opnameresolutie minder dan
.
t Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor
fotostijlen en beeldbewerking in te stellen.
t Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
t Wanneer u Schets selecteert, wordt de foto automatisch verkleind
tot
of kleiner.
Foto's aanpassen
p
U kunt de scherpte, de kleurverzadiging en het contrast van uw
foto's aanpassen.
1
2
3
Selecteer in de opnamemodus f
.
Selecteer een aanpassingsoptie.
t
t
t
: Scherpte
: Contrast
: Kleurverz.
Selecteer een waarde om het geselecteerde onderdeel
aan te passen.
Scherpte
-2
Scherpteoptie
Opname-instellingen
62
-1
0
+1
+2
Beschrijving
-
Verzacht randen in de foto (geschikt
voor fotobewerking op de computer).
+
Verscherp randen om de foto duidelijker
te maken. Hierdoor kan ook de
beeldruis in de foto's toenemen.
Foto's mooier maken
Contrastoptie
Beschrijving
-
Verminder kleuren en helderheid.
+
Verhoog kleuren en helderheid.
Kleurverzadigingsoptie
Beschrijving
-
Verminder de kleurverzadiging.
+
Verhoog de kleurverzadiging.
t Selecteer 0 als u geen effect wilt toepassen (geschikt voor afdrukken).
t Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk de opties voor
gezichtsherkenning, fotostijlen en intelligente filtereffecten in te stellen.
Opname-instellingen
63
Weergeven en bewerken
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe
u foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer, fotoprinter of
televisie aansluit.
Weergeven ………………………………… 65
De weergavemodus starten ………………… 65
Een video afspelen …………………………… 73
Een spraakmemo afspelen ………………… 74
Foto's bewerken …………………………… 76
Een foto draaien ………………………………
Foto's in grootte aanpassen …………………
Slim bijsnijden gebruiken ……………………
Fotostijlen toepassen …………………………
Intelligente filtereffecten toepassen …………
Een speciaal effect toepassen ………………
Foto bijwerken ………………………………
Een afdrukbestelling maken (DPOF) …………
76
76
77
77
78
79
80
80
Bestanden op een tv weergeven ………… 82
Bestanden naar de computer overbrengen
(Windows) …………………………………… 83
Bestanden overbrengen met behulp
van Intelli-studio ……………………………… 84
Bestanden overbrengen door de camera
als een verwisselbare schijf aan te sluiten …… 86
De camera loskoppelen (Windows XP) ……… 87
Bestanden naar de computer
overbrengen (Macintosh) ………………… 88
Foto's met een fotoprinter
afdrukken (PictBridge) …………………… 89
Weergeven
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u bestanden beheert.
De weergavemodus starten
Bekijk foto's en video's en beluister spraakmemo's die in de
camera zijn opgeslagen.
1
Druk op [Weergaveknop].
t Het laatste bestand dat u hebt gemaakt of opgenomen
wordt weergegeven.
t Als de camera is uitgeschakeld, schakelt u deze in.
2
Sleep bestanden naar links of rechts om door
bestanden te scrollen.
t Selecteer < om het vorige bestand weer te geven. Blijf het
scherm aanraken om bestanden snel weer te geven.
t Selecteer > om het volgende bestand weer te geven. Blijf
het scherm aanraken om bestanden snel weer te geven.
Weergeven en bewerken
t Als u bestanden in het interne geheugen wilt weergeven, verwijdert u de
geheugenkaart.
t Bestanden die te groot zijn of die met een camera van een ander fabrikant
zijn gemaakt, kunnen niet goed door de camera worden weergegeven.
65
Weergeven
Bestanden weergeven met bewegingsherkenning
Een menu openen met behulp van bewegingsdetectie
U kunt bestanden bekijken door de camera te kantelen.
De camera is uitgerust met een ingebouwde bewegingssensor
waarmee u snel een menu kunt openen door de camera te
kantelen.
Kantel in de weergavemodus de camera terwijl u uw vinger
houdt op .
Hiermee stelt u het huidige bestand als uw favoriete foto in*
( verschijnt boven aan het bestand.)
t Bewegingsdetectie werkt mogelijk niet goed als u de camera
parallel aan de grond houdt.
t Als u de camera tijdens het weergeven van een foto 90°
of 180° draait, wordt de stand van de foto automatisch
aangepast.
t Als u deze functie wilt uitschakelen, selecteert u in de
weergavemodus M . Gebarenoverzicht Uit.
Hiermee vergrendelt of ontgrendelt u de huidige foto
( verschijnt boven aan het bestand.)
* U kunt geen favoriete bestanden instellen voor het volgende:
-
Weergeven en bewerken
66
video’s of spraakmemo’s
foto’s met fouten of vergrendelde foto’s
foto’s die met een camera van een andere fabrikant zijn gemaakt
foto’s die met behulp van bewegingsdetectie zijn gemaakt
foto’s die te groot zijn voor het beschikbare geheugen
Weergeven
Het scherm in de weergavemodus
Informatie
Hiermee start u een diavertoning (pag. 72)
Bewegingsdetectie werkt mogelijk niet goed als u de camera parallel aan de
grond houdt.
Pictogram
Beschrijving
Foto heeft een spraakmemo
v
Videobestand
Afdrukbestelling ingesteld (DPOF)
Beschermd bestand
Foto bevat een geregistreerd gezicht; alleen beschikbaar bij
gebruik van een geheugenkaart
Favoriet bestand
Mapnaam – Bestandsnaam
Hiermee opent u de lijst met gezichten (pag. 68);
alleen beschikbaar bij gebruik van een geheugenkaart
Hiermee wist u bestanden (pag. 71)
Hiermee start u een diavertoning (pag. 72)
Hiermee kunt u foto's bewerken (pag. 76)
Weergeven en bewerken
67
Weergeven
Pictogram
2
Beschrijving
Selecteer
Hiermee selecteert u een weergavetype (pag. 24)
Hiermee selecteert u een menu met behulp van
bewegingsdetectie (pag. 66)
N
M
een gezicht.
Rangorde wijzigen
1
Netwerkmenu’s gebruiken (pag. 91)
4
2
Weergave- en instellingenmenu's
3
Weergavetijd van video’s en spraakmemo’s
Hiermee speelt u video's of spraakmemo's af
(Video pag. 73/Spraakmemo pag. 74)
3
Selecteer , of . om de classificatie van het gezicht te
wijzigen en selecteer .
Uw favoriete gezichten classificeren
U kunt de classificatie van uw favoriete gezichten aanpassen en
de gezichten verwijderen. Deze functie is alleen bij gebruik van
een geheugenkaart beschikbaar.
1
Selecteer in de weergavemodus
.
Gezichtenlijst
1
4
2
5
3
6
1/2
t Selecteer
om uw favoriete gezichten te annuleren.
Weergeven en bewerken
68
Weergeven
Bestanden op categorie bekijken in Smart Album
Het kan enige tijd duren voordat Smart Album op de camera is geopend
of de categorie is gewijzigd en de bestanden opnieuw zijn geordend.
Bekijk en beheer bestanden op categorie, zoals datum, week of
bestandstype.
1
Selecteer in de weergavemodus
.
t U kunt Smart Album ook openen door de [Zoomknop] naar
links te draaien.
2
3
t U kunt ook uw vinger op < of > houden om door data,
bestandstypen, weekdagen, kleuren en gezichten te scrollen.
een categorie
Selecteer
Selecteer een datum, bestandstype, weekdag, kleur of
gezicht.
Type
Datum
Kleur
Week
Favoriet
Gezicht
Optie
Type
Datum
Kleur
Week
Favoriet
Gezicht
29
1
6
7
29
20
Beschrijving
Hiermee worden bestanden gesorteerd op bestandstype
weergegeven.
Hiermee worden bestanden op volgorde van de
opslagdatum weergegeven.
Hiermee worden bestanden gesorteerd op de dominante
kleur in het beeld weergegeven.
Hiermee worden bestanden weergegeven op volgorde van
de weekdag waarop ze zijn opgeslagen.
Hiermee worden uw favoriete bestanden weergegeven.
Hiermee worden bestanden gesorteerd op herkende en
favoriete gezichten weergegeven. (Maximaal 20 personen)
4
5
1
6
7
Selecteer < of > om door bestanden te scrollen.
Selecteer
gaan.
Weergeven en bewerken
om naar de normale weergave terug te
Wanneer u een categorie en een menu met miniaturen selecteert (zoals
voor het verwijderen van meerdere bestanden tegelijk of het beschermen
van geselecteerde bestanden) geeft de camera alle bestanden gesorteerd
op categorie weer of alleen de bestanden die met de categorie-optie
overeenkomen.
69
Weergeven
Bestanden in 3D-weergave bekijken
1
2
Selecteer in de weergavemodus
Bestanden als miniatuur weergeven
U kunt snel miniaturen van bestanden bekijken.
.
Draai in de weergavemodus de [Zoomknop] naar
links om 9 of 16 miniaturen weer te geven (draai de
[Zoomknop] naar rechts om naar de vorige modus
terug te keren).
Sleep bestanden naar links of rechts om door bestanden
te scrollen.
t Sleep bestanden naar links of rechts om ze sneller te
verplaatsen. Hoe verder u een pictogram over het scherm
sleept, des te sneller worden de bestanden verplaatst.
t Selecteer
om bestanden in Smart Album weer te geven.
29
6
7
20
Functie
Actie
Door bestanden
scrollen
Selecteer < of > of schuif uw vinger naar
links of rechts over het scherm om door de
bestanden te scrollen.
Selecteer een bestand in het midden van het scherm om
het schermvullend weer te geven.
Een bestand
weergeven
Selecteer een miniatuur.
t Selecteer het bestand om naar de 3D-weergave terug te
keren.
Bestanden wissen
Selecteer
Weergeven in 3D
Selecteer
Een categorie
selecteren
Selecteer
1/5
3
1
t In de 3D-weergave kunt u geen video’s of spraakmemo’s afspelen.
t De 3D-functie is niet beschikbaar wanneer de camera is aangesloten
op een televisie.
. (pag. 71)
.
.
Wanneer u in miniatuurmodus bestanden versleept, kunnen er
indicatorpictogrammen verschijnen nadat de miniaturen zijn geladen.
Weergeven en bewerken
70
Weergeven
Bestanden beveiligen
Bestanden wissen
U kunt uw bestanden beveiligen om te voorkomen dat ze per
ongeluk worden gewist.
U kunt afzonderlijke bestanden of alle bestanden tegelijk wissen.
Beveiligde bestanden kunnen niet worden gewist.
Bestanden selecteren en beveiligen
Afzonderlijke bestanden wissen
1
2
3
1
2
Selecteer in de weergavemodus M.
Selecteer Beveiligen Select..
Selecteer de bestanden die u wilt beveiligen.
t Selecteer
t Selecteer
om alle bestanden te selecteren.
om de selectie op te heffen.
Selecteer
Selecteer Ja om het bestand te wissen.
Meerdere bestanden tegelijk wissen
1
2
3
4
Selecteer in de weergavemodus een bestand .
Selecteer in de weergavemodus
t Selecteer
selecteren.
t Selecteer
Selecteer
.
Alle bestanden beschermen
1
2
Meer wissen.
Selecteer de bestanden die u wilt wissen.
Selecteer in de weergavemodus M.
Selecteer Beveiligen Alles Vergrendel.
Weergeven en bewerken
71
om alle bestanden in het huidige scherm te
om de selectie op te heffen.
Ja.
Weergeven
Bestanden naar de geheugenkaart kopiëren
Pictogram Beschrijving
U kunt bestanden van het interne geheugen naar een
geheugenkaart kopiëren.
1
2
3
Hiermee wist u het bestand.
Hiermee snijdt u de vergrote foto bij (de foto wordt als
een nieuw bestand opgeslagen).
Selecteer in de weergavemodus M.
Hiermee keert u terug naar de oorspronkelijke weergave.
Selecteer . Kopie.
X2.0
Zoomverhouding
Selecteer Ja om bestanden te kopiëren.
Een diavertoning starten
Een foto vergroten
Draai in de weergavemodus de [Zoomknop]
naar rechts om een foto te vergroten (draai
de [Zoomknop] naar links om een foto te
verkleinen).
U kunt de diavertoning van geluid en effecten voorzien. Deze
functie werkt niet voor video's en spraakmemo's.
1
2
Selecteer in de weergavemodus
.
Stel een effect voor de diavertoning in.
Het vergrote gebied wordt boven aan het scherm weergegeven.
De maximale zoomverhouding kan per resolutie verschillen.
Scroll in de richting die u wenst.
Optie
Beschrijving
Foto's: Hiermee selecteert u foto’s voor uw
diavertoning (maximaal 2000).
Weergeven en bewerken
72
Weergeven
Optie
Beschrijving
Een video afspelen
Afsp.mod.: Hiermee stelt u in of de vertoning wordt
herhaald.
U kunt video's afspelen, afzonderlijke beelden uit video's opslaan
en video's bijsnijden.
Interval: Hiermee stelt u het interval tussen foto's in.
t Dit is beschikbaar wanneer u Effect instelt op
.
t Bij gebruik met een andere effectoptie dan
wordt het interval op 1 sec. ingesteld.
1
2
Selecteer in de weergavemodus een video
Met de volgende pictogrammen kunt u het afspelen
regelen.
Muziek: Hier selecteert u achtergrondmuziek.
Effect:
t Hier selecteert u een overgangseffect.
t Selecteer
voor geen effecten.
3
Selecteer
om de diavertoning te starten.
t Raak het scherm aan (geen optiepictogrammen) om de
diavertoning te onderbreken.
t Selecteer
om het volume van het achtergrondgeluid bij te
stellen of het geluid te dempen.
t Selecteer
om naar de weergavemodus over te schakelen.
.
Pictogram Beschrijving
Terugspoelen.
/
Het afspelen onderbreken of hervatten.
Het afspelen stoppen.
Vooruitspoelen.
Het volume aanpassen of dempen.
Weergeven en bewerken
73
Weergeven
Een video tijdens het afspelen bijsnijden
Een spraakmemo afspelen
1
Selecteer op het punt waar u de nieuwe video wilt
laten beginnen en selecteer
.
2
3
Selecteer
4
5
om het afspelen te hervatten.
Selecteer op het punt waar u de nieuwe video wilt
laten eindigen.
Selecteer
Een spraakmemo afspelen
1
2
Selecteer in de weergavemodus een spraakmemo
Met de volgende pictogrammen kunt u het afspelen
regelen.
.
Selecteer Ja.
t De oorspronkelijke video moet ten minste 10 seconden lang zijn.
t De bewerkte video wordt als nieuw bestand opgeslagen.
Pictogram Beschrijving
Een beeld vastleggen tijdens het afspelen
1
2
3
Selecteer
Selecteer
Terugspoelen.
op het punt waarop u een foto wilt opslaan.
/
Het afspelen onderbreken of hervatten.
Het afspelen stoppen.
.
Vooruitspoelen.
Selecteer Ja.
Het volume aanpassen of dempen.
Afzonderlijke beelden die worden bewaard, hebben dezelfde grootte als het
oorspronkelijke videobestand en worden als een nieuw bestand opgeslagen.
Weergeven en bewerken
74
.
Weergeven
Een spraakmemo aan een foto toevoegen
1
2
3
Een aan een foto toegevoegde spraakmemo afspelen
Selecteer in de weergavemodus een foto M.
Selecteer Spraakmemo Aan.
Druk op [Ontspanknop] om een korte spraakmemo op
te nemen (maximaal 10 seconden).
1
Selecteer in de weergavemodus een foto met
spraakmemo .
2
Met de volgende pictogrammen kunt u het afspelen
regelen.
t Druk op [Ontspanknop] om de opname van de spraakmemo
te stoppen.
Pictogram Beschrijving
/
Het afspelen onderbreken of hervatten.
Het afspelen stoppen.
Het volume aanpassen of dempen.
Weergeven en bewerken
75
Foto's bewerken
Bewerk foto's door ze te draaien, in grootte aan te passen, rode ogen te verwijderen en de helderheid, het contrast en de kleurverzadiging
aan te passen.
t Bewerkte foto's worden als nieuw bestand opgeslagen.
t Wanneer u foto’s van
of groter bewerkt, worden deze automatisch naar een lagere resolutie omgezet (behalve wanneer u foto’s draait of in grootte aanpast).
Een foto draaien
1
2
Selecteer in de weergavemodus een foto
Selecteer
Foto's in grootte aanpassen
1
2
.
een optie.
Selecteer in de weergavemodus een foto
Selecteer
.
een optie.
t Selecteer
(pag. 108)
om de foto als beginafbeelding op te slaan.
Links 90 gr.
1920 X 1080
3
Selecteer
.
De gedraaide foto wordt als hetzelfde bestand opgeslagen, niet als een nieuw
bestand.
3
Selecteer
.
De beschikbare opties verschillen, afhankelijk van de grootte van de
geselecteerde foto.
Weergeven en bewerken
76
Foto's bewerken
Slim bijsnijden gebruiken
Fotostijlen toepassen
Selecteer een deel van de foto om te vergroten en sla de foto als
nieuw bestand op.
Pas een andere kleurtint op de foto toe, zoals Zacht, Helder, of
Bos. De bewerkte foto wordt als nieuw bestand opgeslagen,
maar de resolutie ervan kan worden verkleind.
1
2
3
Selecteer in de weergavemodus een foto
Selecteer
.
Selecteer 4 punten op het aanraakscherm om een
gebied te selecteren.
Zacht
1
2
4
Selecteer
Helder
Bos
Selecteer in de weergavemodus een foto
Selecteer
een optie.
t Selecteer
om uw eigen RGB-tint te definiëren.
Zacht
.
t De foto wordt als nieuw bestand opgeslagen.
De nieuwe bestandsgrootte wordt gereduceerd, ongeacht de oorspronkelijke
grootte.
3
Selecteer
Weergeven en bewerken
77
.
.
Foto's bewerken
Uw eigen RGB-tint definiëren
Intelligente filtereffecten toepassen
1
Selecteer in de weergavemodus een foto
.
2
3
Selecteer een kleur (R: Rood, G: Groen, B: Blauw).
Pas de mate van de kleur aan.
Aangep. RGB
4
Pas allerlei filtereffecten op uw foto’s toe om unieke beelden te
maken. De bewerkte foto wordt als nieuw bestand opgeslagen,
maar de resolutie ervan kan worden verkleind.
Selecteer
.
Miniatuur
Vignetten
Visoog 1
Visoog 2
Weergeven en bewerken
78
Foto's bewerken
1
2
Selecteer in de weergavemodus een foto
een effect.
Selecteer
Miniatuur
.
Een speciaal effect toepassen
Pas speciale effecten op foto's toe, zoals kleurfilters en
ruiseffecten. De bewerkte foto wordt als nieuw bestand
opgeslagen, maar de resolutie ervan kan worden verkleind.
1
2
Selecteer in de weergavemodus een foto
Selecteer
.
een optie.
Elegant
3
Selecteer
.
Optie
Beschrijving
Kleurenfilter: hiermee verandert u de
achtergrondkleuren in zwart-wit om het
hoofdonderwerp daartegen te laten afsteken.
Elegant: hiermee past u effecten toe om de foto
helderder en zachter te maken.
Ruis toevoegen: hiermee voegt u ruis aan de foto toe
voor een ouderwetse uitstraling.
Gezichtretouch.: retoucheer de portretfoto’s en laat
gezichten helderder en duidelijker overkomen.
3
Selecteer
Weergeven en bewerken
79
.
Foto's bewerken
ACB (automatische contrastverbetering) aanpassen
Foto bijwerken
Verwijder rode ogen of pas de helderheid, het contrast of de
kleurverzadiging aan. De bewerkte foto wordt als nieuw bestand
opgeslagen, maar de resolutie ervan kan worden verkleind.
Helderheid/contrast/kleurverzadiging aanpassen
1
2
Selecteer in de weergavemodus een foto
Selecteer
t
t
t
1
2
3
Selecteer in de weergavemodus een foto
Selecteer
Selecteer
.
.
.
.
een aanpassingsoptie.
Een afdrukbestelling maken (DPOF)
: Helderheid
: Contrast
: Kleurverz.
Selecteer foto's om af te drukken en stel opties in, zoals het
aantal afdrukken en het papierformaat.
3
Selecteer een waarde om het geselecteerde onderdeel
aan te passen. (-: minder of +: meer)
4
Selecteer
t De geheugenkaart kan naar een printshop worden gebracht die DPOF
(Digital Print Order Format) ondersteunt, maar u kunt ook uw foto's
thuis rechtstreeks op een DPOF-compatibele printer afdrukken.
t Brede foto's worden mogelijk met verlies van de linker- en rechterkant
afgedrukt, dus houd rekening met de afmetingen van de foto's.
t Voor de foto's in het interne geheugen kunt u geen DPOF gebruiken.
.
Rode ogen verwijderen
1
2
3
Selecteer in de weergavemodus een foto
Selecteer
Selecteer
.
.
.
1
2
Selecteer in de weergavemodus M.
Selecteer DPOF Select..
t Als u alle bestanden wilt afdrukken, selecteert u Alles en gaat
u naar stap 5.
Weergeven en bewerken
80
Foto's bewerken
3
4
5
Selecteer foto's die u wilt afdrukken.
t Selecteer
t Selecteer
Selecteer
om alle bestanden te selecteren.
om de selectie op te heffen.
.
Stel DPOF-opties in.
Optie
Beschrijving
Hier stelt u in of u de foto's als miniaturen wilt
afdrukken. (Selecteer
om foto's als miniaturen af
te drukken.)
Hier geeft u de afdrukgrootte op.
6
7
Selecteer , of . om het aantal afdrukken in te stellen.
Selecteer
.
Als u het afdrukformaat opgeeft, kunt u alleen foto's afdrukken met DPOF
1.1-compatibele printers.
Weergeven en bewerken
81
Bestanden op een tv weergeven
Geef foto's en video's weer door de camera met behulp van de A/V-kabel op een televisie aan te sluiten.
1
Selecteer in de opname- of weergavemodus M
.
2
3
Selecteer . (tweemaal) Video.
4
5
Selecteer een video-uitvoersignaal voor uw land of regio.
(pag. 111)
Schakel de camera en de televisie uit.
8
Geef met behulp van het aanraakscherm op de camera
de gewenste foto's en video's weer.
t Het aanraakscherm fungeert als bedieningspaneel voor
het televisiescherm. Zoek de gewenste optie op het
televisiescherm en raak op het camerascherm de plek aan
waar deze optie zich bevindt. Wanneer er een aanwijzer
op het televisiescherm verschijnt, selecteert u
op het
camerascherm.
Sluit de camera met behulp van de A/V-kabel op de
televisie aan.
Video
Audio
6
Schakel de televisie in en selecteer de
videouitvoermodus met de afstandsbediening van de
televisie.
7
Schakel de camera in en druk op [Weergaveknop].
Weergeven en bewerken
t Bij bepaalde televisies kan er digitale ruis optreden of kan het
gebeuren dat het beeld niet geheel wordt weergegeven.
t Afhankelijk van de televisie-instellingen kan het voorkomen dat de
beelden niet gecentreerd op het scherm worden weergegeven.
t Terwijl de camera op de televisie is aangesloten, kunt u gewoon foto's
en video's maken.
82
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)
Breng bestanden naar de computer over met behulp van het ingebouwde Intelli-studio-programma. U kunt tevens bestanden bewerken en
uploaden naar uw favoriete websites.
Vereisten voor Intelli-studio
Onderdeel
Vereisten
Processor
Intel Pentium 4, 3,2 GHz of hoger/
AMD Athlon™ FX 2,6 GHz of hoger
RAM
Minimaal 512 MB RAM
(1 GB of meer aanbevolen)
Besturingssysteem
Windows XP SP2/Vista/7
Schijfruimte
250 MB of meer (1 GB of meer aanbevolen)
Overig
t Cd-romstation
t nVIDIA Geforce 7600GT of hoger/ATI X1600
series of hoger
t 1024 x 768 pixels, monitor met
ondersteuning voor 16-bits kleuren
(1280 x 1024 pixels, ondersteuning voor
32-bits kleuren aanbevolen)
t USB-poort, Microsoft DirectX 9.0c of nieuwer
Weergeven en bewerken
t Het is mogelijk dat Intelli-studio op bepaalde computers niet naar
behoren werkt, ook niet als de computer in kwestie aan de vereisten
voldoet.
t Als uw computer niet aan de vereisten voldoet, worden video’s
mogelijk niet naar behoren afgespeeld of duurt het langer om video’s
te bewerken.
t Installeer DirectX 9.0c of een nieuwere versie alvorens het programma
te gebruiken.
t U moet Windows XP/Vista/7 of Mac OS 10.4 of hogere versies
gebruiken om de camera als een verwisselbare schijf aan te sluiten.
t Het gebruik van een zelfgemonteerde pc of een niet-ondersteunde pc
en besturingssysteem kan tot gevolg hebben dat uw garantie vervalt.
t De programma's werken mogelijk niet goed onder de 64-bits versies
van Windows XP, Windows Vista en Windows 7.
83
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)
Bestanden overbrengen met behulp van
Intelli-studio
5
Schakel de camera in.
t De camera wordt automatisch herkend.
Intelli-studio wordt automatisch gestart wanneer u de camera met
de USB-kabel op uw computer aansluit.
Terwijl de camera met de USB-kabel op de computer is aangesloten, wordt
de batterij opgeladen.
1
Als u de USB-optie instelt op Selecteer een modus, selecteert u
Computer in het pop-upvenster.
6
t Als de camera geen nieuwe bestanden bevat, zal het
pop-upvenster voor het opslaan van nieuwe bestanden niet
verschijnen.
Selecteer in de opname- of weergavemodus M
.
2
3
4
7
Selecteer . (tweemaal) Pc-software Aan.
Schakel de camera uit.
Selecteer een map op de computer waarin u de
bestanden wilt opslaan.
Selecteer Ja.
t Nieuwe bestanden worden automatisch naar de computer
overgebracht.
Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
Selecteer bij Windows Vista en Windows 7 Run iStudio.exe in het venster
Automatisch afspelen.
Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (▲) op de
camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden
beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van
gegevens.
Weergeven en bewerken
84
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)
Intelli-studio gebruiken
Intelli-studio is een ingebouwd programma waarmee u bestanden kunt afspelen, weergeven of bewerken. U kunt er ook bestanden mee
uploaden naar websites zoals Flickr of YouTube. Selecteer Help Help in het programma voor meer informatie.
t Als u Intelli-studio op de computer installeert, start het programma sneller. Om het programma te installeren, selecteert u Tool Install Intelli-studio on PC.
t Bestanden kunnen niet in de camera worden bewerkt. Breng bestanden naar een map op de computer over om ze te bewerken.
t Bestanden op de computer kunnen niet naar de camera worden gekopieerd.
t Intelli-studio ondersteunt de volgende bestandstypen:
- Video’s: MP4 (Video: H.264, Audio: AAC), WMV (WMV 7/8/9), AVI (MJPEG)
- Foto’s: JPG, GIF, BMP, PNG, TIFF
1
2
3
4
5
%
$
6
7
#
8
9
0
@
!
Weergeven en bewerken
85
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)
1
Hiermee opent u menu's
Bestanden overbrengen door de camera als
een verwisselbare schijf aan te sluiten
2
Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map
weer
U kunt de camera op de computer aansluiten als een
verwisselbare schijf.
3
Hiermee gaat u naar de Fotobewerkingsmodus gaan
4
Hiermee gaat u naar de Videobewerkingsmodus gaan
1
Selecteer in de opname- of weergavemodus M
.
5
Hiermee gaat u naar de modus Sharing om foto's te
delen (u kunt bestanden per e-mail versturen of naar
websites zoals Flickr of YouTube uploaden.)
Selecteer . (tweemaal) Pc-software Uit.
6
Hiermee vergroot of verkleint u de miniaturen in de lijst
7
Hiermee selecteert u een bestandstype
2
3
4
8
Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map op
de computer weer
9
Hiermee geeft u bestanden van de aangesloten camera
weer of verbergt u deze
0
Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map op
de camera weer
!
Hiermee geeft u bestanden weer als miniaturen, in Smart
Album of op een kaart
@
Hiermee bladert u door de mappen op het aangesloten
apparaat
#
Hiermee bladert u door mappen op de computer
$
Hiermee gaat u naar de vorige of volgende pagina
%
Hiermee drukt u bestanden af, geeft u bestanden op
een kaart weer, slaat u bestanden op in Mijn map of
registreert u gezichten
Pictogram Beschrijving
Schakel de camera uit.
Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
Weergeven en bewerken
Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (▲) op de
camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden
beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van
gegevens.
86
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)
5
Schakel de camera in.
De camera loskoppelen (Windows XP)
t De camera wordt automatisch herkend.
De USB-kabel wordt onder Windows Vista/7 op soortgelijke wijze
losgekoppeld.
Als u de USB-optie instelt op Selecteer een modus, selecteert u
Computer in het pop-upvenster.
6
Selecteer op de computer Deze computer
Verwisselbare schijf DCIM 100PHOTO.
7
Selecteer de gewenste bestanden en sleep deze naar de
computer of sla ze daar op.
1
Als het statuslampje op de camera knippert, wacht u tot
het knipperen ophoudt.
2
Klik op
op de werkbalk rechtsonder in het scherm
van de computer.
3
4
Klik op het pop-upbericht.
Verwijder de USB-kabel.
De camera kan niet veilig worden verwijderd zolang Intelli-studio actief is.
Sluit het programma af alvorens de camera los te koppelen.
Weergeven en bewerken
87
Bestanden naar de computer overbrengen (Macintosh)
Wanneer u de camera op een Apple Macintosh-computer aansluit, wordt de camera automatisch door de computer herkend. U kunt de
bestanden rechtstreeks van de camera naar de computer overbrengen, zonder dat het nodig is om programma's te installeren.
Mac OS 10.4 of hoger wordt ondersteund.
1
Sluit de camera met de USB-kabel op een Macintoshcomputer aan.
2
Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (S) op de
camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden
beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van
gegevens.
Schakel de camera in.
t De computer herkent de camera automatisch en geeft op
het beeldscherm een pictogram van een verwisselbare schijf
weer.
Als u de USB-optie instelt op Selecteer een modus, selecteert u
Computer in het pop-upvenster.
3
4
Dubbelklik op het pictogram van de verwisselbare schijf.
Breng foto’s of video’s naar de computer over.
Weergeven en bewerken
88
Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge)
U kunt foto's met een PictBridge-compatibele printer afdrukken door de camera rechtstreeks op de printer aan te sluiten.
1
2
3
4
Selecteer in de opname- of weergavemodus M
.
6
Selecteer . (tweemaal) USB Printer.
om af te drukken.
Schakel de camera uit.
Schakel de printer in en sluit de camera er met een
USB-kabel op aan.
7
5
Selecteer
t Selecteer
om afdrukopties in te stellen. Zie “Afdrukopties
instellen” op pagina 90.
Selecteer een optie.
Schakel de camera in.
t De printer herkent de camera automatisch.
Weergeven en bewerken
Optie
Beschrijving
Huidige foto
Hiermee drukt u de geselecteerde foto af. Ga
naar stap 8.
Geselect. foto's
Hiermee drukt u de gewenste foto’s af.
Alle foto's
Hiermee drukt u alle foto's af. Ga naar stap 8.
89
Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge)
8
9
10
Selecteer < of > om naar een foto te scrollen die u wilt
afdrukken.
Optie
Beschrijving
Formaat: Hier geeft u de afdrukgrootte op.
Selecteer , of . om het aantal afdrukken in te stellen
en selecteer .
Lay-out: Hiermee drukt u miniaturen af.
t Als u ervoor gekozen had om alleen de gewenste foto’s
af te drukken, herhaalt u stap 7-8 voor alle foto’s die u wilt
afdrukken.
Kwalit.: Hier stelt u de afdrukkwaliteit in.
Type: Hier selecteert u het papiertype.
Datum: Hier stelt u in of de datum moet worden afgedrukt.
Selecteer ter bevestiging Ja.
Best.naam: Hier stelt u in of de bestandsnaam moet
worden afgedrukt.
t Het afdrukken begint. Selecteer Annuleer om het afdrukken
te annuleren.
Reset: Hiermee stelt u de afdrukopties op de
beginwaarden terug.
Bepaalde opties worden niet door alle printers ondersteund.
Afdrukopties instellen
Weergeven en bewerken
90
Draadloos netwerk
Hier wordt ingegaan op het gebruik van verschillende functies via een WLAN (Wireless Local Area
Network).
Verbinding maken met een WLAN en
netwerkinstellingen configureren ………… 92
Automatisch verbinding maken
met een WLAN …………………………………
Netwerkopties instellen ………………………
IP handmatig instellen …………………………
Tips over netwerkverbinding …………………
Uw gegevens opslaan …………………………
E-mailadressen opslaan ………………………
De bestandsgrootte voor te delen
bestanden instellen ……………………………
Een wachtwoord instellen ……………………
Het wachtwoord wijzigen ………………………
Gegevens controleren …………………………
Tekst invoeren …………………………………
92
93
93
94
95
95
96
96
96
97
97
Websites voor het delen van
foto's of video's gebruiken ………………… 98
Een website openen …………………………… 98
Foto's of video's uploaden …………………… 99
Foto's via e-mail verzenden …………… 100
Foto’s of video’s op de
Allshare-apparaten weergeven ………… 101
Foto’s of video’s op een tv-scherm
weergeven …………………………………… 101
Foto’s of video’s op een ander apparaat
weergeven …………………………………… 102
Foto’s of video’s verzenden of
ontvangen met een camera …………… 104
Foto’s of video’s naar een andere camera
verzenden …………………………………… 104
Foto’s of video’s van een andere camera
ontvangen …………………………………… 104
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
Hier wordt beschreven hoe u verbinding maakt via een toegangspunt wanneer u zich binnen het bereik van een WLAN bevindt. Verder
wordt ingegaan op het configureren van netwerkinstellingen en wordt uitgelegd hoe u tekst invoert.
Deze camera maakt gebruik van niet-geharmoniseerde frequenties en is bestemd voor gebruik in alle Europese landen.
Het WLAN kan in de EU zonder beperking binnenshuis worden gebruikt maar kan in Frankrijk niet buitenshuis worden gebruikt.
Automatisch verbinding maken met een
WLAN
1
Selecteer in de opname- of weergavemodus N
Netwerkinstelling.
2
Selecteer AP-instelling.
3
Pictogram
Beschrijving
Beveiligd toegangspunt
Ad-hoc toegangspunt
Signaalsterkte
Signaal gevonden.
t Er worden beschikbare toegangspunten gezocht en op het
camerascherm weergegeven.
Selecteer een toegangspunt.
AP-instelling
AIA-2
Er is geen signaal gevonden.
t Als het geselecteerde toegangspunt niet beveiligd is, maakt
de camera verbinding met het WLAN.
t Als er een wachtwoord nodig is voor het geselecteerde
toegangspunt, voert u het wachtwoord in om verbinding te
maken met het WLAN.
Samsung 1
Samsung 2
Samsung 3
Draadloos netwerk
92
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
Netwerkopties instellen
IP handmatig instellen
1
Selecteer in de opname- of weergavemodus N
Netwerkinstelling.
1
Selecteer AP-instelling.
2
2
3
4
t Er worden beschikbare toegangspunten gezocht en op het
camerascherm weergegeven.
Selecteer
naast het toegangspunt dat u wilt instellen.
Selecteer netwerkopties.
Optie
Beschrijving
Verificatie
Selecteer een methode voor
netwerkverificatie.
Gegevenscod.
Selecteer een coderingstype.
Netwerksleutel
5
3
Selecteer
4
5
Selecteer Touch en voer de Netwerksleutel
in.
.
6
7
Draadloos netwerk
Selecteer in de opname- of weergavemodus N
Netwerkinstelling.
Selecteer AP-instelling.
t Er worden beschikbare toegangspunten gezocht en op het
camerascherm weergegeven.
Selecteer
verbinden.
naast het toegangspunt dat u wilt
Selecteer IP-instelling Handmatig.
Selecteer de vakjes naast de opties die u wilt instellen.
Optie
Beschrijving
IP
Hier voert u het statische IP-adres in.
Subnetmasker
Hier voert u het subnetmasker in.
Gateway
Hier voert u de gateway in.
DNS-server
Hier voert u het DNS-adres in.
Voer waarden in en selecteer
Selecteer
93
.
wanneer u klaar bent.
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
Tips over netwerkverbinding
t Bij sommige toegangspunten is het niet mogelijk om met uw
camera verbinding met het netwerk te maken.
t Als u zich ver van het toegangspunt bevindt, kan het lang duren
voordat er verbinding met het netwerk is.
t Als er elektronische apparatuur in de buurt is die dezelfde RFsignalen gebruikt, kan de camera mogelijk geen verbinding met
het toegangspunt maken.
t Als het toegangspunt een niet-Engelse naam heeft, verschijnt
deze mogelijk niet in de zoeklijst, of wordt deze mogelijk
onvolledig of met vreemde tekens weergegeven.
t Neem contact op met uw netwerkbeheerder of netwerkprovider
voor netwerkprofielen en een wachtwoord.
t Als voor het netwerk verificatie door de serviceprovider is
vereist, kunt u mogelijk geen verbinding maken. Neem dan
contact op met uw netwerkserviceprovider.
t Hoeveel tekens en cijfers zijn toegestaan voor de
coderingssleutel, is afhankelijk van het type codering.
t Afhankelijk van uw omgeving is een WLAN-verbinding
misschien niet mogelijk.
t Wanneer u naar netwerken zoekt, kunt u mogelijk een printer
vinden die ondersteuning biedt voor het netwerk. U kunt de
printer echter niet gebruiken om verbinding te maken met een
netwerk.
t De camera kan geen verbinding met het netwerk maken als het
toestel met de A/V-kabel op een televisie is aangesloten. Ook
kunt u geen bestanden op een televisiescherm bekijken als de
camera met het netwerk is verbonden, ook niet als de A/Vkabel is aangesloten.
t Wanneer u verbinding maakt met het netwerk, worden u
hiervoor de kosten in rekening gebracht die in het contract met
uw netwerkprovider zijn vastgelegd.
t U kunt met deze camera alleen van gratis WLAN’s
gebruikmaken. Als u gebruikmaakt van gratis WLAN’s waarbij
u gevraagd wordt een gebruikersovereenkomst te accepteren
en aanvullende informatie te verstrekken wanneer u via een
webbrowser verbinding maakt, zijn bepaalde functies op
websites of met betrekking tot e-mail mogelijk niet beschikbaar.
t De voor netwerkverbinding beschikbare frequentiebereiken
kunnen per land verschillen.
t De WLAN-voorziening van de camera moet voldoen aan de
regelgeving met betrekking tot radiosignalen. Hierdoor is het
gebruik van deze functie in bepaalde landen wellicht niet of
beperkt mogelijk. We raden u aan om de WLAN voorziening te
gebruiken in het land waar u de camera hebt gekocht.
t Neem contact op met uw netwerkbeheerder of netwerkprovider
voor netwerkprofielen en een wachtwoord.
t Hoe u de netwerkprofielen configureert, kan variëren al naar
gelang de netwerkomgeving.
t Probeer niet toegang te krijgen tot een netwerk dat u niet mag
gebruiken.
t Gebruik een volledig opgeladen batterij terwijl u verbinding
maakt met het netwerk.
t Wanneer de DHCP-server niet beschikbaar is en u verbinding
maakt met het netwerk via Auto IP, maakt u een autoip.
txt-bestand en kopieert u dit naar de geheugenkaart in het
apparaat.
Draadloos netwerk
94
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
Uw gegevens opslaan
E-mailadressen opslaan
U kunt uw naam en e-mailadres opslaan om e-mailberichten te
verzenden of uw camera vanaf een ander apparaat te vinden.
U kunt maximaal 10 e-mailadressen in uw camera opslaan. U
kunt deze adressen gebruiken wanneer u uw foto's via e-mail
verstuurt.
1
Selecteer in de opname- of weergavemodus N
Netwerkinstelling.
2
3
Selecteer Gebruikersinstelling.
Selecteer het invoerveld voor de naam en voer uw naam
in.
1
Selecteer in de opname- of weergavemodus N
Netwerkinstelling.
2
Selecteer E-mailadres.
Adresboek voor e-mail
t Zie pagina 97 voor informatie over het invoeren van tekst.
4
5
6
7
Selecteer
Samsung
wanneer u klaar bent.
Selecteer het invoerveld voor het e-mailadres en voer uw
e-mailadres in.
Selecteer
wanneer u klaar bent.
Selecteer
om uw gegevens op te slaan.
Pictogram
Beschrijving
De e-mailadressen weergeven die u onlangs hebt
gebruikt.
*
Het e-mailadres bewerken.
*
Het e-mailadres verwijderen.
* De pictogrammen worden weergegeven nadat u een e-mailadres hebt
opgeslagen.
Draadloos netwerk
95
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
3
4
5
Selecteer
3
4
.
Voer een naam en e-mailadres in.
Selecteer
Voer een wachtwoord in (4 cijfers).
Voer het wachtwoord nogmaals in (4 cijfers).
wanneer u klaar bent.
De bestandsgrootte voor te delen bestanden
instellen
Het wachtwoord wijzigen
U kunt de bestandsgrootte instellen voor het delen van bestanden
met andere Allshare-apparaten. U kunt de oorspronkelijke grootte
kiezen of
.
1
Selecteer in de opname- of weergavemodus N
Netwerkinstelling.
1
Selecteer in de opname- of weergavemodus N
Netwerkinstelling.
Selecteer . Wachtwoord wijzigen.
2
3
Selecteer DLNA-afbeeldingsgrootte.
2
3
4
5
Selecteer een grootte.
Het wachtwoord zo nodig wijzigen.
Voer het huidige wachtwoord in (4 cijfers).
Voer een nieuw wachtwoord in (4 cijfers).
Voer het nieuwe wachtwoord nogmaals in (4 cijfers).
U kunt een wachtwoord resetten door in het wachtwoordinvoervenster
Reset te selecteren. Als u het wachtwoord reset, worden uw opgeslagen
e-mailadressen, onlangs verzonden e-mailadressen en alle persoonlijke
gegevens gewist.
Een wachtwoord instellen
Beveilig het verzenden van e-mail en het configureren van
netwerkinstellingen met een wachtwoord.
1
Selecteer in de opname- of weergavemodus N
Netwerkinstelling.
2
Selecteer . Wachtwoord instellen Aan
Bevestig.
Draadloos netwerk
96
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
Gegevens controleren
Tekst invoeren
U kunt het Mac-adres en serienummer van uw camera nagaan,
zodat u deze op de Samsung-website kunt registreren.
Bij het opslaan van uw gegevens of e-mailadressen kunt u
tekst invoeren door de gewenste letters, symbolen en cijfers te
selecteren.
1
2
Selecteer in de opname- of weergavemodus N
Netwerkinstelling.
Gebr.instelling: naam
Selecteer . Apparaatgegevens.
Pictogram
</>
Beschrijving
De cursor verplaatsen.
In ABC-modus: kleine letters in hoofdletters veranderen
en omgekeerd. In 123-modus: meer symbolen
weergeven.
Naar ABC-modus overschakelen.
Een spatie invoeren.
De laatste letter verwijderen.
Naar 123-modus overschakelen.
De weergegeven tekst opslaan.
U kunt tekst alleen in het Engels invoeren, ongeacht de schermtaal.
Draadloos netwerk
97
Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken
Uw foto's of video's uploaden naar websites voor het delen van bestanden (op de camera wordt aangegeven welke websites er
beschikbaar zijn).
Pictogrammen op een website
Een website openen
1
Selecteer in de opname- of weergavemodus N
Web .
t De camera maakt automatisch verbinding met het WLAN via
het laatstgebruikte toegangspunt
t Als de camera geen verbinding met het WLAN heeft
gemaakt, wordt automatisch gezocht naar beschikbare
toegangspunten. (pag. 92)
2
3
Selecteer een website.
Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in en selecteer
Aanmelding.
Pictogram
Beschrijving
Vorige pagina
Volgende pagina
Stoppen
Stel uw gebruikersnaam en wachtwoord vooraf in op een pc.
Vernieuwen
Startpagina
Sluiten
Draadloos netwerk
98
Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken
Foto's of video's uploaden
1
2
3
Selecteer
t U kunt foto's met een resolutie van maximaal
uploaden, en
video's van maximaal 30 seconden met een resolutie van
320 X 240 of de video die met behulp van Om te delen is
opgenomen.
t Als de geselecteerde foto een resolutie van meer dan
heeft, wordt
deze automatisch verkleind naar een lagere resolutie.
t Wanneer het totaal van alle geselecteerde foto’s minder dan
10 MB is, kunt u ze naar een website uploaden. (maximaal 20 foto's)
t De manier waarop foto’s en video’s moeten worden geüpload, is per
website verschillend.
t Als u door een firewall of gebruikersverificatie-instellingen geen
toegang tot een website krijgt, neemt u contact op met uw
netwerkbeheerder of uw netwerkserviceprovider.
t Als u wegens serverfouten geen foto's of video's kunt uploaden,
selecteert u .
t Foto's of video's kunnen een titel krijgen die overeenkomt met de
datum waarop ze zijn gemaakt.
t De snelheid waarmee u foto’s kunt uploaden en webpagina’s kunt
openen, is afhankelijk van de snelheid van uw internetverbinding.
.
Selecteer < of > om door bestanden te bladeren.
Sleep foto’s en video’s naar het selectiegebied of
selecteer foto’s en video’s en selecteer .
Datum
t Selecteer Datum om de bestanden te categoriseren.
(pag. 69)
4
Voer een albumtitel in en selecteer
.
Draadloos netwerk
99
Foto's via e-mail verzenden
1
Selecteer in de opname- of weergavemodus N
E-mail.
t De camera maakt automatisch verbinding met het WLAN via
het laatstgebruikte toegangspunt
t Als de camera geen verbinding met het WLAN heeft
gemaakt, wordt automatisch gezocht naar beschikbare
toegangspunten. (pag. 92)
2
3
4
5
Voer het e-mailadres van de afzender en
geadresseerde(n) in.
Afzender/ontvanger
Selecteer
.
Selecteer
en voer de tekst van uw e-mailbericht in.
Selecteer foto's of sleep foto's naar het selectiegebied
en selecteer .
t De foto's worden naar de geselecteerde e-mailadressen
gestuurd.
t Het bericht Overdracht voltooid. wordt ook weergegeven
als foto's niet kunnen worden verzonden, dan wel als
spam worden behandeld, als gevolg van een fout bij de
e-mailaccount van de geadresseerde.
Samsung
t Wanneer het totaal van alle geselecteerde foto’s minder dan 10 MB is,
kunt u ze per e-mail verzenden. (maximaal 20 foto's)
t Voor elk e-mailbericht kunt u maximaal 10 geadresseerden opgeven.
t Het kan voorkomen dat u geen e-mail kunt verzenden door een
probleem met de netwerkverbinding of door de instellingen van de
e-mailaccount.
t U kunt foto's met een resolutie van maximaal
verzenden. Als de
geselecteerde foto een resolutie van meer dan
heeft, wordt deze
automatisch verkleind naar een lagere resolutie.
t Als u door een firewall of gebruikersverificatie-instellingen geen e-mail
kunt verzenden, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder of uw
netwerkserviceprovider.
t Als het camerageheugen geen foto’s bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
Samsung 1
Pictogram
Beschrijving
Het e-mailadres van de afzender invoeren of
wijzigen.
De opgeslagen e-mailadressen ophalen.
Een e-mailadres handmatig invoeren.
Draadloos netwerk
100
Foto’s of video’s op de Allshare-apparaten weergeven
Allshare is een internationale technologiestandaard voor het delen van mediabestanden tussen netwerkapparaten in huis. Met deze
technologie kunt u uw foto’s of video’s op een breedbeeld-tv of ander apparaat weergeven. U kunt geen spraakmemo’s verzenden of
ontvangen.
4
Foto’s of video’s op een tv-scherm
weergeven
Bekijk uw foto’s of video’s op een tv waarop de Allshare-functie
wordt ondersteunt.
1
Selecteer in de opname- of weergavemodus N
Zend bestanden.
t De camera maakt automatisch verbinding met het WLAN via
het laatstgebruikte toegangspunt.
t Als de camera geen verbinding met het WLAN heeft
gemaakt, wordt automatisch gezocht naar beschikbare
toegangspunten. (pag. 92)
2
3
Selecteer Geselecteerde bestanden.
Zoek op de tv naar de camera en blader door de
gedeelde foto’s of video’s.
t De naam van uw camera komt overeen met wat u als
gebruikersinstelling hebt opgegeven. (pag. 95)
t Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de tv voor informatie
over het zoeken naar de camera en het bladeren door foto’s
of video’s op de tv.
t Video’s worden mogelijk niet goed afgespeeld afhankelijk
van het type televisie of de netwerkomstandigheden. Neem
als dit het geval is de video opnieuw op in 640X480- of
320X240-kwaliteit en speel deze opnieuw af. Als video’s via
de draadloze verbinding niet goed op uw televisie worden
afgespeeld, verbindt u de camera met de tv via een A/Vkabel.
t Als u alle bestanden wilt delen, selecteert u Alle bestanden
en gaat u naar stap 4.
Selecteer foto’s of video’s die u wilt delen.
U kunt maximaal 1000 foto’s of video’s delen.
AP
Draadloos netwerk
101
Foto’s of video’s op de Allshare-apparaten weergeven
t Op een televisiescherm kunt u alleen foto’s bekijken die u met de
camera hebt gemaakt.
t Het toegangspunt-apparaat kan mede bepalend zijn voor de afstand
tussen de camera en de tv.
t Als de camera met 2 televisies is verbonden, wordt het afspelen
mogelijk vertraagd.
t Bij het delen van de foto's wordt de door u ingestelde grootte
aangehouden. (pag. 96)
De video’s worden in hun originele grootte gedeeld.
t U kunt deze functie alleen gebruiken met een Allshare-gecertificeerde
DMP (Digital Media Player).
t Gedeelde foto’s of video’s worden niet opgeslagen op de tv, maar u
kunt ze opslaan volgens de tv-specificaties.
t Afhankelijk van de netwerkverbinding en de bestandsgrootte kan
het overbrengen van foto’s of video’s naar de tv enige tijd in beslag
nemen.
t Als u de camera op ongebruikelijke wijze uitschakelt (door bijvoorbeeld
de batterij te verwijderen) terwijl u foto’s of video’s op een tv bekijkt,
gaat de tv ervan uit dat de verbinding met de camera nog intact is.
t De volgorde van foto’s of video’s op de camera kan afwijken van die
op de tv.
t Al naar gelang het aantal foto’s of video’s dat u wilt delen, kan het
enige tijd duren om uw foto’s of video’s te laden en de instelprocedure
uit te voeren.
t Tijdens de weergave van foto’s of video’s op de televisie kan het
voortdurende gebruik van de afstandsbediening of het uitvoeren van
handelingen op de televisie een goede werking van deze functie in
de weg staan.
t Als u bestanden in de camera sorteert terwijl ze op de televisie worden
weergegeven, dient u het instelproces te herhalen om de lijst met
bestanden op de televisie te actualiseren.
t Als het camerageheugen geen foto’s of video’s bevat, kunt u deze
functie niet gebruiken.
Foto’s of video’s op een ander apparaat
weergeven
1
Selecteer in de opname- of weergavemodus N
Stuur best.
t De camera maakt automatisch verbinding met het WLAN via
het laatstgebruikte toegangspunt.
t Als de camera geen verbinding met het WLAN heeft
gemaakt, wordt automatisch gezocht naar beschikbare
toegangspunten. (pag. 92)
t Als de camera verbinding met het WLAN heeft gemaakt,
worden automatisch de beschikbare Allshare-compatibele
verbindingen gezocht en op het camerascherm weergegeven.
Dit kan echter even duren.
2
Selecteer een apparaat voor het weergeven van de
foto's.
3
Sleep een foto of video naar het selectiegebied of
selecteer een foto of video.
Draadloos netwerk
t De foto’s of video’s worden weergegeven op het
apparaatscherm.
t Als u andere foto’s of video’s wilt weergeven, sleept u deze
een voor een naar het selectiegebied op uw camera.
102
Foto’s of video’s op de Allshare-apparaten weergeven
t Bij het zoeken naar Allshare-apparaten in het netwerk worden mogelijk
niet alle netwerkapparaten gevonden.
t Als u het apparaat op ongebruikelijke wijze uitschakelt terwijl u foto’s
of video’s op een apparaat bekijkt, gaat de camera ervan uit dat de
verbinding met het apparaat nog intact is.
t Bij het delen van de foto's wordt de door u ingestelde grootte
aangehouden. (pag. 96) De video’s worden in hun originele grootte
gedeeld.
t U kunt deze functie alleen gebruiken met een Allshare-renderer.
t De gedeelde foto’s of video’s worden niet opgeslagen op het
apparaat, maar u kunt ze opslaan volgens de apparaatspecificaties.
t Afhankelijk van de netwerkverbinding en de bestandsgrootte kan
het overbrengen van foto’s of video’s naar de tv enige tijd in beslag
nemen.
t U kunt bestanden een voor een overbrengen.
t Als het camerageheugen geen foto’s of video’s bevat, kunt u deze
functie niet gebruiken.
t Op andere weergaveapparaten kunt u alleen foto’s of video’s bekijken
die u met de camera hebt gemaakt.
t Als u naar andere apparaten zoekt, kan dat even duren, afhankelijk
van de netwerkverbinding. Probeer het in dat geval nog eens.
Draadloos netwerk
103
Foto’s of video’s verzenden of ontvangen met een camera
U kunt foto’s of video’s verzenden naar of ontvangen van een camera van hetzelfde model. U kunt geen spraakmemo’s verzenden of
ontvangen.
Foto’s of video’s naar een andere camera
verzenden
Foto’s of video’s van een andere camera
ontvangen
1
Selecteer in de opname- of weergavemodus N
Camera naar camera .
1
Selecteer Verzenden.
2
2
3
t Er wordt een wachtwoord gegenereerd en op het
camerascherm weergegeven terwijl verbinding wordt gemaakt
met de ontvangende camera.
Selecteer op de ontvangende camera de naam van de
verzendende camera.
3
4
t De naam van de verzendende camera komt overeen met wat
u als gebruikersinstelling hebt opgegeven. (pag. 95)
4
Voer het viercijferige wachtwoord in op de ontvangende
camera.
Selecteer in de opname- of weergavemodus N
Camera naar camera .
Selecteer Ontvangen op uw camera.
t Selecteer Verzenden op de verzendende camera en
selecteer na enige tijd Ontvangen.
Selecteer de naam van de verzendende camera.
Voer het wachtwoord van de verzendende camera in.
t Het wachtwoord wordt weergegeven op het scherm van de
verzendende camera.
t Wanneer de verzendende camera foto’s of video’s verzendt,
worden deze op de ontvangende camera weergegeven.
t Het selectiegebied wordt automatisch weergegeven op de
verzendende camera.
5
Sleep foto's of video's naar het selectiegebied of
selecteer ze.
t De foto’s of video’s worden naar de ontvangende camera
verzonden.
Draadloos netwerk
104
Foto’s of video’s verzenden of ontvangen met een camera
t Deze functie maakt gebruik van een draadloos ad-hocnetwerk.
t U kunt niet tegelijk bestanden verzenden en ontvangen. Nadat u
bestanden hebt ontvangen, moet u de verbinding verbreken, waarna
u opnieuw verbinding met de camera maakt om foto’s of video’s te
verzenden.
t De efficiëntie van het draadloze ad-hocnetwerk kan mede bepalend
zijn voor de afstand tussen twee camera's.
t Als een camera op ongebruikelijke wijze wordt uitgeschakeld tijdens
het verzenden of ontvangen van foto’s of video’s, gaat de andere
camera ervan uit dat de verbinding nog intact is. Na enige tijd wordt
de verbinding vanzelf beëindigd.
t Afhankelijk van de bestandsgrootte en de ad-hocnetwerkverbinding
kan het verzenden of ontvangen van foto’s of video’s enige tijd in
beslag nemen.
t U kunt bestanden een voor een overbrengen.
t Als u een foto of video niet kunt verzenden of ontvangen, wordt deze
niet opgeslagen op de ontvangende camera.
t Als het camerageheugen geen foto’s bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
t U kunt alleen foto’s of video’s verzenden en ontvangen die met uw
camera of de andere camera zijn gemaakt.
t Als u in de Allshare-beeldformaatinstellingen de originele grootte
selecteert, kunt u de foto’s zonder verandering verzenden of
ontvangen. Als u echter
selecteert en de geselecteerde foto een
resolutie van meer dan
heeft, wordt deze automatisch verkleind
naar een lagere resolutie. (pag. 96)
t U kunt alleen foto’s of video’s van minder dan 35 MB verzenden of
ontvangen.
Draadloos netwerk
105
Instellingen
Raadpleeg de opties om de instellingen van uw camera te
configureren.
Instellingenmenu ……………………………………… 107
Het instellingenmenu openen ……………………………
Geluidsinstellingen ………………………………………
Scherminstellingen ………………………………………
Camera-instellingen ……………………………………
107
108
108
109
Instellingenmenu
Hier vindt u informatie over de verschillende instellingen die u op de camera kunt aanpassen.
3
Het instellingenmenu openen
1
2
Selecteer in de opname- of weergavemodus M.
Selecteer een menu.
Selecteer een optie en sla de instellingen op.
Volume
Uit
Piepjes
Laag
Sl.toon
Middel
Hoog
Volume
: Middel
Begingeluid
Piepjes
: Aan
AF-geluid
Sl.toon
:1
Begingeluid
: Uit
1/2
4
: Aan
AF-geluid
1/2
Pictogram Beschrijving
Geluidsinstellingen: hier stelt u de geluiden van de
camera en het volume in. (pag. 108)
Scherminstellingen: hier past u scherminstellingen
zoals helderheid aan. (pag. 108)
Camera-instellingen: hier past u de
instellingen voor het camerasysteem aan, zoals
geheugenindeling, standaardbestandsnaam en USBmodus. (pag. 109)
Instellingen
107
Selecteer
om terug te gaan naar het vorige scherm.
Instellingenmenu
Geluidsinstellingen
Scherminstellingen
* Standaard
* Standaard
Onderdeel
Beschrijving
Onderdeel
Beschrijving
Volume
Hiermee past u het volume van alle geluiden
aan. (Uit, Laag, Middel*, Hoog)
Functiebeschrijving
Hiermee wordt een korte beschrijving van een optie
of menu weergeven. (Uit, Aan*)
Piepjes
Hier kiest u welk geluid bij het aanraken van
het scherm of het wisselen van modi wordt
geproduceerd. (Uit, Aan*)
Sl.toon
Hier selecteert u een geluid voor het indrukken
van de sluiterknop. (Uit, 1*, 2, 3)
Begingeluid
Hier selecteert u een geluidssignaal voor het
inschakelen van de camera. (Uit*, 1, 2, 3)
AF-geluid
Hier stelt u in of er een geluid klinkt bij het half
indrukken van de sluiterknop. (Uit, Aan*)
Zelfportret
Hier stelt u in of er een geluid klinkt wanneer de
camera uw gezicht detecteert. (Uit, Aan*)
Beginafbeelding
t Er wordt slechts één beginafbeelding in
het interne geheugen opgeslagen.
t Als u een nieuwe foto selecteert of
de camera reset, wordt de huidige
beginafbeelding gewist.
Rasterlijn
Instellingen
Hier stelt u in of er een afbeelding wordt
weergegeven wanneer de camera wordt
ingeschakeld en zo ja, welke.
t Uit*: Er wordt geen afbeelding weergegeven.
t Logo: Er wordt een standaardafbeelding uit
het interne geheugen weergegeven.
t Gebr.afb: Een afbeelding naar keuze
weergeven. (pag. 76)
108
Selecteer een raster om u te helpen bij de
compositie van een scène. (2 X 2*, 3 X 3, +, X)
Instellingenmenu
Camera-instellingen
* Standaard
* Standaard
Onderdeel
Onderdeel
Beschrijving
Hiermee formatteert u het interne geheugen en de
geheugenkaart (alle bestanden, ook beschermde,
worden gewist). (Nee, Ja)
Hiermee past u de helderheid van het scherm aan.
(Auto*, Donker, Normaal, Licht)
Helderh. scherm
Normaal staat voor de weergavemodus vast,
zelfs als Auto is geselecteerd.
Formatt.
Snel tonen
Hier stelt u de weergaveduur voor een gemaakte
foto in, voordat naar de opnamemodus wordt
teruggekeerd. (Uit, 0,5 sec *, 1 sec , 3 sec )
Spaarstand
Als u 30 seconden lang geen bewerkingen
uitvoert, schakelt de camera automatisch over op
de energiespaarstand (druk op een knop om deze
modus weer te deactiveren). (Uit*, Aan)
Instellingen
Beschrijving
Geheugenkaarten die in een camera van een andere
fabrikant of in een geheugenkaartlezer zijn gebruikt,
of die met een computer zijn geformatteerd, kunnen
door de camera mogelijk niet correct worden gelezen.
Formatteer de kaart voor gebruik in de camera.
Reset
Hiermee zet u de standaardinstellingen voor
menu's en opnameopties terug (datum en tijd,
taal en video-uitvoerinstellingen worden niet op de
standaardinstellingen teruggezet). (Nee, Ja)
Language
Hier selecteert u een taal voor de tekst op het
scherm.
Tijdzone
Hier kunt u een regio selecteren en zomer-wintertijd (DST)
instellen.
Datum/tijd
aanpassen
De datum en tijd instellen.
Datumtype
Een datumnotatie selecteren. (JJJJ/MM/DD,
MM/DD/JJJJ, DD/MM/JJJJ, Uit*)
109
Instellingenmenu
* Standaard
Onderdeel
Beschrijving
Hier stelt u de naamgeving van bestanden in.
t Op nul: Hier kunt u instellen dat de
bestandsnummering weer bij 0001 begint
wanneer er een nieuwe geheugenkaart
wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt
geformatteerd of alle bestanden worden gewist.
t Serie*: Hier kunt u instellen dat de
bestandsnummering doorloopt wanneer er
een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst,
een geheugenkaart wordt geformatteerd of alle
bestanden worden gewist.
Bestandsnr.
* Standaard
Onderdeel
Beschrijving
Hier stelt u in of de datum en tijd op de foto's
worden afgedrukt. (Uit*, Datum, Datum/tijd)
Afdruk
t De datum en tijd worden in de rechteronderhoek
geel weergegeven.
t Bij bepaalde printermodellen worden de datum
en tijd niet afgedrukt.
t Als u Tekst selecteert in de modus s
worden de datum en tijd niet weergegeven.
Hier stelt u in dat de camera automatisch wordt
uitgeschakeld wanneer u deze niet gebruikt.
(Uit, 1 min, 3 min*, 5 min, 10 min)
t De standaardnaam van de eerste map is
100PHOTO en de standaardnaam van het eerste
bestand is SAM_0001.
t Het bestandsnummer wordt steeds met één
opgehoogd, van SAM_0001 tot SAM_9999.
t Het mapnummer wordt steeds met één
opgehoogd, van 100PHOTO tot 999PHOTO.
t Het maximumaantal bestanden dat in een map
kan worden opgeslagen, is 9999.
t De camera definieert bestandsnamen volgens de
Digital rule for Camera File system-norm (DCF).
Als u bestandsnamen wijzigt, kan de camera
deze bestanden mogelijk niet meer weergeven.
Instellingen
Automatisch uit
AF-lamp
110
t Bij vervanging van de batterij blijven deze
instellingen behouden.
t De camera schakelt in de volgende gevallen niet
automatisch uit:
- wanneer deze op een computer of printer is
aangesloten
- wanneer u een diavertoning of video's afspeelt
- wanneer u een spraakmemo opneemt
Hiermee stelt u een hulplampje in ter
ondersteuning van het scherpstellen in donkere
omgevingen. (Uit, Aan*)
Instellingenmenu
* Standaard
Onderdeel
Beschrijving
Video
Hier stelt u het video-uitgangssignaal voor uw land
of regio in.
t NTSC*: VS, Canada, Japan, Korea, Taiwan,
Mexico.
t PAL (ondersteunt alleen BDGHI): Australië,
Oostenrijk, België, China, Denemarken,
Engeland, Finland, Duitsland, Italië, Koeweit,
Maleisië, Nederland, Nieuw Zeeland,
Noorwegen, Singapore, Spanje, Zweden,
Zwitserland, Thailand.
USB
Hier stelt u in dat de camera via een USBverbinding met een computer of printer kan
communiceren.
t Computer*: sluit de camera op een computer
aan om bestanden over te brengen.
t Printer: sluit de camera op een printer aan om
bestanden af te drukken.
t Selecteer een modus: selecteer een USBmodus als u de camera op een ander apparaat
aansluit.
Pc-software
Hier kunt u instellen dat Intelli-studio automatisch
wordt gestart wanneer u de camera op uw
computer aansluit. (Uit, Aan*)
Aanraakkalibratie
Om ervoor te zorgen dat de camera uw invoer
correct herkent, moet u het scherm kalibreren.
Instellingen
111
Appendices
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en
onderhoudstips.
Foutmeldingen ………………………………………… 113
Cameraonderhoud …………………………………… 114
De camera reinigen …………………………………… 114
Geheugenkaarten ……………………………………… 115
De batterij ……………………………………………… 116
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
119
Cameraspecificaties ………………………………… 122
Index …………………………………………………… 128
Foutmeldingen
Als een van de volgende foutmeldingen verschijnt, kunt u de onderstaande oplossingen proberen.
Foutmelding
Mogelijke oplossing
Kaartfout
t Schakel de camera uit en weer in.
t Verwijder de geheugenkaart en plaats deze
weer terug.
t Formatteer de geheugenkaart.
Kaart wordt niet
ondersteund.
De geplaatste geheugenkaart is niet beschikbaar
voor uw camera. Plaats een microSDTM- of
microSDHCTM-geheugenkaart.
Foutmelding
Mogelijke oplossing
Ongeldig
wachtwoord.
Het wachtwoord voor het overdragen van
bestanden naar een andere camera is onjuist.
Voer het juiste wachtwoord in.
Batterij bijna leeg Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij op.
t De camera kan geen verbinding met het
netwerk maken via het geselecteerde
toegangspunt. Selecteer een ander
Verbinding is niet
toegangspunt en probeer het opnieuw.
gelukt.
t De camera kan geen verbinding met de
andere camera maken. Probeer opnieuw
verbinding te maken.
DCF Full Error
Bestandsnamen komen niet met de DCFnorm overeen. Breng de bestanden op de
geheugenkaart naar een computer over en
formatteer de kaart. (pag. 109)
Apparaat
losgekoppeld.
Maak opnieuw verbinding met het desbetreffende
apparaat.
Bestandsfout
Wis het beschadigde bestand of neem contact op
met een servicecenter.
Initialisatie
mislukt.
t Schakel de Allshare-apparaten op het netwerk
in.
t De camera kan geen Allshare-apparaatvinden.
Appendices
Geheugen vol
Wis onnodige bestanden of plaats een nieuwe
geheugenkaart.
Geen foto
Maak foto's of plaats een geheugenkaart met
foto's.
Foto-ontvangst
mislukt.
De camera kan een foto niet ontvangen van de
verzendende camera. Vraag de ander om het
bestand opnieuw te verzenden.
Overdracht
mislukt.
t De camera kan een foto niet verzenden.
Probeer de foto opnieuw te verzenden.
t De camera kan niet naar een Allshareapparaate-mailen of verzenden. Controleer of
het netwerk beschikbaar is en probeer opnieuw
verbinding te maken.
113
Cameraonderhoud
Camerabehuizing
De camera reinigen
Veeg deze voorzichtig met een zachte droge doek af.
Cameralens en aanraakscherm
Verwijder stof met behulp van een blaaskwastje en veeg
de lens met een zachte doek voorzichtig af. Voor eventuele
achtergebleven stof brengt u lensreinigingsvloeistof op een stuk
reinigingspapier aan en veegt u de lens voorzichtig schoon.
t Gebruik nooit benzeen, thinner of alcohol om het toestel te reinigen.
Deze oplosmiddelen kunnen de camera beschadigen of defecten
veroorzaken.
t Druk niet op de lenskap en gebruik geen blaasborsteltje op de
lenskap.
Appendices
114
Cameraonderhoud
Geheugenkaarten
Capaciteit van de geheugenkaart
De geheugencapaciteit verschilt, afhankelijk van de opnamemodus
en de opnameomstandigheden. De volgende capaciteiten zijn op een
1-GB microSDTM-kaart gebaseerd:
Geheugenkaarten voor deze camera
U kunt geheugenkaarten van de volgende typen gebruiken: microSDTM
(Secure Digital) en microSDHCTM (Secure Digital High Capacity).
Grootte Superhoog Hoog Normaal 60 fps
F
o
t
o
'
s
30 fps
15 fps
122
240
353
-
-
-
142
278
409
-
-
-
137
267
391
-
-
-
163
320
471
-
-
-
211
409
594
-
-
-
335
637
908
-
-
-
510
936
1314
-
-
-
762
1373
1931
-
-
-
1626
2574
3089
-
Circa
Circa
13 min. 23 min.
30 sec. 36 sec.
Circa
Circa
*
15 min. 29 min.
V
20 sec. 42 sec.
i
Circa
Circa
d
e
35 min. 67 min.
o
54 sec. 30 sec.
'
Circa
Circa
Circa
s
78 min. 138 min. 237 min.
07 sec. 19 sec. 41 sec.
Circa
30 sec.
* Bij gebruik van de zoomfunctie kan de opnametijd van de hier gegeven
waarden afwijken.
Om de totale opnametijd te bepalen, zijn er verschillende video's achter
elkaar opgenomen.
Appendices
115
Cameraonderhoud
De batterij
Levensduur van de batterij
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen.
Gemiddelde tijdsduur/
Aantal foto's
Batterijspecificaties
Modus
BP-70A
Type
Lithium-ionbatterij
Capaciteit
740 mAh
Voltage
3,7 V
Oplaadtijd
(wanneer de camera is
uitgeschakeld)
Circa 150 min.
Testomstandigheden
(bij een volledig geladen batterij)
Dit is onder de volgende omstandigheden
gemeten: in modus a, resolutie 14M en
kwaliteit Normaal.
1. Stel de flitser in op Invulflits, maak één
foto en zoom in of uit.
Foto's
Circa 100 min./ 2. Stel de flitser in op Uit, maak één foto
circa 200 foto's
en zoom in of uit.
3. Voer stap 1 en 2 gedurende 30
seconden uit en herhaal dit 5 minuten
lang. Schakel de camera vervolgens 1
minuut uit.
* Het opladen van de batterij door de USB-kabel aan te sluiten op een pc en
uw camera duurt mogelijk langer.
4. Herhaal stap 1 tot 3.
Video's Circa 80 min.
Neem video's op bij een resolutie van
1280 x 720 HQ en met 30 fps.
t De bovenstaande cijfers zijn volgens de normen van Samsung gemeten en
kunnen afwijken van resultaten bij daadwerkelijk gebruik.
t Om de totale opnametijd te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar
opgenomen.
t Wanneer u netwerkfuncties gebruikt, raakt de batterij sneller leeg.
Appendices
116
Cameraonderhoud
De batterij opladen terwijl er een computer is aangesloten
De batterij opladen
t Controleer als het indicatielampje uit is of de batterij op de juiste wijze
is geplaatst.
t Gebruik de camera niet tijdens het opladen. Schakel de camera
uit voordat u de batterij oplaadt.
t Schakel de camera pas in nadat u de batterij langer dan 10 minuten
hebt opgeladen.
t Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's raakt de
batterij snel leeg. Laad de batterij op totdat het indicatielampje groen
wordt.
t Als het indicatielampje oranje knippert of niet brandt, sluit u de kabel
opnieuw aan of verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw in
de camera.
t Als u de batterij oplaadt wanneer de kabel oververhit is of de
temperatuur te hoog is, kan het indicatielampje oranje worden. Nadat
de batterij is afgekoeld, wordt met opladen begonnen.
t Trek niet aan het elektriciteitssnoer om de stekker uit het
stopcontact te halen. Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Appendices
t Gebruik alleen de meegeleverde USB-kabel.
t De batterij wordt mogelijk in de volgende gevallen niet opgeladen:
- wanneer u een USB-hub gebruikt
- wanneer er andere USB-apparaten op de computer zijn
aangesloten
- wanneer u de kabel op de poort aan de voorzijde van de
computer aansluit
- wanneer de USB-poort van de computer de stroomuitvoernorm
niet ondersteunt (5 V, 500 mA)
117
Cameraonderhoud
t Gebruik uitsluitend authentieke, door de producent
aanbevolen, Lithium-ionbatterijen ter vervanging.
t Haal de batterij niet uit elkaar te halen of maak er geen gat
in met een scherp voorwerp.
t Stel de batterij niet bloot aan hoge druk of extreme
krachten.
t Stel de batterij niet bloot aan hevige klappen, bijvoorbeeld
door deze van grote hoogte te laten vallen.
t Stel de batterij niet bloot aan temperaturen boven
de 60 °C (140 °F).
t Stel de batterij niet bloot aan vocht of vloeistoffen.
t De batterij mag niet worden blootgesteld aan overmatige
hitte, zoals die van de zon, vuur en dergelijke.
Onzorgvuldig of verkeerd gebruik van de batterij kan
persoonlijk letsel of de dood tot gevolg hebben. Volg
voor uw eigen veiligheid de onderstaande instructies
voor het juiste gebruik van de batterij:
t De batterij kan ontbranden of exploderen als deze niet
op de juiste wijze wordt gebruikt. Als u vervormingen,
scheuren of andere afwijkingen in de batterij opmerkt,
stopt u onmiddellijk het gebruik hiervan en neemt u
contact op met de producent.
t Gebruik alleen authentieke, door de producent
aanbevolen, batterijopladers en –adapters en laad
de batterij alleen op de in deze gebruiksaanwijzing
voorgeschreven wijze op.
t Plaats de batterij niet te dicht bij warmtebronnen en stel
de batterij niet bloot aan extreem warme omgevingen,
zoals een gesloten auto in de zomer.
t Plaats de batterij niet in een magnetron.
t Bewaar of gebruik de batterij niet in een hete, vochtige
omgeving, zoals badkamer of douche.
t Plaats de batterij niet voor langere tijd op ontvlambare
oppervlakken, zoals matrassen, tapijten of elektrische
dekens.
t Laat het apparaat, als het is ingeschakeld, niet voor
langere tijd in een afgesloten ruimte.
t Zorg ervoor dat de polen van de batterij niet in contact
komen met metalen voorwerpen, zoals halskettingen,
munten, sleutels of horloges.
Appendices
Richtlijnen voor afvoer
t Verwijder de batterij met zorg.
t Werp de batterij nooit in een open vuur.
t Afhankelijk van uw land of regio kan de regelgeving met
betrekking tot de afvoer verschillen. Voer de batterij af
volgens de lokale en federale regelgeving.
Richtlijnen voor het opladen van de batterij
Laad de batterij alleen op volgens de procedure in deze
handleiding. De batterij kan ontbranden of exploderen als
deze niet op de juiste wijze wordt opgeladen.
118
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Wanneer u problemen met de camera ondervindt, kunt u eerst de volgende procedures uitvoeren voordat u contact opneemt met een
servicecenter. Als u hebt geprobeerd een oplossing te vinden met behulp van deze suggesties, maar nog steeds problemen ondervindt,
kunt u contact opnemen met uw plaatselijke dealer of servicecenter.
Situatie
Mogelijke oplossing
De camera kan niet
worden ingeschakeld
t Controleer of de batterij in de camera is
geplaatst.
t Controleer of de batterij op de juiste
wijze is geplaatst.
t Laad de batterij op.
De camera
wordt plotseling
uitgeschakeld
t Laad de batterij op.
t De camera bevindt zich mogelijk in de
energiespaarstand. (pag.109)
t De camera wordt mogelijk uitgeschakeld
om te voorkomen dat de geheugenkaart
door een harde schok beschadigd raakt.
Schakel de camera weer in.
De batterij raakt snel
leeg
t De batterij raakt bij lage temperaturen
(onder 0 °C) sneller leeg. Houd de
batterij warm door deze in uw zak te
steken.
t Met het gebruik van de flitser en het
opnemen van video's raakt de batterij
snel leeg. Laad de batterij indien nodig
weer op.
t Batterijen zijn verbruiksgoederen die
na verloop van tijd moeten worden
vervangen. Haal een nieuwe batterij als
de levensduur drastisch afneemt.
Appendices
Situatie
Mogelijke oplossing
Er kunnen geen foto's
worden gemaakt
t Er is geen ruimte op de geheugenkaart.
Wis onnodige bestanden of plaats een
nieuwe kaart.
t Formatteer de geheugenkaart.
(pag. 109)
t De geheugenkaart is defect. Koop een
nieuwe geheugenkaart.
t Controleer of de camera is ingeschakeld.
t Laad de batterij op.
t Controleer of de batterij op de juiste
wijze is geplaatst.
De camera loopt vast
Verwijder de batterij en plaats deze weer
terug.
De camera wordt warm
De camera kan warm worden tijdens het
gebruik. Dit is normaal en is niet van invloed
op de levensduur of prestaties van uw
camera.
De flitser werkt niet
t Mogelijk is de flitser op Uit ingesteld.
(pag. 45)
t U kunt geen gebruik maken van de flitser
in de modi D,v of soms s.
De flitser gaat
onverwachts af
De flitser gaat mogelijk af vanwege
statische elektriciteit. Dit ligt niet aan de
camera.
119
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Situatie
Mogelijke oplossing
De datum en tijd
kloppen niet
Stel in het scherminstellingenmenu de
datum en tijd in. (pag. 108)
Situatie
Mogelijke oplossing
De foto's zijn onscherp
t Controleer of de ingestelde
scherpsteloptie voor close-upfoto's
geschikt is. (pag. 47)
t Controleer of de lens schoon is. Reinig
de lens indien nodig. (pag. 114)
t Zorg dat het onderwerp zich binnen het
bereik van de flitser bevindt. (pag. 122)
De kleuren in de foto
zijn anders dan de
daadwerkelijke kleuren
Een onjuiste witbalans kan voor
onrealistische kleuren zorgen. Selecteer
de juiste witbalansoptie voor de lichtbron.
(pag. 57)
De foto is te licht
t Schakel de flitser uit. (pag. 45)
t De foto is overbelicht. Pas de
belichtingswaarde aan. (pag. 54)
Raadpleeg ‘Bescherm batterijen, opladers en
geheugenkaarten tegen schade’ voor meer
informatie. (pag. 2)
De foto is te donker
Als u de naam van een bestand wijzigt,
kan de camera dit bestand mogelijk niet
afspelen of weergeven (de bestandsnaam
moet aan de DCF-normen voldoen). In
dergelijke gevallen kunt u de bestanden op
een computer afspelen of weergeven.
De foto is onderbelicht.
t Schakel de flitser in. (pag. 45)
t Pas de ISO-waarde aan. (pag. 46)
t Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 54)
De foto's worden
niet op de televisie
weergegeven
t Controleer of de camera goed met de
A/V-kabel op de externe monitor is
aangesloten.
t Controleer of de geheugenkaart foto's
bevat.
Verwijder de batterij en plaats deze weer
Het aanraakscherm of
de knoppen werken niet terug.
Het camerascherm
werkt niet goed
Als u de camera bij zeer lage temperaturen
gebruikt, kan het camerascherm hierdoor
niet goed werken of verkleuren.
Voor betere prestaties van het scherm
moet de camera bij normale temperaturen
worden gebruikt.
t Schakel de camera uit en weer in.
t Verwijder de geheugenkaart en plaats
deze weer terug.
De geheugenkaart heeft
t Formatteer de geheugenkaart.
een fout
Er kunnen geen
bestanden worden
afgespeeld of
weergegeven
Appendices
120
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Situatie
Mogelijke oplossing
De computer herkent
de camera niet
t Controleer of de USB-kabel op de juiste
wijze is geplaatst.
t Controleer of de camera is ingeschakeld.
t Controleer of het besturingssysteem
wordt ondersteund.
Tijdens het overbrengen
De bestandsoverdracht kan door statische
van bestanden
elektriciteit worden gestoord. Koppel de
verbreekt de computer
USB-kabel los en sluit deze weer aan.
de verbinding
De camera kan geen
video's afspelen
Situatie
Mogelijke oplossing
Intelli-studio werkt niet
naar behoren
t Sluit Intelli-studio af en start het
programma opnieuw.
t Intelli-studio kan niet op Macintoshcomputers worden gebruikt.
t Controleer of Pc-software in het
instellingen menu op Aan is ingesteld.
(pag. 111)
t Afhankelijk van de specificaties en
instellingen van de computer wordt het
programma mogelijk niet automatisch
gestart. Klik in dat geval op de computer
op start Deze Computer
Intelli-studio iStudio.exe.
Het hangt af van de programma’s die u
gebruikt voor het afspelen van video’s,
of de videobestanden kunnen worden
afgespeeld. Installeer en gebruik het
programma Intelli-studio op uw computer
voor het afspelen van videobestanden
die u met uw camera hebt opgenomen.
(pag. 85)
Appendices
121
Cameraspecificaties
Beeldsensor
Sluitertijd
Type
1/2,3 inch (circa 7,76 mm) CCD
Effectieve pixels
Circa 14,2 megapixels
t Auto: 1/8 - 1/1500 seconde
t Programma: 1 - 1/1500 seconde
t Nacht: 8 - 1/1500 seconde
t Vuurwerk: 2 seconden
Totaal aantal pixels Circa 14,5 megapixels
Lens
Brandpuntsafstand
Belichting
Samsung-lens f = 6,3 - 18,9 mm
(35 mm equivalent: 35 - 105 mm)
Diafragmabereik
f/3,0 (G) - f/5,6 (T)
Digitale zoom
Fotomodus: 1,0x - 3,0x
Scherm
Bediening
Programma AE
Lichtmeting
Multi, Spot, Centr. gewogen
Compensatie
±2 BW (in stappen van 1/3 BW)
ISO-equivalent
Auto, 80, 100, 200, 400, 800, 1600, 3200
Flitser
Type
WQVGA LCD
Eigenschap
3,0-inch volledig breedbeeldaanraakscherm
Modus
Uit, Auto, Rode ogen, Invulflits, Langz sync,
Anti-rode ogen
TTL-autofocus (Multi AF, Centrum AF,
Gezichtsherkenning-AF, Gezichtsdetectie-AF,
Smart Touch AF, One Touch-opname)
Bereik
t Groothoek: 0,4 m - 3,6 m (ISO Auto)
t Tele: 0,5 m - 1,9 m (ISO Auto)
Oplaadtijd
Circa 4 sec.
Scherpstelling
Type
Trillingsreductie
Normaal
Bereik
Groothoek (G)
Tele (T)
80 cm - oneindig
80 cm - oneindig
Macro
10 cm - 80 cm
50 cm - 80 cm
Auto macro
10 cm - oneindig
50 cm - oneindig
Appendices
Digitale beeldstabilisatie (DIS)
122
Cameraspecificaties
t Modi: Intelligente scènedetectie (Landschap,
Effect
Blauwe lucht, Natuurlijk groen, Zonsondergang), Film
t Fotostijlkeuze: Normaal, Zacht, Helder, Bos, Retro,
t Bestandsindeling: MP4 (H.264) (max. opnametijd:
Koel, Rustig, Klassiek, Negatief, Aangep. RGB
Opnamemodus
20 min.)
t Smart filter: Normaal, Miniatuur, Vignetten,
Visoog 1, Visoog 2, Schets, Anti-nevel
t Beeld aanpassen: Scherpte, Contrast, Kleurverz.
t Formaat: 1280 X 720 HQ (30 fps, 15 fps),
Video’s
Witbalans
t
t
t
t
Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt, TL-licht H, TL-licht L, Kunstlicht,
Aangep. instelling
Datering
Datum/tijd, Datum, Uit
Opname
Weergave
t Modi: Smart Auto (Portret, Nachtportret, Portret
Foto’s
1280 X 720 (30 fps, 15 fps), 640 X 480
(30 fps, 15 fps), 320 X 240 (60 fps, 30 fps, 15 fps),
320 X 240 Om te delen (30 fps)
Framesnelheid: 60 fps, 30 fps, 15 fps
Effect: Fotostijlkeuze, Witbalans, Smart filter
Spraak: Uit , Aan, Zoom gedempt
Video bewerken (intern): pauzeren tijdens opnemen,
foto’s maken, tijd bijsnijden
met tegenlicht, Tegenlicht, Landschap, Wit, Actie,
Statief, Nacht, Macro, Macro tekst, Blauwe lucht,
Zonsondergang, Natuurlijk groen, Macro portret,
Macro kleur, Vuurwerk), Auto, Programma, Scène
(Nacht, Portret, Kinderen, Landschap, Tekst,
Close-up, Zon onder, Dageraad, Tegenl., Vuurwerk,
Strand/sneeuw, Kaderlijnen, Beautyshot)
t Snelheid: 1 opname, Continu, Bewegingsopname,
AEB
t Timer: 10 sec, 2 sec, Dubbel, Bewegingstimer
Appendices
Type
Eén foto, Miniaturen, Diavoorstelling met muziek en
effecten, Video, Smart Album*
* Smart Album-categorie: Type, Datum, Kleur, Week,
Gezicht, Favoriet
Bewerken
Res.wijz, Draaien, Slim bijsnijden, Fotostijlkeuze, Beeld
aanpassen, Smart filter, Speciaal effect, Bijsnijden
123
Cameraspecificaties
t Fotostijlkeuze: Normaal, Zacht, Helder, Bos, Retro,
Koel, Rustig, Klassiek, Negatief, Aangep. RGB
t Beeld aanpassen: ACB, Helderheid, Contrast,
Kleurverz., Anti-rode ogen
t Smart filter: Normaal, Miniatuur, Vignetten,
Visoog 1, Visoog 2, Schets, Anti-nevel
t Speciaal effect: Kleurenfilter, Elegant,
Ruis toevoegen, Gezichtretouch.
Voor 1 GB microSDTM
Superhoog
Hoog
Normaal
4320 X 3240
122
240
353
4000 X 3000
142
278
409
4320 X 2880
137
267
391
4320 X 2432
163
320
471
3264 X 2448
211
409
594
Spraakopname
2560 X 1920
335
637
908
t Spraakopname (max. 10 uur)
t Spraakmemo in een foto (max. 10 sec.)
2048 X 1536
510
936
1314
1920 X 1080
762
1373
1931
Opslag
1024 X 768
1626
2574
3089
Effect
Beeldformaat
t Intern geheugen: circa 22 MB
t Extern geheugen (optioneel): microSDTM-kaart
Media
Bestandsindeling
Deze waarden zijn gemeten onder standaardcondities
en kunnen variëren, afhankelijk van
opnameomstandigheden en camera-instellingen.
(tot 2 GB gegarandeerd), microSDHCTM-kaart
(tot 8 GB gegarandeerd)
De interne geheugencapaciteit kan van deze
specificaties afwijken.
Draadloos netwerk
Wi-Fi (IEEE 802.11 b/g), allshare
t DCF, EXIF 2.21, DPOF 1.1, PictBridge 1.0
t Foto: JPEG
t Videoclip: MP4 (Video: MPEG4.AVC/H.264,
Audio: AAC)
t Geluidsbestand: WAV
Appendices
124
Cameraspecificaties
Interface
Digitale uitvoer
USB 2.0
Audio-uitvoer
Mono (interne speaker), Mono (microfoon)
Video-uitvoer
A/V: NTSC, PAL (keuze)
Gelijkstroomaansluiting
20-pins, 4,2V
Energiebron
Oplaadbare batterij Lithium-ionbatterij (BP-70A, 740 mAh)
Afhankelijk van uw regio kan de energiebron verschillen.
Afmetingen (B x H x D)
92 x 55,4 x 18,5 mm
Gewicht
108 g (zonder batterij en geheugenkaart)
Bedrijfstemperatuur
0 - 40 ˚C
Bedrijfsluchtvochtigheid
5 - 85 %
Software
Intelli-studio
Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Appendices
125
Correcte verwijdering van dit product
(elektrische & elektronische afvalapparatuur)
Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit
product
(Van toepassing op de Europese Unie en andere Europese
landen met afzonderlijke inzamelingssystemen voor accu’s
en batterijen)
Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal
duidt erop dat het product en zijn elektronische accessoires (bv.
lader, headset, USB-kabel) niet met ander huishoudelijk afval
verwijderd mogen worden aan het einde van hun gebruiksduur. Om
mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door
ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen
van andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier
recyclen, zodat het duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt
bevorderd. Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met
de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente
waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen
milieuvriendelijk kunnen laten recyclen. Zakelijke gebruikers moeten
contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden
van de koopovereenkomst nalezen. Dit product en zijn elektronische
accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering
worden gemengd.
Dit merkteken op de accu, gebruiksaanwijzing of verpakking geeft aan
dat de accu in dit product aan het einde van de levensduur niet samen
met ander huishoudelijk afval mag worden weggegooid. De chemische
symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat het kwik-, cadmium- of
loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn
2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt
behandeld, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van
mensen of het milieu.
Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van
het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en
batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan
te bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in
uw omgeving.
PlanetFirst duidt op het streven van Samsung
Electronics naar een duurzame ontwikkeling en sociale
verantwoordelijkheid door middel van milieubewuste
bedrijfsvoering.
Appendices
126
Declaration of Conformity
EN 300 328-1 v1.7.1
Product details
EN 55024:1998+A1:2001+A2:2003
For the following
EN 301 489-1 v1.6.1:2005
Product : DIGITAL CAMERA (W-LAN / BT)
EN 301 489-17 v1.2.1:2002
Model(s) : SAMSUNG ST80
and the Eco-Design Directive (2009/125/EC) implemented by
Regulation (EC) No 278/2009 for external power supplies
Manufactured at:
Manufacturer: SAMSUNG ELECTRONICS CO., LTD.
416, Maetan-3dong, Yeongtong-gu, Suwon-City,
Gyeonggi-do, 443-742, Korea
Representative in the EU
Factory: TianJin Samsung Opto-Electronics Co., Ltd.
No.9 ZhangHeng Street, Micro-Electronic Industrial Park,
JinGang Road, Tianjin, China. 300385
Samsung Electronics Euro QA Lab.
Blackbushe Business Park
Saxony Way, Yateley, Hampshire
GU46 6GG, UK
(Factories name and address)
Declaration & Applicable standards
We hereby declare, that the product above is in compliance
with the essential requirements of the R&TTE Directive (1999/5/
EC), the EMC Directive (2004/108/EC) and the LVD Directive
(2006/95/EC) by application of:
EN 60950-1:2001+A11:2004
EN 55022:2006
Appendices
127
December 4, 2009
Yong Sang Park / S. Manager
(Place and date of issue)
(Name and signature of authorized person)
Index
A
Aanpassen
Contrast
In de opnamemodus 63
In de weergavemodus 80
Helderheid 80
Kleurverzadiging
In de opnamemodus 63
In de weergavemodus 80
Scherpte 62
Aanraakkalibratie 19, 111
Aanraken 21
ACB
in de opnamemodus 55
in de weergavemodus 80
Afdruk 110
Afdrukbestelling 80
AF-geluid 108
AF-lamp 110
Afzonderlijke
beelden opslaan 74
Allshare 101
Automatische
contrastverbetering (ACB) 55
Bewegingsdetectie
in de opnamemodus 23
in de weergavemodus 66
Automodus 25
Bewegingsonscherpte 28
B
Bewegingstimer 44
Batterij
Bewerken 76
Levensduur 116
Opladen 117
Specificaties 116
Beautyshot-modus 33
Beginafbeelding 108
Belichting 54
Bestanden beveiligen 71
Bestanden overbrengen
voor Mac 88
voor Windows 83
Bestanden weergeven
als miniatuur 70
diavertoning 72
op televisie 82
smart Album 69
D
F
Filmmodus 36
Flitser
Anti-rode ogen 46
Auto 45
Invul 46
Langz sync 46
Rode ogen 46
Uit 45
Datum en tijd 109
Formatteren 109
Diafragma 34
Fotokwaliteit 42
Diavertoning 72
Foto's afdrukken 89
Digitale zoom 26
Fotostijlen
Digitale beeldstabilisatie
(DIS) 27
in de opnamemodus 60
in de weergavemodus 77
DPOF 80
Foutmeldingen 113
Draaien 76
Framesnelheid 36
Functiebeschrijving 108
E
E-mail
Adres 95
Foto verzenden 100
Bestanden wissen 71
Appendices
128
Index
G
I
Geheugenkaart
Instellingen
Capaciteit 115
MicroSD 115
Geluid uitschakelen
Video 36
Gezichtsdetectie
Gezichtsdetectie 50
Intelligente
gezichtsdetectie 52
Knipperen 52
Smile shot 51
Zelfportret 51
Grootte aanpassen 76
Opnamemodus
L
Lange sluitertijd 34
Camera 109
Geluid 108
Openen 107
Scherm 108
Lichtbron (Witbalans) 57
Lichtmeting
Centrum 56
Multi 56
Spot 56
Intelligente aanraking-AF 48
Intelligente
gezichtsdetectie 52
Intelligent filtereffect
Half indrukken 7
P
Mijn ster
Pictogrammen 20
Classificeren 68
Gezichten registreren 53
Onderhoud 114
K
One Touch-opname 49
Helderheid van het
gezicht 33
Kaderlijnen 34
Onvolkomenheden in het
gezicht 33
Knipperen 52
Programmamodus 35
R
O
Helderheid scherm 109
Het apparaat loskoppelen 87
Spraakmemo 39
Video 36
Macro 47
in de opnamemodus 61
in de weergavemodus 78
ISO-waarde 46
Opnemen
M
Intelligente
scènedetectiemodus 37
Intelli-studio 85
H
Auto 25
Film 36
Programma 35
Scène 32
Smart Auto 31
Rasterlijn 24, 108
Reinigen
Behuizing 114
Lens 114
Scherm 114
Reset 109
Appendices
129
Index
Resolutie
Foto 41
Video 42
RGB-tint
in de opnamemodus 60
in de weergavemodus 78
Rode ogen
in de opnamemodus 45
In de weergavemodus 80
Serie-opnamen
Bew.detectie 59
Continu 59
Opnamereeks met
verschillende belichtingen
(AEB) 59
Servicecenter 119
Slepen 21
T
Z
Tekst invoeren 97
Zelfontspanner 43
Type weergave 24
Zelfportret 51
Zoomen 26
V
Vergroten 72
Video
Slim bijsnijden 77
Afspelen 73
Opnemen 36
Sluitertijd 34
S
Smart Album 69
Video Out 111
Scènemodus 32
Smart Auto-modus 31
Volume 108
Scherpstelafstand
Smile shot 51
Auto macro 47
Macro 47
Scherpstelgebied
Centrum AF 49
Intelligente aanraking-AF 49
Multi AF 49
One Touch-opname 49
Snel tonen 109
W
Speciale effecten
Website
Elegant 79
Kleurenfilter 79
Ruis toevoegen 79
Spraakmemo
Afspelen 74
Opnemen 39
Foto uploaden 99
Openen 98
Weergaveknop 18
Weergavemodus 65
Witbalans 57
WLAN 92
Appendices
130
Raadpleeg voor klantenservice of bij vragen de garantie-informatie
die met het product is meegeleverd of bezoek onze website
http://www.samsungimaging.com of http://www.samsung.com/.