Sony MHC-S3 de handleiding

Categorie
Auto media-ontvangers
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
NL
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om gevaar voor brand of een
elektrische schok te voorkomen.
Open de behuizing niet, om een elektrische schok te
vermijden. Laat eventuele reparaties over aan
bevoegd vakpersoneel.
Installeer het apparaat niet in een krappe, omsloten
ruimte zoals een boekenrek of een inbouwkast.
Dit apparaat is geclassificeerd
als een KLASSE 1 LASER
product. Een label met de
aanduiding CLASS 1 LASER
PRODUCT bevindt zich aan
de achterkant van het apparaat.
Het volgende waarschuwingslabel bevindt zich
binnenin het apparaat.
Om oververhitting en brandgevaar te vermijden, mag u
de ventilatie-openingen van het apparaat niet afdekken
met kranten, een tafelkleed, gordijnen e.d. Plaats nooit
een brandende kaars bovenop het apparaat.
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te
voorkomen, mag u nooit een met vloeistof gevuld voorwerp,
zoals een vaas, een glas of beker op het apparaat zetten.
Gooi lege batterijen niet weg, maar
lever ze in als KCA.
Deze stereo-installatie is voorzien van Dolby* Digital
en DTS** akoestieksystemen.
*
Vervaardigd onder licentie van Dolby Laboratories.
De naam “Dolby” en het dubbele-D symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
Vertrouwelijke onuitgegeven werken.
©1992-1997 Dolby Laboratories. Alle rechten
voorbehouden.
**Vervaardigd onder licentie van Digital Theater
Systems, Inc. V.S. Octrooinummers 5.451.942,
5.956.674, 5.974.380, 5.978.762 en andere
octrooien wereldwijd verleend en aangevraagd.
“DTS” is een gedeponeerd handelsmerk van
Digital Theater Systems, Inc. ©1996, 2000 Digital
Theater Systems, Inc. Alle rechten voorbehouden.
De MHC-S3 stereo-installatie bestaat
uit de volgende componenten:
– Audio/video-versterker TA-S3
– Radio-ontvanger (tuner) ST-S3
– Compact disc speler CDP-S3
– Cassettedeck TC-S3
– Luidsprekersysteem SS-S3
3
NL
Inhoudsopgave
* Alleen voor het Europese model.
NL
Plaats en functie van de
bedieningsorganen
Stereo-apparatuur .................................. 4
Afstandsbediening ................................. 6
Voorbereidingen
Aansluiten van de stereo-installatie....... 7
Twee R6 (AA-formaat) batterijen in
de afstandsbediening plaatsen ......... 9
Gelijkzetten van de klok ........................ 9
Stroom besparen in de
gebruiksklaar-stand ....................... 10
Compact disc weergave
Een CD inleggen ................................. 11
Een CD afspelen
— Normale weergave/herhaalde
weergave/willekeurige weergave .. 11
Muziekstukken van CD’s programmeren
— Programma-weergave .............. 12
Gebruik van het CD uitleesvenster...... 13
Tuner voor radio-ontvangst
Voorinstellen van radiozenders ........... 14
Luisteren naar de radio
— Geheugenafstemming...............14
Gebruik van het Radio Data Systeem
(RDS)* .......................................... 15
Cassette-weergave en opname
Een cassette inleggen........................... 16
Een cassette afspelen ........................... 16
Een cassette opnemen
— CD synchroon-opname/versneld
kopiëren/handmatig opnemen/
programma-montage ..................... 17
Schakelklok-opname van
radio-uitzendingen......................... 18
Geluidsinstellingen
Versterken van de weergave................20
Keuze van een klankbeeld of
geluidseffect .................................. 20
Betekenis van de meerkanaals
Surround aanduidingen ................. 22
Bijregelen van de klankbeelden .......... 22
Andere handige functies
Omschakelen van de spectrum
analyzer aanduidingen................... 26
Keuze van de helderheid van het
uitleesvenster................................. 26
Gerust in slaap vallen met muziek
— Sluimerfunctie .......................... 26
Ontwaken met muziek
— Dagelijkse wekfunctie .............. 26
Aansluiten van los
verkrijgbare apparatuur
Aansluiten van audio-apparatuur......... 28
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen......................... 29
Verhelpen van storingen...................... 30
Technische gegevens ........................... 32
Tabel voor de instellingen met de
SUR, EQ en SET UP toetsen ........ 34
Instelbare parameters voor elk
van de klankbeelden ...................... 35
4
NL
DIGITAL 9 (28, 32)
ENTER/O/o/P/p 2 (9, 12, 18,
19, 22–27)
EQ qa (24)
EQ ON/OFF qs (9, 24)
FILE SELECT q; (20, 24)
FUNCTION 8 (9, 11, 12, 17, 18,
28)
GROOVE 5 (20)
Hoofdtelefoon-aansluiting
(PHONES) qg
Meerkanaals-decodeerlampje
(MULTI CHANNEL
DECODING) 6 (22)
MOVIE MODE 4 (20, 21)
MUSIC MODE 3 (20, 21)
SET UP qd (23–26)
SUR qf (22)
VOLUME 7
@/1 (Aan/uit-schakelaar) 1 (8,
9, 32)
Plaats en functie van de bedieningsorganen
Stereo-apparatuur
De lijst geeft de bedieningsorganen in alfabetische volgorde.
Zie voor nadere bijzonderheden de tussen haakjes ( ) aangegeven bladzijnummers.
Audio/video-versterker
Radio-ontvanger (tuner)
CLOCK/TIMER wg (9, 18, 26)
DISPLAY qh (10, 13, 15, 26, 32)
ENTER w; (14, 15)
Infrarood-ontvanger wh
PRESET +/– ws (14, 15)
Programmatypetoets (PTY) wa
(15)
STEREO/MONO qj (14)
TIMER SELECT wf (19, 27)
TUNER/BAND wd (14)
TUNER MEMORY qk (14)
TUNING +/– ql (14)
+
+
qh qjqk ql w;
wawswdwfwgwh
P
o
O
p
63 4 5 7 82
9
q;qaqsqdqfqg
1
Plaats en functie van de bedieningsorganen
5
NL
DISC 1–3 ek (11, 12, 18)
DISC 1–3 indicatorlampjes ej
DISC 1–3 Z (uitwerptoets) wl
(11)
PLAY MODE wj (11, 12, 18)
REPEAT wk (11)
N (weergavetoets) eh (11, 12)
X (pauzetoets) eg (11)
x (stoptoets) ef (11, 17)
. (terugspringtoets) ed (11,
12, 18)
> (vooruitspringtoets) es (11,
12, 18)
m (terugzoektoets) e; (11)
M (vooruitzoektoets) ea (11)
Compact disc speler
Cassettedeck
CD SYNC rh (17, 18)
DIRECTION t; (16–18)
DOLBY NR rl (16–18)
EDIT rk (18)
HI-DUB rj (17)
REC PAUSE/START rg (17, 18)
– Cassettedeck A –
N (voorwaartse weergavetoets)
tf (16)
n (terugwaartse weergavetoets)
td (16)
x (stoptoets) ts (16)
M/> (vooruitzoektoets/
vooruitspringtoets) th (16)
m/. (terugzoektoets/
terugspringtoets) tg (16)
Z (uitwerptoets) ta (16)
– Cassettedeck B –
N (voorwaartse weergavetoets)
ra (16, 17)
n (terugwaartse weergavetoets)
rs (16, 17)
x (stoptoets) rd (16, 17)
M/> (vooruitzoektoets/
vooruitspringtoets) el (16)
m/. (terugzoektoets/
terugspringtoets) r; (16)
Z (uitwerptoets) rf (16)
hH
AUTO REVERSE
hH
AUTO REVERSE
M>
m
H
.
h
x
M >
m
H
.
h
x
A A
th
tg
tf
td
ts
ta
el
r;
ra
rs
rd
rf
rgrhrjrkrlt;
mM
.
HS x
>
1 2 3
wj wkwl e;
ea
es
ed
efegehej
ek
6
NL
Afstandsbediening
CD H wk (11, 12)
CHECK 3 (12)
CLEAR 4 (12)
CLOCK/TIMER SELECT qg
(19, 27)
CLOCK/TIMER SET qh (9, 18,
26)
DBFB qd (20)
DISPLAY qk (10, 13, 15, 26, 32)
D.SKIP 2 (11)
ENTER wa (9, 12, 14, 15, 18, 19,
22–27)
EQ qa (24)
EQ ON/OFF qs (9, 24)
FUNCTION w; (9, 11, 12, 17, 18,
28)
GROOVE qj (20)
SET UP q; (23–26)
SLEEP 5 (26)
SUR ql (22)
TAPE A hH wj (16)
TAPE B hH wh (16, 17)
TUNER/BAND wg (14)
TUNING + 7 (14)
TUNING – ws (14)
VOL +/– qf
FUNCTIETOETSEN MET
STANDAARDSYMBOLEN
@/1 (aan/uit-schakelaar) 1
X (pauzetoets) 8
x (stoptoets) 6
. (terugspringtoets) wf
> (vooruitspringtoets) wd
m (terugzoektoets) ws
M (vooruitzoektoets) 7
O/o/P/p 9
x
hH
H
hH
O
o
Pp
Mm
X
>
.
1
wa
qf
9
wf
wd
ws
qj
2
3
4
5
0
qs
qa
qd
6
7
8
qh
qg
ql
qk
w;
wk
wj
wh
wg
7
NL
Voorbereidingen
Voorbereidingen
Aansluiten van de stereo-installatie
Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 tot 5 om de stereo-installatie aan te sluiten met de
bijgeleverde snoeren en accessoires.
Voor het aansluiten stelt u de apparatuur op zoals hieronder aangegeven.
2A
2B
2C
2D
1
4
5
3
3 3
2
E
AM kaderantenne
Linker
voorluidspreker
Rechter
voorluidspreker
FM antenne
Cassettedeck
Radio-
ontvanger
(tuner)
Compact disc
speler
Audio/video-
versterker
wordt vervolgd
8
NL
3 Sluit de voorluidsprekers aan.
Verbind de luidsprekersnoeren met de
FRONT SPEAKER aansluitbussen.
4 Sluit de FM/AM antennes aan.
Zet de AM kaderantenne in elkaar en sluit
hem daarna aan.
5 Steek de stekker van het netsnoer in
het stopcontact.
In het uitleesvenster begint nu een
demonstratie van de mogelijkheden van het
apparaat. Wanneer u op de ?/1 aan/uit-
schakelaar drukt, wordt de stereo-installatie
ingeschakeld en stopt automatisch de
demonstratie.
Als het netsnoer met de bijgeleverde
verloopstekker niet in het stopcontact past,
verwijdert u dan de verloopstekker (alleen
voor de modellen met een verloopstekker).
1 Sluit de CD-speler en de tuner aan met
de optische kabel.
Verbind de OPTICAL OUT stekkerbus van
de CD-speler met de OPTICAL IN
stekkerbus van de tuner.
1
Trek eerst het beschermdopje uit de stekkerbus.
2 Sluit de optische kabel aan.
2 Sluit de platte lintkabels stevig aan op
de SYSTEM CONTROL stekkerbussen,
zodat de stekkers vastklikken.
Maak de aansluiting op de stekkerbussen
van dezelfde kleur, in de volgorde die staat
aangegeven op het achterpaneel.
A SYSTEM CONTROL 1 (rood)
Voor het aansluiten van de tuner op de
audio/video-versterker.
B SYSTEM CONTROL 2 (blauw)
Voor het aansluiten van de tuner op de
audio/video-versterker.
C SYSTEM CONTROL 3 (zwart)
Voor het aansluiten van de CD-speler op de
tuner.
D SYSTEM CONTROL 4 (zwart)
Voor het aansluiten van de tuner op het
cassettedeck.
E SYSTEM CONTROL 5 (wit)
Voor het aansluiten van het cassettedeck op de CD-speler.
SYSTEM CONTROL 3
FROM CDP-S3
Losmaken
OPTICAL
IN
FROM
CDP-S3
OPTICAL
IN
FROM
CDP-S3
Aansluiten van de stereo-installatie
(vervolg)
Steek alleen het koperdraad-uiteinde in de opening.
Zwart/gestreept (#)
Rood/eenkleurig
(3)
R
L
+
FM75/COAXIAL
AM
Strek de FM-draadantenne
zover mogelijk horizontaal uit.
AM kaderantenne
9
NL
Voorbereidingen
Gelijkzetten van de klok
1 Schakel de stereo-installatie in.
2 Druk op de CLOCK/TIMER toets (of de
CLOCK/TIMER SET toets van de
afstandsbediening).
Als u de tijd voor het eerst instelt, kunt u nu
direct doorgaan met stap 5.
3 Druk enkele malen op de O of o toets
om in te stellen op “CLOCK SET”.
4 Druk op de ENTER toets (op de A/V
versterker of de afstandsbediening).
5 Druk enkele malen op de O of o toets
om het juiste uur in te stellen.
6
Druk weer op de ENTER toets (op de
A/V versterker of de afstandsbediening).
7 Druk enkele malen op de O of o toets
om de juiste minuut in te stellen.
8 Druk tenslotte weer op de ENTER toets
(op de A/V versterker of de
afstandsbediening).
Tip
Als u een vergissing bemerkt of de tijdinstelling wilt
wijzigen, zult u weer bij stap 2 moeten beginnen.
Opmerking
De tijdinstelling vervalt wanneer de stekker uit het
stopcontact wordt getrokken of de stroom uitvalt.
Tip
U kunt de componenten opstellen zoals hieronder
getoond. In dat geval maakt u eerst de opstelling en
daarna sluit u de componenten pas aan.
Opmerking
Houd de antennes en antennesnoeren uit de buurt van
de luidsprekersnoeren, om storing in de radio-
ontvangst te voorkomen.
Twee R6 (AA-formaat)
batterijen in de
afstandsbediening plaatsen
Tip
Als de stereo-installatie niet meer goed op de afstandsbediening
reageert, vervangt u dan beide batterijen door nieuwe.
Opmerking
Als u de afstandsbediening voorlopig niet meer gebruikt,
kunt u beter de batterijen eruit verwijderen, om schade
door eventuele batterijlekkage en corrosie te vermijden.
Voor vervoer of verplaatsen van
de stereo-installatie
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
om het CD-mechanisme te beschermen.
1
Schakel de stereo-installatie in en draai aan
de FUNCTION knop om in te stellen op “CD”.
Zorg dat er geen disc meer in de
CD-speler zit.
2 Houd de EQ ON/OFF toets ingedrukt en
druk op de ?/1 aan/uit-schakelaar
totdat de aanduiding “LOCK” oplicht.
3 Laat eerst de ?/1 aan/uit-schakelaar
los en dan de EQ ON/OFF toets.
4 Trek de stekker uit het stopcontact.
]
}
]
}
Audio/video-versterker
Cassettedeck
Radio-ontvanger (tuner) Compact disc speler
10
NL
Stroom besparen in de
gebruiksklaar-stand
Druk enkele malen op de DISPLAY toets
wanneer de stereo-installatie uit staat,
totdat de stroombesparingsstand wordt
aangegeven.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de toestand van de stereo-installatie
als volgt:
demonstratie t klok t stroombesparingsstand
Uitschakelen van de
stroombesparingsstand
Druk eenmaal op de DISPLAY toets om de
demonstratie te starten of tweemaal om de
tijdsaanduiding te zien.
Tips
Het ?/1 spanningslampje blijft ook in de
stroombesparingsstand branden.
De schakelklok-functies zullen ook in de
stroombesparingsstand nog gewoon werken.
Opmerking
In de stroombesparingsstand zullen de volgende
functies niet werken:
– Gelijkzetten van de klok.
– Inschakelen van de stereo-installatie met een druk
op een functiekeuzetoets.
11
NL
Compact disc weergave
Een CD inleggen
1 Druk op een van de DISC 1–3 Z open/
sluit-toetsen.
De disc-lade schuift open.
2 Leg een compact disc in de lade met de
label-kant boven.
Om nog meer discs af te spelen, drukt u op
de Z open-toetsen voor de andere discs om
de disc-lade te openen.
3 Druk op dezelfde toets om de disc-lade
te sluiten.
Een CD afspelen
Normale weergave/herhaalde
weergave/willekeurige weergave
Met deze stereo-installatie kunt u compact discs
met verschillende afspeelfuncties weergeven.
1 Draai aan de FUNCTION knop om in te
stellen op “CD”.
2 Druk terwijl het afspelen gestopt is
enkele malen op de PLAY MODE toets
totdat de gewenste afspeelfunctie in
het uitleesvenster wordt aangegeven.
Stel in op
ALL DISCS
1 DISC
ALL DISCS
SHUFFLE
1 DISC
SHUFFLE
PROGRAM
Compact disc weergave
Voor het afspelen
van een 8-cm CD-
singletje plaatst u
dit in de binnenste
uitsparing van de
disc-lade.
Muziekstuknummer Speelduur
Nummer
disc-uitsparing
3 Druk op de N (CD) weergavetoets (of
op de CD H weergavetoets van de
afstandsbediening).
Tip
Tijdens de weergave kunt u de afspeelfunctie niet
omschakelen.
Andere bedieningsfuncties
Voor het
Stoppen met
afspelen
Pauzeren van
de weergave
Kiezen van een
muziekstuk
Opzoeken van een
muziekpassage
Kiezen van een CD
Overschakelen van
een andere
geluidsbron naar
CD-weergave
Herhaaldelijk
afspelen van een
disc (herhaalde
weergave)
Verwijderen van
een compact disc
*Deze functie is niet te gebruiken tijdens de ALL
DISCS SHUFFLE willekeurige weergave.
Opmerking
Probeer nooit de disc-lade dicht te drukken, want de
CD-speler zou daardoor defect kunnen raken. Voor
het sluiten van de disc-lade drukt u op een van de
DISC 1–3 Z open/sluit-toetsen.
Voor weergave van
Alle CD’s in de disc-lade achtereen.
De gekozen CD in de gewone
nummervolgorde.
De muziekstukken op alle CD’s in
willekeurige volgorde.
De muziekstukken van de gekozen
CD in willekeurige volgorde.
Muziekstukken van alle CD’s in een
door u gekozen volgorde (zie
“Muziekstukken van CD’s
programmeren” op blz. 12).
Doet u het volgende
Drukt u op de x (CD)
stoptoets.
Drukt u op de X pauzetoets.
Nogmaals drukken om door te
gaan met afspelen.
Drukt u tijdens afspelen of in de
pauzestand op de > (CD)
toets (om verder te zoeken) of
de . (CD) toets (om terug te
zoeken).
Houdt u tijdens afspelen de M
of m (CD) toets ingedrukt en
laat u de toets los bij het
gezochte punt.
Drukt u op de betreffende DISC
1–3 toets (of op de D.SKIP
toets van de afstandsbediening).
Drukt u op de betreffende DISC
1–3 toets (automatische
geluidsbron-keuze).
Drukt u op de REPEAT toets
tijdens afspelen totdat er
“REPEAT” of “REPEAT 1”
wordt aangegeven.
REPEAT*: voor weergave van
alle muziekstukken op de CD’s,
tot 5 maal de hele reeks.
REPEAT 1: voor herhalen van
een enkel muziekstuk.
Om de herhaalde weergave uit
te schakelen, drukt u weer op de
REPEAT toets totdat de
“REPEAT” of “REPEAT 1”
aanduiding dooft.
Drukt u op de betreffende DISC
1–3 Z toets.
mM
.
HS x
>
1 2 3
12
NL
Muziekstukken van CD’s
programmeren
— Programma-weergave
U kunt een muziekprogramma samenstellen
van maximaal 25 muziekstukken van alle
geplaatste CD’s, in de volgorde waarin u de
muziek wilt horen.
1 Draai aan de FUNCTION knop om in te
stellen op “CD” en plaats een of meer
compact discs.
2 Druk terwijl de weergave is gestopt
enkele malen op de PLAY MODE toets
totdat er “PROGRAM” in het
uitleesvenster oplicht.
3 Druk op een van de DISC 1–3 toetsen
om een compact disc te kiezen.
Om alle muziekstukken van een CD in één
keer samen te programmeren, gaat u door
naar stap 5 wanneer er “AL” in het
uitleesvenster verschijnt.
4 Druk enkele malen op de . of >
(CD) toets totdat het gewenste
muziekstuknummer wordt aangegeven.
5 Druk op de ENTER toets (op de A/V
versterker of de afstandsbediening).
Hiermee programmeert u de gekozen
muziek. Het programma-volgnummer
verschijnt, met daarna de totale speelduur.
6 Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen
3 t/m 5.
Stap 3 kunt u overslaan bij het toevoegen
van andere muziekstukken van dezelfde
disc.
7
Druk op de
N
(CD) weergavetoets (of de
CD
H
toets van de afstandsbediening).
Voor het
Uitschakelen van
de programma-
weergave
Controleren van
de afspeelvolgorde
Wissen van het
laatste muziekstuk
uit uw programma
Wissen van een
ander muziekstuk
uit uw programma
Toevoegen van een
muziekstuk terwijl
het afspelen is
gestopt
Tips
Een eenmaal vastgelegd muziekprogramma blijft
ook na afspelen in het geheugen bewaard. Met een
druk op de N (CD) weergavetoets kunt u hetzelfde
programma nogmaals weergeven.
Als er tijdens het programmeren in plaats van de
totale speelduur alleen “--.--” streepjes verschijnen,
dan:
– hebt u een muziekstuknummer boven de
20 gekozen.
– overschrijdt de totale speelduur de 100 minuten.
Muziekstuknummer
Nummer disc-
uitsparing
Totale speelduur
(incl. gekozen
muziekstuk)
Drukt u
enkele malen op de PLAY
MODE toets totdat er
“1 DISC” of “ALL DISCS” in
het uitleesvenster verschijnt.
enkele malen op de CHECK
toets van de afstandsbediening.
Na het laatste nummer
verschijnt er “CHECK END”
in het uitleesvenster.
op de CLEAR wistoets van de
afstandsbediening terwijl het
afspelen is gestopt. Telkens
wanneer u op deze toets drukt,
wordt het laatste muziekstuk
uit uw programma gewist.
enkele malen op de CHECK
toets van de afstandsbediening
totdat het te wissen nummer
wordt aangegeven en dan drukt
u op de CLEAR wistoets van
de afstandsbediening.
1 Drukt u op een van de DISC
1–3 toetsen om een CD te
kiezen.
2 Drukt u enkele malen op
.of > (CD) om een
nummer te kiezen.
3 Drukt u op de ENTER toets
(op de A/V versterker of de
afstandsbediening).
13
NL
Compact disc weergave
Gebruik van het CD
uitleesvenster
U kunt de resterende speelduur van het
weergegeven muziekstuk of van de gehele CD
in het uitleesvenster controleren.
Wanneer er een CD TEXT disc is geplaatst,
kunt u de tekst daarvan, zoals de disc-titel,
muziektitels en de naam van de artiest(en) in
het uitleesvenster zien. Zodra het apparaat een
geplaatste CD TEXT disc waarneemt,
verschijnt de aanduiding “CD TEXT” in het
uitleesvenster.
Druk op de DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de aanduiding in het uitleesvenster
als volgt:
Tijdens normale weergave
Verstreken speelduur van het weergegeven
muziekstuk t Resterende speelduur van het
weergegeven muziekstuk t Resterende
speelduur van de gehele compact disc (tijdens
“1 DISC” weergave) of “--.--” (tijdens “ALL
DISCS” weergave) t Titel van het
weergegeven muziekstuk* t Tijdsaanduiding
(8 seconden lang) t Gekozen geluidseffect (8
seconden lang)
Wanneer het afspelen gestopt is
Totaal aantal muziekstukken en totale
speelduur** t Titel van de CD* t Gewone
tijdsaanduiding (8 seconden lang) t Gekozen
geluidseffect (8 seconden lang)
* Alleen bij CD TEXT discs (bepaalde lettertekens
kunnen worden weggelaten). Afhankelijk van de
disc kan soms niet alle CD TEXT informatie
worden getoond. Als een disc meer dan
20 muziekstukken bevat, zal de CD TEXT
informatie niet worden aangegeven voor de
nummers 21 en hoger.
**Als de programma-weergave is gekozen en er zijn
nummers van een CD geprogrammeerd, dan
worden het laatst geprogrammeerde
muziekstuknummer, de totale programma-
speelduur en het totale aantal geprogrammeerde
nummers getoond.
14
NL
Voorinstellen van
radiozenders
In het afstemgeheugen kunt u 20 FM zenders
vastleggen en 10 AM zenders.
1
Druk enkele malen op de TUNER/BAND toets
om te kiezen voor de FM of AM afstemband.
2 Houd de TUNING + of – toets ingedrukt
totdat de aanduiding “AUTO” in het
uitleesvenster verschijnt.
Het doorzoeken van de afstemband stopt zodra er
goed op een zender is afgestemd. Het uitleesvenster
geeft dan “TUNED” aan (en ook “STEREO” als er
een stereo uitzending wordt ontvangen).
3 Druk op de TUNER MEMORY toets.
In het uitleesvenster gaat een voorinstelnummer
knipperen. De radiozenders worden vastgelegd
vanaf het voorinstelnummer 1.
4 Druk op de ENTER toets (op de tuner of
de afstandsbediening).
De zender wordt vastgelegd onder het
aangegeven nummer.
5 Herhaal de stappen 1 t/m 4 om nog
andere zenders vast te leggen.
Afstemmen op een zender die te zwak
is voor automatische afstemming
Druk enkele malen op de TUNING + of – toets
om handmatig op de gewenste zender af te
stemmen.
Vastleggen van e
en nieuwe zender
onder een al gebruikt voorinstelnummer
Begin weer vanaf stap 1. Na stap 3 drukt u eerst
enkele malen op de PRESET + of – toets om het
gewenste voorinstelnummer te kiezen en dan
volgt u de aanwijzingen verder vanaf stap 4.
Tip
De vastgelegde voorkeurzenders blijven ongeveer een
halve dag in het afstemgeheugen bewaard als de stekker
uit het stopcontact wordt getrokken of de stroom uitvalt.
Luisteren naar de radio
— Geheugenafstemming
Hiervoor zult u eerst een aantal radiozenders
moeten vastleggen in het afstemgeheugen van
de tuner (zie “Voorinstellen van
radiozenders”).
1 Druk enkele malen op de TUNER/BAND
toets om in te stellen op de gewenste
afstemband.
2 Druk enkele malen op de PRESET + of
– toets om af te stemmen op de
gewenste voorkeurzender.
Voor het Doet u het volgende
Uitschakelen van de radio
Druk op de ?/1 schakelaar.
Luisteren naar radiozenders die niet
zijn vastgelegd
Druk bij stap 2 enkele malen op de TUNING +
of – toets (voor handmatig afstemmen) of houd
de TUNING + of – toets langer ingedrukt (voor
automatisch afstemmen).
Tips
Als een FM stereo radio-uitzending met teveel
storing doorkomt, drukt u enkele malen op de
STEREO/MONO toets, totdat de aanduiding
“MONO” oplicht. De radio-ontvangst zal niet meer
in stereo zijn, maar wel beter klinken.
Voor de beste radio-ontvangst is het aanbevolen
verschillende antenne-opstellingen uit te proberen.
Tuner voor radio-ontvangst
Voorinstelnummer
Voorinstelnummer Afstemfrequentie
MHz
MHz
MHz
15
NL
Tuner voor radio-ontvangst
Gebruik van het Radio
Data Systeem (RDS)
(Alleen voor het Europese model)
Wat is het Radio Data
Systeem?
Het Radio Data Systeem (kortweg RDS) is een
speciale radio-informatiedienst waarmee
radiozenders naast hun gewone
radioprogramma’s allerlei nuttige informatie
kunnen uitzenden. De tuner van deze stereo-
installatie biedt handige functies zoals
zendernaam-aanduidingen en het opzoeken van
zenders aan de hand van het programmatype.
De RDS informatie wordt alleen uitgezonden
door FM zenders.
Opmerking
De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen
zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd niet
duidelijk doorkomt of als de signaalsterkte
onvoldoende is.
Ontvangst van RDS radio-
uitzendingen
Kies eenvoudigweg een radiozender uit de
FM afstemband.
Bij ontvangst van een zender die RDS
informatie uitzendt, verschijnt automatisch de
zendernaam in het uitleesvenster.
Controleren van de RDS informatie
Druk op de DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de aanduiding in het uitleesvenster
kringsgewijze als volgt:
Zendernaam* t Afstemfrequentie t
Programmatype* t Tijdsaanduiding t
Gekozen geluidseffect
* Als de RDS uitzending niet duidelijk genoeg
ontvangen wordt, kan de zendernaam niet in het
uitleesvenster worden aangegeven.
Opzoeken van een radiozender aan de
hand van het programmatype (PTY)
U kunt een FM radiozender van uw keuze opzoeken
door in te stellen op het gewenste programmatype. De
tuner stemt dan af op een uitzending van het gekozen
type, verzorgd door een van de RDS zenders die zijn
vastgelegd in het afstemgeheugen van de tuner.
De beschikbare programmatypen zijn NEWS (nieuws),
AFFAIRS (actualiteiten), INFORMATION (diverse
informatie), SPORT (wedstrijdverslagen e.d.),
EDUCATION (educatieve programma’s), DRAMA
(hoorspelen), CULTURE (culturele aangelegenheden),
SCIENCE (wetenschap), VARIED (vraaggesprekken,
quizprogramma’s en amusement), POP (popmuziek),
ROCK (rockmuziek), EASY MUSIC (easy-listening
achtergrondmuziek), L.CLASSICAL (lichte klassieke
muziek), S.CLASSICAL (serieuze klassieke muziek),
OTHER MUSIC (overige muziek), WEATHER
(weerbericht), FINANCE (beursberichten, zakennieuws),
CHILDREN (kinderprogramma’s), SOCIAL (sociale
vraagstukken e.d.), RELIGION (godsdienst en religie),
PHONE IN (forum voor telefonische reacties), TRAVEL
(reisprogramma’s), LEISURE (vrijetijdsbesteding),
JAZZ (geïmproviseerde muziek), COUNTRY (country &
western muziek), NATION (nationale of streekmuziek),
OLDIES (hits van vroeger), FOLK (volksmuziek),
DOCUMENTARY (documentaires), ALARM TEST
(testsignaal voor nooduitzendingen), ALARM-ALARM
(nooduitzendingen over natuurrampen e.d.) en NONE
(programma’s die in geen van deze categorieën passen).
1 Druk tijdens het luisteren naar de radio
op de PTY toets.
2
Druk enkele malen op de PRESET + of – toets om
te kiezen voor het gewenste programmatype.
3 Druk op de ENTER toets (van de tuner
of de afstandsbediening).
De aanduiding “SEARCH” en het gekozen
programmatype knipperen nu om en om in
het uitleesvenster.
Wanneer de tuner een zender vindt die het
gekozen programmatype uitzendt, gaat de
zendernaam knipperen.
4 Druk enkele malen op de PRESET + of
– toets als u een andere zender wilt
opzoeken.
5 Druk op de ENTER toets (van de tuner
of de afstandsbediening) als u de
zendernaam ziet van een zender
waarnaar u wilt blijven luisteren.
Uitschakelen van de PTY zoekfunctie
Druk nogmaals op de PTY toets.
Opmerking
De aanduiding “NO PTY” verschijnt als er geen zender te
vinden is die het door u gekozen programmatype uitzendt.
16
NL
Tip
Als u in zachtere passages met hoge tonen de
hinderlijk hoorbare bandruis wilt verminderen, drukt
u op de DOLBY NR toets zodat de aanduiding
“DOLBY NR” in het uitleesvenster oplicht.
Het begin van een muziekstuk
opzoeken (AMS* zoekfunctie)
Druk tijdens afspelen even vaak op de . of
> toets (van deck A of B) als het aantal
nummers dat u vooruit (of terugwaarts) wilt
verspringen.
De zoekrichting, + (vooruit) of – (terugwaarts)
en het aantal te verspringen nummers (1–9)
wordt in het uitleesvenster aangegeven.
* Automatische Muziek Sensor
Opmerking
De AMS zoekfunctie kan niet altijd goed werken in
de volgende gevallen:
– Als de pauzes tussen de muziekstukken minder dan
4 seconden lang zijn.
– Als de stereo-installatie te dicht bij een
televisietoestel staat.
Een cassette inleggen
1 Druk op de Z uitwerptoets (van deck A
of deck B).
2 Plaats een cassette in de houder van
deck A of B.
Een cassette afspelen
In dit apparaat kunt u TYPE I (normaalband),
TYPE II (CrO
2
-band) of TYPE IV (metaalband)
cassettes gebruiken. Het cassettedeck neemt
automatisch de geplaatste bandsoort waar.
1 Plaats de af te spelen cassette.
2
Druk enkele malen op de DIRECTION toets
om in te stellen op
g
voor afspelen van
één cassettekant, op
j
voor beide
cassettekanten of op RELAY* (estafette) voor
afspelen van beide cassettes achtereen.
3
Druk op de
N
weergavetoets (van deck
A of B) (of op TAPE A
hH
of TAPE B
hH
van de afstandsbediening).
Het afspelen van de cassette begint.
Druk op de n achterkant-weergavetoets
(van deck A of B) als u de andere
cassettekant wilt horen. Bij gebruik van de
afstandsbediening drukt u nogmaals op de
TAPE A hH of TAPE B hH toets.
Na keuze van
j
voor beide kanten of
RELAY zal het cassettedeck automatisch
stoppen na het 5 maal herhalen van het totaal.
*
De RELAY estafette-weergave houdt altijd deze volgorde aan:
deck A (voorkant) t deck A (achterkant) t
deck B (voorkant) t deck B (achterkant)
Voor het
Stoppen met
afspelen
Snel vooruit- of
terugspoelen
Uitnemen van de
cassette
Cassette inleggen
met de kant voor
opname/weergave
naar voren gericht.
Bijvoorbeeld: 2 nummers verder zoeken
Doet u het volgende
Drukt u op de x stoptoets (van
deck A of B).
Drukt u op de m of M toets
(van deck A of B) wanneer het
afspelen is gestopt.
Drukt u op de Z uitwerptoets
(van deck A of B).
Cassette-weergave en opname
M
>
m
H
.
h
x
A
h
H
AUTO REVERSE
17
NL
Cassette-weergave en opname
Draai aan de FUNCTION
knop om in te stellen op de
geluidsbron voor opname.
Kopiëren van een cassette
(versneld kopiëren)
Opnemen van een compact
disc (CD synchroon-opname)
Handmatig opnemen
Plaats een voor opnemen geschikte cassette in deck B.
Draai aan de FUNCTION
knop om in te stellen op
“TAPE A”.
Draai aan de FUNCTION
knop om in te stellen op
“CD”.
Plaats de cassette die u
wilt kopiëren in deck A.
Plaats de compact disc die
u wilt opnemen.
Breng de geluidsbron in
gereedheid voor opname.
Druk op de CD SYNC toets.
Druk op de REC
PAUSE/START toets.
Cassettedeck B komt in gereedheid voor opnemen.
De aanduiding “REC” knippert in het uitleesvenster.
Als u in zachtere passages met hoge tonen de hinderlijk hoorbare bandruis wilt
verminderen, drukt u op de DOLBY NR toets zodat de aanduiding “DOLBY NR” in het
uitleesvenster oplicht (behalve bij opnemen vanaf een cassette).
Druk enkele malen op de DIRECTION toets om in te stellen op g voor het
opnemen op één cassettekant.
Stel in op j (of op RELAY) voor opnemen op beide cassettekanten.
Druk op de REC PAUSE/START toets.
Het opnemen begint.
Stap
1
2
3
4
5
6
Een cassette opnemen
CD synchroon-opname/versneld kopiëren/handmatig opnemen/programma-montage
U kunt geluidsopnamen maken van compact discs, cassettes, de radio of een andere aangesloten
geluidsbron. Hiervoor kunt u TYPE I (normaalband) of TYPE II (CrO2-band) cassettes gebruiken.
Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
Voor het Drukt u op
Stoppen met de x stoptoets (CD of deck B).
opnemen
Pauzeren van de REC PAUSE/START toets.
de opname*
* Alleen bij handmatig opnemen.
Tips
Als u wilt beginnen met opnemen aan de achterkant
van de cassette, drukt u na stap 4 (met cassettedeck
B in de opnamepauzestand) op de n of N toets
(van deck B) (of de TAPE B hH toets van de
afstandsbediening) aan de kant die niet oplicht.
Om op te nemen op beide cassettekanten dient u
altijd te beginnen aan de voorkant. Als u begint aan
de achterkant van de cassette, zal het opnemen
stoppen aan het eind van die kant.
(Alleen voor versneld kopiëren)
Als u voor de omkeerfunctie j kiest terwijl de
beide cassettes verschillend van lengte zijn, zullen
de cassettes in beide decks afzonderlijk van richting
veranderen. Als u de RELAY stand kiest, zal de
band in beide decks tegelijk van richting
veranderen.
Opmerking
Het klankbeeld wordt automatisch omgeschakeld naar
2CH STEREO zodra u begint met opnemen.
Druk op de HI-DUB toets.
Start de weergave van
de op te nemen
geluidsbron.
7
wordt vervolgd
18
NL
Een cassette opnemen (vervolg)
Opnemen van bepaalde
muziekstukken van een CD in
zelf gekozen volgorde
— Programma-montage
Tijdens het samenstellen van een muziekprogramma
voor opname mag de totale speelduur van de
gekozen muziekstukken de speelduur van beide
cassettekanten niet overschrijden.
1 Plaats een of meer compact discs, leg
een voor opnemen geschikte cassette
in deck B en en draai aan de FUNCTION
knop om in te stellen op “CD”.
2
Druk terwijl de weergave is gestopt enkele
malen op de PLAY MODE toets totdat er
“PROGRAM” in het uitleesvenster oplicht.
3 Druk op een van de DISC 1–3 toetsen
om een compact disc te kiezen.
Om alle muziekstukken van een CD in één
keer samen te programmeren, gaat u door
naar stap 5 wanneer er “AL” in het
uitleesvenster verschijnt.
4 Druk enkele malen op de . of >
(CD) toets totdat het gewenste
muziekstuknummer wordt aangegeven.
5 Druk op de ENTER toets (van de A/V
versterker of de afstandsbediening).
Hiermee programmeert u de gekozen
muziek. Het programma-volgnummer
verschijnt, met daarna de totale speelduur.
6
Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen 3 t/m 5.
Stap 3 kunt u overslaan bij het toevoegen
van andere muziekstukken van dezelfde disc.
7 Druk op de CD SYNC toets.
Cassettedeck B komt in gereedheid voor
opnemen. Als u in zachtere passages met hoge
tonen de hinderlijk hoorbare bandruis wilt
verminderen, drukt u op de DOLBY NR toets
zodat de aanduiding “DOLBY NR” in het
uitleesvenster oplicht. In het uitleesvenster
gaat de aanduiding “REC” knipperen.
8
Druk enkele malen op de DIRECTION toets om
in te stellen op
g
voor het opnemen op één
cassettekant. Stel in op
j
(of op RELAY)
voor opnemen op beide cassettekanten.
9 Druk op de REC PAUSE/START toets.
Het opnemen begint.
Uitschakelen van de programma-montage
Druk terwijl de weergave is gestopt enkele malen
op de PLAY MODE toets totdat er “1 DISC” of
“ALL DISCS” in het uitleesvenster verschijnt.
Tip
Om de benodigde bandlengte voor het opnemen van een
compact disc te controleren, drukt u op de EDIT toets nadat
u de compact disc hebt ingelegd en op CD weergave hebt
ingesteld. De vereiste bandlengte voor de gekozen CD
wordt aangegeven, gevolgd door de totale speelduur voor
cassettekant A en kant B (Bandlengte-montage).
Opmerking
De bandlengte-montage is niet te gebruiken voor discs
met 21 of meer muziekstukken. Als u dat probeert,
verschijnt er “CANNOT EDIT” in het uitleesvenster.
Schakelklok-opname van
radio-uitzendingen
Voor het opnemen met de schakelklok zult u
eerst de ingebouwde klok gelijk moeten zetten
(zie “Gelijkzetten van de klok” op blz. 9) en de
radiozenders moeten voorinstellen (zie
“Voorinstellen van radiozenders” op blz. 14).
1
Stem af op een vooringestelde radiozender
(zie “Luisteren naar de radio” op blz. 14).
2 Druk op de CLOCK/TIMER toets (of de
CLOCK/TIMER SET toets van de
afstandsbediening).
De aanduiding “DAILY1 SET” verschijnt.
3 Druk enkele malen op de O of o toets
om in te stellen op “REC SET” en druk
dan op de ENTER toets.
Nu verschijnt er “ON” en de uren-cijfers
gaan knipperen.
4 Kies de tijd waarop het opnemen moet
beginnen.
Druk enkele malen op de
O
of
o
toets om het juiste
uur in te stellen en druk dan op de ENTER toets
(van de A/V versterker of de afstandsbediening).
De minuten-aanduiding gaat knipperen.
Druk enkele malen op de
O
of
o
toets om de juiste
minuut in te stellen en druk weer op de ENTER toets
(van de A/V versterker of de afstandsbediening).
Nu knippert weer de uren-aanduiding.
Muziekstuknummer
Nummer disc-
uitsparing
Totale speelduur
(incl. gekozen
muziekstuk)
19
NL
Cassette-weergave en opname
5 Stel de tijd in waarop het opnemen
moet stoppen, volgens de aanwijzingen
onder stap 4.
Daarna verschijnt de begintijd, de eindtijd,
de radiozender voor de op te nemen
uitzending (bijv. “TUNER FM 5”) en dan
ziet u weer de oorspronkelijke
aanduidingen.
6 Plaats een voor opnemen geschikte
cassette in deck B.
7 Schakel de stereo-installatie uit.
Wanneer het opnemen begint, komt de
geluidssterkte automatisch in de
minimumstand.
Voor het
Controleren van de
instellingen
Wijzigen van de
instellingen
Annuleren van de
schakelklok-opname
Opmerkingen
Als de stereo-installatie op de gekozen inschakeltijd
nog aan staat, zal de schakelklok-opname niet
plaatsvinden.
Als u de sluimerfunctie voor automatisch
uitschakelen gebruikt, zal de schakelklok-opname
niet beginnen tot nadat de sluimerfunctie het
apparaat heeft uitgeschakeld.
De stroom zal ongeveer 15 seconden vóór de
gekozen opname-begintijd al worden ingeschakeld.
Doet u het volgende
Drukt u op de TIMER
SELECT toets (of de
CLOCK/TIMER SELECT
toets van de
afstandsbediening), dan
enkele malen op O of o om in
te stellen op “REC SELECT”
en druk dan op de ENTER
toets (van de A/V versterker
of de afstandsbediening).
Begint u weer vanaf stap 1.
Drukt u op de TIMER
SELECT toets (of de
CLOCK/TIMER SELECT
toets van de
afstandsbediening), dan
enkele malen op O of o om in
te stellen op “TIMER OFF”
en druk dan op de ENTER
toets (van de A/V versterker
of de afstandsbediening).
20
NL
Versterken van de
weergave
Voor extra-stevige bassen (DBFB*)
Druk op de DBFB toets van de
afstandsbediening.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert
de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
DBFB ON y DBFB OFF
* Dynamic Bass Feed-Back
Voor een krachtig totaalgeluid
Druk op de GROOVE toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de aanduiding in het uitleesvenster
kringsgewijze als volgt:
GROOVE t V-GROOVE t GROOVE OFF
GROOVE: De GROOVE toets licht op.
Het geluid wordt extra bekrachtigd en de curve
van de grafiek-toonregeling aangepast. De
DBFB basversterking wordt automatisch op
volle sterkte ingesteld.
V-GROOVE: De GROOVE toets licht op.
Het geluid wordt bekrachtigd, de laagste tonen
van de muziek worden extra versterkt en de
curve van de grafiek-toonregeling aangepast.
De DBFB basversterking wordt automatisch op
volle sterkte ingesteld.
Keuze van een klankbeeld
of geluidseffect
Druk op de MUSIC MODE toets of de
MOVIE MODE toets en draai aan de FILE
SELECT keuzeknop om in te stellen op het
gewenste klankbeeld.
De aanduiding in het uitleesvenster verandert
als volgt:
Na indrukken van de MUSIC MODE toets*:
2CH STEREO y SMALL HALL y
LARGE HALL y OPERA HOUSE y
JAZZ CLUB y DISCO/CLUB y
CHURCH y LIVE HOUSE y
ARENA y STADIUM y GAME y
2CH STEREO...
* De MUSIC MODE toets licht op.
Na indrukken van de MOVIE MODE toets*:
SEMI C.EX A y SEMI C.EX B y
SEMI C.EX C y V.SEMI M.D. y
V.ENHANCE.A y V.ENHANCE.B y
SEMI C.EX A...
* De MOVIE MODE toets licht op.
Hieronder volgt een beschrijving van de
verschillende klankbeelden en geluidseffecten.
Tips
Voor keuze van een klankbeeld kunt u ook alleen de
MUSIC MODE toets of de MOVIE MODE toets
enkele malen achtereen indrukken.
Telkens wanneer u op de toets drukt, verspringt de
aanduiding in het uitleesvenster zoals hierboven
beschreven, kringsgewijze.
U kunt ook een klankbeeld kiezen door op de P of p
toets te drukken, ongeacht of de indicatorlampjes
van de SUR en EQ toetsen branden of gedoofd zijn.
Aan de verpakking kunt u zien of de video e.d. is
opgenomen met speciale geluidseffecten.
Dolby Digital discs zijn herkenbaar aan het
beeldmerk.
In de klankbeeld-keuzestand kunt u overschakelen
naar MOVIE MODE filmgeluid met een druk op de o
toets en naar MUSIC MODE zuivere muziekweergave
met de O toets.
<MUSIC MODE>
x 2-kanaals stereo (2CH STEREO)
Hierbij geven alleen de linker en rechter
voorluidsprekers en de lagetonen-luidspreker
geluid weer. Bij standaard 2-kanaals (stereo)
geluidsbronnen wordt er helemaal geen
akoestiekverwerking toegepast. Meerkanaals-
geluidsbronnen worden samengemengd tot de
gewone twee kanalen.
x SMALL HALL
Geeft de akoestiek van een kleine rechthoekige
concertzaal.
x LARGE HALL
Geeft de akoestiek van een grote rechthoekige
concertzaal.
x OPERA HOUSE
Geeft de akoestiek van een operazaal.
x JAZZ CLUB
Geeft de sfeer van een typische jazz-club.
Geluidsinstellingen
21
NL
Geluidsinstellingen
x DISCO/CLUB
Geeft de akoestiek van een discotheek/
dansclub.
x CHURCH
Geeft de akoestiek van een stenen kerkgewelf.
x LIVE HOUSE
Geeft de akoestiek van een muziektheater met
300 zitplaatsen.
x ARENA
Geeft de akoestiek van een concertzaal met
1000 zitplaatsen.
x STADIUM
Geeft de sfeer van een live-concert in een
openlucht-stadion.
x GAME
Geeft de meest treffende geluids- en
akoestiekeffecten van videospelletjes.
<MOVIE MODE>
x Semi Cinema Studio EX. A
(SEMI C.EX A)*
Geeft de karakteristieke klank van de Sony
Pictures Entertainment klassieke
filmmontagestudio met een ruimtelijk 3D
klankbeeld volgens de V.SEMI M.D.
verwerking, door 5 paar virtuele luidsprekers te
simuleren rondom de luisteraar op basis van het
geluid van de voorluidsprekers.
x Semi Cinema Studio EX. B
(SEMI C.EX B)*
Geeft de karakteristieke klank van de Sony
Pictures Entertainment filmgeluid-mengstudio,
een van de meest geavanceerde studio’s in
Hollywood. Het ruimtelijk 3D klankbeeld
volgens de V.SEMI M.D. verwerking wordt
verkregen door 5 paar virtuele luidsprekers te
simuleren rondom de luisteraar op basis van het
geluid van de voorluidsprekers.
x Semi Cinema Studio EX. C
(SEMI C.EX C)*
Geeft de karakteristieke klank van de Sony
Pictures Entertainment opnamestudio voor
filmmuziek, met een ruimtelijk 3D klankbeeld
volgens de V.SEMI M.D. verwerking, door 5
paar virtuele luidsprekers te simuleren rondom
de luisteraar op basis van het geluid van de
voorluidsprekers.
x Virtuele Semi Multi-Dimensie
(V.SEMI M.D.)*
Hierbij wordt met 3D ruimtelijke
geluidsverwerking een heel stel “virtuele
achterluidsprekers” gesimuleerd, op basis van
het geluid van de voorluidsprekers. Dit
klankbeeld biedt 5 paar virtuele luidsprekers
rondom en in een hoek van ongeveer 30° boven
de luisteraar.
x Virtuele Enhanced akoestiek A
(V.ENHANCE.A)*
Deze functie gebruikt 3D ruimtelijke
geluidsverwerking om 3 stel virtuele
achterluidsprekers te simuleren op basis van het
geluid van de voorluidsprekers.
x Virtuele Enhanced akoestiek B
(V.ENHANCE.B)*
Deze functie gebruikt 3D ruimtelijke
geluidsverwerking om 1 enkel stel virtuele
achterluidsprekers te simuleren op basis van het
geluid van de voorluidsprekers.
* “VIRTUAL” klankbeeld: Klankbeeld met
gesimuleerde extra luidsprekers. Bij de “SEMI
C.EX A–C” klankbeelden kan de akoestiek van de
diverse filmstudio’s ook zonder gesimuleerde
virtuele luidsprekers worden gerecreëerd, als de
“VIR.SP.” parameter in het SUR akoestiekmenu in
de “OFF” stand is gezet.
Opmerkingen
Welke klankbeelden u kunt kiezen, hangt af van de
toets die is ingedrukt (MUSIC MODE of MOVIE
MODE). Als niet de juiste toets (MUSIC MODE of
MOVIE MODE) voor het gewenste type klankbeeld
oplicht, dan kunt u het betreffende klankbeeld niet
kiezen met de FILE SELECT keuzeknop. Druk
eerst op de MUSIC MODE toets of de MOVIE
MODE toets zodat het lampje ervan oplicht.
De effecten die verkregen worden met behulp van
“virtuele” luidsprekers kunnen soms wat storing in
de weergave veroorzaken.
Als u tijdens het opnemen een geluidsinstelling,
zoals bijvoorbeeld het klankbeeld verandert, zal het
opgenomen geluid bij dat punt even worden
onderbroken.
22
NL
Betekenis van de meerkanaals
Surround aanduidingen
1 VIRTUAL: Deze aanduiding licht op wanneer
er een klankbeeld met “virtuele” luidsprekers
is gekozen.
2 dts: Deze aanduiding licht op wanneer er
DTS signalen binnenkomen.
3 ; DIGITAL: Deze aanduiding licht op
wanneer de stereo-installatie signalen
decodeert die zijn opgenomen in het Dolby
Digital formaat.
4 Weergavekanaal-aanduidingen: De
letters in de vakjes (L, C, R, enz.) geven aan
welke geluidskanalen er worden
weergegeven. De vakjes om de letters “L” en
“R” geven aan dat het apparaat de inkomende
geluidsignalen samenmengt tot twee gewone
voorkanalen, “L” en “R”. Bij akoestisch
verruimde klankbeelden zoals “LARGE
HALL” (grote zaal) of “SMALL HALL”
(kleine zaal) voegt het systeem nagalm toe op
basis van het inkomend geluid.
L: linker voorluidspreker, R: rechter
voorluidspreker, C: middenluidspreker
(mono), SL: linksachter, SR: rechtsachter, S:
achterluidsprekers (mono achterkanaal).
Bijvoorbeeld:
Opnameformaat (voor/achter): 3/2
Uitgangskanaal: linksvoor en rechtsvoor
Klankbeeld: GAME
Bijregelen van de
klankbeelden
U kunt de klankbeelden naar wens aanpassen
door de akoestiekparameters en de klankkleur
van de voorluidsprekers zo in te stellen dat het
geluid in uw luisterruimte optimaal klinkt.
Wanneer u een klankbeeld bijgeregeld heeft, zullen de
nieuwe instellingen in het geheugen bewaard blijven
(tenzij de apparatuur langer dan ongeveer een week
niet op een stopcontact aangesloten is). Om een
bijgeregeld klankbeeld opnieuw te wijzigen, hoeft u
enkel de gewenste veranderingen aan te brengen.
Zie het overzicht op blz. 34 voor de parameters
waarmee u een bepaald klankbeeld kunt bijregelen.
Aanpassen van de
akoestiekparameters
Het SUR akoestiekmenu biedt een aantal parameters
waarmee u allerlei verschillende aspecten van het
gekozen klankbeeld kunt aanpassen. De instellingen
die u in dit menu kiest worden voor elk klankbeeld
afzonderlijk vastgelegd.
1
Start de weergave van een geluidsbron die is
gecodeerd met een meerkanaals Surround
geluidsspoor en kies er een klankbeeld bij.
Het MULTI CHANNEL DECODING meerkanaals-
decodeerlampje licht op terwijl de tuner bezig is
met het decoderen van signalen die zijn opgenomen
in een meerkanaals formaat.
Als het gekozen klankbeeld instelbare
akoestiekparameters bevat, licht de SUR toets op.
2 Wanneer de SUR toets oplicht, drukt u
deze SUR toets in.
De toets gaat knipperen en de eerste
parameter wordt aangegeven.
3 Druk enkele malen op de P of p toets
om in te stellen op de parameter die u
wilt bijregelen.
4 Druk enkele malen op de O of o toets
om de gewenste afstelling te kiezen.
De gekozen waarde wordt in het geheugen
vastgelegd.
5 Druk op de ENTER toets (op de A/V
versterker of de afstandsbediening).
De SUR toets blijft branden. Zie de tabel op
blz. 34 voor de akoestiekparameters.
L
S
C
R
SL
SR
VIRTUAL
dts
DIGITAL
L
SL S SR
C
R
21 43
23
NL
Geluidsinstellingen
x Effectniveau (EFFECT)
Met deze parameter kunt u de sterkte of nadruk van
het gekozen akoestiekeffect naar wens instellen.
x Wandbekleding (WALL)
Hiermee simuleert u de hardheid van de
wandbekleding van uw kamer, door het variëren
van de hoeveelheid hoge tonen: de S (soft)
instelling geeft een zachte wandbekleding aan
en de H (hard) instelling een harde
wandbekleding. De gemiddelde stand geldt
voor een standaard halfharde wand (van hout).
x Weerkaatsing (REVERB)
Met deze parameter kunt u de tijdsduur van de
vroege weerkaatsingen bijregelen om zo een
grotere (L) of een kleinere (S) ruimte te
simuleren. De gemiddelde stand (0) geeft een
standaard ruimte, zonder bijregeling.
x Schermdiepte (S.DEPTH)
Net als in een bioscoop kunt u met deze
parameter ook in uw luisterkamer de indruk
wekken alsof het geluid direct komt vanaf de
beelden die op het scherm verschijnen, door het
geluid van de voorluidsprekers te verschuiven tot
“binnenin” het scherm. De schermdiepte-
parameter is instelbaar op “OFF” (uit), “M”
(gemiddeld) of “D” (diep). Met de “D” stand
geeft u het beeldscherm-geluid de grootste diepte.
x Virtuele luidsprekers (VIR.SP.)
Hiermee kunt u de virtuele luidsprekers die
worden gesimuleerd bij de SEMI C.EX A, B en
C klankbeelden naar wens aan of uit zetten.
Aanpassen van de
luidsprekerniveau-parameters
Het SP. LEVEL menu biedt een aantal parameters
waarmee u de balans van de voorluidsprekers en de
geluidssterkte van de lagetonen-luidspreker kunt
bijregelen. De instellingen die u hiermee maakt,
gelden voor alle klankbeelden.
1 Druk op de SET UP toets.
2 Druk enkele malen op de P of p toets
om in te stellen op “SP. LEVEL”.
3 Druk op de ENTER toets (op de A/V
versterker of de afstandsbediening).
4
Druk enkele malen op de
P
of
p
toets om de
parameter te kiezen die u wilt bijregelen.
5 Druk enkele malen op de O of o toets
om de gewenste afstelling te kiezen.
De gekozen waarde wordt in het geheugen
vastgelegd.
6
Druk weer op de ENTER toets (op de
A/V versterker of de afstandsbediening).
Zie de tabel op blz. 34 voor de
luidsprekerniveau-parameters.
x Balans van de voorluidsprekers (FRONT)
Hiermee stelt u de weergave via de linker en
rechter voorluidsprekers evenwichtig in.
x
Niveau van de lagetonen-luidspreker (SUB W.)
Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte voor
de speciale lagetonen-luidspreker.
x Laag Frequent Effect mengniveau (LFE)
Met deze parameter kunt u de geluidssterkte
bijregelen van het afzonderlijke LFE (Low
Frequency Effect) kanaal dat wordt weergegeven
via de lagetonen-luidspreker, zonder hierbij de
gewone lage tonen te beïnvloeden die door de
Dolby Digital basverdelingscircuits van de
voorkanalen worden overgeheveld naar de aparte
lagetonen-luidspreker.
Bij “0 dB” wordt het volledige LFE signaal
uitgestuurd op het mengniveau dat is gekozen
door de opnamestudio-technicus.
In de “MUTING” stand wordt het geluid van het
LFE kanaal door de lagetonen-luidspreker gedempt.
De lage tonen van de voorluidsprekers worden echter
wel door de lagetonen-luidspreker weergegeven.
x Dynamiekcompressie (D.COMP.)
Hiermee kunt u het dynamisch bereik van een
speelfilm-geluidsspoor comprimeren, dus
verkleinen. Dit kan handig om ‘s avonds laat
een speelfilm te bekijken; met het geluid zacht
behoudt u toch een rijke, volle klank.
In de “OFF” stand wordt het geluidsspoor
normaal weergegeven, zonder compressie.
In de “STD” stand wordt het geluidsspoor
weergegeven met het volledig dynamisch
bereik, zoals gekozen door de opnamestudio-
technicus.
Met de standen “0.1” - “0.9” kunt u het
dynamisch bereik geleidelijk steeds verder
comprimeren, om precies het gewenste effect te
bereiken.
In de “MAX” stand wordt het dynamisch bereik
drastisch beperkt.
Opmerking
De dynamiekcompressie werkt alleen voor Dolby
Digital geluidsbronnen.
wordt vervolgd
24
NL
Bijregelen van de klankbeelden
(vervolg)
Versterking
(in dB)
Frequentie (in Hz)
Instellen van de grafiek-
toonregeling (EQ)
Via het EQ (equalizer) menu kunt u de
klankkleur (van lage, midden- en hoge tonen)
bijregelen voor de voorluidsprekers. De
instellingen die u in dit menu kiest worden voor
elk klankbeeld afzonderlijk vastgelegd.
1 Start de weergave van een geluidsbron
die is gecodeerd met een meerkanaals
Surround geluidsspoor en kies er een
klankbeeld bij.
Als het gekozen klankbeeld instelbare akoes-
tiekparameters bevat, licht de EQ toets op.
2 Wanneer de EQ toets oplicht, drukt u
deze EQ toets in.
De toets gaat knipperen en de eerste
parameter wordt aangegeven.
3 Druk enkele malen op de P of p toets
om in te stellen op de parameter
(versterking (in dB) of frequentie (in
Hz)) die u wilt bijregelen.
4 Druk enkele malen op de O of o toets
om de gewenste afstelling te kiezen.
De gekozen waarde wordt in het geheugen
vastgelegd.
5 Druk op de ENTER toets (op de A/V
versterker of de afstandsbediening).
De EQ toets blijft branden. Zie de tabel op
blz. 34 voor de equalizer-parameters.
In- en uitschakelen van de grafiek-
toonregeling (EQ)
Druk op de EQ ON/OFF toets. Het EQ
indicatorlampje in het uitleesvenster licht op
wanneer de grafiek-toonregeling is
ingeschakeld. De instellingen die u maakt met
de EQ parameters worden voor elk klankbeeld
afzonderlijk opgeslagen en gelden ook na
uitschakelen weer precies zo wanneer u de
grafiek-toonregeling weer inschakelt.
x Lage tonen voor de voorluidsprekers
(BASS) (Versterking/frequentie)
Hiermee regelt u de versterking voor de lagere
frequenties.
x Middentonen voor de voorluidsprekers
(MID) (Versterking/frequentie)
Hiermee regelt u de versterking voor de
middenfrequenties.
x Hoge tonen voor de voorluidsprekers
(TREB) (Versterking/frequentie)
Hiermee regelt u de versterking voor de hogere
frequenties.
Terugstellen van bijgeregelde
klankbeelden op de oorspron-
kelijke fabrieksinstelling
Terugstellen van een enkel
bijgeregeld klankbeeld
1 Draai aan de FILE SELECT knop om
het klankbeeld te kiezen dat u op de
oorspronkelijke fabrieksinstelling wilt
terugstellen.
2 Druk op de SET UP toets.
3 Druk enkele malen op de P of p toets
om in te stellen op “RESET MENU”.
4 Druk op de ENTER toets (op de A/V
versterker of de afstandsbediening).
5 Druk enkele malen op de P of p toets
om in te stellen op “CUR. F. RESET”.
6 Druk weer op de ENTER toets (op de
A/V versterker of de
afstandsbediening).
Alle akoestiekparameters, equalizer-
parameters en luidsprekerniveau-parameters
van het gekozen klankbeeld worden nu
teruggesteld op de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen.
Annuleren van het terugstellen
Druk op de SET UP toets.
25
NL
Geluidsinstellingen
Terugstellen van alle bijgeregelde
klankbeelden
1 Druk op de SET UP toets.
2 Druk enkele malen op de P of p toets
om in te stellen op “RESET MENU”.
3 Druk op de ENTER toets (op de A/V
versterker of de afstandsbediening).
4 Druk enkele malen op de P of p toets
om in te stellen op “ALL F. RESET”.
5
Druk weer op de ENTER toets (op de
A/V versterker of de afstandsbediening).
Dan worden alle bijgeregelde
akoestiekparameters, equalizer-parameters
en luidsprekerniveau-parameters van alle
klankbeelden teruggesteld op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Annuleren van het terugstellen
Druk op de SET UP toets.
26
NL
Andere handige functies
Omschakelen van de
spectrum analyzer
aanduidingen
Houd de DISPLAY toets langer dan
2 seconden ingedrukt.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert
de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
SPECTRUM ON y SPECTRUM OFF
Keuze van de helderheid
van het uitleesvenster
1 Druk op de SET UP toets.
2 Druk enkele malen op de P of p toets
om in te stellen op “DIMMER”.
3 Druk op de ENTER toets (op de A/V
versterker of de afstandsbediening).
4 Druk enkele malen op de O of o toets
om de gewenste afstelling te kiezen.
De gekozen waarde wordt in het geheugen
vastgelegd.
5 Druk op de ENTER toets (op de A/V
versterker of de afstandsbediening).
Gerust in slaap vallen met
muziek
— Sluimerfunctie
U kunt de stereo-installatie automatisch laten
uitschakelen na een door u gekozen tijdsduur, zodat
u gerust met de muziek aan kunt gaan slapen.
Druk op de SLEEP toets van de
afstandsbediening.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de minuten-aanduiding (de uitschakel-
tijdsduur) in het uitleesvenster als volgt:
OFF t AUTO* t 90min t 80min t
70min tt 10min
* Hierbij wordt de stroom uitgeschakeld wanneer het
einde van de weergegeven compact disc of cassette
wordt bereikt (tot maximaal 100 minuten later).
Voor het
Controleren van de
resterende tijd tot
het uitschakelen
Wijzigen van de
tijdsduur tot het
uitschakelen
Annuleren van de
uitschakelfunctie
Ontwaken met muziek
— Dagelijkse wekfunctie
U kunt elke dag op een door u gekozen tijdstip
gewekt worden met muziek. Hiervoor moet wel
eerst de ingebouwde klok gelijk zetten (zie
“Gelijkzetten van de klok” op blz. 9).
1 Tref de voorbereidingen voor de
geluidsbron waarmee u gewekt wilt
worden.
CD: Plaats een compact disc. Om te
beginnen bij een bepaald muziekstuk,
maakt u een muziekprogramma (zie
“Muziekstukken van CD’s
programmeren” op blz. 12).
Cassette: Leg een cassette in met de
kant die u wilt horen naar voren gericht.
Radio: Stem af op de gewenste
voorkeurzender (zie “Luisteren naar de
radio” op blz. 14).
2 Stel de geluidssterkte naar wens in.
3 Druk op de CLOCK/TIMER toets (of de
CLOCK/TIMER SET toets van de
afstandsbediening).
De aanduiding “DAILY1 SET” verschijnt.
4 Druk enkele malen op de O of o toets
om in te stellen op “DAILY 1 (of 2)” en
druk dan op de ENTER toets (op de A/V
versterker of de afstandsbediening).
Nu verschijnt er “ON” en de uren-cijfers
gaan knipperen.
Drukt u
eenmaal op de SLEEP toets.
enkele malen op de SLEEP
toets om de gewenste
tijdsduur te kiezen.
net zovaak op de SLEEP
toets totdat er “SLEEP OFF”
wordt aangegeven.
27
NL
Andere handige functies
Opmerkingen
Als de stereo-installatie op de gekozen inschakeltijd
nog aan staat, zal de Daily timer wekfunctie niet
werken.
Als u de sluimerfunctie voor automatisch
uitschakelen gebruikt, zal de wekfunctie niet
werken tot nadat de sluimerfunctie het apparaat
heeft uitgeschakeld.
De stroom zal ongeveer 15 seconden vóór de
gekozen wektijd worden ingeschakeld.
5 Kies de tijd waarop de muziekweergave
moet beginnen.
Druk enkele malen op de O of o toets om
het juiste uur in te stellen en druk dan op de
ENTER toets (op de A/V versterker of de
afstandsbediening).
De minuten-aanduiding gaat knipperen.
Druk enkele malen op de O of o toets om de
juiste minuut in te stellen en druk weer op
de ENTER toets (op de A/V versterker of de
afstandsbediening).
Nu knippert weer de uren-aanduiding.
6 Stel de tijd in waarop de muziek moet
stoppen, volgens de aanwijzingen
onder stap 5.
7 Druk enkele malen op de O of o toets
totdat de gewenste geluidsbron wordt
aangegeven.
De geluidsbron-aanduiding verandert als volgt:
t TUNER y CD PLAY T
t TAPE PLAY T
8 Druk op de ENTER toets (op de A/V
versterker of de afstandsbediening).
Nu verschijnt het nummer van de schakelklok-
instelling (“DAILY 1” of “DAILY 2”), de
wektijd, de eindtijd, de gekozen geluidsbron
en dan weer de oorspronkelijke aanduidingen.
9 Schakel de stereo-installatie uit.
Voor het
Controleren van
de instellingen
Wijzigen van de
instellingen
Annuleren van de
schakelklok-opname
Doet u het volgende
Drukt u op de TIMER
SELECT toets (of de CLOCK/
TIMER SELECT toets van de
afstandsbediening), dan enkele
malen op O of o om de
instelling te kiezen (“DAILY
1” of “DAILY 2”) en druk dan
op de ENTER toets (op de A/V
versterker of de
afstandsbediening).
Begint u weer vanaf stap 1.
Drukt u op de TIMER
SELECT toets (of de CLOCK/
TIMER SELECT toets van de
afstandsbediening), dan enkele
malen op O of o om in te
stellen op “TIMER OFF” en
druk dan op de ENTER toets
(op de A/V versterker of de
afstandsbediening).
28
NL
Aansluiten van audio-
apparatuur
U kunt diverse geluidsapparatuur aansluiten op
de stekkerbussen op het achterpaneel van de
tuner.
Voor het
Digitaal opnemen
van een CD op
minidisc
Luisteren naar de
digitale weergave van
een aangesloten
minidisc-speler
Luisteren naar de
analoge weergave van
een aangesloten
minidisc-speler
Luisteren naar de
analoge weergave van
een aangesloten
videorecorder
Tip
Als u het beschermdopje uit een optische stekkerbus
verwijdert, bewaart u dit dan voor later gebruik.
Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur
Verbinden met
de analoge
uitgangen van
een
videorecorder
Verbinden
met een
ultralaag-
luidspreker
Verbinden met de
digitale ingang van
een minidisc-
recorder of een
DVD videospeler
Verbinden met
de analoge
uitgangen van
een minidisc-
recorder
Verbinden met
de analoge
ingangen van
een minidisc-
recorder
Verbinden met
de digitale
uitgang van een
minidisc-recorder
of een DVD
videospeler
Doet u het volgende
Sluit u een los
verkrijgbare optische
kabel aan.
Drukt u op de DIGITAL
toets.
Draait u aan de
FUNCTION knop om in
te stellen op “MD”.
Draait u aan de
FUNCTION knop om in
te stellen op “VIDEO”.
Opmerkingen
Maak de aansluitingen volgens de kleurcodes van
de stekkers en de aansluitbussen, om links en rechts
niet te verwisselen.
Als u een video-CD speler wilt aansluiten, kunt u de
audio-uitgangen van de video-CD speler het best
aansluiten op de MD IN stekkerbussen van deze
stereo-installatie.
Er worden alleen digitale signalen weergegeven via
de DIGITAL OUT aansluiting tijdens CD-weergave
en weergave van een DIGITAL geluidsbron. De
uitgestuurde signalen via de DIGITAL OUT
aansluiting worden niet beïnvloed door de
geluidsbijregeling.
Dit apparaat is niet geschikt voor weergave van
digitaal geluid met een bemonsteringsfrequentie van
96 kHz of in het SACD formaat.
29
NL
Aanvullende informatie
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Bedrijfsspanning
Controleer voor het inschakelen van de stereo-installatie
eerst of de bedrijfsspanning van het apparaat wel
overeenkomt met het voltage van het plaatselijk lichtnet.
Veiligheid
Zolang de stekker van het netsnoer in het stopcontact zit,
blijft er een geringe hoeveelheid stroom naar het apparaat
lopen, ook al staat de stereo-installatie uitgeschakeld.
Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt
de stereo-installatie geruime tijd niet te gebruiken.
Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te
trekken. Trek nooit aan het snoer.
Mocht er vloeistof of een voorwerp in het
inwendige van het apparaat terechtkomen, verbreek
dan de aansluiting op het stopcontact en laat de
stereo-installatie eerst door een deskundige nakijken
alvorens deze weer in gebruik te nemen.
Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te vervangen, laat
dit dan uitsluitend bij een erkende onderhoudsdienst verrichten.
Opstelling
Zet de apparatuur niet scheef, maar altijd zo precies
mogelijk horizontaal.
Zet het apparaat niet op een plaats met:
— extreme hitte of koude.
— stof of vuil.
— erg veel vocht.
— heftige trillingen.
— directe zonnestraling.
Hitte in het inwendige
Alhoewel het apparaat tijdens gebruik nogal warm
kan worden, wijst dat niet op storing in de werking.
Zet de stereo-installatie op een goed geventileerde
plaats, met voldoende luchtdoorstroming om
oververhitting in het inwendige te voorkomen.
Vooral bij afspelen op hoog volume kunnen de boven-,
onder- en zijpanelen na verloop van tijd heet worden.
Pas hiervoor op en raak de behuizing liever niet aan.
Om defecten door oververhitting te voorkomen, mag u de
ventilatiesleuven voor de koelventilator niet afdekken.
Voorkomen van schade door condensvocht
Als de stereo-installatie rechtstreeks van een koude in een
warme omgeving wordt gebracht of in een erg vochtige
kamer wordt geplaatst, kan op de lens binnenin de
compact disc speler vocht uit de lucht condenseren. Als
dit zich voordoet, zal de stereo-installatie niet naar
behoren functioneren. In zulke gevallen verwijdert u de
CD of de minidisc te verwijderen en laat u het apparaat
ongeveer een uur lang ongebruikt aan staan, zodat alle
condensvocht kan verdampen.
Voor u de stereo-installatie verplaatst of vervoert,
dient u alle discs uit het apparaat te verwijderen.
Mocht u vragen hebben of problemen met de
apparatuur, neemt u dan a.u.b. contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony leverancier.
Juiste omgang met compact discs
Veeg elke CD voor het afspelen schoon met een
niet pluizend reinigingsdoekje. Veeg vanuit het
midden naar de rand.
Gebruik voor het reinigen van CD’s geen
oplosmiddelen e.d.
Zorg dat uw compact discs niet worden blootgesteld
aan fel zonlicht of de hitte van een kachel of andere
warmtebron.
Discs met afwijkende vormen (hoekig, hartvormig
of stervormig) zijn in dit apparaat niet af te spelen.
Probeer het in geen geval, want de stereo-installatie
kan er door beschadigd worden. Gebruik dergelijke
discs niet.
Afspelen van CD-R/CD-RW discs
Compact discs die zijn opgenomen met een CD-R/
CD-RW recorder of “CD-brander” zijn in dit apparaat
niet altijd goed af te spelen, niet alleen door stof of
vuil, maar vanwege de opnamekarakteristiek van het
opname-apparaat. En als een zelf opgenomen CD nog
niet gefinaliseerd is, kunt u die nooit in dit apparaat
afspelen.
Reinigen van de behuizing
Maak de buitenkant van de apparatuur schoon met
een zacht doekje, droog of licht bevochtigd met wat
milde vloeibare zeep.
Beveiligen van waardevolle
bandopnamen
Om een cassette tegen per ongeluk wissen of
abusievelijk opnemen te beveiligen, breekt u het
wispreventienokje uit voor cassettekant A of B, zoals
in de afbeelding is aangegeven.
Om een beveiligde cassette weer voor opnemen te
gebruiken, dekt u de ontstane opening(en) met een
stukje plakband af. Let hierbij echter op dat u niet de
helft van de openingen bedekt waaraan het
cassettedeck de bandsoort herkent.
Nokje van kant B Nokje van kant A
Bandsoort-
herkenningsopeningen
Bandsoort-
herkenningsopening
Bandsoort:
CrO
2
/
metaalband
Bandsoort:
Normaalband
Wispreventienokje
van kant A uitbreken
wordt vervolgd
Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur/
Aanvullende informatie
30
NL
Alvorens u een cassette in een van
de decks plaatst
Zorg dat eventuele lussen in de band zijn
strakgetrokken. Anders zou de band in het mechanisme
verwikkeld kunnen raken, met kans op beschadiging.
Betreffende cassettes langer dan 90
minuten
De uiterst dunne band in deze cassettes kan
gemakkelijk uitrekken. Bij gebruik van een dergelijke
cassette mag u de band niet te vaak snelspoelen,
stoppen en weer starten. Hierdoor zou de band in het
bandloopwerk verstrikt kunnen raken.
Reinigen van de bandkoppen
Het verdient aanbeveling de koppen na iedere tien
gebruiksuren te reinigen. Maak de bandkoppen in elk
geval even schoon vóór het maken van een belangrijke
bandopname, evenals na het afspelen van een oude
cassette. Reinig de bandkoppen met een in de audiohandel
verkrijgbare reinigingscassette, van het droge of het
vloeistof-type. Zie voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette
.
Demagnetiseren van de bandkoppen
Na 20 à 30 gebruiksuren, of bij een hoorbaar verlies aan
hoge tonen en/of toename van ruis, dient u de
bandkoppen en de metalen delen van het bandloopwerk te
demagnetiseren met een in de audiohandel verkrijgbare
demagnetiseercassette. Zie voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzing van de demagnetiseercassette.
Verhelpen van storingen
Mocht zich een probleem voordoen met de
stereo-installatie, neemt u dan de volgende lijst
met controlepunten door.
Controleer echter eerst of het netsnoer stevig is
aangesloten en of alle aansluitingen van de
luidsprekers in orde zijn.
Is het probleem niet zo eenvoudig te verhelpen,
neem dan a.u.b. contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar. Als er
reparatie nodig is, brengt u dan vooral de
gehele stereo-installatie naar de
onderhoudsdienst. Dit is een samenhangend
systeem en in veel gevallen kan een storing
alleen worden opgespoord als de gehele stereo-
installatie beschikbaar is.
Algemeen
Het uitleesvenster gaat knipperen zodra u de
stekker in het stopcontact steekt, ook al hebt u
het apparaat nog niet eens ingeschakeld.
Er is een demonstratie van de mogelijkheden
gestart. Schakel de stereo-installatie in met de
?/1 toets (zie stap 5 op blz. 8).
De tijdinstelling/schakelklok-instellingen zijn
vervallen.
D
e stekker is uit het stopcontact getrokken of de
stroom is uitgevallen. Volg opnieuw de
aanwijzingen onder “Gelijkzetten van de klok”
(op blz. 9). Als u een schakelklok-instelling hebt
gemaakt, volg dan weer de aanwijzingen onder
“Ontwaken met muziek” (op blz. 26) en/of
“Schakelklok-opname van radio-uitzendingen”
(op blz. 18).
De voorkeurzenders zijn uit het geheugen gewist.
De stekker is uit het stopcontact getrokken of de
stroomvoorziening is langer dan een halve dag
onderbroken geweest. Leg de voorkeurzenders
opnieuw vast volgens “Voorinstellen van
radiozenders” (op blz. 14).
Er klinkt geen geluid.
Draai de VOLUME knop naar rechts.
Controleer of er geen hoofdtelefoon is aangesloten.
Steek bij het aansluiten van de luidsprekers
alleen de gestripte kerndraad van de snoeren in
de SPEAKER aansluitklemmen. Als u ook de
plastic isolatielaag insteekt, kunnen de
luidsprekers geen geluid weergeven.
Het beveiligingscircuit van de versterker is in werking
getreden, vanwege kortsluiting. (De aanduidingen
“PROTECT” en “PUSH POWER” knipperen om en
om.) Schakel de stereo-installatie uit, verhelp de
kortsluiting en schakel dan de stroom weer in.
Tijdens een schakelklok-opname wordt er nooit
geluid weergegeven.
Ernstige brom of andere storende geluiden.
De stereo-installatie staat te dicht bij een TV of
videorecorder. Zet de stereo-installatie verder
van de TV of videorecorder vandaan.
In plaats van de tijd verschijnt er alleen “--:--”.
De stroomvoorziening is onderbroken geweest.
Stel de klok op de juiste tijd in en leg uw
voorkeurzenders en schakelklok-instellingen
opnieuw vast.
De schakelklok-functies werken niet naar
behoren.
Stel de klok op de juiste tijd in.
U kunt de “Daily” wekfunctie en de “Rec”
schakelklok-opname niet tegelijk gebruiken.
Voorzorgsmaatregelen (vervolg)
31
NL
Aanvullende informatie
Bij indrukken van de TIMER SELECT toets (of de
CLOCK/TIMER SELECT toets van de
afstandsbediening) verschijnt de “DAILY 1”,
“DAILY 2” of “REC SELECT” aanduiding niet.
Maak de schakelklok-instellingen zorgvuldig
volgens de aanwijzingen.
Stel eerst de klok op de juiste tijd in.
De afstandsbediening werkt niet.
Zorg dat er geen obstakels tussen de
afstandsbediening en de stereo-installatie zijn.
Richt de afstandsbediening van dichtbij recht op
de afstandsbedieningssensor van de stereo-
installatie.
Misschien zijn de batterijen (bijna) leeg.
Vervang beide batterijen door nieuwe.
Er gaat een hinderlijke fluit- of loeitoon
“rondzingen”.
Verminder de geluidssterkte.
Houd de microfoon wat verder van de
luidsprekers of in een andere richting.
Er blijven vreemde kleuren op het TV-scherm
verschijnen.
Schakel uw TV-toestel eenmaal uit en dan na 15
of 30 minuten weer in. Als de kleuren nog steeds
niet goed zijn, zet dan de luidsprekers wat verder
van het TV-toestel vandaan.
De aanduidingen “PROTECT” en “PUSH
POWER” knipperen om en om.
Er is een te krachtig ingangssignaal
doorgekomen. Schakel de stroom uit, laat de
stereo-installatie een tijdje uit staan en schakel
dan de stroom weer in. Als de aanduidingen
“PROTECT” en “PUSH POWER” bij weer
inschakelen nog steeds beurtelings knipperen,
controleert u dan de aansluiting van de
luidsprekersnoeren.
Luidsprekers
Een van de luidsprekers geeft geen geluid of de
weergave van links en rechts klinkt
onevenwichtig.
Controleer de luidspreker-aansluitingen en de
opstelling van de luidsprekers.
Er wordt een mono geluidsbron weergegeven.
Stel de parameters voor de geluidsbalans beter in
(zie blz. 23).
Er klinken te weinig lage tonen.
Controleer of de + en – aansluitingen van de
luidsprekers niet verwisseld zijn.
Compact disc speler
De disc-lade van de CD-speler gaat niet dicht.
Controleer of de compact disc niet scheef in de
disc-lade ligt.
Het afspelen van de compact disc begint niet.
Misschien ligt de CD niet precies vlak in de disc-lade.
Misschien is de compact disc vuil (zie blz. 29).
Misschien is de CD ondersteboven ingelegd.
Er kan vocht uit de lucht in het apparaat zijn
gecondenseerd.
Het afspelen begint niet bij het eerste muziekstuk.
De compact disc speler staat ingesteld op
programma-weergave of weergave in
willekeurige volgorde. Druk enkele malen op de
PLAY MODE toets totdat er “1 DISC” of “ALL
DISCS” in het uitleesvenster verschijnt.
De aanduiding “OVER” verschijnt in het uitleesvenster.
Tijdens het zoeken met de M toets is het einde
van de compact disc of de cassette bereikt.
Cassettedeck
Het opnemen lukt niet.
Het wispreventienokje van de cassette is
verwijderd (zie “Beveiligen van waardevolle
bandopnamen” op blz. 29).
De band is geheel naar het einde doorgespoeld.
Het is niet mogelijk op te nemen of weer te
geven of het geluidsvolume neemt af.
Misschien zijn de bandkoppen vuil (zie
“Reinigen van de bandkoppen” op blz. 30).
De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd (zie
“Demagnetiseren van de bandkoppen” op blz. 30).
Eerdere opnamen worden onvoldoende gewist.
De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd (zie
“Demagnetiseren van de bandkoppen” op blz. 30).
Teveel snelheidsfluctuaties of soms wegvallend geluid.
Vuil op de capstan-assen of aandrukrollen (zie
“Reinigen van de bandkoppen” op blz. 30).
Teveel ruis of wegvallende hoge tonen.
De opname/weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd (zie “Demagnetiseren van de
bandkoppen” op blz. 30).
Bij indrukken van de
N
(of
n
) weergavetoets of
de Z uitwerptoets klinkt er een mechanisch geluid,
er verschijnt “EJECT” in het uitleesvenster en het
apparaat wordt uitgeschakeld.
Waarschijnlijk is de cassette niet juist ingelegd.
wordt vervolgd
32
NL
Tuner
Ernstige brom of andere storing in de radio-
ontvangst (in het uitleesvenster knippert de
“TUNED” of de “STEREO” aanduiding).
Richt of verstel de antenne.
De ontvangen zender komt te zwak door. Sluit
een buitenantenne aan.
Een stereo FM uitzending wordt niet in stereo
weergegeven.
Druk op de STEREO/MONO toets zodat de
“MONO” aanduiding in het uitleesvenster dooft.
Als er zich andere problemen
voordoen, die hierboven niet zijn
beschreven, kunt u de stereo-
installatie als volgt terugstellen in
de uitgangsstand:
1 Houd de DIGITAL toets ingedrukt en druk
op de DISPLAY toets.
2 Druk op de ?/1 aan/uit-schakelaar om de
stereo-installatie aan te zetten.
Zo stelt u de stereo-installatie terug op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen. U zult alle
eigen geheugen-instellingen opnieuw moeten
maken.
Technische gegevens
Versterker-gedeelte
DIN uitgangsvermogen (nominaal)
60 + 60 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie)
80 + 80 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
10% THV)
Muziekvermogen (referentie)
150 + 150 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
10% THV)
Ingangen
VIDEO (AUDIO) IN: ingangsspanning 250 mV
(tulpstekkerbussen) impedantie 47 kOhm
MD IN: ingangsspanning 450 mV
(tulpstekkerbussen) impedantie 47 kOhm
OPTICAL IN:
(vierkante optische aansluitbus, achterpaneel)
Golflengte 700 nm
Uitgangen
MD OUT: uitgangsspanning 250 mV
(tulpstekkerbussen) impedantie 1 kOhm
PHONES: voor hoofdtelefoons met
(stereo ministekkerbus) impedantie van 8 ohm of
meer
FRONT SPEAKER: voor luidsprekers met
impedantie van 6 tot
16 ohm
SUB WOOFER OUT: uitgangsspanning 1 V,
impedantie 1 kOhm
Compact disc speler
Afspeelsysteem Compact disc digitaal
audiosysteem
Laser Halfgeleider laser
(λ=795 nm)
Emissieduur: continu
Frequentiebereik 2 Hz – 20 kHz (±0,5 dB)
Signaal/ruisverhouding Beter dan 90 dB
Dynamisch bereik Beter dan 90 dB
OPTICAL OUT aansluiting
(vierkante optische aansluitbus, achterpaneel)
Cassettedecks
Opname/weergavesysteem
4 sporen, 2 kanalen stereo
Frequentiebereik 60 – 13.000 Hz (±3 dB)
(zonder Dolby met Sony TYPE I
ruisonderdrukking) normaalband-cassette
60 – 14.000 Hz (±3 dB)
met Sony TYPE II CrO
2
-
cassette
Snelheidsfluctuaties ±0,15 % Gewogen
piekniveau (IEC)
0,1 % Gewogen R.M.S.
(NAB)
±0,2 % Gewogen
piekniveau (DIN)
Verhelpen van storingen (vervolg)
33
NL
Aanvullende informatie
Tuner-gedeelte
FM stereo, FM/AM superheterodyne afstemming
FM afstemtrap
Afstembereik 87,5 – 108,0 MHz
Antenne FM draadantenne
Antenne-aansluitingen 75 ohm, asymmetrisch
Tussenfrequentie 10,7 MHz
AM afstemtrap
Afstembereik 531 – 1.602 kHz (met
afsteminterval ingesteld
op 9 kHz)
Antenne AM kaderantenne
Antenne-aansluiting Externe antenne-
aansluiting
Tussenfrequentie 450 kHz
Luidsprekers SS-S3
Luidsprekersysteem 3-luidspreker
3-wegsysteem, in
basreflexkast, magnetisch
afgeschermd type
Luidsprekereenheden
Lagetonen-luidspreker: 15 cm ø, conus-type
Ultralaag-luidspreker: 15 cm ø, conus-type
Hogetonen-luidspreker: 2,8 cm ø, koepel-type
Nominale impedantie 6 ohm
Afmetingen (b/h/d) Ca. 235 x 470 x 265 mm
Gewicht Ca. 7,3 kg netto per
luidspreker
Algemeen
Stroomvoorziening 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
Stroomverbruik 180 watt
0,6 watt (in
stroombesparingsstand)
Afmetingen (b/h/d)
TA-S3: Ca. 280 x 128 x 350 mm
ST-S3: Ca. 280 x 108 x 340 mm
CDP-S3: Ca. 280 x 108 x 330 mm
TC-S3: Ca. 280 x 128 x 330 mm
Gewicht
TA-S3: Ca. 6,2 kg
ST-S3: Ca. 2,1 kg
CDP-S3: Ca. 2,7 kg
TC-S3: Ca. 2,4 kg
Bijgeleverd toebehoren: AM kaderantenne (1)
FM draadantenne (1)
Afstandsbediening (1)
Batterijen (2)
Luidsprekersnoeren (2)
Optische aansluitkabel (1)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.
34
NL
Tabel voor de instellingen met de SUR, EQ en SET UP toetsen
SUR akoestiekparameters (Druk op SUR)
Druk op P of p Druk op O of o
Oorspronkelijke instelling
Pagina
EFFECT [XX] afhankelijk van het klankbeeld
afhankelijk van het klankbeeld
22
WALL S/H [X] S (zacht) (–8) tot H (hard) (+8) gemiddeld
REVERB S/L [X] S (kort) (–8) tot L (lang) (+8) gemiddeld
S.DEPTH [XXX] OFF, M, D M
VIR.SP. [XXX] ON, OFF ON
EQ akoestiekparameters (Druk op EQ)
Druk op P of p Druk op O of o Pagina
FRONT BASS GAIN BASS [XXX] dB
–8 dB
tot
+8 dB
24
FREQUENCY BASS [XXX] kHz 99 Hz tot 1,0 kHz
MID GAIN MID [XXX] dB –8 dB tot +8 dB
FREQUENCY MID [XXX] kHz 500 Hz tot 5 kHz
TREBLEGAIN TREB [XXX] dB –8 dB tot +8 dB
FREQUENCY TREB [XXX] kHz 1,0 kHz tot 10 kHz
SET UP akoestiekparameters (Druk op SET UP)
Druk op P of p Druk op P of p Druk op O of o
Oorspronkelijke
instelling Pagina
SP. LEVEL FRONT L/R [X] –6 tot +6 midden 23
SUB W. [XX] dB –10 dB tot +10 dB +10 dB
LFE XXXXX MUTING, –20 dB tot 0 dB 0 dB
D.COMP. OFF, 0,1 tot 0,9, STD, MAX OFF
DIMMER DIMMER [XXX] OFF, 1, 2 OFF 26
RESET MENU CUR. F. RESET 24
ALL F. RESET
35
NL
Aanvullende informatie
Instelbare parameters voor elk van de klankbeelden
De bijgeregelde SUR akoestiekparameters en EQ parameters worden voor elk klankbeeld
afzonderlijk vastgelegd.
De bijgeregelde SP. LEVEL luidsprekerniveau-parameters gelden voor alle klankbeelden.
wordt vervolgd
* Deze parameters kunnen niet altijd instelbaar zijn of niet altijd het gewenste effect hebben, afhankelijk van de
geluidsbron. Zie voor nadere bijzonderheden de beschrijving onder “Aanpassen van de luidsprekerniveau-
parameters”.
< SUR >< SP. LEVEL >
EFFECT WALL REVERB SCREEN VIRTUAL
FRONT SUB WOOFER
LFE* D.COMP.*
LEVEL TYPE DEPTH SPEAKER
BALANCE LEVEL
MUSIC MODE
2CH STEREO zzzz
SMALL HALL zzz zzzz
LARGE HALL zzz zzzz
OPERA HOUSE zzz zzzz
JAZZ CLUB zzz zzzz
DISCO/CLUB zzz zzzz
CHURCH zzz zzzz
LIVE HOUSE zzz zzzz
ARENA zzz zzzz
STADIUM zzz zzzz
GAME zzz zzzz
MOVIE MODE
SEMI C.EX A z zzzzzz
SEMI C.EX B z zzzzzz
SEMI C.EX C z zzzzzz
V.SEMI M.D. zzzz
V.ENHANCE.A zzzz
V.ENHANCE.B zzzz
36
NL
Instelbare parameters voor elk van de
klankbeelden (vervolg)
<EQ>
FRONT FRONT FRONT FRONT FRONT FRONT
BASS (dB) BASS (Hz) MID (dB) MID (Hz) TREB (dB) TREB (Hz)
MUSIC MODE
2CH STEREO zzzzzz
SMALL HALL zzzzzz
LARGE HALL zzzzzz
OPERA HOUSE zzzzzz
JAZZ CLUB zzzzzz
DISCO/CLUB zzzzzz
CHURCH zzzzzz
LIVE HOUSE zzzzzz
ARENA zzzzzz
STADIUM zzzzzz
GAME zzzzzz
MOVIE MODE
SEMI C.EX A zzzzzz
SEMI C.EX B zzzzzz
SEMI C.EX C zzzzzz
V.SEMI M.D. zzzzzz
V.ENHANCE.A zzzzzz
V.ENHANCE.B zzzzzz

Documenttranscriptie

WAARSCHUWING Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen. Open de behuizing niet, om een elektrische schok te vermijden. Laat eventuele reparaties over aan bevoegd vakpersoneel. Installeer het apparaat niet in een krappe, omsloten ruimte zoals een boekenrek of een inbouwkast. Dit apparaat is geclassificeerd als een KLASSE 1 LASER product. Een label met de aanduiding CLASS 1 LASER PRODUCT bevindt zich aan de achterkant van het apparaat. Het volgende waarschuwingslabel bevindt zich binnenin het apparaat. Om oververhitting en brandgevaar te vermijden, mag u de ventilatie-openingen van het apparaat niet afdekken met kranten, een tafelkleed, gordijnen e.d. Plaats nooit een brandende kaars bovenop het apparaat. Om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen, mag u nooit een met vloeistof gevuld voorwerp, zoals een vaas, een glas of beker op het apparaat zetten. Gooi lege batterijen niet weg, maar lever ze in als KCA. 2NL Deze stereo-installatie is voorzien van Dolby* Digital en DTS** akoestieksystemen. * Vervaardigd onder licentie van Dolby Laboratories. De naam “Dolby” en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. Vertrouwelijke onuitgegeven werken. ©1992-1997 Dolby Laboratories. Alle rechten voorbehouden. ** Vervaardigd onder licentie van Digital Theater Systems, Inc. V.S. Octrooinummers 5.451.942, 5.956.674, 5.974.380, 5.978.762 en andere octrooien wereldwijd verleend en aangevraagd. “DTS” is een gedeponeerd handelsmerk van Digital Theater Systems, Inc. ©1996, 2000 Digital Theater Systems, Inc. Alle rechten voorbehouden. De MHC-S3 stereo-installatie bestaat uit de volgende componenten: – Audio/video-versterker – Radio-ontvanger (tuner) – Compact disc speler – Cassettedeck – Luidsprekersysteem TA-S3 ST-S3 CDP-S3 TC-S3 SS-S3 Inhoudsopgave Plaats en functie van de bedieningsorganen Stereo-apparatuur .................................. 4 Afstandsbediening ................................. 6 Voorbereidingen Aansluiten van de stereo-installatie ....... 7 Twee R6 (AA-formaat) batterijen in de afstandsbediening plaatsen ......... 9 Gelijkzetten van de klok ........................ 9 Stroom besparen in de gebruiksklaar-stand ....................... 10 Compact disc weergave Een CD inleggen ................................. 11 Een CD afspelen — Normale weergave/herhaalde weergave/willekeurige weergave .. 11 Muziekstukken van CD’s programmeren — Programma-weergave .............. 12 Gebruik van het CD uitleesvenster ...... 13 Tuner voor radio-ontvangst Voorinstellen van radiozenders ........... 14 Luisteren naar de radio — Geheugenafstemming ............... 14 Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS)* .......................................... 15 Cassette-weergave en opname Een cassette inleggen ........................... 16 Een cassette afspelen ........................... 16 Een cassette opnemen — CD synchroon-opname/versneld kopiëren/handmatig opnemen/ programma-montage ..................... 17 Schakelklok-opname van radio-uitzendingen ......................... 18 Geluidsinstellingen Versterken van de weergave ................ 20 Keuze van een klankbeeld of geluidseffect .................................. 20 Betekenis van de meerkanaals Surround aanduidingen ................. 22 Bijregelen van de klankbeelden .......... 22 Andere handige functies Omschakelen van de spectrum analyzer aanduidingen ................... 26 Keuze van de helderheid van het uitleesvenster ................................. 26 Gerust in slaap vallen met muziek — Sluimerfunctie .......................... 26 Ontwaken met muziek — Dagelijkse wekfunctie .............. 26 NL Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur Aansluiten van audio-apparatuur ......... 28 Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen ......................... 29 Verhelpen van storingen ...................... 30 Technische gegevens ........................... 32 Tabel voor de instellingen met de SUR, EQ en SET UP toetsen ........ 34 Instelbare parameters voor elk van de klankbeelden ...................... 35 * Alleen voor het Europese model. 3NL Plaats en functie van de bedieningsorganen De lijst geeft de bedieningsorganen in alfabetische volgorde. Zie voor nadere bijzonderheden de tussen haakjes ( ) aangegeven bladzijnummers. Stereo-apparatuur Audio/video-versterker 1 2 3 4 56 7 8 9 O p P o qg qf qdqs qaq; DIGITAL 9 (28, 32) ENTER/O/o/P/p 2 (9, 12, 18, 19, 22–27) EQ qa (24) EQ ON/OFF qs (9, 24) FILE SELECT q; (20, 24) FUNCTION 8 (9, 11, 12, 17, 18, 28) GROOVE 5 (20) Hoofdtelefoon-aansluiting (PHONES) qg Meerkanaals-decodeerlampje (MULTI CHANNEL DECODING) 6 (22) MOVIE MODE 4 (20, 21) MUSIC MODE 3 (20, 21) SET UP qd (23–26) SUR qf (22) VOLUME 7 @/1 (Aan/uit-schakelaar) 1 (8, 9, 32) Radio-ontvanger (tuner) qh wh 4NL wg wf qjqk ql w; – + – + wd ws wa CLOCK/TIMER wg (9, 18, 26) DISPLAY qh (10, 13, 15, 26, 32) ENTER w; (14, 15) Infrarood-ontvanger wh PRESET +/– ws (14, 15) Programmatypetoets (PTY) wa (15) STEREO/MONO qj (14) TIMER SELECT wf (19, 27) TUNER/BAND wd (14) TUNER MEMORY qk (14) TUNING +/– ql (14) Compact disc speler 1 ek 2 3 ej m M . > H S es ed x eh eg ef DISC 1–3 ek (11, 12, 18) DISC 1–3 indicatorlampjes ej DISC 1–3 Z (uitwerptoets) wl (11) PLAY MODE wj (11, 12, 18) REPEAT wk (11) N (weergavetoets) eh (11, 12) X (pauzetoets) eg (11) x (stoptoets) ef (11, 17) . (terugspringtoets) ed (11, 12, 18) > (vooruitspringtoets) es (11, 12, 18) m (terugzoektoets) e; (11) M (vooruitzoektoets) ea (11) Plaats en functie van de bedieningsorganen e; ea wj wkwl Cassettedeck th tg tf td ts ta > . h h x x el r; ra rs rd A A rf M m H h AUTO REVERSE H t;rl h AUTO REVERSE H rkrjrhrg M > m . H CD SYNC rh (17, 18) DIRECTION t; (16–18) DOLBY NR rl (16–18) EDIT rk (18) HI-DUB rj (17) REC PAUSE/START rg (17, 18) – Cassettedeck A – N (voorwaartse weergavetoets) tf (16) n (terugwaartse weergavetoets) td (16) x (stoptoets) ts (16) M/> (vooruitzoektoets/ vooruitspringtoets) th (16) m/. (terugzoektoets/ terugspringtoets) tg (16) Z (uitwerptoets) ta (16) – Cassettedeck B – N (voorwaartse weergavetoets) ra (16, 17) n (terugwaartse weergavetoets) rs (16, 17) x (stoptoets) rd (16, 17) M/> (vooruitzoektoets/ vooruitspringtoets) el (16) m/. (terugzoektoets/ terugspringtoets) r; (16) Z (uitwerptoets) rf (16) 5NL Afstandsbediening 1 wk wj wh wg wf wd ws wa H hH hH . > x m M X O P p 2 3 4 5 6 7 8 9 o w; ql qk qj qh qg CD H wk (11, 12) CHECK 3 (12) CLEAR 4 (12) CLOCK/TIMER SELECT qg (19, 27) CLOCK/TIMER SET qh (9, 18, 26) DBFB qd (20) DISPLAY qk (10, 13, 15, 26, 32) D.SKIP 2 (11) ENTER wa (9, 12, 14, 15, 18, 19, 22–27) EQ qa (24) EQ ON/OFF qs (9, 24) 6NL 0 qa qs qd qf FUNCTION w; (9, 11, 12, 17, 18, 28) GROOVE qj (20) SET UP q; (23–26) SLEEP 5 (26) SUR ql (22) TAPE A hH wj (16) TAPE B hH wh (16, 17) TUNER/BAND wg (14) TUNING + 7 (14) TUNING – ws (14) VOL +/– qf FUNCTIETOETSEN MET STANDAARDSYMBOLEN @/1 (aan/uit-schakelaar) 1 X (pauzetoets) 8 x (stoptoets) 6 . (terugspringtoets) wf > (vooruitspringtoets) wd m (terugzoektoets) ws M (vooruitzoektoets) 7 O/o/P/p 9 Voorbereidingen Aansluiten van de stereo-installatie Voor het aansluiten stelt u de apparatuur op zoals hieronder aangegeven. AM kaderantenne FM antenne 4 Voorbereidingen Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 tot 5 om de stereo-installatie aan te sluiten met de bijgeleverde snoeren en accessoires. Radioontvanger (tuner) 1 2D 2A 2B Audio/videoversterker 3 5 Compact disc speler 2C Cassettedeck 3 Rechter voorluidspreker 2E 3 Linker voorluidspreker wordt vervolgd 7NL Aansluiten van de stereo-installatie (vervolg) 1 Sluit de CD-speler en de tuner aan met de optische kabel. Verbind de OPTICAL OUT stekkerbus van de CD-speler met de OPTICAL IN stekkerbus van de tuner. 1 Trek eerst het beschermdopje uit de stekkerbus. OPTICAL IN 3 Sluit de voorluidsprekers aan. Verbind de luidsprekersnoeren met de FRONT SPEAKER aansluitbussen. Steek alleen het koperdraad-uiteinde in de opening. R L + – Rood/eenkleurig (3) FROM CDP-S3 Zwart/gestreept (#) 4 Sluit de FM/AM antennes aan. Zet de AM kaderantenne in elkaar en sluit hem daarna aan. 2 Sluit de optische kabel aan. OPTICAL IN FROM CDP-S3 AM kaderantenne AM FM7 5Ω/C 2 Sluit de platte lintkabels stevig aan op de SYSTEM CONTROL stekkerbussen, zodat de stekkers vastklikken. Maak de aansluiting op de stekkerbussen van dezelfde kleur, in de volgorde die staat aangegeven op het achterpaneel. A SYSTEM CONTROL 1 (rood) Voor het aansluiten van de tuner op de audio/video-versterker. B SYSTEM CONTROL 2 (blauw) Voor het aansluiten van de tuner op de audio/video-versterker. C SYSTEM CONTROL 3 (zwart) Voor het aansluiten van de CD-speler op de tuner. D SYSTEM CONTROL 4 (zwart) Voor het aansluiten van de tuner op het cassettedeck. E SYSTEM CONTROL 5 (wit) Voor het aansluiten van het cassettedeck op de CD-speler. Losmaken SYSTEM CONTROL 3 FROM CDP-S3 8NL OAX IAL Strek de FM-draadantenne zover mogelijk horizontaal uit. 5 Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact. In het uitleesvenster begint nu een demonstratie van de mogelijkheden van het apparaat. Wanneer u op de ?/1 aan/uitschakelaar drukt, wordt de stereo-installatie ingeschakeld en stopt automatisch de demonstratie. Als het netsnoer met de bijgeleverde verloopstekker niet in het stopcontact past, verwijdert u dan de verloopstekker (alleen voor de modellen met een verloopstekker). Tip U kunt de componenten opstellen zoals hieronder getoond. In dat geval maakt u eerst de opstelling en daarna sluit u de componenten pas aan. Radio-ontvanger (tuner) Compact disc speler Gelijkzetten van de klok CLOCK/TIMER SET toets van de afstandsbediening). Als u de tijd voor het eerst instelt, kunt u nu direct doorgaan met stap 5. 3 Druk enkele malen op de O of o toets Audio/video-versterker Cassettedeck om in te stellen op “CLOCK SET”. Voorbereidingen 1 Schakel de stereo-installatie in. 2 Druk op de CLOCK/TIMER toets (of de 4 Druk op de ENTER toets (op de A/V Opmerking Houd de antennes en antennesnoeren uit de buurt van de luidsprekersnoeren, om storing in de radioontvangst te voorkomen. versterker of de afstandsbediening). 5 Druk enkele malen op de O of o toets om het juiste uur in te stellen. Twee R6 (AA-formaat) batterijen in de afstandsbediening plaatsen 6 Druk weer op de ENTER toets (op de A/V versterker of de afstandsbediening). 7 Druk enkele malen op de O of o toets om de juiste minuut in te stellen. 8 Druk tenslotte weer op de ENTER toets (op de A/V versterker of de afstandsbediening). Tip ] } } ] Als u een vergissing bemerkt of de tijdinstelling wilt wijzigen, zult u weer bij stap 2 moeten beginnen. Opmerking Tip Als de stereo-installatie niet meer goed op de afstandsbediening reageert, vervangt u dan beide batterijen door nieuwe. De tijdinstelling vervalt wanneer de stekker uit het stopcontact wordt getrokken of de stroom uitvalt. Opmerking Als u de afstandsbediening voorlopig niet meer gebruikt, kunt u beter de batterijen eruit verwijderen, om schade door eventuele batterijlekkage en corrosie te vermijden. Voor vervoer of verplaatsen van de stereo-installatie Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om het CD-mechanisme te beschermen. 1 Schakel de stereo-installatie in en draai aan de FUNCTION knop om in te stellen op “CD”. Zorg dat er geen disc meer in de CD-speler zit. 2 Houd de EQ ON/OFF toets ingedrukt en druk op de ?/1 aan/uit-schakelaar totdat de aanduiding “LOCK” oplicht. 3 Laat eerst de ?/1 aan/uit-schakelaar los en dan de EQ ON/OFF toets. 4 Trek de stekker uit het stopcontact. 9NL Stroom besparen in de gebruiksklaar-stand Druk enkele malen op de DISPLAY toets wanneer de stereo-installatie uit staat, totdat de stroombesparingsstand wordt aangegeven. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de toestand van de stereo-installatie als volgt: demonstratie t klok t stroombesparingsstand Uitschakelen van de stroombesparingsstand Druk eenmaal op de DISPLAY toets om de demonstratie te starten of tweemaal om de tijdsaanduiding te zien. Tips • Het ?/1 spanningslampje blijft ook in de stroombesparingsstand branden. • De schakelklok-functies zullen ook in de stroombesparingsstand nog gewoon werken. Opmerking In de stroombesparingsstand zullen de volgende functies niet werken: – Gelijkzetten van de klok. – Inschakelen van de stereo-installatie met een druk op een functiekeuzetoets. 10NL Compact disc weergave 3 Druk op de N (CD) weergavetoets (of op de CD H weergavetoets van de afstandsbediening). Een CD inleggen 1 Druk op een van de DISC 1–3 Z open/ sluit-toetsen. Tip Tijdens de weergave kunt u de afspeelfunctie niet omschakelen. De disc-lade schuift open. label-kant boven. Voor het afspelen van een 8-cm CDsingletje plaatst u dit in de binnenste uitsparing van de disc-lade. 1 2 3 m M . > H S x Om nog meer discs af te spelen, drukt u op de Z open-toetsen voor de andere discs om de disc-lade te openen. Andere bedieningsfuncties Voor het Doet u het volgende Stoppen met afspelen Drukt u op de x (CD) stoptoets. Pauzeren van de weergave Drukt u op de X pauzetoets. Nogmaals drukken om door te gaan met afspelen. Kiezen van een muziekstuk Drukt u tijdens afspelen of in de pauzestand op de > (CD) toets (om verder te zoeken) of de . (CD) toets (om terug te zoeken). Opzoeken van een muziekpassage Houdt u tijdens afspelen de M of m (CD) toets ingedrukt en laat u de toets los bij het gezochte punt. 3 Druk op dezelfde toets om de disc-lade te sluiten. Een CD afspelen — Normale weergave/herhaalde weergave/willekeurige weergave Met deze stereo-installatie kunt u compact discs met verschillende afspeelfuncties weergeven. Nummer disc-uitsparing Muziekstuknummer Speelduur 1 Draai aan de FUNCTION knop om in te Compact disc weergave 2 Leg een compact disc in de lade met de Kiezen van een CD Drukt u op de betreffende DISC 1–3 toets (of op de D.SKIP toets van de afstandsbediening). Overschakelen van een andere geluidsbron naar CD-weergave Drukt u op de betreffende DISC 1–3 toets (automatische geluidsbron-keuze). Herhaaldelijk afspelen van een disc (herhaalde weergave) Drukt u op de REPEAT toets tijdens afspelen totdat er “REPEAT” of “REPEAT 1” wordt aangegeven. REPEAT*: voor weergave van alle muziekstukken op de CD’s, tot 5 maal de hele reeks. REPEAT 1: voor herhalen van een enkel muziekstuk. Om de herhaalde weergave uit te schakelen, drukt u weer op de REPEAT toets totdat de “REPEAT” of “REPEAT 1” aanduiding dooft. Drukt u op de betreffende DISC 1–3 Z toets. stellen op “CD”. 2 Druk terwijl het afspelen gestopt is enkele malen op de PLAY MODE toets totdat de gewenste afspeelfunctie in het uitleesvenster wordt aangegeven. Stel in op Voor weergave van ALL DISCS Alle CD’s in de disc-lade achtereen. 1 DISC De gekozen CD in de gewone nummervolgorde. Verwijderen van een compact disc ALL DISCS SHUFFLE De muziekstukken op alle CD’s in willekeurige volgorde. *Deze functie is niet te gebruiken tijdens de ALL DISCS SHUFFLE willekeurige weergave. 1 DISC SHUFFLE De muziekstukken van de gekozen CD in willekeurige volgorde. Opmerking PROGRAM Muziekstukken van alle CD’s in een door u gekozen volgorde (zie “Muziekstukken van CD’s programmeren” op blz. 12). Probeer nooit de disc-lade dicht te drukken, want de CD-speler zou daardoor defect kunnen raken. Voor het sluiten van de disc-lade drukt u op een van de DISC 1–3 Z open/sluit-toetsen. 11NL Muziekstukken van CD’s programmeren — Programma-weergave U kunt een muziekprogramma samenstellen van maximaal 25 muziekstukken van alle geplaatste CD’s, in de volgorde waarin u de muziek wilt horen. 1 Draai aan de FUNCTION knop om in te stellen op “CD” en plaats een of meer compact discs. Voor het Drukt u Uitschakelen van de programmaweergave enkele malen op de PLAY MODE toets totdat er “1 DISC” of “ALL DISCS” in het uitleesvenster verschijnt. Controleren van de afspeelvolgorde enkele malen op de CHECK toets van de afstandsbediening. Na het laatste nummer verschijnt er “CHECK END” in het uitleesvenster. Wissen van het laatste muziekstuk uit uw programma op de CLEAR wistoets van de afstandsbediening terwijl het afspelen is gestopt. Telkens wanneer u op deze toets drukt, wordt het laatste muziekstuk uit uw programma gewist. Wissen van een ander muziekstuk uit uw programma enkele malen op de CHECK toets van de afstandsbediening totdat het te wissen nummer wordt aangegeven en dan drukt u op de CLEAR wistoets van de afstandsbediening. Toevoegen van een muziekstuk terwijl het afspelen is gestopt 1 Drukt u op een van de DISC 1–3 toetsen om een CD te kiezen. 2 Druk terwijl de weergave is gestopt enkele malen op de PLAY MODE toets totdat er “PROGRAM” in het uitleesvenster oplicht. 3 Druk op een van de DISC 1–3 toetsen om een compact disc te kiezen. Om alle muziekstukken van een CD in één keer samen te programmeren, gaat u door naar stap 5 wanneer er “AL” in het uitleesvenster verschijnt. 4 Druk enkele malen op de . of > (CD) toets totdat het gewenste muziekstuknummer wordt aangegeven. 2 Drukt u enkele malen op .of > (CD) om een nummer te kiezen. 3 Drukt u op de ENTER toets (op de A/V versterker of de afstandsbediening). Totale speelduur Nummer disc(incl. gekozen uitsparing Muziekstuknummer muziekstuk) Tips 5 Druk op de ENTER toets (op de A/V versterker of de afstandsbediening). Hiermee programmeert u de gekozen muziek. Het programma-volgnummer verschijnt, met daarna de totale speelduur. 6 Om nog meer muziekstukken te programmeren, herhaalt u de stappen 3 t/m 5. Stap 3 kunt u overslaan bij het toevoegen van andere muziekstukken van dezelfde disc. 7 Druk op de N (CD) weergavetoets (of de CD H toets van de afstandsbediening). 12NL • Een eenmaal vastgelegd muziekprogramma blijft ook na afspelen in het geheugen bewaard. Met een druk op de N (CD) weergavetoets kunt u hetzelfde programma nogmaals weergeven. • Als er tijdens het programmeren in plaats van de totale speelduur alleen “--.--” streepjes verschijnen, dan: – hebt u een muziekstuknummer boven de 20 gekozen. – overschrijdt de totale speelduur de 100 minuten. Gebruik van het CD uitleesvenster U kunt de resterende speelduur van het weergegeven muziekstuk of van de gehele CD in het uitleesvenster controleren. Druk op de DISPLAY toets. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: Compact disc weergave Wanneer er een CD TEXT disc is geplaatst, kunt u de tekst daarvan, zoals de disc-titel, muziektitels en de naam van de artiest(en) in het uitleesvenster zien. Zodra het apparaat een geplaatste CD TEXT disc waarneemt, verschijnt de aanduiding “CD TEXT” in het uitleesvenster. Tijdens normale weergave Verstreken speelduur van het weergegeven muziekstuk t Resterende speelduur van het weergegeven muziekstuk t Resterende speelduur van de gehele compact disc (tijdens “1 DISC” weergave) of “--.--” (tijdens “ALL DISCS” weergave) t Titel van het weergegeven muziekstuk* t Tijdsaanduiding (8 seconden lang) t Gekozen geluidseffect (8 seconden lang) Wanneer het afspelen gestopt is Totaal aantal muziekstukken en totale speelduur** t Titel van de CD* t Gewone tijdsaanduiding (8 seconden lang) t Gekozen geluidseffect (8 seconden lang) * Alleen bij CD TEXT discs (bepaalde lettertekens kunnen worden weggelaten). Afhankelijk van de disc kan soms niet alle CD TEXT informatie worden getoond. Als een disc meer dan 20 muziekstukken bevat, zal de CD TEXT informatie niet worden aangegeven voor de nummers 21 en hoger. ** Als de programma-weergave is gekozen en er zijn nummers van een CD geprogrammeerd, dan worden het laatst geprogrammeerde muziekstuknummer, de totale programmaspeelduur en het totale aantal geprogrammeerde nummers getoond. 13NL Tuner voor radio-ontvangst Luisteren naar de radio Voorinstellen van radiozenders — Geheugenafstemming In het afstemgeheugen kunt u 20 FM zenders vastleggen en 10 AM zenders. Hiervoor zult u eerst een aantal radiozenders moeten vastleggen in het afstemgeheugen van de tuner (zie “Voorinstellen van radiozenders”). 1 Druk enkele malen op de TUNER/BAND toets 1 Druk enkele malen op de TUNER/BAND om te kiezen voor de FM of AM afstemband. 2 Houd de TUNING + of – toets ingedrukt totdat de aanduiding “AUTO” in het uitleesvenster verschijnt. Het doorzoeken van de afstemband stopt zodra er goed op een zender is afgestemd. Het uitleesvenster geeft dan “TUNED” aan (en ook “STEREO” als er een stereo uitzending wordt ontvangen). toets om in te stellen op de gewenste afstemband. 2 Druk enkele malen op de PRESET + of – toets om af te stemmen op de gewenste voorkeurzender. Voorinstelnummer Afstemfrequentie MHz MHz 3 Druk op de TUNER MEMORY toets. In het uitleesvenster gaat een voorinstelnummer knipperen. De radiozenders worden vastgelegd vanaf het voorinstelnummer 1. Voorinstelnummer MHz 4 Druk op de ENTER toets (op de tuner of de afstandsbediening). De zender wordt vastgelegd onder het aangegeven nummer. 5 Herhaal de stappen 1 t/m 4 om nog andere zenders vast te leggen. Afstemmen op een zender die te zwak is voor automatische afstemming Druk enkele malen op de TUNING + of – toets om handmatig op de gewenste zender af te stemmen. Vastleggen van een nieuwe zender onder een al gebruikt voorinstelnummer Begin weer vanaf stap 1. Na stap 3 drukt u eerst enkele malen op de PRESET + of – toets om het gewenste voorinstelnummer te kiezen en dan volgt u de aanwijzingen verder vanaf stap 4. Tip NL 14 De vastgelegde voorkeurzenders blijven ongeveer een halve dag in het afstemgeheugen bewaard als de stekker uit het stopcontact wordt getrokken of de stroom uitvalt. Voor het Doet u het volgende Uitschakelen van de radio Druk op de ?/1 schakelaar. Luisteren naar radiozenders die niet zijn vastgelegd Druk bij stap 2 enkele malen op de TUNING + of – toets (voor handmatig afstemmen) of houd de TUNING + of – toets langer ingedrukt (voor automatisch afstemmen). Tips • Als een FM stereo radio-uitzending met teveel storing doorkomt, drukt u enkele malen op de STEREO/MONO toets, totdat de aanduiding “MONO” oplicht. De radio-ontvangst zal niet meer in stereo zijn, maar wel beter klinken. • Voor de beste radio-ontvangst is het aanbevolen verschillende antenne-opstellingen uit te proberen. Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS) (Alleen voor het Europese model) Wat is het Radio Data Systeem? Opmerking De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd niet duidelijk doorkomt of als de signaalsterkte onvoldoende is. Ontvangst van RDS radiouitzendingen Kies eenvoudigweg een radiozender uit de FM afstemband. Bij ontvangst van een zender die RDS informatie uitzendt, verschijnt automatisch de zendernaam in het uitleesvenster. Controleren van de RDS informatie Druk op de DISPLAY toets. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de aanduiding in het uitleesvenster kringsgewijze als volgt: Zendernaam* t Afstemfrequentie t Programmatype* t Tijdsaanduiding t Gekozen geluidseffect * Als de RDS uitzending niet duidelijk genoeg ontvangen wordt, kan de zendernaam niet in het uitleesvenster worden aangegeven. U kunt een FM radiozender van uw keuze opzoeken door in te stellen op het gewenste programmatype. De tuner stemt dan af op een uitzending van het gekozen type, verzorgd door een van de RDS zenders die zijn vastgelegd in het afstemgeheugen van de tuner. De beschikbare programmatypen zijn NEWS (nieuws), AFFAIRS (actualiteiten), INFORMATION (diverse informatie), SPORT (wedstrijdverslagen e.d.), EDUCATION (educatieve programma’s), DRAMA (hoorspelen), CULTURE (culturele aangelegenheden), SCIENCE (wetenschap), VARIED (vraaggesprekken, quizprogramma’s en amusement), POP (popmuziek), ROCK (rockmuziek), EASY MUSIC (easy-listening achtergrondmuziek), L.CLASSICAL (lichte klassieke muziek), S.CLASSICAL (serieuze klassieke muziek), OTHER MUSIC (overige muziek), WEATHER (weerbericht), FINANCE (beursberichten, zakennieuws), CHILDREN (kinderprogramma’s), SOCIAL (sociale vraagstukken e.d.), RELIGION (godsdienst en religie), PHONE IN (forum voor telefonische reacties), TRAVEL (reisprogramma’s), LEISURE (vrijetijdsbesteding), JAZZ (geïmproviseerde muziek), COUNTRY (country & western muziek), NATION (nationale of streekmuziek), OLDIES (hits van vroeger), FOLK (volksmuziek), DOCUMENTARY (documentaires), ALARM TEST (testsignaal voor nooduitzendingen), ALARM-ALARM (nooduitzendingen over natuurrampen e.d.) en NONE (programma’s die in geen van deze categorieën passen). Tuner voor radio-ontvangst Het Radio Data Systeem (kortweg RDS) is een speciale radio-informatiedienst waarmee radiozenders naast hun gewone radioprogramma’s allerlei nuttige informatie kunnen uitzenden. De tuner van deze stereoinstallatie biedt handige functies zoals zendernaam-aanduidingen en het opzoeken van zenders aan de hand van het programmatype. De RDS informatie wordt alleen uitgezonden door FM zenders. Opzoeken van een radiozender aan de hand van het programmatype (PTY) 1 Druk tijdens het luisteren naar de radio op de PTY toets. 2 Druk enkele malen op de PRESET + of – toets om te kiezen voor het gewenste programmatype. 3 Druk op de ENTER toets (van de tuner of de afstandsbediening). De aanduiding “SEARCH” en het gekozen programmatype knipperen nu om en om in het uitleesvenster. Wanneer de tuner een zender vindt die het gekozen programmatype uitzendt, gaat de zendernaam knipperen. 4 Druk enkele malen op de PRESET + of – toets als u een andere zender wilt opzoeken. 5 Druk op de ENTER toets (van de tuner of de afstandsbediening) als u de zendernaam ziet van een zender waarnaar u wilt blijven luisteren. Uitschakelen van de PTY zoekfunctie Druk nogmaals op de PTY toets. Opmerking De aanduiding “NO PTY” verschijnt als er geen zender te vinden is die het door u gekozen programmatype uitzendt. 15NL Cassette-weergave en opname Tip Een cassette inleggen 1 Druk op de Z uitwerptoets (van deck A of deck B). 2 Plaats een cassette in de houder van deck A of B. Cassette inleggen met de kant voor opname/weergave naar voren gericht. h AUTO REVERSE H M > m . H h x A Als u in zachtere passages met hoge tonen de hinderlijk hoorbare bandruis wilt verminderen, drukt u op de DOLBY NR toets zodat de aanduiding “DOLBY NR” in het uitleesvenster oplicht. Het begin van een muziekstuk opzoeken (AMS* zoekfunctie) Druk tijdens afspelen even vaak op de . of > toets (van deck A of B) als het aantal nummers dat u vooruit (of terugwaarts) wilt verspringen. De zoekrichting, + (vooruit) of – (terugwaarts) en het aantal te verspringen nummers (1–9) wordt in het uitleesvenster aangegeven. Bijvoorbeeld: 2 nummers verder zoeken Een cassette afspelen In dit apparaat kunt u TYPE I (normaalband), TYPE II (CrO2-band) of TYPE IV (metaalband) cassettes gebruiken. Het cassettedeck neemt automatisch de geplaatste bandsoort waar. 1 Plaats de af te spelen cassette. 2 Druk enkele malen op de DIRECTION toets om in te stellen op g voor afspelen van één cassettekant, op j voor beide cassettekanten of op RELAY* (estafette) voor afspelen van beide cassettes achtereen. 3 Druk op de N weergavetoets (van deck A of B) (of op TAPE A hH of TAPE B hH van de afstandsbediening). Het afspelen van de cassette begint. Druk op de n achterkant-weergavetoets (van deck A of B) als u de andere cassettekant wilt horen. Bij gebruik van de afstandsbediening drukt u nogmaals op de TAPE A hH of TAPE B hH toets. Na keuze van j voor beide kanten of RELAY zal het cassettedeck automatisch stoppen na het 5 maal herhalen van het totaal. * De RELAY estafette-weergave houdt altijd deze volgorde aan: deck A (voorkant) t deck A (achterkant) t deck B (voorkant) t deck B (achterkant) 16NL Voor het Doet u het volgende Stoppen met afspelen Drukt u op de x stoptoets (van deck A of B). Snel vooruit- of terugspoelen Drukt u op de m of M toets (van deck A of B) wanneer het afspelen is gestopt. Uitnemen van de cassette Drukt u op de Z uitwerptoets (van deck A of B). * Automatische Muziek Sensor Opmerking De AMS zoekfunctie kan niet altijd goed werken in de volgende gevallen: – Als de pauzes tussen de muziekstukken minder dan 4 seconden lang zijn. – Als de stereo-installatie te dicht bij een televisietoestel staat. Een cassette opnemen — CD synchroon-opname/versneld kopiëren/handmatig opnemen/programma-montage U kunt geluidsopnamen maken van compact discs, cassettes, de radio of een andere aangesloten geluidsbron. Hiervoor kunt u TYPE I (normaalband) of TYPE II (CrO2-band) cassettes gebruiken. Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld. Stap Opnemen van een compact disc (CD synchroon-opname) Kopiëren van een cassette (versneld kopiëren) Handmatig opnemen Plaats een voor opnemen geschikte cassette in deck B. 2 Draai aan de FUNCTION knop om in te stellen op “CD”. Draai aan de FUNCTION knop om in te stellen op “TAPE A”. Draai aan de FUNCTION knop om in te stellen op de geluidsbron voor opname. 3 Plaats de compact disc die u wilt opnemen. Plaats de cassette die u wilt kopiëren in deck A. Breng de geluidsbron in gereedheid voor opname. 4 Druk op de CD SYNC toets. Druk op de HI-DUB toets. Druk op de REC PAUSE/START toets. Cassettedeck B komt in gereedheid voor opnemen. De aanduiding “REC” knippert in het uitleesvenster. Als u in zachtere passages met hoge tonen de hinderlijk hoorbare bandruis wilt verminderen, drukt u op de DOLBY NR toets zodat de aanduiding “DOLBY NR” in het uitleesvenster oplicht (behalve bij opnemen vanaf een cassette). 5 Druk enkele malen op de DIRECTION toets om in te stellen op g voor het opnemen op één cassettekant. Stel in op j (of op RELAY) voor opnemen op beide cassettekanten. 6 Druk op de REC PAUSE/START toets. Cassette-weergave en opname 1 Het opnemen begint. 7 Start de weergave van de op te nemen geluidsbron. Voor het Drukt u op Stoppen met opnemen de x stoptoets (CD of deck B). Pauzeren van de opname* de REC PAUSE/START toets. * Alleen bij handmatig opnemen. Tips • Als u wilt beginnen met opnemen aan de achterkant van de cassette, drukt u na stap 4 (met cassettedeck B in de opnamepauzestand) op de n of N toets (van deck B) (of de TAPE B hH toets van de afstandsbediening) aan de kant die niet oplicht. • Om op te nemen op beide cassettekanten dient u altijd te beginnen aan de voorkant. Als u begint aan de achterkant van de cassette, zal het opnemen stoppen aan het eind van die kant. • (Alleen voor versneld kopiëren) Als u voor de omkeerfunctie j kiest terwijl de beide cassettes verschillend van lengte zijn, zullen de cassettes in beide decks afzonderlijk van richting veranderen. Als u de RELAY stand kiest, zal de band in beide decks tegelijk van richting veranderen. Opmerking Het klankbeeld wordt automatisch omgeschakeld naar 2CH STEREO zodra u begint met opnemen. wordt vervolgd 17NL Een cassette opnemen (vervolg) 8 Druk enkele malen op de DIRECTION toets om in te stellen op g voor het opnemen op één cassettekant. Stel in op j (of op RELAY) voor opnemen op beide cassettekanten. Opnemen van bepaalde muziekstukken van een CD in zelf gekozen volgorde 9 Druk op de REC PAUSE/START toets. — Programma-montage Uitschakelen van de programma-montage Tijdens het samenstellen van een muziekprogramma voor opname mag de totale speelduur van de gekozen muziekstukken de speelduur van beide cassettekanten niet overschrijden. Druk terwijl de weergave is gestopt enkele malen op de PLAY MODE toets totdat er “1 DISC” of “ALL DISCS” in het uitleesvenster verschijnt. 1 Plaats een of meer compact discs, leg Om de benodigde bandlengte voor het opnemen van een compact disc te controleren, drukt u op de EDIT toets nadat u de compact disc hebt ingelegd en op CD weergave hebt ingesteld. De vereiste bandlengte voor de gekozen CD wordt aangegeven, gevolgd door de totale speelduur voor cassettekant A en kant B (Bandlengte-montage). een voor opnemen geschikte cassette in deck B en en draai aan de FUNCTION knop om in te stellen op “CD”. 2 Druk terwijl de weergave is gestopt enkele malen op de PLAY MODE toets totdat er “PROGRAM” in het uitleesvenster oplicht. 3 Druk op een van de DISC 1–3 toetsen om een compact disc te kiezen. Om alle muziekstukken van een CD in één keer samen te programmeren, gaat u door naar stap 5 wanneer er “AL” in het uitleesvenster verschijnt. 4 Druk enkele malen op de . of > (CD) toets totdat het gewenste muziekstuknummer wordt aangegeven. Totale speelduur Nummer disc(incl. gekozen uitsparing Muziekstuknummer muziekstuk) Het opnemen begint. Tip Opmerking De bandlengte-montage is niet te gebruiken voor discs met 21 of meer muziekstukken. Als u dat probeert, verschijnt er “CANNOT EDIT” in het uitleesvenster. Schakelklok-opname van radio-uitzendingen Voor het opnemen met de schakelklok zult u eerst de ingebouwde klok gelijk moeten zetten (zie “Gelijkzetten van de klok” op blz. 9) en de radiozenders moeten voorinstellen (zie “Voorinstellen van radiozenders” op blz. 14). 1 Stem af op een vooringestelde radiozender (zie “Luisteren naar de radio” op blz. 14). 2 Druk op de CLOCK/TIMER toets (of de 5 Druk op de ENTER toets (van de A/V versterker of de afstandsbediening). Hiermee programmeert u de gekozen muziek. Het programma-volgnummer verschijnt, met daarna de totale speelduur. 6 Om nog meer muziekstukken te De aanduiding “DAILY1 SET” verschijnt. 3 Druk enkele malen op de O of o toets om in te stellen op “REC SET” en druk dan op de ENTER toets. programmeren, herhaalt u de stappen 3 t/m 5. Nu verschijnt er “ON” en de uren-cijfers gaan knipperen. Stap 3 kunt u overslaan bij het toevoegen van andere muziekstukken van dezelfde disc. 4 Kies de tijd waarop het opnemen moet 7 Druk op de CD SYNC toets. 18NL CLOCK/TIMER SET toets van de afstandsbediening). Cassettedeck B komt in gereedheid voor opnemen. Als u in zachtere passages met hoge tonen de hinderlijk hoorbare bandruis wilt verminderen, drukt u op de DOLBY NR toets zodat de aanduiding “DOLBY NR” in het uitleesvenster oplicht. In het uitleesvenster gaat de aanduiding “REC” knipperen. beginnen. Druk enkele malen op de O of o toets om het juiste uur in te stellen en druk dan op de ENTER toets (van de A/V versterker of de afstandsbediening). De minuten-aanduiding gaat knipperen. Druk enkele malen op de O of o toets om de juiste minuut in te stellen en druk weer op de ENTER toets (van de A/V versterker of de afstandsbediening). Nu knippert weer de uren-aanduiding. 5 Stel de tijd in waarop het opnemen moet stoppen, volgens de aanwijzingen onder stap 4. Daarna verschijnt de begintijd, de eindtijd, de radiozender voor de op te nemen uitzending (bijv. “TUNER FM 5”) en dan ziet u weer de oorspronkelijke aanduidingen. 6 Plaats een voor opnemen geschikte cassette in deck B. 7 Schakel de stereo-installatie uit. Voor het Doet u het volgende Controleren van de instellingen Drukt u op de TIMER SELECT toets (of de CLOCK/TIMER SELECT toets van de afstandsbediening), dan enkele malen op O of o om in te stellen op “REC SELECT” en druk dan op de ENTER toets (van de A/V versterker of de afstandsbediening). Wijzigen van de instellingen Begint u weer vanaf stap 1. Annuleren van de schakelklok-opname Drukt u op de TIMER SELECT toets (of de CLOCK/TIMER SELECT toets van de afstandsbediening), dan enkele malen op O of o om in te stellen op “TIMER OFF” en druk dan op de ENTER toets (van de A/V versterker of de afstandsbediening). Cassette-weergave en opname Wanneer het opnemen begint, komt de geluidssterkte automatisch in de minimumstand. Opmerkingen • Als de stereo-installatie op de gekozen inschakeltijd nog aan staat, zal de schakelklok-opname niet plaatsvinden. • Als u de sluimerfunctie voor automatisch uitschakelen gebruikt, zal de schakelklok-opname niet beginnen tot nadat de sluimerfunctie het apparaat heeft uitgeschakeld. • De stroom zal ongeveer 15 seconden vóór de gekozen opname-begintijd al worden ingeschakeld. 19NL Geluidsinstellingen Na indrukken van de MOVIE MODE toets*: Versterken van de weergave Voor extra-stevige bassen (DBFB*) * De MOVIE MODE toets licht op. Druk op de DBFB toets van de afstandsbediening. Hieronder volgt een beschrijving van de verschillende klankbeelden en geluidseffecten. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: Tips DBFB ON y DBFB OFF * Dynamic Bass Feed-Back Voor een krachtig totaalgeluid Druk op de GROOVE toets. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de aanduiding in het uitleesvenster kringsgewijze als volgt: GROOVE t V-GROOVE t GROOVE OFF GROOVE: De GROOVE toets licht op. Het geluid wordt extra bekrachtigd en de curve van de grafiek-toonregeling aangepast. De DBFB basversterking wordt automatisch op volle sterkte ingesteld. V-GROOVE: De GROOVE toets licht op. Het geluid wordt bekrachtigd, de laagste tonen van de muziek worden extra versterkt en de curve van de grafiek-toonregeling aangepast. De DBFB basversterking wordt automatisch op volle sterkte ingesteld. Keuze van een klankbeeld of geluidseffect Druk op de MUSIC MODE toets of de MOVIE MODE toets en draai aan de FILE SELECT keuzeknop om in te stellen op het gewenste klankbeeld. De aanduiding in het uitleesvenster verandert als volgt: 20NL SEMI C.EX A y SEMI C.EX B y SEMI C.EX C y V.SEMI M.D. y V.ENHANCE.A y V.ENHANCE.B y SEMI C.EX A... • Voor keuze van een klankbeeld kunt u ook alleen de MUSIC MODE toets of de MOVIE MODE toets enkele malen achtereen indrukken. Telkens wanneer u op de toets drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster zoals hierboven beschreven, kringsgewijze. • U kunt ook een klankbeeld kiezen door op de P of p toets te drukken, ongeacht of de indicatorlampjes van de SUR en EQ toetsen branden of gedoofd zijn. • Aan de verpakking kunt u zien of de video e.d. is opgenomen met speciale geluidseffecten. Dolby Digital discs zijn herkenbaar aan het beeldmerk. • In de klankbeeld-keuzestand kunt u overschakelen naar MOVIE MODE filmgeluid met een druk op de o toets en naar MUSIC MODE zuivere muziekweergave met de O toets. <MUSIC MODE> x 2-kanaals stereo (2CH STEREO) Hierbij geven alleen de linker en rechter voorluidsprekers en de lagetonen-luidspreker geluid weer. Bij standaard 2-kanaals (stereo) geluidsbronnen wordt er helemaal geen akoestiekverwerking toegepast. Meerkanaalsgeluidsbronnen worden samengemengd tot de gewone twee kanalen. x SMALL HALL Geeft de akoestiek van een kleine rechthoekige concertzaal. x LARGE HALL Geeft de akoestiek van een grote rechthoekige concertzaal. x OPERA HOUSE Na indrukken van de MUSIC MODE toets*: Geeft de akoestiek van een operazaal. 2CH STEREO y SMALL HALL y LARGE HALL y OPERA HOUSE y JAZZ CLUB y DISCO/CLUB y CHURCH y LIVE HOUSE y ARENA y STADIUM y GAME y 2CH STEREO... x JAZZ CLUB * De MUSIC MODE toets licht op. Geeft de sfeer van een typische jazz-club. x DISCO/CLUB Geeft de akoestiek van een discotheek/ dansclub. x CHURCH Geeft de akoestiek van een stenen kerkgewelf. x LIVE HOUSE Geeft de akoestiek van een muziektheater met 300 zitplaatsen. x ARENA Geeft de akoestiek van een concertzaal met 1000 zitplaatsen. x STADIUM x GAME Geeft de meest treffende geluids- en akoestiekeffecten van videospelletjes. <MOVIE MODE> x Semi Cinema Studio EX. A (SEMI C.EX A)* Geeft de karakteristieke klank van de Sony Pictures Entertainment klassieke filmmontagestudio met een ruimtelijk 3D klankbeeld volgens de V.SEMI M.D. verwerking, door 5 paar virtuele luidsprekers te simuleren rondom de luisteraar op basis van het geluid van de voorluidsprekers. x Semi Cinema Studio EX. B (SEMI C.EX B)* Geeft de karakteristieke klank van de Sony Pictures Entertainment filmgeluid-mengstudio, een van de meest geavanceerde studio’s in Hollywood. Het ruimtelijk 3D klankbeeld volgens de V.SEMI M.D. verwerking wordt verkregen door 5 paar virtuele luidsprekers te simuleren rondom de luisteraar op basis van het geluid van de voorluidsprekers. Hierbij wordt met 3D ruimtelijke geluidsverwerking een heel stel “virtuele achterluidsprekers” gesimuleerd, op basis van het geluid van de voorluidsprekers. Dit klankbeeld biedt 5 paar virtuele luidsprekers rondom en in een hoek van ongeveer 30° boven de luisteraar. x Virtuele Enhanced akoestiek A (V.ENHANCE.A)* Deze functie gebruikt 3D ruimtelijke geluidsverwerking om 3 stel virtuele achterluidsprekers te simuleren op basis van het geluid van de voorluidsprekers. x Virtuele Enhanced akoestiek B (V.ENHANCE.B)* Deze functie gebruikt 3D ruimtelijke geluidsverwerking om 1 enkel stel virtuele achterluidsprekers te simuleren op basis van het geluid van de voorluidsprekers. * “VIRTUAL” klankbeeld: Klankbeeld met gesimuleerde extra luidsprekers. Bij de “SEMI C.EX A–C” klankbeelden kan de akoestiek van de diverse filmstudio’s ook zonder gesimuleerde virtuele luidsprekers worden gerecreëerd, als de “VIR.SP.” parameter in het SUR akoestiekmenu in de “OFF” stand is gezet. Geluidsinstellingen Geeft de sfeer van een live-concert in een openlucht-stadion. x Virtuele Semi Multi-Dimensie (V.SEMI M.D.)* Opmerkingen • Welke klankbeelden u kunt kiezen, hangt af van de toets die is ingedrukt (MUSIC MODE of MOVIE MODE). Als niet de juiste toets (MUSIC MODE of MOVIE MODE) voor het gewenste type klankbeeld oplicht, dan kunt u het betreffende klankbeeld niet kiezen met de FILE SELECT keuzeknop. Druk eerst op de MUSIC MODE toets of de MOVIE MODE toets zodat het lampje ervan oplicht. • De effecten die verkregen worden met behulp van “virtuele” luidsprekers kunnen soms wat storing in de weergave veroorzaken. • Als u tijdens het opnemen een geluidsinstelling, zoals bijvoorbeeld het klankbeeld verandert, zal het opgenomen geluid bij dat punt even worden onderbroken. x Semi Cinema Studio EX. C (SEMI C.EX C)* Geeft de karakteristieke klank van de Sony Pictures Entertainment opnamestudio voor filmmuziek, met een ruimtelijk 3D klankbeeld volgens de V.SEMI M.D. verwerking, door 5 paar virtuele luidsprekers te simuleren rondom de luisteraar op basis van het geluid van de voorluidsprekers. 21NL Betekenis van de meerkanaals Surround aanduidingen L C R SL S SR VIRTUAL dts U kunt de klankbeelden naar wens aanpassen door de akoestiekparameters en de klankkleur van de voorluidsprekers zo in te stellen dat het geluid in uw luisterruimte optimaal klinkt. DIGITAL 1 2 3 4 1 VIRTUAL: Deze aanduiding licht op wanneer er een klankbeeld met “virtuele” luidsprekers is gekozen. 2 dts: Deze aanduiding licht op wanneer er DTS signalen binnenkomen. 3 ; DIGITAL: Deze aanduiding licht op wanneer de stereo-installatie signalen decodeert die zijn opgenomen in het Dolby Digital formaat. 4 Weergavekanaal-aanduidingen: De letters in de vakjes (L, C, R, enz.) geven aan welke geluidskanalen er worden weergegeven. De vakjes om de letters “L” en “R” geven aan dat het apparaat de inkomende geluidsignalen samenmengt tot twee gewone voorkanalen, “L” en “R”. Bij akoestisch verruimde klankbeelden zoals “LARGE HALL” (grote zaal) of “SMALL HALL” (kleine zaal) voegt het systeem nagalm toe op basis van het inkomend geluid. L: linker voorluidspreker, R: rechter voorluidspreker, C: middenluidspreker (mono), SL: linksachter, SR: rechtsachter, S: achterluidsprekers (mono achterkanaal). Bijvoorbeeld: Opnameformaat (voor/achter): 3/2 Uitgangskanaal: linksvoor en rechtsvoor Klankbeeld: GAME L SL C S R SR Bijregelen van de klankbeelden Wanneer u een klankbeeld bijgeregeld heeft, zullen de nieuwe instellingen in het geheugen bewaard blijven (tenzij de apparatuur langer dan ongeveer een week niet op een stopcontact aangesloten is). Om een bijgeregeld klankbeeld opnieuw te wijzigen, hoeft u enkel de gewenste veranderingen aan te brengen. Zie het overzicht op blz. 34 voor de parameters waarmee u een bepaald klankbeeld kunt bijregelen. Aanpassen van de akoestiekparameters Het SUR akoestiekmenu biedt een aantal parameters waarmee u allerlei verschillende aspecten van het gekozen klankbeeld kunt aanpassen. De instellingen die u in dit menu kiest worden voor elk klankbeeld afzonderlijk vastgelegd. 1 Start de weergave van een geluidsbron die is gecodeerd met een meerkanaals Surround geluidsspoor en kies er een klankbeeld bij. Het MULTI CHANNEL DECODING meerkanaalsdecodeerlampje licht op terwijl de tuner bezig is met het decoderen van signalen die zijn opgenomen in een meerkanaals formaat. Als het gekozen klankbeeld instelbare akoestiekparameters bevat, licht de SUR toets op. 2 Wanneer de SUR toets oplicht, drukt u deze SUR toets in. De toets gaat knipperen en de eerste parameter wordt aangegeven. 3 Druk enkele malen op de P of p toets om in te stellen op de parameter die u wilt bijregelen. 4 Druk enkele malen op de O of o toets om de gewenste afstelling te kiezen. De gekozen waarde wordt in het geheugen vastgelegd. 5 Druk op de ENTER toets (op de A/V versterker of de afstandsbediening). 22NL De SUR toets blijft branden. Zie de tabel op blz. 34 voor de akoestiekparameters. x Effectniveau (EFFECT) Met deze parameter kunt u de sterkte of nadruk van het gekozen akoestiekeffect naar wens instellen. x Wandbekleding (WALL) Hiermee simuleert u de hardheid van de wandbekleding van uw kamer, door het variëren van de hoeveelheid hoge tonen: de S (soft) instelling geeft een zachte wandbekleding aan en de H (hard) instelling een harde wandbekleding. De gemiddelde stand geldt voor een standaard halfharde wand (van hout). x Weerkaatsing (REVERB) x Schermdiepte (S.DEPTH) Net als in een bioscoop kunt u met deze parameter ook in uw luisterkamer de indruk wekken alsof het geluid direct komt vanaf de beelden die op het scherm verschijnen, door het geluid van de voorluidsprekers te verschuiven tot “binnenin” het scherm. De schermdiepteparameter is instelbaar op “OFF” (uit), “M” (gemiddeld) of “D” (diep). Met de “D” stand geeft u het beeldscherm-geluid de grootste diepte. x Virtuele luidsprekers (VIR.SP.) Hiermee kunt u de virtuele luidsprekers die worden gesimuleerd bij de SEMI C.EX A, B en C klankbeelden naar wens aan of uit zetten. Aanpassen van de luidsprekerniveau-parameters Het SP. LEVEL menu biedt een aantal parameters waarmee u de balans van de voorluidsprekers en de geluidssterkte van de lagetonen-luidspreker kunt bijregelen. De instellingen die u hiermee maakt, gelden voor alle klankbeelden. 1 Druk op de SET UP toets. 2 Druk enkele malen op de P of p toets om in te stellen op “SP. LEVEL”. 3 Druk op de ENTER toets (op de A/V versterker of de afstandsbediening). 4 Druk enkele malen op de P of p toets om de parameter te kiezen die u wilt bijregelen. 5 Druk enkele malen op de O of o toets om de gewenste afstelling te kiezen. De gekozen waarde wordt in het geheugen vastgelegd. A/V versterker of de afstandsbediening). Zie de tabel op blz. 34 voor de luidsprekerniveau-parameters. x Balans van de voorluidsprekers (FRONT) Hiermee stelt u de weergave via de linker en rechter voorluidsprekers evenwichtig in. x Niveau van de lagetonen-luidspreker (SUB W.) Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte voor de speciale lagetonen-luidspreker. x Laag Frequent Effect mengniveau (LFE) Met deze parameter kunt u de geluidssterkte bijregelen van het afzonderlijke LFE (Low Frequency Effect) kanaal dat wordt weergegeven via de lagetonen-luidspreker, zonder hierbij de gewone lage tonen te beïnvloeden die door de Dolby Digital basverdelingscircuits van de voorkanalen worden overgeheveld naar de aparte lagetonen-luidspreker. • Bij “0 dB” wordt het volledige LFE signaal uitgestuurd op het mengniveau dat is gekozen door de opnamestudio-technicus. Geluidsinstellingen Met deze parameter kunt u de tijdsduur van de vroege weerkaatsingen bijregelen om zo een grotere (L) of een kleinere (S) ruimte te simuleren. De gemiddelde stand (0) geeft een standaard ruimte, zonder bijregeling. 6 Druk weer op de ENTER toets (op de • In de “MUTING” stand wordt het geluid van het LFE kanaal door de lagetonen-luidspreker gedempt. De lage tonen van de voorluidsprekers worden echter wel door de lagetonen-luidspreker weergegeven. x Dynamiekcompressie (D.COMP.) Hiermee kunt u het dynamisch bereik van een speelfilm-geluidsspoor comprimeren, dus verkleinen. Dit kan handig om ‘s avonds laat een speelfilm te bekijken; met het geluid zacht behoudt u toch een rijke, volle klank. • In de “OFF” stand wordt het geluidsspoor normaal weergegeven, zonder compressie. • In de “STD” stand wordt het geluidsspoor weergegeven met het volledig dynamisch bereik, zoals gekozen door de opnamestudiotechnicus. • Met de standen “0.1” - “0.9” kunt u het dynamisch bereik geleidelijk steeds verder comprimeren, om precies het gewenste effect te bereiken. • In de “MAX” stand wordt het dynamisch bereik drastisch beperkt. Opmerking De dynamiekcompressie werkt alleen voor Dolby Digital geluidsbronnen. wordt vervolgd 23NL Bijregelen van de klankbeelden (vervolg) Instellen van de grafiektoonregeling (EQ) Via het EQ (equalizer) menu kunt u de klankkleur (van lage, midden- en hoge tonen) bijregelen voor de voorluidsprekers. De instellingen die u in dit menu kiest worden voor elk klankbeeld afzonderlijk vastgelegd. 1 Start de weergave van een geluidsbron die is gecodeerd met een meerkanaals Surround geluidsspoor en kies er een klankbeeld bij. Als het gekozen klankbeeld instelbare akoestiekparameters bevat, licht de EQ toets op. 2 Wanneer de EQ toets oplicht, drukt u deze EQ toets in. De toets gaat knipperen en de eerste parameter wordt aangegeven. 3 Druk enkele malen op de P of p toets om in te stellen op de parameter (versterking (in dB) of frequentie (in Hz)) die u wilt bijregelen. Hiermee regelt u de versterking voor de lagere frequenties. x Middentonen voor de voorluidsprekers (MID) (Versterking/frequentie) Hiermee regelt u de versterking voor de middenfrequenties. x Hoge tonen voor de voorluidsprekers (TREB) (Versterking/frequentie) Hiermee regelt u de versterking voor de hogere frequenties. Terugstellen van bijgeregelde klankbeelden op de oorspronkelijke fabrieksinstelling Terugstellen van een enkel bijgeregeld klankbeeld 1 Draai aan de FILE SELECT knop om het klankbeeld te kiezen dat u op de oorspronkelijke fabrieksinstelling wilt terugstellen. om de gewenste afstelling te kiezen. 2 Druk op de SET UP toets. 3 Druk enkele malen op de P of p toets De gekozen waarde wordt in het geheugen vastgelegd. 4 Druk op de ENTER toets (op de A/V 4 Druk enkele malen op de O of o toets 5 Druk op de ENTER toets (op de A/V versterker of de afstandsbediening). De EQ toets blijft branden. Zie de tabel op blz. 34 voor de equalizer-parameters. Versterking (in dB) Frequentie (in Hz) In- en uitschakelen van de grafiektoonregeling (EQ) 24NL x Lage tonen voor de voorluidsprekers (BASS) (Versterking/frequentie) Druk op de EQ ON/OFF toets. Het EQ indicatorlampje in het uitleesvenster licht op wanneer de grafiek-toonregeling is ingeschakeld. De instellingen die u maakt met de EQ parameters worden voor elk klankbeeld afzonderlijk opgeslagen en gelden ook na uitschakelen weer precies zo wanneer u de grafiek-toonregeling weer inschakelt. om in te stellen op “RESET MENU”. versterker of de afstandsbediening). 5 Druk enkele malen op de P of p toets om in te stellen op “CUR. F. RESET”. 6 Druk weer op de ENTER toets (op de A/V versterker of de afstandsbediening). Alle akoestiekparameters, equalizerparameters en luidsprekerniveau-parameters van het gekozen klankbeeld worden nu teruggesteld op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Annuleren van het terugstellen Druk op de SET UP toets. Terugstellen van alle bijgeregelde klankbeelden 1 Druk op de SET UP toets. 2 Druk enkele malen op de P of p toets om in te stellen op “RESET MENU”. 3 Druk op de ENTER toets (op de A/V versterker of de afstandsbediening). 4 Druk enkele malen op de P of p toets om in te stellen op “ALL F. RESET”. 5 Druk weer op de ENTER toets (op de A/V versterker of de afstandsbediening). Annuleren van het terugstellen Druk op de SET UP toets. Geluidsinstellingen Dan worden alle bijgeregelde akoestiekparameters, equalizer-parameters en luidsprekerniveau-parameters van alle klankbeelden teruggesteld op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. 25NL Andere handige functies Voor het Drukt u Omschakelen van de spectrum analyzer aanduidingen Controleren van de resterende tijd tot het uitschakelen eenmaal op de SLEEP toets. Wijzigen van de tijdsduur tot het uitschakelen enkele malen op de SLEEP toets om de gewenste tijdsduur te kiezen. Houd de DISPLAY toets langer dan 2 seconden ingedrukt. Annuleren van de uitschakelfunctie net zovaak op de SLEEP toets totdat er “SLEEP OFF” wordt aangegeven. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: SPECTRUM ON y SPECTRUM OFF Keuze van de helderheid van het uitleesvenster 1 Druk op de SET UP toets. 2 Druk enkele malen op de P of p toets om in te stellen op “DIMMER”. 3 Druk op de ENTER toets (op de A/V versterker of de afstandsbediening). 4 Druk enkele malen op de O of o toets om de gewenste afstelling te kiezen. De gekozen waarde wordt in het geheugen vastgelegd. 5 Druk op de ENTER toets (op de A/V versterker of de afstandsbediening). Gerust in slaap vallen met muziek — Sluimerfunctie U kunt de stereo-installatie automatisch laten uitschakelen na een door u gekozen tijdsduur, zodat u gerust met de muziek aan kunt gaan slapen. Druk op de SLEEP toets van de afstandsbediening. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de minuten-aanduiding (de uitschakeltijdsduur) in het uitleesvenster als volgt: OFF t AUTO* t 90min t 80min t 70min t … t 10min 26NL * Hierbij wordt de stroom uitgeschakeld wanneer het einde van de weergegeven compact disc of cassette wordt bereikt (tot maximaal 100 minuten later). Ontwaken met muziek — Dagelijkse wekfunctie U kunt elke dag op een door u gekozen tijdstip gewekt worden met muziek. Hiervoor moet wel eerst de ingebouwde klok gelijk zetten (zie “Gelijkzetten van de klok” op blz. 9). 1 Tref de voorbereidingen voor de geluidsbron waarmee u gewekt wilt worden. • CD: Plaats een compact disc. Om te beginnen bij een bepaald muziekstuk, maakt u een muziekprogramma (zie “Muziekstukken van CD’s programmeren” op blz. 12). • Cassette: Leg een cassette in met de kant die u wilt horen naar voren gericht. • Radio: Stem af op de gewenste voorkeurzender (zie “Luisteren naar de radio” op blz. 14). 2 Stel de geluidssterkte naar wens in. 3 Druk op de CLOCK/TIMER toets (of de CLOCK/TIMER SET toets van de afstandsbediening). De aanduiding “DAILY1 SET” verschijnt. 4 Druk enkele malen op de O of o toets om in te stellen op “DAILY 1 (of 2)” en druk dan op de ENTER toets (op de A/V versterker of de afstandsbediening). Nu verschijnt er “ON” en de uren-cijfers gaan knipperen. 5 Kies de tijd waarop de muziekweergave moet beginnen. Druk enkele malen op de O of o toets om het juiste uur in te stellen en druk dan op de ENTER toets (op de A/V versterker of de afstandsbediening). De minuten-aanduiding gaat knipperen. Druk enkele malen op de O of o toets om de juiste minuut in te stellen en druk weer op de ENTER toets (op de A/V versterker of de afstandsbediening). Nu knippert weer de uren-aanduiding. Opmerkingen • Als de stereo-installatie op de gekozen inschakeltijd nog aan staat, zal de Daily timer wekfunctie niet werken. • Als u de sluimerfunctie voor automatisch uitschakelen gebruikt, zal de wekfunctie niet werken tot nadat de sluimerfunctie het apparaat heeft uitgeschakeld. • De stroom zal ongeveer 15 seconden vóór de gekozen wektijd worden ingeschakeld. 6 Stel de tijd in waarop de muziek moet stoppen, volgens de aanwijzingen onder stap 5. 7 Druk enkele malen op de O of o toets De geluidsbron-aanduiding verandert als volgt: t TUNER y CD PLAY T t TAPE PLAY T 8 Druk op de ENTER toets (op de A/V versterker of de afstandsbediening). Nu verschijnt het nummer van de schakelklokinstelling (“DAILY 1” of “DAILY 2”), de wektijd, de eindtijd, de gekozen geluidsbron en dan weer de oorspronkelijke aanduidingen. Andere handige functies totdat de gewenste geluidsbron wordt aangegeven. 9 Schakel de stereo-installatie uit. Voor het Doet u het volgende Controleren van de instellingen Drukt u op de TIMER SELECT toets (of de CLOCK/ TIMER SELECT toets van de afstandsbediening), dan enkele malen op O of o om de instelling te kiezen (“DAILY 1” of “DAILY 2”) en druk dan op de ENTER toets (op de A/V versterker of de afstandsbediening). Wijzigen van de instellingen Begint u weer vanaf stap 1. Annuleren van de Drukt u op de TIMER schakelklok-opname SELECT toets (of de CLOCK/ TIMER SELECT toets van de afstandsbediening), dan enkele malen op O of o om in te stellen op “TIMER OFF” en druk dan op de ENTER toets (op de A/V versterker of de afstandsbediening). 27NL Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur Opmerkingen Aansluiten van audioapparatuur U kunt diverse geluidsapparatuur aansluiten op de stekkerbussen op het achterpaneel van de tuner. Verbinden met de digitale ingang van een minidiscrecorder of een DVD videospeler Verbinden met de digitale uitgang van een minidisc-recorder of een DVD videospeler Verbinden met een ultralaagluidspreker Verbinden met de analoge ingangen van een minidiscrecorder Verbinden met de analoge uitgangen van een videorecorder Verbinden met de analoge uitgangen van een minidiscrecorder Voor het Doet u het volgende Digitaal opnemen van een CD op minidisc Sluit u een los verkrijgbare optische kabel aan. Luisteren naar de digitale weergave van een aangesloten minidisc-speler Drukt u op de DIGITAL toets. Luisteren naar de analoge weergave van een aangesloten minidisc-speler Draait u aan de FUNCTION knop om in te stellen op “MD”. Luisteren naar de analoge weergave van een aangesloten videorecorder Draait u aan de FUNCTION knop om in te stellen op “VIDEO”. Tip Als u het beschermdopje uit een optische stekkerbus verwijdert, bewaart u dit dan voor later gebruik. 28NL • Maak de aansluitingen volgens de kleurcodes van de stekkers en de aansluitbussen, om links en rechts niet te verwisselen. • Als u een video-CD speler wilt aansluiten, kunt u de audio-uitgangen van de video-CD speler het best aansluiten op de MD IN stekkerbussen van deze stereo-installatie. • Er worden alleen digitale signalen weergegeven via de DIGITAL OUT aansluiting tijdens CD-weergave en weergave van een DIGITAL geluidsbron. De uitgestuurde signalen via de DIGITAL OUT aansluiting worden niet beïnvloed door de geluidsbijregeling. • Dit apparaat is niet geschikt voor weergave van digitaal geluid met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz of in het SACD formaat. Aanvullende informatie Juiste omgang met compact discs Voorzorgsmaatregelen Bedrijfsspanning Controleer voor het inschakelen van de stereo-installatie eerst of de bedrijfsspanning van het apparaat wel overeenkomt met het voltage van het plaatselijk lichtnet. Veiligheid • Zolang de stekker van het netsnoer in het stopcontact zit, blijft er een geringe hoeveelheid stroom naar het apparaat lopen, ook al staat de stereo-installatie uitgeschakeld. • Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt de stereo-installatie geruime tijd niet te gebruiken. Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken. Trek nooit aan het snoer. • Mocht er vloeistof of een voorwerp in het inwendige van het apparaat terechtkomen, verbreek dan de aansluiting op het stopcontact en laat de stereo-installatie eerst door een deskundige nakijken alvorens deze weer in gebruik te nemen. • Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende onderhoudsdienst verrichten. • Zet de apparatuur niet scheef, maar altijd zo precies mogelijk horizontaal. • Zet het apparaat niet op een plaats met: — extreme hitte of koude. — stof of vuil. — erg veel vocht. — heftige trillingen. — directe zonnestraling. Hitte in het inwendige • Alhoewel het apparaat tijdens gebruik nogal warm kan worden, wijst dat niet op storing in de werking. • Zet de stereo-installatie op een goed geventileerde plaats, met voldoende luchtdoorstroming om oververhitting in het inwendige te voorkomen. Vooral bij afspelen op hoog volume kunnen de boven-, onder- en zijpanelen na verloop van tijd heet worden. Pas hiervoor op en raak de behuizing liever niet aan. Om defecten door oververhitting te voorkomen, mag u de ventilatiesleuven voor de koelventilator niet afdekken. Voorkomen van schade door condensvocht • Als de stereo-installatie rechtstreeks van een koude in een warme omgeving wordt gebracht of in een erg vochtige kamer wordt geplaatst, kan op de lens binnenin de compact disc speler vocht uit de lucht condenseren. Als dit zich voordoet, zal de stereo-installatie niet naar behoren functioneren. In zulke gevallen verwijdert u de CD of de minidisc te verwijderen en laat u het apparaat ongeveer een uur lang ongebruikt aan staan, zodat alle condensvocht kan verdampen. • Voor u de stereo-installatie verplaatst of vervoert, dient u alle discs uit het apparaat te verwijderen. Mocht u vragen hebben of problemen met de apparatuur, neemt u dan a.u.b. contact op met uw dichtstbijzijnde Sony leverancier. Afspelen van CD-R/CD-RW discs Compact discs die zijn opgenomen met een CD-R/ CD-RW recorder of “CD-brander” zijn in dit apparaat niet altijd goed af te spelen, niet alleen door stof of vuil, maar vanwege de opnamekarakteristiek van het opname-apparaat. En als een zelf opgenomen CD nog niet gefinaliseerd is, kunt u die nooit in dit apparaat afspelen. Reinigen van de behuizing Maak de buitenkant van de apparatuur schoon met een zacht doekje, droog of licht bevochtigd met wat milde vloeibare zeep. Beveiligen van waardevolle bandopnamen Om een cassette tegen per ongeluk wissen of abusievelijk opnemen te beveiligen, breekt u het wispreventienokje uit voor cassettekant A of B, zoals in de afbeelding is aangegeven. Om een beveiligde cassette weer voor opnemen te gebruiken, dekt u de ontstane opening(en) met een stukje plakband af. Let hierbij echter op dat u niet de helft van de openingen bedekt waaraan het cassettedeck de bandsoort herkent. Bandsoortherkenningsopeningen Nokje van kant B Nokje van kant A Bandsoort: CrO2/ metaalband Bandsoort: Normaalband Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur/ Aanvullende informatie Opstelling • Veeg elke CD voor het afspelen schoon met een niet pluizend reinigingsdoekje. Veeg vanuit het midden naar de rand. • Gebruik voor het reinigen van CD’s geen oplosmiddelen e.d. • Zorg dat uw compact discs niet worden blootgesteld aan fel zonlicht of de hitte van een kachel of andere warmtebron. • Discs met afwijkende vormen (hoekig, hartvormig of stervormig) zijn in dit apparaat niet af te spelen. Probeer het in geen geval, want de stereo-installatie kan er door beschadigd worden. Gebruik dergelijke discs niet. Bandsoortherkenningsopening Wispreventienokje van kant A uitbreken wordt vervolgd 29NL Voorzorgsmaatregelen (vervolg) Algemeen Alvorens u een cassette in een van de decks plaatst Het uitleesvenster gaat knipperen zodra u de stekker in het stopcontact steekt, ook al hebt u het apparaat nog niet eens ingeschakeld. Zorg dat eventuele lussen in de band zijn strakgetrokken. Anders zou de band in het mechanisme verwikkeld kunnen raken, met kans op beschadiging. Betreffende cassettes langer dan 90 minuten De uiterst dunne band in deze cassettes kan gemakkelijk uitrekken. Bij gebruik van een dergelijke cassette mag u de band niet te vaak snelspoelen, stoppen en weer starten. Hierdoor zou de band in het bandloopwerk verstrikt kunnen raken. Reinigen van de bandkoppen Het verdient aanbeveling de koppen na iedere tien gebruiksuren te reinigen. Maak de bandkoppen in elk geval even schoon vóór het maken van een belangrijke bandopname, evenals na het afspelen van een oude cassette. Reinig de bandkoppen met een in de audiohandel verkrijgbare reinigingscassette, van het droge of het vloeistof-type. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette. Demagnetiseren van de bandkoppen Na 20 à 30 gebruiksuren, of bij een hoorbaar verlies aan hoge tonen en/of toename van ruis, dient u de bandkoppen en de metalen delen van het bandloopwerk te demagnetiseren met een in de audiohandel verkrijgbare demagnetiseercassette. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de demagnetiseercassette. Verhelpen van storingen Mocht zich een probleem voordoen met de stereo-installatie, neemt u dan de volgende lijst met controlepunten door. Controleer echter eerst of het netsnoer stevig is aangesloten en of alle aansluitingen van de luidsprekers in orde zijn. Is het probleem niet zo eenvoudig te verhelpen, neem dan a.u.b. contact op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. Als er reparatie nodig is, brengt u dan vooral de gehele stereo-installatie naar de onderhoudsdienst. Dit is een samenhangend systeem en in veel gevallen kan een storing alleen worden opgespoord als de gehele stereoinstallatie beschikbaar is. • Er is een demonstratie van de mogelijkheden gestart. Schakel de stereo-installatie in met de ?/1 toets (zie stap 5 op blz. 8). De tijdinstelling/schakelklok-instellingen zijn vervallen. • De stekker is uit het stopcontact getrokken of de stroom is uitgevallen. Volg opnieuw de aanwijzingen onder “Gelijkzetten van de klok” (op blz. 9). Als u een schakelklok-instelling hebt gemaakt, volg dan weer de aanwijzingen onder “Ontwaken met muziek” (op blz. 26) en/of “Schakelklok-opname van radio-uitzendingen” (op blz. 18). De voorkeurzenders zijn uit het geheugen gewist. • De stekker is uit het stopcontact getrokken of de stroomvoorziening is langer dan een halve dag onderbroken geweest. Leg de voorkeurzenders opnieuw vast volgens “Voorinstellen van radiozenders” (op blz. 14). Er klinkt geen geluid. • Draai de VOLUME knop naar rechts. • Controleer of er geen hoofdtelefoon is aangesloten. • Steek bij het aansluiten van de luidsprekers alleen de gestripte kerndraad van de snoeren in de SPEAKER aansluitklemmen. Als u ook de plastic isolatielaag insteekt, kunnen de luidsprekers geen geluid weergeven. • Het beveiligingscircuit van de versterker is in werking getreden, vanwege kortsluiting. (De aanduidingen “PROTECT” en “PUSH POWER” knipperen om en om.) Schakel de stereo-installatie uit, verhelp de kortsluiting en schakel dan de stroom weer in. • Tijdens een schakelklok-opname wordt er nooit geluid weergegeven. Ernstige brom of andere storende geluiden. • De stereo-installatie staat te dicht bij een TV of videorecorder. Zet de stereo-installatie verder van de TV of videorecorder vandaan. In plaats van de tijd verschijnt er alleen “--:--”. • De stroomvoorziening is onderbroken geweest. Stel de klok op de juiste tijd in en leg uw voorkeurzenders en schakelklok-instellingen opnieuw vast. De schakelklok-functies werken niet naar behoren. • Stel de klok op de juiste tijd in. • U kunt de “Daily” wekfunctie en de “Rec” schakelklok-opname niet tegelijk gebruiken. 30NL Bij indrukken van de TIMER SELECT toets (of de CLOCK/TIMER SELECT toets van de afstandsbediening) verschijnt de “DAILY 1”, “DAILY 2” of “REC SELECT” aanduiding niet. • Maak de schakelklok-instellingen zorgvuldig volgens de aanwijzingen. • Stel eerst de klok op de juiste tijd in. De afstandsbediening werkt niet. • Zorg dat er geen obstakels tussen de afstandsbediening en de stereo-installatie zijn. • Richt de afstandsbediening van dichtbij recht op de afstandsbedieningssensor van de stereoinstallatie. • Misschien zijn de batterijen (bijna) leeg. Vervang beide batterijen door nieuwe. Er gaat een hinderlijke fluit- of loeitoon “rondzingen”. • Verminder de geluidssterkte. • Houd de microfoon wat verder van de luidsprekers of in een andere richting. • Schakel uw TV-toestel eenmaal uit en dan na 15 of 30 minuten weer in. Als de kleuren nog steeds niet goed zijn, zet dan de luidsprekers wat verder van het TV-toestel vandaan. De aanduidingen “PROTECT” en “PUSH POWER” knipperen om en om. • Er is een te krachtig ingangssignaal doorgekomen. Schakel de stroom uit, laat de stereo-installatie een tijdje uit staan en schakel dan de stroom weer in. Als de aanduidingen “PROTECT” en “PUSH POWER” bij weer inschakelen nog steeds beurtelings knipperen, controleert u dan de aansluiting van de luidsprekersnoeren. De disc-lade van de CD-speler gaat niet dicht. • Controleer of de compact disc niet scheef in de disc-lade ligt. Het afspelen van de compact disc begint niet. • • • • Misschien ligt de CD niet precies vlak in de disc-lade. Misschien is de compact disc vuil (zie blz. 29). Misschien is de CD ondersteboven ingelegd. Er kan vocht uit de lucht in het apparaat zijn gecondenseerd. Het afspelen begint niet bij het eerste muziekstuk. • De compact disc speler staat ingesteld op programma-weergave of weergave in willekeurige volgorde. Druk enkele malen op de PLAY MODE toets totdat er “1 DISC” of “ALL DISCS” in het uitleesvenster verschijnt. De aanduiding “OVER” verschijnt in het uitleesvenster. • Tijdens het zoeken met de M toets is het einde van de compact disc of de cassette bereikt. Cassettedeck Het opnemen lukt niet. • Het wispreventienokje van de cassette is verwijderd (zie “Beveiligen van waardevolle bandopnamen” op blz. 29). • De band is geheel naar het einde doorgespoeld. Het is niet mogelijk op te nemen of weer te geven of het geluidsvolume neemt af. • Misschien zijn de bandkoppen vuil (zie “Reinigen van de bandkoppen” op blz. 30). • De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd (zie “Demagnetiseren van de bandkoppen” op blz. 30). Aanvullende informatie Er blijven vreemde kleuren op het TV-scherm verschijnen. Compact disc speler Eerdere opnamen worden onvoldoende gewist. • De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd (zie “Demagnetiseren van de bandkoppen” op blz. 30). Luidsprekers Een van de luidsprekers geeft geen geluid of de weergave van links en rechts klinkt onevenwichtig. • Controleer de luidspreker-aansluitingen en de opstelling van de luidsprekers. • Er wordt een mono geluidsbron weergegeven. • Stel de parameters voor de geluidsbalans beter in (zie blz. 23). Er klinken te weinig lage tonen. • Controleer of de + en – aansluitingen van de luidsprekers niet verwisseld zijn. Teveel snelheidsfluctuaties of soms wegvallend geluid. • Vuil op de capstan-assen of aandrukrollen (zie “Reinigen van de bandkoppen” op blz. 30). Teveel ruis of wegvallende hoge tonen. • De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd (zie “Demagnetiseren van de bandkoppen” op blz. 30). Bij indrukken van de N (of n) weergavetoets of de Z uitwerptoets klinkt er een mechanisch geluid, er verschijnt “EJECT” in het uitleesvenster en het apparaat wordt uitgeschakeld. • Waarschijnlijk is de cassette niet juist ingelegd. wordt vervolgd 31NL Verhelpen van storingen (vervolg) Tuner Ernstige brom of andere storing in de radioontvangst (in het uitleesvenster knippert de “TUNED” of de “STEREO” aanduiding). • Richt of verstel de antenne. • De ontvangen zender komt te zwak door. Sluit een buitenantenne aan. Een stereo FM uitzending wordt niet in stereo weergegeven. • Druk op de STEREO/MONO toets zodat de “MONO” aanduiding in het uitleesvenster dooft. Als er zich andere problemen voordoen, die hierboven niet zijn beschreven, kunt u de stereoinstallatie als volgt terugstellen in de uitgangsstand: 1 Houd de DIGITAL toets ingedrukt en druk op de DISPLAY toets. 2 Druk op de ?/1 aan/uit-schakelaar om de stereo-installatie aan te zetten. Zo stelt u de stereo-installatie terug op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. U zult alle eigen geheugen-instellingen opnieuw moeten maken. Technische gegevens Versterker-gedeelte DIN uitgangsvermogen (nominaal) 60 + 60 watt (aan 6 ohm, bij 1 kHz, DIN) Continu RMS uitgangsvermogen (referentie) 80 + 80 watt (aan 6 ohm, bij 1 kHz, 10% THV) Muziekvermogen (referentie) 150 + 150 watt (aan 6 ohm, bij 1 kHz, 10% THV) Ingangen VIDEO (AUDIO) IN: ingangsspanning 250 mV (tulpstekkerbussen) impedantie 47 kOhm MD IN: ingangsspanning 450 mV (tulpstekkerbussen) impedantie 47 kOhm OPTICAL IN: (vierkante optische aansluitbus, achterpaneel) Golflengte 700 nm Uitgangen MD OUT: (tulpstekkerbussen) PHONES: (stereo ministekkerbus) FRONT SPEAKER: SUB WOOFER OUT: uitgangsspanning 250 mV impedantie 1 kOhm voor hoofdtelefoons met impedantie van 8 ohm of meer voor luidsprekers met impedantie van 6 tot 16 ohm uitgangsspanning 1 V, impedantie 1 kOhm Compact disc speler Afspeelsysteem Compact disc digitaal audiosysteem Laser Halfgeleider laser (λ=795 nm) Emissieduur: continu Frequentiebereik 2 Hz – 20 kHz (±0,5 dB) Signaal/ruisverhouding Beter dan 90 dB Dynamisch bereik Beter dan 90 dB OPTICAL OUT aansluiting (vierkante optische aansluitbus, achterpaneel) Cassettedecks Opname/weergavesysteem Frequentiebereik (zonder Dolby ruisonderdrukking) Snelheidsfluctuaties 32NL 4 sporen, 2 kanalen stereo 60 – 13.000 Hz (±3 dB) met Sony TYPE I normaalband-cassette 60 – 14.000 Hz (±3 dB) met Sony TYPE II CrO2cassette ±0,15 % Gewogen piekniveau (IEC) 0,1 % Gewogen R.M.S. (NAB) ±0,2 % Gewogen piekniveau (DIN) Tuner-gedeelte FM stereo, FM/AM superheterodyne afstemming FM afstemtrap Afstembereik Antenne Antenne-aansluitingen Tussenfrequentie 87,5 – 108,0 MHz FM draadantenne 75 ohm, asymmetrisch 10,7 MHz AM afstemtrap Afstembereik Antenne Antenne-aansluiting Tussenfrequentie 531 – 1.602 kHz (met afsteminterval ingesteld op 9 kHz) AM kaderantenne Externe antenneaansluiting 450 kHz Luidsprekers SS-S3 Luidsprekersysteem 15 cm ø, conus-type 15 cm ø, conus-type 2,8 cm ø, koepel-type 6 ohm Ca. 235 x 470 x 265 mm Ca. 7,3 kg netto per luidspreker Algemeen Stroomvoorziening 230 V wisselstroom, 50/60 Hz Stroomverbruik 180 watt 0,6 watt (in stroombesparingsstand) Afmetingen (b/h/d) TA-S3: ST-S3: CDP-S3: TC-S3: Ca. 280 x 128 x 350 mm Ca. 280 x 108 x 340 mm Ca. 280 x 108 x 330 mm Ca. 280 x 128 x 330 mm Gewicht TA-S3: ST-S3: CDP-S3: TC-S3: Ca. 6,2 kg Ca. 2,1 kg Ca. 2,7 kg Ca. 2,4 kg Bijgeleverd toebehoren: Aanvullende informatie Luidsprekereenheden Lagetonen-luidspreker: Ultralaag-luidspreker: Hogetonen-luidspreker: Nominale impedantie Afmetingen (b/h/d) Gewicht 3-luidspreker 3-wegsysteem, in basreflexkast, magnetisch afgeschermd type AM kaderantenne (1) FM draadantenne (1) Afstandsbediening (1) Batterijen (2) Luidsprekersnoeren (2) Optische aansluitkabel (1) Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving. 33NL Tabel voor de instellingen met de SUR, EQ en SET UP toetsen SUR akoestiekparameters (Druk op SUR) Druk op P of p Druk op O of o Oorspronkelijke instelling Pagina EFFECT [XX] afhankelijk van het klankbeeld afhankelijk van het klankbeeld 22 WALL S/H [X] S (zacht) (–8) tot H (hard) (+8) gemiddeld REVERB S/L [X] S (kort) (–8) tot L (lang) (+8) gemiddeld S.DEPTH [XXX] OFF, M, D M VIR.SP. [XXX] ON, OFF ON EQ akoestiekparameters (Druk op EQ) FRONT BASS MID GAIN Druk op P of p Druk op O of o Pagina BASS [XXX] dB –8 dB tot +8 dB 24 FREQUENCY BASS [XXX] kHz 99 Hz tot 1,0 kHz GAIN MID [XXX] dB –8 dB tot +8 dB FREQUENCY TREBLEGAIN FREQUENCY MID [XXX] kHz 500 Hz tot 5 kHz TREB [XXX] dB –8 dB tot +8 dB TREB [XXX] kHz 1,0 kHz tot 10 kHz SET UP akoestiekparameters (Druk op SET UP) 34NL Druk op P of p Druk op P of p Druk op O of o Oorspronkelijke instelling Pagina SP. LEVEL FRONT L/R [X] –6 tot +6 midden 23 SUB W. [XX] dB –10 dB tot +10 dB +10 dB LFE XXXXX MUTING, –20 dB tot 0 dB 0 dB D.COMP. OFF, 0,1 tot 0,9, STD, MAX OFF DIMMER DIMMER [XXX] OFF, 1, 2 OFF 26 RESET MENU CUR. F. RESET — 24 ALL F. RESET — Instelbare parameters voor elk van de klankbeelden De bijgeregelde SUR akoestiekparameters en EQ parameters worden voor elk klankbeeld afzonderlijk vastgelegd. De bijgeregelde SP. LEVEL luidsprekerniveau-parameters gelden voor alle klankbeelden. < SUR >< SP. LEVEL > EFFECT LEVEL WALL TYPE REVERB SCREEN VIRTUAL FRONT SUB WOOFER LFE* D.COMP.* DEPTH SPEAKER BALANCE LEVEL z z z z SMALL HALL z z z z z z z LARGE HALL z z z z z z z OPERA HOUSE z z z z z z z JAZZ CLUB z z z z z z z DISCO/CLUB z z z z z z z CHURCH z z z z z z z LIVE HOUSE z z z z z z z ARENA z z z z z z z STADIUM z z z z z z z GAME z z z z z z z MUSIC MODE 2CH STEREO SEMI C.EX A z z z z z z z SEMI C.EX B z z z z z z z SEMI C.EX C z z z z z z z V.SEMI M.D. z z z z V.ENHANCE.A z z z z V.ENHANCE.B z z z z Aanvullende informatie MOVIE MODE * Deze parameters kunnen niet altijd instelbaar zijn of niet altijd het gewenste effect hebben, afhankelijk van de geluidsbron. Zie voor nadere bijzonderheden de beschrijving onder “Aanpassen van de luidsprekerniveauparameters”. wordt vervolgd 35NL Instelbare parameters voor elk van de klankbeelden (vervolg) < EQ > FRONT BASS (dB) FRONT BASS (Hz) FRONT MID (dB) FRONT MID (Hz) FRONT TREB (dB) FRONT TREB (Hz) 2CH STEREO z z z z z z SMALL HALL z z z z z z LARGE HALL z z z z z z OPERA HOUSE z z z z z z JAZZ CLUB z z z z z z DISCO/CLUB z z z z z z CHURCH z z z z z z LIVE HOUSE z z z z z z ARENA z z z z z z STADIUM z z z z z z GAME z z z z z z SEMI C.EX A z z z z z z SEMI C.EX B z z z z z z SEMI C.EX C z z z z z z V.SEMI M.D. z z z z z z V.ENHANCE.A z z z z z z V.ENHANCE.B z z z z z z MUSIC MODE MOVIE MODE 36NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108

Sony MHC-S3 de handleiding

Categorie
Auto media-ontvangers
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

Andere documenten