Documenttranscriptie
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om gevaar voor brand of een
elektrische schok te voorkomen.
Open de behuizing niet, om een elektrische schok te
vermijden. Laat eventuele reparaties over aan
bevoegd vakpersoneel.
Installeer het apparaat niet in een krappe, omsloten
ruimte zoals een boekenrek of een inbouwkast.
Dit apparaat is geclassificeerd
als een KLASSE 1 LASER
product. Een label met de
aanduiding CLASS 1 LASER
PRODUCT bevindt zich aan
de achterkant van het apparaat.
Het volgende waarschuwingslabel bevindt zich
binnenin het apparaat.
Om oververhitting en brandgevaar te vermijden, mag u
de ventilatie-openingen van het apparaat niet afdekken
met kranten, een tafelkleed, gordijnen e.d. Plaats nooit
een brandende kaars bovenop het apparaat.
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te
voorkomen, mag u nooit een met vloeistof gevuld voorwerp,
zoals een vaas, een glas of beker op het apparaat zetten.
Gooi lege batterijen niet weg, maar
lever ze in als KCA.
2NL
Deze stereo-installatie is voorzien van Dolby* Digital
en DTS** akoestieksystemen.
* Vervaardigd onder licentie van Dolby Laboratories.
De naam “Dolby” en het dubbele-D symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
Vertrouwelijke onuitgegeven werken.
©1992-1997 Dolby Laboratories. Alle rechten
voorbehouden.
** Vervaardigd onder licentie van Digital Theater
Systems, Inc. V.S. Octrooinummers 5.451.942,
5.956.674, 5.974.380, 5.978.762 en andere
octrooien wereldwijd verleend en aangevraagd.
“DTS” is een gedeponeerd handelsmerk van
Digital Theater Systems, Inc. ©1996, 2000 Digital
Theater Systems, Inc. Alle rechten voorbehouden.
De MHC-S3 stereo-installatie bestaat
uit de volgende componenten:
– Audio/video-versterker
– Radio-ontvanger (tuner)
– Compact disc speler
– Cassettedeck
– Luidsprekersysteem
TA-S3
ST-S3
CDP-S3
TC-S3
SS-S3
Inhoudsopgave
Plaats en functie van de
bedieningsorganen
Stereo-apparatuur .................................. 4
Afstandsbediening ................................. 6
Voorbereidingen
Aansluiten van de stereo-installatie ....... 7
Twee R6 (AA-formaat) batterijen in
de afstandsbediening plaatsen ......... 9
Gelijkzetten van de klok ........................ 9
Stroom besparen in de
gebruiksklaar-stand ....................... 10
Compact disc weergave
Een CD inleggen ................................. 11
Een CD afspelen
— Normale weergave/herhaalde
weergave/willekeurige weergave .. 11
Muziekstukken van CD’s programmeren
— Programma-weergave .............. 12
Gebruik van het CD uitleesvenster ...... 13
Tuner voor radio-ontvangst
Voorinstellen van radiozenders ........... 14
Luisteren naar de radio
— Geheugenafstemming ............... 14
Gebruik van het Radio Data Systeem
(RDS)* .......................................... 15
Cassette-weergave en opname
Een cassette inleggen ........................... 16
Een cassette afspelen ........................... 16
Een cassette opnemen
— CD synchroon-opname/versneld
kopiëren/handmatig opnemen/
programma-montage ..................... 17
Schakelklok-opname van
radio-uitzendingen ......................... 18
Geluidsinstellingen
Versterken van de weergave ................ 20
Keuze van een klankbeeld of
geluidseffect .................................. 20
Betekenis van de meerkanaals
Surround aanduidingen ................. 22
Bijregelen van de klankbeelden .......... 22
Andere handige functies
Omschakelen van de spectrum
analyzer aanduidingen ................... 26
Keuze van de helderheid van het
uitleesvenster ................................. 26
Gerust in slaap vallen met muziek
— Sluimerfunctie .......................... 26
Ontwaken met muziek
— Dagelijkse wekfunctie .............. 26
NL
Aansluiten van los
verkrijgbare apparatuur
Aansluiten van audio-apparatuur ......... 28
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ......................... 29
Verhelpen van storingen ...................... 30
Technische gegevens ........................... 32
Tabel voor de instellingen met de
SUR, EQ en SET UP toetsen ........ 34
Instelbare parameters voor elk
van de klankbeelden ...................... 35
* Alleen voor het Europese model.
3NL
Plaats en functie van de bedieningsorganen
De lijst geeft de bedieningsorganen in alfabetische volgorde.
Zie voor nadere bijzonderheden de tussen haakjes ( ) aangegeven bladzijnummers.
Stereo-apparatuur
Audio/video-versterker
1
2
3 4 56
7
8 9
O
p
P
o
qg qf
qdqs qaq;
DIGITAL 9 (28, 32)
ENTER/O/o/P/p 2 (9, 12, 18,
19, 22–27)
EQ qa (24)
EQ ON/OFF qs (9, 24)
FILE SELECT q; (20, 24)
FUNCTION 8 (9, 11, 12, 17, 18,
28)
GROOVE 5 (20)
Hoofdtelefoon-aansluiting
(PHONES) qg
Meerkanaals-decodeerlampje
(MULTI CHANNEL
DECODING) 6 (22)
MOVIE MODE 4 (20, 21)
MUSIC MODE 3 (20, 21)
SET UP qd (23–26)
SUR qf (22)
VOLUME 7
@/1 (Aan/uit-schakelaar) 1 (8,
9, 32)
Radio-ontvanger (tuner)
qh
wh
4NL
wg wf
qjqk ql w;
–
+
–
+
wd ws wa
CLOCK/TIMER wg (9, 18, 26)
DISPLAY qh (10, 13, 15, 26, 32)
ENTER w; (14, 15)
Infrarood-ontvanger wh
PRESET +/– ws (14, 15)
Programmatypetoets (PTY) wa
(15)
STEREO/MONO qj (14)
TIMER SELECT wf (19, 27)
TUNER/BAND wd (14)
TUNER MEMORY qk (14)
TUNING +/– ql (14)
Compact disc speler
1
ek
2
3
ej
m
M
.
>
H
S
es
ed
x
eh eg ef
DISC 1–3 ek (11, 12, 18)
DISC 1–3 indicatorlampjes ej
DISC 1–3 Z (uitwerptoets) wl
(11)
PLAY MODE wj (11, 12, 18)
REPEAT wk (11)
N (weergavetoets) eh (11, 12)
X (pauzetoets) eg (11)
x (stoptoets) ef (11, 17)
. (terugspringtoets) ed (11,
12, 18)
> (vooruitspringtoets) es (11,
12, 18)
m (terugzoektoets) e; (11)
M (vooruitzoektoets) ea (11)
Plaats en functie van de bedieningsorganen
e; ea
wj wkwl
Cassettedeck
th
tg
tf
td
ts
ta
>
.
h
h
x
x
el
r;
ra
rs
rd
A
A
rf
M
m
H
h AUTO REVERSE H
t;rl
h AUTO REVERSE H
rkrjrhrg
M
>
m
.
H
CD SYNC rh (17, 18)
DIRECTION t; (16–18)
DOLBY NR rl (16–18)
EDIT rk (18)
HI-DUB rj (17)
REC PAUSE/START rg (17, 18)
– Cassettedeck A –
N (voorwaartse weergavetoets)
tf (16)
n (terugwaartse weergavetoets)
td (16)
x (stoptoets) ts (16)
M/> (vooruitzoektoets/
vooruitspringtoets) th (16)
m/. (terugzoektoets/
terugspringtoets) tg (16)
Z (uitwerptoets) ta (16)
– Cassettedeck B –
N (voorwaartse weergavetoets)
ra (16, 17)
n (terugwaartse weergavetoets)
rs (16, 17)
x (stoptoets) rd (16, 17)
M/> (vooruitzoektoets/
vooruitspringtoets) el (16)
m/. (terugzoektoets/
terugspringtoets) r; (16)
Z (uitwerptoets) rf (16)
5NL
Afstandsbediening
1
wk
wj
wh
wg
wf
wd
ws
wa
H
hH
hH
.
>
x
m
M
X
O
P
p
2
3
4
5
6
7
8
9
o
w;
ql
qk
qj
qh
qg
CD H wk (11, 12)
CHECK 3 (12)
CLEAR 4 (12)
CLOCK/TIMER SELECT qg
(19, 27)
CLOCK/TIMER SET qh (9, 18,
26)
DBFB qd (20)
DISPLAY qk (10, 13, 15, 26, 32)
D.SKIP 2 (11)
ENTER wa (9, 12, 14, 15, 18, 19,
22–27)
EQ qa (24)
EQ ON/OFF qs (9, 24)
6NL
0
qa
qs
qd
qf
FUNCTION w; (9, 11, 12, 17, 18,
28)
GROOVE qj (20)
SET UP q; (23–26)
SLEEP 5 (26)
SUR ql (22)
TAPE A hH wj (16)
TAPE B hH wh (16, 17)
TUNER/BAND wg (14)
TUNING + 7 (14)
TUNING – ws (14)
VOL +/– qf
FUNCTIETOETSEN MET
STANDAARDSYMBOLEN
@/1 (aan/uit-schakelaar) 1
X (pauzetoets) 8
x (stoptoets) 6
. (terugspringtoets) wf
> (vooruitspringtoets) wd
m (terugzoektoets) ws
M (vooruitzoektoets) 7
O/o/P/p 9
Voorbereidingen
Aansluiten van de stereo-installatie
Voor het aansluiten stelt u de apparatuur op zoals hieronder aangegeven.
AM kaderantenne
FM antenne
4
Voorbereidingen
Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 tot 5 om de stereo-installatie aan te sluiten met de
bijgeleverde snoeren en accessoires.
Radioontvanger
(tuner)
1 2D
2A
2B
Audio/videoversterker
3
5
Compact disc
speler
2C
Cassettedeck
3
Rechter
voorluidspreker
2E
3
Linker
voorluidspreker
wordt vervolgd
7NL
Aansluiten van de stereo-installatie
(vervolg)
1 Sluit de CD-speler en de tuner aan met
de optische kabel.
Verbind de OPTICAL OUT stekkerbus van
de CD-speler met de OPTICAL IN
stekkerbus van de tuner.
1 Trek eerst het beschermdopje uit de stekkerbus.
OPTICAL
IN
3 Sluit de voorluidsprekers aan.
Verbind de luidsprekersnoeren met de
FRONT SPEAKER aansluitbussen.
Steek alleen het koperdraad-uiteinde in de opening.
R
L
+
–
Rood/eenkleurig
(3)
FROM
CDP-S3
Zwart/gestreept (#)
4 Sluit de FM/AM antennes aan.
Zet de AM kaderantenne in elkaar en sluit
hem daarna aan.
2 Sluit de optische kabel aan.
OPTICAL
IN
FROM
CDP-S3
AM kaderantenne
AM
FM7
5Ω/C
2 Sluit de platte lintkabels stevig aan op
de SYSTEM CONTROL stekkerbussen,
zodat de stekkers vastklikken.
Maak de aansluiting op de stekkerbussen
van dezelfde kleur, in de volgorde die staat
aangegeven op het achterpaneel.
A SYSTEM CONTROL 1 (rood)
Voor het aansluiten van de tuner op de
audio/video-versterker.
B SYSTEM CONTROL 2 (blauw)
Voor het aansluiten van de tuner op de
audio/video-versterker.
C SYSTEM CONTROL 3 (zwart)
Voor het aansluiten van de CD-speler op de
tuner.
D SYSTEM CONTROL 4 (zwart)
Voor het aansluiten van de tuner op het
cassettedeck.
E SYSTEM CONTROL 5 (wit)
Voor het aansluiten van het cassettedeck op de CD-speler.
Losmaken
SYSTEM CONTROL 3
FROM CDP-S3
8NL
OAX
IAL
Strek de FM-draadantenne
zover mogelijk horizontaal uit.
5 Steek de stekker van het netsnoer in
het stopcontact.
In het uitleesvenster begint nu een
demonstratie van de mogelijkheden van het
apparaat. Wanneer u op de ?/1 aan/uitschakelaar drukt, wordt de stereo-installatie
ingeschakeld en stopt automatisch de
demonstratie.
Als het netsnoer met de bijgeleverde
verloopstekker niet in het stopcontact past,
verwijdert u dan de verloopstekker (alleen
voor de modellen met een verloopstekker).
Tip
U kunt de componenten opstellen zoals hieronder
getoond. In dat geval maakt u eerst de opstelling en
daarna sluit u de componenten pas aan.
Radio-ontvanger (tuner)
Compact disc speler
Gelijkzetten van de klok
CLOCK/TIMER SET toets van de
afstandsbediening).
Als u de tijd voor het eerst instelt, kunt u nu
direct doorgaan met stap 5.
3 Druk enkele malen op de O of o toets
Audio/video-versterker
Cassettedeck
om in te stellen op “CLOCK SET”.
Voorbereidingen
1 Schakel de stereo-installatie in.
2 Druk op de CLOCK/TIMER toets (of de
4 Druk op de ENTER toets (op de A/V
Opmerking
Houd de antennes en antennesnoeren uit de buurt van
de luidsprekersnoeren, om storing in de radioontvangst te voorkomen.
versterker of de afstandsbediening).
5 Druk enkele malen op de O of o toets
om het juiste uur in te stellen.
Twee R6 (AA-formaat)
batterijen in de
afstandsbediening plaatsen
6 Druk weer op de ENTER toets (op de
A/V versterker of de afstandsbediening).
7 Druk enkele malen op de O of o toets
om de juiste minuut in te stellen.
8 Druk tenslotte weer op de ENTER toets
(op de A/V versterker of de
afstandsbediening).
Tip
]
}
}
]
Als u een vergissing bemerkt of de tijdinstelling wilt
wijzigen, zult u weer bij stap 2 moeten beginnen.
Opmerking
Tip
Als de stereo-installatie niet meer goed op de afstandsbediening
reageert, vervangt u dan beide batterijen door nieuwe.
De tijdinstelling vervalt wanneer de stekker uit het
stopcontact wordt getrokken of de stroom uitvalt.
Opmerking
Als u de afstandsbediening voorlopig niet meer gebruikt,
kunt u beter de batterijen eruit verwijderen, om schade
door eventuele batterijlekkage en corrosie te vermijden.
Voor vervoer of verplaatsen van
de stereo-installatie
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
om het CD-mechanisme te beschermen.
1 Schakel de stereo-installatie in en draai aan
de FUNCTION knop om in te stellen op “CD”.
Zorg dat er geen disc meer in de
CD-speler zit.
2 Houd de EQ ON/OFF toets ingedrukt en
druk op de ?/1 aan/uit-schakelaar
totdat de aanduiding “LOCK” oplicht.
3 Laat eerst de ?/1 aan/uit-schakelaar
los en dan de EQ ON/OFF toets.
4 Trek de stekker uit het stopcontact.
9NL
Stroom besparen in de
gebruiksklaar-stand
Druk enkele malen op de DISPLAY toets
wanneer de stereo-installatie uit staat,
totdat de stroombesparingsstand wordt
aangegeven.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de toestand van de stereo-installatie
als volgt:
demonstratie t klok t stroombesparingsstand
Uitschakelen van de
stroombesparingsstand
Druk eenmaal op de DISPLAY toets om de
demonstratie te starten of tweemaal om de
tijdsaanduiding te zien.
Tips
• Het ?/1 spanningslampje blijft ook in de
stroombesparingsstand branden.
• De schakelklok-functies zullen ook in de
stroombesparingsstand nog gewoon werken.
Opmerking
In de stroombesparingsstand zullen de volgende
functies niet werken:
– Gelijkzetten van de klok.
– Inschakelen van de stereo-installatie met een druk
op een functiekeuzetoets.
10NL
Compact disc weergave
3 Druk op de N (CD) weergavetoets (of
op de CD H weergavetoets van de
afstandsbediening).
Een CD inleggen
1 Druk op een van de DISC 1–3 Z open/
sluit-toetsen.
Tip
Tijdens de weergave kunt u de afspeelfunctie niet
omschakelen.
De disc-lade schuift open.
label-kant boven.
Voor het afspelen
van een 8-cm CDsingletje plaatst u
dit in de binnenste
uitsparing van de
disc-lade.
1
2
3
m
M
.
>
H
S
x
Om nog meer discs af te spelen, drukt u op
de Z open-toetsen voor de andere discs om
de disc-lade te openen.
Andere bedieningsfuncties
Voor het
Doet u het volgende
Stoppen met
afspelen
Drukt u op de x (CD)
stoptoets.
Pauzeren van
de weergave
Drukt u op de X pauzetoets.
Nogmaals drukken om door te
gaan met afspelen.
Kiezen van een
muziekstuk
Drukt u tijdens afspelen of in de
pauzestand op de > (CD)
toets (om verder te zoeken) of
de . (CD) toets (om terug te
zoeken).
Opzoeken van een
muziekpassage
Houdt u tijdens afspelen de M
of m (CD) toets ingedrukt en
laat u de toets los bij het
gezochte punt.
3 Druk op dezelfde toets om de disc-lade
te sluiten.
Een CD afspelen
— Normale weergave/herhaalde
weergave/willekeurige weergave
Met deze stereo-installatie kunt u compact discs
met verschillende afspeelfuncties weergeven.
Nummer
disc-uitsparing
Muziekstuknummer
Speelduur
1 Draai aan de FUNCTION knop om in te
Compact disc weergave
2 Leg een compact disc in de lade met de
Kiezen van een CD Drukt u op de betreffende DISC
1–3 toets (of op de D.SKIP
toets van de afstandsbediening).
Overschakelen van
een andere
geluidsbron naar
CD-weergave
Drukt u op de betreffende DISC
1–3 toets (automatische
geluidsbron-keuze).
Herhaaldelijk
afspelen van een
disc (herhaalde
weergave)
Drukt u op de REPEAT toets
tijdens afspelen totdat er
“REPEAT” of “REPEAT 1”
wordt aangegeven.
REPEAT*: voor weergave van
alle muziekstukken op de CD’s,
tot 5 maal de hele reeks.
REPEAT 1: voor herhalen van
een enkel muziekstuk.
Om de herhaalde weergave uit
te schakelen, drukt u weer op de
REPEAT toets totdat de
“REPEAT” of “REPEAT 1”
aanduiding dooft.
Drukt u op de betreffende DISC
1–3 Z toets.
stellen op “CD”.
2 Druk terwijl het afspelen gestopt is
enkele malen op de PLAY MODE toets
totdat de gewenste afspeelfunctie in
het uitleesvenster wordt aangegeven.
Stel in op
Voor weergave van
ALL DISCS
Alle CD’s in de disc-lade achtereen.
1 DISC
De gekozen CD in de gewone
nummervolgorde.
Verwijderen van
een compact disc
ALL DISCS
SHUFFLE
De muziekstukken op alle CD’s in
willekeurige volgorde.
*Deze functie is niet te gebruiken tijdens de ALL
DISCS SHUFFLE willekeurige weergave.
1 DISC
SHUFFLE
De muziekstukken van de gekozen
CD in willekeurige volgorde.
Opmerking
PROGRAM
Muziekstukken van alle CD’s in een
door u gekozen volgorde (zie
“Muziekstukken van CD’s
programmeren” op blz. 12).
Probeer nooit de disc-lade dicht te drukken, want de
CD-speler zou daardoor defect kunnen raken. Voor
het sluiten van de disc-lade drukt u op een van de
DISC 1–3 Z open/sluit-toetsen.
11NL
Muziekstukken van CD’s
programmeren
— Programma-weergave
U kunt een muziekprogramma samenstellen
van maximaal 25 muziekstukken van alle
geplaatste CD’s, in de volgorde waarin u de
muziek wilt horen.
1 Draai aan de FUNCTION knop om in te
stellen op “CD” en plaats een of meer
compact discs.
Voor het
Drukt u
Uitschakelen van
de programmaweergave
enkele malen op de PLAY
MODE toets totdat er
“1 DISC” of “ALL DISCS” in
het uitleesvenster verschijnt.
Controleren van
de afspeelvolgorde
enkele malen op de CHECK
toets van de afstandsbediening.
Na het laatste nummer
verschijnt er “CHECK END”
in het uitleesvenster.
Wissen van het
laatste muziekstuk
uit uw programma
op de CLEAR wistoets van de
afstandsbediening terwijl het
afspelen is gestopt. Telkens
wanneer u op deze toets drukt,
wordt het laatste muziekstuk
uit uw programma gewist.
Wissen van een
ander muziekstuk
uit uw programma
enkele malen op de CHECK
toets van de afstandsbediening
totdat het te wissen nummer
wordt aangegeven en dan drukt
u op de CLEAR wistoets van
de afstandsbediening.
Toevoegen van een
muziekstuk terwijl
het afspelen is
gestopt
1 Drukt u op een van de DISC
1–3 toetsen om een CD te
kiezen.
2 Druk terwijl de weergave is gestopt
enkele malen op de PLAY MODE toets
totdat er “PROGRAM” in het
uitleesvenster oplicht.
3 Druk op een van de DISC 1–3 toetsen
om een compact disc te kiezen.
Om alle muziekstukken van een CD in één
keer samen te programmeren, gaat u door
naar stap 5 wanneer er “AL” in het
uitleesvenster verschijnt.
4 Druk enkele malen op de . of >
(CD) toets totdat het gewenste
muziekstuknummer wordt aangegeven.
2 Drukt u enkele malen op
.of > (CD) om een
nummer te kiezen.
3 Drukt u op de ENTER toets
(op de A/V versterker of de
afstandsbediening).
Totale speelduur
Nummer disc(incl. gekozen
uitsparing
Muziekstuknummer muziekstuk)
Tips
5 Druk op de ENTER toets (op de A/V
versterker of de afstandsbediening).
Hiermee programmeert u de gekozen
muziek. Het programma-volgnummer
verschijnt, met daarna de totale speelduur.
6 Om nog meer muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen
3 t/m 5.
Stap 3 kunt u overslaan bij het toevoegen
van andere muziekstukken van dezelfde
disc.
7 Druk op de N (CD) weergavetoets (of de
CD H toets van de afstandsbediening).
12NL
• Een eenmaal vastgelegd muziekprogramma blijft
ook na afspelen in het geheugen bewaard. Met een
druk op de N (CD) weergavetoets kunt u hetzelfde
programma nogmaals weergeven.
• Als er tijdens het programmeren in plaats van de
totale speelduur alleen “--.--” streepjes verschijnen,
dan:
– hebt u een muziekstuknummer boven de
20 gekozen.
– overschrijdt de totale speelduur de 100 minuten.
Gebruik van het CD
uitleesvenster
U kunt de resterende speelduur van het
weergegeven muziekstuk of van de gehele CD
in het uitleesvenster controleren.
Druk op de DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de aanduiding in het uitleesvenster
als volgt:
Compact disc weergave
Wanneer er een CD TEXT disc is geplaatst,
kunt u de tekst daarvan, zoals de disc-titel,
muziektitels en de naam van de artiest(en) in
het uitleesvenster zien. Zodra het apparaat een
geplaatste CD TEXT disc waarneemt,
verschijnt de aanduiding “CD TEXT” in het
uitleesvenster.
Tijdens normale weergave
Verstreken speelduur van het weergegeven
muziekstuk t Resterende speelduur van het
weergegeven muziekstuk t Resterende
speelduur van de gehele compact disc (tijdens
“1 DISC” weergave) of “--.--” (tijdens “ALL
DISCS” weergave) t Titel van het
weergegeven muziekstuk* t Tijdsaanduiding
(8 seconden lang) t Gekozen geluidseffect (8
seconden lang)
Wanneer het afspelen gestopt is
Totaal aantal muziekstukken en totale
speelduur** t Titel van de CD* t Gewone
tijdsaanduiding (8 seconden lang) t Gekozen
geluidseffect (8 seconden lang)
* Alleen bij CD TEXT discs (bepaalde lettertekens
kunnen worden weggelaten). Afhankelijk van de
disc kan soms niet alle CD TEXT informatie
worden getoond. Als een disc meer dan
20 muziekstukken bevat, zal de CD TEXT
informatie niet worden aangegeven voor de
nummers 21 en hoger.
** Als de programma-weergave is gekozen en er zijn
nummers van een CD geprogrammeerd, dan
worden het laatst geprogrammeerde
muziekstuknummer, de totale programmaspeelduur en het totale aantal geprogrammeerde
nummers getoond.
13NL
Tuner voor radio-ontvangst
Luisteren naar de radio
Voorinstellen van
radiozenders
— Geheugenafstemming
In het afstemgeheugen kunt u 20 FM zenders
vastleggen en 10 AM zenders.
Hiervoor zult u eerst een aantal radiozenders
moeten vastleggen in het afstemgeheugen van
de tuner (zie “Voorinstellen van
radiozenders”).
1 Druk enkele malen op de TUNER/BAND toets
1 Druk enkele malen op de TUNER/BAND
om te kiezen voor de FM of AM afstemband.
2 Houd de TUNING + of – toets ingedrukt
totdat de aanduiding “AUTO” in het
uitleesvenster verschijnt.
Het doorzoeken van de afstemband stopt zodra er
goed op een zender is afgestemd. Het uitleesvenster
geeft dan “TUNED” aan (en ook “STEREO” als er
een stereo uitzending wordt ontvangen).
toets om in te stellen op de gewenste
afstemband.
2 Druk enkele malen op de PRESET + of
– toets om af te stemmen op de
gewenste voorkeurzender.
Voorinstelnummer
Afstemfrequentie
MHz
MHz
3 Druk op de TUNER MEMORY toets.
In het uitleesvenster gaat een voorinstelnummer
knipperen. De radiozenders worden vastgelegd
vanaf het voorinstelnummer 1.
Voorinstelnummer
MHz
4 Druk op de ENTER toets (op de tuner of
de afstandsbediening).
De zender wordt vastgelegd onder het
aangegeven nummer.
5 Herhaal de stappen 1 t/m 4 om nog
andere zenders vast te leggen.
Afstemmen op een zender die te zwak
is voor automatische afstemming
Druk enkele malen op de TUNING + of – toets
om handmatig op de gewenste zender af te
stemmen.
Vastleggen van een nieuwe zender
onder een al gebruikt voorinstelnummer
Begin weer vanaf stap 1. Na stap 3 drukt u eerst
enkele malen op de PRESET + of – toets om het
gewenste voorinstelnummer te kiezen en dan
volgt u de aanwijzingen verder vanaf stap 4.
Tip
NL
14
De vastgelegde voorkeurzenders blijven ongeveer een
halve dag in het afstemgeheugen bewaard als de stekker
uit het stopcontact wordt getrokken of de stroom uitvalt.
Voor het
Doet u het volgende
Uitschakelen van de radio Druk op de ?/1 schakelaar.
Luisteren naar radiozenders die niet
zijn vastgelegd
Druk bij stap 2 enkele malen op de TUNING +
of – toets (voor handmatig afstemmen) of houd
de TUNING + of – toets langer ingedrukt (voor
automatisch afstemmen).
Tips
• Als een FM stereo radio-uitzending met teveel
storing doorkomt, drukt u enkele malen op de
STEREO/MONO toets, totdat de aanduiding
“MONO” oplicht. De radio-ontvangst zal niet meer
in stereo zijn, maar wel beter klinken.
• Voor de beste radio-ontvangst is het aanbevolen
verschillende antenne-opstellingen uit te proberen.
Gebruik van het Radio
Data Systeem (RDS)
(Alleen voor het Europese model)
Wat is het Radio Data
Systeem?
Opmerking
De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen
zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd niet
duidelijk doorkomt of als de signaalsterkte
onvoldoende is.
Ontvangst van RDS radiouitzendingen
Kies eenvoudigweg een radiozender uit de
FM afstemband.
Bij ontvangst van een zender die RDS
informatie uitzendt, verschijnt automatisch de
zendernaam in het uitleesvenster.
Controleren van de RDS informatie
Druk op de DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de aanduiding in het uitleesvenster
kringsgewijze als volgt:
Zendernaam* t Afstemfrequentie t
Programmatype* t Tijdsaanduiding t
Gekozen geluidseffect
* Als de RDS uitzending niet duidelijk genoeg
ontvangen wordt, kan de zendernaam niet in het
uitleesvenster worden aangegeven.
U kunt een FM radiozender van uw keuze opzoeken
door in te stellen op het gewenste programmatype. De
tuner stemt dan af op een uitzending van het gekozen
type, verzorgd door een van de RDS zenders die zijn
vastgelegd in het afstemgeheugen van de tuner.
De beschikbare programmatypen zijn NEWS (nieuws),
AFFAIRS (actualiteiten), INFORMATION (diverse
informatie), SPORT (wedstrijdverslagen e.d.),
EDUCATION (educatieve programma’s), DRAMA
(hoorspelen), CULTURE (culturele aangelegenheden),
SCIENCE (wetenschap), VARIED (vraaggesprekken,
quizprogramma’s en amusement), POP (popmuziek),
ROCK (rockmuziek), EASY MUSIC (easy-listening
achtergrondmuziek), L.CLASSICAL (lichte klassieke
muziek), S.CLASSICAL (serieuze klassieke muziek),
OTHER MUSIC (overige muziek), WEATHER
(weerbericht), FINANCE (beursberichten, zakennieuws),
CHILDREN (kinderprogramma’s), SOCIAL (sociale
vraagstukken e.d.), RELIGION (godsdienst en religie),
PHONE IN (forum voor telefonische reacties), TRAVEL
(reisprogramma’s), LEISURE (vrijetijdsbesteding),
JAZZ (geïmproviseerde muziek), COUNTRY (country &
western muziek), NATION (nationale of streekmuziek),
OLDIES (hits van vroeger), FOLK (volksmuziek),
DOCUMENTARY (documentaires), ALARM TEST
(testsignaal voor nooduitzendingen), ALARM-ALARM
(nooduitzendingen over natuurrampen e.d.) en NONE
(programma’s die in geen van deze categorieën passen).
Tuner voor radio-ontvangst
Het Radio Data Systeem (kortweg RDS) is een
speciale radio-informatiedienst waarmee
radiozenders naast hun gewone
radioprogramma’s allerlei nuttige informatie
kunnen uitzenden. De tuner van deze stereoinstallatie biedt handige functies zoals
zendernaam-aanduidingen en het opzoeken van
zenders aan de hand van het programmatype.
De RDS informatie wordt alleen uitgezonden
door FM zenders.
Opzoeken van een radiozender aan de
hand van het programmatype (PTY)
1 Druk tijdens het luisteren naar de radio
op de PTY toets.
2 Druk enkele malen op de PRESET + of – toets om
te kiezen voor het gewenste programmatype.
3 Druk op de ENTER toets (van de tuner
of de afstandsbediening).
De aanduiding “SEARCH” en het gekozen
programmatype knipperen nu om en om in
het uitleesvenster.
Wanneer de tuner een zender vindt die het
gekozen programmatype uitzendt, gaat de
zendernaam knipperen.
4 Druk enkele malen op de PRESET + of
– toets als u een andere zender wilt
opzoeken.
5 Druk op de ENTER toets (van de tuner
of de afstandsbediening) als u de
zendernaam ziet van een zender
waarnaar u wilt blijven luisteren.
Uitschakelen van de PTY zoekfunctie
Druk nogmaals op de PTY toets.
Opmerking
De aanduiding “NO PTY” verschijnt als er geen zender te
vinden is die het door u gekozen programmatype uitzendt.
15NL
Cassette-weergave en opname
Tip
Een cassette inleggen
1 Druk op de Z uitwerptoets (van deck A
of deck B).
2 Plaats een cassette in de houder van
deck A of B.
Cassette inleggen
met de kant voor
opname/weergave
naar voren gericht.
h AUTO REVERSE H
M
>
m
.
H
h
x
A
Als u in zachtere passages met hoge tonen de
hinderlijk hoorbare bandruis wilt verminderen, drukt
u op de DOLBY NR toets zodat de aanduiding
“DOLBY NR” in het uitleesvenster oplicht.
Het begin van een muziekstuk
opzoeken (AMS* zoekfunctie)
Druk tijdens afspelen even vaak op de . of
> toets (van deck A of B) als het aantal
nummers dat u vooruit (of terugwaarts) wilt
verspringen.
De zoekrichting, + (vooruit) of – (terugwaarts)
en het aantal te verspringen nummers (1–9)
wordt in het uitleesvenster aangegeven.
Bijvoorbeeld: 2 nummers verder zoeken
Een cassette afspelen
In dit apparaat kunt u TYPE I (normaalband),
TYPE II (CrO2-band) of TYPE IV (metaalband)
cassettes gebruiken. Het cassettedeck neemt
automatisch de geplaatste bandsoort waar.
1 Plaats de af te spelen cassette.
2 Druk enkele malen op de DIRECTION toets
om in te stellen op g voor afspelen van
één cassettekant, op j voor beide
cassettekanten of op RELAY* (estafette) voor
afspelen van beide cassettes achtereen.
3 Druk op de N weergavetoets (van deck
A of B) (of op TAPE A hH of TAPE B
hH van de afstandsbediening).
Het afspelen van de cassette begint.
Druk op de n achterkant-weergavetoets
(van deck A of B) als u de andere
cassettekant wilt horen. Bij gebruik van de
afstandsbediening drukt u nogmaals op de
TAPE A hH of TAPE B hH toets.
Na keuze van j voor beide kanten of
RELAY zal het cassettedeck automatisch
stoppen na het 5 maal herhalen van het totaal.
* De RELAY estafette-weergave houdt altijd deze volgorde aan:
deck A (voorkant) t deck A (achterkant) t
deck B (voorkant) t deck B (achterkant)
16NL
Voor het
Doet u het volgende
Stoppen met
afspelen
Drukt u op de x stoptoets (van
deck A of B).
Snel vooruit- of
terugspoelen
Drukt u op de m of M toets
(van deck A of B) wanneer het
afspelen is gestopt.
Uitnemen van de
cassette
Drukt u op de Z uitwerptoets
(van deck A of B).
* Automatische Muziek Sensor
Opmerking
De AMS zoekfunctie kan niet altijd goed werken in
de volgende gevallen:
– Als de pauzes tussen de muziekstukken minder dan
4 seconden lang zijn.
– Als de stereo-installatie te dicht bij een
televisietoestel staat.
Een cassette opnemen
— CD synchroon-opname/versneld kopiëren/handmatig opnemen/programma-montage
U kunt geluidsopnamen maken van compact discs, cassettes, de radio of een andere aangesloten
geluidsbron. Hiervoor kunt u TYPE I (normaalband) of TYPE II (CrO2-band) cassettes gebruiken.
Het opnameniveau wordt automatisch ingesteld.
Stap Opnemen van een compact
disc (CD synchroon-opname)
Kopiëren van een cassette
(versneld kopiëren)
Handmatig opnemen
Plaats een voor opnemen geschikte cassette in deck B.
2
Draai aan de FUNCTION
knop om in te stellen op
“CD”.
Draai aan de FUNCTION
knop om in te stellen op
“TAPE A”.
Draai aan de FUNCTION
knop om in te stellen op de
geluidsbron voor opname.
3
Plaats de compact disc die
u wilt opnemen.
Plaats de cassette die u
wilt kopiëren in deck A.
Breng de geluidsbron in
gereedheid voor opname.
4
Druk op de CD SYNC toets.
Druk op de HI-DUB toets.
Druk op de REC
PAUSE/START toets.
Cassettedeck B komt in gereedheid voor opnemen.
De aanduiding “REC” knippert in het uitleesvenster.
Als u in zachtere passages met hoge tonen de hinderlijk hoorbare bandruis wilt
verminderen, drukt u op de DOLBY NR toets zodat de aanduiding “DOLBY NR” in het
uitleesvenster oplicht (behalve bij opnemen vanaf een cassette).
5
Druk enkele malen op de DIRECTION toets om in te stellen op g voor het
opnemen op één cassettekant.
Stel in op j (of op RELAY) voor opnemen op beide cassettekanten.
6
Druk op de REC PAUSE/START toets.
Cassette-weergave en opname
1
Het opnemen begint.
7
Start de weergave van
de op te nemen
geluidsbron.
Voor het
Drukt u op
Stoppen met
opnemen
de x stoptoets (CD of deck B).
Pauzeren van
de opname*
de REC PAUSE/START toets.
* Alleen bij handmatig opnemen.
Tips
• Als u wilt beginnen met opnemen aan de achterkant
van de cassette, drukt u na stap 4 (met cassettedeck
B in de opnamepauzestand) op de n of N toets
(van deck B) (of de TAPE B hH toets van de
afstandsbediening) aan de kant die niet oplicht.
• Om op te nemen op beide cassettekanten dient u
altijd te beginnen aan de voorkant. Als u begint aan
de achterkant van de cassette, zal het opnemen
stoppen aan het eind van die kant.
• (Alleen voor versneld kopiëren)
Als u voor de omkeerfunctie j kiest terwijl de
beide cassettes verschillend van lengte zijn, zullen
de cassettes in beide decks afzonderlijk van richting
veranderen. Als u de RELAY stand kiest, zal de
band in beide decks tegelijk van richting
veranderen.
Opmerking
Het klankbeeld wordt automatisch omgeschakeld naar
2CH STEREO zodra u begint met opnemen.
wordt vervolgd
17NL
Een cassette opnemen (vervolg)
8 Druk enkele malen op de DIRECTION toets om
in te stellen op g voor het opnemen op één
cassettekant. Stel in op j (of op RELAY)
voor opnemen op beide cassettekanten.
Opnemen van bepaalde
muziekstukken van een CD in
zelf gekozen volgorde
9 Druk op de REC PAUSE/START toets.
— Programma-montage
Uitschakelen van de programma-montage
Tijdens het samenstellen van een muziekprogramma
voor opname mag de totale speelduur van de
gekozen muziekstukken de speelduur van beide
cassettekanten niet overschrijden.
Druk terwijl de weergave is gestopt enkele malen
op de PLAY MODE toets totdat er “1 DISC” of
“ALL DISCS” in het uitleesvenster verschijnt.
1 Plaats een of meer compact discs, leg
Om de benodigde bandlengte voor het opnemen van een
compact disc te controleren, drukt u op de EDIT toets nadat
u de compact disc hebt ingelegd en op CD weergave hebt
ingesteld. De vereiste bandlengte voor de gekozen CD
wordt aangegeven, gevolgd door de totale speelduur voor
cassettekant A en kant B (Bandlengte-montage).
een voor opnemen geschikte cassette
in deck B en en draai aan de FUNCTION
knop om in te stellen op “CD”.
2 Druk terwijl de weergave is gestopt enkele
malen op de PLAY MODE toets totdat er
“PROGRAM” in het uitleesvenster oplicht.
3 Druk op een van de DISC 1–3 toetsen
om een compact disc te kiezen.
Om alle muziekstukken van een CD in één
keer samen te programmeren, gaat u door
naar stap 5 wanneer er “AL” in het
uitleesvenster verschijnt.
4 Druk enkele malen op de . of >
(CD) toets totdat het gewenste
muziekstuknummer wordt aangegeven.
Totale speelduur
Nummer disc(incl. gekozen
uitsparing
Muziekstuknummer muziekstuk)
Het opnemen begint.
Tip
Opmerking
De bandlengte-montage is niet te gebruiken voor discs
met 21 of meer muziekstukken. Als u dat probeert,
verschijnt er “CANNOT EDIT” in het uitleesvenster.
Schakelklok-opname van
radio-uitzendingen
Voor het opnemen met de schakelklok zult u
eerst de ingebouwde klok gelijk moeten zetten
(zie “Gelijkzetten van de klok” op blz. 9) en de
radiozenders moeten voorinstellen (zie
“Voorinstellen van radiozenders” op blz. 14).
1 Stem af op een vooringestelde radiozender
(zie “Luisteren naar de radio” op blz. 14).
2 Druk op de CLOCK/TIMER toets (of de
5 Druk op de ENTER toets (van de A/V
versterker of de afstandsbediening).
Hiermee programmeert u de gekozen
muziek. Het programma-volgnummer
verschijnt, met daarna de totale speelduur.
6 Om nog meer muziekstukken te
De aanduiding “DAILY1 SET” verschijnt.
3 Druk enkele malen op de O of o toets
om in te stellen op “REC SET” en druk
dan op de ENTER toets.
programmeren, herhaalt u de stappen 3 t/m 5.
Nu verschijnt er “ON” en de uren-cijfers
gaan knipperen.
Stap 3 kunt u overslaan bij het toevoegen
van andere muziekstukken van dezelfde disc.
4 Kies de tijd waarop het opnemen moet
7 Druk op de CD SYNC toets.
18NL
CLOCK/TIMER SET toets van de
afstandsbediening).
Cassettedeck B komt in gereedheid voor
opnemen. Als u in zachtere passages met hoge
tonen de hinderlijk hoorbare bandruis wilt
verminderen, drukt u op de DOLBY NR toets
zodat de aanduiding “DOLBY NR” in het
uitleesvenster oplicht. In het uitleesvenster
gaat de aanduiding “REC” knipperen.
beginnen.
Druk enkele malen op de O of o toets om het juiste
uur in te stellen en druk dan op de ENTER toets
(van de A/V versterker of de afstandsbediening).
De minuten-aanduiding gaat knipperen.
Druk enkele malen op de O of o toets om de juiste
minuut in te stellen en druk weer op de ENTER toets
(van de A/V versterker of de afstandsbediening).
Nu knippert weer de uren-aanduiding.
5 Stel de tijd in waarop het opnemen
moet stoppen, volgens de aanwijzingen
onder stap 4.
Daarna verschijnt de begintijd, de eindtijd,
de radiozender voor de op te nemen
uitzending (bijv. “TUNER FM 5”) en dan
ziet u weer de oorspronkelijke
aanduidingen.
6 Plaats een voor opnemen geschikte
cassette in deck B.
7 Schakel de stereo-installatie uit.
Voor het
Doet u het volgende
Controleren van de
instellingen
Drukt u op de TIMER
SELECT toets (of de
CLOCK/TIMER SELECT
toets van de
afstandsbediening), dan
enkele malen op O of o om in
te stellen op “REC SELECT”
en druk dan op de ENTER
toets (van de A/V versterker
of de afstandsbediening).
Wijzigen van de
instellingen
Begint u weer vanaf stap 1.
Annuleren van de
schakelklok-opname
Drukt u op de TIMER
SELECT toets (of de
CLOCK/TIMER SELECT
toets van de
afstandsbediening), dan
enkele malen op O of o om in
te stellen op “TIMER OFF”
en druk dan op de ENTER
toets (van de A/V versterker
of de afstandsbediening).
Cassette-weergave en opname
Wanneer het opnemen begint, komt de
geluidssterkte automatisch in de
minimumstand.
Opmerkingen
• Als de stereo-installatie op de gekozen inschakeltijd
nog aan staat, zal de schakelklok-opname niet
plaatsvinden.
• Als u de sluimerfunctie voor automatisch
uitschakelen gebruikt, zal de schakelklok-opname
niet beginnen tot nadat de sluimerfunctie het
apparaat heeft uitgeschakeld.
• De stroom zal ongeveer 15 seconden vóór de
gekozen opname-begintijd al worden ingeschakeld.
19NL
Geluidsinstellingen
Na indrukken van de MOVIE MODE toets*:
Versterken van de
weergave
Voor extra-stevige bassen (DBFB*)
* De MOVIE MODE toets licht op.
Druk op de DBFB toets van de
afstandsbediening.
Hieronder volgt een beschrijving van de
verschillende klankbeelden en geluidseffecten.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert
de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
Tips
DBFB ON y DBFB OFF
* Dynamic Bass Feed-Back
Voor een krachtig totaalgeluid
Druk op de GROOVE toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de aanduiding in het uitleesvenster
kringsgewijze als volgt:
GROOVE t V-GROOVE t GROOVE OFF
GROOVE: De GROOVE toets licht op.
Het geluid wordt extra bekrachtigd en de curve
van de grafiek-toonregeling aangepast. De
DBFB basversterking wordt automatisch op
volle sterkte ingesteld.
V-GROOVE: De GROOVE toets licht op.
Het geluid wordt bekrachtigd, de laagste tonen
van de muziek worden extra versterkt en de
curve van de grafiek-toonregeling aangepast.
De DBFB basversterking wordt automatisch op
volle sterkte ingesteld.
Keuze van een klankbeeld
of geluidseffect
Druk op de MUSIC MODE toets of de
MOVIE MODE toets en draai aan de FILE
SELECT keuzeknop om in te stellen op het
gewenste klankbeeld.
De aanduiding in het uitleesvenster verandert
als volgt:
20NL
SEMI C.EX A y SEMI C.EX B y
SEMI C.EX C y V.SEMI M.D. y
V.ENHANCE.A y V.ENHANCE.B y
SEMI C.EX A...
• Voor keuze van een klankbeeld kunt u ook alleen de
MUSIC MODE toets of de MOVIE MODE toets
enkele malen achtereen indrukken.
Telkens wanneer u op de toets drukt, verspringt de
aanduiding in het uitleesvenster zoals hierboven
beschreven, kringsgewijze.
• U kunt ook een klankbeeld kiezen door op de P of p
toets te drukken, ongeacht of de indicatorlampjes
van de SUR en EQ toetsen branden of gedoofd zijn.
• Aan de verpakking kunt u zien of de video e.d. is
opgenomen met speciale geluidseffecten.
Dolby Digital discs zijn herkenbaar aan het
beeldmerk.
• In de klankbeeld-keuzestand kunt u overschakelen
naar MOVIE MODE filmgeluid met een druk op de o
toets en naar MUSIC MODE zuivere muziekweergave
met de O toets.
<MUSIC MODE>
x 2-kanaals stereo (2CH STEREO)
Hierbij geven alleen de linker en rechter
voorluidsprekers en de lagetonen-luidspreker
geluid weer. Bij standaard 2-kanaals (stereo)
geluidsbronnen wordt er helemaal geen
akoestiekverwerking toegepast. Meerkanaalsgeluidsbronnen worden samengemengd tot de
gewone twee kanalen.
x SMALL HALL
Geeft de akoestiek van een kleine rechthoekige
concertzaal.
x LARGE HALL
Geeft de akoestiek van een grote rechthoekige
concertzaal.
x OPERA HOUSE
Na indrukken van de MUSIC MODE toets*:
Geeft de akoestiek van een operazaal.
2CH STEREO y SMALL HALL y
LARGE HALL y OPERA HOUSE y
JAZZ CLUB y DISCO/CLUB y
CHURCH y LIVE HOUSE y
ARENA y STADIUM y GAME y
2CH STEREO...
x JAZZ CLUB
* De MUSIC MODE toets licht op.
Geeft de sfeer van een typische jazz-club.
x DISCO/CLUB
Geeft de akoestiek van een discotheek/
dansclub.
x CHURCH
Geeft de akoestiek van een stenen kerkgewelf.
x LIVE HOUSE
Geeft de akoestiek van een muziektheater met
300 zitplaatsen.
x ARENA
Geeft de akoestiek van een concertzaal met
1000 zitplaatsen.
x STADIUM
x GAME
Geeft de meest treffende geluids- en
akoestiekeffecten van videospelletjes.
<MOVIE MODE>
x Semi Cinema Studio EX. A
(SEMI C.EX A)*
Geeft de karakteristieke klank van de Sony
Pictures Entertainment klassieke
filmmontagestudio met een ruimtelijk 3D
klankbeeld volgens de V.SEMI M.D.
verwerking, door 5 paar virtuele luidsprekers te
simuleren rondom de luisteraar op basis van het
geluid van de voorluidsprekers.
x Semi Cinema Studio EX. B
(SEMI C.EX B)*
Geeft de karakteristieke klank van de Sony
Pictures Entertainment filmgeluid-mengstudio,
een van de meest geavanceerde studio’s in
Hollywood. Het ruimtelijk 3D klankbeeld
volgens de V.SEMI M.D. verwerking wordt
verkregen door 5 paar virtuele luidsprekers te
simuleren rondom de luisteraar op basis van het
geluid van de voorluidsprekers.
Hierbij wordt met 3D ruimtelijke
geluidsverwerking een heel stel “virtuele
achterluidsprekers” gesimuleerd, op basis van
het geluid van de voorluidsprekers. Dit
klankbeeld biedt 5 paar virtuele luidsprekers
rondom en in een hoek van ongeveer 30° boven
de luisteraar.
x Virtuele Enhanced akoestiek A
(V.ENHANCE.A)*
Deze functie gebruikt 3D ruimtelijke
geluidsverwerking om 3 stel virtuele
achterluidsprekers te simuleren op basis van het
geluid van de voorluidsprekers.
x Virtuele Enhanced akoestiek B
(V.ENHANCE.B)*
Deze functie gebruikt 3D ruimtelijke
geluidsverwerking om 1 enkel stel virtuele
achterluidsprekers te simuleren op basis van het
geluid van de voorluidsprekers.
* “VIRTUAL” klankbeeld: Klankbeeld met
gesimuleerde extra luidsprekers. Bij de “SEMI
C.EX A–C” klankbeelden kan de akoestiek van de
diverse filmstudio’s ook zonder gesimuleerde
virtuele luidsprekers worden gerecreëerd, als de
“VIR.SP.” parameter in het SUR akoestiekmenu in
de “OFF” stand is gezet.
Geluidsinstellingen
Geeft de sfeer van een live-concert in een
openlucht-stadion.
x Virtuele Semi Multi-Dimensie
(V.SEMI M.D.)*
Opmerkingen
• Welke klankbeelden u kunt kiezen, hangt af van de
toets die is ingedrukt (MUSIC MODE of MOVIE
MODE). Als niet de juiste toets (MUSIC MODE of
MOVIE MODE) voor het gewenste type klankbeeld
oplicht, dan kunt u het betreffende klankbeeld niet
kiezen met de FILE SELECT keuzeknop. Druk
eerst op de MUSIC MODE toets of de MOVIE
MODE toets zodat het lampje ervan oplicht.
• De effecten die verkregen worden met behulp van
“virtuele” luidsprekers kunnen soms wat storing in
de weergave veroorzaken.
• Als u tijdens het opnemen een geluidsinstelling,
zoals bijvoorbeeld het klankbeeld verandert, zal het
opgenomen geluid bij dat punt even worden
onderbroken.
x Semi Cinema Studio EX. C
(SEMI C.EX C)*
Geeft de karakteristieke klank van de Sony
Pictures Entertainment opnamestudio voor
filmmuziek, met een ruimtelijk 3D klankbeeld
volgens de V.SEMI M.D. verwerking, door 5
paar virtuele luidsprekers te simuleren rondom
de luisteraar op basis van het geluid van de
voorluidsprekers.
21NL
Betekenis van de meerkanaals
Surround aanduidingen
L
C
R
SL
S
SR
VIRTUAL
dts
U kunt de klankbeelden naar wens aanpassen
door de akoestiekparameters en de klankkleur
van de voorluidsprekers zo in te stellen dat het
geluid in uw luisterruimte optimaal klinkt.
DIGITAL
1 2
3
4
1 VIRTUAL: Deze aanduiding licht op wanneer
er een klankbeeld met “virtuele” luidsprekers
is gekozen.
2 dts: Deze aanduiding licht op wanneer er
DTS signalen binnenkomen.
3 ; DIGITAL: Deze aanduiding licht op
wanneer de stereo-installatie signalen
decodeert die zijn opgenomen in het Dolby
Digital formaat.
4 Weergavekanaal-aanduidingen: De
letters in de vakjes (L, C, R, enz.) geven aan
welke geluidskanalen er worden
weergegeven. De vakjes om de letters “L” en
“R” geven aan dat het apparaat de inkomende
geluidsignalen samenmengt tot twee gewone
voorkanalen, “L” en “R”. Bij akoestisch
verruimde klankbeelden zoals “LARGE
HALL” (grote zaal) of “SMALL HALL”
(kleine zaal) voegt het systeem nagalm toe op
basis van het inkomend geluid.
L: linker voorluidspreker, R: rechter
voorluidspreker, C: middenluidspreker
(mono), SL: linksachter, SR: rechtsachter, S:
achterluidsprekers (mono achterkanaal).
Bijvoorbeeld:
Opnameformaat (voor/achter): 3/2
Uitgangskanaal: linksvoor en rechtsvoor
Klankbeeld: GAME
L
SL
C
S
R
SR
Bijregelen van de
klankbeelden
Wanneer u een klankbeeld bijgeregeld heeft, zullen de
nieuwe instellingen in het geheugen bewaard blijven
(tenzij de apparatuur langer dan ongeveer een week
niet op een stopcontact aangesloten is). Om een
bijgeregeld klankbeeld opnieuw te wijzigen, hoeft u
enkel de gewenste veranderingen aan te brengen.
Zie het overzicht op blz. 34 voor de parameters
waarmee u een bepaald klankbeeld kunt bijregelen.
Aanpassen van de
akoestiekparameters
Het SUR akoestiekmenu biedt een aantal parameters
waarmee u allerlei verschillende aspecten van het
gekozen klankbeeld kunt aanpassen. De instellingen
die u in dit menu kiest worden voor elk klankbeeld
afzonderlijk vastgelegd.
1 Start de weergave van een geluidsbron die is
gecodeerd met een meerkanaals Surround
geluidsspoor en kies er een klankbeeld bij.
Het MULTI CHANNEL DECODING meerkanaalsdecodeerlampje licht op terwijl de tuner bezig is
met het decoderen van signalen die zijn opgenomen
in een meerkanaals formaat.
Als het gekozen klankbeeld instelbare
akoestiekparameters bevat, licht de SUR toets op.
2 Wanneer de SUR toets oplicht, drukt u
deze SUR toets in.
De toets gaat knipperen en de eerste
parameter wordt aangegeven.
3 Druk enkele malen op de P of p toets
om in te stellen op de parameter die u
wilt bijregelen.
4 Druk enkele malen op de O of o toets
om de gewenste afstelling te kiezen.
De gekozen waarde wordt in het geheugen
vastgelegd.
5 Druk op de ENTER toets (op de A/V
versterker of de afstandsbediening).
22NL
De SUR toets blijft branden. Zie de tabel op
blz. 34 voor de akoestiekparameters.
x Effectniveau (EFFECT)
Met deze parameter kunt u de sterkte of nadruk van
het gekozen akoestiekeffect naar wens instellen.
x Wandbekleding (WALL)
Hiermee simuleert u de hardheid van de
wandbekleding van uw kamer, door het variëren
van de hoeveelheid hoge tonen: de S (soft)
instelling geeft een zachte wandbekleding aan
en de H (hard) instelling een harde
wandbekleding. De gemiddelde stand geldt
voor een standaard halfharde wand (van hout).
x Weerkaatsing (REVERB)
x Schermdiepte (S.DEPTH)
Net als in een bioscoop kunt u met deze
parameter ook in uw luisterkamer de indruk
wekken alsof het geluid direct komt vanaf de
beelden die op het scherm verschijnen, door het
geluid van de voorluidsprekers te verschuiven tot
“binnenin” het scherm. De schermdiepteparameter is instelbaar op “OFF” (uit), “M”
(gemiddeld) of “D” (diep). Met de “D” stand
geeft u het beeldscherm-geluid de grootste diepte.
x Virtuele luidsprekers (VIR.SP.)
Hiermee kunt u de virtuele luidsprekers die
worden gesimuleerd bij de SEMI C.EX A, B en
C klankbeelden naar wens aan of uit zetten.
Aanpassen van de
luidsprekerniveau-parameters
Het SP. LEVEL menu biedt een aantal parameters
waarmee u de balans van de voorluidsprekers en de
geluidssterkte van de lagetonen-luidspreker kunt
bijregelen. De instellingen die u hiermee maakt,
gelden voor alle klankbeelden.
1 Druk op de SET UP toets.
2 Druk enkele malen op de P of p toets
om in te stellen op “SP. LEVEL”.
3 Druk op de ENTER toets (op de A/V
versterker of de afstandsbediening).
4 Druk enkele malen op de P of p toets om de
parameter te kiezen die u wilt bijregelen.
5 Druk enkele malen op de O of o toets
om de gewenste afstelling te kiezen.
De gekozen waarde wordt in het geheugen
vastgelegd.
A/V versterker of de afstandsbediening).
Zie de tabel op blz. 34 voor de
luidsprekerniveau-parameters.
x Balans van de voorluidsprekers (FRONT)
Hiermee stelt u de weergave via de linker en
rechter voorluidsprekers evenwichtig in.
x Niveau van de lagetonen-luidspreker (SUB W.)
Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte voor
de speciale lagetonen-luidspreker.
x Laag Frequent Effect mengniveau (LFE)
Met deze parameter kunt u de geluidssterkte
bijregelen van het afzonderlijke LFE (Low
Frequency Effect) kanaal dat wordt weergegeven
via de lagetonen-luidspreker, zonder hierbij de
gewone lage tonen te beïnvloeden die door de
Dolby Digital basverdelingscircuits van de
voorkanalen worden overgeheveld naar de aparte
lagetonen-luidspreker.
• Bij “0 dB” wordt het volledige LFE signaal
uitgestuurd op het mengniveau dat is gekozen
door de opnamestudio-technicus.
Geluidsinstellingen
Met deze parameter kunt u de tijdsduur van de
vroege weerkaatsingen bijregelen om zo een
grotere (L) of een kleinere (S) ruimte te
simuleren. De gemiddelde stand (0) geeft een
standaard ruimte, zonder bijregeling.
6 Druk weer op de ENTER toets (op de
• In de “MUTING” stand wordt het geluid van het
LFE kanaal door de lagetonen-luidspreker gedempt.
De lage tonen van de voorluidsprekers worden echter
wel door de lagetonen-luidspreker weergegeven.
x Dynamiekcompressie (D.COMP.)
Hiermee kunt u het dynamisch bereik van een
speelfilm-geluidsspoor comprimeren, dus
verkleinen. Dit kan handig om ‘s avonds laat
een speelfilm te bekijken; met het geluid zacht
behoudt u toch een rijke, volle klank.
• In de “OFF” stand wordt het geluidsspoor
normaal weergegeven, zonder compressie.
• In de “STD” stand wordt het geluidsspoor
weergegeven met het volledig dynamisch
bereik, zoals gekozen door de opnamestudiotechnicus.
• Met de standen “0.1” - “0.9” kunt u het
dynamisch bereik geleidelijk steeds verder
comprimeren, om precies het gewenste effect te
bereiken.
• In de “MAX” stand wordt het dynamisch bereik
drastisch beperkt.
Opmerking
De dynamiekcompressie werkt alleen voor Dolby
Digital geluidsbronnen.
wordt vervolgd
23NL
Bijregelen van de klankbeelden
(vervolg)
Instellen van de grafiektoonregeling (EQ)
Via het EQ (equalizer) menu kunt u de
klankkleur (van lage, midden- en hoge tonen)
bijregelen voor de voorluidsprekers. De
instellingen die u in dit menu kiest worden voor
elk klankbeeld afzonderlijk vastgelegd.
1 Start de weergave van een geluidsbron
die is gecodeerd met een meerkanaals
Surround geluidsspoor en kies er een
klankbeeld bij.
Als het gekozen klankbeeld instelbare akoestiekparameters bevat, licht de EQ toets op.
2 Wanneer de EQ toets oplicht, drukt u
deze EQ toets in.
De toets gaat knipperen en de eerste
parameter wordt aangegeven.
3 Druk enkele malen op de P of p toets
om in te stellen op de parameter
(versterking (in dB) of frequentie (in
Hz)) die u wilt bijregelen.
Hiermee regelt u de versterking voor de lagere
frequenties.
x Middentonen voor de voorluidsprekers
(MID) (Versterking/frequentie)
Hiermee regelt u de versterking voor de
middenfrequenties.
x Hoge tonen voor de voorluidsprekers
(TREB) (Versterking/frequentie)
Hiermee regelt u de versterking voor de hogere
frequenties.
Terugstellen van bijgeregelde
klankbeelden op de oorspronkelijke fabrieksinstelling
Terugstellen van een enkel
bijgeregeld klankbeeld
1 Draai aan de FILE SELECT knop om
het klankbeeld te kiezen dat u op de
oorspronkelijke fabrieksinstelling wilt
terugstellen.
om de gewenste afstelling te kiezen.
2 Druk op de SET UP toets.
3 Druk enkele malen op de P of p toets
De gekozen waarde wordt in het geheugen
vastgelegd.
4 Druk op de ENTER toets (op de A/V
4 Druk enkele malen op de O of o toets
5 Druk op de ENTER toets (op de A/V
versterker of de afstandsbediening).
De EQ toets blijft branden. Zie de tabel op
blz. 34 voor de equalizer-parameters.
Versterking
(in dB)
Frequentie (in Hz)
In- en uitschakelen van de grafiektoonregeling (EQ)
24NL
x Lage tonen voor de voorluidsprekers
(BASS) (Versterking/frequentie)
Druk op de EQ ON/OFF toets. Het EQ
indicatorlampje in het uitleesvenster licht op
wanneer de grafiek-toonregeling is
ingeschakeld. De instellingen die u maakt met
de EQ parameters worden voor elk klankbeeld
afzonderlijk opgeslagen en gelden ook na
uitschakelen weer precies zo wanneer u de
grafiek-toonregeling weer inschakelt.
om in te stellen op “RESET MENU”.
versterker of de afstandsbediening).
5 Druk enkele malen op de P of p toets
om in te stellen op “CUR. F. RESET”.
6 Druk weer op de ENTER toets (op de
A/V versterker of de
afstandsbediening).
Alle akoestiekparameters, equalizerparameters en luidsprekerniveau-parameters
van het gekozen klankbeeld worden nu
teruggesteld op de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen.
Annuleren van het terugstellen
Druk op de SET UP toets.
Terugstellen van alle bijgeregelde
klankbeelden
1 Druk op de SET UP toets.
2 Druk enkele malen op de P of p toets
om in te stellen op “RESET MENU”.
3 Druk op de ENTER toets (op de A/V
versterker of de afstandsbediening).
4 Druk enkele malen op de P of p toets
om in te stellen op “ALL F. RESET”.
5 Druk weer op de ENTER toets (op de
A/V versterker of de afstandsbediening).
Annuleren van het terugstellen
Druk op de SET UP toets.
Geluidsinstellingen
Dan worden alle bijgeregelde
akoestiekparameters, equalizer-parameters
en luidsprekerniveau-parameters van alle
klankbeelden teruggesteld op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
25NL
Andere handige functies
Voor het
Drukt u
Omschakelen van de
spectrum analyzer
aanduidingen
Controleren van de
resterende tijd tot
het uitschakelen
eenmaal op de SLEEP toets.
Wijzigen van de
tijdsduur tot het
uitschakelen
enkele malen op de SLEEP
toets om de gewenste
tijdsduur te kiezen.
Houd de DISPLAY toets langer dan
2 seconden ingedrukt.
Annuleren van de
uitschakelfunctie
net zovaak op de SLEEP
toets totdat er “SLEEP OFF”
wordt aangegeven.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert
de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
SPECTRUM ON y SPECTRUM OFF
Keuze van de helderheid
van het uitleesvenster
1 Druk op de SET UP toets.
2 Druk enkele malen op de P of p toets
om in te stellen op “DIMMER”.
3 Druk op de ENTER toets (op de A/V
versterker of de afstandsbediening).
4 Druk enkele malen op de O of o toets
om de gewenste afstelling te kiezen.
De gekozen waarde wordt in het geheugen
vastgelegd.
5 Druk op de ENTER toets (op de A/V
versterker of de afstandsbediening).
Gerust in slaap vallen met
muziek
— Sluimerfunctie
U kunt de stereo-installatie automatisch laten
uitschakelen na een door u gekozen tijdsduur, zodat
u gerust met de muziek aan kunt gaan slapen.
Druk op de SLEEP toets van de
afstandsbediening.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de minuten-aanduiding (de uitschakeltijdsduur) in het uitleesvenster als volgt:
OFF t AUTO* t 90min t 80min t
70min t … t 10min
26NL
* Hierbij wordt de stroom uitgeschakeld wanneer het
einde van de weergegeven compact disc of cassette
wordt bereikt (tot maximaal 100 minuten later).
Ontwaken met muziek
— Dagelijkse wekfunctie
U kunt elke dag op een door u gekozen tijdstip
gewekt worden met muziek. Hiervoor moet wel
eerst de ingebouwde klok gelijk zetten (zie
“Gelijkzetten van de klok” op blz. 9).
1 Tref de voorbereidingen voor de
geluidsbron waarmee u gewekt wilt
worden.
• CD: Plaats een compact disc. Om te
beginnen bij een bepaald muziekstuk,
maakt u een muziekprogramma (zie
“Muziekstukken van CD’s
programmeren” op blz. 12).
• Cassette: Leg een cassette in met de
kant die u wilt horen naar voren gericht.
• Radio: Stem af op de gewenste
voorkeurzender (zie “Luisteren naar de
radio” op blz. 14).
2 Stel de geluidssterkte naar wens in.
3 Druk op de CLOCK/TIMER toets (of de
CLOCK/TIMER SET toets van de
afstandsbediening).
De aanduiding “DAILY1 SET” verschijnt.
4 Druk enkele malen op de O of o toets
om in te stellen op “DAILY 1 (of 2)” en
druk dan op de ENTER toets (op de A/V
versterker of de afstandsbediening).
Nu verschijnt er “ON” en de uren-cijfers
gaan knipperen.
5 Kies de tijd waarop de muziekweergave
moet beginnen.
Druk enkele malen op de O of o toets om
het juiste uur in te stellen en druk dan op de
ENTER toets (op de A/V versterker of de
afstandsbediening).
De minuten-aanduiding gaat knipperen.
Druk enkele malen op de O of o toets om de
juiste minuut in te stellen en druk weer op
de ENTER toets (op de A/V versterker of de
afstandsbediening).
Nu knippert weer de uren-aanduiding.
Opmerkingen
• Als de stereo-installatie op de gekozen inschakeltijd
nog aan staat, zal de Daily timer wekfunctie niet
werken.
• Als u de sluimerfunctie voor automatisch
uitschakelen gebruikt, zal de wekfunctie niet
werken tot nadat de sluimerfunctie het apparaat
heeft uitgeschakeld.
• De stroom zal ongeveer 15 seconden vóór de
gekozen wektijd worden ingeschakeld.
6 Stel de tijd in waarop de muziek moet
stoppen, volgens de aanwijzingen
onder stap 5.
7 Druk enkele malen op de O of o toets
De geluidsbron-aanduiding verandert als volgt:
t TUNER y CD PLAY T
t TAPE PLAY T
8 Druk op de ENTER toets (op de A/V
versterker of de afstandsbediening).
Nu verschijnt het nummer van de schakelklokinstelling (“DAILY 1” of “DAILY 2”), de
wektijd, de eindtijd, de gekozen geluidsbron
en dan weer de oorspronkelijke aanduidingen.
Andere handige functies
totdat de gewenste geluidsbron wordt
aangegeven.
9 Schakel de stereo-installatie uit.
Voor het
Doet u het volgende
Controleren van
de instellingen
Drukt u op de TIMER
SELECT toets (of de CLOCK/
TIMER SELECT toets van de
afstandsbediening), dan enkele
malen op O of o om de
instelling te kiezen (“DAILY
1” of “DAILY 2”) en druk dan
op de ENTER toets (op de A/V
versterker of de
afstandsbediening).
Wijzigen van de
instellingen
Begint u weer vanaf stap 1.
Annuleren van de
Drukt u op de TIMER
schakelklok-opname SELECT toets (of de CLOCK/
TIMER SELECT toets van de
afstandsbediening), dan enkele
malen op O of o om in te
stellen op “TIMER OFF” en
druk dan op de ENTER toets
(op de A/V versterker of de
afstandsbediening).
27NL
Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur
Opmerkingen
Aansluiten van audioapparatuur
U kunt diverse geluidsapparatuur aansluiten op
de stekkerbussen op het achterpaneel van de
tuner.
Verbinden met de
digitale ingang van
een minidiscrecorder of een
DVD videospeler
Verbinden met
de digitale
uitgang van een
minidisc-recorder
of een DVD
videospeler
Verbinden
met een
ultralaagluidspreker
Verbinden met
de analoge
ingangen van
een minidiscrecorder
Verbinden met
de analoge
uitgangen van
een
videorecorder
Verbinden met
de analoge
uitgangen van
een minidiscrecorder
Voor het
Doet u het volgende
Digitaal opnemen
van een CD op
minidisc
Sluit u een los
verkrijgbare optische
kabel aan.
Luisteren naar de
digitale weergave van
een aangesloten
minidisc-speler
Drukt u op de DIGITAL
toets.
Luisteren naar de
analoge weergave van
een aangesloten
minidisc-speler
Draait u aan de
FUNCTION knop om in
te stellen op “MD”.
Luisteren naar de
analoge weergave van
een aangesloten
videorecorder
Draait u aan de
FUNCTION knop om in
te stellen op “VIDEO”.
Tip
Als u het beschermdopje uit een optische stekkerbus
verwijdert, bewaart u dit dan voor later gebruik.
28NL
• Maak de aansluitingen volgens de kleurcodes van
de stekkers en de aansluitbussen, om links en rechts
niet te verwisselen.
• Als u een video-CD speler wilt aansluiten, kunt u de
audio-uitgangen van de video-CD speler het best
aansluiten op de MD IN stekkerbussen van deze
stereo-installatie.
• Er worden alleen digitale signalen weergegeven via
de DIGITAL OUT aansluiting tijdens CD-weergave
en weergave van een DIGITAL geluidsbron. De
uitgestuurde signalen via de DIGITAL OUT
aansluiting worden niet beïnvloed door de
geluidsbijregeling.
• Dit apparaat is niet geschikt voor weergave van
digitaal geluid met een bemonsteringsfrequentie van
96 kHz of in het SACD formaat.
Aanvullende informatie
Juiste omgang met compact discs
Voorzorgsmaatregelen
Bedrijfsspanning
Controleer voor het inschakelen van de stereo-installatie
eerst of de bedrijfsspanning van het apparaat wel
overeenkomt met het voltage van het plaatselijk lichtnet.
Veiligheid
• Zolang de stekker van het netsnoer in het stopcontact zit,
blijft er een geringe hoeveelheid stroom naar het apparaat
lopen, ook al staat de stereo-installatie uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt
de stereo-installatie geruime tijd niet te gebruiken.
Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te
trekken. Trek nooit aan het snoer.
• Mocht er vloeistof of een voorwerp in het
inwendige van het apparaat terechtkomen, verbreek
dan de aansluiting op het stopcontact en laat de
stereo-installatie eerst door een deskundige nakijken
alvorens deze weer in gebruik te nemen.
• Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te vervangen, laat
dit dan uitsluitend bij een erkende onderhoudsdienst verrichten.
• Zet de apparatuur niet scheef, maar altijd zo precies
mogelijk horizontaal.
• Zet het apparaat niet op een plaats met:
— extreme hitte of koude.
— stof of vuil.
— erg veel vocht.
— heftige trillingen.
— directe zonnestraling.
Hitte in het inwendige
• Alhoewel het apparaat tijdens gebruik nogal warm
kan worden, wijst dat niet op storing in de werking.
• Zet de stereo-installatie op een goed geventileerde
plaats, met voldoende luchtdoorstroming om
oververhitting in het inwendige te voorkomen.
Vooral bij afspelen op hoog volume kunnen de boven-,
onder- en zijpanelen na verloop van tijd heet worden.
Pas hiervoor op en raak de behuizing liever niet aan.
Om defecten door oververhitting te voorkomen, mag u de
ventilatiesleuven voor de koelventilator niet afdekken.
Voorkomen van schade door condensvocht
• Als de stereo-installatie rechtstreeks van een koude in een
warme omgeving wordt gebracht of in een erg vochtige
kamer wordt geplaatst, kan op de lens binnenin de
compact disc speler vocht uit de lucht condenseren. Als
dit zich voordoet, zal de stereo-installatie niet naar
behoren functioneren. In zulke gevallen verwijdert u de
CD of de minidisc te verwijderen en laat u het apparaat
ongeveer een uur lang ongebruikt aan staan, zodat alle
condensvocht kan verdampen.
• Voor u de stereo-installatie verplaatst of vervoert,
dient u alle discs uit het apparaat te verwijderen.
Mocht u vragen hebben of problemen met de
apparatuur, neemt u dan a.u.b. contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony leverancier.
Afspelen van CD-R/CD-RW discs
Compact discs die zijn opgenomen met een CD-R/
CD-RW recorder of “CD-brander” zijn in dit apparaat
niet altijd goed af te spelen, niet alleen door stof of
vuil, maar vanwege de opnamekarakteristiek van het
opname-apparaat. En als een zelf opgenomen CD nog
niet gefinaliseerd is, kunt u die nooit in dit apparaat
afspelen.
Reinigen van de behuizing
Maak de buitenkant van de apparatuur schoon met
een zacht doekje, droog of licht bevochtigd met wat
milde vloeibare zeep.
Beveiligen van waardevolle
bandopnamen
Om een cassette tegen per ongeluk wissen of
abusievelijk opnemen te beveiligen, breekt u het
wispreventienokje uit voor cassettekant A of B, zoals
in de afbeelding is aangegeven.
Om een beveiligde cassette weer voor opnemen te
gebruiken, dekt u de ontstane opening(en) met een
stukje plakband af. Let hierbij echter op dat u niet de
helft van de openingen bedekt waaraan het
cassettedeck de bandsoort herkent.
Bandsoortherkenningsopeningen
Nokje van kant B
Nokje van kant A
Bandsoort:
CrO2/
metaalband
Bandsoort:
Normaalband
Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur/
Aanvullende informatie
Opstelling
• Veeg elke CD voor het afspelen schoon met een
niet pluizend reinigingsdoekje. Veeg vanuit het
midden naar de rand.
• Gebruik voor het reinigen van CD’s geen
oplosmiddelen e.d.
• Zorg dat uw compact discs niet worden blootgesteld
aan fel zonlicht of de hitte van een kachel of andere
warmtebron.
• Discs met afwijkende vormen (hoekig, hartvormig
of stervormig) zijn in dit apparaat niet af te spelen.
Probeer het in geen geval, want de stereo-installatie
kan er door beschadigd worden. Gebruik dergelijke
discs niet.
Bandsoortherkenningsopening
Wispreventienokje
van kant A uitbreken
wordt vervolgd
29NL
Voorzorgsmaatregelen (vervolg)
Algemeen
Alvorens u een cassette in een van
de decks plaatst
Het uitleesvenster gaat knipperen zodra u de
stekker in het stopcontact steekt, ook al hebt u
het apparaat nog niet eens ingeschakeld.
Zorg dat eventuele lussen in de band zijn
strakgetrokken. Anders zou de band in het mechanisme
verwikkeld kunnen raken, met kans op beschadiging.
Betreffende cassettes langer dan 90
minuten
De uiterst dunne band in deze cassettes kan
gemakkelijk uitrekken. Bij gebruik van een dergelijke
cassette mag u de band niet te vaak snelspoelen,
stoppen en weer starten. Hierdoor zou de band in het
bandloopwerk verstrikt kunnen raken.
Reinigen van de bandkoppen
Het verdient aanbeveling de koppen na iedere tien
gebruiksuren te reinigen. Maak de bandkoppen in elk
geval even schoon vóór het maken van een belangrijke
bandopname, evenals na het afspelen van een oude
cassette. Reinig de bandkoppen met een in de audiohandel
verkrijgbare reinigingscassette, van het droge of het
vloeistof-type. Zie voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette.
Demagnetiseren van de bandkoppen
Na 20 à 30 gebruiksuren, of bij een hoorbaar verlies aan
hoge tonen en/of toename van ruis, dient u de
bandkoppen en de metalen delen van het bandloopwerk te
demagnetiseren met een in de audiohandel verkrijgbare
demagnetiseercassette. Zie voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzing van de demagnetiseercassette.
Verhelpen van storingen
Mocht zich een probleem voordoen met de
stereo-installatie, neemt u dan de volgende lijst
met controlepunten door.
Controleer echter eerst of het netsnoer stevig is
aangesloten en of alle aansluitingen van de
luidsprekers in orde zijn.
Is het probleem niet zo eenvoudig te verhelpen,
neem dan a.u.b. contact op met uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar. Als er
reparatie nodig is, brengt u dan vooral de
gehele stereo-installatie naar de
onderhoudsdienst. Dit is een samenhangend
systeem en in veel gevallen kan een storing
alleen worden opgespoord als de gehele stereoinstallatie beschikbaar is.
• Er is een demonstratie van de mogelijkheden
gestart. Schakel de stereo-installatie in met de
?/1 toets (zie stap 5 op blz. 8).
De tijdinstelling/schakelklok-instellingen zijn
vervallen.
• De stekker is uit het stopcontact getrokken of de
stroom is uitgevallen. Volg opnieuw de
aanwijzingen onder “Gelijkzetten van de klok”
(op blz. 9). Als u een schakelklok-instelling hebt
gemaakt, volg dan weer de aanwijzingen onder
“Ontwaken met muziek” (op blz. 26) en/of
“Schakelklok-opname van radio-uitzendingen”
(op blz. 18).
De voorkeurzenders zijn uit het geheugen gewist.
• De stekker is uit het stopcontact getrokken of de
stroomvoorziening is langer dan een halve dag
onderbroken geweest. Leg de voorkeurzenders
opnieuw vast volgens “Voorinstellen van
radiozenders” (op blz. 14).
Er klinkt geen geluid.
• Draai de VOLUME knop naar rechts.
• Controleer of er geen hoofdtelefoon is aangesloten.
• Steek bij het aansluiten van de luidsprekers
alleen de gestripte kerndraad van de snoeren in
de SPEAKER aansluitklemmen. Als u ook de
plastic isolatielaag insteekt, kunnen de
luidsprekers geen geluid weergeven.
• Het beveiligingscircuit van de versterker is in werking
getreden, vanwege kortsluiting. (De aanduidingen
“PROTECT” en “PUSH POWER” knipperen om en
om.) Schakel de stereo-installatie uit, verhelp de
kortsluiting en schakel dan de stroom weer in.
• Tijdens een schakelklok-opname wordt er nooit
geluid weergegeven.
Ernstige brom of andere storende geluiden.
• De stereo-installatie staat te dicht bij een TV of
videorecorder. Zet de stereo-installatie verder
van de TV of videorecorder vandaan.
In plaats van de tijd verschijnt er alleen “--:--”.
• De stroomvoorziening is onderbroken geweest.
Stel de klok op de juiste tijd in en leg uw
voorkeurzenders en schakelklok-instellingen
opnieuw vast.
De schakelklok-functies werken niet naar
behoren.
• Stel de klok op de juiste tijd in.
• U kunt de “Daily” wekfunctie en de “Rec”
schakelklok-opname niet tegelijk gebruiken.
30NL
Bij indrukken van de TIMER SELECT toets (of de
CLOCK/TIMER SELECT toets van de
afstandsbediening) verschijnt de “DAILY 1”,
“DAILY 2” of “REC SELECT” aanduiding niet.
• Maak de schakelklok-instellingen zorgvuldig
volgens de aanwijzingen.
• Stel eerst de klok op de juiste tijd in.
De afstandsbediening werkt niet.
• Zorg dat er geen obstakels tussen de
afstandsbediening en de stereo-installatie zijn.
• Richt de afstandsbediening van dichtbij recht op
de afstandsbedieningssensor van de stereoinstallatie.
• Misschien zijn de batterijen (bijna) leeg.
Vervang beide batterijen door nieuwe.
Er gaat een hinderlijke fluit- of loeitoon
“rondzingen”.
• Verminder de geluidssterkte.
• Houd de microfoon wat verder van de
luidsprekers of in een andere richting.
• Schakel uw TV-toestel eenmaal uit en dan na 15
of 30 minuten weer in. Als de kleuren nog steeds
niet goed zijn, zet dan de luidsprekers wat verder
van het TV-toestel vandaan.
De aanduidingen “PROTECT” en “PUSH
POWER” knipperen om en om.
• Er is een te krachtig ingangssignaal
doorgekomen. Schakel de stroom uit, laat de
stereo-installatie een tijdje uit staan en schakel
dan de stroom weer in. Als de aanduidingen
“PROTECT” en “PUSH POWER” bij weer
inschakelen nog steeds beurtelings knipperen,
controleert u dan de aansluiting van de
luidsprekersnoeren.
De disc-lade van de CD-speler gaat niet dicht.
• Controleer of de compact disc niet scheef in de
disc-lade ligt.
Het afspelen van de compact disc begint niet.
•
•
•
•
Misschien ligt de CD niet precies vlak in de disc-lade.
Misschien is de compact disc vuil (zie blz. 29).
Misschien is de CD ondersteboven ingelegd.
Er kan vocht uit de lucht in het apparaat zijn
gecondenseerd.
Het afspelen begint niet bij het eerste muziekstuk.
• De compact disc speler staat ingesteld op
programma-weergave of weergave in
willekeurige volgorde. Druk enkele malen op de
PLAY MODE toets totdat er “1 DISC” of “ALL
DISCS” in het uitleesvenster verschijnt.
De aanduiding “OVER” verschijnt in het uitleesvenster.
• Tijdens het zoeken met de M toets is het einde
van de compact disc of de cassette bereikt.
Cassettedeck
Het opnemen lukt niet.
• Het wispreventienokje van de cassette is
verwijderd (zie “Beveiligen van waardevolle
bandopnamen” op blz. 29).
• De band is geheel naar het einde doorgespoeld.
Het is niet mogelijk op te nemen of weer te
geven of het geluidsvolume neemt af.
• Misschien zijn de bandkoppen vuil (zie
“Reinigen van de bandkoppen” op blz. 30).
• De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd (zie
“Demagnetiseren van de bandkoppen” op blz. 30).
Aanvullende informatie
Er blijven vreemde kleuren op het TV-scherm
verschijnen.
Compact disc speler
Eerdere opnamen worden onvoldoende gewist.
• De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd (zie
“Demagnetiseren van de bandkoppen” op blz. 30).
Luidsprekers
Een van de luidsprekers geeft geen geluid of de
weergave van links en rechts klinkt
onevenwichtig.
• Controleer de luidspreker-aansluitingen en de
opstelling van de luidsprekers.
• Er wordt een mono geluidsbron weergegeven.
• Stel de parameters voor de geluidsbalans beter in
(zie blz. 23).
Er klinken te weinig lage tonen.
• Controleer of de + en – aansluitingen van de
luidsprekers niet verwisseld zijn.
Teveel snelheidsfluctuaties of soms wegvallend geluid.
• Vuil op de capstan-assen of aandrukrollen (zie
“Reinigen van de bandkoppen” op blz. 30).
Teveel ruis of wegvallende hoge tonen.
• De opname/weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd (zie “Demagnetiseren van de
bandkoppen” op blz. 30).
Bij indrukken van de N (of n) weergavetoets of
de Z uitwerptoets klinkt er een mechanisch geluid,
er verschijnt “EJECT” in het uitleesvenster en het
apparaat wordt uitgeschakeld.
• Waarschijnlijk is de cassette niet juist ingelegd.
wordt vervolgd
31NL
Verhelpen van storingen (vervolg)
Tuner
Ernstige brom of andere storing in de radioontvangst (in het uitleesvenster knippert de
“TUNED” of de “STEREO” aanduiding).
• Richt of verstel de antenne.
• De ontvangen zender komt te zwak door. Sluit
een buitenantenne aan.
Een stereo FM uitzending wordt niet in stereo
weergegeven.
• Druk op de STEREO/MONO toets zodat de
“MONO” aanduiding in het uitleesvenster dooft.
Als er zich andere problemen
voordoen, die hierboven niet zijn
beschreven, kunt u de stereoinstallatie als volgt terugstellen in
de uitgangsstand:
1 Houd de DIGITAL toets ingedrukt en druk
op de DISPLAY toets.
2 Druk op de ?/1 aan/uit-schakelaar om de
stereo-installatie aan te zetten.
Zo stelt u de stereo-installatie terug op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen. U zult alle
eigen geheugen-instellingen opnieuw moeten
maken.
Technische gegevens
Versterker-gedeelte
DIN uitgangsvermogen (nominaal)
60 + 60 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie)
80 + 80 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
10% THV)
Muziekvermogen (referentie)
150 + 150 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz,
10% THV)
Ingangen
VIDEO (AUDIO) IN:
ingangsspanning 250 mV
(tulpstekkerbussen)
impedantie 47 kOhm
MD IN:
ingangsspanning 450 mV
(tulpstekkerbussen)
impedantie 47 kOhm
OPTICAL IN:
(vierkante optische aansluitbus, achterpaneel)
Golflengte
700 nm
Uitgangen
MD OUT:
(tulpstekkerbussen)
PHONES:
(stereo ministekkerbus)
FRONT SPEAKER:
SUB WOOFER OUT:
uitgangsspanning 250 mV
impedantie 1 kOhm
voor hoofdtelefoons met
impedantie van 8 ohm of
meer
voor luidsprekers met
impedantie van 6 tot
16 ohm
uitgangsspanning 1 V,
impedantie 1 kOhm
Compact disc speler
Afspeelsysteem
Compact disc digitaal
audiosysteem
Laser
Halfgeleider laser
(λ=795 nm)
Emissieduur: continu
Frequentiebereik
2 Hz – 20 kHz (±0,5 dB)
Signaal/ruisverhouding
Beter dan 90 dB
Dynamisch bereik
Beter dan 90 dB
OPTICAL OUT aansluiting
(vierkante optische aansluitbus, achterpaneel)
Cassettedecks
Opname/weergavesysteem
Frequentiebereik
(zonder Dolby
ruisonderdrukking)
Snelheidsfluctuaties
32NL
4 sporen, 2 kanalen stereo
60 – 13.000 Hz (±3 dB)
met Sony TYPE I
normaalband-cassette
60 – 14.000 Hz (±3 dB)
met Sony TYPE II CrO2cassette
±0,15 % Gewogen
piekniveau (IEC)
0,1 % Gewogen R.M.S.
(NAB)
±0,2 % Gewogen
piekniveau (DIN)
Tuner-gedeelte
FM stereo, FM/AM superheterodyne afstemming
FM afstemtrap
Afstembereik
Antenne
Antenne-aansluitingen
Tussenfrequentie
87,5 – 108,0 MHz
FM draadantenne
75 ohm, asymmetrisch
10,7 MHz
AM afstemtrap
Afstembereik
Antenne
Antenne-aansluiting
Tussenfrequentie
531 – 1.602 kHz (met
afsteminterval ingesteld
op 9 kHz)
AM kaderantenne
Externe antenneaansluiting
450 kHz
Luidsprekers SS-S3
Luidsprekersysteem
15 cm ø, conus-type
15 cm ø, conus-type
2,8 cm ø, koepel-type
6 ohm
Ca. 235 x 470 x 265 mm
Ca. 7,3 kg netto per
luidspreker
Algemeen
Stroomvoorziening
230 V wisselstroom,
50/60 Hz
Stroomverbruik
180 watt
0,6 watt (in
stroombesparingsstand)
Afmetingen (b/h/d)
TA-S3:
ST-S3:
CDP-S3:
TC-S3:
Ca. 280 x 128 x 350 mm
Ca. 280 x 108 x 340 mm
Ca. 280 x 108 x 330 mm
Ca. 280 x 128 x 330 mm
Gewicht
TA-S3:
ST-S3:
CDP-S3:
TC-S3:
Ca. 6,2 kg
Ca. 2,1 kg
Ca. 2,7 kg
Ca. 2,4 kg
Bijgeleverd toebehoren:
Aanvullende informatie
Luidsprekereenheden
Lagetonen-luidspreker:
Ultralaag-luidspreker:
Hogetonen-luidspreker:
Nominale impedantie
Afmetingen (b/h/d)
Gewicht
3-luidspreker
3-wegsysteem, in
basreflexkast, magnetisch
afgeschermd type
AM kaderantenne (1)
FM draadantenne (1)
Afstandsbediening (1)
Batterijen (2)
Luidsprekersnoeren (2)
Optische aansluitkabel (1)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.
33NL
Tabel voor de instellingen met de SUR, EQ en SET UP toetsen
SUR akoestiekparameters (Druk op SUR)
Druk op P of p
Druk op O of o
Oorspronkelijke instelling
Pagina
EFFECT [XX]
afhankelijk van het klankbeeld
afhankelijk van het klankbeeld
22
WALL S/H [X]
S (zacht) (–8) tot H (hard) (+8)
gemiddeld
REVERB S/L [X]
S (kort) (–8) tot L (lang) (+8)
gemiddeld
S.DEPTH [XXX]
OFF, M, D
M
VIR.SP. [XXX]
ON, OFF
ON
EQ akoestiekparameters (Druk op EQ)
FRONT BASS
MID
GAIN
Druk op P of p
Druk op O of o
Pagina
BASS [XXX] dB
–8 dB tot +8 dB
24
FREQUENCY
BASS [XXX] kHz
99 Hz tot 1,0 kHz
GAIN
MID [XXX] dB
–8 dB tot +8 dB
FREQUENCY
TREBLEGAIN
FREQUENCY
MID [XXX] kHz
500 Hz tot 5 kHz
TREB [XXX] dB
–8 dB tot +8 dB
TREB [XXX] kHz
1,0 kHz tot 10 kHz
SET UP akoestiekparameters (Druk op SET UP)
34NL
Druk op P of p
Druk op P of p
Druk op O of o
Oorspronkelijke instelling
Pagina
SP. LEVEL
FRONT L/R [X]
–6 tot +6
midden
23
SUB W. [XX] dB
–10 dB tot +10 dB
+10 dB
LFE XXXXX
MUTING, –20 dB tot 0 dB
0 dB
D.COMP.
OFF, 0,1 tot 0,9, STD, MAX OFF
DIMMER
DIMMER [XXX]
OFF, 1, 2
OFF
26
RESET MENU
CUR. F. RESET
—
24
ALL F. RESET
—
Instelbare parameters voor elk van de klankbeelden
De bijgeregelde SUR akoestiekparameters en EQ parameters worden voor elk klankbeeld
afzonderlijk vastgelegd.
De bijgeregelde SP. LEVEL luidsprekerniveau-parameters gelden voor alle klankbeelden.
<
SUR
><
SP. LEVEL
>
EFFECT
LEVEL
WALL
TYPE
REVERB SCREEN VIRTUAL FRONT SUB WOOFER LFE* D.COMP.*
DEPTH SPEAKER BALANCE
LEVEL
z
z
z
z
SMALL HALL
z
z
z
z
z
z
z
LARGE HALL
z
z
z
z
z
z
z
OPERA HOUSE
z
z
z
z
z
z
z
JAZZ CLUB
z
z
z
z
z
z
z
DISCO/CLUB
z
z
z
z
z
z
z
CHURCH
z
z
z
z
z
z
z
LIVE HOUSE
z
z
z
z
z
z
z
ARENA
z
z
z
z
z
z
z
STADIUM
z
z
z
z
z
z
z
GAME
z
z
z
z
z
z
z
MUSIC MODE
2CH STEREO
SEMI C.EX A
z
z
z
z
z
z
z
SEMI C.EX B
z
z
z
z
z
z
z
SEMI C.EX C
z
z
z
z
z
z
z
V.SEMI M.D.
z
z
z
z
V.ENHANCE.A
z
z
z
z
V.ENHANCE.B
z
z
z
z
Aanvullende informatie
MOVIE MODE
* Deze parameters kunnen niet altijd instelbaar zijn of niet altijd het gewenste effect hebben, afhankelijk van de
geluidsbron. Zie voor nadere bijzonderheden de beschrijving onder “Aanpassen van de luidsprekerniveauparameters”.
wordt vervolgd
35NL
Instelbare parameters voor elk van de
klankbeelden (vervolg)
<
EQ
>
FRONT
BASS (dB)
FRONT
BASS (Hz)
FRONT
MID (dB)
FRONT
MID (Hz)
FRONT
TREB (dB)
FRONT
TREB (Hz)
2CH STEREO
z
z
z
z
z
z
SMALL HALL
z
z
z
z
z
z
LARGE HALL
z
z
z
z
z
z
OPERA HOUSE
z
z
z
z
z
z
JAZZ CLUB
z
z
z
z
z
z
DISCO/CLUB
z
z
z
z
z
z
CHURCH
z
z
z
z
z
z
LIVE HOUSE
z
z
z
z
z
z
ARENA
z
z
z
z
z
z
STADIUM
z
z
z
z
z
z
GAME
z
z
z
z
z
z
SEMI C.EX A
z
z
z
z
z
z
SEMI C.EX B
z
z
z
z
z
z
SEMI C.EX C
z
z
z
z
z
z
V.SEMI M.D.
z
z
z
z
z
z
V.ENHANCE.A
z
z
z
z
z
z
V.ENHANCE.B
z
z
z
z
z
z
MUSIC MODE
MOVIE MODE
36NL