Sony DSC-W270 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

© 2009 Sony Corporation 4-125-475-72(1)
NL
Cyber-shot-handboek
DSC-W270/W275/W290
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
2
NL
Gebruik van dit handboek
Klik op een toets in de rechterbovenhoek om naar de betreffende pagina te verspringen.
Dit is handig wanneer u een functie zoekt waarover u wilt lezen.
Zoeken naar informatie op functie.
Zoeken naar informatie op bediening.
Zoeken naar informatie in een lijst met
MENU/Instellingen.
Zoeken naar informatie op trefwoord.
Markeringen en notatie gebruikt in dit handboek
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
Inhoud
In dit handboek wordt de volgorde van de
bedieningen aangegeven door pijlen (t).
Bedien de camera in de aangegeven
volgorde. Markeringen worden afgebeeld
zoals ze worden verschijnen in de
standaardinstellingen van de camera.
De standaardinstelling wordt aangegeven
met .
Dit geeft voorzorgen en beperkingen aan
die betrekking hebben op de correcte
bediening van de camera.
Dit geeft informatie aan die nuttig is om te
weten.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
3
NL
Opmerkingen over het gebruik
van de camera
Opmerkingen over de typen "Memory
Stick" die u kunt gebruiken (los
verkrijgbaar)
"Memory Stick Duo": U kunt
een "Memory Stick Duo"
gebruiken met de camera.
"Memory Stick": U kunt
geen "Memory Stick"
gebruiken met de camera.
Andere geheugenkaarten kunnen niet
worden gebruikt.
Voor verdere informatie over de "Memory Stick
Duo", zie pagina 139.
Bij gebruik van een "Memory Stick
Duo" in een "Memory Stick"-
compatibel apparaat
U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken
door deze in de "Memory Stick Duo"-adapter
(los verkrijgbaar) te steken.
Opmerkingen over de accu
Laad de accu (bijgeleverd) op voordat u de
camera voor het eerst gebruikt.
U kunt de accu opladen ook als deze niet
volledig leeg is. Bovendien, zelfs als de accu
niet volledig is opgeladen, kunt u de
gedeeltelijke lading van de accu gebruiken.
Als u de accu gedurende een lange tijd niet
denkt te gaan gebruiken, verbruikt u de
resterende acculading, haalt u de accu uit de
camera, en bewaart u de accu op een koele,
droge plaats. Dit dient om de functies van de
accu te behouden.
Voor verdere informatie over bruikbare accu’s,
zie pagina 141.
Carl Zeiss-lens
De camera is uitgerust met een lens van Carl Zeiss
die in staat is scherpe beelden met een uitstekend
contrast te reproduceren.
De lens van de camera is geproduceerd onder een
kwaliteitsborgingssysteem dat is gecertificeerd
door Carl Zeiss in overeenstemming met de
kwaliteitsnormen van Carl Zeiss in Duitsland.
Opmerkingen over het LCD-scherm en
de lens
Het LCD-scherm is vervaardigd met behulp van
uiterste precisietechnologie zodat meer dan
99,99% van de beeldpunten effectief werkt.
Echter, enkele kleine zwarte en/of heldere
punten (wit, rood, blauw of groen) kunnen
zichtbaar zijn op het LCD-scherm. Deze punten
zijn een normaal gevolg van het productieproces
en hebben géén invloed op de opnamen.
Als het LCD-scherm of de lens langdurig wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot
defecten leiden. Wees voorzichtig wanneer u de
camera bij een venster of buiten neerzet.
Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan
dan verkleuren, waardoor een storing wordt
veroorzaakt.
In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is geen
defect.
Wees voorzichtig dat u niet tegen de
beweegbare lens stoot en let erop dat er geen
kracht op wordt uitgeoefend.
De beelden in dit handboek
De beelden die in dit handboek gebruikt worden
als voorbeeld, zijn gereproduceerde beelden die
niet daadwerkelijk met de camera zijn opgenomen.
Over de afbeeldingen
De afbeeldingen in dit handboek zijn van de
DSC-W290, behalve indien anderszins vermeld.
"Memory Stick
Duo"-adapter
Zwarte, witte, rode, blauwe
of groene puntjes
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
4
NL
Inhoud
Opmerkingen over het gebruik van de
camera
Gebruik van dit handboek ····································· 2
Opmerkingen over het gebruik van de camera ····· 3
Zoeken op bediening············································· 7
Zoeken in MENU/Instellingen······························ 10
Plaats van de onderdelen ··································· 14
De functiekeuzeknop gebruiken·························· 15
De DISP (schermweergave-)instelling
veranderen ·························································· 16
Het interne geheugen gebruiken························· 18
Opnemen
Slim automatisch instellen··································· 19
Scènekeuze ························································ 20
Eenvoudig opnemen ··········································· 22
Bewegende beeldn ············································· 24
Autom. Programma ············································· 25
Lach-sluiter·························································· 26
Zoom ··································································· 27
Zelfontsp. ···························································· 28
Macro ·································································· 29
Flitser ·································································· 30
Weergeven
Stilstaande beelden weergeven ·························· 31
Weergavezoom ··················································· 32
Beeldindex ·························································· 33
Wissen ································································ 34
Bewegende beelden weergeven························· 35
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
5
NL
MENU (Opnemen)
MENU-onderdelen (Opnemen) ··························· 10
MENU
(Weergeven)
MENU-onderdelen (Weergeven)························· 11
Instellingen
Instellingen·························································· 12
Televisie
Beelden weergeven op een televisie ················ 103
Computer
Werken met uw Windows-computer ················· 106
De software (bijgeleverd) installeren················· 108
Over "PMB (Picture Motion Browser)"
(bijgeleverd) ······················································ 109
Van de beelden genieten op een computer ······ 110
"Music Transfer" (bijgeleverd) gebruiken ·········· 114
Uw Macintosh-computer gebruiken··················· 115
"Geavanceerde Cyber-shot-handleiding"
weergeven························································· 118
Afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken·························· 119
Rechtstreeks beelden afdrukken op een
PictBridge-compatibele printer ·························· 120
Beelden afdrukken in een winkel ······················ 122
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
6
NL
Problemen oplossen
Problemen oplossen ········································· 123
Foutcodes en meldingen··································· 133
Overige
Uw camera in het buitenland gebruiken
Stroomvoorziening ············································ 138
Informatie over de "Memory Stick Duo" ············ 139
Informatie over de accu····································· 141
Informatie over de acculader····························· 142
Index
Index ································································· 143
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
7
NL
Zoeken op bediening
De instellingen
overlaten aan de
camera
Slim automatisch instellen ································ 19
Scènekeuze ·························································· 20
Scèneherkenning················································· 49
Opnemen van
portretten
Soft Snap ······························································· 20
Schemer-portret ··················································· 20
Lach-sluiter···························································· 26
Scèneherkenning················································· 49
Gezichtsherkenning············································ 52
Dichte-ogenvermindering·································· 55
Rode-ogeneffect ·················································· 56
Opnemen van voedsel
Voedsel··································································· 20
Opnemen dichtbij
onderwerpen
Macro ······································································ 29
Opnemen van
bewegende
onderwerpen
Bewegende beeldn ············································· 24
Burst········································································ 40
Opnemen zonder
wazige beelden
Hoge gevoeligheid ·············································· 20
Zelfontspanner met een vertraging van
2 seconden···························································· 28
ISO··········································································· 42
SteadyShot···························································· 59
Opnemen met
tegenlicht
Altijd flitsen ···························································· 30
Scèneherkenning················································· 49
Opnemen op donkere
plaatsen
Hoge gevoeligheid ·············································· 20
Langz. synchro (Flitser aan)····························· 30
ISO··········································································· 42
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
8
NL
Belichting instellen
Histogram ······························································ 17
EV ············································································ 41
Scherpstellingspositie
veranderen
Scherpstellen ························································ 46
Gezichtsherkenning············································ 52
Beeldformaat
veranderen
Beeldformaat ························································ 37
Beelden wissen
Wissen ······························································ 34, 73
Formatteren··························································· 95
Vergrote beelden
weergeven
Weergavezoom···················································· 32
Trimmen ································································· 69
Beelden bewerken
Bijwerken ······························································· 69
Formaat wijzigen·················································· 72
Een serie beelden op
volgorde weergeven
Diavoorstelling······················································ 60
Opnemen/weergeven
met gemakkelijk
afleesbare indicators
Eenvoudig opnemen··········································· 22
Beelden afdrukken met
de datum erop
Het "PMB (Picture Motion Browser)"
(plakboek) gebruiken ······································· 109
Datum- en
tijdinstellingen
veranderen
Tijdzone instellen··············································· 101
Datum/tijd instellen············································ 102
Instellingen
terugstellen
Initialiseren ···························································· 87
Beelden afdrukken
Afdrukken····························································· 119
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
9
NL
Weergeven op een
televisie
Beelden weergeven op een televisie··········· 103
Informatie over
optionele accessoires
"Geavanceerde Cyber-shot-handleiding"··· 118
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
10
NL
Zoeken in MENU/Instellingen
U kunt de diverse opnamefuncties eenvoudig selecteren met de MENU-toets.
1 Druk op de MENU-toets om het menuscherm af
te beelden.
2 Selecteer het gewenste menuonderdeel met v/V/
b/B op de besturingsknop.
3 Druk op de MENU-toets om het menuscherm te
verlaten.
In de onderstaande tabel geeft een functie aan die beschikbaar is, en geeft — een functie aan
die niet beschikbaar is. De onderstaande pictogrammen [ ] en [ ] geven de beschikbare
functies aan.
Alleen de onderdelen die beschikbaar zijn voor een functie worden op het scherm afgebeeld.
MENU-onderdelen (Opnemen)
Functiekeuzeknop
Menuonderdelen
Scènekeuze
—— ——
Bewegende bldn. opnemen
———
Beeldformaat
Flitser
——
Opn.functie
EV
ISO
——
Witbalans
——
Witbalans onderwater
——
Scherpstellen
——
Lichtmeetfunctie
——
Scèneherkenning
———
Lach-herkenn.gevoeligheid
Gezichtsherkenning
Flitsniveau
——
Dichte-ogenvermindering
—— ——
Rode-ogeneffect
DRO
——
Kleurfunctie
——
SteadyShot
——
(
Instellingen)
Opmerking
MENU-toets
Besturingstoetsen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
11
NL
U kunt de diverse weergavefuncties eenvoudig selecteren met de MENU-toets.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te
schakelen naar de weergavefunctie.
2 Druk op de MENU-toets om het menuscherm af
te beelden.
3 Selecteer het gewenste menuonderdeel met v/V/
b/B op de besturingsknop.
4 Druk op z op de middenknop van de
besturingsknop.
In de onderstaande tabel geeft een functie aan die beschikbaar is, en geeft — een functie aan
die niet beschikbaar is.
Alleen de onderdelen die beschikbaar zijn voor een functie worden op het scherm afgebeeld.
Wanneer de functiekeuzeknop in de stand (Eenvoudig opnemen) staat, en u op MENU drukt, wordt
het scherm Wissen afgebeeld. U kunt [Enkel beeld wissen] of [Alle beelden wissen] selecteren.
MENU-onderdelen (Weergeven)
Weergavefunctie
Menuonderdelen
"Memory Stick Duo"
Intern
geheugen
Datum-
weergave
Weerg. per
gebeurt.
Favorieten Map-
weergave
Map-
weergave
(Diavoorstelling)
(Datumlijst)
————
(Lijst met
gebeurtenissen)
——
(Weergavefunctie)
(Filteren op gezicht)
——
(Favorieten toevoegen/
verw.)
——
(Bijwerken)
(Formaat wijzigen)
(Wissen)
(Beveiligen)
DPOF
(Afdrukken)
(Roteren)
(Map kiezen)
———
(Instellingen)
Opmerkingen
Besturingstoetsen
MENU-toets
(weergave-)toets
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
12
NL
U kunt de instellingen veranderen op het scherm (Instellingen).
1 Druk op de MENU-toets om het menuscherm af
te beelden.
2 Selecteer (Instellingen) met V op de
besturingsknop, en druk daarna op z op de
middenknop van de besturingsknop om het
instelscherm af te beelden.
3 Selecteer de gewenste categorie met v/V, druk
daarna op B om ieder onderdeel te selecteren, en
druk tenslotte op z.
4 Selecteer de gewenste instelling en druk daarna op z.
Instellingen
Categorieën Onderdelen
Opname-instellingn
AF-verlicht.
Stramienlijn
Digitale zoom
Conversielens
Autom. Oriëntatie
Auto Review
Hoofdinstellingen
Pieptoon
Language Setting
Functiegids
Initialiseren
Demonstratiefunctie
COMPONENT
Video-uit
Breed-zoombeeld
USB-aansluiting
Downl. muz.
Format. muz.
"Memory Stick"-tool
Formatteren
Opnamemap maken
Opnamemap wijz.
Opn.map wissen
Kopiëren
Bestandsnummer
Intern geheugen-tool
Formatteren
Bestandsnummer
Klokinstellingen
Tijdzone instellen
Datum/tijd instellen
Besturingstoetsen
MENU-toets
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
13
NL
[Opname-instellingn] wordt alleen afgebeeld als het instelscherm is opgeroepen vanuit de
opnamefunctie.
["Memory Stick"-tool] wordt alleen afgebeeld als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst, en
[Intern geheugen-tool] wordt alleen afgebeeld als geen "Memory Stick Duo" is geplaatst.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
14
NL
Plaats van de onderdelen
A Ontspanknop
B (lach-)knop (26)
C Flitser
D ON/OFF (aan/uit-)toets
E Luidspreker
F Microfoon
G Zelfontspannerlampje/Lach-sluiterlamp/
AF-verlichting
H Lens
I LCD-scherm
J Voor opnemen: W/T-zoomknop (27)
Voor weergeven:
(weergavezoom-)toets/
(index-)toets (32, 33)
K Functiekeuzeknop (15)
L Oog voor polsriem
M (weergave-)toets (31)
N (Wissen-)toets (34)
O MENU-toets (10)
P Besturingstoetsen
Menu inschakelen: v/V/b/B/z
Menu uitschakelen: DISP/ / /
Q Multifunctionele aansluiting
R Schroefgat voor statief
S Accu/"Memory Stick Duo"-deksel
T Gleuf voor de "Memory Stick Duo"
U Toegangslampje
V Accu-uitwerphendel
W Accu-insteekgleuf
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
15
NL
De functiekeuzeknop gebruiken
Zet de functiekeuzeknop op de gewenste functie.
(Bewegende beeldn)
Voor opnemen van bewegende beelden met geluid (pagina 24).
(Autom. Programma)
Hiermee kunt u opnemen met automatisch ingestelde belichting
(zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde) (pagina 25). U kunt
diverse functies instellen met behulp van het menu.
(Slim automatisch
instellen)
Hiermee kunt u opnemen met automatisch gemaakte instellingen
(pagina 19).
(Eenvoudig
opnemen)
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen/weergeven met
gemakkelijk afleesbare indicators (pagina 22).
(Scènekeuze)
Hiermee kunt u opnemen met vooraf gemaakte instellingen,
afhankelijk van de scène (pagina 20).
Functiekeuzeknop
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
16
NL
De DISP (schermweergave-)instelling
veranderen
1 Druk op DISP (schermweergave) op de besturingsknop.
2 Selecteer de gewenste functie met de besturingsknop.
Als u beelden weergeeft in helder zonlicht buiten, stelt u de helderheid van het scherm hoger in. De
acculading kan in dat geval echter sneller opraken.
(Helder +
alleen Beeld)
Hiermee kunt u het scherm helderder maken en
alleen het beeld weergeven.
(Helder +
Histogram)
Hiermee kunt u het scherm helderder maken en
een grafiek weergeven van de helderheid van
het beeld.
De beeldinformatie wordt ook afgebeeld tijdens
het weergeven.
(Helder) Hiermee kunt u het scherm helderder maken en
de informatie weergeven.
(Normaal) Hiermee kunt u het scherm instellen op de
standaard helderheid en de informatie
weergeven.
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
17
NL
Een histogram is een grafiek die de helderheid van een beeld weergeeft. De grafiek duidt op een
helder beeld wanneer de rechterkant ervan hoog is, en op een donker beeld wanneer de
linkerkant ervan hoog is.
1 Druk op DISP (schermweergave) op de besturingsknop, en selecteer
daarna [Helder + Histogram].
Het histogram kan tevens worden afgebeeld bij weergave van een enkelbeeld, doch u kunt de belichting
hiervan niet instellen.
Het histogram wordt niet weergegeven tijdens het opnemen van bewegende beelden, en het weergeven
van bewegende beelden, verticale beelden en geroteerde beelden.
Er kan een groot verschil optreden tussen de histogrammen die worden afgebeeld tijdens het opnemen en
tijdens het weergeven, wanneer:
de flitser afgaat.
de sluitertijd lang of kort is.
Het histogram wordt misschien niet afgebeeld voor beelden opgenomen op andere camera’s.
Histogram
Opmerkingen
HelderDonker
A
B
A Aantal pixels
B Helderheid
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
18
NL
Het interne geheugen gebruiken
De camera heeft een intern geheugen van ongeveer 11 MB. Dit geheugen kan niet uit de camera
worden verwijderd. Zelfs als geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst, kunt u beelden
opnemen in dit interne geheugen.
Wij adviseren u altijd een reservekopie (back-up) te maken van de beeldgegevens met behulp
van een van de onderstaande methoden.
Een reservekopie (back-up) maken op de vaste schijf van de computer
Volg de procedure op pagina’s 110 t/m 111 zonder dat een "Memory Stick Duo" in de camera is
geplaatst.
Een reservekopie (back-up) maken op een "Memory Stick Duo"
Bereid een "Memory Stick Duo" voor met voldoende vrije geheugencapaciteit en volg
vervolgens de procedure beschreven onder [Kopiëren] (pagina 99).
U kunt beeldgegevens op een "Memory Stick Duo" niet overbrengen naar het interne geheugen.
Door een USB-verbinding tot stand te brengen tussen de camera en een computer met behulp van de
kabel voor de multifunctionele aansluiting, kunt u de beeldgegevens die in het interne geheugen zijn
opgeslagen overbrengen naar een computer. U kunt beeldgegevens echter niet overbrengen van de
computer naar het interne geheugen.
Als een "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: De beelden worden op de "Memory Stick Duo"
opgenomen.
[Weergaven]: De beelden op de "Memory Stick Duo"
worden weergegeven.
[Menu, Instellingen, enz.]: Diverse functies kunnen
worden toegepast op de beelden op de "Memory Stick Duo".
Als geen "Memory Stick Duo" is geplaatst
[Opnemen]: De beelden worden in het interne geheugen
opgenomen.
[Weergaven]: De beelden die in het interne geheugen zijn
opgeslagen worden weergegeven.
[Menu, Instellingen, enz.]: Diverse functies kunnen
worden toegepast op de beelden die in het interne geheugen
zijn opgeslagen.
Over beeldgegevens die in het interne geheugen
zijn opgeslagen
Opmerkingen
Intern
geheugen
B
B
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
19
NL
Slim automatisch instellen
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen terwijl de instellingen automatisch worden
aangepast.
1 Zet de functiekeuzeknop in de stand (Slim automatisch instellen).
2 Neem op met de ontspanknop.
De flitserfunctie is ingesteld op [Flitser automatisch] of [Flitser uit].
Opmerking
zOver de scèneherkenning
De scèneherkenning werkt in de intelligente automatische instelfunctie. In deze functie
herkent de camera automatisch de opnameomstandigheden en neemt het beeld automatisch
op.
De camera herkent (Schemer), (Schemer-portret), (Schemeropn. met statief),
(Tegenlichtopname), (Portretopn. met tegenlicht), (Landschap), (Macro) en
(Portretopname), en beeldt een pictogram af op het LCD-scherm nadat de scène is
herkend.
Voor verdere informatie, zie pagina 49.
Pictogram van scèneherkenning
zEen stilstaand beeld opnemen van een onderwerp
waarop moeilijk scherpgesteld kan worden
De minimale opnameafstand is ongeveer 10 cm (W-kant), 50 cm (T-kant) (vanaf de lens).
Als de camera niet automatisch op het onderwerp kan scherpstellen, verandert de AE/AF-
vergrendelingsindicator naar langzaam knipperen en klinkt geen pieptoon. Stel de opname opnieuw
samen of verander de scherpstellingsinstelling (pagina 46).
In de volgende situaties kan het moeilijk zijn scherp te stellen:
Als het donker is en het onderwerp ver weg is.
Als het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond slecht is.
Als het onderwerp door glas wordt opgenomen.
Als het onderwerp snel beweegt.
Bij reflecterend licht of glimmende oppervlakken.
Als het onderwerp van achteren wordt belicht of als er een zwaailicht in de buurt is.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
20
NL
Scènekeuze
Voor opnemen met vooraf gemaakte instellingen, afhankelijk van de scène.
1 Zet de functiekeuzeknop in de stand (Scènekeuze).
2 Selecteer de gewenste scènekeuzefunctie t z op de besturingsknop.
Als u wilt overschakelen naar een andere scènekeuzefunctie, drukt u op de MENU-toets.
(Hoge
gevoeligheid)
Hiermee kunt u beelden opnemen
zonder flitser onder zwakke belichting
met minder wazigheid.
(Soft Snap)
Hiermee kunt u beelden opnemen in een zachtere sfeer
voor portretopnamen, bloemen, enz.
(Landschap)
Hiermee kunt u ver verwijderde scènes eenvoudig
opnemen door scherp te stellen in de verte. U kunt zo
een levendig blauwe lucht en prachtige bloemenkleuren
opnemen.
(Schemer-
portret)
Hiermee kunt u scherpe beelden opnemen van mensen
met een nachtscène in de achtergrond zonder de
atmosfeer geweld aan te doen.
(Schemer)
Hiermee kunt u nachtscènes van veraf opnemen met
behoud van de donkere atmosfeer van de omgeving.
(Voedsel)
Hiermee kunt u overschakelen naar de macrofunctie
zodat u opnamen van voedsel kunt maken met
verrukkelijke en felle kleuren.
(Strand)
Hiermee kunt u de blauwe kleur van het water helder
vastleggen bij het opnemen van zee- en waterscènes.
(Sneeuw)
Hiermee kunt u scherpe beelden opnemen en ingezakte
kleuren voorkomen in sneeuwscènes of op ander
plaatsen waarbij het hele scherm wit lijkt.
(Vuurwerk)
Hiermee kunt u vuurwerkscènes opnemen in al hun
pracht.
(Onderwater)
Hiermee kunt u opnemen onderwater met natuurlijke
kleuren in een behuizing (onderwaterset, enz.).
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
21
NL
Als u beelden opneemt in de (Schemer-portret), (Schemer) of (Vuurwerk) functie, is de
sluitertijd langer en worden de beelden eerder wazig. Om wazige beelden te voorkomen, adviseren wij u
een statief te gebruiken.
Om afhankelijk van de scène, het beeld op de juiste wijze op te nemen, bepaalt de camera de
meest geschikte combinatie van functie-instellingen. geeft aan dat een functie beschikbaar is,
en — geeft aan dat een functie niet beschikbaar is. De onderstaande pictogrammen [Flitser]
geven de beschikbaar flitserfuncties aan.
Sommige functies kunnen niet worden ingesteld, afhankelijk van de gekozen scènekeuzefunctie.
*
1
[Flitser] kan niet worden geselecteerd voor [Witbalans].
*
2
[Uit] kan niet worden geselecteerd voor [Gezichtsherkenning].
*
3
U kunt [Witbalans onderwater] gebruiken in plaats van [Witbalans].
Opmerking
Functies die u kunt gebruiken in een
scènekeuzefunctie
Macro
aan
Flitser
Gezichts-
herkenning
/Lach-
sluiter
Burst/
Bracket
Witbalans
Rode-
ogeneffect
Dichte-
ogenver-
mindering
SteadyShot
—*
1
——
*
2
——
——
——
——
——
——
—*
3
——
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
22
NL
Eenvoudig opnemen
Hiermee kunt u stilstaande beelden opnemen met de minimaal benodigde functies.
De instellingen die u kunt veranderen zijn [Beeldformaat], [Flitser] en [Zelfontsp.].
De tekst wordt groter en de indicators zijn gemakkelijker te zien.
1 Zet de functiekeuzeknop in de stand (Eenvoudig opnemen).
2 Neem op met de ontspanknop.
De acculading wordt sneller opgebruikt omdat de helderheid van het scherm automatisch toeneemt.
Opmerking
zDe instelling van het beeldformaat, de flitser en de
zelfontspanner veranderen
Beeldformaat: MENU t [Beeldformaat] t z op de besturingsknop t
gewenste functie t z
Selecteer het beeldformaat [Groot] of [Klein].
Zelfontsp.: op de besturingsknop t gewenste functie
Selecteer de functie [Zelfontsp. 10 sec] of [Zelfontspanner Uit].
Flitser: op de besturingsknop t gewenste functie
Selecteer de functie [Flitser automatisch] of [Flitser uit].
MENU t [Flitser] t z op de besturingsknop t gewenste
functie t z
Selecteer de functie [Autom.] of [Uit].
zOver de scèneherkenning
Scèneherkenning werkt in de eenvoudig-opnemen-functie. In deze functie herkent de
camera automatisch de opnameomstandigheden en neemt het beeld automatisch op.
De camera herkent (Schemer), (Schemer-portret), (Schemeropn. met statief),
(Tegenlichtopname), (Portretopn. met tegenlicht), (Landschap), (Macro) en
(Portretopname), en beeldt een pictogram af op het LCD-scherm nadat de scène is
herkend.
Voor verdere informatie, zie pagina 49.
Pictogram van scèneherkenning
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
23
NL
zOver de eenvoudig-weergeven-functie
Als u op de (weergave-)toets drukt terwijl de functiekeuzeknop in de stand
(Eenvoudig opnemen) staat, wordt de tekst op het weergavescherm groter en
gemakkelijker te lezen. Bovendien kunnen minder functies worden gebruikt.
De weergavefunctie is ingesteld op [Mapweergave]. Als u de functiekeuzeknop in een andere stand
zet dan (Eenvoudig opnemen), en vervolgens beelden weergeeft, worden de beelden
weergegeven in de eerder geselecteerde weergavefunctie.
(Wissen)-toets U kunt het huidig weergegeven beeld wissen.
Selecteer [OK] t z.
MENU-toets U kunt het huidig weergegeven beeld wissen met [Enkel beeld
wissen], en u kunt alle beelden in de map wissen met [Alle beelden
wissen].
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
24
NL
Bewegende beeldn
Voor opnemen van bewegende beelden met geluid.
1 Zet de functiekeuzeknop in de stand (Bewegende beeldn).
2 Druk de ontspanknop helemaal in.
3 Om met het opnemen te stoppen, drukt u de ontspanknop nogmaals
helemaal in.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
25
NL
Autom. Programma
Hiermee kunt u opnemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de
diafragmawaarde). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu.
1 Zet de functiekeuzeknop in de stand (Autom. Programma).
2 Neem op met de ontspanknop.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
26
NL
Lach-sluiter
Wanneer de camera een lachende mond herkent, kunt u hiermee de sluiter automatisch
ontspannen.
1 Druk op (lach-)knop.
2 Wacht terwijl een lach wordt herkend.
Wanneer het lachniveau hoger wordt dan het b niveau op de
indicator, neemt de camera de beelden automatisch op.
Als u in de lach-sluiterfunctie op de ontspanknop drukt, neemt
de camera het beeld op en keert daarna terug naar de lach-
sluiterfunctie.
3 Om met het opnemen te stoppen, drukt u
nogmaals op de (lach-)knop.
Het opnemen in de lach-sluiterfunctie eindigt automatisch wanneer de "Memory Stick Duo" of het
interne geheugen vol raakt.
Het is mogelijk dat een lach niet goed wordt herkend, afhankelijk van de omstandigheden.
U kunt de digitale-zoomfunctie niet gebruiken.
Als (Landschap), (Schemer), (Voedsel), (Vuurwerk) of (Onderwater) is geselecteerd als
de scènekeuzefunctie, kunt u de lach-sluiterfunctie niet gebruiken.
Opmerkingen
Lach-
herkenningsgevoeligheid-
indicator
Gezichtsherkenningskader
zTips voor het goed herkennen van een lachende
mond
De sluiter wordt ontspannen zodra een persoon waarvan het gezicht is herkend begint te lachen.
U kunt het onderwerp dat voorrang heeft bij de gezichtsherkenning selecteren of registreren met
[Gezichtsherkenning]. Als het geselecteerde gezicht in het geheugen van de camera is geregistreerd,
wordt de gezichtsherkenning alleen uitgevoerd voor dat gezicht. Om de gezichtsherkenning toe te
passen op een ander gezicht, verandert u het gezicht dat voorrang heeft met z op de besturingsknop
(pagina 52).
Als geen lach wordt herkend, stelt u [Lach-herkenn.gevoeligheid] in op het instelmenu.
1 Bedek de ogen niet met uw pony.
Bedek het gezicht niet met een hoed, masker, zonnebril,
enz.
2 Probeer het gezicht naar de camera te richten en kijk
recht vooruit. Houd de ogen toegeknepen.
3 Lach duidelijk en met een open mond. De lach is
gemakkelijker te herkennen wanneer de tanden
zichtbaar zijn.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
27
NL
Zoom
U kunt een beeld vergroten voordat u het opneemt. De optische zoomfunctie van de camera kan
beelden tot 5× vergroten.
1 Druk op de W/T-zoomknop.
Druk op de T-kant van de W/T-zoomknop om in te zoomen, en
op de W-kant om uit te zoomen.
Wanneer de zoomvergroting hoger wordt dan 5×, raadpleegt u
pagina 80.
U kunt de zoomvergrotingsfactor niet veranderen tijdens het opnemen van bewegende beelden.
Opmerking
T-kant
W-kant
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
28
NL
Zelfontsp.
1 Druk op (Zelfontsp.) op de besturingsknop.
2 Selecteer de gewenste functie met de besturingsknop.
In de Eenvoudig opnemen-functie kunt u alleen [Aan] (10 sec) of [Uit] selecteren.
(Zelfontspanner
Uit)
Hiermee kunt u het gebruik van de zelfontspanner uitschakelen.
(Zelfontsp.
10 sec)
Hiermee kunt u de zelfontspanner instellen op een vertraging van
10 seconden.
Als u op de ontspanknop drukt, knippert het zelfontspannerlampje
en klinkt een pieptoon totdat de sluiter wordt ontspannen.
Druk nogmaals op om te annuleren.
(Zelfontspanner
2 sec)
Hiermee kunt u de zelfontspanner instellen op een vertraging van
2 seconden.
Opmerking
zDe kans op wazige beelden verkleinen met de
2-seconden zelfontspanner
Gebruik de zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden om wazige beelden te voorkomen.
2 seconden nadat u op de ontspanknop hebt gedrukt wordt de sluiter ontspannen, waardoor
camerabeweging als gevolg van het drukken op de ontspanknop wordt verminderd.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
29
NL
Macro
Gebruik deze instelling om prachtige close-upbeelden op te nemen van kleine onderwerpen
zoals insecten of bloemen.
1 Druk op (Macro) op de besturingsknop.
2 Selecteer de gewenste functie met de besturingsknop.
De snelheid van de automatische scherpstelling wordt lager bij het opnemen van beelden in de
macrofunctie.
De macrofunctie ligt vast op [Autom.] als de camera in de intelligente automatische instelfunctie staat en
bij het opnemen van bewegende beelden.
(Autom.) Hiermee kunt u automatisch scherpstellen op ver verwijderde
onderwerpen tot onderwerpen dichtbij.
Zet de camera normaal gesproken in deze functie.
(Macro aan) Hiermee kunt u scherpstellen met voorrang op onderwerpen
dichtbij. Schakel de macrofunctie in wanneer u onderwerpen
dichtbij opneemt.
Wij adviseren de zoom in te stellen op de uiterste groothoekstand (W).
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
30
NL
Flitser
1 Druk op (Flitser) op de besturingsknop.
2 Selecteer de gewenste functie met de besturingsknop.
De flitser gaat tweemaal af. De eerste keer is om de lichthoeveelheid in te stellen.
Tijdens het opladen van de flitser wordt afgebeeld.
U kunt de flitser niet gebruiken tijdens opnemen in de burstfunctie of bracketfunctie.
[Flitser aan] en [Langz. synchro (Flitser aan)] zijn niet beschikbaar wanneer de camera in de intelligente
automatische instelfunctie staat.
In de Eenvoudig opnemen-functie kunt u alleen [Flitser automatisch] of [Flitser uit] selecteren.
(Flitser
automatisch)
De flitser gaat af wanneer er onvoldoende belichting of tegenlicht
is.
(Flitser aan) De flitser gaat altijd af.
(Langz.
synchro (Flitser
aan))
De flitser gaat altijd af.
Op donkere plaatsen is de sluitertijd lang om de achtergrond die
buiten het bereik van het flitslicht valt toch helder op te nemen.
(Flitser uit) De flitser gaat niet af.
Opmerkingen
zWanneer "witte, ronde vlekken" verschijnen in
flitsopnamen
Dit wordt veroorzaakt door deeltjes (stof, pollen, enz.) die dichtbij de lens zweven. Wanneer
deze worden belicht door het flitslicht van de camera, worden ze zichtbaar als witte, ronde
vlekken.
Hoe kunt u de "witte, ronde vlekken" tegengaan?
Verlicht het vertrek en neem het onderwerp zonder flitser op.
Selecteer (Hoge gevoeligheid) als de scènekeuzefunctie. ([Flitser uit] wordt automatisch
geselecteerd.)
Ondanks dat u (Hoge gevoeligheid) hebt geselecteerd als de scènekeuzefunctie, kan de sluitertijd
langer zijn bij zwakke belichting of op donkere plaatsen. In dergelijke gevallen gebruikt u een
statief of houdt u uw armen stevig tegen uw zij gedrukt nadat u op de ontspanknop hebt gedrukt.
Camera
Onderwerp
Deeltjes (stof, pollen, enz.) in
de lucht
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
31
NL
Stilstaande beelden weergeven
1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de
weergavefunctie.
2 Selecteer een beeld met de besturingsknop.
Het kan onmogelijk zijn sommige beelden weer te geven die zijn opgenomen op een andere camera. Geef
dergelijke beelden weer in de mapweergave (MENU t [Weergavefunctie] t [Mapweergave]).
Als de functiekeuzeknop in de stand (Eenvoudig opnemen) staat, worden de beelden weergegeven
in de mapweergavefunctie, en kunnen minder functies worden gebruikt. Als u alle weergavefuncties wilt
gebruiken, zet u de functiekeuzeknop in een andere stand dan .
Opmerkingen
zBeelden weergeven die zijn opgenomen met een
andere camera
Het scherm waarop u een weergavemethode kunt selecteren wordt afgebeeld wanneer u een
"Memory Stick Duo" in deze camera plaatst waarop zowel beelden staan die met deze
camera zijn opgenomen, als beelden die met een andere camera zijn opgenomen.
"Alleen geregist. beelden weergeven": De beelden worden weergegeven in de
geselecteerde Weergavefunctie. Sommige beelden die met een andere camera zijn
opgenomen, worden mogelijk niet weergegeven.
"Alles weergeven met mapweergave": De camera schakelt over naar Mapweergave
en geeft alle beelden weer.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
32
NL
Weergavezoom
U kunt de beelden vergroot weergeven.
1 Druk tijdens het weergeven van stilstaande beelden
op de (weergavezoom-)knop.
Het beeld wordt vergroot tot tweemaal de voorgaande grootte vanuit
het midden van het beeld.
2 Selecteer het weergegeven gedeelte van het totale
beeld met behulp van de besturingsknop.
3 Verander de zoomvergroting met behulp van de W/T-
zoomknop.
Druk op de T-kant ( ) van de knop om in te zoomen, en op de W-
kant om uit te zoomen.
Druk op z om de weergavezoom te annuleren.
Geeft het
weergegeven gebied
aan binnen het
volledige beeld
zVergrote beelden opslaan
U kunt een vergroot beeld opslaan door de trimfunctie te gebruiken.
Druk op MENU t [Bijwerken] t [Trimmen].
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
33
NL
Beeldindex
U kunt meerdere beelden tegelijkertijd weergeven.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de
weergavefunctie.
2 Druk op de (index-)knop om het indexweergavescherm weer te geven.
Druk nogmaals op de knop om een indexscherm met nog meer beelden weer te geven.
3 Om terug te keren naar het enkelbeeldweergavescherm, selecteert u een
beeld met de besturingsknop, en drukt u daarna op z.
Als de functiekeuzeknop is ingesteld op (Eenvoudig opnemen), kunt u geen beelden weergeven in
de indexweergavefunctie.
Opmerking
zBeelden weergeven van een gewenste datum/
gebeurtenis/map
Selecteer de linkerzijbalk met behulp van de besturingsknop, en
selecteer daarna de datum/gebeurtenis/map met v/V.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
34
NL
Wissen
U kunt ongewenste beelden selecteren om te wissen. U kunt ook beelden wissen met de MENU-
toets (pagina 73).
1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de
weergavefunctie.
2 (Wissen-)toets t gewenste functie t z op de besturingsknop
Wanneer de functiekeuzeknop in de stand (Eenvoudig opnemen) staat, kunt u alleen het huidig
weergegeven beeld wissen.
Als [Weergavefunctie] is ingesteld op [Favorieten], kunt u geen beelden wissen.
Dit beeld Hiermee kunt u het huidig weergegeven beeld in de
enkelbeeldweergavefunctie wissen.
Meerdere beelden Hiermee kunt u meerdere beelden selecteren om te wissen.
Voer de volgende handelingen uit na stap 2.
1Selecteer een beeld en druk daarna op z.
Herhaal de bovenstaande stappen tot u geen beelden
meer wilt wissen. Selecteer een beeld met een
markering om de markering op te heffen.
2MENU t [OK] t z
Alle in deze map
Alle beelden in datumbereik
Alle in gebeurtenis
Hiermee kunt u alle beelden in de geselecteerde map,
datumbereik of gebeurtenisgroep tegelijkertijd wissen.
Druk op [OK] t z na stap 2.
Sluiten Hiermee kunt u het wissen annuleren.
Opmerkingen
zU kunt wisselen tussen de indexweergavefunctie en
de enkelbeeldweergavefunctie tijdens het
selecteren van beelden
Druk in de indexweergavefunctie op de T-kant ( ,
weergavezoom) van de knop om terug te keren naar de
enkelbeeldweergavefunctie, en druk op de W-kant ( , index)
van de knop om terug te keren naar de indexweergavefunctie.
U kunt ook wisselen tussen de indexweergavefunctie en de
enkelbeeldweergavefunctie bij [Favorieten toevoegen/verw.],
[Beveiligen] of [DPOF].
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
35
NL
Bewegende beelden weergeven
1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de
weergavefunctie.
2 Selecteer bewegende beelden met de besturingsknop.
3 Druk op z.
De weergave van de bewegende beelden begint.
Het kan onmogelijk zijn sommige beelden weer te geven die zijn opgenomen op een andere camera.
Besturingstoets Weergavefunctie
z Pauze
B Vooruitspoelen
b Achteruitspoelen
V Beeldt het volumeniveau-instelscherm af. Stel het
volumeniveau in met v/V.
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
36
NL
Bewegende bldn. opnemen
U kunt bewegende beelden opnemen met vooraf gemaakte instellingen, afhankelijk van de
scène.
1 Zet de functiekeuzeknop in de stand (Bewegende beeldn).
2 MENU t (Bewegende bldn. opnemen) t gewenste functie
(Autom.) Hiermee kunt u de instellingen automatisch instellen.
(Hoge
gevoeligheid)
Hiermee kunt u bewegende beelden opnemen met een hoge
gevoeligheid onder een zwakke belichting.
(Onderwater)
Hiermee kunt u onderwater opnemen met natuurlijke kleuren als u
gebruik maakt van een waterdichte behuizing (onderwaterset, enz.).
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
37
NL
Beeldformaat
Het beeldformaat bepaalt de grootte van het beeldbestand dat wordt opgenomen wanneer u een
beeld opneemt.
Hoe groter het beeldformaat, hoe nauwkeuriger de gereproduceerde details bij het afdrukken op
een groot papierformaat. Hoe kleiner het beeldformaat, hoe meer beelden opgenomen kunnen
worden. Selecteer het beeldformaat aan de hand van de manier waarop u de beelden later wilt
bekijken.
1 MENU t (Beeldformaat) t gewenst formaat
Als u beelden afdrukt die zijn opgenomen met beeldverhouding 16:9, kunnen beide zijranden worden
afgeknipt.
Bij opname van stilstaande beelden
Beeldformaat Aanwijzingen voor gebruik Aantal
beelden
Afdrukken
(4000×3000) Voor afdrukken tot max. A3+-formaat Minder
Meer
Fijn
Grof
(3264×2448) Voor afdrukken tot max. A3-formaat
(2592×1944) Voor afdrukken tot max. A4-formaat
(2048×1536) Voor afdrukken tot max. L/2L-formaat
(640×480) Voor e-mailbijlagen
(4000×2672) Beeldverhouding 3:2, net als
afgedrukte foto’s en ansichtkaarten.
Minder Fijn
(4000×2248) Voor weergeven op een high-
definitiontelevisie
Minder
Meer
Fijn
Grof
(1920×1080)
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
38
NL
Hoe groter het beeldformaat, hoe hoger de beeldkwaliteit. Hoe groter de hoeveelheid gegevens
die per seconde worden vastgelegd (gemiddelde bitsnelheid), hoe vloeiender het weergavebeeld.
De bewegende beelden die met deze camera worden opgenomen, worden opgenomen in MPEG-
4, ongeveer 30 fps, progressief, AAC- of mp4-formaat.
Een telefotobeeld wordt verkregen wanneer het [VGA]-beeldformaat is geselecteerd voor bewegende
beelden.
Bewegende beelden waarvan het formaat is ingesteld op [1280×720] kunnen alleen worden opgenomen
op een "Memory Stick PRO Duo". Als u een ander opnamemedium gebruikt dan de "Memory Stick PRO
Duo", stelt u het beeldformaat van de bewegende beelden in op [VGA].
In de eenvoudig-opnemen-functie
Groot De beelden worden opgenomen in het beeldformaat [12M].
Klein De beelden worden opgenomen in het beeldformaat [3M].
Bij opname van bewegende beelden
Videoformaat Gemiddelde
bitsnelheid
Aanwijzingen voor gebruik
1280x720 (Fijn) 9 Mbps Bewegende beelden in hoogste kwaliteit
opnemen voor weergeven op een HDTV
1280x720
(Standaard) 6 Mbps Bewegende beelden in
standaardkwaliteit opnemen voor
weergeven op een HDTV
VGA 3 Mbps Opnemen op beeldformaat geschikt
voor uploaden op web
Opmerkingen
zOver "beeldkwaliteit" en "beeldformaat"
Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes, genaamd pixels.
Als een beeld uit veel pixels bestaat, zal het beeld groot zijn, meer geheugenruimte in beslag
nemen, en met scherpe details worden weergegeven. Het "Beeldformaat" wordt aangegeven
met het aantal pixels. Ondanks dat u op het scherm van de camera het verschil niet kunt
zien, verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt
of weergegeven op een computerscherm.
Beschrijving van de pixels en het beeldformaat
1 Beeldformaat: 12M
4000 pixels × 3000 pixels = 12.000.000 pixels
2 Beeldformaat: VGA
640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels
Veel pixels
(Hoge beeldkwaliteit en groot bestand)
Weinig pixels
(Lage beeldkwaliteit en klein bestand)
Pixels
Pixel
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
39
NL
Flitser
In de eenvoudig-opnemen-functie kunt u de flitserfunctie ook selecteren met de MENU-toets.
1 Zet de functiekeuzeknop in de stand (Eenvoudig opnemen).
2 MENU t [Flitser] t z op de besturingsknop
3 Selecteer daarna de gewenste functie t z.
Autom. De flitser gaat af wanneer er onvoldoende belichting of tegenlicht
is.
Uit De flitser gaat niet af.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
40
NL
Opn.functie
U kunt de opnamefunctie kiezen uit Normaal (enkelbeeld), Burst of Exposure Bracket.
1 MENU t (Opn.functie) t gewenste functie
(Normaal) Hiermee wordt een enkel beeld opgenomen.
(Burst) Hiermee wordt maximaal 100 beelden achter elkaar opgenomen
wanneer u de ontspanknop ingedrukt houdt.
Burst-opname is niet beschikbaar tijdens de eenvoudig-opnemen-
functie, het opnemen van bewegende beelden, en de lach-sluiterfunctie.
De flitser wordt ingesteld op [Flitser uit].
Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt een serie van maximaal vijf
beelden opgenomen.
Het opname-interval wordt langer afhankelijk van de instelling van het
beeldformaat.
Als de acculading laag is, of wanneer het interne geheugen of de
"Memory Stick Duo" vol is, stopt de Burst-functie.
De scherpstelling, witbalans en belichting worden voor het eerste beeld
ingesteld, en deze instellingen worden ook gebruikt voor de andere
beelden.
BRK±0,3EV
BRK±0,7EV
BRK±1,0EV
Hiermee wordt een serie van drie beelden opgenomen met de
belichtingswaarden automatisch iets verschoven (Exposure
Bracket). Als u de juiste belichting niet kunt kiezen, neemt u op in
de Exposure Bracket-functie waarin de belichtingswaarde wordt
verschoven. U kunt het beeld met de beste belichting later kiezen.
Hoe groter de bracket-stapwaarde, hoe groter de verschuiving van
de belichtingswaarde.
De Exposure Bracket-functie is niet beschikbaar tijdens de intelligente
automatische instelfunctie, eenvoudig-opnemen-functie, het opnemen
van bewegende beelden, en de lach-sluiterfunctie.
De flitser wordt ingesteld op [Flitser uit].
De scherpstelling en de witbalans worden ingesteld voor het eerste beeld
en deze instellingen worden tevens gebruikt voor de andere beelden.
Als u de belichting handmatig instelt wordt de belichting verschoven
gebaseerd op de ingestelde helderheid.
Het opname-interval wordt langer afhankelijk van de
opnameomstandigheden.
Als het onderwerp te helder of te donker is, kan het onmogelijk zijn
goede opnamen te maken met de geselecteerde bracket-stapwaarde.
Het beeldformaat [VGA] wordt ingesteld tijdens het opnemen in het
interne geheugen.
Opmerkingen
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
41
NL
EV
U kunt de belichting handmatig instellen in stapjes van 1/3 EV binnen het bereik van –2,0 EV
t/m +2,0 EV.
1 MENU t (EV) t gewenste EV-instelling
In de eenvoudig-opnemen-functie kan de EV-instelling niet worden veranderd.
Als u een onderwerp opneemt onder extreem heldere of donkere omstandigheden, of als u de flitser
gebruikt, is het mogelijk dat de belichtingsinstelling niet effectief is.
Opmerkingen
zDe belichting instellen voor mooiere beelden
U kunt diverse beelden creëren door de belichting en de ISO-gevoeligheid in te stellen.
Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de
ontspanknop indrukt.
Sluitertijd = De tijdsduur gedurende welke het licht in de
camera valt
Diafragma = De grootte van de opening waardoor het licht in
de camera valt
ISO-gevoeligheid (aanbevolen-belichtingsindex)
= Gevoeligheid van het opnamemedium
Overbelicht = te veel licht
Te licht beeld
Lagere EV-instelling
Juiste belichting
Hogere EV-instelling +
Onderbelicht = te weinig licht
Te donker beeld
Belichting:
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
42
NL
ISO
Hiermee stelt u de lichtgevoeligheid in.
1 Zet de functiekeuzeknop in de stand (Autom. Programma) of
(Scènekeuze) t (Onderwater).
2 MENU t (ISO) t gewenste functie
Een andere ISO-instelling dan [ISO AUTO], [ISO 80] tot en met [ISO 800] kan niet worden geselecteerd
wanneer de opnamefunctie is ingesteld op de Burst-functie of Exposure Bracket-functie, of wanneer
[DRO] is ingesteld op [DRO plus].
(Autom.) Stelt de ISO-gevoeligheid automatisch in.
////
//
U kunt voorkomen dat beelden opgenomen op donkere plaatsen of
van bewegende onderwerpen wazig worden door de ISO-
gevoeligheid te verhogen (een hogere waarde in te stellen).
Opmerking
zISO-gevoeligheid aanpassen (aanbevolen-
belichtingsindex)
De ISO-gevoeligheid is een snelheidswaarde voor opnamemedia die gebruik maken van een
beeldsensor die het licht opvangt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde is, zullen de
beelden verschillen afhankelijk van de ISO-gevoeligheid.
Hoge ISO-gevoeligheid
Neemt een helder beeld op, zelfs op donkere plaatsen, door een
kortere sluitertijd in te stellen om onderwerpbeweging tegen te gaan.
Het beeld wordt echter korrelig.
Lage ISO-gevoeligheid
Neemt een vloeiender beeld op.
Echter, als de belichting onvoldoende is, kan het beeld donkerder
worden.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
43
NL
Witbalans
Hiermee kunt u de kleurtinten instellen overeenkomstig het omgevingslicht. Gebruik deze
functie als de beeldkleuren onnatuurlijk lijken.
1 MENU t (Witbalans) t gewenste functie
[Witbalans] kan niet worden ingesteld in de intelligente automatische instelfunctie of eenvoudig-
opnemen-functie.
In de scènekeuzefunctie kunt u de witbalansinstelling alleen veranderen in de stand (Hoge
gevoeligheid) of (Voedsel).
Voor het opnemen van bewegende beelden of wanneer de scènekeuzefunctie is ingesteld op (Hoge
gevoeligheid), kan bij [Witbalans] het onderdeel [Flitser] niet worden geselecteerd.
Onder fluorescerende verlichting die flikkert, is het mogelijk dat de witbalans niet correct functioneert,
ondanks dat u [Fluorescerend licht 1], [Fluorescerend licht 2] of [Fluorescerend licht 3] hebt ingesteld.
Bij het opnemen met de flitser ingesteld op een andere instelling dan [Flitser], wordt de [Witbalans]
ingesteld op [Autom.].
Wanneer de flitserfunctie is ingesteld op [Flitser aan], kan de witbalans worden ingesteld op [Autom.] of
[Flitser].
(Autom.) Hiermee wordt de witbalans automatisch ingesteld zodat de kleuren
natuurlijk lijken.
(Daglicht) Hiermee wordt gecompenseerd voor
omstandigheden buitenshuis op een mooie dag,
avondscènes, nachtscènes, neonreclame,
vuurwerk, enz.
(Bewolkt) Hiermee wordt gecompenseerd voor een
bewolkte lucht of een schaduwrijke plaats.
(Fluorescerend
licht 1)
(Fluorescerend
licht 2)
(Fluorescerend
licht 3)
[Fluorescerend licht 1]: Hiermee wordt
gecompenseerd voor witte, fluorescerende
verlichting.
[Fluorescerend licht 2]: Hiermee wordt
gecompenseerd voor natuurlijk witte,
fluorescerende verlichting.
[Fluorescerend licht 3]: Hiermee wordt
gecompenseerd voor dagwitte, fluorescerende
verlichting.
n (Gloeilamp) Hiermee wordt gecompenseerd voor plaatsen
onder een gloeilamp of onder felle verlichting,
zoals in een fotostudio.
(Flitser) Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser.
Opmerkingen
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
44
NL
zEffecten van de belichtingsomstandigheden
De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de
belichtingsomstandigheden.
De kleurtinten worden automatisch ingesteld in de intelligente automatische instelfunctie,
maar u kunt de kleurtinten ook handmatig instellen met behulp van de witbalansfunctie.
Weer/lichtbron
Daglicht Bewolkt Fluorescerend Gloeilamp
Eigenschappen
van het licht
Wit (standaard) Blauwachtig Groengetint Roodachtig
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
45
NL
Witbalans onderwater
U kunt de kleurtinten instellen wanneer de camera is ingesteld op (Onderwater) of
(Onderwater) in geval van bewegende beelden.
1 MENU t (Witbalans onderwater) t gewenste functie
Afhankelijk van de kleur van het water is het mogelijk dat de witbalans onderwater niet goed werkt
ondanks dat u [Onderwater 1] of [Onderwater 2] hebt ingesteld.
[Witbalans onderwater] kan niet worden geselecteerd wanneer de flitserfunctie is ingesteld op [Flitser
aan].
(Autom.) Hiermee kunt u de kleurtinten onderwater automatisch instellen
zodat deze natuurlijk lijken.
(Onderwater 1) Hiermee houdt de camera rekening met de situatie dat blauw
onderwater sterker is.
(Onderwater 2) Hiermee houdt de camera rekening met de situatie dat groen
onderwater sterker is.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
46
NL
Scherpstellen
Met deze instelling kunt u de scherpstellingsmethode veranderen. Gebruik het menu als het
moeilijk is goed scherp te stellen met de automatische-scherpstellingsfunctie.
AF is de afkorting van "Auto Focus" (automatische scherpstelling), een functie die het beeld
automatisch scherpstelt.
1 Zet de functiekeuzeknop in de stand (Autom. Programma) of
(Bewegende beeldn).
2 MENU t (Scherpstellen) t gewenste functie
(Multi-AF) Hiermee wordt automatisch scherpgesteld
op een onderwerp in alle bereiken van het
zoekerframe.
Als u in de stilstaand-beeldopnamefunctie
de ontspanknop tot halverwege indrukt,
wordt een groen kader afgebeeld rondom het
gebied waarop is scherpgesteld.
Wanneer de gezichtsherkenningsfunctie is
ingeschakeld, werkt de automatische
scherpstelling met voorrang voor gezichten.
Wanneer de scènekeuzefunctie is ingesteld op (Onderwater), wordt
met het scherpstellen rekening gehouden met het feit dat onderwater
wordt opgenomen. Nadat is scherpgesteld terwijl de ontspanknop tot
halverwege is ingedrukt, wordt een groot, groen kader afgebeeld.
(Midden-AF) Hiermee wordt automatisch scherpgesteld
op een onderwerp in het midden van het
zoekerframe. Door tezamen met de AF-
vergrendelingsfunctie te gebruiken, kunt u
het beeld naar wens samenstellen.
(Punt-AF) Hiermee wordt automatisch scherpgesteld
op een extreem klein onderwerp of een smal
gebied. Door tezamen met de AF-
vergrendelingsfunctie te gebruiken, kunt u
het beeld naar wens samenstellen. Houd de
camera stil zodat het onderwerp niet uit het
AF-bereikzoekerframe raakt.
0.5 m/1.0 m/
3.0 m/7.0 m/
(oneindige
afstand)
Hiermee wordt automatisch en snel scherpgesteld op het gebied
rond een vooraf ingestelde afstand (semi-handmatig). Deze functie
is handig wanneer u herhaaldelijk een onderwerp op dezelfde
afstand opneemt. Gebruik "semi-handmatig" als het moeilijk is
scherp te stellen met de automatische scherpstelling, zoals bij het
opnemen van een onderwerp door een net of ruit.
U kunt semi-handmatig scherpstellen op een onderwerp in alle bereiken
van het zoekerframe.
AF-bereikzoekerframe
(Alleen voor stilstaande
beelden)
AF-bereikzoekerframe
AF-bereikzoekerframe
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
47
NL
Als u de [Digitale zoom] of [AF-verlicht.] gebruikt, is het AF-bereikzoekerframe uitgeschakeld en wordt
met een stippellijn afgebeeld. In dit geval zal de camera scherpstellen op de onderwerpen rondom het
midden van het scherm.
Wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op iets anders dan [Multi-AF], kunt u de
gezichtsherkenningsfunctie niet gebruiken.
Voor het opnemen van bewegende beelden is alleen [Multi-AF] of (oneindige afstand) beschikbaar.
Wanneer de bewegend-beeldopnamefunctie is ingesteld op [Onderwater], ligt de scherpstellingsfunctie
vast op [Multi-AF].
De scherpstellingsfunctie ligt vast op [Multi-AF] zolang de lach-sluiterfunctie is ingeschakeld.
De semi-handmatige afstandsinstelling bevat een foutmarge en deze foutmarge wordt groter wanneer de
zoomknop naar de T-kant wordt gehouden of de lens omhoog of omlaag wordt gekanteld.
Opmerkingen
zScherpstellen op onderwerpen aan de rand van het
scherm
Als het onderwerp niet is scherpgesteld, gaat u als volgt te werk:
1Stel het op te nemen beeld opnieuw samen zodat
het onderwerp zich in het midden van de AF-
bereikzoeker bevindt, en druk de ontspanknop tot
halverwege in om scherp te stellen op het
onderwerp (AF-vergrendeling).
2Wanneer de indicator van de AE/AF-
vergrendeling stopt met knipperen en aan blijft,
keert u terug naar het voorheen samengestelde
beeld en drukt u de ontspanknop helemaal in.
Zolang u de ontspanknop niet helemaal indrukt, kunt u
deze handeling zo vaak herhalen als u wilt.
AF-
bereikzoekerframe
AE/AF-
vergrendelings-
indicator
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
48
NL
Lichtmeetfunctie
Met deze instelling kunt u de lichtmeetfunctie kiezen die bepaalt welk deel van het onderwerp
wordt gemeten voor de berekening van de belichting.
1 Zet de functiekeuzeknop in de stand (Autom. Programma) of
(Bewegende beeldn).
2 MENU t (Lichtmeetfunctie) t gewenste functie
Voor het opnemen van bewegende beelden, kan [Punt] niet worden geselecteerd.
Als de lichtmeetfunctie is ingesteld op iets anders dan [Multi], kan de gezichtsherkenningsfunctie niet
worden gebruikt.
De lichtmeetfunctie ligt vast op [Multi] zolang de lach-sluiterfunctie is ingeschakeld.
(Multi) Hiermee wordt het beeld onderverdeeld in meerdere delen en wordt
op ieder deel een lichtmeting uitgevoerd. De camera bepaalt een
goed afgewogen belichting (lichtmeting met meerdere patronen).
(Midden) Hiermee wordt het midden van het beeld gemeten en wordt de
belichting bepaald aan de hand van de helderheid van dat deel van
het onderwerp (lichtmeting met nadruk op het midden).
(Punt) Hiermee wordt slechts een deel van het
onderwerp gemeten (puntlichtmeting).
Deze functie is handig wanneer het
onderwerp van achteren wordt belicht
of wanneer er een sterk contrast is
tussen het onderwerp en de
achtergrond.
Opmerkingen
Dradenkruis van de
puntlichtmeting
Plaats dit op het onderwerp
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
49
NL
Scèneherkenning
De camera herkent de opnameomstandigheden automatisch en maakt vervolgens de opname.
Wanneer een gezicht is herkend, wordt de ISO-gevoeligheid verhoogd overeenkomstig de
bewegingen van het gezicht om de onderwerpbewegingen te verminderen
(gezichtsbewegingherkenning).
1 Zet de functiekeuzeknop in de stand (Slim automatisch instellen).
2 MENU t (Scèneherkenning) t gewenste functie
De scèneherkenningsfunctie werkt niet bij gebruik van de digitale-zoomfunctie.
Wanneer de opnamefunctie is ingesteld op Burst, of wanneer de lach-sluiterfunctie is ingeschakeld, ligt
de scèneherkenningsfunctie vast op [Autom.].
De beschikbare flitserinstellingen zijn [Flitser automatisch] en [Flitser uit].
(Schemeropn. met statief)-scènes worden soms niet herkend in een omgeving waarin trillingen
worden doorgegeven aan de camera ondanks dat deze op een statief is bevestigd.
Soms wordt een lange sluitertijd gebruikt als een scène wordt herkend als een (Schemeropn. met
statief). Houd de camera stil tijdens het maken van de opname.
Het pictogram van de scèneherkenning wordt afgebeeld ongeacht de schermweergave-instelling.
Mogelijk worden deze scènes niet herkend, afhankelijk van de omstandigheden.
(Autom.) Wanneer de camera de scène herkent, worden automatisch de
optimale instellingen gemaakt en het beeld opgenomen.
(Geavanceerd)
Wanneer de camera de scène herkent, worden automatisch de
optimale instellingen gemaakt. Wanneer de camera (Schemer),
(Schemer-portret), (Schemeropn. met statief),
(Tegenlichtopname) of (Portretopn. met tegenlicht) herkent,
verandert hij automatisch de instelling en neemt nog een beeld op.
Als 2 beelden worden opgenomen, wordt van (Geavanceerd)
groen.
Als 2 beelden zijn opgenomen, beeldt Auto Review ze verticaal
gerangschikt af.
Als [Dichte-ogenvermindering] wordt afgebeeld, worden automatisch 2
beelden opgenomen en wordt het beeld weergegeven waarop de ogen
geopend zijn. Voor meer informatie over de dichte-
ogenverminderingsfunctie, zie "Wat is de dichte-
ogenverminderingsfunctie?".
Opmerkingen
Pictogram van scèneherkenning
De camera herkent de volgende soorten scènes. Nadat de camera de optimale scène heeft
bepaald, wordt het bijbehorende pictogram afgebeeld.
(Schemer), (Schemer-portret), (Schemeropn. met statief),
(Tegenlichtopname), (Portretopn. met tegenlicht), (Landschap), (Macro),
(Portretopname)
Voorbeeld van een beeld waarvoor
(Tegenlichtopname) werd
ingeschakeld.
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
50
NL
zWat is de dichte-ogenverminderingsfunctie?
Als [Geavanceerd] is ingesteld en de camera (Portretopname) herkent, neemt de camera
automatisch 2 beelden* op wordt het beeld waarop de ogen geopend zijn automatisch
gekozen. Als op beide beelden het onderwerp de ogen dicht heeft, wordt de mededeling
"Dichte ogen gedetecteerd" afgebeeld, en wordt alleen het eerste beeld in het geheugen
geschreven.
* Behalve wanneer de flitser afgaat of de lange-sluitertijdfunctie is geactiveerd.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
51
NL
Lach-herkenn.gevoeligheid
U kunt de gevoeligheid van de lach-sluiterfunctie voor het herkennen van een lach instellen.
1 MENU t (Lach-herkenn.gevoeligheid) t gewenste functie
Het is mogelijk dat een lach niet goed wordt herkend, afhankelijk van de omstandigheden.
[Lach-herkenn.gevoeligheid] kan niet worden ingesteld in de eenvoudig-opnemen-functie en voor het
opnemen van bewegende beelden.
U kunt de lach-herkenningsgevoeligheid instellen wanneer (Hoge gevoeligheid), (Soft Snap),
(Schemer-portret), (Strand) of (Sneeuw) is geselecteerd als de scènekeuzefunctie.
(Schaterlach) Een schaterlach wordt herkend.
(Normale lach) Een normale lach wordt herkend.
(Glimlach) Zelfs een glimlachje wordt herkend.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
52
NL
Gezichtsherkenning
U kunt selecteren of de gezichtsherkenningsfunctie moet worden gebruikt of niet, en u kunt
tevens de onderwerpen selecteren die voorrang moeten krijgen bij het scherpstellen wanneer de
functie wordt gebruikt.
Met deze instelling herkent de camera de gezichten van uw onderwerpen en stelt automatisch de
scherpstelling, flitser, belichting, witbalans en rode-ogeneffectvermindering in.
1 MENU t (Gezichtsherkenning) t gewenste functie
[Gezichtsherkenning] kan niet worden geselecteerd in de eenvoudig-opnemen-functie en voor het
opnemen van bewegende beelden.
U kunt [Gezichtsherkenning] alleen selecteren wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op [Multi-
AF] en de lichtmeetfunctie is ingesteld op [Multi].
De gezichtsherkenningsfunctie werkt niet tijdens gebruik van de digitale-zoomfunctie.
Maximaal 8 gezichten van uw onderwerpen kunnen worden herkend. Echter, slechts maximaal 4
gezichten van de onderwerpen kunnen worden herkend wanneer de (Soft Snap)-functie is
geselecteerd als de scènekeuzefunctie.
Afhankelijk van de omstandigheden is het mogelijk dat de gezichten van kinderen en volwassenen niet
juist worden herkend.
Tijdens het opnemen in de lach-sluiterfunctie, wordt [Gezichtsherkenning] automatisch ingesteld op
[Autom.], ook als dit ingesteld is op [Uit].
(Uit) De gezichtsherkenningsfunctie wordt niet gebruikt.
(Autom.) Selecteert het gezicht waarop de camera automatisch moet
scherpstellen.
(Voorkeur
voor kinderen)
Herkent de gezichten van kinderen en neemt deze met voorrang
op.
(Voorkeur
voor
volwassenen)
Herkent de gezichten van volwassenen en neemt deze met
voorrang op.
Opmerkingen
Gezichtsherkenningskader (wit)
Gezichtsherkenningskader (oranje)
Wanneer de camera meer dan één gezicht herkent, beoordeelt de camera welke het
primaire gezicht is en stelt daarop scherp. Het gezichtsherkenningskader rond het
hoofdonderwerp is oranje. Het gezichtsherkenningskader waarop wordt scherpgesteld
wordt groen wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt.
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
53
NL
zHet gezicht met voorrang registreren (geselecteerd-
gezichtgeheugen)
Normaal gesproken selecteert de camera automatisch het gezicht waarop wordt
scherpgesteld aan de hand van de [Gezichtsherkenning]-instelling, maar u kunt ook zelf een
gezicht selecteren en registreren dat voorrang moet krijgen.
1Druk op z op de besturingsknop tijdens de gezichtsherkenning. Het meest linkse gezicht
wordt geregistreerd als het gezicht met voorrang en het kader verandert van in een
oranje kader ( ).
2Iedere keer wanneer u op z drukt, verspringt het gezicht met voorrang één gezicht naar
rechts. Druk herhaaldelijk op z totdat het oranje kader ( ) rond het gezicht wordt
afgebeeld dat u wilt registreren.
3Om het registreren van gezichten uit te schakelen, verplaatst u eerst het oranje kader naar
het meest rechtse gezicht, en drukt u daarna nogmaals op z.
Als u de accu uit de camera haalt, wordt de registratie van het gezicht met voorrang teruggesteld.
Als het geregistreerde gezicht zich buiten het LCD-scherm beweegt, keert de camera terug naar de
instelling geselecteerd door [Gezichtsherkenning]. Wanneer het geregistreerde gezicht weer binnen
het LCD-scherm terugkeert, stelt de camera scherp op het geregistreerde gezicht.
Het kan onmogelijk zijn het geregistreerde gezicht juist te herkennen afhankelijk van de helderheid
van de omgeving, de haardracht van het onderwerp, enz. In dat geval registreert u het gezicht
opnieuw onder dezelfde omstandigheden waarin het beeld zal worden opgenomen.
Wanneer de lach-sluiterfunctie wordt gebruikt terwijl een gezichtsherkenningskader is
geregistreerd, wordt de lach-herkenning alleen uitgevoerd voor het geregistreerde gezicht.
In de eenvoudig-opnemen-functie kan het gezicht dat voorrang moet krijgen niet worden
geregistreerd.
Gezichtsherkenning-prioriteitskader uit
zGezichten gemakkelijker te herkennen maken
Zorg voor voldoende belichting.
Zorg ervoor dat het gezicht van de onderwerpen niet wordt
verborgen door hoeden, gezichtsmaskers, zonnebrillen, enz.
Zorg ervoor dat de onderwerpen naar de camera kijken.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
54
NL
Flitsniveau
Hiermee kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen.
1 Zet de functiekeuzeknop in de stand (Autom. Programma).
2 MENU t (Flitsniveau) t gewenste functie
Soms zijn de effecten niet zichtbaar wanneer het onderwerp dat wordt opgenomen te helder of te donker
is.
(–) Hiermee wordt het flitsniveau lager.
(Standaard)
(+) Hiermee wordt het flitsniveau hoger.
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
55
NL
Dichte-ogenvermindering
Wanneer de scènekeuzefunctie is ingesteld op (Soft Snap) en het onderwerp met de ogen
knippert op het moment dat een opname wordt gemaakt, neemt de camera automatisch nog een
beeld op. Als in het tweede beeld de ogen wel geopend zijn, wordt alleen het tweede beeld in het
geheugen geschreven.
1 Zet de functiekeuzeknop in de stand (Scènekeuze).
2 Selecteer (Soft Snap).
3 MENU t (Dichte-ogenvermindering) t gewenste functie
De dichte-ogenverminderingsfunctie werkt niet in de volgende situaties:
Tijdens het gebruik van de flitser
Tijdens opnemen in de burst- of bracketfunctie
Wanneer de gezichtsherkenningsfunctie niet werkt
Wanneer de lach-sluiterfunctie is ingeschakeld
Soms werkt de dichte-ogenverminderingsfunctie niet, afhankelijk van de situatie.
Wanneer de dichte-ogenverminderingsfunctie is ingesteld op [Autom.], maar alleen beelden zijn
opgenomen waarop het onderwerp de ogen dicht heeft, wordt de mededeling "Dichte ogen gedetecteerd"
afgebeeld op het LCD-scherm. Maak zo nodig de opname opnieuw.
(Autom.)
Als de gezichtsherkenningsfunctie is ingeschakeld, werkt de dichte-
ogenverminderingsfunctie zodat beelden worden opgenomen
waarop het onderwerp de ogen open heeft.
(Uit)
De dichte-ogenverminderingsfunctie wordt niet gebruikt.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
56
NL
Rode-ogeneffect
De flitser gaat twee of meer keer af voordat de opname wordt gemaakt om het rode-ogeneffect
dat optreedt bij het gebruik van de flitser te verminderen.
1 MENU t (Rode-ogeneffect) t gewenste functie
[Rode-ogeneffect] kan niet worden geselecteerd tijdens de eenvoudig-opnemen-functie, het opnemen van
bewegende beelden, en de lach-sluiterfunctie.
Om wazige beelden te voorkomen, moet u de camera stevig vasthouden totdat de sluiter is ontspannen.
Dit duurt normaal gesproken een seconde nadat u op de ontspanknop hebt gedrukt. Zorg er tevens voor
dat het onderwerp niet beweegt gedurende deze periode.
Het is mogelijk dat de rode-ogeneffectvermindering niet het gewenste resultaat oplevert. Dit is
afhankelijk van individuele verschillen en omstandigheden, zoals de afstand tot het onderwerp, en of het
onderwerp weg keek van de voorflits.
Als u de gezichtsherkenningsfunctie niet gebruikt, werkt de rode-ogeneffectvermindering niet, ook niet
wanneer u [Autom.] instelt.
(Autom.) Als de gezichtsherkenningsfunctie is ingeschakeld, gaat hiermee de
flitser automatisch af om het rode-ogeneffect te verminderen.
(Aan) Hiermee gaat de flitser altijd af om het rode-ogeneffect te
verminderen.
(Uit) Hiermee wordt de rode-ogeneffectvermindering niet gebruikt.
Opmerkingen
zHoe ontstaat het rode-ogeneffect?
Pupillen worden groter in een donkere omgeving. Het flitslicht wordt gereflecteerd door de
bloedvaten op de achterkant van het oog (het netvlies) waardoor het "rode-ogeneffect"
optreedt.
Andere manieren om het rode-ogeneffect te verminderen
Selecteer (Hoge gevoeligheid) als de scènekeuzefunctie. (De flitser wordt automatisch ingesteld
op [Flitser uit].)
Als de ogen van het onderwerp in het beeld rood zijn, corrigeert u het beeld met behulp van
[Bijwerken] t [Rode-ogen-correctie] op het weergavemenu, of met behulp van het bijgeleverde
softwareprogramma "PMB".
Camera
Oog
Netvlies
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
57
NL
DRO
De camera analyseert de opnamescène en corrigeert de helderheid en het contrast automatisch
om de beeldkwaliteit te verhogen.
DRO is de afkorting van "Dynamic Range Optimizer" (optimalisatie van dynamisch bereik), een
functie die automatisch het verschil tussen lichte en donkere delen van een beeld optimaliseert.
1 Zet de functiekeuzeknop in de stand (Autom. Programma).
2 MENU t (DRO) t gewenste functie
Afhankelijk van de opnameomstandigheden, kan het onmogelijk zijn het beeld te corrigeren.
Als [DRO plus] is ingesteld, kan de ISO-gevoeligheid alleen worden ingesteld op [ISO AUTO] en
waarden van [ISO 80] tot en met [ISO 800].
(Uit) Hiermee wordt niets ingesteld.
(DRO
standard)
Hiermee kunt u de helderheid en het contrast van de beelden
automatisch instellen.
(DRO plus) Hiermee kunt u de helderheid en het contrast van de beelden
automatisch en sterk instellen.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
58
NL
Kleurfunctie
Door toepassing van kleureffecten kunt u de kleurinstelling van het beeld veranderen.
1 Zet de functiekeuzeknop in de stand (Autom. Programma) of
(Bewegende beeldn).
2 MENU t (Kleurfunctie) t gewenste functie
Bij het opnemen van bewegende beelden kunnen alleen [Normaal], [Sepia] en [Z-W] worden
geselecteerd.
(Normaal) Hiermee wordt het beeld ingesteld op de
standaardkleur.
(Levendig) Hiermee krijgt het beeld heldere en diepe
kleuren.
(Sepia) Hiermee wordt het beeld ingesteld op sepia-
kleuren
(Z-W) Hiermee wordt het beeld ingesteld op zwart-wit.
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
59
NL
SteadyShot
Hiermee kunt u de antiwaasfunctie selecteren.
1 MENU t (SteadyShot) t gewenste functie
In de intelligente automatische instelfunctie, de eenvoudig-opnemen-functie of als de scènekeuzefunctie
is ingesteld op (Voedsel), ligt [SteadyShot] vast op [Opnemen].
[SteadyShot] ligt vast op [Continu] zolang de lach-sluiterfunctie is ingeschakeld.
Voor bewegende beelden kunt u alleen[Continu] of [Uit] instellen. De standaardinstelling voor
bewegende beelden is [Continu].
De acculading wordt sneller opgebruikt in de [Continu]-functie dan in de [Opnemen]-functie.
(Opnemen) Hiermee wordt de antiwaasfunctie ingeschakeld als de ontspanknop
tot halverwege ingedrukt wordt.
(Continu) Hiermee is de antiwaasfunctie altijd ingeschakeld. Stabiele beelden
zijn mogelijk, zelfs als er ingezoomd is op een ver verwijderd
onderwerp.
(Uit) Hiermee wordt de antiwaasfunctie niet gebruikt.
Opmerkingen
zTips om wazige beelden te voorkomen
De camera werd per ongeluk bewogen toen u een beeld opnam. Dit heet de
"camerabeweging". Het kan ook zijn dat het onderwerp bewoog toen u het beeld opnam. Dit
heet dan "onderwerpbeweging". Bovendien treden camerabewegingen en
onderwerpbewegingen vaak op bij zwakke belichting of lange sluitertijden, zoals die
optreden wanneer (Schemer-portret) of (Schemer) is gekozen als de
scènekeuzefunctie. In dergelijke gevallen houdt u bij het opnemen de onderstaande tips in
gedachten.
Camerabeweging
Uw hand of lichaam bewoog terwijl u de
camera vasthield en op de ontspanknop drukte,
waardoor het gehele beeld wazig is geworden.
Gebruik een statief of plaats de camera op een
vlakke ondergrond zodat de camera stevig staat.
Neem op met een zelfontspanner met een
vertraging van 2 seconden en stabiliseer de camera door uw armen stevig tegen uw zij te drukken
nadat u op de ontspanknop hebt gedrukt.
Onderwerpbeweging
Ondanks dat de camera stil wordt gehouden,
kan het onderwerp bewegen tijdens de
belichtingstijd nadat op de ontspanknop is
gedrukt, waardoor het onderwerp wazig wordt
opgenomen. De camerabewegingen worden
automatisch verminderd met behulp van de
antiwaasfunctie. Deze functie vermindert echter niet de onderwerpbewegingen effectief.
Selecteer (Hoge gevoeligheid) als de scènekeuzefunctie.
Selecteer een hogere ISO-gevoeligheid om de sluitertijd korter te maken, en druk op de
ontspanknop voordat het onderwerp beweegt.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
60
NL
Diavoorstelling
Beelden worden automatisch achter elkaar weergegeven tezamen met effecten en muziek.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de
weergavefunctie.
2 MENU t (Diavoorstelling) t z op de besturingsknop
3 Selecteer de gewenste instelling.
4 [Start] t z
5 Druk op z om de diavoorstelling af te sluiten.
U kunt bewegende beelden niet weergeven.
Andere instellingen dan [Beeld] worden opgeslagen tot ze de volgende keer worden veranderd.
U kunt de groep beelden selecteren die moet worden vertoond.
Deze instelling ligt vast op [Map] wanneer het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te nemen.
Opmerkingen
Beeld
Alle beelden Geeft een diavoorstelling weer van alle stilstaande beelden op
volgorde.
Deze datum Geeft een diavoorstelling weer van de stilstaande beelden binnen
het huidig geselecteerde datumbereik in het geval de
weergavefunctie (Datumweergave) is.
Deze gebeurtenis Geeft een diavoorstelling weer van de stilstaande beelden in de
huidig geselecteerde gebeurtenisgroep in het geval de
weergavefunctie (Weerg. per gebeurt.) is.
Favorieten 1 – 6 Geeft een diavoorstelling weer van alleen de stilstaande beelden in
het huidig geselecteerde favorietennummer in het geval de
weergavefunctie (Favorieten) is.
Map Geeft een diavoorstelling weer van de stilstaande beelden in de
huidig geselecteerde map in het geval de weergavefunctie
(Mapweergave) is.
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
61
NL
U kunt de weergavesnelheid en atmosfeer van de diavoorstelling selecteren.
U kunt de muziek instellen die tijdens de diavoorstelling moet worden afgespeeld. U kunt meer
dan één track voor achtergrondmuziek selecteren. Druk op V op de besturingsknop om het
volumeregelingsscherm af te beelden, en druk daarna op v/V om het volumeniveau in te stellen.
U kunt het interval instellen waarmee de dia’s moeten worden verwisseld. De instelling ligt vast
op [Autom.] wanneer [Simpel] niet is geselecteerd bij [Effecten].
U kunt het herhalen van de diavoorstelling in- of uitschakelen.
Effecten
Simpel Een eenvoudige diavoorstelling met een vooraf ingesteld interval
tussen de stilstaande beelden.
Het weergave-interval is instelbaar bij [Interval] zodat u volledig
kunt genieten van uw beelden.
Nostalgisch Een stemmige diavoorstelling die de sfeer van een filmscène
oproept.
Stijlvol Een stijlvolle diavoorstelling die op een middelmatige snelheid
uitgevoerd wordt.
Actief Een snelle diavoorstelling die geschikt is voor actieve scènes.
Muziek
Geen geluid Hiermee wordt de achtergrondmuziek niet gebruikt.
Music1 De standaardinstelling voor een [Simpel]-diavoorstelling.
Music2 De standaardinstelling voor een [Nostalgisch]-diavoorstelling.
Music3 De standaardinstelling voor een [Stijlvol]-diavoorstelling.
Music4 De standaardinstelling voor een [Actief]-diavoorstelling.
Interval
1 sec Hiermee stelt u het weergave-interval in van beelden voor een
diavoorstelling met effectinstelling [Simpel].
3 sec
5 sec
10 sec
Autom. Hiermee wordt het interval zodanig ingesteld dat het geschikt is
voor het geselecteerde onderdeel bij [Effecten].
Herhalen
Aan Hiermee geeft u de beelden weer in een continu herhaalde
weergave.
Uit Hiermee eindigt de diavoorstelling nadat alle beelden eenmaal zijn
weergegeven.
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
62
NL
zDe achtergrondmuziek selecteren
U kunt een gewenst muziekstuk kopiëren vanaf een cd of MP3-bestand naar de camera om
af te spelen tijdens een diavoorstelling. Om muziek te kunnen kopiëren, installeert u eerst
het softwareprogramma "Music Transfer" (bijgeleverd) op uw computer. Voor meer
informatie, zie de pagina’s 114 en 117.
U kunt maximaal vier muziekstukken kopiëren naar de camera (de 4 vooraf ingestelde
muziekstukken (Music1 t/m Music4) kunnen worden vervangen door de gekopieerde
muziekstukken).
De maximumlengte van ieder muziekbestand dat door de camera kan worden afgespeeld, is
ongeveer 5 minuten.
Als u een muziekbestand niet kunt weergeven als gevolg van beschadiging of ander defect van het
bestand, voert u [Format. muz.] (pagina 94) uit en brengt u de muziekbestanden nogmaals over naar
de camera.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
63
NL
Datumlijst
U kunt in de datumweergave de datum selecteren die moet worden weergegeven.
Stap 2 is overbodig wanneer [Datumweergave] reeds is ingesteld.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de
weergavefunctie.
2 MENU t (Weergavefunctie) t (Datumweergave) t z op de
besturingsknop
3 MENU t (Datumlijst) t z
4 Selecteer de datum die u wilt weergeven t z.
Dit onderdeel wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te
nemen.
Opmerking
zOp het scherm Datumlijst
Selecteer de maand die u wilt weergeven met / .
Om de Datumlijst te verlaten, selecteert u met de
besturingsknop en drukt u daarna op z.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
64
NL
Lijst met gebeurtenissen
U kunt in de weergave per gebeurtenis de gebeurtenisgroep selecteren die moet worden
weergegeven.
U kunt voor iedere groep de zelfbedachte naam van een gebeurtenis invoeren met behulp van het
softwareprogramma "PMB" (bijgeleverd). Voor meer informatie over het invoeren van de naam
van de gebeurtenis, zie de "Gids voor PMB".
Stap 2 is overbodig wanneer [Weerg. per gebeurt.] reeds is ingesteld.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de
weergavefunctie.
2 MENU t (Weergavefunctie) t (Weerg. per gebeurt.) t z op
de besturingsknop
3 MENU t (Lijst met gebeurtenissen) t z
4 Selecteer de gebeurtenisgroep die u wilt weergeven t z.
Dit onderdeel wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te
nemen.
Opmerking
zOp het scherm Gebeurtenissenlijst
De maandindicator aan de rechterkant van het scherm geeft de
gebeurtenissenmaand aan die bovenaan het scherm wordt
weergegeven. Selecteer de gebeurtenissenmaand die u wilt
weergeven met / .
Om de Gebeurtenissenlijst te verlaten, selecteert u met de
besturingsknop en drukt u daarna op z.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
65
NL
Weergavefunctie
U kunt de schermindeling selecteren voor het gelijktijdig weergeven van meerdere beelden.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de
weergavefunctie.
2 MENU t (Weergavefunctie) t gewenste functie t z op de
besturingsknop
Als u het interne geheugen gebruikt, wordt de weergavefunctie ingesteld op [Mapweergave].
Wanneer beelden opgenomen op een andere camera niet kunnen worden weergegeven op deze camera,
geeft u de beelden weer in de [Mapweergave].
(Datumweergave)
Geeft beelden op datum weer.
Selecteer [Datumlijst] op het menu om een specifieke datum te
selecteren in de kalenderweergave.
(Weerg. per
gebeurt.)
Analyseert de datums, opnamen en frequenties, organiseert
automatisch de beelden in groepen en geeft deze weer.
Selecteer [Lijst met gebeurtenissen] op het menu om de
gebeurtenisgroep te selecteren die u wilt weergeven.
(Favorieten) Geeft beelden weer die zijn geregistreerd
als favorieten. Selecteer het nummer van
de favorieten die u wilt weergeven.
(Mapweergave)
De beelden worden afgebeeld, georganiseerd in mappen.
Wanneer reeds een opnamemap is aangemaakt, selecteert u [Map
kiezen] op het menu om een map te selecteren waarvan u de
beelden wilt weergeven.
Opmerkingen
zBeelden weergeven die zijn opgenomen met een
andere camera
Het scherm waarop u een weergavemethode kunt selecteren wordt afgebeeld wanneer u een
"Memory Stick Duo" in deze camera plaatst waarop zowel beelden staan die met deze
camera zijn opgenomen, als beelden die met een andere camera zijn opgenomen.
"Alleen geregist. beelden weergeven": De beelden worden weergegeven in de
geselecteerde Weergavefunctie. Sommige beelden die met een andere camera zijn
opgenomen, worden mogelijk niet weergegeven.
"Alles weergeven met mapweergave": De camera schakelt over naar Mapweergave
en geeft alle beelden weer.
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
66
NL
zOver het [Weerg. per gebeurt.]
[Weerg. per gebeurt.] is de functie waarin de camera de datums, opnamen en frequenties
analyseert, de beelden automatisch in groepen organiseert en deze weergeeft. U kunt aan
iedere gebeurtenis een handige naam geven als u het bijgeleverde softwareprogramma
"PMB" gebruikt.
* Geen opnamen gemaakt
Opnamen van huisdieren
Opnamen op vakanties
Opnamen op bruiloften
Gebeurtenis
Huisdier
Tijdverloop
Gebeurtenis Gebeurtenis
Vakantie Bruiloft
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
67
NL
Filteren op gezicht
U kunt beelden filteren en vervolgens weergeven.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de
weergavefunctie.
2 MENU t (Filteren op gezicht) t gewenste functie t z op de
besturingsknop
Dit onderdeel wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te
nemen.
Wanneer de weergavefunctie is ingesteld op [Mapweergave], kunt u de filteren-op-gezicht-functie niet
gebruiken.
Soms worden beelden per ongeluk weergegeven of juist niet.
Soms is filteren niet mogelijk bij beelden opgenomen op een andere camera.
(Uit) Hiermee worden de beelden niet gefilterd.
(Alle mensen) Hiermee worden de beelden gefilterd aan de hand van specifieke
criteria en vervolgens weergegeven.
(Kinderen)
(Baby's)
(Lachend)
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
68
NL
Favorieten toevoegen/verw.
Selecteer uw favoriete beelden en voeg deze toe aan groepen, of verwijder deze uit groepen als
favoriet.
Het merkteken wordt afgebeeld op geregistreerde beelden.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de
weergavefunctie.
2 MENU t (Favorieten toevoegen/verw.) t gewenste functie t z op
de besturingsknop
3 Selecteer het favorietengroepnummer t z.
4 MENU t [OK] t z
Dit onderdeel wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te
nemen.
Wanneer de weergavefunctie is ingesteld op [Mapweergave], kunt u geen beelden toevoegen aan of
verwijderen uit de favorieten.
(Dit beeld) Hiermee kunt u het huidig weergegeven beeld toevoegen aan of
verwijderen uit de favorieten.
(Meerdere
beelden)
Hiermee kunt u meerdere beelden selecteren en toevoegen aan of
verwijderen uit de favorieten.
Voer de volgende handelingen uit na stap 3.
1Selecteer een beeld en druk daarna op z.
Herhaal de bovenstaande stappen to u geen beelden meer wilt
toevoegen/verwijderen. Selecteer een beeld met een
markering om de markering op te heffen.
2MENU t [OK] t z
(Alle in
datumbereik toev.)
(Alle in
gebeurtenis
toevoeg.)
Hiermee kunt u alle beelden binnen het geselecteerde datumbereik
of gebeurtenisgroep in de indexweergavefunctie tegelijkertijd aan
de favorieten toevoegen.
(Alle in
datumbereik verw.)
(Alle in deze
gebeurt. verwijd)
(Alle in
Favorieten
verwijder.)
Hiermee kunt u alle beelden in de indexweergavefunctie
tegelijkertijd uit de favorieten verwijderen.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
69
NL
Bijwerken
Met deze instelling kunt u effecten toevoegen aan of correcties aanbrengen in een opgenomen
beeld en dit opnemen als een nieuw bestand.
Het oorspronkelijke beeld blijft behouden.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de
weergavefunctie.
2 MENU t (Bijwerken) t gewenste functie t z op de
besturingsknop
3 Voer het bijwerken uit volgens de bedieningsmethode van de betreffende
functie.
(Trimmen) Hiermee neemt u het ingezoomde
weergavebeeld op.
1 Druk op de T-kant ( ) van de
knop om in te zoomen, en op de
W-kant om uit te zoomen.
2 Stel het zoompunt in met de
besturingsknop.
3 MENU t selecteer een
beeldformaat om op te slaan t z
4 [OK] t z
De beeldkwaliteit van getrimde
beelden kan verslechteren.
Het beeldformaat dat u kunt
trimmen kan verschillen
afhankelijk van het beeld.
(Rode-ogen-
correctie)
Hiermee corrigeert u het rode-
ogeneffect dat wordt veroorzaakt
door de flitser.
1 Selecteer [OK] met de
besturingsknop t z.
Het is mogelijk dat het rode-
ogeneffect niet geheel kan worden
gecorrigeerd, afhankelijk van het
beeld.
(Onscherpte
repareren)
Hiermee maakt u het beeld
scherper binnen een gekozen
kader.
1 Selecteer het gebied (frame) van
het gewenste beeld dat u wilt
bijwerken, met de besturingsknop
t MENU.
2 [OK] t z
Afhankelijk van het beeld is het
mogelijk dat niet voldoende
reparatie kan worden verkregen en
de beeldkwaliteit verslechtert.
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
70
NL
(Lagere
beeldscherpte)
Hiermee maakt u de omgeving
van een gekozen punt in het beeld
wazig om een onderwerp eruit te
laten springen.
1 Selecteer het middelpunt van het
gewenste beeld dat u wilt
bijwerken met de besturingsknop
t MENU.
2 Selecteer het gewenste niveau
waarmee het beeld moet worden
bijgewerkt t z.
3 Stel het gewenste gebied in dat u
wilt bijwerken met de W/T-
zoomknop t [OK] t z.
(Gedeeltelijk
kleur)
Hiermee wordt de omgeving van
een gekozen punt monochroom
weergegeven om een onderwerp
eruit te laten springen.
1 Selecteer het middelpunt van het
gewenste beeld dat u wilt
bijwerken met de besturingsknop
t MENU.
2 Stel het gewenste gebied in dat u
wilt bijwerken met de W/T-
zoomknop t [OK] t z.
(Vissenooglens)
Hiermee past u een
vissenoogeffect toe rondom een
gekozen punt.
1 Selecteer het middelpunt van het
gewenste beeld dat u wilt
bijwerken met de besturingsknop
t MENU.
2 Selecteer het gewenste niveau
waarmee het beeld moet worden
bijgewerkt t z.
3 [OK] t z
(Stereffect) Hiermee voegt u een stereffect toe
aan de lichtbronnen in het beeld.
1 Selecteer het gewenste niveau
waarmee het beeld moet worden
bijgewerkt met de besturingsknop
t z.
2 Stel het gewenste gebied in dat
moet worden bijgewerkt met de
W/T-zoomknop t [OK] t z.
(Radiale
waas)
Hiermee bepaalt u het middelpunt
vanwaaruit de beweging in het
stilstaande beeld voelbaar is.
1 Selecteer het middelpunt van het
gewenste beeld dat u wilt
bijwerken met de besturingsknop
t MENU.
2 Stel het gewenste gebied in dat u
wilt bijwerken met de W/T-
zoomknop t [OK] t z.
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
71
NL
Bewegende beelden kunnen niet worden bijgewerkt.
(Retro) Het beeld wordt zachter door de
beeldscherpte te verminderen en
het omgevingslicht te verlagen
zodat het lijkt alsof het beeld is
opgenomen met een oude camera.
1 Selecteer het gewenste niveau
waarmee het beeld moet worden
bijgewerkt met de besturingsknop
t z.
2 Stel het gewenste gebied in dat u
wilt bijwerken met de W/T-
zoomknop t [OK] t z.
(Lachen) Hiermee kunt u een lach op het
gezicht van een persoon maken.
1 Selecteer het gewenste niveau
waarmee het beeld moet worden
bijgewerkt met de besturingsknop
t z.
2 [OK] t z
Bijwerken kan onmogelijk zijn
afhankelijk van het beeld.
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
72
NL
Formaat wijzigen
Met deze instelling kunt u de beeldverhouding en het beeldformaat van de opgenomen beelden
veranderen en deze vervolgens opnemen als nieuwe bestanden.
U kunt het beeldformaat van beelden veranderen naar 16:9 voor high-definitionweergave, en
naar het VGA-formaat voor opname in een blog of verzenden als e-mailbijlage.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de
weergavefunctie.
2 MENU t (Formaat wijzigen) t gewenste functie t z op de
besturingsknop
3 Zoom naar het gebied dat u wilt trimmen met de W/T-zoomknop.
4 Geef het gebied aan dat u wilt trimmen met de besturingsknop.
5 MENU t [OK] t z
U kunt het beeldformaat van bewegende beelden niet veranderen.
U kunt het beeldformaat niet veranderen van VGA naar [HDTV].
Door het beeld te vergroten of het formaat te wijzigen kan de beeldkwaliteit achteruit gaan.
(HDTV) Hiermee kunt u de
beeldverhouding veranderen van
4:3 of 3:2 naar 16:9, en het beeld
opslaan op 2M-formaat.
(Blog / E-
mail)
Hiermee kunt u de
beeldverhouding veranderen van
16:9 of 3:2 naar 4:3, en het beeld
opslaan op VGA-formaat.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
73
NL
Wissen
U kunt ongewenste beelden selecteren om te wissen. U kunt ook beelden wissen met de
(Wissen-)toets (pagina 34).
1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de
weergavefunctie.
2 MENU t (Wissen) t gewenste functie t z op de besturingsknop
3 [OK] t z
Als de functiekeuzeknop in de stand (Eenvoudig opnemen) staat, kunt u [Enkel beeld wissen] of
[Alle beelden wissen] selecteren.
Als de weergavefunctie is ingesteld op [Favorieten], kunt u geen beelden wissen.
(Dit beeld) Hiermee kunt u het huidig weergegeven beeld in de
enkelbeeldweergavefunctie wissen.
(Meerdere
beelden)
Hiermee kunt u meerdere beelden selecteren om te wissen.
Voer de volgende handelingen uit na stap 2.
1Selecteer een beeld en druk daarna op z.
Herhaal de bovenstaande stappen tot u geen beelden meer wilt
wissen. Selecteer een beeld met een markering om de
markering op te heffen.
2MENU t [OK] t z
(Alle in deze
map)
(Alle beelden in
datumbereik)
(Alle in
gebeurtenis)
Hiermee kunt u alle beelden in de geselecteerde map, datumbereik
of gebeurtenisgroep tegelijkertijd wissen.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
74
NL
Beveiligen
U kunt opgenomen beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen.
Het merkteken wordt afgebeeld op geregistreerde beelden.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de
weergavefunctie.
2 MENU t (Beveiligen) t gewenste functie t z op de
besturingsknop
(Dit beeld) Hiermee kunt u het huidig weergegeven beeld in de
enkelbeeldweergavefunctie beveiligen.
(Meerdere
beelden)
Hiermee kunt u meerdere beelden selecteren om te beveiligen.
Voer de volgende handelingen uit na stap 2.
1Selecteer een beeld en druk daarna op z.
Herhaal de bovenstaande stappen tot u geen beelden meer wilt
beveiligen. Selecteer een beeld met een markering om de
markering op te heffen.
2MENU t [OK] t z
zDe beveiliging annuleren
Selecteer het beeld waarvan u de beveiliging wilt opheffen en ontgrendel het door op de
besturingsknop op z te drukken volgens dezelfde procedure als bij het instellen van de
beveiliging.
De indicator gaat uit en de beveiliging is opgeheven.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
75
NL
DPOF
DPOF (Digital Print Order Format) is een functie waarmee u beelden op de "Memory Stick
Duo" kunt registreren die u later wilt afdrukken.
De -afdrukmarkering wordt afgebeeld op geregistreerde beelden.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de
weergavefunctie.
2 MENU t t gewenste functie t z op de besturingsknop
De -afdrukmarkering kan niet wordt aangebracht op bewegende beelden of op beelden in het
interne geheugen.
U kunt de -afdrukmarkering aanbrengen op maximaal 999 beelden.
(Dit beeld) Hiermee kunt u het huidig weergegeven beeld in de
enkelbeeldweergavefunctie registreren voor afdrukken.
(Meerdere
beelden)
Hiermee kunt u meerdere beelden selecteren om te registreren voor
afdrukken.
Voer de volgende handelingen uit na stap 2.
1Selecteer een beeld en druk daarna op z.
Herhaal de bovenstaande stappen tot u geen beelden meer wilt
registreren. Selecteer een beeld met een markering om de
markering op te heffen.
2MENU t [OK] t z
Opmerkingen
zDe DPOF-afdrukmarkering verwijderen
Selecteer een geregistreerd beeld waarvan u de DPOF-afdrukmarkering wilt verwijderen en
druk op de besturingsknop op z volgens dezelfde procedure als bij het registreren van de
DPOF-afdrukmarkering.
De -afdrukmarkering gaat uit en de registratie voor afdrukken is opgeheven.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
76
NL
Map kiezen
Wanneer meerdere mappen zijn aangemaakt op een "Memory Stick Duo", kunt u de map
selecteren waarin het beeld zit dat u wilt weergeven.
Stap 2 is overbodig wanneer [Mapweergave] reeds is ingesteld.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de
weergavefunctie.
2 MENU t (Weergavefunctie) t (Mapweergave) t z op de
besturingsknop
3 MENU t (Map kiezen) t z
4 Selecteer de map met b/B.
5 [OK] t z
Dit onderdeel wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te
nemen.
Opmerking
zBeelden uit meerdere mappen bekijken
Wanneer meerdere mappen zijn aangemaakt, worden de volgende indicators afgebeeld op
het eerste en laatste beeld in de map.
: U kunt naar de voorgaande map gaan
: U kunt naar de volgende map gaan
: U kunt naar de voorgaande of volgende mappen gaan
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
77
NL
Roteren
Met deze instelling kunt u een stilstaand beeld roteren. Gebruik deze functie om een beeld met
een horizontale oriëntatie, verticaal weer te geven.
1 Druk op de (weergave-)toets om over te schakelen naar de
weergavefunctie.
2 MENU t (Roteren) t z op de besturingsknop
3 Roteer het beeld met [ / ] t b/B.
4 [OK] t z
U kunt bewegende beelden en beveiligde stilstaande beelden niet roteren.
Beelden die met andere camera’s zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd.
Wanneer u beelden op een computer weergeeft, is het afhankelijk van de gebruikte software mogelijk dat
de beeldrotatie-informatie niet tot uitdrukking komt.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
78
NL
AF-verlicht.
De AF-verlichting levert vullicht om gemakkelijker te kunnen scherpstellen op een onderwerp in
een donkere omgeving.
De AF-verlichting werpt rood licht uit zodat de camera gemakkelijk kan scherpstellen zodra de
ontspanknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden totdat de scherpstelling is vergrendeld.
Op dat moment wordt de indicator afgebeeld.
1 Stel de camera in op de opnamefunctie.
2 MENU t (Instellingen) t (Opname-instellingn) t [AF-verlicht.]
t gewenste instelling t z op de besturingsknop
De camera kan scherpstellen zolang het licht van de AF-verlichting het onderwerp bereikt, ongeacht of
het licht het midden van het onderwerp al of niet kan bereiken.
U kunt de AF-verlichting niet gebruiken wanneer:
[Scherpstellen] is ingesteld op de semi-handmatig-functie.
[Conversielens] is ingesteld op een andere functie dan [Uit].
(Landschap), (Schemer) of (Vuurwerk) is geselecteerd als de scènekeuzefunctie.
Als u de AF-verlichting gebruikt, is het normale AF-bereikzoekerframe uitgeschakeld en wordt met een
stippellijn een nieuw AF-bereikzoekerframe afgebeeld. De automatische scherpstelling werkt met
voorrang op onderwerpen die zich dichtbij het midden van het frame bevinden.
De AF-verlichting zendt zeer helder licht uit. Ondanks dat er geen gezondheidsrisico’s bestaan, mag u
niet van dichtbij rechtstreeks in de AF-verlichtingslamp kijken.
Autom. Hiermee wordt de AF-verlichting gebruikt.
Uit Hiermee wordt de AF-verlichting niet gebruikt.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
79
NL
Stramienlijn
Met behulp van de rasterlijnen kunt u het onderwerp gemakkelijker in een horizontale/verticale
stand brengen.
1 Stel de camera in op de opnamefunctie.
2 MENU t (Instellingen) t (Opname-instellingn) t [Stramienlijn]
t gewenste functie t z op de besturingsknop
Aan Beeldt de rasterlijnen af. De rasterlijnen worden niet opgenomen.
Uit Beeldt de rasterlijnen niet af.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
80
NL
Digitale zoom
Met deze instelling kunt u de digitale-zoomfunctie instellen. De camera vergroot het beeld met
behulp van optische zoom (max. 5×). Wanneer de schaalverdeling van de zoom wordt
overschreden, gebruikt de camera de slimme-zoomfunctie of precisie-digitale-zoomfunctie.
1 Stel de camera in op de opnamefunctie.
2 MENU t (Instellingen) t (Opname-instellingn) t [Digitale
zoom] t gewenste functie t z op de besturingsknop
De digitale zoomfunctie werkt niet tijdens het opnemen van bewegende beelden of tijdens het gebruik
van de lach-sluiterfunctie.
De slimme-zoomfunctie is niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is ingesteld op [12M], [3:2(11M)]
of [16:9(9M)].
De gezichtsherkenningsfunctie werkt niet tijdens gebruik van de digitale-zoomfunctie.
De ondersteunde zoomvergroting verschilt afhankelijk van het beeldformaat.
Slim ( ) Vergroot het beeld digitaal binnen het bereik waarin het beeld niet
wordt vervormd, overeenkomstig het beeldformaat (slimme-
zoomfunctie).
Nauwkeurig ( ) Hiermee worden alle beeldformaten vergroot met de totale
zoomvergroting van ongeveer 10
×, inclusief de optische-
zoomvergroting van 5
×. Merk echter op dat de beeldkwaliteit
verslechtert wanneer de optische-zoomvergroting wordt
overschreden (precisie-digitale-zoomfunctie).
Uit Hiermee wordt de digitale-zoomfunctie niet gebruikt.
Opmerkingen
Totale zoomvergroting bij gebruik van de slimme-
zoomfunctie (inclusief 5× optische zoom)
Formaat Totale zoomvergroting
8M
Ong. 6,
5M
Ong. 7,
3M
Ong. 9,
VGA
Ong. 31×
16:9(2M)
Ong. 10×
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
81
NL
Conversielens
Deze instelling zorgt voor een juiste scherpstelling wanneer een conversielens (los verkrijgbaar)
is bevestigd. Bevestig eerst de lensadapter (los verkrijgbaar) en daarna de conversielens.
1 Stel de camera in op de opnamefunctie.
2 MENU t (Instellingen) t (Opname-instellingn) t
[Conversielens] t gewenste functie t z op de besturingsknop
Bij gebruik van de ingebouwde flitser, kan het flitslicht worden geblokkeerd waardoor een schaduw in
het beeld wordt geworpen.
Een weerkaatst beeld van de lens kan in het beeld verschijnen als gevolg van de weerkaatsing tussen deze
lens en de conversielens.
De macro-instelling ligt vast op [Autom.].
Het beschikbare zoomgebied is beperkt.
Het beschikbare scherpstelveld is beperkt.
De AF-verlichting brandt niet.
U kunt semi-handmatig niet selecteren.
Als u beelden opneemt met een teleconversielens, kan de camera ook scherpstellen op onderwerpen
dichtbij in de standen (Landschap) en (Schemer).
Als u beelden opneemt met een conversielens, is het mogelijk dat u geen beelden in de stand
(Vuurwerk) kunt opnemen met een optimaal effect.
Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van de conversielens.
Telefoto ( ) Voor als een telefoto-conversielens is bevestigd.
Groothoek ( ) Voor als een groothoek-conversielens is bevestigd.
Uit Voor als geen conversielens is bevestigd.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
82
NL
Autom. Oriëntatie
Wanneer de camera wordt gedraaid (verticaal) om een portretopname te maken, neemt de
camera deze positiewijziging op en geeft het beeld weer in de portretoriëntatie.
1 Stel de camera in op de opnamefunctie.
2 MENU t (Instellingen) t (Opname-instellingn) t [Autom.
Oriëntatie] t gewenste functie t z op de besturingsknop
Aan de linker- en rechterkant van verticaal georiënteerde beelden wordt een zwarte rand afgebeeld.
Afhankelijk van de opnamehoek van de camera, is het mogelijk dat de oriëntatie van het beeld niet juist
wordt opgenomen.
U kunt de automatische oriëntatie niet gebruiken wanneer de stand (Onderwater) is geselecteerd als
de scènekeuzefunctie, of bij het opnemen van bewegende beelden.
Aan Hiermee neemt u een beeld op in de juiste oriëntatie.
Uit Hiermee wordt automatische oriëntatie niet gebruikt.
Opmerkingen
zBeelden roteren na het opnemen
Als de oriëntatie van een beeld niet juist is, kunt u [Roteren] op het menuscherm gebruiken om het
beeld in de portretpositie weer te geven.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
83
NL
Auto Review
Met deze instelling kunt u het opgenomen beeld, onmiddellijk nadat een stilstaand beeld is
opgenomen, gedurende twee seconden op het scherm afbeelden.
1 Stel de camera in op de opnamefunctie.
2 MENU t (Instellingen) t (Opname-instellingn) t [Auto
Review] t gewenste functie t z op de besturingsknop
Aan Hiermee wordt de Auto Review gebruikt.
Uit Hiermee wordt de Auto Review niet gebruikt.
zEen volgend beeld opnemen zonder vertraging
Wanneer u de ontspanknop tot halverwege indrukt, gaat de weergave van het opgenomen beeld uit
en kunt u onmiddellijk een volgend beeld opnemen, ook als Auto Review is ingesteld op [Aan].
zHet beeld van Auto Review blijven weergeven
Wanneer u na het opnemen de ontspanknop ingedrukt blijft houden, blijft het beeld van Auto
Review weergegeven worden zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
84
NL
Pieptoon
U kunt het geluidssignaal dat klinkt wanneer u de camera bedient, selecteren of uitschakelen.
1 MENU t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) t [Pieptoon] t
gewenste functie t z op de besturingsknop
Sluiter Hiermee wordt het sluitergeluid, dat klinkt als u de ontspanknop
indrukt, ingeschakeld.
Hoog
Hiermee schakelt u de pieptoon/het sluitergeluid in dat klinkt
wanneer u op de besturingsknop/ontspanknop drukt.
Als u het volumeniveau wilt verlagen, selecteert u [Laag].
Laag
Uit Hiermee worden de pieptoon en het sluitergeluid uitgeschakeld.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
85
NL
Language Setting
Selecteert de taal waarin de menuonderdelen, waarschuwingen en meldingen moeten worden
afgebeeld.
1 MENU t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) t [Language
Setting] t gewenste functie t z op de besturingsknop
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
86
NL
Functiegids
U kunt selecteren of de functiegids wordt afgebeeld of niet tijdens het bedienen van de camera.
1 MENU t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) t [Functiegids] t
gewenste functie t z op de besturingsknop
Aan Hiermee wordt het afbeelden van de functiegids ingeschakeld.
Uit Hiermee wordt het afbeelden van de functiegids uitgeschakeld.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
87
NL
Initialiseren
Met deze instelling kunt u alle instellingen terugstellen op de standaardinstellingen.
Zelfs als u deze functie uitvoert, blijven de beelden behouden.
1 MENU t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) t [Initialiseren] t
[OK] t z op de besturingsknop
Let erop dat de camera niet wordt uitgeschakeld tijdens het initialiseren.
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
88
NL
Demonstratiefunctie
U kunt instellen of een demonstratie van de lach-sluiterfunctie en scèneherkenningsfunctie moet
worden gegeven.
Als geen demonstratie hoeft te worden gegeven, stelt u dit in op [Uit].
1 MENU t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) t
[Demonstratiefunctie] t gewenste functie t z op de besturingsknop
2 Zet de functiekeuzeknop in de stand (Slim automatisch instellen).
1 Richt de camera op het onderwerp.
Wanneer de scèneherkenning wordt uitgevoerd, wordt het pictogram en een beschrijving van
de herkende scène afgebeeld op het scherm.
2 Druk op de ontspanknop.
Het beeld wordt opgenomen als een normale opname.
1 Druk op (lach-)knop.
2 Richt de camera op het onderwerp.
De camera ontspant de sluiter automatisch wanneer een lachend gezicht wordt herkend, maar
er wordt geen beeld opgenomen.
3 Druk nogmaals op (lach-)knop om de demonstratiefunctie te verlaten.
[Auto Review] ligt vast op [Aan].
Tijdens de demonstratie van de scèneherkenningsfunctie ligt de instelling van de scèneherkenning vast
op [Autom.].
Ondanks dat u de sluiter kunt ontspannen in de lach-sluiter-demonstratiefunctie, wordt geen beeld
opgenomen.
Aan Geeft een demonstratie van de lach-sluiterfunctie en
scèneherkenningsfunctie.
Uit Geeft geen demonstratie.
Een demonstratie van de
scèneherkenningsfunctie bekijken
Een demonstratie van de lach-sluiterfunctie
bekijken
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
89
NL
COMPONENT
U kunt het type video-uitgangssignaal selecteren uit SD en HD(1080i) wanneer u de camera
aansluit op een televisie met behulp van een HD-uitgangsadapterkabel (los verkrijgbaar),
overeenkomstig de aangesloten televisie. Gebruik een Type2b-compatibele HD-
uitgangsadapterkabel.
1 MENU t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) t [COMPONENT]
t gewenste instelling t z op de besturingsknop
Wanneer u bewegende beelden opneemt terwijl de camera is aangesloten op een televisie met behulp van
een HD-uitgangsadapterkabel (los verkrijgbaar), wordt het beeld dat wordt opgenomen niet weergegeven
op het televisiescherm.
HD(1080i) Selecteer deze instelling wanneer u de camera aansluit op een high-
definitiontelevisie compatibel met 1080i-signalen.
SD Selecteer deze instelling om de camera aan te sluiten op een
televisie die niet compatibel is met HD(1080i)-signalen.
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
90
NL
Video-uit
Met deze instelling kunt u de videosignaaluitgang instellen overeenkomstig het
televisiekleursysteem van het aangesloten videoapparaat. Het kleursysteem van de televisie
verschilt afhankelijk van het land of gebied.
Om de beelden op het televisiescherm te kunnen bekijken, controleert u het kleursysteem van de
televisie in het land of gebied waarin u zich bevindt (pagina 105).
1 MENU t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) t [Video-uit] t
gewenste functie t z op de besturingsknop
NTSC Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de NTSC-
functie (bijv. voor de VS en Japan).
PAL Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op PAL-functie
(bijv. voor Europa en China).
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
91
NL
Breed-zoombeeld
Met deze instelling kunt u stilstaande beelden met beeldverhouding 4:3 en 3:2 weergegeven met
beeldverhouding 16:9 op een high-definitiontelevisie. In dit geval wordt van de boven- en
onderrand van het beeld een klein stukje afgesneden.
1 MENU t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) t [Breed-
zoombeeld] t gewenste functie t z op de besturingsknop
Breed-zoombeeld is niet mogelijk voor bewegende beelden, 16:9-beelden en (verticale) portretbeelden.
Het beeld dat op het LCD-scherm van de camera wordt weergegeven verandert niet.
Breed-zoombeeld is niet beschikbaar wanneer de camera met behulp van de kabel voor de
multifunctionele aansluiting (bijgeleverd) is aangesloten op een televisie.
Aan Weergave met beeldverhouding 16:9.
Uit Het breed-zoombeeld wordt niet gebruikt.
Opmerkingen
LCD-scherm van de
camera
Televisiescherm met breed-
zoombeeld
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
92
NL
USB-aansluiting
U kunt de USB-functie selecteren wanneer de camera met behulp van kabel voor de
multifunctionele aansluiting is aangesloten op een computer of een PictBridge-compatibele
printer.
1 MENU t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) t [USB-
aansluiting] t gewenste functie t z op de besturingsknop
Als u de camera niet kunt aansluiten op een PictBridge-compatibele printer in de instelling [Autom.],
selecteert u [PictBridge].
Als u de camera niet kunt aansluiten op een computer of een USB-apparaat in de instelling [Autom.],
selecteert u [Mass Storage].
Als [USB-aansluiting] is ingesteld op [PTP/MTP], kunt u geen bewegende beelden exporteren naar een
computer. Om bewegende beelden te exporteren naar een computer, stelt u [USB-aansluiting] in op
[Autom.] of [Mass Storage].
Autom. Hiermee herkent de camera de USB-verbinding automatisch en
stelt de communicatie met een computer of PictBridge-compatibele
printer.
PictBridge Hiermee wordt de camera aangesloten op een PictBridge-
compatibele printer.
PTP/MTP Wanneer u de camera aansluit op een computer, wordt de wizard
‘AutoPlay’ afgebeeld en worden de stilstaande beelden in de
opnamemap in de camera geïmporteerd in de computer. (met
Windows Vista/XP, Mac OS X)
Mass Storage Hiermee wordt een Mass Storage-verbinding tot stand gebracht
tussen de camera en een computer of ander USB-apparaat.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
93
NL
Downl. muz.
U kunt het softwareprogramma "Music Transfer" op de cd-rom (bijgeleverd) gebruiken om
achtergrondmuziekbestanden te veranderen.
1 MENU t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) t [Downl. muz.]
t z op de besturingsknop
De melding "Aansluiten op computer" wordt afgebeeld.
2 Breng een USB-verbinding tot stand tussen de camera en een computer,
en start het softwareprogramma "Music Transfer" op.
3 Volg de instructies op het scherm om muziekbestanden te veranderen.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
94
NL
Format. muz.
U kunt alle achtergrondmuziekbestanden wissen die in de camera zijn opgeslagen. Dit is handig
in het geval bijvoorbeeld een achtergrondmuziekbestand beschadigd is en niet meer kan worden
afgespeeld.
1 MENU t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) t [Format. muz.]
t [OK] t z op de besturingsknop
zDe muziekbestanden herstellen die vooraf in de
fabriek werd ingesteld in de camera
U kunt het softwareprogramma "Music Transfer" op de cd-rom (bijgeleverd) gebruiken om
de muziekbestanden te herstellen die vooraf in de fabriek werden ingesteld.
1Breng een USB-verbinding tot stand tussen de camera en een computer.
2Start "Music Transfer" en herstel daarna de standaardmuziekbestanden.
Voor meer informatie over "Music Transfer", zie de helpfunctie van "Music Transfer".
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
95
NL
Formatteren
U kunt de "Memory Stick Duo" of het interne geheugen formatteren. Een in de handel
verkrijgbare "Memory Stick Duo" is reeds geformatteerd en kan onmiddellijk worden gebruikt.
1 MENU t (Instellingen) t ("Memory Stick"-tool) of (Intern
geheugen-tool) t [Formatteren] t [OK] t z op de besturingsknop
Vergeet niet dat het formatteren alle gegevens permanent zal wissen, inclusief de beveiligde beelden.
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
96
NL
Opnamemap maken
U kunt een map op de "Memory Stick Duo" voor het opnemen van beelden aanmaken.
De beelden worden opgenomen in de nieuw aangemaakte map totdat u een andere map
aanmaakt of een andere opnamemap selecteert.
1 MENU t (Instellingen) t ("Memory Stick"-tool) t [Opnamemap
maken] t [OK] t z op de besturingsknop
Dit onderdeel wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te
nemen.
Wanneer u een "Memory Stick Duo" die op een ander apparaat werd gebruikt in de camera plaatst en
beelden opneemt, wordt automatisch een nieuwe opnamemap aangemaakt.
Maximaal 4.000 beelden kunnen in een map worden opgeslagen. Wanneer de capaciteit van de map is
opgebruikt, wordt automatisch een nieuwe map aangemaakt.
Opmerkingen
zOver mappen
Nadat een nieuwe map is aangemaakt, kunt u de bestemmingsmap voor het opslaan van de
opgenomen beelden veranderen (pagina 97) en de map selecteren voor het weergeven van de
beelden (pagina 76).
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
97
NL
Opnamemap wijz.
U kunt de map op de "Memory Stick Duo" die op dit moment wordt gebruikt voor het opnemen
van beelden veranderen.
1 MENU t (Instellingen) t ("Memory Stick"-tool) t [Opnamemap
wijz.]
2 Selecteer een map met b/B op de besturingsknop.
3 [OK] t z
Dit onderdeel wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te
nemen.
De volgende map kan niet worden geselecteerd als een opnamemap.
de map "100"
een map met een nummer dat alleen bestaat uit "sssMSDCF" of "sssMNV01".
U kunt opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
98
NL
Opn.map wissen
U kunt de map op de "Memory Stick Duo" voor het opnemen van beelden wissen.
1 MENU t (Instellingen) t ("Memory Stick"-tool) t [Opn.map
wissen]
2 Selecteer een map met b/B op de besturingsknop.
3 [OK] t z
Dit onderdeel wordt niet afgebeeld wanneer het interne geheugen wordt gebruikt om beelden op te
nemen.
Als u de map die is ingesteld als de opnamemap wist met [Opn.map wissen], wordt de map met het
hoogste mapnummer geselecteerd als de volgende opnamemap.
U kunt alleen lege mappen wissen. Als een map beelden of bestanden bevat die niet door de camera
kunnen worden weergegeven, moet u deze beelden en bestanden eerst wissen, en daarna de map wissen.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
99
NL
Kopiëren
Met deze instelling kunt u alle beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen kopiëren naar
een "Memory Stick Duo".
1 Plaats een "Memory Stick Duo" met voldoende vrije geheugencapaciteit
in de camera.
2 MENU t (Instellingen) t ("Memory Stick"-tool) t [Kopiëren] t
[OK] t z op de besturingsknop
Gebruik een volledig opgeladen accu. Als u probeert beeldbestanden te kopiëren met de accu als voeding
terwijl slechts weinig acculading resteert, kan de accu tijdens het kopiëren leeg raken, waardoor het
kopiëren mislukt en/of de gegevens beschadigd raken.
De beelden kunnen niet afzonderlijk worden gekopieerd.
De oorspronkelijke beelden blijven ook na het kopiëren bewaard in het interne geheugen. Om de inhoud
van het interne geheugen te wissen, haalt u na het kopiëren de "Memory Stick Duo" uit de camera, en
formatteert u het interne geheugen ([Formatteren] in [Intern geheugen-tool]).
Een nieuwe map wordt aangemaakt op de "Memory Stick Duo" en alle gegevens worden ernaar
gekopieerd. U kunt niet een bepaalde map kiezen en er beelden naar kopiëren.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
100
NL
Bestandsnummer
U kunt de methode selecteren voor het toewijzen van bestandsnummers aan de beelden.
1 MENU t (Instellingen) t ("Memory Stick"-tool) of (Intern
geheugen-tool) t [Tijdzone instellen] t gewenste functie t z op de
besturingsknop
Reeks Hiermee worden de bestandsnummers op volgorde toegewezen,
zelfs wanneer de opnamemap of de "Memory Stick Duo" wordt
veranderd. (Wanneer op de teruggeplaatste "Memory Stick Duo"
een bestand staat met een hoger nummer dan het laatst toegewezen
nummer, wordt aan een nieuwe opname een bestandsnummer
toegewezen dat 1 hoger is dan het hoogste nummer.)
Terugstellen Hiermee begint het bestandsnummer vanaf 0001 iedere keer
wanneer de opnamemap wordt veranderd. (Wanneer in de
opnamemap een bestand zit, wordt aan een nieuwe opname een
bestandsnummer toegewezen dat 1 hoger is dan het hoogste
nummer.)
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
101
NL
Tijdzone instellen
U kunt de tijd instellen op de lokale tijd van een geselecteerd gebied.
1 MENU t (Instellingen) t (Klokinstellingen) t [Tijdzone
instellen] t gewenste instelling t z op de besturingsknop
Thuis Hiermee kunt u de camera in uw gebied gebruiken.
Wanneer het huidig ingestelde gebied anders is dan uw thuisgebied,
moet u het gebied opnieuw instellen.
Bestemming Hiermee kunt u de camera gebruiken met de tijd ingesteld op de tijd
van uw bestemming.
Stel het gebied van de bestemming in.
zDe instelling van het gebied veranderen
Door een veelvuldig bezochte bestemming in te stellen kunt u de tijd eenvoudig aanpassen
wanneer u die bestemming bezoekt.
1Selecteer een gebiedsnaam bij [Bestemming] en druk daarna op z op de besturingsknop.
2Selecteer een gebied met b/B op de besturingsknop en selecteer de zomertijd met v/V.
Pictogram zomertijd
Als [Zomertijd] is ingesteld
op [Aan], wordt het
pictogram wit.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
102
NL
Datum/tijd instellen
U kunt de datum en tijd opnieuw instellen.
1 MENU t (Instellingen) t (Klokinstellingen) t [Datum/tijd
instellen] t gewenste instelling t z op de besturingsknop
2 [OK] t z op de besturingsknop
De camera heeft geen functie om de datum op beelden te projecteren. Door "PMB" op de cd-rom
(bijgeleverd) te gebruiken kunt u beelden met de datum erop geprojecteerd opslaan en afdrukken.
Datum/tijd-notatie Hiermee kunt u het weergaveformaat van de datum en tijd
selecteren.
Zomertijd Hiermee kunt u de zomertijd in- en uitschakelen.
Datum en tijd Hiermee kunt u de datum en tijd instellen.
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
103
NL
Beelden weergeven op een
televisie
U kunt beelden bekijken op een televisiescherm door de camera aan te sluiten op een televisie.
De aansluiting verschilt afhankelijk van het type televisie dat is aangesloten op de camera.
Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing van de televisie.
1 Schakel zowel de camera als de televisie in.
2 Sluit de camera aan op de televisie met behulp van de kabel voor de
multifunctionele aansluiting (bijgeleverd).
3 Schakel de televisie in en stel de ingangsbron in.
4 Druk op (weergave-)toets om de camera in te schakelen.
De beelden die met de camera zijn opgenomen worden op het televisiescherm weergegeven.
Selecteer het gewenste beeld met de besturingsknop.
Als u de camera in het buitenland gebruikt, kan het noodzakelijk zijn het video-uitgangssignaal te
veranderen overeenkomstig de gebruikte televisie (pagina 90).
Het opnamebeeld wordt niet weergegeven op de televisie wanneer de bewegende beelden worden
opgenomen terwijl de camera is aangesloten op de televisie.
Bij uitvoer naar de televisie is de eenvoudig-weergeven-functie niet beschikbaar.
Beelden bekijken door de camera aan te sluiten
op een televisie met behulp van de bijgeleverde
kabel voor de multifunctionele aansluiting
Opmerkingen
1 Naar de audio/video-
ingangsaansluitingen
Kabel voor de
multifunctionele
aansluiting
(bijgeleverd)
VIDEO
Geel
AUDIO
(weergave-)toets
2 Naar de multifunctionele aansluiting
Rood
Wit
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
104
NL
U kunt een beeld bekijken dat is opgenomen op de camera door de camera aan te sluiten op een
HD-televisie (high-definitiontelevisie) met behulp van een HD-uitgangsadapterkabel (los
verkrijgbaar). Gebruik een Type2b-compatibele HD-uitgangsadapterkabel.
1 Schakel zowel de camera als de televisie in.
2 Sluit de camera aan op een HD-televisie (high-definitiontelevisie) met
behulp van een HD-uitgangsadapterkabel (los verkrijgbaar).
3 Schakel de televisie in en stel de ingangsbron in.
4 Druk op (weergave-)toets om de camera in te schakelen.
De beelden die met de camera zijn opgenomen worden op het televisiescherm weergegeven.
Selecteer het gewenste beeld met de besturingsknop.
Stel [COMPONENT] in op [HD(1080i)] (pagina 89).
Wanneer u bewegende beelden opneemt terwijl de camera is aangesloten op een televisie met behulp van
een HD-uitgangsadapterkabel (los verkrijgbaar), wordt het beeld dat wordt opgenomen niet weergegeven
op het televisiescherm.
Beelden opgenomen op beeldformaat [VGA] kunnen niet worden weergegeven in HD-formaat.
Als u de camera in het buitenland gebruikt, kan het noodzakelijk zijn het video-uitgangssignaal te
veranderen overeenkomstig de gebruikte televisie (pagina 90).
Bij uitvoer naar de televisie is de eenvoudig-weergeven-functie niet beschikbaar.
Beelden bekijken door de camera aan te sluiten
op een HD-televisie
Opmerkingen
HD-uitgangsadapterkabel
(los verkrijgbaar)
2 Naar de multifunctionele
aansluiting
AUDIO
(weergave-)toets
COMPONENT
VIDEO IN
Wit/roodGroen/blauw/rood
1 Naar de audio/
video-ingangsaansluitingen
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
105
NL
Als u de beelden op een televisiescherm wilt weergeven, hebt u een televisie nodig met een
video-ingangsaansluiting en de kabel voor de multifunctionele aansluiting. Het kleursysteem van
de televisie moet overeenkomen met dat van de digitale camera. Raadpleeg de onderstaande
lijsten voor het televisiekleursysteem van het land of gebied waarin u de camera gebruikt.
NTSC-systeem
Bahama-eilanden, Bolivia, Canada, Chili, Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica, Japan,
Korea, Mexico, Midden-Amerika, Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela, Verenigde Staten, enz.
PAL-systeem
Australië, België, China, Denemarken, Duitsland, Finland, Hongarije, Hongkong, Italië,
Koeweit, Maleisië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal,
Singapore, Slowakije, Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland,
enz.
PAL-M-systeem
Brazilië
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak, Iran, Monaco, Oekraïne, Rusland, enz.
Televisiekleursystemen
zBeelden met een ander beeldformaat dan 16:9
( , ) weergeven op het volledige scherm
van een HD-televisie (high-definitiontelevisie)
Als u op het instelmenu [Formaat wijzigen] selecteert, kan de beeldverhouding worden veranderd
naar 16:9 en kan het beeld worden opgeslagen als een nieuw bestand op een HD-televisie
(high-definitiontelevisie).
U kunt een beeld weergeven met beeldverhouding 16:9 met behulp van [Breed-zoombeeld] op het
weergavemenu.
zOver het "PhotoTV HD"
Deze camera is compatibel met de "PhotoTV HD"-norm.
Door Sony-apparaten die compatibel zijn met PhotoTV HD op elkaar aan te sluiten met
behulp van een HD-uitgangsadapterkabel (los verkrijgbaar), kan een compleet nieuwe
wereld aan foto’s worden bekeken in de adembenemende ‘Full HD’-kwaliteit.
PhotoTV HD maakt een uiterst gedetailleerde, foto-achtige weergave mogelijk van subtiele texturen
en kleuren.
De instellingen moeten ook op de televisie worden gemaakt. Voor meer informatie raadpleegt u de
gebruiksaanwijzing van de televisie.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
106
NL
Werken met uw Windows-
computer
Voor informatie over het gebruik van een Macintosh-computer,
leest u "Uw Macintosh-computer gebruiken" (pagina 115).
Installeer de volgende software:
–"PMB"
"Music Transfer"
Met "PMB" en "Music Transfer" kunt u de volgende bedieningen
uitvoeren:
Beelden importeren in een computer
Beelden exporteren naar de camera
Een gewenste gebeurtenisnaam invoeren op de [Lijst met
gebeurtenissen] in de camera
Beelden bewerken
De opnamelocaties van stilstaande beelden afbeelden op online
landkaarten (dit vereist een internetverbinding)
Een disc maken met de opgenomen beelden (dit vereist een cd-
schrijver of dvd-schrijver)
Stilstaande beelden afdrukken of opslaan met de datum
Beelden uploaden naar een mediaservice (dit vereist een internetverbinding)
Muziek aan een diavoorstelling toevoegen/veranderen (met "Music Transfer")
Installeer eerst de software (bijgeleverd)
(pagina 108)
De camera aansluiten op de computer
(pagina 110)
Extra informatie over dit product en antwoorden op veelgestelde vragen vindt u op de
Sony Customer Support-website voor klantenondersteuning.
http://www.sony.net/
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
107
NL
*1
64-bit versies en Starter (Edition) worden niet ondersteund.
*2
Starter (Edition) wordt niet ondersteund.
De computeromgeving moet tevens voldoen aan de vereisten van het besturingssysteem.
De juiste werking kan niet worden gegarandeerd in een computeromgeving die is opgewaardeerd tot een
van de bovenstaande besturingssystemen of in een computeromgeving met meerdere besturingssystemen
(multi-boot).
Voor alle bovenstaande aanbevolen computeromgevingen kan een juiste werking niet worden
gegarandeerd.
Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd aansluit op een enkele computer, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder de camera, niet werken, afhankelijk van de typen USB-apparaten die zijn
aangesloten.
Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste werking niet worden gegarandeerd.
Door de camera aan te sluiten via een USB-interface die compatibel is met Hi-Speed USB (voldoet aan
USB 2.0) wordt geavanceerde overdracht (overdracht op hoge snelheid) mogelijk aangezien de camera
compatibel is met Hi-Speed USB (voldoet aan USB 2.0).
Er zijn vier functies voor een USB-verbinding bij aansluiten op een computer: de [Autom.]-functie
(standaardinstelling), de [Mass Storage]-functie, de [PictBridge]-functie en de [PTP/MTP]-functie. In dit
gedeelte worden de functies [Autom.] en [Mass Storage] als voorbeeld beschreven. Voor meer informatie
over de [PictBridge]-functie en [PTP/MTP]-functie, zie pagina 92.
Na herstel van een computer vanuit een stand-by- of slaapstand, is het mogelijk dat de communicatie
tussen de camera en de computer niet op hetzelfde moment wordt hersteld.
Aanbevolen computeromgeving
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd)
Overige
Voor het gebruik
van "PMB" en
"Music Transfer"
Microsoft Windows XP*
1
SP3/Windows Vista SP1*
2
CPU: Intel Pentium III 800 MHz of
sneller (voor weergeven/bewerken van
high-definitionvideo’s: Intel Pentium 4
2,8 GHz of sneller/ Intel Pentium D
2,8 GHz of sneller/ Intel Core Duo
1,66 GHz of sneller/ Intel Core 2 Duo
1,20 GHz of sneller)
Geheugen: 512 MB of meer (voor
weergeven/bewerken van high-
definitionvideo’s: 1 GB of meer)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte
benodigd voor installatie—ongeveer
500 MB
Computerscherm: Schermresolutie:
1.024 × 768 pixels of meer
Videogeheugen: 32 MB of meer
(Aanbevolen: 64 MB of meer)
Voor het
importeren van
beelden
Microsoft Windows 2000
Professional SP4,
Windows XP*
1
SP3/
Windows Vista SP1*
2
USB-aansluiting: Dient tot de
standaarduitrusting te behoren
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
108
NL
De software (bijgeleverd)
installeren
U kunt de bijgeleverde softwareprogramma’s (PMB, Music Transfer) installeren door de
onderstaande procedure te volgen.
1 Schakel de computer in en plaats de cd-rom (bijgeleverd) in het cd-rom-
station.
Het installatie-menuscherm wordt afgebeeld.
Als het niet wordt afgebeeld, dubbelklikt u op [Computer] (in Windows XP, [Deze computer]) t
(SONYPICTUTIL).
Nadat het scherm AutoPlay wordt afgebeeld, selecteert u "Install.exe uitvoeren" en volgt u de
instructies die op het scherm worden afgebeeld om de installatie uit te voeren.
2 Klik op [Installeren].
Het scherm "Choose Setup Language" (Kies taal voor installatie) verschijnt.
3 Selecteer de gewenste taal en klik daarna op [Volgende].
Het scherm "License Agreement" (Licentieovereenkomst) verschijnt.
4 Lees de licentieovereenkomst aandachtig door. Als u ermee akkoord
gaat, klikt u op de keuzeknop ( verandert in ) en vervolgens op
[Volgende].
5 Volg de aanwijzingen op het scherm om het installeren te voltooien.
Wanneer de bevestigingsmelding voor opnieuw opstarten wordt afgebeeld, start u de computer
opnieuw op aan de hand van de aanwijzingen op het scherm.
Het is mogelijk dat DirectX wordt geïnstalleerd, afhankelijk van de systeemomgeving van de
computer.
6 Haal de cd-rom eruit nadat de installatie voltooid is.
Snelkoppelingspictogrammen van " PMB" en " Gids voor PMB" worden op het
bureaublad geplaatst. Dubbelklik op deze pictogrammen om het softwareprogramma op te
starten.
Log in als beheerder.
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
109
NL
Over "PMB (Picture Motion
Browser)" (bijgeleverd)
Door de software volledig te benutten kunt u beter dan ooit gebruik maken van de stilstaande en
bewegende beelden van de camera. Hieronder wordt "PMB" in het kort beschreven. Voor meer
informatie, zie "Gids voor PMB".
Met "PMB" kunt u het volgende doen:
U kunt beelden die zijn opgenomen met de camera importeren in de computer en deze weergeven op het
computerscherm.
U kunt beelden in een computer exporteren naar een "Memory Stick Duo", en deze weergeven op de
camera.
U kunt de gewenste gebeurtenisnaam invoeren op de [Lijst met gebeurtenissen] in de camera, en deze
weergeven op de camera.
U kunt de beelden in de computer op een kalender op opnamedatum rangschikken en weergeven.
U kunt bijwerken (Rode-ogen-correctie, enz.), zoeken naar gezichten, afdrukken, stilstaande beelden als
versturen e-mailbijlage, en de opnamedatum veranderen.
U kunt informatie afbeelden op de posities op een landkaart waar u de beelden hebt opgenomen. (Dit
vereist een internetverbinding.)
U kunt de stilstaande beelden met de datum erop afdrukken of opslaan.
U kunt een datadisc maken met behulp van een cd-schrijver of dvd-schrijver.
U kunt de beelden uploaden naar een mediaservice. (Dit vereist een internetverbinding.)
1 Dubbelklik op de snelkoppeling (Gids voor PMB) op het bureaublad.
Om de "Gids voor PMB" te openen vanuit het menu Start, klikt u op [start] t [Alle
programma’s] t [Sony Picture Utility] t [Help] t [Gids voor PMB].
1 Dubbelklik op de snelkoppeling (PMB) op het bureaublad.
Of via het menu Start: Klik op [start] t [Alle programma’s] t [Sony Picture Utility] t
[PMB].
Wanneer "PMB" voor de eerste keer wordt opgestart, wordt de bevestigingsmelding van de
informatiefunctie op het scherm afgebeeld. Selecteer [start].
Deze functie informeert u over nieuws, zoals software-updates. U kunt de instelling later weer
veranderen.
2 Klik op in de rechterbovenhoek van het venster om "PMB" af te sluiten.
Overzicht van "PMB"
"Gids voor PMB" opstarten
"PMB" opstarten en afsluiten
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
110
NL
Van de beelden genieten op een
computer
Voor meer informatie over de functies van het softwareprogramma "PMB", zie de "Gids voor
PMB".
Als u beelden vanuit het interne geheugen wilt importeren in de computer, is stap 1 overbodig.
1 Plaats een "Memory Stick Duo" met daarop opgenomen beelden in de
camera.
2 Plaats een voldoende opgeladen accu in de camera, of sluit de camera
via de netspanningsadapter (los verkrijgbaar) en de USB/AV/DC IN-kabel
voor de multifunctionele aansluiting (los verkrijgbaar) aan op een
stopcontact.
Gebruik een Type2b-compatibele USB/AV/DC IN-kabel.
3 Schakel de computer in en druk daarna op de (weergave-)toets.
4 Sluit de camera aan op de computer.
"Maakt verbinding…" verschijnt op het scherm van de camera.
Als een USB-verbinding voor het eerst tot stand wordt gebracht, draait de computer automatisch een
programma om de camera te herkennen. Wacht een poosje.
Als u beelden in/naar de computer importeert/exporteert terwijl er weinig lading in de accu zit, kan het
overbrengen mislukken of kunnen de beeldgegevens vervormd worden wanneer de accu voortijdig leeg
raakt.
wordt op het scherm afgebeeld tijdens een communicatiesessie. Bedien de computer niet terwijl de
indicator wordt afgebeeld. Nadat de indicator is veranderd in , mag u de computer weer bedienen.
Als "Mass Storage" niet wordt afgebeeld, stelt u [USB-aansluiting] in op [Mass Storage] (pagina 92).
De camera aansluiten op de computer
Opmerkingen
Kabel voor de multifunctionele
aansluiting
1 Naar de USB-
aansluiting
2Naar de
multifunctionele
aansluiting
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
111
NL
1 Breng een USB-verbinding tot stand tussen de camera en een computer.
Het scherm [Mediabestanden importeren] van "PMB" wordt automatisch afgebeeld.
Als de wizard AutoPlay wordt afgebeeld, sluit u deze.
2 Klik op de knop [Importeren] om beelden te importeren.
De computer begint de beelden te importeren.
Standaard worden de beelden geïmporteerd in een map aangemaakt in "Afbeeldingen" (in Windows
XP: "Mijn afbeeldingen") met als naam de gebeurtenisnaam van [Lijst met gebeurtenissen].
3 Geef de beelden weer op de computer.
Als het importeren voltooid is wordt de "PMB"
opgestart. Miniaturen van de geïmporteerde beelden
worden weergegeven.
De map "Afbeeldingen" (in Windows XP/2000: "Mijn
afbeeldingen") is ingesteld als de standaardmap in
"Weergegeven mappen".
Beelden naar een computer importeren zonder "PMB"
Als de wizard AutoPlay wordt afgebeeld in stap 1, klikt u op [Map openen en bestanden
weergeven] t [OK] t [DCIM] t kopieer de gewenste beelden naar de computer.
Beelden importeren in een computer
zBeelden weergeven met "PMB"
Beelden op de computer organiseren op een kalender op
opnamedatum voor weergave. Voor informatie over het
softwareprogramma "PMB", zie de "Gids voor PMB".
Voorbeeld:
Maandweergavescherm
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
112
NL
U kunt beelden in een computer exporteren naar een "Memory Stick Duo", en deze weergeven
op de camera. Dit deel beschrijft de procedure voor het automatisch selecteren en exporteren van
beelden die niet zijn geëxporteerd naar een "Memory Stick Duo" in de camera.
De beelden kunnen ook handmatig worden geëxporteerd.
Voor meer informatie, zie "Gids voor PMB".
1 Breng een USB-verbinding tot stand tussen de camera en een computer.
Als de wizard AutoPlay wordt afgebeeld, sluit u deze.
2 Dubbelklik op (PMB) op het bureaublad om het softwareprogramma
"PMB" op te starten.
3 Klik op bovenaan het scherm.
Het scherm Easy Export (Eenvoudig exporteren) wordt afgebeeld.
4 Klik op [Exporteren].
Wanneer u geëxporteerde beelden weergeeft op deze camera, wordt het pictogram afgebeeld op
het LCD-scherm.
Sommige beelden kunnen niet worden weergegeven, afhankelijk van het beeldformaat.
Wij kunnen weergave op deze camera niet garanderen voor beelden die op een computer werden bewerkt
en voor beelden die op een andere camera werden opgenomen.
Deze methode kan niet worden gebruikt om bewegende beelden te exporteren. Bewegende beelden
moeten handmatig naar de camera worden geëxporteerd.
Volg de procedures vanaf stap 1 t/m 3 hieronder voordat u de volgende handelingen uitvoert:
Loskoppelen van de kabel voor de multifunctionele aansluiting.
Eruit halen van een "Memory Stick Duo".
Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen na het kopiëren van beelden uit het interne geheugen.
Uitschakelen van de camera.
1 Dubbelklik op het verwijderingspictogram in het
systeemvak.
2 Klik op (USB-apparaat voor massaopslag)
t [Stoppen].
3 Controleer of het juiste apparaat wordt
aangegeven in het bevestigingsvenster en klik
op [OK].
Beelden exporteren om op de camera weer te
geven
Opmerkingen
De USB-verbinding verwijderen
Windows Vista
Verwijderingspictogram
Windows XP
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
113
NL
De beeldbestanden die met de camera zijn opgenomen,
zijn gegroepeerd als mappen op de "Memory Stick
Duo" of in het interne geheugen.
AEen map met beeldgegevens die zijn opgenomen met
een camera zonder de map-aanmaakfunctie.
BMap waarin de stilstaand-beeldgegevens zijn
opgeslagen die zijn opgenomen met de camera.
CMap waarin bewegend-beeldgegevens zijn
opgeslagen die zijn opgenomen met de camera.
U kunt geen beelden opnemen in de mappen "100MSDCF" en "100MNV01". De beelden in deze
mappen kunnen alleen worden bekeken.
U kunt geen beelden opnemen of weergeven in de map "MISC".
Beeldbestandsnamen worden als volgt weergegeven:
Stilstaande-beeldbestanden: DSC0ssss.JPG
Bewegende-beeldbestanden
1280×720: M4H0ssss.MP4
VGA: M4V0ssss.MP4
Indexbeeldbestanden die worden opgenomen wanneer u bewegende beelden opneemt
1280×720: M4H0ssss.THM
VGA: M4V0ssss.THM
ssss betekent ieder willekeurig nummer van 0001 t/m 9999. Het numerieke deel van de bestandsnaam
van bewegende beelden opgenomen in de bewegende-beelden-opnamefunctie is hetzelfde als dat van het
bijbehorende indexbeeldbestand.
Beeldbestand-geheugenlocaties en
bestandsnamen
Opmerkingen
Voorbeeld: mappen bekijken in
Windows Vista
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
114
NL
"Music Transfer" (bijgeleverd)
gebruiken
U kunt de muziekbestanden die in de fabriek vooraf zijn ingesteld, vervangen door eigen
muziekbestanden met behulp van "Music Transfer" op de cd-rom (bijgeleverd). U kunt deze
bestanden ook op elk moment verwijderen of toevoegen.
De geluidsbestandsformaten die u met "Music Transfer" kunt kopiëren zijn hieronder
aangegeven:
MP3-bestanden die zijn opgeslagen op de vaste schijf van uw computer
Muziekbestanden van cd’s
Vooraf ingestelde muziek die op de camera is opgeslagen
1 MENU t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) t [Downl. muz.]
2 Druk op z op de besturingsknop.
De melding "Aansluiten op computer" wordt afgebeeld.
3 Breng een USB-verbinding tot stand tussen de camera en de computer.
4 Start "Music Transfer" op.
5 Volg de instructies op het scherm om muziekbestanden te veranderen.
Muziek veranderen met "Music Transfer"
zDe muziekbestanden herstellen die vooraf in de
fabriek werd ingesteld in de camera
Voer [Restore to Preset Tracks] in stap 5 uit.
Alle door de fabriek ingestelde muziekbestanden worden hersteld en [Muziek] in het menu
[Diavoorstelling] wordt ingesteld op [Geen geluid].
U kunt de vooraf ingestelde muziekbestanden herstellen met behulp van [Initialiseren] (pagina 87),
maar dan worden de andere instellingen ook teruggesteld.
Voor meer informatie over "Music Transfer", zie de helpfunctie van "Music Transfer".
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
115
NL
Uw Macintosh-computer
gebruiken
U kunt beelden importeren in een Macintosh-computer. Het softwareprogramma "PMB" is niet
compatibel met Macintosh-computers.
Wanneer beelden naar de "Memory Stick Duo" zijn geëxporteerd, geeft u deze weer in de
mapweergavefunctie (pagina 65).
Voor alle bovenstaande aanbevolen computeromgevingen kan een juiste werking niet worden
gegarandeerd.
Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd aansluit op een enkele computer, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder de camera, niet werken, afhankelijk van de typen USB-apparaten die zijn
aangesloten.
Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste werking niet worden gegarandeerd.
Door de camera aan te sluiten via een USB-interface die compatibel is met Hi-Speed USB (voldoet aan
USB 2.0) wordt geavanceerde overdracht (overdracht op hoge snelheid) mogelijk aangezien de camera
compatibel is met Hi-Speed USB (voldoet aan USB 2.0).
Er zijn vier functies voor een USB-verbinding bij aansluiten op een computer: de [Autom.]-functie
(standaardinstelling), de [Mass Storage]-functie, de [PictBridge]-functie en de [PTP/MTP]-functie. In dit
gedeelte worden de functies [Autom.] en [Mass Storage] als voorbeeld beschreven. Voor meer informatie
over de [PictBridge]-functie en [PTP/MTP]-functie, zie pagina 92.
Na herstel van een computer vanuit een stand-by- of slaapstand, is het mogelijk dat de communicatie
tussen de camera en de computer niet op hetzelfde moment wordt hersteld.
Extra informatie over dit product en antwoorden op veelgestelde vragen vindt u op de
Sony Customer Support-website voor klantenondersteuning.
http://www.sony.net/
Aanbevolen computeromgeving
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd)
Overige
Voor het kopiëren
van beelden
Mac OS 9.1/9.2/
Mac OS X (v10.1 t/m
v10.5)
USB-aansluiting: Dient tot de
standaarduitrusting te behoren
Voor het gebruik
van "Music
Transfer"
Mac OS X (v10.3 t/m
v10.5)
Geheugen: 64 MB of meer (128 MB of
meer wordt aanbevolen)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte
benodigd voor installatie—ongeveer
50 MB
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
116
NL
Als u beelden vanuit het interne geheugen wilt importeren in de computer, is stap 1 overbodig.
1 Plaats een "Memory Stick Duo" met daarop opgenomen beelden in de
camera.
2 Plaats een voldoende opgeladen accu in de camera, of sluit de camera
via de netspanningsadapter (los verkrijgbaar) en de USB/AV/DC IN-kabel
voor de multifunctionele aansluiting (los verkrijgbaar) aan op een
stopcontact.
3 Schakel de Macintosh-computer in en druk daarna op de (weergave-)
toets van de camera.
4 Sluit de camera aan op de computer.
5 Dubbelklik op het nieuw herkende pictogram t [DCIM] t de map waarin
de beelden die u wilt importeren zijn opgeslagen.
6 Sleep de beeldbestanden naar het pictogram van de vaste schijf en zet ze
erop neer.
De beeldbestanden worden naar de vaste schijf gekopieerd.
Voor informatie over de opslaglocatie van de beelden en de bestandsnamen, zie pagina 113.
7 Dubbelklik op het pictogram van de vaste schijf t het gewenste
beeldbestand in de map waarin de gekopieerde bestanden zitten.
Gebruik een Type2b-compatibele USB/AV/DC IN-kabel (los verkrijgbaar).
Sleep het pictogram van het station of het pictogram van de "Memory Stick Duo" naar het
pictogram "Trash" (Prullenbak) en laat het erin vallen, voordat u de onderstaande procedures
volgt of de camera loskoppelt van de computer.
Loskoppelen van de kabel voor de multifunctionele aansluiting.
Eruit halen van een "Memory Stick Duo".
Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen.
Uitschakelen van de camera.
Beelden op een computer importeren en
weergeven
Opmerking
De USB-verbinding verwijderen
Kabel voor de multifunctionele aansluiting
1Naar de USB-aansluiting
2 Naar de
multifunctionele
aansluiting
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
117
NL
U kunt de muziekbestanden die in de fabriek vooraf zijn ingesteld, vervangen door eigen
muziekbestanden met behulp van "Music Transfer" op de cd-rom (bijgeleverd). U kunt deze
bestanden ook op elk moment verwijderen of toevoegen.
De geluidsbestandsformaten die u met "Music Transfer" kunt kopiëren zijn hieronder
aangegeven:
MP3-bestanden die zijn opgeslagen op de vaste schijf van uw computer
Muziekbestanden van cd’s
Vooraf ingestelde muziek die op de camera is opgeslagen
1 Schakel de Macintosh-computer in en plaats de cd-rom (bijgeleverd) in
het cd-rom-station.
2 Dubbelklik op (SONYPICTUTIL).
3 Dubbelklik op het [MusicTransfer.pkg]-bestand in de [Mac]-map.
De installatie van de software begint.
4 MENU t (Instellingen) t (Hoofdinstellingen) t [Downl. muz.]
5 Druk op z op de besturingsknop.
De melding "Aansluiten op computer" wordt afgebeeld.
6 Breng een USB-verbinding tot stand tussen de camera en de Macintosh-
computer.
7 Start "Music Transfer" op.
8 Volg de instructies op het scherm om muziekbestanden te veranderen.
Sluit alle softwareprogramma’s af die geopend zijn voordat u "Music Transfer" installeert.
Om deze software te installeren moet u ingelogd zijn als beheerder.
Muziek veranderen met "Music Transfer"
Opmerkingen
zDe muziekbestanden herstellen die vooraf in de
fabriek werd ingesteld in de camera
Voer [Restore to Preset Tracks] in stap 8 uit.
Alle door de fabriek ingestelde muziekbestanden worden hersteld en [Muziek] in het menu
[Diavoorstelling] wordt ingesteld op [Geen geluid].
U kunt de vooraf ingestelde muziekbestanden herstellen met behulp van [Initialiseren] (pagina 87),
maar dan worden de andere instellingen ook teruggesteld.
Voor meer informatie over "Music Transfer", zie de helpfunctie van "Music Transfer".
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
118
NL
"Geavanceerde Cyber-shot-
handleiding" weergeven
"Geavanceerde Cyber-shot-handleiding" beschrijft in groter detail het gebruik van de camera en
de optionele accessoires.
Wanneer u het "Cyber-shot-handboek" installeert, wordt tevens de "Geavanceerde Cyber-shot-
handleiding" geïnstalleerd.
1 Dubbelklik op (Geavanceerde handleiding) op het bureaublad.
Om de "Geavanceerde handleiding" te openen vanuit het menu Start, klikt u op [start] t
[Alle programma’s] t [Sony Picture Utility] t [Geavanceerde handleiding].
1 Kopieer de map [stepupguide] in de map [stepupguide] naar de computer.
2 Selecteer [stepupguide], [language] en daarna de map [NL] op de cd-rom
(bijgeleverd), en kopieer alle bestanden in de map [NL] naar de map [img]
in de map [stepupguide] die u in stap 1 naar de computer hebt
gekopieerd. (Overschrijf de bestanden in de map [img] met de bestanden
in de map [NL].)
3 Nadat het kopiëren klaar is, dubbelklikt u op "stepupguide.hqx" in de map
[stepupguide] om het gecomprimeerde bestand uit te pakken, en
dubbelklikt u tenslotte op het resulterende bestand "stepupguide".
Als op de computer geen softwareprogramma is geïnstalleerd om het HQX-bestand uit te pakken,
installeert u Stuffit Expander.
Weergeven op een Windows-computer
Weergeven op een Macintosh-computer
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
119
NL
Stilstaande beelden afdrukken
U kunt stilstaande beelden op de volgende manieren afdrukken.
U kunt beelden afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten op een
PictBridge-compatibele printer.
U kunt beelden rechtstreeks afdrukken op een "Memory Stick"-compatibele
printer.
Voor meer informatie leest u de gebruiksaanwijzing van de printer.
U kunt beelden importeren in een computer met behulp van het bijgeleverde
softwareprogramma "PMB" en de beelden afdrukken.
U kunt de datum in het beeld invoegen en deze afdrukken. Voor meer
informatie, zie "Gids voor PMB".
U kunt een "Memory Stick Duo", met daarop beelden die met de camera
zijn opgenomen, meenemen naar een winkel met fotoafdrukservice. U kunt
van tevoren de markering (afdrukmarkering) aanbrengen op de
beelden die u later wilt afdrukken.
Als u beelden afdrukt die zijn opgenomen in de [16:9] functie, kunnen beide zijranden worden afgeknipt.
Rechtstreeks beelden afdrukken op een
PictBridge-compatibele printer (pagina 120)
Rechtstreeks beelden afdrukken op een "Memory
Stick"-compatibele printer
Beelden afdrukken met behulp van een computer
Beelden afdrukken in een winkel (pagina 122)
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
120
NL
Rechtstreeks beelden afdrukken
op een PictBridge-compatibele
printer
Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de beelden die u hebt opgenomen met uw camera
afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten op een PictBridge-compatibele printer.
"PictBridge" voldoet aan de CIPA-norm. (CIPA: Camera & Imaging Products
Association)
U kunt bewegende beelden niet afdrukken.
Bereid de camera voor op USB-aansluiting op de printer met behulp van de kabel voor de
multifunctionele aansluiting.
1 Plaats een voldoende opgeladen accu in de camera.
2 Sluit de camera aan op de printer.
3 Schakel de printer in.
Nadat de verbinding tot stand is gebracht, wordt de indicator
afgebeeld op het scherm.
Als de indicator knippert op het scherm van de camera
(foutmelding), controleert u de aangesloten printer.
Als het niet mogelijk was om verbinding te maken met de printer, controleert u of bij
(Hoofdinstellingen) het onderdeel [USB-aansluiting] is ingesteld op [PictBridge].
Opmerking
De camera voorbereiden
Opmerking
1 Naar de USB-aansluiting
2 Naar de
multifunctionele
aansluiting
Kabel voor de multifunctionele aansluiting
indicator
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
121
NL
1 MENU t (Afdrukken) t gewenste functie t z op de
besturingsknop
2 Gewenst onderdeel t [OK] t z
Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting niet los terwijl de (PictBridge aangesloten)
indicator op het scherm wordt afgebeeld.
Afdrukken
Dit beeld Hiermee kunt u het huidig weergegeven beeld in de
enkelbeeldweergavefunctie afdrukken.
Meerdere beelden Hiermee selecteert u meerdere beelden om af te drukken.
Voer de volgende handelingen uit na stap 1.
1Selecteer een beeld en druk daarna op z
.
Herhaal de bovenstaande stappen tot u geen beelden meer wilt
registreren.
2MENU t [OK] t z
Aantal Hiermee selecteert u het aantal kopieën van het gemarkeerde beeld
dat u wilt afdrukken.
Het is mogelijk dat, afhankelijk van het aantal beelden, niet alle beelden
op één vel passen.
Opmaak Hiermee selecteert u het aantal beelden dat u naast elkaar wilt
afdrukken op één vel.
Formaat Hiermee selecteert u de grootte van het afdrukvel.
Datum Hiermee selecteert u [Datum] of [Dag&Tijd] om de datum en tijd
op de beelden te projecteren.
Als u [Datum] selecteert, wordt de datum ingevoegd in het formaat dat u
hebt ingesteld bij [Datum/tijd instellen] op de camera. Het is mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is, afhankelijk van de printer.
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
122
NL
Beelden afdrukken in een winkel
U kunt een "Memory Stick Duo", met daarop beelden die met de camera zijn opgenomen,
meenemen naar een winkel met fotoafdrukservice. Als de winkel het afdrukken van foto’s
volgens de DPOF-norm ondersteunt, kunt u van tevoren op het weergavemenu -
afdrukmarkeringen aanbrengen op de beelden.
U kunt de beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen niet rechtstreeks vanuit de camera
afdrukken in winkel met fotoafdrukservice. Kopieer de beelden eerst naar een "Memory Stick Duo" en
neem de "Memory Stick Duo" daarna mee naar de afdrukwinkel (pagina 99).
Vraag aan de winkel met fotoafdrukservice welke typen "Memory Stick Duo" ze kunnen verwerken.
Als een "Memory Stick Duo" niet wordt ondersteund door uw winkel met fotoafdrukservice, kopieert u
de beelden die u wilt afdrukken naar een ander medium, zoals een cd-r en neemt u deze mee naar de
winkel.
De "Memory Stick Duo"-adapter (los verkrijgbaar) kan nodig zijn. Vraag dit aan de winkel met
fotoafdrukservice.
Voordat u beeldgegevens meeneemt naar een winkel, maakt u altijd eerst een (reserve) kopie ervan op
een vaste schijf.
U kunt het aantal afdrukken niet instellen.
Als u de datum op de beelden wilt projecteren, vraagt u dit aan het personeel in de winkel met
fotoafdrukservice.
Opmerkingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
123
NL
Problemen oplossen
Als u problemen ondervindt met de camera, probeert u de onderstaande oplossingen.
Tijdens de reparatie van camera’s met een intern geheugen of opgenomen muziekbestanden,
kunnen de gegevens in de camera, uitsluitend voor zover noodzakelijk, worden gecontroleerd
om de storingssymptomen te bevestigen en verhelpen. Sony zal dergelijke gegevens niet
kopiëren of bewaren.
1 Controleer de punten op pagina’s 124 t/m 132.
Als een code zoals "C/E:ss:ss" op het scherm wordt afgebeeld,
raadpleegt u pagina 133.
2 Haal de accu eruit, wacht ongeveer een minuut, plaats de
accu weer terug, en schakel vervolgens de camera in.
3 Stel de instellingen terug op de standaardinstellingen
(pagina 87).
4 Neem contact op met uw Sony-dealer of het plaatselijke
erkende Sony-servicecentrum.
Extra informatie over deze camera en antwoorden op veelgestelde vragen vindt u op
onze Customer Support-website voor klantenondersteuning.
http://www.sony.net/
Accu en spanning .......................... 124
Stilstaande beelden/bewegende
beelden opnemen .......................... 125
Beelden bekijken ........................... 127
Wissen ............................................ 128
Computers ...................................... 128
"Memory Stick Duo" ...................... 129
Intern geheugen ............................. 130
Afdrukken ....................................... 130
PictBridge-compatibele printer .... 131
Overige............................................ 132
Foutcodes en meldingen............... 133
Klik op een van de volgende onderdelen om te verspringen naar de pagina waarop het symptoom
en de oorzaken of de te nemen corrigerende handeling worden beschreven.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
124
NL
De accu kan niet worden geplaatst.
• Plaats de accu op de juiste wijze door de accu-uitwerphendel in te duwen.
De camera kan niet worden ingeschakeld.
Nadat de accu in de camera is geplaatst, kan het enkele momenten duren voordat de camera van
stroom wordt voorzien.
• Plaats de accu op de juiste wijze.
• De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu.
• De accu is niet meer bruikbaar (pagina 141). Vervang deze door een nieuwe.
Gebruik een aanbevolen type accu.
De camera schakelt plotseling uit.
• Afhankelijk van de camera- en accutemperatuur kan de voeding automatisch worden uitgeschakeld
om de camera te beschermen. In dat geval wordt een mededeling op het LCD-scherm afgebeeld
voordat de voeding wordt uitgeschakeld.
• Als u de camera gedurende drie minuten niet bedient terwijl deze is ingeschakeld, wordt de camera
automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leeg raakt. Schakel de camera weer in.
• De accu is niet meer bruikbaar (pagina 141). Vervang deze door een nieuwe.
De resterende-acculadingindicator is onjuist.
De acculading zal snel opgebruikt zijn en de werkelijk resterende acculading zal lager zijn dan wordt
aangegeven in de volgende gevallen:
Wanneer u de camera gebruikt op een zeer hete of koude plaats.
Wanneer u de flitser of zoom veelvuldig gebruikt.
Wanneer u de camera herhaaldelijk in- en uitschakelt.
Wanneer u de schermhelderheid hoger instelt met behulp van de DISP (schermweergave-)instelling.
Er is een verschil opgetreden tussen de resterende-acculadingindicator en de daadwerkelijk resterende
acculading. Ontlaad de accu eenmaal volledig en laad deze daarna op om de aanduiding van de
resterende-acculadingindicator te corrigeren.
• De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu.
• De accu is niet meer bruikbaar (pagina 141). Vervang deze door een nieuwe.
De accu kan niet worden opladen.
U kunt de accu niet opladen met behulp van een netspanningsadapter (los verkrijgbaar). Gebruik de
acculader om de accu op te laden.
Het CHARGE-lampje knippert tijdens het opladen van de accu.
• Haal de accu uit de acculader en plaats hem op de juiste wijze weer terug.
De temperatuur kan ongeschikt zijn voor opladen. Probeer de accu opnieuw op te laden binnen het
bedrijfstemperatuurbereik (10 °C t/m 30 °C).
Raadpleeg pagina 142 voor meer informatie.
Accu en spanning
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
125
NL
Beelden kunnen niet worden opgenomen.
• Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick Duo". Als
deze vol is, doet u een van de volgende dingen:
Wis overbodige beelden (pagina 34).
Plaats een andere "Memory Stick Duo".
• Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
• Zet voor het opnemen van stilstaande beelden de functiekeuzeknop in een andere stand dan
(Bewegende beeldn).
• Zet de functiekeuzeknop op (Bewegende beeldn) wanneer u bewegende beelden wilt opnemen.
Bewegende beelden waarvan het formaat is ingesteld op [1280×720] kunnen alleen worden
opgenomen op een "Memory Stick PRO Duo". Als u een ander opnamemedium gebruikt dan de
"Memory Stick PRO Duo", stelt u het beeldformaat van de bewegende beelden in op [VGA].
• De camera staat in de lach-sluiter-demonstratiefunctie. Stel [Demonstratiefunctie] in op [Uit].
De lach-sluiterfunctie werkt niet.
• Er wordt geen beeld opgenomen als geen lachend gezicht wordt herkend.
• [Demonstratiefunctie] is ingesteld op [Aan]. Stel [Demonstratiefunctie] in op [Uit] (pagina 88).
Het onderwerp is niet zichtbaar op het scherm.
De camera staat in de weergavefunctie. Druk op (weergave) om over te schakelen naar de
opnamefunctie.
De antiwaasfunctie werkt niet.
• De antiwaasfunctie werkt niet wanneer wordt afgebeeld op het display.
• Het is mogelijk dat de antiwaasfunctie niet goed werkt tijdens het opnemen van nachtscènes.
Maak de opname nadat u de ontspanknop tot halverwege ingedrukt hebt gehouden. Druk de
ontspanknop niet plotseling helemaal in.
• Controleer of de instelling [Conversielens] correct is (pagina 81).
Het opnemen duurt erg lang.
• Als de sluitertijd onder zwakke belichting langer wordt dan een bepaalde tijdsduur, treedt
automatische NR (ruisonderdrukking) lange-sluitertijdfunctie in werking om de beeldruis te
verminderen. Onder dergelijke omstandigheden, duurt het opnemen lang.
• De dichte-ogenverminderingsfunctie is ingeschakeld. Stel [Dichte-ogenvermindering] terug op [Uit]
(pagina 55).
Het beeld is onscherp.
Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Zorg ervoor dat tijdens het opnemen de lens van de camera
verder verwijderd is van het onderwerp dan de minimale opnameafstand van (ongeveer 10 cm (W-
kant) of 50 cm (T-kant) tussen lens en onderwerp).
(Schemer), (Landschap) of (Vuurwerk) is geselecteerd als de scènekeuzefunctie voor het
opnemen van stilstaande beelden.
• De semi-handmatig-functie is geselecteerd. Kies de automatische scherpstellingsfunctie (pagina 46).
• Controleer of de instelling [Conversielens] correct is (pagina 81).
Stilstaande beelden/bewegende beelden
opnemen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
126
NL
De zoomfunctie werkt niet.
• U kunt de slimme-zoomfunctie niet gebruiken afhankelijk van het beeldformaat (pagina 80).
• U kunt de digitale-zoomfunctie niet gebruiken wanneer:
U bewegende beelden opneemt.
De lach-sluiterfunctie is ingeschakeld.
Kan de gezichtsherkenningsfunctie niet selecteren.
U kunt de gezichtsherkenningsfunctie alleen selecteren wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld
op [Multi-AF] en de lichtmeetfunctie is ingesteld op [Multi].
De flitser werkt niet.
• U kunt de flitser niet gebruiken wanneer:
[Opn.functie] is ingesteld op [Burst] of Exposure Bracket (pagina 40).
(Hoge gevoeligheid), (Schemer) of (Vuurwerk) is geselecteerd als de scènekeuzefunctie.
U bewegende beelden opneemt.
• Stel de flitser in op (Flitser aan) (pagina 30) als de scènekeuzefunctie is ingesteld op
(Landschap), (Voedsel), (Strand), (Sneeuw) of (Onderwater).
Wazige, witte, ronde vlekken verschijnen in beelden opgenomen met de flitser.
Deeltjes (stof, pollen, enz.) in de lucht weerkaatsten het flitslicht en werden zichtbaar in het beeld. Dit
is geen defect.
De close-up-opnamefunctie (Macro) werkt niet.
(Landschap), (Schemer) of (Vuurwerk) is geselecteerd als de scènekeuzefunctie.
• De macrofunctie is ingesteld op [Autom.] als de camera in de intelligente automatische instelfunctie
staat en bij het opnemen van bewegende beelden.
De macrofunctie kan niet worden uitgeschakeld.
• Er is geen mogelijkheid om de macrofunctie gedwongen uit te schakelen. In de [Autom.] functie
kunnen telefoto-opnamen gemaakt worden, ondanks dat de macrofunctie is ingeschakeld.
De datum en tijd worden niet afgebeeld op het LCD-scherm.
• Tijdens het opnemen worden de datum en tijd niet afgebeeld. Deze worden alleen tijdens weergave
afgebeeld.
Kan de datum niet op het beeld projecteren.
• Deze camera heeft geen functie om de datum op beelden te projecteren. Door "PMB" te gebruiken
kunt u beelden met de datum erop geprojecteerd opslaan en afdrukken (pagina 109).
De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de ontspanknop tot
halverwege indrukt.
• De belichting is niet goed. Stel de belichting goed in (pagina 41).
Het LCD-scherm is te donker of te helder.
Stel de helderheid van de achterverlichting in (pagina 16).
Het beeld is te donker.
U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Kies de lichtmeetfunctie (pagina 48) of stel de
belichting in (pagina 41).
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
127
NL
Het beeld is te licht.
• Stel de belichting in (pagina 41).
De kleuren van het beeld zijn niet juist.
• Stel [Kleurfunctie] in op [Normaal] (pagina 58).
• Stel de witbalans in (pagina 43).
Bij het opnemen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen.
Het smeereffect treedt op en witte, zwarte, rode, paarse en andere strepen verschijnen in het beeld. Dit
verschijnsel duidt niet op een defect.
In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm
kijkt.
• De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk helderder te
maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed op het opgenomen
beeld.
De ogen van het onderwerp zijn rood.
• Stel [Rode-ogeneffect] in op [Autom.] of [Aan] (pagina 56).
• Neem het beeld op met behulp van de flitser vanaf een afstand korter dan het flitsbereik.
Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op.
Werk het beeld bij met behulp van [Bijwerken] t [Rode-ogen-correctie] op het weergavemenu
(pagina 69), of bewerk het beeld met behulp van het softwareprogramma "PMB".
Punten verschijnen en blijven op het scherm.
Dit is geen defect. Deze punten worden niet opgenomen.
Beelden kunnen niet continu worden opgenomen.
Het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" is vol. Wis overbodige beelden (pagina 34).
De accu is bijna leeg. Plaats een opgeladen accu.
Hetzelfde beeld wordt meerdere keren opgenomen.
• [Opn.functie] staat op [Burst] (pagina 40). Of [Scèneherkenning] is ingesteld op [Geavanceerd]
(pagina 49).
Kan geen beelden weergeven.
• Druk op de (weergave-)toets.
De map-/bestandsnaam is veranderd op de computer.
Wij kunnen weergave op deze camera niet garanderen voor beelden die op een computer werden
bewerkt en voor beelden die op een andere camera werden opgenomen.
• De camera staat in de USB-functie. Verwijder de USB-verbinding (pagina 112).
Het kan onmogelijk zijn sommige beelden weer te geven die op de "Memory Stick Duo" staan en zijn
opgenomen op een andere camera. Geef dergelijke beelden weer in de mapweergave (pagina 65).
Dit wordt veroorzaakt door beelden op de computer te kopiëren naar een "Memory Stick Duo" zonder
gebruik te maken van "PMB". Geef dergelijke beelden weer in de mapweergave (pagina 65).
Beelden bekijken
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
128
NL
De datum en tijd worden niet afgebeeld.
De schermweergave is ingesteld op het weergeven van alleen beelden. Druk op de DISP
(schermweergave-)toets om de scherminformatie weer te geven (pagina 16).
Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit.
• Dit kan gebeuren als gevolg van de beeldverwerking. Dit is geen defect.
Langs de linker- en rechterzijkanten van het scherm zijn zwarte banden zichtbaar.
• [Autom. Oriëntatie] staat op [Aan] (pagina 82).
Kan geen beelden in de indexweergavefunctie weergeven.
De functiekeuzeknop staat in de stand (Eenvoudig opnemen). Zet de functiekeuzeknop in een
andere stand om de beelden weer te geven.
Er is geen muziek hoorbaar tijdens een diavoorstelling.
• Kopieer de muziekbestanden naar de camera met "Music Transfer" (pagina 114).
• Controleer dat de instellingen van het volumeniveau en de diavoorstelling correct zijn (pagina 60).
Het beeld wordt niet weergegeven op de televisie.
Controleer [Video-uit] om te bevestigen dat het video-uitgangssignaal van de camera is ingesteld op
het kleursysteem van de televisie (pagina 90).
• Controleer of de aansluiting juist is (pagina 103).
• Als de USB-stekker van de kabel voor de multifunctionele aansluiting is aangesloten op een ander
apparaat, koppelt u deze los (pagina 112).
Wanneer u bewegende beelden opneemt terwijl de camera is aangesloten op een televisie met behulp
van een HD-uitgangsadapterkabel (los verkrijgbaar), wordt het beeld dat wordt opgenomen niet
weergegeven op het televisiescherm.
Beelden kunnen niet worden gewist.
• Annuleer de beveiliging (pagina 74).
De compatibiliteit van deze camera met het besturingssysteem van de computer
is onbekend.
• Controleer "Aanbevolen computeromgeving" op pagina 107 voor Windows, en op pagina 115 voor
Macintosh.
De "Memory Stick PRO Duo" wordt niet herkend door een computer met een
"Memory Stick"-gleuf.
• Controleer dat de computer en de "Memory Stick"-lezer/schrijver "Memory Stick PRO Duo"
ondersteunen. Gebruikers van computers en "Memory Stick"-lezers/schrijvers gemaakt door andere
fabrikanten dan Sony dienen contact op te nemen met die fabrikanten.
Als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt ondersteund, sluit u de camera aan op de computer
(pagina’s 110 en 116). De computer herkent de "Memory Stick PRO Duo".
Wissen
Computers
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
129
NL
De computer herkent de camera niet.
Wanneer de accu bijna leeg is, plaatst u een opgeladen accu of gebruikt u een netspanningsadapter
(los verkrijgbaar).
Stel [USB-aansluiting] in op [Autom.] of [Mass Storage] (pagina 92).
• Gebruik de kabel voor de multifunctionele aansluiting (bijgeleverd).
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los van zowel de computer als de camera, en
sluit deze daarna weer stevig aan.
Koppel alle apparatuur, behalve de camera, het toetsenbord en de muis, los van de USB-aansluitingen
van de computer.
• Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB-hub of ander apparaat.
Kan geen beelden importeren.
• Sluit de camera goed aan op de computer door middel van een USB-verbinding (pagina 110).
Als u beelden opneemt op een "Memory Stick Duo" die op een computer is geformatteerd, kan het
onmogelijk zijn de beelden te importeren in een computer. Neem op met behulp van een "Memory
Stick Duo" die in deze camera is geformatteerd (pagina 95).
Nadat de USB-verbinding tot stand is gekomen, start "PMB" niet automatisch op.
Breng de USB-verbinding tot stand nadat de computer is opgestart.
Beelden kunnen niet worden weergegeven op de computer.
Wanneer u "PMB" gebruikt, raadpleegt u de "Gids voor PMB" (pagina 109).
Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
Wanneer u bewegende beelden op een computer bekijkt, worden beeld en geluid
onderbroken door storing.
U geeft de bewegende beelden rechtstreeks weer vanuit het interne geheugen of vanaf de "Memory
Stick Duo". Importeer de bewegende beelden in de vaste schijf van de computer, en geef daarna de
bewegende beelden weer vanaf de vaste schijf (pagina 110).
Beelden kunnen niet worden afgedrukt.
• Zie de gebruiksaanwijzing van de printer.
Beelden die eenmaal naar een computer zijn geëxporteerd, kunnen niet meer op
de camera worden weergegeven.
Exporteer ze naar een map die door de camera wordt herkend, zoals "101MSDCF" (pagina 113).
Als u een ander softwareprogramma dan "PMB" gebruikt, wordt de informatie mogelijk niet juist
bijgewerkt waardoor beelden blauw kunnen worden of anderszins niet goed worden weergegeven.
Dit is geen defect.
Wanneer blauwe beelden worden weergegeven, bekijkt u deze in de mapweergavefunctie of wist u ze
met de camera.
De "Memory Stick Duo" kan niet worden geplaatst.
• Plaats de "Memory Stick Duo" in de juiste richting.
"Memory Stick Duo"
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
130
NL
U hebt een "Memory Stick Duo" per ongeluk geformatteerd.
Alle gegevens op de "Memory Stick Duo" zijn gewist door het formatteren. U kunt deze niet meer
herstellen.
U kunt geen beelden weergeven of beelden opnemen met behulp van het interne
geheugen.
• Er zit een "Memory Stick Duo" in de camera. Haal deze eruit.
De beeldgegevens in het interne geheugen kunnen niet worden gekopieerd naar
de "Memory Stick Duo".
De "Memory Stick Duo" is vol. Kopieer naar een "Memory Stick Duo" van voldoende capaciteit.
Kan de beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" of de computer niet kopiëren
naar het interne geheugen.
• Deze functie is niet beschikbaar.
Zie "PictBridge-compatibele printer" tezamen met de onderstaande punten.
De beelden worden afgedrukt met beide randen afgesneden.
Afhankelijk van de printer kunnen alle randen van het beeld worden afgesneden. Met name wanneer
u een beeld afdrukt dat is opgenomen met het beeldformaat ingesteld op [16:9], kunnen de zijranden
van het beeld worden bijgesneden.
Wanneer u beelden afdrukt op uw printer, annuleert u de instellingen van bijsnijden en afdrukken
zonder randen. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze functies heeft of niet.
• Als u de beelden laat afdrukken in een winkel met fotoafdrukservice, vraagt u aan het
winkelpersoneel of ze de beelden kunnen afdrukken zonder dat de randen worden afgesneden.
U kunt geen beelden afdrukken met de datum erop geprojecteerd.
Met "PMB" kunt u beelden afdrukken met daarop de datum geprojecteerd (pagina 109).
De camera heeft geen functie om de datum op beelden te projecteren. Echter, omdat de beelden
opgenomen op deze camera informatie bevatten over de opnamedatum, kunt u de beelden afdrukken
met daarop de datum geprojecteerd als de printer of de software deze Exif-informatie kan herkennen.
Voor eventuele compatibiliteit met Exif-informatie, neemt u contact op met de fabrikant van de
printer of van de software.
Als u gebruik maakt van een fotoafdrukservice, vraagt u het winkelpersoneel de datum op de beelden
te projecteren.
Intern geheugen
Afdrukken
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
131
NL
Het is niet mogelijk een verbinding tot stand te brengen.
• De camera kan niet rechtstreeks op een printer worden aangesloten die niet compatibel is met
PictBridge. Vraag de fabrikant van de printer of uw printer compatibel is met PictBridge of niet.
Controleer of de printer is ingeschakeld en op de camera kan worden aangesloten.
Stel [USB-aansluiting] in op [PictBridge] (pagina 92).
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Bij het verschijnen
van een foutmelding op de printer, moet u de gebruiksaanwijzing van de printer raadplegen.
Beelden kunnen niet worden afgedrukt.
• Controleer of de camera op de juiste wijze met behulp van de kabel voor de multifunctionele
aansluiting op de printer is aangesloten.
Schakel de printer in. Voor meer informatie raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van de printer.
Als u tijdens het afdrukken [Sluiten] selecteert, is het mogelijk dat de beelden niet worden afgedrukt.
Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Als u de beelden nog
steeds niet kunt afdrukken, koppelt u de kabel voor de multifunctionele aansluiting los, schakelt u de
printer uit en weer in, en sluit u de kabel voor de multifunctionele aansluiting weer aan.
Bewegende beelden kunnen niet afgedrukt worden.
Beelden die op een andere camera werden opgenomen, of beelden die op een computer zijn bewerkt,
kunnen misschien niet worden afgedrukt.
De afdrukopdracht is geannuleerd.
Controleer dat de kabel voor de multifunctionele aansluiting is losgekoppeld voordat de
(PictBridge aangesloten) indicator uitgaat.
In de indexweergavefunctie kan de datum niet worden geprojecteerd en kunnen
de beelden niet worden afgedrukt.
• De printer heeft deze functies niet. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze functies heeft
of niet.
• Afhankelijk van de printer kan de datum in de indexweergavefunctie niet geprojecteerd worden.
Vraag het de fabrikant van de printer.
In plaats van de datum wordt "---- -- --" afgedrukt op het beeld.
• Bij het beeld zit geen opnamedatum-informatie zodat de datum niet erop kan worden geprojecteerd.
Stel [Datum] in op [Uit] en druk het beeld opnieuw af (pagina 121).
Het afdrukformaat kan niet worden ingesteld.
• Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer.
Het beeld kan niet op het ingestelde formaat worden afgedrukt.
Als u papier van een ander formaat gebruikt nadat de printer op de camera is aangesloten, koppelt u
de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit u deze daarna weer aan.
• De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Verander de instelling van de
camera (pagina 121) of de printer.
De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd.
• Wacht enige tijd terwijl de printer de annuleerbediening uitvoert. Dit kan, afhankelijk van de printer,
enige tijd duren.
PictBridge-compatibele printer
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
132
NL
De lens raakt beslagen.
• Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en laat deze gedurende ongeveer een uur
liggen voordat u deze weer gebruikt.
De camera wordt uitgeschakeld met uitgeschoven lens.
• De accu is leeg. Vervang deze door een opgeladen accu en schakel daarna de camera opnieuw in.
• Probeer niet met kracht zelf de lens te bewegen als deze niet door de camera wordt bewogen.
De camera wordt warm wanneer u deze gedurende een lange tijd gebruikt.
Dit is geen defect.
Het klok-instelscherm wordt afgebeeld nadat de camera is ingeschakeld.
• Stel de datum en tijd opnieuw in (pagina 102).
• De ingebouwde, oplaadbare reservebatterij is leeg. Plaats een opgeladen accu en laat de camera
gedurende 24 uur of langer uitgeschakeld liggen.
U wilt de datum of tijd veranderen.
• Verander de instellingen op MENU t [Instellingen] t [Klokinstellingen] t [Datum/tijd
instellen].
De datum of tijd is onjuist.
• Gebied is ingesteld op een andere locatie dan uw huidige positie. Verander de instelling op MENU
t [Instellingen] t [Klokinstellingen] t [Tijdzone instellen].
Overige
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
133
NL
Foutcodes en meldingen
Als een code wordt afgebeeld die begint met een letter uit het alfabet, is de zelfdiagnosefunctie
in werking getreden. De laatste twee cijfers (hieronder aangeduid met twee blokjes
ss)
verschillen afhankelijk van de toestand van de camera.
Als u de fout niet kunt verhelpen, zelfs niet nadat u de corrigerende handeling enkele keren hebt
uitgevoerd, kan het noodzakelijk zijn de camera te laten repareren.
Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst van Sony.
C:32:ss
Er is een storing opgetreden in de hardware van de camera. Schakel de camera uit en daarna weer in.
C:13:ss
De camera kan geen gegevens lezen vanaf of schrijven op de "Memory Stick Duo". Probeer de
camera uit en weer in te schakelen, of probeer de "Memory Stick Duo" er meerdere keren uit te halen
en weer in te plaatsen.
• Het interne geheugen heeft een formatteringsfout begaan, of een niet-geformatteerde "Memory Stick
Duo" is geplaatst. Formatteer het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" (pagina 95).
De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet worden gebruikt in deze camera, of de gegevens zijn
beschadigd. Plaats een nieuwe "Memory Stick Duo".
E:61:ss
E:62:ss
E:91:ss
Er is een storing opgetreden in de camera. Stel alle instellingen terug op de standaardinstellingen van
de camera (pagina 87) en schakel deze daarna weer in.
Als een van de onderstaande meldingen wordt afgebeeld, voert u de vermelde instructies uit.
• De accu is bijna leeg. Laad de accu onmiddellijk op. Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden of
het soort accu, kan de indicator knipperen ondanks dat er nog voor 5 tot 10 minuten acculading over
is.
Gebruik uitsluitend een geschikte batterij
• De geplaatste accu is geen NP-BG1 (bijgeleverd)/NP-FG1 (los verkrijgbaar) accu.
Systeemfout
• Schakel de camera uit en weer in.
Zelfdiagnosefunctie
Meldingen
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
134
NL
De camera is oververhit
Laat de camera eerst afkoelen
De temperatuur in de camera is opgelopen. De voeding kan automatisch worden uitgeschakeld of het
kan onmogelijk zijn bewegende beelden op te nemen. Laat de camera liggen op een koele plaats
totdat de temperatuur in de camera is gezakt.
Fout van intern geheugen
• Schakel de camera uit en weer in.
Plaats de "Memory Stick" opnieuw
• Plaats de "Memory Stick Duo" op de juiste wijze.
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet worden gebruikt in deze camera (pagina 139).
De "Memory Stick Duo" is beschadigd.
De aansluitpunten van de "Memory Stick Duo" zijn vuil.
Verkeerd type "Memory Stick"
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet worden gebruikt in deze camera (pagina 139).
Met "Memory Stick" is opnemen en weergeven misschien onmogelijk
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet worden gebruikt in deze camera (pagina 139).
Geen toegang "Memory Stick"
Toegang geweigerd
U gebruikt een "Memory Stick Duo" met beperkte toegang.
Fout bij formatteren intern geheugen
Fout bij formatteren "Memory Stick"
Formatteer het medium opnieuw (pagina 95).
"Memory Stick" vergrendeld
• U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de
stand voor opnemen.
Geen geheugenruimte in de "Memory Stick"
Geen geheugenruimte in het intern geheugen
Wis overbodige beelden of bestanden (pagina 34).
Geheugen voor alleen-lezen
De camera kan geen beelden opnemen of wissen op deze "Memory Stick Duo".
Geen beelden beschikbaar
• Er zijn geen beelden die weergegeven kunnen worden opgenomen in het interne geheugen.
Er zijn geen beelden die weergegeven kunnen worden opgeslagen in deze map van de "Memory Stick
Duo".
Wanneer beelden opgenomen op een andere camera niet kunnen worden weergegeven op deze
camera, geeft u de beelden weer in de mapweergavefunctie (pagina 65).
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
135
NL
Er zijn geen stilstaande beelden
De geselecteerde map bevat geen bestand dat kan worden weergegeven in een diavoorstelling.
Er zijn geen beelden die kunnen worden gefilterd op gezicht.
Bestand gevonden dat niet herkend werd
• U probeert een map te wissen waarin een bestand zit dat niet kan worden weergegeven met deze
camera. Wis het bestand met behulp van een computer en wis daarna de map.
Ongeldige bediening
• U probeert een stilstaand of bewegend beeld te wissen dat wordt weergegeven terwijl de
weergavefunctie is ingesteld op Favorieten. Verander eerst de weergavefunctie omdat u niet kunt
wissen in de weergavefunctie Favorieten.
Mapfout
Een map met dezelfde drie cijfers aan het begin van de naam bestaat reeds op de "Memory Stick Duo"
(bijvoorbeeld: 123MSDCF en 123ABCDE). Kies een andere map of maak een andere map
(pagina’s 96 en 97).
Kan geen mappen meer maken
Op de "Memory Stick Duo" staat een map waarvan de naam begint met "999". U kunt in dat geval
geen mappen meer aanmaken.
Inhoud map weggooien
• U probeert een map te wissen waarin één of meerdere bestanden zitten. Wis eerst alle bestanden en
wis daarna de map.
Geen map beschikbaar
• U probeert een map te wissen die niet bestaat.
Map is beschermd
• U probeert op een computer of een ander apparaat een map te wissen die werd aangemaakt op de
camera en is ingesteld op alleen-lezen.
Bestandsfout
Tijdens het weergeven van het beeld is een fout opgetreden.
Wij kunnen weergave op deze camera niet garanderen voor beelden die op een computer werden
bewerkt en voor beelden die op een andere camera werden opgenomen.
Deze map heeft het kenmerk Alleen lezen.
U hebt een map geselecteerd die niet kan worden ingesteld als de opnamemap op de camera.
Selecteer een andere map (pagina 97).
Bestandsbeveiliging
• Schakel de beveiliging uit (pagina 74).
Te groot beeldformaat
U probeert een beeld weer te geven met een formaat dat niet kan worden weergegeven op de camera.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
136
NL
Kan gezicht voor bewerken niet vinden
• Het kan onmogelijk zijn het beeld bij te werken afhankelijk van het beeld.
(Trillingswaarschuwing-indicator)
Door onvoldoende licht, is de camera gevoelig voor beweging. Gebruik de flitser, schakel de
antiwaasfunctie in, of bevestig de camera op een statief om de camera vast te zetten.
Schakel uit en weer in
• De lens is defect.
Maximumaantal beelden geselecteerd
Maximaal 100 bestanden kunnen worden geselecteerd bij gebruik van [Meerdere beelden].
Maximaal 999 bestanden kunnen worden geselecteerd bij gebruik van [Alle beelden in datumbereik],
[Alle in gebeurtenis], [Alle in Favorieten] of [Alle in deze map].
Maximaal 999 bestanden kunnen worden geregistreerd als favorieten, en u kunt -
afdrukmarkeringen toevoegen aan maximaal 999 bestanden. Annuleer de selectie.
Onvoldoende acculading
Gebruik een volledig opgeladen accu bij het kopiëren van een beeld opgenomen in het interne
geheugen naar de "Memory Stick Duo".
Printer bezet
Papierfout
Geen papier
Inktfout
Inkt bijna op.
Inkt helemaal op.
• Controleer de printer.
Printerfout
• Controleer de printer.
Controleer of het beeld dat u wilt afdrukken beschadigd is.
Het is mogelijk dat de gegevensoverdracht naar de printer nog niet voltooid is. Koppel de kabel voor
de multifunctionele aansluiting niet los.
Verwerkt…
• De printer annuleert de huidige afdruktaak. U kunt niet afdrukken totdat dit klaar is. Dit kan,
afhankelijk van de printer, enige tijd duren.
Muziekfout
Wis het muziekbestand of vervang het door een niet-vervormd muziekbestand.
• Voer [Format. muz.] uit en download daarna een nieuw muziekbestand.
Muziekgeheugen-formatteringsfout
• Voer [Format. muz.] uit.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
137
NL
Bediening kan niet worden uitgevoerd voor bestand met bew. bldn.
• U hebt een functie geselecteerd die niet beschikbaar is voor bewegende beelden.
Bediening kan niet worden uitgevoerd voor niet-onderst. bestanden
• Verwerking en andere bewerkingsfuncties van de camera kunnen niet worden uitgevoerd voor
beeldbestanden die zijn bewerkt op een computer, of beelden die werden opgenomen op een andere
camera.
Bediening kan niet worden uitgevoerd bij een PictBridge-verbinding
• Sommige functies zijn aan beperkingen onderhevig terwijl de camera is aangesloten op een
PictBridge-compatibele printer.
Bezig met herstellen van het beeldbeheerbestand…
• De camera herstelt de datuminformatie, enz., in gevallen waarin beelden werden gewist op een
computer, enz.
Het aantal beelden is hoger dan het aantal waarvoor gegevens- of gebeurtenissenbeheer door de
camera mogelijk is. Wis beelden vanuit de datumweergave of gebeurtenisweergave.
Geen ruimte meer in interne geheugen
Beelden wissen?
Het interne geheugen is vol. Om in het interne geheugen te kunnen opnemen, selecteert u [Ja] en wist
u overbodige beelden.
Fout van beeldbeheerbestand
Herstellen niet mogelijk
Importeer alle beelden in de computer met behulp van "PMB", en formatteer de "Memory Stick Duo"
of het interne geheugen (pagina 95).
Als u niet alle beelden in de computer kunt importeren met "PMB", importeert u alle beelden in de
computer zonder gebruik te maken van "PMB" (pagina 111). Om de beelden weer op de camera weer
te geven, exporteert u de geïmporteerde beelden naar de camera met behulp van "PMB".
Opnamefunctie is niet beschikbaar vanwege hoge interne temperatuur
De temperatuur in de camera is opgelopen. U kunt geen beelden opnemen totdat de temperatuur in de
camera is gezakt.
Het opnemen is gestopt vanwege verhoogde temperatuur in camera
• Het opnemen is gestopt omdat tijdens het opnemen van bewegende beelden de temperatuur in de
camera is opgelopen. Wacht totdat de temperatuur in de camera is gezakt.
Wanneer u gedurende een langere tijd bewegende beelden opneemt, loopt de temperatuur in de
camera op. Stop in dat geval met het opnemen van bewegende beelden.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
138
NL
Uw camera in het buitenland
gebruiken — Stroomvoorziening
U kunt de camera, de acculader (bijgeleverd) en de netspanningsadapter AC-LS5K (los
verkrijgbaar) in ieder land of gebied gebruiken met een stroomvoorziening van
100 V t/m 240 V wisselstroom van 50/60 Hz.
Gebruik geen elektronische transformator (reistrafo), omdat hierdoor een storing kan optreden.
Opmerking
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
139
NL
Informatie over de "Memory Stick
Duo"
Een "Memory Stick Duo" is een compact, draagbaar IC-opnamemedium. De typen "Memory
Stick Duo" die kunnen worden gebruikt in deze camera worden vermeld in de onderstaande
tabel. Een goede werking kan echter niet worden gegarandeerd voor alle functies van de
"Memory Stick Duo".
*
1
Hoge gegevensoverdrachtsnelheid via een parallelle interface wordt niet ondersteund.
*
2
"Memory Stick Duo", "MagicGate Memory Stick Duo" en "Memory Stick PRO Duo" zijn uitgerust met
MagicGate-functies. MagicGate is een technologie ter bescherming van auteursrechten waarbij gebruik
wordt gemaakt van versleutelingstechnologie. Deze camera kan geen gegevens opnemen/weergeven
waarbij MagicGate-functies zijn vereist.
*
3
Bewegende beelden kunnen worden opgenomen in beeldgrootte [1280×720].
*
4
Deze camera biedt geen ondersteuning voor 8-bit parallelle gegevensoverdracht. De camera voert
dezelfde 4-bit parallelle gegevensoverdracht uit als de "Memory Stick PRO Duo".
Dit apparaat is compatibel met "Memory Stick Micro" ("M2"). "M2" is de afkorting van "Memory Stick
Micro".
Wij kunnen niet garanderen dat een "Memory Stick Duo" die op een computer is geformatteerd, in deze
camera werkt.
De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory Stick Duo" en
apparatuur.
De "Memory Stick Duo" mag niet worden verwijderd terwijl deze bezig is met het lezen of wegschrijven
van gegevens.
De gegevens kunnen in de volgende gevallen beschadigd zijn:
wanneer de "Memory Stick Duo" uit de camera wordt gehaald of de camera wordt uitgeschakeld
tijdens het lezen of schrijven van gegevens
wanneer de "Memory Stick Duo" wordt gebruikt op plaatsen met statische elektriciteit of elektrische
ruis
Wij raden u aan van belangrijke gegevens een reservekopie te maken.
Druk niet hard wanneer u in het aantekeningenvak schrijft.
Plak geen stickers op de "Memory Stick Duo" zelf of op de "Memory Stick Duo"-adapter.
Wanneer u de "Memory Stick Duo" draagt of bewaart, plaatst u deze terug in de houder die erbij geleverd
werd.
Raak de aansluitingen van de "Memory Stick Duo" niet aan met uw hand of een metalen voorwerp.
Sla niet op de "Memory Stick Duo", verbuig hem niet en laat hem niet vallen.
Demonteer of verander de "Memory Stick Duo" niet.
Stel de "Memory Stick Duo" niet bloot aan water.
Laat de "Memory Stick Duo" niet liggen binnen het bereik van kleine kinderen. Zij kunnen deze per
ongeluk inslikken.
Steek niets anders dan een "Memory Stick Duo" in de "Memory Stick Duo"-gleuf. Als u dit toch doet, zal
een storing worden veroorzaakt.
Gebruik of bewaar de "Memory Stick Duo" niet op de volgende plaatsen:
plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in een hete auto die in de zon is geparkeerd
plaatsen die zijn blootgesteld aan direct zonlicht
vochtige plaatsen of plaatsen waar zich corrosieve stoffen bevinden
"Memory Stick"-type Opnemen/weergeven
Memory Stick Duo (zonder MagicGate) a*
1
Memory Stick Duo (met MagicGate) a*
2
MagicGate Memory Stick Duo a*
1
*
2
Memory Stick PRO Duo a*
2
*
3
Memory Stick PRO-HG Duo a*
2
*
3
*
4
Opmerkingen
Wordt vervolgd r
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
140
NL
Opmerkingen over het gebruik van de "Memory Stick Duo"-
adapter (los verkrijgbaar)
Als u een "Memory Stick Duo" in een "Memory Stick"-compatibel apparaat wilt gebruiken, moet u de
"Memory Stick Duo" eerst in een "Memory Stick Duo"-adapter steken. Als u een "Memory Stick Duo"
zonder een "Memory Stick Duo"-adapter in een "Memory Stick"-compatibel apparaat steekt, kan het
onmogelijk zijn om hem weer uit het apparaat te halen.
Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een "Memory Stick Duo"-adapter steekt, let u er goed op dat de
"Memory Stick Duo" in de juiste richting erin wordt gestoken, en steek deze daarna er helemaal in. In de
verkeerde richting insteken kan tot een defect leiden.
Wanneer u een "Memory Stick Duo", die in een "Memory Stick Duo"-adapter is gestoken, in een
"Memory Stick"-compatibel apparaat gebruikt, moet u er goed op letten dat de "Memory Stick Duo"-
adapter in de juiste richting wordt geplaatst. Merk op dat door onjuist gebruik het apparaat kan worden
beschadigd.
Plaats nooit een "Memory Stick Duo"-adapter in een "Memory Stick"-compatibel apparaat zonder een
"Memory Stick Duo" erin. Als u dit toch doet, kan een storing in het apparaat optreden.
Opmerking over het gebruik van de "Memory Stick PRO Duo"
(los verkrijgbaar)
Een "Memory Stick PRO Duo" met een opslagcapaciteit tot 16 GB is goedgekeurd voor gebruik in deze
camera.
Opmerking over het gebruik van de "Memory Stick Micro" (los
verkrijgbaar)
Om in de camera een "Memory Stick Micro" te kunnen gebruiken, moet u de "Memory Stick Micro" in
een "M2"-adapter ter grootte van een Duo steken. Als u een "Memory Stick Micro" in de camera plaatst
zonder een "M2"-adapter ter grootte van een Duo te gebruiken, kan het onmogelijk zijn deze vervolgens
weer uit de camera te halen.
Laat de "Memory Stick Micro" niet liggen binnen het bereik van kleine kinderen. Zij kunnen deze per
ongeluk inslikken.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
141
NL
Informatie over de accu
Opladen van de accu
Aanbevolen wordt om de accu op te laden bij een omgevingstemperatuur van 10 °C t/m 30 °C. Het is
mogelijk dat de accu niet effectief wordt opgeladen buiten dit temperatuurbereik.
Doeltreffend gebruik van de accu
Bij lage temperaturen verminderen de prestaties van de accu. Op koude plaatsen zal de gebruiksduur van
de accu dus korter zijn. Wij bevelen het volgende aan om de accu langer mee te laten gaan:
Doe de accu in een zak zo dicht mogelijk tegen uw lichaam om deze op te warmen, en plaats de accu
vlak voordat u gaat opnemen terug in de camera.
De accu zal snel leeg raken als u de flitser of zoom vaak gebruikt.
Wij bevelen u aan om extra accu’s voor twee- tot driemaal de verwachte opnameduur bij de hand te
houden, en om proefopnamen te maken alvorens u de eigenlijke opnamen gaat maken.
Laat de accu niet nat worden. De accu is niet waterdicht.
Laat de accu niet liggen op zeer warme plaatsen, zoals in een voertuig of in direct zonlicht.
Bewaren van de accu
Ontlaad de accu volledig voordat u deze opbergt en bewaar de accu op een koele, droge plaats. Om de
werking van de accu tijdens bewaring te behouden, laadt u de accu minstens eenmaal per jaar volledig op
en verbruikt u de lading volledig in de camera.
Als u de acculading volledig wilt opgebruiken, laat u de camera in de diavoorstelling-weergavefunctie
staan totdat de camera wordt uitgeschakeld.
Om te voorkomen dat de aansluitingen vuil worden, er kortsluiting ontstaat, enz., moet u de bijgeleverde
accuhouder gebruiken voor transport en bewaring.
Levensduur van de accu
De levensduur van de accu is beperkt. De capaciteit van de accu neemt na verloop van tijd en na herhaald
gebruik af. Als de gebruiksduur na opladen aanzienlijk korter is geworden, is het waarschijnlijk tijd de
accu te vervangen door een nieuwe.
De levensduur van de accu wordt mede bepaald door de manier waarop deze wordt bewaard, alsmede de
omstandigheden en omgeving waarin de accu wordt gebruikt.
Compatibele accu’s
De NP-BG1 accu (bijgeleverd) kan alleen worden gebruikt in Cyber-shot-modellen die compatibel zijn
met accu’s van het type G.
Als u de NP-FG1 accu (los verkrijgbaar) gebruikt, worden tevens de minuten afgebeeld achter de
resterende-acculadingindicator ( 60 Min).
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
142
NL
Informatie over de acculader
Alleen accu’s van de typen NP-BG en NP-FG (en geen andere) kunnen worden opgeladen in de
acculader (bijgeleverd). Als u andere accu’s dan de opgegeven accu’s probeert op te laden, kunnen deze
gaan lekken, oververhit raken of exploderen, waardoor gevaar van letsel als gevolg van elektrocutie en
brandwonden ontstaat.
Haal de opgeladen accu uit de acculader. Als u de opgeladen accu in de acculader laat zitten, kan de
levensduur van de accu korter worden.
Het CHARGE-lampje van de bijgeleverde acculader knippert op één van de volgende manieren:
Snel knipperen: Het lampje schakelt herhaaldelijk aan en uit met een interval van 0,15 seconden.
Langzaam knipperen: Het lampje schakelt herhaaldelijk aan en uit met een interval van 1,5 seconden.
Als het CHARGE-lampje snel knippert, haalt u de accu die wordt opgeladen uit de acculader en plaatst u
dezelfde accu stevig terug in de acculader. Als het CHARGE-lampje opnieuw snel knippert, kan dit
duiden op een storing in de accu of is een verkeerd type accu geplaatst. Controleer of de geplaatste accu
van het opgegeven type is. Als de accu van het correcte type is, haalt u de accu uit de acculader, vervangt
u hem door een nieuwe of een andere, en controleert u of de acculader goed laadt. Als de acculader nu
wel goed werkt, kan een accufout zijn opgetreden.
Als het CHARGE-lampje langzaam knippert, geeft dit aan dat de acculader tijdelijk is gestopt met laden
en standby staat. De acculader stopt automatisch met laden en wordt in de standby-stand gezet wanneer
de temperatuur ervan buiten het bedrijfstemperatuurbereik komt. Nadat de temperatuur weer binnen het
bedrijfstemperatuurbereik ligt, hervat de acculader het laden en gaat het CHARGE-lampje weer aan.
Aanbevolen wordt om de accu op te laden bij een omgevingstemperatuur van 10 °C t/m 30 °C.
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
143
NL
Index
A
Aansluiten
Computer
....................................................................110
Printer...........................................................................120
Televisie......................................................................103
Accu .....................................................................................141
Acculader ...........................................................................142
AF-bereikzoekerframe ...................................................46
Afdrukken....................................................................75, 119
Afdrukmarkering ..............................................................75
AF-verlicht. .........................................................................78
Auto Review.......................................................................83
Autom. Oriëntatie.............................................................82
Autom. Programma .........................................................25
B
Beelden exporteren ........................................................112
Beeldformaat ......................................................................37
Beeldindex...........................................................................33
Belichting.............................................................................41
Bestandsnummer.............................................................100
Besturingssysteem..................................................107, 115
Besturingstoetsen..............................................................14
Beveiligen............................................................................74
Bewegende beeldn ...........................................................24
Bewegende bldn. opnemen ..........................................36
Bijwerken.............................................................................69
Breed-zoombeeld..............................................................91
BRK........................................................................................40
Burst.......................................................................................40
C
COMPONENT ..................................................................89
Computer............................................................................106
Aanbevolen omgeving ..................................107, 115
Beelden importeren ........................................111, 116
Macintosh ...................................................................115
Windows .....................................................................106
Conversielens.....................................................................81
D
Datum ..................................................................................121
Datum/tijd instellen .......................................................102
Datumlijst.............................................................................63
Demonstratiefunctie ........................................................88
Diafragma ............................................................................41
Diavoorstelling ..................................................................60
Dichte-ogenvermindering.......................................50, 55
Digitale zoom.....................................................................80
DISP.......................................................................................16
Downl. muz.........................................................................93
DRO .......................................................................................57
E
Eenvoudig opnemen........................................................22
Eenvoudig-weergeven-functie....................................23
Elektronische transformator.......................................138
EV ...........................................................................................41
EV aanpassen .....................................................................41
Exposure Bracket..............................................................40
F
Favorieten toevoegen/verw..........................................68
Filteren op gezicht............................................................67
Flitser...............................................................................30, 39
Flitsniveau ...........................................................................54
Formaat wijzigen..............................................................72
Format. muz........................................................................94
Formatteren.........................................................................95
Foutcodes en meldingen..............................................133
Functiegids ..........................................................................86
Functiekeuzeknop.............................................................15
G
Gebruik van de camera in het buitenland.............138
Gedeeltelijk kleur .............................................................70
Gezichtsherkenning.........................................................52
H
HD(1080i)............................................................................89
Histogram.............................................................................17
Hoge gevoeligheid ...........................................................20
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
144
NL
I
Initialiseren..........................................................................87
Installeren...........................................................................108
Instellingen..........................................................................12
Intern geheugen.................................................................18
ISO....................................................................................41, 42
K
Kleurfunctie ........................................................................58
Klokinstellingen..............................................................102
Kopiëren ...............................................................................99
L
Lachen ...................................................................................71
Lach-herkenn.gevoeligheid..........................................51
Lach-sluiter .........................................................................26
Lagere beeldscherpte ......................................................70
Landschap............................................................................20
Language Setting ..............................................................85
Langz. synchro (Flitser aan) ........................................30
LCD-scherm .......................................................................16
Lichtmeetfunctie...............................................................48
Lichtmeting met meerdere patronen ........................48
Lichtmeting met nadruk op het midden..................48
Lijst met gebeurtenissen................................................64
M
Macintosh-computer .....................................................115
Macro.....................................................................................29
Map
Aanmaken.....................................................................96
Selecteren......................................................................76
Wijzigen........................................................................97
Wissen............................................................................98
Map kiezen ..........................................................................76
Mass Storage ......................................................................92
"Memory Stick Duo" ....................................................139
MENU...................................................................................10
Menuscherm .......................................................................10
Midden-AF..........................................................................46
MTP........................................................................................92
Multi-AF...............................................................................46
Multifunctionele aansluiting..............103, 110, 116, 120
Music Transfer.........................................................114, 117
N
Normaal weergeven.........................................................31
NTSC.....................................................................................90
O
Onderwater..........................................................................20
Onscherpte repareren ......................................................69
Opn.functie..........................................................................40
Opn.map wissen................................................................98
Opnamemap maken.........................................................96
Opnamemap wijz..............................................................97
Opnemen
Bewegende beelden
..................................................24
Stilstaand beeld..........................................................19
Optische zoom .............................................................27, 80
P
PAL.........................................................................................90
PictBridge ....................................................................92, 120
Pieptoon................................................................................84
Pixel........................................................................................38
Plaats van de onderdelen...............................................14
PMB .....................................................................................109
Precisie-digitale-zoom....................................................80
Problemen oplossen.......................................................123
PTP .........................................................................................92
Punt lichtmeting ................................................................48
Punt-AF.................................................................................46
R
Radiale waas.......................................................................70
Rechtstreeks afdrukken................................................120
Retro.......................................................................................71
Rode-ogen-correctie........................................................69
Rode-ogeneffect................................................................56
Roteren..................................................................................77
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
145
NL
S
Scèneherkenning...............................................................49
Scènekeuze..........................................................................20
Schemer ................................................................................20
Schemer-portret.................................................................20
Scherm...................................................................................16
Scherpstellen.......................................................................46
SD............................................................................................89
Semi-handmatig ................................................................46
Slim automatisch instellen............................................19
Slimme-zoomfunctie.......................................................80
Sluitertijd..............................................................................41
Sneeuw..................................................................................20
Soft Snap..............................................................................20
Software..............................................................108, 109, 114
SteadyShot...........................................................................59
Stereffect ..............................................................................70
Stramienlijn.........................................................................79
Strand.....................................................................................20
T
Televisie .............................................................................103
Tijdzone instellen ...........................................................101
Trimmen...............................................................................69
U
USB-aansluiting................................................................92
V
Veranderen, het weergavescherm..............................16
VGA .......................................................................................37
Video-uit...............................................................................90
Vissenooglens ....................................................................70
Voedsel .................................................................................20
Vuurwerk .............................................................................20
W
Weergavefunctie ...............................................................65
Weergavezoom..................................................................32
Windows-computer .......................................................106
Wissen.............................................................................34, 73
Witbalans .............................................................................43
Witbalans onderwater.....................................................45
Z
Zelfdiagnosefunctie.......................................................133
Zelfontsp. .............................................................................28
Zoom......................................................................................27
Inhoud
Zoeken op
bediening
Zoeken in MENU/
Instellingen
Index
146
NL
Informatie over de licentie
De softwareprogramma’s "C Library", "Expat" en "zlib" worden in de camera meegeleverd. Wij
leveren deze softwareprogramma’s op grond van een licentieovereenkomst met de copyright-
houders ervan. Op grond van een verzoek van de copyright-houders van deze
softwareprogramma’s zijn wij verplicht u te informeren over het volgende. Lees a.u.b. de
onderstaande tekst.
Lees "license1.pdf" in de map "License" op de cd-rom. Hierin vindt u de licenties (in het Engels)
van de softwareprogramma’s "C Library", "Expat" en "zlib".
DIT PRODUCT IS GEDEPONEERD ONDER DE MPEG-4-VISUEEL-
PATENTENPORTFOLIOLICENTIE VOOR HET PERSOONLIJKE EN NIET-
COMMERCIËLE GEBRUIK VAN EEN GEBRUIKER OM
(i)VIDEO TE CODEREN OVEREENKOMSTIG DE MPEG-4-VISUEEL-NORM ("MPEG-4
VIDEO")
EN/OF
(ii)MPEG-4-VIDEO TE DECODEREN DIE WAS GECODEERD DOOR EEN GEBRUIKER
MET BETREKKING TOT EEN PERSOONLIJKE EN NIET-COMMERCIËLE ACTIVITEIT
EN/OF WERD VERKREGEN VAN EEN VIDEO-LEVERANCIER GEAUTORISEERD
DOOR MPEG LA OM MPEG-4-VIDEO TE LEVEREN.
ER ZAL GEEN LICENTIE WORDEN TOEGEKEND OF GEÏMPLICEERD VOOR ENIG
ANDER GEBRUIK. U KUNT AANVULLENDE INFORMATIE, WAARONDER
INFORMATIE OVER PROMOTIONEEL, INTERN EN COMMERCIEEL GEBRUIK EN
BIJBEHORENDE LICENTIES, VERKRIJGEN BIJ MPEG LA, LLC.
ZIE
HTTP://WWW.MPEGLA.COM
Over softwareprogramma’s waarop GNU GPL/LGPL van
toepassing is
De software die geschikt is voor de volgende GNU General Public License (hierna "GPL"
genoemd) of GNU Lesser General Public License (hierna "LGPL" genoemd) worden bij de
camera geleverd.
U bent hiermee geïnformeerd dat u het recht hebt op toegang tot de broncode van deze
softwareprogramma’s, en het recht hebt de broncode aan te passen en opnieuw te distribueren
onder de voorwaarden van GPL/LGPL.
De broncode is beschikbaar op het internet. U kunt deze downloaden vanaf de volgende URL:
http://www.sony.net/Products/Linux/
Wij stellen het op prijs als u geen contact met ons opneemt over de inhoud van de broncode.
Lees "license2.pdf" in de map "License" op de cd-rom. Hierin vindt u de licenties (in het Engels)
van de softwareprogramma’s "GPL" en "LGPL".
Om het pdf-bestand te kunnen lezen hebt u het softwareprogramma Adobe Reader nodig. Als dit
niet op uw computer geïnstalleerd is, kunt u het downloaden vanaf de website van Adobe
Systems:
http://www.adobe.com/
De licentie voor "Music Transfer" vindt u in de map op de cd-
rom (bijgeleverd).
MPEG Layer-3 audio coding technology and patents licensed from Fraunhofer IIS and
Thomson.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146

Sony DSC-W270 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor