Onderhoud
48
Stalling
1. Vuil en kaf van buitenkant van cilinder,
cilinderkopribben en ventilatorhuis verwijderen.
Tevens maaisel, vuil en vet van de buitenkant
van de gehele machine verwijderen, met name
van motor, motorkap en bovenkant van de
maaier.
BELANGRIJK: De machine met een zacht
wasmiddel en water wassen. Geen hogedruk-
reiniger gebruiken. Gebruik niet te veel water
in de buurt van het bedieningspaneel, de
verlichting, de motor en de accu.
2. Aangekoekt gras en vuil met een hardhouten
schraper van de onderkant van de maaier
verwijderen. Daarna de maaikast wassen m.b.v.
een tuinslang.
3. Controleer de toestand van de maaimessen, zie
Maaimessen, pagina 37.
4. Controleer de toestand van de mesaandrijfsnaar.
5. Controleer het remsysteem, zie Rem, pagina 21.
6. Luchtfilteronderhoud, zie: Luchtfilter, pagina 33.
7. Chassis doorsmeren, zie: Smeren, pagina 22.
8. Motorolie verversen, zie: Motorolie, pagina 35.
9. Verwijder de bougie en controleer de toestand
ervan, zie: Bougie, pagina 28. Laat de bougie uit
de cilinder en giet twee eetlepels motorolie in het
gat van de cilinder. Gebruik de startmotor om de
motor te laten draaien en zo de olie over de
cilinderwand te verspreiden. Monteer de bougie
en draai die aan tot 20,4 Nm. De bougiekabel
niet op de bougie drukken.
10. Neem de accu uit het chassis, controleer het
zuurpeil en laad de accu volledig op, zie: Accu,
pagina 26. De accukabels niet op de accupolen
aansluiten tijdens de stalling.
BELANGRIJK: De accu moet volledig
opgeladen zijn, om te voorkomen dat hij
bevriest en beschadigd raakt bij
temperaturen onder 0°C. Een volledig
opgeladen accu behoudt zijn lading ongeveer
50 dagen bij temperaturen onder 4°C. Bij
temperaturen boven 4°C elke 30 dagen het
zuurpeil van de batterij controleren en de
batterij opladen.
11. Controleer de bandenspanning, zie: Banden-
spanning, pagina 22.
12. Voor langdurige opslag ofwel de benzine
aftappen uit de brandstoftank (stap A) of
stabilizer/conditioner aan een volle tank benzine
toevoegen (stap B).
A. Alle benzine uit de brandstoftank aftappen,
zie: Brandstoftank, pagina 29. Nadat de
benzine afgetapt is, de motor starten en
laten lopen totdat alle benzine verbruikt is
en de motor afslaat. Hierdoor voorkomt u
harsachtige afzettingen in het brandstof-
systeem, wat startproblemen kan veroor-
zaken. Probeer de motor nog één- of
tweemaal te starten om u ervan te
verzekeren dat alle brandstof verbruikt is.
B. De juiste hoeveelheid Toro Stabilizer/
Conditioner aan een volle tank benzine
toevoegen. Laat de motor vijf minuten
lopen om de stabilizer/conditioner door het
brandstofsysteem te verspreiden.
NB.: Stabilizer/conditioner behoudt zijn
conserverende werking doorgaans zes
tot acht maanden.
13. Alle bouten, schroeven en moeren controleren en
indien nodig aandraaien. Beschadigde delen
repareren of vervangen.
14. Krassen en beschadigingen van de lak bijwerken.
Bijwerklak is verkrijgbaar bij de erkende Service
Dealer.
15. Machine in een schone, droge garage of
opslagruimte opslaan. Sleutel uit contact-
schakelaar nemen en onthouden waar u deze
bewaart. Machine afdekken om hem te
beschermen en schoon te houden.