Onderhoud
39
Reiniging en stalling
1. Maaikoppeling (aftakas) uitschakelen,
parkeerrem in werking stellen en contactsleutel
op “OFF” draaien om de motor te stoppen.
Verwijder de sleutel.
2. Maaisel, vuil en vet van de buitenkant van de
gehele machine verwijderen, met name van de
motor. Vuil en kaf van buitenkant van cilinder,
cilinderkopribben en ventilatorhuis verwijderen.
Belangrijk: De machine met een zacht
wasmiddel en water wassen. GEEN
HOGEDRUKREINIGER
GEBRUIKEN. Daardoor kan de
elektrische installatie beschadigd
worden of noodzakelijk vet bij
wrijvingspunten weggespoeld
worden. Gebruik niet te veel water
in de buurt van het
bedieningspaneel, de verlichting, de
motor en de accu.
3. Controleer het remsysteem, zie Rem, pagina 30.
4. Luchtfilteronderhoud, zie: Luchtfilter, pagina 24.
5. Chassis doorsmeren, zie: Smeren, pagina 29.
6. Motorolie verversen, zie: Motorolie, pagina 26.
7. Verwijder de bougie(s) en controleer hun
toestand; zie Bougies, pagina 28. Met de
bougie(s) uit de motor verwijderd twee eetlepels
motorolie in de bougie-opening gieten. De motor
met behulp van de startmotor laten draaien om
de olie in de cilinder te verdelen. Bougie(s)
monteren en aandraaien met 20,4 Nm (15ft-lb).
De bougiekabel(s) niet op de bougie(s)
aansluiten.
8. Neem de accu uit het chassis, controleer het
zuurpeil en laad de accu volledig op, zie: Accu,
pagina 35. De accukabels niet op de accupolen
aansluiten tijdens stalling.
Belangrijk: De accu moet volledig opgeladen
zijn, om te voorkomen dat hij
bevriest en beschadigd raakt bij
temperaturen onder 0°C (32°F). Een
volledig opgeladen accu behoudt zijn
lading ongeveer 50 dagen bij
temperaturen onder 4°C (40°F). Bij
temperaturen boven 4°C (40°F) elke
30 dagen het zuurpeil van de batterij
controleren en de batterij opladen.
9. Controleer de bandenspanning, zie:
Bandenspanning, pagina 29.
10. Voor langdurige opslag (meer dan 90 dagen)
stabilizer/conditioner aan benzine in de tank
toevoegen: 8 ml/l (1 oz./ga) en daarna als volgt
te werk gaan.
A. Laat de motor vijf minuten lopen om de
stabilizer/conditioner door het
brandstofsysteem te verspreiden.
B. Motor stoppen, laten afkoelen en alle benzine
uit de tank aftappen, zie Brandstoftank,
pagina 31, of de motor laten lopen totdat alle
benzine verbruikt is en de motor afslaat.
C. Motor opnieuw starten en laten lopen totdat
hij afslaat. Met “CHOKE” aan herhalen
totdat de motor niet meer aanslaat.
D. Benzine volgens wettelijke voorschriften
afvoeren of binnen 90 dagen voor ander
doeleinde gebruiken.
NB.: Benzine met toegevoegde stabilizer/
conditioner niet langer dan 90 dagen
bewaren.
11. Alle bouten, schroeven en moeren controleren en
indien nodig aandraaien. Beschadigde of defecte
delen repareren of vervangen.
12. Krassen en beschadigingen van de lak bijwerken.
Bijwerklak is verkrijgbaar bij de erkende
Toro-dealer.
13. Machine in een schone, droge garage of
opslagruimte stallen. Sleutel uit contactslot
nemen en onthouden waar u die bewaart.
Machine afdekken om hem te beschermen en
schoon te houden.