Samsung AM100FXWANR Installatie gids

Type
Installatie gids

Deze handleiding is ook geschikt voor

DVM S WATER-GEO
AM✴✴✴FXWA-reeks
AM✴✴✴KXWA-reeks
Airconditioner
Installatiehandleiding
imagine the possibilities
Dank u voor uw aankoop van dit product van
Samsung.
Nederlands-2
Inhoud
Vóór installatie
Voorzorgsmaatregelen......................................................................................................3
Locatie van installatie selecteren ............................................................................................6
Benodigde ruimte voor installatie ...........................................................................................7
Het product installeren
Basisconstructie en installatie van de buitenunit.............................................................................9
Installatie van afvoerleiding ...............................................................................................11
Installatie van de koelmiddelleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Elektrische bedrading . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Isolatie van de leidingen ..................................................................................................40
Verzameling koelmiddel ..................................................................................................43
Koelmiddel vullen.........................................................................................................44
Weergave van basissegment ..............................................................................................45
De optieschakelaar en toetsfunctie van de buitenunit instellen ............................................................46
De adressen van MCU en buis instellen (alleen voor HR) ...................................................................57
Installatie van waterleiding................................................................................................61
Aansluiting extern contact ................................................................................................64
Uitleg over optionele functies .............................................................................................65
Overige
Te controleren zaken nadat de installatie voltooid is .......................................................................68
Onderhoud ...............................................................................................................70
Koelwaterbeheer .........................................................................................................72
Bijlagen...................................................................................................................75
Ga voor informatie over de milieuverbintenissen en productspecieke wettelijke verplichtingen van Samsung,
zoals REACH, WEEE, batterijen, naar: samsung.com/uk/aboutsamsung/samsungelectronics/corporatecitizenship/
data_corner.html
Nederlands-3
01 VÓÓR INSTALLATIE
Voorzorgsmaatregelen
Voordat u een airconditioner installeert, verzoeken we u deze handleiding grondig door te lezen zodat u weet hoe u een
nieuw toestel veilig en doeltreend installeert.
De DVM S WATER-GEO airconditioner gebruikt koelmiddel R-410A.
- Wanneer u R-410A gebruikt, kunnen vocht of vreemde stoen de capaciteit en betrouwbaarheid van het product
beïnvloeden. Veiligheidsvoorschriften moeten worden genomen tijdens de installatie van de koelmiddelleiding.
- De voorziene maximale druk van het systeem bedraagt 4,1 MPa. Selecteer daarom het geschikte materiaal en de juiste
dikte in overeenstemming met de voorschriften.
- R-410A is een quasi-azeotroop van twee koelmiddelen. Het moet in vloeibare vorm worden toegevoegd wanneer
u koelmiddel toevoegt. (Als u een verdampt koelmiddel toevoegt, kan dit de capaciteit en betrouwbaarheid van het
product beïnvloeden door een wijziging in het mengsel van het koelmiddel.)
U moet de binnenunits aansluiten voor het koelmiddel R-410A. Wanneer binnenunits voor koelmiddel R-22 zijn
aangesloten, kunnen ze niet normaal werken.
De DVM S WATER-GEO airconditioner gebruikt een warmtewisselaar van het plaattype. Extra zorg moet worden geboden
bij de selectie van de installatielocatie aangezien er een waterleidinginstallatie nodig is.
Voor de bescherming van het product raden we aan om een koeltoren met gesloten circuit of structuur met indirect
waterleidingcircuit te gebruiken voor de DVM S WATER-GEO airconditioner.
Lees vóór de installatie grondig de ‘Ernstige waarschuwingssignalen’ en de Waarschuwingssignalen.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor ongevallen wegens een foute installatie. (De installateur is verantwoordelijk voor
alle eventuele onderhoudskosten.)
Het product is niet relevant bij een probleem met de installatie of prestaties van de koeltoren en waterleidingen.
Antivries moet worden gebruikt wanneer de temperatuur van de watertoevoer voor verwarming minder dan 10 °C is of
wanneer een bodemwarmtebron wordt gebruik.
WAARSCHUWING
Risico's of onveilige praktijken die kunnen leiden tot ernstig persoonlijk letsel of
overlijden.
LET OP
Risico's of onveilige praktijken die kunnen leiden tot licht persoonlijk letsel of
materiële schade.
ERNSTIGE WAARSCHUWINGSSIGNALEN
De installatie moet worden gevraagd aan een erkende installateur.
f Wanneer de gebruiker zelf een product fout installeert, kan dit leiden tot waterlekken, elektrische schokken of brand.
Installeer het toestel op een plaats die voldoende sterk is om het gewicht van het product te dragen.
f Als het is geïnstalleerd op een plaats die niet voldoende sterk is om het gewicht van het product te dragen, kan de unit
vallen en letsel veroorzaken.
Elektrisch werk moet worden uitgevoerd door bevoegde personen die de landelijke bedradingsvoorschriften naleven,
en moet worden geïnstalleerd conform de instructie in de installatiehandleiding met huurlijn.
f Gebrek aan capaciteit op de huurlijn en een slecht uitgevoerde installatie kunnen leiden tot elektrische schokken of
brand.
Gebruik specieke draden om de binnen- en buitenunits te verbinden en zorg ervoor dat de draad stevig is
vastgemaakt.
f Een slechte aansluiting kan brand veroorzaken.
Nederlands-4
Voorzorgsmaatregelen
Orden de draden netjes in de elektrische onderdelen zodat de elektrische afscherming stevig en zonder gaten is
gesloten.
f Als de afscherming niet goed is gesloten, kan de elektrische aansluiting warm worden, wat kan leiden tot elektrische
schokken of brand.
Maak gebruik van de meegeleverde of vermelde onderdelen met het vermelde installatiegereedschap.
f Als u dit niet doet, kan het product vallen, water lekken, brand ontstaan of elektrische schokken voorkomen.
Zorg voor verluchting in geval van gelekt koelmiddel.
f Als het koelmiddelgas in contact komt met vuur, komen schadelijke gassen vrij.
f Zorg ervoor dat het koelmiddelgas niet lekt nadat de installatie is beëindigd . Als het koelmiddelgas van de binnenunit
lekt of in contact komt met de luchtverhitter, ruimteverwarmer of kachel, komt schadelijk gas vrij.
Zorg ervoor dat er aarding is voorzien.
f Sluit de aardingsdraad niet aan op een gasleiding, waterleiding, bliksemaeider of telefoonaarding. Een slechte aarding
kan leiden tot elektrische schokken.
Installeer het product niet op een plaats waar het aan lekkage van ontvlambaar gas kan worden blootgesteld of is
blootgesteld.
f Wanneer het gas lekt en zich rond het product ophoopt, kan het brand veroorzaken.
Het installatiewerk moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de instructies in deze installatiehandleiding.
f Een foute installatie kan waterlekken, elektrische schokken of brand veroorzaken.
Zorg bij het insteken van de stekker ervoor dat u hem volledig in het stopcontact steekt en controleer dat de stekker en
het contact geen stof, blokkering of los onderdeel bevatten.
f Als er stof, blokkering of los onderdeel op een stekker of contact zit, kan dit elektrische schokken of brand veroorzaken.
Vervang het contact als het loszit.
Wanneer de installatie aan de gang is, controleer dan de volgende zaken voordat u het product in bedrijf neemt.
f Zorg ervoor dat de leidingen goed en zonder lekken zijn aangesloten.
f De onderhoudsklep moet open blijven. Als de compressor werkt met gesloten onderhoudsklep, dan kunnen de
compressor of andere onderdelen beschadigd raken wegens overbelasting. Als er lekkage is op het aansluitingsdeel, de
luchtinlaat en andere zaken, kan er nog meer overdruk optreden, wat kan leiden tot persoonlijk letsel door explosie.
Stop de compressor voordat u de koelmiddelleiding ontkoppelt voor drainagewerk.
f Als u de koelmiddelleiding ontkoppelt wanneer de compressor werkt met open onderhoudsklep, veroorzaakt de
luchtinvoer overmatige druk in de koelmiddelcyclus, wat kan leiden tot een explosie en persoonlijk letsel.
Monteer het stroomsnoer niet zelf. Gebruik twee kabels samen om de kabel te verlengen of om de stroom te verdelen
via een contactdoos die aangesloten is op andere producten.
f Een slechte aansluiting, isolatie en overspanning kunnen brand of elektrische schokken veroorzaken.
Schakel de stroomvoorziening uit vóór de elektrische installatie van de binnenunit.
f Mogelijk risico op elektrische schokken.
U moet mogelijk een ELB (aardlekschakelaar) installeren, afhankelijk van de installatielocatie.
f Als u geen ELB (aardlekschakelaar) installeert, kan dit leiden tot elektrische schokken.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder ook kinderen) met een verminderd fysiek,
zintuiglijk of geestelijk vermogen of gebrek aan kennis en ervaring, tenzij iemand die voor hun veiligheid
verantwoordelijk is toezicht op hen houdt of hen aanwijzingen geeft over het gebruik van het apparaat. Kinderen
moeten worden gesuperviseerd om te controleren dat ze niet met het apparaat spelen.
Bij gebruik in Europa: Dit apparaat kan gebruikt worden door kinderen van 8 jaar of ouder en personen met een
verminderd fysiek, zintuiglijk of geestelijk vermogen of gebrek aan kennis en ervaring indien er toezicht op hen wordt
gehouden of ze aanwijzingen hebben gekregen over het veilige gebruik en de risico’s hiervan begrijpen. Kinderen
mogen niet met het apparaat spelen. Het reinigen en dagelijkse onderhoud van het apparaat mag niet zonder
supervisie door kinderen worden uitgevoerd.
Nederlands-5
01 VÓÓR INSTALLATIE
WAARSCHUWINGSSIGNALEN
Voer het drainage-/leidingwerk veilig uit volgens de installatiehandleiding.
f Zo niet, kan water van de unit vallen en kunnen huishoudelijke apparaten nat en beschadigd raken.
Draai een wartelmoer met een momentsleutel vast zoals vermeld in deze installatiehandleiding.
f Als hij te stevig is vastgedraaid, kan een wartelmoer na verloop van tijd breken en lekkage van koelmiddel veroorzaken.
Draag tijdens de installatie dikke handschoenen.
f Zo niet, kunt u door de onderdelen van de airconditioner gewond raken.
Installeer de buitenunit niet op een plaats waar mogelijk dieren leven.
f Als een dier in contact komt met de elektrische onderdelen, kan schade of brand ontstaan. Vraag daarnaast aan de klant
om de installatieplaats schoon te houden.
Voer na de installatie een proefbedrijf uit. Als er zich geen fout voordoet, leg dan de gebruiker uit hoe hij
de airconditioner volgens de gebruikershandleiding moet gebruiken en schoonmaken. Geef daarnaast de
installatiehandleiding en gebruikershandleiding aan de klant.
Controleer vóór de installatie of het product in goede staat is.
f Installeer het product niet als het tijdens transport beschadigd raakte.
Alle materiaal om het product en te verpakking te vervaardigen is milieuvriendelijk en recyclebaar.
Het in dit product gebruikt koelmiddel moet op correcte wijze door gekwaliceerd personeel worden toegevoegd of
verwijderd.
f Op het einde van de levenscyclus brengt u het naar een recycling- of afvalcentrum of retourneert u het naar de dealer die
het op correcte wijze kan afdanken.
Nederlands-6
Locatie van installatie selecteren
Beslis over de locatie van de installatie op basis van de volgende voorwaarde en verkrijg de goedkeuring van de gebruiker.
Standaardinstallatievoorwaarde
f Warmtebronwater met vreemde stoen kan condensor- en leidingcorrosie evenals waterafzetting veroorzaken. Zorg er
daarom voor dat de waterbron voldoet aan de norm voor de koelwaterkwaliteit voor koelapparatuur en airconditioners.
(Raadpleeg 'Koelwaterbeheer' op pagina 72.)
f Een koeltoren met gesloten circuit moet worden gebruikt, maar wanneer een open koeltoren wordt gebruikt, selecteert
u de installatiemethode voor indirecte waterleiding, waarbij de waterleiding van het gebouw niet rechtstreeks op de
waterleiding van het product is aangesloten.
f Er moet een (afzonderlijk te kopen) zeef worden geïnstalleerd op de 'Water IN'-leidingen van het warmtebronwater. Als
zand, stof or roest het watersysteem binnendringen, kunnen ze corrosie op metalen materiaal of blokkeringen van de
waterwarmtewisselaar en schade in de warmtewisselaar veroorzaken.
f De DVM S WATER-GEO airconditioner is niet ontworpen om buitenshuis te worden geïnstalleerd. Er bestaat risico op
gebarsten en bevroren waterleidingen wanneer de buitenunit buitenshuis is geïnstalleerd. Daarom moet hij binnenshuis
(machinekamer enz.) worden geïnstalleerd.
Voorwaarde van de installatielocatie
f Kies een plaats met een ventilatiekanaal of opening om de door het product gegenereerde hitte af te komen en de
omgevingstemperatuur tussen 0~40°C en de vochtigheid onder 80% te houden.
f Kies een plaats waar de structuur het gewicht en de trillingen van de buitenunit kan opvangen.
f Kies een vlak oppervlak waar het regenwater niet blijft staan of lekt.
f Kies een goed verluchte ruimte met voldoende plaats voor reparatie en andere diensten.
f Installeer op een plaats waar u de koelmiddelleidingen tussen binnen- en buitenunits binnen de toegelaten afstand
eenvoudig kunt aansluiten.
f Dit product is niet zoutbestendig. Installeer het dus niet in de buurt van de zee of warmwaterbronnen waarbij de
buitenunit kan roesten.
Het koelmiddel R-410A is een veilig, niet-giftig en niet-ontvlambaar koelmiddel. Als er in de plaats een
buitensporig gevaarlijk hoog koelmiddelgehalte mogelijk is in geval van een koelmiddellek, is een extra
ventilatiesysteem vereist.
Installeer het product niet op een plaats met corrosief gas zoals zwaveloxides, ammoniakgas, zwavelgassen.
Voorbeeld: in de buurt van de uitlaat van een wasruimte, uitlaat van een ventilatiekanaal of op een oppervlak
in de buurt van een warmwaterbron enz. (Koper leidingen en gesoldeerde onderdelen kunnen roesten en een
koelmiddellek veroorzaken.)
Installeer het product op een plaats zonder risico op lekkage van ontvlambaar gas.
De airconditioner van het systeem kan het luisteren naar de middengolf storen met statisch geruis. Kies daarom
een locatie waar de binnenunit op optimale afstand van de radio, computer, stereoapparatuur kan worden
geïnstalleerd. Kies bovendien een locatie waar elektrische bedrading kan worden gelegd en plaats die draden in
individuele geaarde beschermingsbuizen.
- Houd de unit vooral ten minste 3 m uit de buurt van elektrische apparatuur in een omgeving met zwakke
elektromagnetische golven en plaats de stroomkabel en communicatiekavels in afzonderlijk geplaatste en
geaarde beschermingsbuizen.
- Zorg ervoor dat er geen apparatuur is die elektromagnetische golven genereert. Elektromagnetische golven
kunnen immers problemen veroorzaken bij de besturingssystemen en die kunnen leiden tot een defect van
de airconditioner. (Voorbeeld: Het signaal van de afstandsbedieningssensor van de binnenunit wordt mogelijk
niet goed ontvangen wegens de ballastversteviging van de verlichting.
LET OP
Nederlands-7
01 VÓÓR INSTALLATIE
Benodigde ruimte voor installatie
Minimale benodigde ruimte voor installatie
f Zorg voor een minimale installatieruimte zoals getoond in de volgende afbeeldingen en houd daarbij rekening met
ruimte voor onderhoud en toegang voor mensen enz.
- Als de installatieruimte smal is, dan kunnen de installateur of andere werknemers tijdens het werk gewond raken en
kan dit ook voor problemen zorgen bij het product.
f Als de omstandigheden niet voldoen aan de ruimtevereiste in deze handleiding, neem dan contact op met een erkende
installateur.
Enkelvoudige installatie
Wanneer de waterleiding door de bovenkant van het product gaat
(Eenheid : mm)
<Bovenaanzicht>
Onderhoudsruimte
Voorkant
C
Ruimte voor de installatie
van de waterleiding
20
Buitenunit
350
A
100
B
300
<vooraanzicht>
Antitrillingspad
1000 500100
Wanneer de waterleiding door de achterkant van het product gaat
(Eenheid : mm)
<Bovenaanzicht>
Onderhoudsruimte
Voorkant
C
Ruimte voor de installatie
van de waterleiding
300
Buitenunit
350
A
300
B 500
<vooraanzicht>
Antitrillingspad
1000 100100
Nederlands-8
Benodigde ruimte voor installatie
Module- of continue installatie
<Bovenaanzicht>
(Eenheid : mm)
Onderhoudsruimte
Voorkant
C
20
Buitenunit
350
A
100
B
300
350
A
100
Onderhoudsruimte
Voorkant
Buitenunit
Modelnaam van buitenunit A B C
AM080/100/120FXWA✴✴ 770 545 600
AM200FXWA✴✴/AM300KXWA✴✴ 1100 545 600
Als de buitenunit alleen maar dichtbij de muren kan worden geïnstalleerd, voorkom dan met kussenmateriaal
enz. dat trilling op de muren wordt overgebracht.
LET OP
Dubbele installatie
(Eenheid : mm)
Onderhoudsruimte
Oplegging van
H-proel
100
100100
100
10001000
<vooraanzicht>
D
f Voor de dubbele installatie is onderhoudsruimte nodig voor de voorkant, achterkant en zijkanten van het product.
Voor de grootte van de onderhoudsruimte raadpleegt u de grootte van de onderhoudsruimte voor een enkelvoudige,
module- of continue installatie.
f Maak voldoende ruimte vrij voor D (ruimte tussen buitenunits), zodat de op de buitenunits aangesloten waterleidingen
de voorzijde van de buitenunits ernaast niet blokkeren.
Nederlands-9
02 HET PRODUCT INSTALLEREN
Basisconstructie en installatie van de buitenunit
Verwijder het houten pallet voordat u de buitenunit installeert. Als u het houten pallet niet verwijdert, is er
brandgevaar tijdens het lassen van de buizen. Als de buitenunit met het houten pallet erop is geïnstalleerd en hij
lange tijd is gebruikt, kan het houten pallet breken en elektrisch gevaar opleveren. Ook kan hoge druk de buizen
beschadigen.
WAARSCHUWING
Bevestig een buitenunit stevig op het basisoppervlak met ankerbouten.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die voortvloeit uit niet-naleving van de installatienormen.
1. Zorg ervoor dat de hoogte van het basisoppervlak 150 mm of hoger is om de buitenunit te beschermen tegen
regenwater of andere externe omstandigheden. Installeer ook een afvoerput rond het basisoppervlak en sluit de
afvoerbuis aan op de afvoer.
2. Wegens de trillingen en het gewicht van de buitenunit moet het basisoppervlak voldoende sterk zijn om lawaai te
voorkomen. Ook moet het bovenoppervlak ervan vlak zijn.
3. Het basisoppervlak moet 1,5 keer groter zijn dan de onderkant van de buitenunit.
4. De buitenunit moet stevig vastgemaakt zijn zodat hij bestand is tegen windsnelheden van 30 m/s. Als u de buitenunit
niet op het basisoppervlak kunt bevestigen, bevestigen dan aan de zijkant of gebruik een extra structuur.
5. Bij het verwarmen kan dooiwater voorkomen en dus moet u echt zorgen voor afvoer en voor de waterbestendigheid van
de vloer. Zorg voor een afvoer met een helling van meer dan 1/50 om te verhinderen dat dooiwater stilstaat of bevriest.
('s Winters kan zich ijs vormen op de vloer.)
6. Het is nodig om bij de betonnen constructie van het basisoppervlak gaas of een stalen stang toe te voegen om schade of
barsten te voorkomen.
7. Wanneer u meerdere buitenunits op dezelfde plaats installeert, maak dan een H-balk of een antitrillingsframe op het
basisoppervlak om daarop het buitenunit installeren.
8. Breng na de installatie van H-balk of antitrillingsframe roestbescherming en andere nodige dekkingen aan.
9. Wanneer de betonnen constructie voor de installatie van de buitenunit voltooid is, installeer dan een antitrillingspad
(t=20 mm of meer) of een antitrillingsframe om te verhinderen dat trillingen van de buitenunit worden overgedragen
naar het basisoppervlak.
10. Plaats de buitenunit op een H-balk of een antitrillingsframe en bevestig hem met de bout, moer en sluitring. (De
trekkracht moet meer dan 3,5 kN zijn.)
Nederlands-10
Basisconstructie en installatie van de buitenunit
Fundering
<Bij installatie op de grond>
Ontwateringssloot
Meer dan 150 mm
Installatie van buitenunit
Basisoppervlak
Fundering (of H-balk of
antitrillingsframe)
Buitenunit
Ankerbout
Moer, veersluitring
Fundering (of H-balk of
antitrillingsframe)
Antitrillingspad
Meer dan A + 10~20 mm
A
20 mm
50 mm of
meer
Inbrengingdiepte
De buitenunit bevestigen
A
B
54
C
D
54
Gat op een buitenunit om de ankerbout te bevestigen (4 - Ø12)
Fundering (of H-balk of antitrillingsframe)
(Eenheid : mm)
Classicatie Kleine type Grote type
Modellen AM080/100/120FXWA✴✴ AM200FXWA✴✴/AM300KXWA✴✴
A 770 1100
B 656 995
C 523 515
D 550 550
Om het antitrillingsframe op het basisoppervlak toe te voegen, hangt de specicatie voor het bevestigingsgat af van de
specicatie van het antitrillingsframe.
Nederlands-11
02 HET PRODUCT INSTALLEREN
Installatie van afvoerleiding
De afvoerleiding installeren
f Bevestig de afvoerleiding aan de afvoeraansluiting (PT1/2) op de onderkant van het product.
Afvoeraansluiting (PT 1/2)
Enkelvoudige installatie
Buitenunit
Helling van meer dan 1/50
Openlucht
Afvoeraansluiting
Installatie van de module
Buitenunit
Buitenunit
Afvoeraansluiting
Helling van meer
dan 1/50
Openlucht
f Installeer geen val en zorg ervoor dat de helling van de afvoerleiding meer dan 1/50 bedraagt.
f Isoleer de afvoerleiding en afvoerplug met isolatie met een dikte van meer dan 10 mm.
f Installeer een zelfregelende verwarmingskabel op de afvoerleiding zodat deze niet bevriest.
f Als u een verwarming hebt geïnstalleerd om te verhinderen dat de afvoerleiding bevriest, installeer dan
veiligheidsapparatuur voor een verwarmingstoestel.
Nederlands-12
Installatie van de koelmiddelleiding
De koelmiddelleiding selecteren
Vergroot de
grootte van de
hoofdbuis
Y-verbinding
f Installeer de koelmiddelleiding in overeenstemming met de grootte van de hoofdbuis van elke buitenunit.
f Als de lengte van de leiding (inclusief elleboog) tussen de buitenunit en de verste binnenunit meer dan 90 m is, moet u
de grootte van de leiding (hoofdleiding) tussen de buitenunit en de eerste aftakverbinding met één niveau verhogen.
f Als bij het HR-systeem de lengte van de leiding (inclusief elleboog) tussen een buitenunit en de verste binnenunit meer
dan 90 m is, moet u de grootte van de vloeistoeiding met één niveau verhogen tussen de leidingen (hoofdleiding) die
de buitenunit met de eerste aftakverbinding verbinden.
H/P
(A)
(B)
22,4 kW 22,4 kW
(D)
(E)
(C)
(3)
(2)
(1)
56,0 kW Vb.) 100,8 kW
Capaciteit van de
buitenunit (kW)
Nr.
Leidingafmeting (mm)
Vloeistoeiding Gasleiding
22,4 (1) 9,52 19,05
44,8 (2) 12,70 28,58
100,8 (3) 19,05 41,28
Grootte van de buis die aangesloten is op de buitenunit (A)
Selecteer de grootte van de buis in overeenstemming met onderstaande tabel.
Capaciteit van de buitenunit
(kW)
(Koelen)
Maximale lengte van de buis binnen 90 m Maximale lengte van de buis langer dan 90 m
Vloeistoeiding (mm) Gasleiding (mm) Vloeistoeiding (mm) Gasleiding (mm)
22,4kW
Ø 9,52
Ø 19,05
Ø 12,70
Ø 22,22
28,0kW Ø 22,22 Ø 25,40
Opmerking 1)
33,6kW
Ø 12,70
Ø 28,58
Ø 15,88 Ø 28,58
44,8kW
50,4kW
Ø 15,88 Ø 19,05 Ø 31,75
Opmerking 2)
56,0kW
61,6kW
67,2kW
Nederlands-13
02 HET PRODUCT INSTALLEREN
Capaciteit van de buitenunit
(kW)
(Koelen)
Maximale lengte van de buis binnen 90 m Maximale lengte van de buis langer dan 90 m
Vloeistoeiding (mm) Gasleiding (mm) Vloeistoeiding (mm) Gasleiding (mm)
72,8kW ~ 84,0kW
Ø 19,05
Ø 34,92
Ø 22,22
Ø 38,10
Opmerking 3)
89,6kW ~ 95,2kW
100,8kW
Ø 41,28
Ø 41,28
106,4kW ~ 134,4kW
140,0kW ~ 168,0kW
Ø 53,98173,6 kW ~ 252,0 kW Φ 22,22
Ø 53,98 Ø 25,40
Opmerking 1)
274,4 kW ~ 336,0 kW Φ 25,40
Maximale lengte van de buis : De lengte van de buis tussen een buitenunit en de verste binnenunit.
Opmerking 1) Als een buis met Ø 25,40 ter plaatse niet beschikbaar is, gebruik dan een buis met Ø 28,58.
Opmerking 2) Als een buis met Ø 31,75 ter plaatse niet beschikbaar is, gebruik dan een buis met Ø 34,92.
Opmerking 3) Als een buis met Ø 38,10 ter plaatse niet beschikbaar is, gebruik dan een buis met Ø 41,28.
Ú In het geval de diameter van de standaardbuis van een buitenunit niet overeenstemt met die van de ter plaatse
geïnstalleerde buis, wordt bij de buitenunit standaard een aansluiting meegeleverd.
Grootte van de buis tussen aftakverbindingen (B)
Selecteer de grootte van de buis volgens de som van de capaciteit van de binnenunit die na de aftakking wordt aangesloten.
Ú Maar als de grootte van de buis tussen de aftakverbindingen (B) groter is dan die van de buis aangesloten op de
buitenunit (A), pas dan de grootte van de buis (A) toe.
Capaciteit van de binnenunit (kW)
Lengte aftakbuis binnen 45 m Lengte aftakbuis tussen 45~90 m
Vloeistoeiding
(mm)
Gasleiding (mm)
Vloeistoeiding
(mm)
Gasleiding (mm)
15,0kW en minder
Ø 9,52
Ø 15,88
Ø 12,70
Ø 19,05
15,1 kW ~ 22,4 kW Ø 19,05 Ø 22,22
22,5 kW ~ 28,1 kW Ø 22,22 Ø 25,40
Opmerking1)
28,2 kW ~ 40,0 kW
Ø 12,70
Ø 28,58
Ø 15,88
Ø 28,58
40,1 kW ~ 45,0 kW
Ø 31,75
Opmerking2)
45,1 kW ~ 63,3 kW
Ø 15,88 Ø 19,05
63,4 kW ~ 70,3 kW
Ø 34,92 Ø 38,10
Opmerking3)
70,4 kW ~ 98,4 kW
Ø 19,05 Ø 22,2298,5 kW ~ 135,2 kW
Ø 41,28
Ø 41,28
135,3 kW ~ 169,0 kW
Ø 53,98
169,0 kW ~ 275,0 kW Ø 22,22
Ø 53,98 Ø 25,40
Opmerking1)
Meer dan 275,0kW Ø 25,40
Opmerking 1) Als een buis met Ø 25,40 ter plaatse niet beschikbaar is, gebruik dan een buis met Ø 28,58.
Opmerking 2) Als een buis met Ø 31,75 ter plaatse niet beschikbaar is, gebruik dan een buis met Ø 34,92.
Opmerking 3) Als een buis met Ø 38,10 ter plaatse niet beschikbaar is, gebruik dan een buis met Ø 41,28.
Nederlands-14
Installatie van de koelmiddelleiding
Grootte van de buis tussen de aftakverbinding en binnenunit
Maak een selectie volgens de capaciteit van de buitenunit.
Capaciteit van de binnenunit (kW)
Leidingafmeting (buitendiameter in mm)
Vloeistoeiding Gasleiding
6,0kW en minder Ø 6,35 Ø 12,70
6,1 kW ~ 16,0 kW
Ø 9,52 Ø 15,88
16,1 kW ~ 23,0 kW
Ø 9,52 Ø 19,05
Meer dan 23,0kW Ø 9,52 Ø 22,22
Aftakverbinding
f Aftakverbinding tussen buitenunits (C)
Classicatie Modelnaam Specicatie (kW)
Y-verbinding voor buitenunit (C)
MXJ-TA3419M 134,4kW en minder
MXJ-TA4122M 140,0kW en meer
f Eerste aftakverbinding (D)
Maak een selectie volgens de capaciteit van de buitenunit.
Classicatie Capaciteit van de buitenunit (kW) Modelnaam van de aftakverbinding
Y-verbinding (D)
33,6kW en minder MXJ-YA2512M
44,8kW MXJ-YA2812M
50,4 kW ~ 67,2 kW MXJ-YA2815M
72,8kW ~ 95,2kW MXJ-YA3419M
100,8kW ~ 134,4kW MXJ-YA4119M
140,0kW en meer MXJ-YA4422M
f Aftakverbinding (E)
Selecteer een aftakverbinding volgens de som van de capaciteit van de binnenunit die na de aftakking wordt aangesloten.
Ú Maar als de grootte van de buis tussen de aftakverbindingen (E) groter is dan die van de buis aangesloten op de
buitenunit (D), pas dan de grootte van de buis (D) toe.
1) Y-verbinding
Classicatie Modelnaam Specicatie (kW)
Y-verbinding (E)
MXJ-YA1509M 15,0kW en minder
MXJ-YA2512M Meer dan 15,0kW ~ 40,0kW en minder
MXJ-YA2812M Meer dan 40,0kW ~ 45,0kW en minder
MXJ-YA2815M Meer dan 45,0kW ~ 70,3kW en minder
MXJ-YA3419M Meer dan 70,3kW ~ 98,4kW en minder
MXJ-YA4119M Meer dan 98,4kW ~ 135,2kW en minder
MXJ-YA4422M Meer dan 135,2kW
2) Verdeelsysteem
Classicatie Modelnaam Specicatie (kW)
Verdeelsysteem (E)
MXJ-HA2512M 45,0kW en minder (voor 4 kamers)
MXJ-HA3115M 70,3kW en minder (voor 8 kamers)
MXJ-HA3819M Meer dan 70,3kW (voor 8 ruimten)
Nederlands-15
02 HET PRODUCT INSTALLEREN
H/R
(A)
(B)
(D)
(E)
(C)
(3)
(2)
(1)
(F)
22,4 kW 22,4 kW 56,0 kW Vb.) 100,8 kW
Capaciteit van de
buitenunit (kW)
Nr.
Leidingafmeting (mm)
Vloeistoeiding Lagedrukgasleiding Hogedrukgasleiding
22,4 (1) 9,52 19,05 15,88
44,8 (2) 12,70 28,58 41,28
100,8 (3) 19,05 41,28 34,92
Grootte van de buis die aangesloten is op de buitenunit (A)
Selecteer de grootte van de buis in overeenstemming met onderstaande tabel.
Capaciteit van de
buitenunit (kW)
(Koelen)
Maximale lengte van de buis binnen 90 m Maximale lengte van de buis langer dan 90 m
Vloeistoeiding
(mm)
Lagedrukgasleiding
(mm)
Hogedrukgasleiding
(mm)
Vloeistoeiding
(mm)
Lagedrukgasleiding
(mm)
Hogedrukgasleiding
(mm)
22,4kW
Ø 9,52
Ø 19,05 Ø 15,88
Ø 12,70
Ø 19,05 Ø 15,88
28,0kW Ø 22,22
Ø 19,05
Ø 22,22
Ø 19,05
33,6kW
Ø 12,70
Ø 28,58
Ø 15,88
Ø 28,58
44,8kW
Ø 22,22 Ø 22,22
50,4kW
Ø 15,88 Ø 19,05
56,0kW
Ø 28,58 Ø 28,58
61,6kW
67,2kW
72,8kW ~ 84,0kW
Ø 19,05
Ø 34,92
Ø 22,22
Ø 34,92
89,6kW ~ 95,2kW
100,8kW
Ø 41,28 Ø 34,92 Ø 41,28 Ø 34,92106,4kW ~ 134,4kW
140,0kW ~ 168,0kW
173,6 kW ~ 252,0 kW Φ 22,22
Ø 53,98 Ø 41,28 Ø 25,40 Ø 53,98 Ø 41,28
274,4 kW ~ 336,0 kW Φ 25,40
* Maximale lengte van de buis: De lengte van de buis tussen een buitenunit en de verste binnenunit.
Opmerking 1) Als een buis met Ø 25,40 ter plaatse niet beschikbaar is, gebruik dan een buis met Ø 28,58.
Ú Maak voor het HR-model de grootte van de vloeistofbuis alleen groter als de buis meer dan 90 m lang is
Ú In het geval de diameter van de standaardbuis van een buitenunit niet overeenstemt met die van de ter plaatse
geïnstalleerde buis, wordt bij de buitenunit standaard een aansluiting meegeleverd.
Nederlands-16
Installatie van de koelmiddelleiding
Grootte van de buis tussen aftakverbindingen (B)
Selecteer de grootte van de buis volgens de som van de capaciteit van de binnenunit die na de aftakking wordt aangesloten.
Ú Maar als de grootte van de buis tussen de aftakverbindingen (B) groter is dan die van de buis aangesloten op de
buitenunit (A), pas dan de grootte van de buis (A) toe.
Als de buislengte van de eerste aftakverbinding tot de verste binnenunit tussen 45m en 90m bedraagt, verhoog dan de
afmetingen van de vloeistoeiding en lagedrukgasleiding volgens onderstaande tabel.
- Wanneer de warmtepomp geïnstalleerd is: De vloeistoeiding en lagedrukleiding van de eerste aftakverbinding naar de
aftakverbinding van de verste binnenunit (raadpleeg pagina 40.)
- Wanneer de warmteterugwinning geïnstalleerd is (combinatie van aftakverbindingen en MCU): De vloeistoeiding en
lagedrukleiding van de eerste aftakverbinding naar de MCU (raadpleeg pagina 42.)
Capaciteit van de buitenunit (kW)
(Koelen)
Maximale lengte van de buis binnen 90 m Maximale lengte van de buis langer dan 90 m
Vloeistoeiding
(mm)
Lagedrukgasleiding
(mm)
Hogedrukgasleiding
(mm)
Vloeistoeiding
(mm)
Lagedrukgasleiding
(mm)
Hogedrukgasleiding
(mm)
15,0kW en minder
Ø 9,52
Ø 15,88
Ø 15,88
Ø 12,70
Ø 19,05
Ø 15,88
15.1 kW ~ 22.4 kW Ø 19,05 Ø 22,22
22.5 kW ~ 28.1 kW Ø 22,22
Ø 19,05
Ø 25,40
Opmerking1)
Ø 19,05
28.2 kW ~ 33.6 kW
Ø 12,70
Ø 28,58
Ø 15,88
Ø 28,58
33.7 kW ~ 40.0 kW
Ø 22,22 Ø 22,2240.1 kW ~ 45.0 kW
Ø 31,75
Opmerking2)
45.1 kW ~ 50.4 kW
Ø 15,88 Ø 19,0550.5 kW ~ 63.3 kW
Ø 28,58 Ø 28,5863.4 kW ~ 70.3 kW
Ø 34,92 Ø 38,10
Opmerking3)
70.4 kW ~ 98.4 kW
Ø 19,05 Ø 22,2298.5 kW ~ 135.2 kW
Ø 41,28 Ø 34,92
Ø 41,28
Ø 34,92
135.3 kW ~ 169.0 kW
Ø 53,98
169.0 kW ~ 275.0 kW Ø 22,22
Ø 53,98 Ø 41,28
Ø 25,4
Opmerking1)
Ø 41,28
Meer dan 275,0kW Ø 25,40 Ø 28,58
Opmerking 1) Als een buis met Ø 25,40 ter plaatse niet beschikbaar is, gebruik dan een buis met Ø 28,58.
Opmerking 2) Als een buis met Ø 31,75 ter plaatse niet beschikbaar is, gebruik dan een buis met Ø 34,92.
Opmerking 3) Als een buis met Ø 38,10 ter plaatse niet beschikbaar is, gebruik dan een buis met Ø 41,28.
Grootte van de buis tussen de aftakverbinding en binnenunit
Maak een selectie volgens de capaciteit van de buitenunit.
Capaciteit van de binnenunit (kW)
Leidingafmeting (buitendiameter in mm)
Vloeistoeiding Gasleiding
6,0kW en minder Ø 6,35 Ø 12,70
6,1 kW ~ 16,0 kW Ø 9,52 Ø 15,88
16,1 kW ~ 23,0 kW Ø 9,52 Ø 19,05
Meer dan 23,0kW Ø 9,52 Ø 22,22
Nederlands-17
02 HET PRODUCT INSTALLEREN
Aftakverbinding
f Aftakverbinding tussen buitenunits (C)
Classicatie Modelnaam Specicatie (kW)
Vloeistof/Y-verbinding onder lage
druk (C)
MXJ-TA3419M 134,4kW en minder
MXJ-TA4122M 140,0kW en meer
Y-verbinding onder hoge druk (C)
MXJ-TA3100M 134,4kW en minder
MXJ-TA3800M 140,0kW en meer
f Eerste aftakverbinding (D)
Maak een selectie volgens de capaciteit van de buitenunit.
Classicatie Capaciteit van de buitenunit (kW) Modelnaam van de aftakverbinding
Vloeistof/Y-verbinding onder lage
druk (D)
33,6kW en minder MXJ-YA2512M
44,8kW MXJ-YA2812M
50,4kW ~ 67,2kW MXJ-YA2815M
72,8kW ~ 95,2kW MXJ-YA3419M
100,8kW ~ 134,4kW MXJ-YA4119M
140,0kW en meer MXJ-YA4422M
Y-verbinding onder hoge druk (D)
22,4kW MXJ-YA1500M
28,0kW ~ 67,2kW MXJ-YA2500M
72,8kW ~ 134,4kW MXJ-YA3100M
140,0kW en meer MXJ-YA3800M
f Aftakverbinding (E)
Selecteer een aftakverbinding volgens de som van de capaciteit van de binnenunit die na de aftakking wordt
aangesloten.
Ú Maar als de grootte van de buis tussen de aftakverbindingen (E) groter is dan die van de buis aangesloten op de
buitenunit (D), pas dan de grootte van de buis (D) toe.
• Y-verbinding
Classicatie Modelnaam Specicatie (kW)
Y-verbinding (E)
MXJ-YA1509M 15,0kW en minder
MXJ-YA2512M Meer dan 15,0kW ~ 40,0kW en minder
MXJ-YA2812M Meer dan 40,0kW ~ 45,0kW en minder
MXJ-YA2815M Meer dan 45,0kW ~ 70,3kW en minder
MXJ-YA3419M Meer dan 70,3kW ~ 98,4kW en minder
MXJ-YA4119M Meer dan 98,4kW ~ 135,2kW en minder
MXJ-YA4422M Meer dan 135,2kW
Y-verbinding (E)
(Alleen H/R)
MXJ-YA1500M 22,4kW en minder
MXJ-YA2500M Meer dan 22,4kW ~ 70,3kW en minder
MXJ-YA3100M Meer dan 70,3kW ~ 135,2kW en minder
MXJ-YA3800M Meer dan 135,2kW
Nederlands-18
Installatie van de koelmiddelleiding
Temperatuurindex en minimale dikte van de koelleiding
Buitendiameter (mm) Minimale dikte (mm) Temperatuurindex
6,35 0,70
Gegloeid
9,52 0,70
12,70 0,80
15,88 1,00
19,05 0,90
Getrokken
22,22 0,90
25,40 1,00
28,58 1,10
31,75 1,10
34,92 1,21
38,10 1,35
41,28 1,43
44,45 1,60
50,80 2,00
53,98 2,10
Voor buizen groter dan Ø 19,05, moet een getrokken type (C1220T-1/2H of C1220T-H) koperen buis
worden gebruikt. Als een gegloeide (C1220T-O) koperen buis wordt gebruikt, kan de buis breken door zijn
lagedrukweerstand en persoonlijk letsel veroorzaken.
LET OP
Nederlands-19
02 HET PRODUCT INSTALLEREN
De koelmiddelleiding behouden
Om te voorkomen dat vreemd materiaal of water de leiding binnendringt, is de opslag- en afdichtmethode (vooral tijdens de
installatie) heel belangrijk. Gebruik de juiste afdichtingsmethode afhankelijk van de omgeving.
Plaats van blootstelling Duur van de blootstelling Type afdichting
Buiten
Langer dan een maand Buisklem
Minder dan een maand Afplakken met kleefband
Binnen - Afplakken met kleefband
Lassen van een koelmiddelleiding en veiligheidsinformatie
Belangrijke informatie voor werk aan de koelmiddelleiding
Zorg ervoor dat er geen vocht in de buis zit.
Zorg ervoor dat er geen vreemde stoen en onzuiverheden in de buis zitten.
Zorg ervoor dat er geen lekken zijn.
Volg de instructie wanneer u de buis last of bewaart.
LET OP
Lassen met stikstofspoeling
f Wanneer u de koelmiddelleidingen last, moet u ze spoelen met stikstofgas zoals getoond in de afbeelding.
f Als u tijdens het lassen niet spoelt met stikstof, dan kan binnenin de leiding roest ontstaan. Dit kan schade veroorzaken
aan belangrijke onderdelen zoals de compressor, kleppen enz.
f Pas het debiet van de stikstofspoeling aan met een drukregelaar om een druk van 0,05 m
3
/u of minder aan te houden.
Te lassen onderdeel
Stikstofgas
koperen buis met Ø 6,35
Afsluitklep
Afplakken met kleefband
Hogedrukslang
Drukregelaar
Stikstofgas
Flowmeter
Richting van de buis tijdens het lassen
f De buis moet tijdens het lassen naar onder of opzij gericht zijn.
f Las de buis niet wanneer die omhoog is gericht.
Wanneer u na het lassen op gaslekken test, gebruik dan de aangewezen oplossing voor de detectie van
gaslekken. Als u de detectieoplossing gebruikt die gebruik maakt van een zwavelcomponent, kan dit tot
corrosie aan de buizen leiden.
LET OP
Nederlands-20
Installatie van de koelmiddelleiding
De afgefakkelde buizen aansluiten
f Controleer of het aakkelen correct en volgens de standaardgrootte is uitgevoerd.
f Lijn het midden van de buizen uit en draai de wartelmoer met uw handen vast. Draai vervolgens de wartelmoer met de
momentsleutel in de richting van de pijl zoals aangegeven in onderstaande illustratie.
f Gebruik esterolie om de wartelverbinding in te smeren.
Sectie van
wartelverbinding
Wartelmoer
Leiding
Moersleutel
Momentsleutel
Buitendiameter (D, mm) Verbindingsmoment (N·m) Afmetingen wartel (L, mm) Wartelvorm (mm)
Ø 6,35 14~18 8,7~9,1
90° ±2°
45° ±2°
R 0,4~0,8
L
D
Ø 9,52 34~42 12,8~13,2
Ø 12,70 49~61 16,2~16,6
Ø 15,88 68~82 19,3~19,7
Ø 19,05 100~120 23,6~24,0
Ú 1 N · m = 10 kgf · cm
Tijdens het lassen van de buis moet stikstofgas worden geblazen.
Maak gebruik van de meegeleverde wartelmoer.
Zorg ervoor dat er geen barsten of gedraaide onderdelen zijn wanneer u de buis moet buigen.
Draai de wartelmoer niet met buitensporige kracht vast.
R-410A is een hogedrukkoelmiddel en er bestaat een risico op koelmiddellekken als de wartelverbinding niet
met esterolie is gecoat. Breng daarom esterolie aan om het gebied van de wartelverbinding een laag te geven.
LET OP
Nederlands-21
02 HET PRODUCT INSTALLEREN
Buisinstallatie voor een buitenunit
1. Lees de volgende instructies voor het aansluiten van de koelmiddelleiding op een buitenunit.
- Sluit voor een H/P-systeem de vloeistof- en gasleidingen aan op een binnenunit.
- Sluit voor een HR-systeem de vloeistof- en hoge/lagedrukgasleidingen aan op een MCU. Sluit de interne
warmtepompklep en stel de volgende optieschakelaar in.
- Zorg er bij een module-installatie voor dat elke warmtepompklep en de volgende instelling van de optieschakelaar
voor elk doel aangepast zijn. (Wanneer u buitenunits in module installeert, kan zich fout E573 voordoen wanneer de
instellingen tussen buitenunits verschillen.)
Classicatie H/P-systeem HR-systeem
Onderhoudsklep
Vloeistoeiding
Hogedrukgasleiding
Niet in gebruik
(Lagedrukgasleiding)
Warmtepompklep
(open)
Vloeistoeiding
Hogedrukgasleiding
Lagedrukgasleiding
Warmtepompklep
(gesloten)
Warmtepompklep Open (fabrieksinstelling) Gesloten (ingesteld tijdens installatie)
Optieschakelaar
PBA van type
A (K5)
Aan (fabrieksinstelling) UIT (ingesteld tijdens installatie)
PBA van type
B toetsmodus
(K1+K2)
Ingesteld als "ht 00" (fabrieksinstelling) Ingesteld als "ht 01" (ingesteld tijdens installatie)
Ú Raadpleeg de optieschakelaar van de toetsfunctie van de buitenunit en toetsfunctie (pagina 46, 47)
Let op wanneer u de leiding op een buitenunit last
Wanneer u de leiding last, kan de unit beschadigd raken door de warmte en vlam van het lassen. Gebruik een
vlambestendige doek om de unit te beschermen tegen een soldeerbrand of -vlam.
De O-ring en Teon-verpakking binnenin de onderhoudsklep kunnen beschadigd raken door de warmte van
het lassen. Wikkel de onderkant van de onderhoudsklep in een natte doek en las ze. Het van de natte doek
druppelende water kan het lassen onderbreken. Zorg ervoor dat er geen water van de natte doek druppelt.
Zorg ervoor dat de verbonden leidingen elkaar niet onderbreken of contact maken met het product. Als ze
contact maken met elkaar of met de buitenunit, kan trilling voorkomen, wat schade aan de leidingen kan
toebrengen.
Wanneer u de verzegelde leiding aan de onderkant van de onderhoudsklep verwijdert, snijdt u die eerst met
een buissnijder en start u vervolgens met het lassen. Wanneer de verzegelde leiding zonder snijden wordt
gelast, kunt u gewond raken door het koelmiddel in de leiding.
LET OP
Nederlands-22
Installatie van de koelmiddelleiding
1. Sluit koelmiddelleidingen tussen buitenunits aan.
f Om leidingen tussen buitenunits aan te sluiten, moeten aftakverbindingen (die afzonderlijk moeten worden gekocht)
worden geïnstalleerd.
Voor een optimale verdeling van het koelmiddel moet u de Y-verbinding gebruiken voor het aansluiten
van buitenunits. (Gebruik geen T-verbinding)
f Wanneer buitenunits in module zijn geïnstalleerd, zijn er geen beperkingen wat de volgorde van installatie betreft.
LET OP Correcte installatie Foute installatie
Wanneer de
koelmiddelleiding
op een hoger
niveau dan de
aansluiting voor
de leiding op
de buitenunit
is geïnstalleerd,
moet u bij de
gasleiding een val
installeren.
200 mm of meer
Nederlands-23
02 HET PRODUCT INSTALLEREN
LET OP Correcte installatie Foute installatie
De
aftakverbinding
tussen buitenunits
moet horizontaal
worden
geïnstalleerd.
Wanneer de
lengte van de
buis tussen de
buitenunit en de
aftakverbinding
meer dan 2
m bedraagt,
installeer dan een
verticale val zoals
getoond op de
afbeelding.
2 m of meer
1 m of minder
200~300 mm
2 m of meer
Nederlands-24
Installatie van de koelmiddelleiding
Toegestane lengte van de koelmiddelleiding en de installatievoorbeelden
H/P
Classicatie Enkelvoudige installatie Installatie van de module
Installeren met alleen
een Y-verbinding
Aftakverbinding
Buitenunit
Binnenunit
Aftakverbinding
Buitenunit
Binnenunit
Installeren met een
Y-verbinding en
verdeelsysteem
Aftakverbinding
Verdeelsysteem
Buitenunit
Binnenunit
Buitenunit
Binnenunit
Verdeelsysteem
Aftakverbinding
Installeren met alleen
een verdeelsysteem
Buitenunit
Binnenunit
Verdeelsysteem
Buitenunit
Binnenunit
Verdeelsysteem
Nederlands-25
02 HET PRODUCT INSTALLEREN
Classicatie Voorbeeld Opmerkingen
Maximaal
toegestane
lengte van de
buis
Buitenunit ~
Binnenunit
Feitelijke
lengte van
de buis
(equivalente
lengte)
170 m en
minder
(190 m en
minder)
Installeren
met alleen een
Y-verbinding
a+b+c+d+e+f+g+p ≤
170 (190) m
Equivalente lengte
• Y-verbinding:
0,5 m
• Verdeelsysteem:
1 m
Installeren met een
Y-verbinding en
verdeelsysteem
a+b+h ≤ 170 (190) m,
a+i+k ≤ 170 (190) m
Installeren
met alleen een
verdeelsysteem
a+i ≤ 170 (190) m
Totale lengte
van de buis
(m)
500 m of
minder
Installeren
met alleen een
Y-verbinding
a+b+c+d+e+f+g+p+h+
i+j+k+l+m+n ≤ 500 m
Installeren met een
Y-verbinding en
verdeelsysteem
a+b+c+d+e+f+g+h+
i+j+k ≤ 500 m
Installeren
met alleen een
verdeelsysteem
a+b+c+d+e+f+g+h+i
≤ 500 m
Buitenunit ~
Buitenunit
(Installatie van
de module)
Lengte
leiding
10 m of
minder
r ≤ 10 m, s ≤ 10 m, t ≤ 10 m
Equivalente
lengte
13 m of
minder
r ≤ 13 m, s ≤ 13 m, t ≤ 13 m
Hoogteverschil
1,5 m of
minder
H5 ≤ 1,5 m
H5
200mm
of meer
Maximaal
toegestane
hoogteverschil
Buitenunit ~
Binnenunit
50/40 m
Opmerking 2)
H1 ≤ 50/40 m
Binnenunit ~
Buitenunit
50 m of minder H2 ≤ 50 m
Maximum
toegestane
lengte na
aftakverbinding
Eerste
aftakverbinding
~ Verste
binnenunit
Lengte
leiding
45 m of
minder
b+c+d+e+f+g+p ≤ 45 m, i ≤ 45 m
45 m ~
90m
Opmerking 1)
Er moet aan de vereiste voorwaarden voldaan
zijn.
EEV-kit Model Opmerkingen
EEV-kit ~
Binnenunit
Feitelijke lengte
van de buis
2 m
MEV-E24SA
1 binnen
Toepassen op producten zonder
EEV (wandmontage en plafond)
MEV-E32SA
20 m of
minder
MXD-E24K132A
2 binnenMXD-E24K200A
MXD-E32K200A
MXD-E24K232A
3 binnen
MXD-E24K300A
MXD-E32K224A
MXD-E32K300A
Raadpleeg de handleiding van de EEV-kit.
Nederlands-26
Installatie van de koelmiddelleiding
Opmerking 1) Vereiste voorwaarde
Classicatie Omstandigheid Voorbeeld
Eerste aftakverbinding
~ Verste binnenunit
45 m ≤ b+c+d+e+f+g+p ≤ 90 m: De grootte van
de aftakbuis (b, c, d, e, f, g) moet met een niveau
worden vergroot
Totale lengte van de
verlengde buis
Als de grootte van de hoofdleiding (leiding tussen
de eerste aftakverbinding en de buitenunit) niet
met 1 niveau is vergroot: a+(b+c+d+e+f+g)×2
+h+i+j+k+l+m+n+p ≤ 500 m
Als de grootte van de hoofdleiding (leiding tussen
de eerste aftakverbinding en de buitenunit)
met 1 niveau is vergroot: (a+b+c+d+e+f+g)×2
+h+i+j+k+l+m+n+p ≤ 500 m
Elke Y-verbinding ~
Elke binnenunit
h, i, j, … p ≤ 45 m
Verschil tussen de afstand van de buitenunit tot de verste binnenunit en
meest nabije binnenunit ≤ 45 m
(a+b+c+d+e+f+g+p)-(a+h) ≤ 45 m
Opmerking 2) Als een buitenunit zich lager dan de binnenunit bevindt, bedraagt het maximale niveauverschil 40 m. Als de
buitenunit zich hoger dan de binnenunit bevindt, bedraagt het niveauverschil 50 m of minder.
De totale hoeveelheid koelmiddel in het systeem moet minder zijn dan 100 kg. Als de totale hoeveelheid
koelmiddel in het systeem meer dan 100 kg bedraagt, moet het systeem worden onderverdeeld in kleinere
systemen die elk minder dan 100 kg wegen.
Nederlands-27
02 HET PRODUCT INSTALLEREN
H/R
Classicatie Installeren met een Y-verbinding
Installatie met
alleen een MCU
Installatie met
een MCU en
Y-verbinding
MCUMCU
MCU
n
h
l
H4
H1
H2
H3
o
p
q
Alleen binnenunit koelen
(Alleen lagedrukgasleiding/
vloeistoeiding aansluiten
opmerking3
)
Classicatie Voorbeeld Opmerkingen
Maximaal
toegestane
lengte van de
buis
Buitenunit ~
Binnenunit
Feitelijke lengte
van de buis
(equivalente
lengte)
170 m of minder
(190 m of
minder)
Installeren met alleen met
een MCU
a+g+j ≤ 170 m (190 m)
Equivalente lengte
• Y-verbinding: 0,5m
• Verdeelsysteem: 1m
MCU: 1 m
Installatie met een MCU en
Y-verbinding
a+b+h+k ≤ 170 m (190 m)
Totale lengte van
de buis
500 m of minder
Installeren met alleen met
een MCU
a+b+c+d+e+f+g+h+i+j ≤ 500 m
Installatie met een MCU en
Y-verbinding
a+b+c+d+e+f+g+p+h+i+j+k+
m+n+o+p+q ≤ 500 m
Buitenunit ~
Buitenunit
(Installatie van de
module)
Lengte leiding 10 m of minder r ≤ 10m, s ≤ 10m, t ≤ 10m
r
t
Equivalente lengte 13 m of minder r ≤ 13m, s ≤ 13m, t ≤ 13m
Hoogteverschil 13 m of minder H5 ≤ 1,5 m
H5
200mm
of meer
MCU ~
Binnenunit
Lengte leiding 45 m of minder
Installeren met alleen met
een MCU
b+c ≤ 45 m, b+d ≤ 45 m, b+e ≤
45 m, f≤ 45 m, g+h ≤ 45 m, g+i ≤
45 m, g+j ≤ 45 m
Installatie met een MCU en
Y-verbinding
c+d ≤ 45 m, c+e ≤ 45 m, c+f ≤ 45
m, g ≤ 45 m, h+i ≤ 45 m, h+j ≤ 45
m, h+k ≤ 45 m, m ≤ 45 m, n ≤ 45
m, o ≤ 45 m, p ≤ 45 m
Nederlands-28
Classicatie Voorbeeld Opmerkingen
Maximaal
toegestane
hoogteverschil
Buitenunit ~
Binnenunit
Lengte leiding
50 m / 40 m
Opmerking 1)
H1 ≤ 50 m / 40 m
Binnenunit ~
Buitenunit
40 m of
minder
H2 ≤ 40 m
Binnenunit ~
Binnenunit
(in een MCU)
15 m of
minder
H3 ≤ 15 m
Maar wanneer AM✴✴✴✴NQDEH / AM✴✴✴JNV is
geïnstalleerd, is H2 15 m of minder.
MCU ~ MCU
30 m of
minder
H4 ≤ 30 m
Maximum
toegestane
lengte na
aftakverbinding
Eerste
aftakverbinding
~ Verste
binnenunit
Lengte leiding
45 m of
minder
Installeren met alleen
met een MCU
g+j ≤ 45 m
45 ~ 90 m
Opmerking 2)
Installatie met een
MCU en Y-verbinding
b+h+k ≤ 45 m
l+p ≤ 45 m
Er moet aan de vereiste
voorwaarden voldaan zijn.
Distributiekit Model Opmerkingen
Van distributiekit tot
binnenunit
Feitelijke lengte
van de buis
2 m of
minder
MEV-24SA (voor 1 binnenunit)
Toegepast op producten zonder EEV
(aan de muur gemonteerd)
Opmerking 1) Als een buitenunit zich lager dan de binnenunit bevindt, bedraagt het maximale niveauverschil 40 m. Als de
buitenunit zich hoger dan de binnenunit bevindt, bedraagt het niveauverschil 50 m of minder.
De totale hoeveelheid koelmiddel in het systeem moet minder zijn dan 100 kg. Als de totale hoeveelheid
koelmiddel in het systeem meer dan 100 kg bedraagt, moet het systeem worden onderverdeeld in kleinere
systemen die elk minder dan 100 kg wegen.
Opmerking 2) Vereiste voorwaarde
Classicatie Omstandigheid Voorbeeld
Eerste aftakverbinding
~ Verste binnenunit
45 m ≤ b, l+m, q ≤ 90 m: De grootte van de
aftakbuis (b, l, m, q) moet met 1 niveau worden
vergroot.
MCU
MCU
MCU
MCU
n
h
m
l
o
p
q
r
Toestand van de
totale lengte van de
verlengde buis
a+(bx2) + c + d + e + f + g + h + I + j + k + l + m +
n + o + p + q + r ≤ 500
MCU ~ Elke binnenunit
c + d, c + e, c + f, g, h + I, h + j, h + k, n, o, p, r ≤ 45
Verschil tussen de afstand van de buitenunit tot de verste binnenunit en
meest nabije binnenunit ≤ 45 (a+b+h+k) - (a+b+c+d) ≤ 45
Ú Als de Y-verbinding en MCU samen zijn geïnstalleerd en de buislengte van de eerste aftakverbinding naar de verste
binnenunit tussen 45m en 90m bedraagt, verhoog dan de afmetingen van de vloeistoeiding en lagedrukgasleiding
van de eerste Y-verbinding naar de MCU met één niveau.
Raadpleeg de Grootte van de buis tussen aftakverbindingen (B) op pagina 24.
Opmerking 3) Zorg er bij binnenunits zonder aangesloten MCU voor dat hun opties op "Alleen binnenunit afkoelen" worden
ingesteld en sluit ze vervolgens aan op een lagedrukgasleiding en een vloeistoeiding. Combineer alleen de
binnenunits zodat hun totale capaciteit 50% of minder wordt dan de totale capaciteit van alle binnenunits.
Opmerking 4) In het geval u meer dan een binnenunit op een MCU-poort aansluit, kunnen onderstaande binnenunits
niet worden gecombineerd. ERV plus (AM
✴✴✴FNKDE✴✴), OAP-leiding(AM✴✴✴✴NEPE✴✴), Hydro Unit
HE(AM✴✴✴FNBD✴✴), Hydro Unit HT(AM✴✴✴FNBF✴✴), AHU kit (MXD-K✴✴✴AN, MCM-D✴✴✴N)
Opmerking 5) In het geval u twee MCU-poorten met een Y-verbinding aansluit, kunnen de binnenunits niet worden
gecombineerd tot meer dan een.
Installatie van de koelmiddelleiding
Nederlands-29
02 HET PRODUCT INSTALLEREN
De aftakverbindingen installeren
Aftakverbindingen moeten 'horizontaal’ of 'verticaal' worden geïnstalleerd.
Horizontale installatie
Verticale installatie
Snijd het aansluitingsdeel van de aftakverbinding of de meegeleverde aansluiting, volgens de diameter van de
aansluitingsbuis, voordat u ze aansluit.
Meer dan 10~15mm
OPMERKING
Installeer de aftakverbinding binnen ±15° van de horizon of verticale lijn.
Zorg ervoor dat de buis niet gebogen is waar ze op de aftakverbinding is aangesloten.
Houd een rechte lijn van 500 mm of meer aan voordat u de aftakverbinding aansluit.
Installeer binnen ±15° van de horizon of verticale lijn.
Minimale rechte lijn
(meer dan 500 mm)
Buis (hoofdbuis)
Aansluiten op
binnenunit
Leiding
Vóór aftakking
Na aftakking
Na aftakking
Gaszijde/Vloeistofzijde van aftakverbinding
Buisaansluiting
Aansluiting
Aansluiten op de andere aftakverbinding of
binnenunit
Aansluiting
LET OP
Nederlands-30
Installatie van de koelmiddelleiding
De aftakverbinding tussen buitenunits installeren
De installatie van buitenverbindingen
Vloeistoeiding
Hogedrukgasleiding
Lagedrukgasleiding
De aftakverbinding tussen buitenunits
mag niet verticaal worden geïnstalleerd.
Sluit voor een HR-systeem de vloeistoeiding, hogedrukgasleiding en lagedrukgasleiding aan.
Sluit voor een H/P-systeem de vloeistoeiding en de hogedrukgasleiding aan.
<Vloeistoeiding, Hogedrukgasleiding, Lagedrukgasleiding>
Leiding
Aansluiting
vloeistofzijde
Aansluiting vloaeistofzijde
Leiding
Aansluiten op de andere buitenunit
Gebruik een meegeleverde aansluiting voor de vloeistofzijde afhankelijk
van de grootte van de geselecteerde leiding.
Sluit aan op de andere aftakverbinding
tussen buitenunits of buitenunit.
Sluit aan op de andere aftakverbinding tussen
buitenunits of aftakverbinding van hoofdleiding.
Snijd het aansluitingsdeel van de aansluitingsbuis van de buitenunit of de meegeleverde aansluiting, volgens de
diameter van de aansluitingsbuis, voordat u ze aansluit.
Meer dan 10~15 mm
OPMERKING
Nederlands-31
02 HET PRODUCT INSTALLEREN
De MCU installeren
MCU-specicatie
Model MCU-S6NEK2N MCU-S4NEK3N MCU-S2NEK2N MCU-S1NEK1N
Buitenkant van MCU
Aantal aansluitbare
binnenunits op een poort
Max. 8 units Max. 8 units Max. 8 units Max. 8 units
De maximumcapaciteit van
aansluitbare binnenunits
op een poort
16 kW 16 kW 16 kW 16 kW
De maximumcapaciteit van
aansluitbare binnenunits
61,6 kW 61,6 kW 32,0 kW 16 kW
Interne EEV Niet meegeleverd
Binnenunits installeren
Model MCU-S6NEK2N MCU-S4NEK3N MCU-S2NEK2N MCU-S1NEK1N
Voorbeeld van installeren
(Elke poortaansluiting)
Voorbeeld van installeren
(aansluiting MCU-reeks)
MCU
MCU
MCU series connection
Aansluiting MCU-reeks
Binnenunits installeren
Binnenunit van minder dan 16,0 kW: Gebruik geen Y-connector
binnenunit van 16,0 kW ~ 28,0 kW: Gebruik een Y-connector bij de gas- en
vloeistoeiding
Als u een Y-connector gebruikt, kan die alleen worden aangesloten voor de
onderstaande poortcombinatie.
Aansluitbare poortcombinatie voor Y-connector: A + B-poort, C + D-poort,
E + F-poort
Niet-aansluitbare poortcombinatie voor Y-connector: B + C-poort, D +
E-poort, niet-onafgebroken poort
Stel de optie Dipswitch in voor gebruik van de Y-connector
1
ON
234 1
ON
234 1
ON
234 1
ON
234
S/W-optie S/W-optie S/W-optie S/W-optie
Standaard
Combinatie van
A+B-poort
Combinatie van
C+D-poort
Combinatie van
E+F-poort
In het geval van een MCU-aansluiting in serie, bedraagt de
maximumcapaciteit van binnenunits in MCU-serieaansluiting 61,6 kW
Deze unit kan alleen
worden aangesloten op
een poort van minder
dan 16 kW
Deze unit kan geen
MCU op MCU in serie
aansluiten.
Nederlands-32
Installatie van de koelmiddelleiding
De leidingen aansluiten
Buisaansluiting van buitenunit
Standaard installatierichting.
Buisaansluiting op binnenunit
Gasleiding (lassen)
Vloeistoeiding (lassen)
Beveilig met natte doek
tijdens het lassen
70 mm
70 mm
Aansluiting lagedrukgasleiding (lassen)
Aansluiting hogedrukgasleiding (lassen)
Aansluiting vloeistoeiding (lassen)
Gebruik bij de installatie van een MCU het patroonblad voor de installatie dat meegeleverd is bij het product.
Wanneer u de gasleidingen last, moet u het product beschermen met een vlambestendig blad.
Wanneer u de MCU op buitenunits aansluit, is de standaardrichting in de MCU ingesteld.
Als u de tegenovergestelde richting installeert, las dan de ingesloten koperen dop in elke hogedruk-, lagedruk- en
vloeistoeidingen.
Nederlands-33
02 HET PRODUCT INSTALLEREN
Elektrische bedrading
Conguratie van stroom- en communicatiekabel
f De elektriciteits- en aardingskabel moeten door de uitsparing onderaan rechts of aan de rechterkant van de kast worden
getrokken.
f Trek de communicatiekabel uit de aangewezen uitsparing onderaan rechts het voorste gedeelte.
f Installeer de stroom- en communicatiekabel met behulp van de afzonderlijke kabelbeschermingsbuis.
f Bevestig een beschermingsbuis aan de uitsparing op de buitenunit door een cd-aansluiting of huls te gebruiken. Gebruik
een isolatiehuls.
f Zorg ervoor dat de stroom- en communicatiekabels het voorpaneel niet blokkeren.
MCCB+
ELB
ELCB
Stroomsnoer
Communicatiekabel tussen
buitenunits
of
Specicatie van de beschermingsbuis
Naam Temperatuurindex Van toepassing zijnde voorwaarden
Flexibele pvc-buis PVC
Wanneer de beschermingsbuis binnen is geïnstalleerd en niet
aan de buitenlucht is blootgesteld omdat ze in een betonnen
structuur zit
Flexibele buis van klasse 1 Gegalvaniseerde staalplaat
Wanneer de beschermingsbuis binnen is geïnstalleerd maar
aan de buitenlucht is blootgesteld zodat er risico is op schade
aan de beschermingsbuis
Flexibele buis van klasse 2
Gegalvaniseerde staalplaat
en zachte pvc-verbinding
Wanneer de beschermingsbuis buiten is geïnstalleerd en aan
de buitenlucht is blootgesteld zodat er risico is op schade aan
de beschermingsbuis en extra waterbestendigheid nodig is
Let op bij het doorboren van de uitsparing
Open de uitsparing door er met een hamer op te slaan.
Nadat u de uitsparing hebt geopend moet u roestwerende verf rond het gat aanbrengen.
Wanneer u kabels door de uitsparing moet halen, verwijder dan oneenheden op de uitsparing en bescherm de
kabel met beschermingstape of een huls enz.
LET OP
Nederlands-34
Elektrische bedrading
Stroombedradingschema
De verstrekking van 3 4-fasige draden (380-415 V~)
3 4-fasige draden
(380 ~ 415 V)
Hoofdbuitenunit
Hoofdbuitenunit Subbuitenunit
Subbuitenunit
Communicatiekabel
(Buitenunit ~
Buitenunit)
Hoofdbuitenunit Subbuitenunit 1 Subbuitenunit 2
Communicatiekabel
(Buitenunit ~
Binnenunit)
Aarding Aarding Aarding
Bedrade
afstandsbediening
Bedrade
afstandsbediening
Bedrade
afstandsbediening
MCCB+
ELB
of
ELCB
Communicatiekabel
(Buitenunit ~
Binnenunit)
Communicatiekabel
(Buitenunit ~
Buitenunit)
Enkelvoudige 2-fasige
draden (220 -240 V)
MCCB+
ELB
of
ELCB
f Sluit een stroomkabel van de buitenunit aan nadat u hebt gecontroleerd of R-S-T-N (3 4-fasige draden) goed is
aangesloten. (Als stroom van 380-415V wordt geleverd aan de N-fase, raken PCB en andere elektrische onderdelen
beschadigd.)
f De communicatiekabel tussen binnen- en buitenunits en communicatiekabel tussen buitenunits heeft geen polariteit.
f Orden de kabels met een kabelbinder.
ELCB en ELB moet worden geïnstalleerd omdat er risico bestaat op elektrische schokken of brand wanneer ze niet
geïnstalleerd zijn.
Nederlands-35
02 HET PRODUCT INSTALLEREN
De voedingsaansluiting aansluiten
f Sluit de kabels aan op het klemmenbord aan met ringaansluitingen zonder te solderen.
f Sluit de kabels goed aan en gebruik gecerticeerde en nominale kabels. Zorg ervoor dat de kabels goed zijn vastgemaakt
zodat er geen externe kracht op de aansluiting wordt uitgeoefend.
f Gebruik een stuurbuis en moersleutel die het nominale moment kunnen toepassen wanneer u de schroeven op het
klemmenbord vastdraait.
f Draai de aansluitschroeven vast door te voldoen aan de genomineerde momentwaarde. Als de aansluiting loszit, kan een
brand ontstaan door warmteopwekking van de boog. En als de aansluiting te vast zit, kan het klemmenbord beschadigd
raken.
RS TN
MCCB+
ELB
of
ELCB
3-fasig 380-
415 V
Communicatie/
Extern contactsignaal
Communicatiekabel
(binnen-/buitenunit)
Beschermingsbuis voor
stroomkabel
Buis (ter plaatse te leveren)
Montageplaat buis
Borgmoer (ter plaatse
te leveren)
Subunit 3-fasig (380-415V)
(uitsparing)
AardingAarding
Schroef Aanhaalmoment voor aansluiting (Nm)
M4 1,2~1,8 Enkelfasige stroomkabel (220-240V)
M8 5,5~7,3 3-fasige stroomkabel (380-415V)
Zorg er bij het verwijderen van de buitenmantel van de stroomkabel voor dat u de binnenmantel van de kabel
niet krast.
Zorg ervoor dat meer dan 20 mm van de buitenmantel van de stroom- en communicatiekabel van de
binnenunit zich binnenin de doos met elektrische onderdelen bevindt.
Installeer de communicatiekabel afzonderlijk van de stroomkabel en andere communicatiekabels.
LET OP
Nederlands-36
Elektrische bedrading
De aardingskabel bevestigen
f Sluit de aardingskabel aan op het aardingsgat binnenin de voedingskast.
De stroomkabel weghalen
f Ga via het kabeltrekgat door de uitsparing aan de zijkant en sluit de beschermingsbuis (voor de stroomkabel) aan op het
elektrisch systeem.
Wees wanneer u door de uitsparing gaat voorzichtig dat u de leiding of temperatuursensor van de warmtewisselaar niet
beschadigt.
Zorg ervoor dat de stroomkabel niet beschadigd raakt door een braam op de uitsparing.
Het oplossingsapparaat installeren
f Wanneer het aantal op de buitenunit aangesloten binnenunits 16 of minder bedraagt
R2
Aansluiting oplossingenapparaat
R1
OF2
Aansluiting communicatiekabel
(buitenunit ~ buitenunit)
OF1
F2
Aansluiting communicatiekabel
(buitenunit ~ binnenunit)
F1
F1 F2 OF1 OF2 R1 R2
Gebruik bij het aansluiting van de communicatiekabel een
draadhouder om hem te bevestigen.
f Locatie van de interfacemodule
Om een bovenste niveauregelaar van het oude communicatietype aan te
sluiten, moet een interfacemodule geïnstalleerd zijn. Gedetailleerde installatie-
instructies vindt u in de installatiehandleiding van de overeenstemmende
interfacemodule.
Nederlands-37
02 HET PRODUCT INSTALLEREN
De MCU aansluiten (MCU-S6NEE1N, MCU-S4NEE1N, MCU-S4NEE2N)
Voorbeeld 1
Binnenunit
Buitenunit
Binnenunit
ELB
MCCB
220-240 V~
Voorbeeld 2
Binnenunit Buitenunit
ELB
MCCB
220-240 V~
Binnenunit Binnenunit
f De MCU moet afzonderlijk van de buitenunit onder stroom worden gezet.
f
Sluit de communicatiekabel van de buitenunit (F1, F2) aan op de communicatiekabel van de MCU (F1, F2)
Stroomkabelaansluiting moet zonder solderen uitgevoerd worden met de ringaansluiting.
Binnenunit
Binnenunit
Binnenunit
Binnenunit
Binnenunit
Binnenunit
MCU
MCU
Binnenunit
Binnenunit
Binnenunit
Binnenunit
Binnenunit
Binnenunit
MCU
MCU
Bij de installatie van de MCU kan de communicatiekabel worden aangesloten zoals hierboven getoond.
LET OP
Nederlands-38
Elektrische bedrading
De MCU aansluiten (MCU-S6NEK2N, MCU-S4NEK3N, MCU-S2NEK2N, MCU-S1NEK1N)
Voorbeeld
Buitenunit
Binnenunit Binnenunit
ELB
ELB
MCCB
MCCB
220-240 V~
f
De MCU moet afzonderlijk van de buitenunit onder stroom worden gezet.
f
Sluit de communicatiekabel van de buitenunit (F1, F2) aan op de communicatiekabel van de MCU (F1, F2)
Stroomkabelaansluiting moet zonder solderen uitgevoerd worden met de ringaansluiting.
Binnenunit
Binnenunit
Binnenunit
Binnenunit
Binnenunit
Binnenunit
MCU
MCU
Bij de installatie van de MCU kan de communicatiekabel worden aangesloten zoals hierboven getoond.
LET OP
Nederlands-39
02 HET PRODUCT INSTALLEREN
Aardingswerk
De aarding moet voor uw veiligheid worden uitgevoerd door een bevoegde installateur.
De stroomkabel aarden
f De aardingsnorm kan verschillen afhankelijk van de nominale spanning en de installatielocatie van de airconditioner.
f Aard de stroomkabel volgens de onderstaande tabel.
Stroomstatus
Installatielocatie
De spanning t.o.v. de aarding is lager
dan 150 V
De spanning t.o.v. de aarding is hoger
dan 150 V
Hoge vochtigheid
Moet het aardingswerk uitvoeren 3.
Opmerking 1)
(Inclusief de behuizing waar de aardlekschakelaar is geïnstalleerd.
Gemiddelde vochtigheid Voer aardingswerk 3 uit.
Opmerking 1)
Moet het aardingswerk uitvoeren 3.
Opmerking
1)
(Inclusief de behuizing waar de
aardlekschakelaar is geïnstalleerd.
Lage vochtigheid
Voer indien mogelijk en voor uw veiligheid
aardingswerk 3 uit.
Opmerking 2)
Opmerking 1) Over aardingswerk 3.
Het aardingswerk moet door een (bevoegde) expert worden uitgevoerd.
Controleer of de aardingsweerstand lager is dan 100 . Wanneer u een aardlekschakelaar installeert (die het elektrisch
circuit binnen 0,5 seconde kan onderbreken in geval van een kortsluiting), bedraagt de toegestane aardingsweerstand
30~500 .
Opmerking 2) Aarden op een droge locatie
De aardingsweerstand moet lager zijn dan 100 . Zelfs in het slechtste geval moet de aardingsweerstand lager zijn dan
250 .
Het aardingswerk uitvoeren
f Gebruik een nominale aardingskabel en raadpleeg daarbij de specicatie van de elektriciteitskabel voor de buitenunit.
Wanneer u de exclusieve aardingsklem gebruikt
(wanneer de aardingsklem al op de behuizing zit)
Wanneer u de aarding van het schakelbord gebruikt
Exclusief aardingsklem
Verdeelbord
Nederlands-40
Isolatie van de leidingen
De isolatie van de koelmiddelleiding selecteren
f Isoleer de gasleiding en vloeistoeiding en raadpleeg daarbij de dikte van de isolator voor elke buisgrootte.
f De standaardvoorwaarde is: een temperatuur van 30 °C en een vochtigheidsgraad van minder dan 85%. Als de
vochtigheidsgraad hoger is, moet u de grootte met één niveau vergroten, zoals vermeld in onderstaande tabel.
Leiding
Diameter van
koelmiddelleiding
Isolator (koeling·verwarming)
Opmerkingen
Algemeen
[30 °C, 85 %]
Hoge vochtigheid
[30 °C, meer dan 85%]
EPDM,NBR
Vloeistoeiding
Ø 6,35~Ø 9,52 9 mm
Hittebestendig tegen
een temperatuur van
meer dan 120 °C
Ø 12,7~Ø 50,80 13 mm
Gasleiding
Ø 6,35 13 mm 19 mm
Ø 9,52 ~ Ø 25,40
19 mm
25 mm
Ø 28,58 ~ Ø 44,45 32 mm
Ø 50,80 25 mm 38 mm
Bij het installeren van isolatie in de onderstaande locaties en omstandigheden, gebruikt u dezelfde isolatie als vereist
voor een hoge vochtigheid.
- Locaties met een hoge vochtigheid, zoals de kust, heetwaterbronnen, de nabijheid van een meer of rivier, en een richel
(wanneer een gedeelte van het gebouw bedekt is met aarde en zand).
- Plafond van een restaurant, sauna, zwembad enz.
- Een plafond dat vaak wordt blootgesteld aan vochtigheid en koelte is niet geschikt. (Bijv. de leiding die geïnstalleerd is
in de gang van een studentenhuis/at of bij een uitgang die vaak opent en sluit.”)
- De locatie waar de leiding is geïnstalleerd is bijzonder vochtig door het ontbreken van een ventilatiesysteem.
Nederlands-41
02 HET PRODUCT INSTALLEREN
De koelmiddelleiding isoleren
f Zorg ervoor dat u de koelmiddelleiding, aftakverbinding, het verdeelsysteem en het aansluitingsonderdeel van de buizen
isoleert.
f Als u de buizen isoleert, kan geen condenswater van de buizen vallen.
f Controleer of er barsten zijn in de isolatie aan het gebogen deel van de buis.
Bevestig stevig zonder ruimte ertussen.
De te overlappen isolatie installeren
Binnenunit
Contactblok
Contactblok
Klem
Vloeistoeiding
Gasleiding
Contactblok
Buizen isoleren Buizen isoleren die achter de EEV-kit zijn aangesloten
De isolatie van de gas- en vloeistoeidingen mag met elkaar
in contact komen maar mogen niet buitensporig tegen elkaar
duwen.
Wanneer de gas- en vloeistoeidingen met elkaar in contact
komen, verhoog dan de dikte van de isolatie met één niveau.
Voorzie een speling van ten minsten 10 mm wanneer u de
gas- en vloeistoeidingen installeert.
Wanneer de gas- en vloeistoeidingen met elkaar in contact
komen, verhoog dan de dikte van de isolatie met één niveau.
Gasleiding
Vloeistoeiding
Contactblok
Contactblok
Gasleiding
10 mm10 mm 10 mm
Vloeistoeiding
Installeer de isolatie zonder ruimte of barsten en
gebruik kleefband op het aansluitingsdeel ervan
zodat er geen vocht in kan.
Bind de koelmiddelleiding met isolatietape wanneer
deze wordt blootgesteld aan zonlicht. (Wanneer u
de buis met afwerkingstape bindt, let er dan op dat
u de dikte van de isolatie niet vermindert.)
Installeer de koelmiddelleiding zo dat de isolatie niet
dunner wordt bij het gebogen deel of de hanger van
de leiding.
Wanneer de dikte van de isolatie wordt verminderd,
vang de verminderde dikte dan op met extra
isolatie.
Isolator voor
koelmiddelleiding
a x 3
Hanger
Extra isolator
a
LET OP
Nederlands-42
Isolatie van de leidingen
Het verdeelsysteem isoleren
f Bevestig het verdeelsysteem met een kabelbinder en bedek het aangesloten deel.
f Isoleer het verdeelsysteem en het gelaste onderdeel en wikkel het aangesloten deel met een
hechtende isolatietape om vorming van dauw te voorkomen.
Isolatie
Isolatiekleefband
De koelmiddelleiding
isoleren
Het
verdeelsysteem
isoleren
Isoleren na het lassen van een
stopbout
Isolatiekleefband
f Bevestig na isolatie het verdeelsysteem met een hanger.
De aftakverbinding isoleren
f Bevestig de met de aftakverbinding meegeleverde isolator stevig aan de afzonderlijk gekochte isolator. Wikkel het
aangesloten deel met een isolator (afzonderlijk gekocht) met een dikte van ten minste 10 mm.
f Gebruik een isolator die tot 120 °C hittebestendig is. Wikkel de aftakverbinding met een isolator met een dikte van ten
minste 10 mm.
Bevestig stevig zonder ruimte ertussen.
Meegeleverde
isolator
Bevestig stevig zonder
ruimte ertussen.
Buisisolator
(afzonderlijk gekocht
item)
Buisisolator
(afzonderlijk
gekocht item)
150 mm
Aftakverbinding
De isolator (afzonderlijk gekocht item) moet dikker
zijn dan 10 mm.
Isolatietape (afzonderlijk gekocht item)
Buisisolator (afzonderlijk gekocht item)
Leiding
Bevestig de isolatiekleefband
aan de buis, zoals getoond in de
afbeelding, nadat u de buis hebt
geïsoleerd.
Nederlands-43
02 HET PRODUCT INSTALLEREN
Verzameling koelmiddel
Na het installeren van het product voert u lektesten uit op de buisverbindingen. Nadat u koelmiddel naar
beneden pompt om de buitenunit te inspecteren of verplaatsen, zorgt u dat u de compressor stopt en de
aangesloten buizen verwijdert.
- Bedien de compressor niet als een klep open is, omdat er dan koelmiddel kan lekken uit een buis of uit een
niet of niet goed aangesloten buis. Als u dit niet doet, kan lucht in de compressor stromen en kan een te hoge
druk ontwikkelen in het circuit met het koelmiddel. Dit leidt tot explosiegevaar of productdefecten.
WAARSCHUWING
Koelmiddel verzamelen (naar een koelmiddelcontainer)
U kunt niet alle koelmiddel in het systeem in een keer verzamelen tijdens drainage. Daartoe moet u extra koelmiddel
verzamelen in de lege koelmiddelcontainer voordat u met de drainage begint.
1. Sluit een koelmiddelcontainer op een buitenunit aan zoals in de illustratie en laat ongeveer 50% van de binnenunits in
koelmodus werken.
2. Wanneer de druk aan de hogedrukzijde meer dan 2,94 Mpa bedraagt, verminder dan het aantal werkende binnenunits.
3. Open de manometer (die verbonden is met de onderhoudsklep van de vloeistofzijde) en de klep op de
koelmiddelcontainer om koelmiddel te verzamelen.
Manometer
Koelmiddelcontainer
Schaal
Vulopening
Hogedrukgasleiding
Lagedrukgasleiding
Vloeistoeiding
(fakkelinstallatie)
Het koelmiddel moet worden verzameld voordat de drainage wordt uitgevoerd.
Zorg ervoor dat de hoeveelheid verzameld koelmiddel niet de capaciteit van de koelmiddelcontainer
overschrijdt.
Raadpleeg de onderhoudshandleiding voor gedetailleerde instructies.
LET OP
Nederlands-44
Koelmiddel vullen
f Het koelmiddel R-410A is een gemengd koelmiddel. Voeg alleen een vloeibaar koelmiddel toe.
f Meet de koelmiddelhoeveelheid aan de hand van de lengte van de vloeistoeiding. Voeg een hoeveelheid koelmiddel
toe met behulp van een schaal.
Belangrijke informatie over regelgeving met betrekking tot het gebruikte koelmiddel
Dit product bevat geuoreerde broeikasgassen. Ventileer geen gas in de atmosfeer.
Informeer de gebruiker indien het systeem 5 tCO
e of meer uorhoudend broeikasgas bevat. In dit geval
moet het minstens één keer per jaar worden gecontroleerd op lekken, volgens de regelgeving 517/2014. Dit
mag uitsluitend door gediplomeerd personeel worden uitgevoerd. In het bovenstaande geval (5 tCO
e of
meer of R-410A) moet de installateur (of erkend persoon die verantwoordelijk is voor de eindcontrole) een
onderhoudsboek verstrekken met alle informatie die overeenkomstig VERORDENING (EU) Nr. 517/2014 VAN HET
EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 16 april 2014 aangaande geuoreerde broeikasgassen.
LET OP
Vul met onuitwisbare inkt het volgende in op het meegeleverde label van het koelmiddel en op deze
handleiding.
f : De standaardvulling van het product af fabriek.
f : De extra hoeveelheid in het veld bijgevuld koelmiddel.
f + De totale hoeveelheid koelmiddel.
d
Binnenunit
Buitenunit
Type koelmiddel GWP-waarde
R-410A 2088
• GWP=Global Warming Potential
Berekening van tCO
e : kg x GWP / 1000
Eenheid kg tCO
e
a
b
+ c
a De standaardvulling van het product af fabriek: raadpleeg het identicatieplaatje van de unit.
b De extra hoeveelheid in het veld bijgevuld koelmiddel. (Raadpleeg bovenstaande informatie voor de
hoeveelheid navulling met koelmiddel.)
c De totale hoeveelheid koelmiddel.
d Verpakking met koelmiddel en verbindingsstuk voor bijvullen.
OPMERKING
De ingevulde label moet worden bevestigd in de omgeving van de vulpoort van het product.
(vb. aan de binnenkant van het deksel van de afsluitklep.)
LET OP
Nederlands-45
02 HET PRODUCT INSTALLEREN
Weergave van basissegment
Stap Weergave-inhoud Scherm
Bij initiële stroomtoevoer Segmentdisplay controleren
SEG 1 SEG 2 SEG 3 SEG 4
“8” “8” “8” “8”
Wanneer u de communicatie
tussen de binnen- en buitenunit
instelt (adressen bepalen)
Aantal aangesloten binnenunits
SEG 1 SEG 2 SEG 3 SEG 4
“A” “d
Aantal gecommuniceerde
units
Raadpleeg
"Weergavemodus"
voor het
communicatieadres
Na instelling van communicatie
(normaal voorval)
Zend-/ontvangstadres
SEG 1 SEG 2 SEG 3 SEG 4
I/U: “A
MCU: “C”
I/U: “0”
MCU: “1”
Ontvangstadres (in
decimale cijfers)
I/U : Binnenunit
Nederlands-46
De optieschakelaar en toetsfunctie van de buitenunit instellen
De optieschakelaars van de buitenunit instellen : Type A
SW58
K21
K22
K21
K22
TEN ONE MCU
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
A
B
C
D
E
F
Als u HR-producten installeert, moet u het adres tussen de MCU en de binnenunit doen overeenstemmen.
Schakelaar Instelling Functie Opmerkingen
SW51 /
SW52
Het totale aantal geïnstalleerde binnenunits
instellen
SW51: Tientallen, SW52: Eenheden
De instelling kan alleen gebeuren vanaf de
hoofdbuitenunit (subunit: instelling is niet nodig).
Vb.) Wanneer 12 binnenunits geïnstalleerd zijn
SW51:1, SW52:2
SW53
K5
Aan H/P (Warmtepomp)-systeem
Sluit de vloeistoeiding en de hogedrukgasleiding
aan.
Uit HR (Warmteterugwinning)-systeem Sluit de warmtepompklep van de buitenunit.
K6
Aan
De beperking voor maximale capaciteit voor de
koeling inschakelen
Een buitensporige capaciteitstoename beperken
wanneer u met binnenunits met beperkte
capaciteit werkt
Uit
De beperking voor maximale capaciteit voor de
koeling uitschakelen
-
K7 K8 Adres van buitenunit selecteren
Aan Aan Adres van buitenunit: Nr. 1 Hoofdunit
Aan Uit Adres van buitenunit: Nr. 2 Subunit 1
Uit Aan Adres van buitenunit: Nr. 3 Subunit 2
Uit Uit Adres van buitenunit: Nr. 4 Subunit 3
SW57 Het totale aantal aangesloten MCU's instellen
De instelling kan alleen gebeuren vanaf de
hoofdunit
Vb.) Wanneer 3 MCU's zijn geïnstalleerd
SW57:3, SW52:2
SW58
K21 K22 Het type circulatiewater selecteren
Aan Aan Watercirculatie -
Aan Uit
Antivriescirculatie (het vriespunt van antivries
moet onder -8 °C liggen)
Minimumtemperatuur van watertoevoer -5 °C
Uit Aan
Antivriescirculatie (het vriespunt van antivries
moet onder -15 °C liggen)
Minimumtemperatuur van watertoevoer -10 °C
Behoud de juiste concentratie van antivries volgens de instelling van de SW58-schakelaar. (Raadpleeg 'Koelwaterbeheer'
op pagina 72)
Nederlands-47
02 HET PRODUCT INSTALLEREN
De optieschakelaars van de buitenunit instellen : Type B
f Optie voor buiteninstallatie instellen
Stap Knop Scherm Omschrijving Opmerking
Start
Adres van buitenunit
Aantal binnenunits
Hoofdunit?
Nee
Nee
Ja
Ja
Opslaan
Warmteterugwinning?
Aantal MCU's
Adres van buitenunit
Stap 1
Scherm van
buitenunit
Instelling vereist -
Stap 2
Druk gedurende
2 seconden op
(K1+K2)
Unitadres voor
modulecombinatie
00: Hoofdunit
K4 x 1 keer
01: Sub1 unit
K4 x 2 keer
02: Sub2 unit
K4 x 3 keer
03: Sub3 unit
Stap 3
Als het de hoofdunit is, ga dan naar stap 4.
Is dat niet zo, druk dan gedurende 2 seconden op knop K2 om te bewaren
en te verlaten (systeem wordt gereset)
Aantal binnenunits
Stap 4 Druk op K1
Klaar om in te
stellen
-
Stap 5
K2 x n keer
X
Tientallen (0 ~ 6)
Vb.) 03: 3 units
64: 64 units
K4 x n keer
X
Eenheden (0 ~ 9)
* K4: Druk gedurende 2 seconden - automatische detectie van het aantal
binnenunits
Stap 6
Als het om een warmteterugwinningsmodel gaat, ga naar stap 7.
Is dat niet zo, druk dan gedurende 2 seconden op knop K2 om te bewaren
en te verlaten (systeem wordt gereset)
Aantal MCU's * Alleen warmteterugwinningsmodel
Stap 7 Druk op K1
Klaar om in te
stellen
-
Stap 8
K2 x n keer
X
Tientallen (0 ~ 1)
Vb.) 03: 3 units
16: 16 units
K4 x n keer
X
Eenheden (0 ~ 9)
* K4: Druk gedurende 2 seconden - automatische detectie van het aantal
MCU's
Stap 9 Druk op K1
Klaar om in te
stellen
00 : Warmtepompsysteem
01 : Warmteterugwinningsysteem
Stap 10 Druk op K4 Eenheden (0 ~ 1)
Stap 11 K2: lang
Opslaan Opnieuw starten
* Druk gedurende 2 seconden op K1 om te verlaten zonder te bewaren, ongeacht de
instellingsstap.
Nederlands-48
De optieschakelaar en toetsfunctie van de buitenunit instellen
De toetsfunctie van de buitenunit instellen
< Type A > < Type B >
De optie met aanraakschakelaar installeren en instellen en uitleg over de functies
De optie instellen
1. Houd K2 ingedrukt om de optie-instelling in te voeren. (Alleen beschikbaar wanneer de werking is gestopt)
- Als u de optie-instelling invoert, toont het scherm het volgende. (Als u de 'Noodwerking voor storing van compressor'
hebt ingesteld, wordt 1 of 2 weergegeven op Seg 4.)
- Seg 1 en Seg 2 geven het nummer voor de geselecteerde optie weer.
- Seg 3 en Seg 4 geven het nummer voor de ingestelde waarde van de geselecteerde optie weer.
2. Als u de optie-instelling hebt ingevoerd, kunt u kort op schakelaar K1 drukken om de waarde van Seg 1 en Seg 2 aan te passen
en de gewenste optie te selecteren. (Raadpleeg pagina's 49~52 voor het Seg-nummer van de functie voor elke optie)
Voorbeeld)
Z
3. Als u de gewenste optie hebt geselecteerd, kunt u kort drukken op schakelaar K2 om de waarde van Seg3 en Seg4 aan te passen en de
functie voor de geselecteerde optie te wijzigen. (Raadpleeg pagina's 49~52 voor het Seg-nummer van de functie voor elke optie)
Voorbeeld)
Z
Nederlands-49
02 HET PRODUCT INSTALLEREN
4. Nadat u de functie voor opties hebt geselecteerd, houdt u schakelaar K2 gedurende 2 seconden ingedrukt. De bewerkte
waarde van de optie wordt bewaard wanneer volledige segmenten knipperen en de trackingmodus start.
De bewerkte optie wordt niet bewaard als u de optie-instelling niet voltooit zoals uitgelegd in bovenstaande
instructie.
LET OP
Tijdens het instellen van de optie kunt u knop K1 ingedrukt houden om de waarde naar de vorige instelling terug te
zetten.
Als u de instelling naar de fabrieksstandaard wilt terugplaatsen, houd dan de K4-knop ingedrukt terwijl u in de optie-
instelmodus bent.
- Als u knop K4 ingedrukt houdt, wordt de instelling naar de fabrieksstandaard teruggeplaatst maar dat betekent niet
dat de teruggezette instelling is bewaard. Houd knop K2 ingedrukt. Wanneer de segmenten tonen dat trackingmodus
actief is, wordt de instelling bewaard
Optioneel item
Ingangsunit
SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 Functie van de optie Opmerkingen
Noodwerking in
geval van storing
van de compressor
Individueel
00
00
Uitgeschakeld
(fabrieksinstelling)
E560 doet zich voor wanneer
alle compressors in storing zijn.
01
Compressor 1 instellen als
storingstatus
02
Compressor 2 instellen als
storingstatus
Correctie van
koelcapaciteit
Hoofd 0 1
0 0 7-9 (fabrieksinstelling)
Gewenste
verdampingstemperatuur [°C].
(Wanneer een lage
temperatuur is ingesteld,
daalt de temperatuur van
de afgevoerde lucht van de
binnenunit.)
0 1 5-7
0 2 9-11
0 3 10-12
0 4 11-13
0 5 12-14
0 6 13-15
Correctie van
capaciteit voor
verwarming
Hoofd 0 2
0 0 2,8 (fabrieksinstelling)
Gewenste hoge druk [MPa].
(Wanneer een lage
drukwaarde is ingesteld,
daalt de temperatuur van
de afgevoerde lucht van de
binnenunit)
0 1 2,5
0 2 2,6
0 3 2,7
0 4 2,9
0 5 3,0
0 6 3,1
0 7 3,2
0 8 3,3
Nederlands-50
De optieschakelaar en toetsfunctie van de buitenunit instellen
Optioneel item Ingangsunit SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 Functie van de optie Opmerkingen
Huidige beperking Individueel 0 3
0 0 100% (fabrieksinstelling)
Als een beperkingsoptie
is ingesteld, kunnen
de koeling- en
verwarmingsprestaties
dalen.
0 1 95 %
0 2 90 %
0 3 85 %
0 4 80 %
0 5 75 %
0 6 70 %
0 7 65 %
0 8 60 %
0 9 55 %
1 0 50 %
1 1 Geen beperking
Interval van
olieverzameling
Hoofd 0 4
0 0 Fabrieksinstelling
0 1 Verkort het interval met 1/2
Uitschakelen Hoofd 0 5
0 0 Uitschakelen
Deze functie is niet van
toepassing op dit model.
0 1 Uitschakelen
Uitschakelen Individueel 0 6
0 0 Uitschakelen
Deze functie is niet van
toepassing op dit model.
0 1 Uitschakelen
Uitschakelen Hoofd 0 7
0 0 Uitschakelen
Deze functie is niet van
toepassing op dit model.
0 1 Uitschakelen
0 2 Uitschakelen
0 3 Uitschakelen
De hoogte instellen Hoofd 0 8
00
Uitschakelen
(fabrieksinstelling)
01
Niveau 1 van hoogteverschil type 1
(Binnenunit is lager dan buitenunit)
Wanneer de buitenunit zich
meer dan 40 ~ 80 m boven
de binnenunit bevindt
02
Niveau 2 van hoogteverschil type 1
(Binnenunit is lager dan buitenunit)
Wanneer de buitenunit zich
meer dan 80 m boven de
binnenunit bevindt
03
Hoogteverschil type 2 (Buitenunit is
lager dan binnenunit)
Wanneer de binnenunit zich
meer dan 30 m boven de
buitenunit bevindt
De lange buis instellen
(instelling is niet nodig
wanneer hoogte is
ingesteld)
Hoofd 0 9
00
Uitschakelen
(fabrieksinstelling)
0 1 Lange buis niveau 1
Wanneer de equivalente
lengte van de verste
binnenunit tot de buitenunit
100 tot 170 m bedraagt
0 2 Lange buis niveau 2
Wanneer de equivalente
lengte van de verste
binnenunit tot de buitenunit
meer dan 170 m bedraagt
Nederlands-51
02 HET PRODUCT INSTALLEREN
Optioneel item Ingangsunit SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 Functie van de optie Opmerkingen
Instelling voor
energiebesparing/snel
koelen
(PBA van type B)
Hoofd 1 0
00
Uitschakelen
(fabrieksinstelling)
0 1 Energiebesparende modus
De energiebesparende
modus wordt
ingeschakeld wanneer
de kamertemperatuur de
gewenste temperatuur
bereikt terwijl de koeling of
verwarming aan staat.
0 2 Snel koelen
Deze functie verhoogt de
koelsnelheid.
Uitschakelen Hoofd 1 1
0 0 Uitschakelen
Deze functie is niet van
toepassing op dit model.
0 1 Uitschakelen
Bereik van de
werkingstemperatuur
uitbreiden voor
koeling
Hoofd 1 2
0 0 Uitschakelen
0 1 Inschakelen
Kanaaladres Hoofd 1 3
AU
Automatische instelling
(Fabrieksstandaard)
Adres voor classicatie
van het product vanaf de
bovenste niveauregelaar
(DMS, S-NET 3 enz.)
0 ~ 15
Handmatige instelling voor
kanaal 0 ~ 15
Uitschakelen Hoofd 1 4
0 0 Uitschakelen
Deze functie is niet van
toepassing op dit model.
0 1 Uitschakelen
Debietregeling van
het circulatiewater
Individueel 1 5
00
Uitschakelen
(fabrieksinstelling)
0 1 7-10 V
Wanneer een variabele
debietregelklep wordt
gebruikt
0 2 5-10 V
0 3 3-10 V
Geforceerde stilmodus
(Niet meer gebruiken)
Hoofd 1 6 0 0 Niet meer gebruikte optie
Uiterst snelle werking
(PBA van type B)
Hoofd 1 7
00
Uitschakelen
(fabrieksinstelling)
Uiterst snelle werking
0 1 Inschakelen
Beperking max.
capaciteit
(PBA van type B)
Hoofd 1 8
0 0 Inschakelen
Beperking van maximale
koelcapaciteit
0 1 Uitschakelen
Gaslek
drainage
(PBA van type B)
Hoofd 1 9
0 0 Uitschakelen
Verzameling van gelekt
koelmiddel
0 1 Inschakelen
Nederlands-52
Optioneel item Ingangsunit SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 Functie van de optie Opmerkingen
Opmerking 1)
Debietinstelling
circulatievloeistof
(PBA van type B)
Individueel 2 0
00 Water
Debietinstelling
circulatievloeistof
0 1 Antivriesoplossing 1
0 2 Antivriesoplossing 2
Uitschakelen Hoofd 2 1
0 0 Uitschakelen
Deze functie is niet van
toepassing op dit model.
0 1 Uitschakelen
Noodwerking voor
communicatiefout van
binnenunit (PBA van
type B)
Hoofd 2 2
00
Uitgeschakeld
(fabrieksinstelling)
Wanneer ingesteld is
noodwerking mogelijk,
zelfs als er zich een
communicatiefout binnen
voordoet.
01
Hoge vochtigheid binnen (in
bedrijf tot max. 12 uur)
02
Lage vochtigheid binnen (in
bedrijf tot max. 24 uur)
Opmerking 1)
Antivriesoplossing 1: Vriespunt van antivries moet onder -8 ˚C liggen. (Minimumtemperatuur van watertoevoer:
- 5˚C)
Antivriesoplossing 2: Vriespunt van antivries moet onder -15 ˚C liggen. (Minimumtemperatuur van
watertoevoer: - 10˚C)
Er is een risico op waterlekken tijdens de noodwerking voor communicatiefout van binnenunit. Wees voorzichtig als u
het gebruikt.
De optieschakelaar en toetsfunctie van de buitenunit instellen
Nederlands-53
02 HET PRODUCT INSTALLEREN
Toetsbediening instellen en weergavemodus met aanraakschakelaar controleren
< Type A > < Type B >
K1 (aantal keer
drukken)
TOETS-bediening Weergave op segment
Houd 1 keer
ingedrukt
Automatisch proefbedrijf “K” “K” “BLANK” “BLANK”
1 keer Koelmiddel wordt toegevoegd in verwarmingsmodus “K” “1” “BLANK” “BLANK”
2 keer Proefbedrijf in verwarmingsmodus “K” “2” “BLANK” “BLANK”
3 keer
Uitpompen in verwarmingsmodus (adres 1 van
buitenunit)
“K” “3” “BLANK” “1”
4 keer
Uitpompen in verwarmingsmodus (adres 2 van
buitenunit)
“K” “3” “BLANK” “2”
5 keer
Uitpompen in verwarmingsmodus (adres 3 van
buitenunit)
“K” “3” “BLANK” “3”
6 keer
Uitpompen in verwarmingsmodus (adres 4 van
buitenunit)
“K” “3” “BLANK” “4”
7 keer Vacuüm maken (adres 1 van buitenunit) “K” “4” “BLANK “1”
8 keer Vacuüm maken (adres 2 van buitenunit) “K” “4” “BLANK “2”
9 keer Vacuüm maken (adres 3 van buitenunit) “K “4” “BLANK “3”
10 keer Vacuüm maken (adres 4 van buitenunit) “K” “4” “BLANK” “4”
11 keer Vacuüm maken (alle buitenunits) “K “4” “BLANK” A
12 keer Toetsbediening beëindigen -
Nederlands-54
De optieschakelaar en toetsfunctie van de buitenunit instellen
K2 (aantal keer drukken) TOETS-bediening Weergave op segment
1 keer Koelmiddel wordt toegevoegd in koelmodus K - 5 - BLANK - BLANK
2 keer Proefbedrijf in koelmodus K - 6 - BLANK - BLANK
3 keer Alle units draineren in koelmodus K - 7 - BLANK - BLANK
4 keer
HR: Inspectie van buisverbinding
H/P: Automatisch proefbedrijf
K - 8 - BLANK - BLANK
5 keer Hoeveelheid koelmiddel controleren
K - 9 - X - X
(Scherm van de laatste twee cijfers kan verschillen
afhankelijk van de status)
6 keer Ontlaadmodus van tussenkringspanning K - A - BLANK - BLANK
7 keer Geforceerde olieverzameling K - C - BLANK - BLANK
8 keer Inspecteer invertercompressor 1 K - D - BLANK - BLANK
9 keer Inspecteer invertercompressor 2 K - E - BLANK - BLANK
10 keer Controle waterleidingklep/pomp K - F - BLANK - BLANK
11 keer Controle koelventilator/debiet regelklep K - G - BLANK - BLANK
12 keer
PBA van
type A
Toetsbediening beëindigen -
PBA van
type B
HR : Automatische buiskoppeling,
H/P: Niet gebruikt
“K””H”XX
(weergave van de laatste twee cijfers
kan verschillen afhankelijk van de voortgang)
13 keer
PBA van
type B
Toetsbediening beëindigen -
Tijdens "Ontlaadmodus van tussenkringspanning", wordt afwisselend de spanning van INV1 en INV2 weergegeven.
Zelfs wanneer de buitenunit uitgeschakeld is, is het gevaarlijk om in contact te komen met de PCB-omvormer en PCB-
ventilator aangezien deze onder hoge gelijkspanning staan.
Wanneer u 9 tot 12 keer op toets K2 drukt zonder invertercontrole, kan een foutcode op het segment worden
weergegeven, hoewel de buitenunit normaal werkt.
Wanneer u de PCB vervangt/repareert, schakel dan de stroom uit en wacht tot de DC-spanning ontladen is voordat u
hem vervangt/repareert (Wacht meer dan 15 minuten zodat de ontlading natuurlijk is gebeurd.)
Als er een fout optreedt, was "Ontlaadmodus van tussenkringspanning" mogelijk niet doeltreend. Vooral als zich fouten
E464 en E364 voordoen, kan het stroomelement beschadigd zijn door brand en mag u dan ook "Ontlaadmodus van
tussenkringspanning" niet gebruiken.
Als de MCU van de 1e generatie is geïnstalleerd, kan de functie automatische buiskoppeling niet worden gebruikt.
Als de MCU van de 2e generatie is geïnstalleerd, kan de controle van de buisaansluiting niet worden gebruikt.
- MCU van de 1e generatie: MCU-S*NEE*N
- MCU van de 2e generatie: MCU-S*NEK2N,MCU-S4NEK3N,MCU-S1NEK1N
Als er zich een A-type PBA als module geïnstalleerd is bij de buitenunits, dan kan de functie automatische buiskoppeling
niet worden gebruikt.
K3 (aantal keer
drukken)
TOETS-bediening Weergave op segment
1 keer Instelling initialiseren (reset) Zelfde als de beginstatus
De optieschakelaar en toetsfunctie van de buitenunit instellen.
Nederlands-55
02 HET PRODUCT INSTALLEREN
< Type A > < Type B >
K4 (aantal keer
drukken)
TOETS-bediening
Weergave op segment
SEG 1 SEG2, 3, 4
1 keer Model van buitenunit 1
AM120FXW Uit, 1, 2
2 keer Doelfrequentie (Compressor 1) 2
120 Hz 1, 2, 0
3 keer Doelfrequentie (Compressor 2) 3
120 Hz 1, 2, 0
4 keer Hoge druk (MPa) 4
1,52 MPa 1, 5, 2
5 keer Lage druk (MPa) 5
0,43 MPa 0, 4, 3
6 keer Afvoertemperatuur (compressor 1) 6
87 °C 0, 8, 7
7 keer Afvoertemperatuur (compressor 2) 7
87 °C 0, 8, 7
8 keer IPM-temperatuur (compressor 1) 8
87 °C 0, 8, 7
9 keer IPM-temperatuur (compressor 2) 9
87 °C 0, 8, 7
10 keer CT-sensorwaarde (compressor 1) A
2 A 0, 2, 0
11 keer CT-sensorwaarde (compressor 2) B
2 A 0, 2, 0
12 keer Aanzuigtemperatuur C
-42 °C -, 4, 2
13 keer COND OUT-temperatuur D
-42 °C -, 4, 2
14 keer Temperatuur van vloeistoeiding E
-42 °C -, 4, 2
15 keer TOP-temperatuur (compressor 1) F
-42 °C -, 4, 2
16 keer TOP-temperatuur (compressor 2) G
-42 °C -, 4, 2
17 keer Watertemperatuur H
-42 °C -, 4, 2
18 keer EVI-inlaattemperatuur I
-42 °C -, 4, 2
19 keer EVI-uitlaattemperatuur J
-42 °C -, 4, 2
20 keer Hoofdleiding EEV 1 stap K
2000 stappen 2, 0, 0
21 keer Stap van hoofd-EEV2 L
2000 stappen 2, 0, 0
22 keer EVI EEV-stap M
300 stappen 3, 0, 0
Nederlands-56
K4 (aantal keer
drukken)
TOETS-bediening
Weergave op segment
SEG 1 SEG2, 3, 4
23 keer HR EEV-stap N
2000 stappen 2, 0, 0
24 keer - O -
25 keer Huidige frequentie van de compressor 1 P
120 Hz 1,2,0
26 keer Huidige frequentie van de compressor 2 Q
120 Hz 1,2,0
27 keer Aanzuigtemperatuur 2 R
-42 °C -, 4, 2
28 keer Adres van de hoofdbinnenunit S
Wanneer de hoofdbinnenunit niet is ingesteld BLANK,
N, D
Wanneer binnenunit nr. 1 is ingesteld als hoofdbinnenunit
0, 0, 1
29 keer Temperatuur van de elektrabox T
-42 °C -, 4, 2
K4 (aantal keer
drukken)
Houd K4
ingedrukt om de
instelling in te
voeren
Weergegeven inhoud
Weergave op segment
pagina
1
pagina 2
1 keer Hoofdversie Hoofd Versie (bv. 1412)
2 keer Hubversie HUB Versie (bv. 1412)
3 keer Versie met waterhub HUB2 Versie (bv. 1412)
4 keer Versie omvormer 1 INV1 Versie (bv. 1412)
5 keer Versie omvormer 2 INV2 Versie (bv. 1412)
6 keer EEP-versie EEP Versie (bv. 1412)
7 keer
Automatisch toegewezen adres van
de units
AUTO
SEG1 SEG2 SEG3, 4
Binnenunit: “A
MCU: “C”
Binnenunit: “0”
MCU: “1”
Adres
(vb. 07)
8 keer
Handmatig toegewezen adres van de
units
MANU
SEG1 SEG2 SEG3, 4
Binnenunit: “A Binnenunit: “0” Adres
I/U: Binnenunit
De optieschakelaar en toetsfunctie van de buitenunit instellen
Nederlands-57
02 HET PRODUCT INSTALLEREN
De adressen van MCU en buis instellen (alleen voor HR)
U kunt het MCU-adres, de te gebruiken MCU-poorten en het adres voor elke MCU-poort die met elke binnenunit is
verbonden instellen.
Deze dient alleen voor een MCU van de 2e generatie. (MCU-SNEK2N,MCU-S4NEK3N,MCU-S1NEK1N)
Het MCU-adres en te gebruiken MCU-poorten instellen
U kunt het MCU-adres en de MCU-poorten op de MCU PBA instellen.
1
ON
2341
ON
2
ABCD
34 1
ON
2
EF
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
ABCDE F
MCU-
adresschakelaar
Dip-schakelaar
Dip-schakelaar
van S/W-optie
1. Stel de MCU-adresschakelaar op een waarde in. Als twee of meer MCU's geïnstalleerd zijn, stel dan zeker een unieke
waarde voor elke MCU in. Voor het MCU-adres kunt u een waarde instellen van 0 tot 15.
2. Voor elke MCU-poort die via een buis verbonden is met een binnenunit, zet u hun dip-schakelaar op ON. Zet de dip-
schakelaars van de andere MCU-poorten op Uit.
U kunt het adres (A tot F) van een MCU-poort vinden op de buisaansluiting van de binnenunit.
3. Als twee MCU-poorten op een binnenunit aangesloten zijn via een Y-verbinding, stelt u de relevante dip-schakelaar van
de S/W-optie in op de instellingen zoals vermeld in de volgende tabel:
Nr. dip-schakelaar
van S/W-optie
Aan
(Individuele aansluiting)
Uit
(Gedeelde aansluiting)
1 Elk van de poorten A en B Beide poorten A en B
2 Elk van de poorten C en D Beide poorten C en D
3 Elk van de poorten E en F Beide poorten E en F
U kunt geen gedeelde aansluiting maken voor de twee poorten B en C, en D en E tegelijkertijd.
ABCDE F
A
F
ABCDE F
B
D
E
4. Stel het adres van elke MCU-poort in die aangesloten is op een binnenunit door de procedures in "De buisadressen
handmatig instellen" of "De buisadressen automatisch instellen". (Automatische buiskoppeling)
Als de volgende modellen aangesloten zijn, stel de buisadressen dan handmatig in en raadpleeg daarbij "De
buisadressen handmatig instellen".
- ERV plus (AM✴✴✴✴NKDE), OAP-leiding (AM✴✴✴✴NEPE), Hydro Unit (AM✴✴✴✴NBDE,
AM✴✴✴✴NBF✴✴), AHU-kit (MXD-K✴✴✴AN, MCM-D✴✴✴N)
Als een MCU van de 1e generatie (MCU-SNEEN) is geïnstalleerd, raadpleeg dan de overeenstemmende
installatiehandleiding.
LET OP
Nederlands-58
De adressen van MCU en buis instellen (alleen voor HR)
De buisadressen handmatig instellen
U kunt de bedrade of draadloze afstandsbediening of de S-NET Pro 2 gebruiken om de buisadressen voor elke binnenunit in
te stellen.
Instellen door de bedrade of draadloze afstandsbediening te gebruiken (raadpleeg de
gebruikershandleiding van de afstandsbediening voor informatie over de bediening van de
afstandsbedieningsknoppen)
1. Schakel zowel de binnenunit als de afstandsbediening in.
2. Voer de "Optie-instelmodus" op de afstandsbediening in.
3. Stel het adres van elke MCU-poort in die aangesloten is op een binnenunit en raadpleeg daarbij de volgende tabel.
(U kunt ook het adres van elke binnenunit instellen.)
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Waarde
0 A: Adresinstelmodus
0: Het adres van de
binnenunit wordt
niet ingesteld.
1: Het adres van de
binnenunit wordt
ingesteld.
0 tot 9: Het cijfer van
de honderdtallen
van het adres van de
binnenunit
0 tot 9: Het cijfer van
de tientallen van
het adres van de
binnenunit
0 tot 9: Het cijfer van
de eenheden van
het adres van de
binnenunit
Optie SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
Waarde
10
0: Het RMC-adres
wordt niet ingesteld.
1: Het RMC-adres
wordt ingesteld.
0
0 tot F: RMC-
groepskanaal
0 tot F: RMC-
groepsadres
Optie SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
Waarde 20
0: Het MCU-adres
wordt niet
ingesteld.
1: Het MCU-adres
wordt ingesteld.
0 tot 1: Het cijfer
van de tientallen
van het MCU-
adres
0 tot 9: Het cijfer
van de eenheden
van het MCU-
adres
A tot F: MCU-
poortadres
Optie SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
Waarde 300000
Voorbeelden> Als de binnenunit waarvan het adres nog niet is ingesteld, is aangesloten op poort A op de MCU 1, stel
0A0000-100000-20101A-300000 in.
Als de binnenunit waarvan het adres is ingesteld op 9, is aangesloten op poort B op de MCU 2, stel 0A1009-100000-
20102B-300000 in.
Instellen met S-NET Pro 2
f Stel de buisadressen in via Add-on > Change address op S-NET Pro 2. (Meer informatie vindt u in de S-NET Pro 2 Help.)
Nederlands-59
02 HET PRODUCT INSTALLEREN
De buisadressen automatisch instellen (Automatische buiskoppeling)
U kunt de automatische instelling van buisadressen gebruiken om het adres van elke MCU-poort die aangesloten is op een
binnenunit in te stellen.
Als een MCU-poort fout is ingesteld of een buis tussen een MCU en een binnenunit fout is aangesloten, dan wordt die
binnenunit aangeduid.
Items controleren vóór het uitvoeren van de automatische buiskoppeling
1. Zorg ervoor dat de onderhoudsklep van de buitenunit open is.
2. Zorg ervoor dat de stroomkabels en communicatiekabels van de binnen- en buitenunits correct zijn aangesloten.
3. Schakel de binnen- en buitenunits gedurende 6 uur aan voordat u de automatische instelling van buisadressen uitvoert
om beide units voldoende op te warmen.
4. Controleer voordat u de stroom inschakelt met behulp van een voltmeter en een fasetester of de spanningen en fasen
correct zijn.
- Controleer voor de R-, S-, T- en N-aansluitingen: zorg ervoor dat 380-415 V te lezen is tussen de lijnen (R-S, S-T, T-R) en
200-240 V (R-N, S-N, T-N) tussen fasen.
5. Zodra de stroom is ingeschakeld, stelt u de apparaten (binnenunit, MCU en andere) in die aangesloten zijn op de
buitenunit en stelt u de opties in.
Merk op dat er voordat de MCU-poortadressen worden ingesteld fouten kunnen voorkomen bij het instellen van MCU-
poortadressen (E216, 217, 218). U kunt de automatische instelling van buisadressen uitvoeren ongeacht of er fouten
voorkomen bij het instellen van de MCU-poort.
6. Als de OAP-leiding (Outdoor Air Precessing) of Hydro-unit aangesloten is, stel de buisadressen dan handmatig in en
raadpleeg daarbij "De buisadressen handmatig instellen".
7. Controleer de bedrijfstemperatuur voor de automatische instelling van buisadressen:
Als dit wordt uitgevoerd bij een temperatuur buiten het bedrijfstemperatuurbereik, kunnen de automatisch ingestelde
adressen fout zijn. Stel de buisadressen handmatig in en raadpleeg daarbij "De buisadressen handmatig instellen".
8. De Automatische buiskoppeling werkt niet binnen de 3 minuten na het inschakelen en resetten wegen een
communicatiecontrole.
[Bedrijfstemperatuur voor de Automatische buiskoppeling]
45
35
10
10 32
Watertemperatuur (°C)
Binnentemperatuur (°C)
Hoofdkoeling
Hoofdverwarming
Nederlands-60
De adressen van MCU en buis instellen (alleen voor HR)
Zorg er vóór de automatische buiskoppeling voor dat de voorkant van de kast dicht is. Als u dit doet met de voorkant van
de kast geopend, kan het product beschadigd raken en worden de buisadressen niet correct herkend.
Neem de volgende stappen om de automatische buiskoppeling uit te voeren:
1. Druk 12 keer op knop K2 op de hoofd-PBA van type B van de buitenunit om de automatische buiskoppeling te starten.
(Scherm : .)
Watertemperatuur < 35
°C30°C < Watertemperatuur
Hoofdverwarming Hoofdkoeling
Elke stap wordt aangeduid op het scherm van de buitenunit. (De hele handeling duurt normaal ongeveer 25 tot 55 minuten,
afhankelijk van het aantal aangesloten binnenunits. Het kan echter tot 2 uur duren om de compressor te beschermen.)
- Stap 1 (Start ) Stappen 2 tot 8 (Installatie ) Stap 9 (Controle ) Stap 10 (Bevestiging
)
2. Wanneer de automatische buiskoppeling voltooid is, worden de volgende gegevens weergegeven op het scherm van de
buitenunit.
Resultaat Scherm van buitenunit Omschrijving
Instelling voltooid Einde
Instelfout
E191
Gegevens
binnenunit
(afwisselend
weergegeven)
Gegevens binnenunit
- SEG 1,2 = adres binnenunit / SEG 3,4 = foutstatus
00: Een MCU-poort wordt niet
uitgeschakeld of en buis is niet
aangesloten.
01: De binnenunit voor alleen koelen
is aangesloten op de MCU.
02: De gedeelde instelling voor twee
poorten is fout.
Voorbeeld) Wanneer de op binnenunit 12 aangesloten MCU-poort
uitgeschakeld is, worden E191 en 1200 afwisselend
weergegeven.
- Als twee of meer binnenunits instelfouten hebben, worden de
gegevens over de volgende binnenunit weergegeven telkens als u
op schakelaar K2 drukt.
Als de te gebruiken MCU-poorten fout zijn ingesteld, kan de automatische buiskoppeling stoppen wegens de
hogedruk- of lagedrukbescherming of omdat de gegevens over de binnenunit met een MCU-poortinstelfout niet
correct zijn. Zorg ervoor dat de MCU-poorten correct zijn ingesteld.
Afhankelijk van de binnen- en buitenwatertemperatuur kan de automatische leidingkoppeling door de bescherming
worden stopgezet.
Als er zich een fout voordoet tijdens de automatische buiskoppeling, controleer dan de foutcode en onderneem actie.
Als u de automatische buiskoppeling niet kunt voltooien wegens de voorgaande redenen, stel de buisadressen dan
handmatig in en raadpleeg daarbij "De buisadressen handmatig instellen".
LET OP
Nederlands-61
02 HET PRODUCT INSTALLEREN
Installatie van waterleiding
Het gebruik van een koeltoren met gesloten circuit wordt aanbevolen. Als een koeltoren met open circuit wordt gebruikt, gebruik
dan een gemiddelde warmtewisselaar en zorg ervoor dat het geleverde watersysteem van de warmtebron een gesloten circuit heeft.
Installatie van waterleiding
T
T
Waterleiding IN
<Buisaansluitingsgedeelte>
Warmtewisselaar
50 of meer
Waterleiding
Contactblok
80 mm of meer
Afwerkingstape
Antitrillingspad
Steun om belasting op de
leiding te verhinderen
Zeef (moet afzonderlijk
worden gekocht)
Beschermingsbuis
Kogelklep
2-weg elektromagnetische klep
Flens
Waterleiding
<Schema waterleiding>
<Verbindingsbuis vóór proefbedrijf>
Aansluitslang
waterleiding
Leiding voor schoonmaken
Buigzame verbinding
(absorbeert trilling)
Debietschakelaar
(verplichte
aansluiting)
Volgens bovenstaande illustratie moeten de debietschakelaar (verplicht) en de 2-weg elektromagnetische klep (optioneel) ten
minste gelijkwaardig zijn aan de specicatie die door ons bedrijf wordt aanbevolen en moeten ze horizontaal worden geïnstalleerd.
Wanneer het waterleidingcircuit bevriest, brengt dit schade toe aan de warmtewisselaar van het
plaattype en moeten dus preventieve maatregelen worden genomen, afhankelijk van de situatie.
Verwijder het achterblijvende water in de waterleiding wanneer deze niet gedurende langere tijd zal worden gebruikt.
Laat de waterpomp voortdurend werken om het water in de waterleiding te laten circuleren.
Plaats een zelfregulerende verwarmingskabel op de waterleidingen.
LET OP
Ontwerpvoorwaarde
Type
Circulatiewater
Bediening
Temperatuur watertoevoer
Opmerkingen
Voornaamste gebruiksbereik
Limiet gebruiksbereik
Opmerking 3)
Water van
warmtebron
Waterkringloop
Koelen
20 ~ 35 °C 10 ~ 45 °C
Raadpleeg
'Koelwaterbeheer'
op
pagina
72
Verwarmen
Bodemwarmtebron
Opmerking 1)
Aardlus
Koelen 15 ~ 35 °C 10 ~ 45 °C
Verwarmen 5 ~ 25 °C -5 ~ 45 °C (-10 ~ 45 °C)
Opmerking 2)
Opmerking 1): Antivries moet worden gebruikt wanneer de temperatuur van de watertoevoer voor verwarming minder dan 10 °C is of
wanneer een bodemwarmtebron wordt gebruik. Behoud de juiste concentratie van antivries volgens de temperatuur
van de watertoevoer.
Opmerking 2): Een strikt beheer van de antivriesconcentratie is vereist. Raadpleeg Samsung voordat u het toepast.
Opmerking 3): Wanneer de temperatuur van de watertoevoer de limiet heeft overschreden, raadpleeg dan Samsung voordat u het toepast.
Nederlands-62
Installatie van waterleiding
1. Raadpleeg de volgende tabel voor de diameter van het deel van de buitenunit waarop de waterleiding wordt aangesloten. Als u
buitenunits met verschillende capaciteiten installeert, installeer dan een debietregelklep zodat elke buitenunit een nominaal debiet heeft.
De aansluiting dient te gebeuren binnen onderstaand aanhaalmoment. Als het aanhaalmoment onderstaande waarde overschrijdt, kan
dit het product doen breken.
AM080/100/120/200FXWA✴✴ AM300KXWA✴✴
PT 1-1/4 (interne draad) PT 2 (interne draad)
Buitendiameter van waterleiding (mm) Aandraaimoment (N·m)
10 ~ 20 25
21 ~ 30 50
31 ~ 50 100
51 ~ 80 220
81 ~ 115 600
2. Gebruik gecerticeerde onderdelen voor het waterleidingsysteem en de waterdruk van het waterleidingsysteem dat op de buitenunit
aangesloten is moet onder 1,96 MPa blijven.
3. De waterleidingen van de buitenunit moeten uitgerust zijn met kleppen en andere instrumenten zoals op de afbeelding van de vorige
bladzijde. De zeef en debietschakelaar moeten binnen 1~2 m van de toevoerleiding van de buitenunit geïnstalleerd zijn. (De zeef moet aan
de toevoerzijde worden geïnstalleerd.)
- Als de zeef niet geïnstalleerd is, kan zand, stof of roestafval het product breken.
- Zorg ervoor dat een debietschakelaar geïnstalleerd is die bij minimale afvoer werkt. Wanneer het optimale afvoerniveau niet is bereikt,
kan de warmtewisselaar binnenin de buitenunit breken.
4. De watertoevoerleiding bevindt aan het onderste gedeelte van de warmtewisselaar en de waterafvoerleiding aan het bovenste gedeelte
van de warmtewisselaar.
5. De buitenunit moet binnen geïnstalleerd zijn op kamertemperatuur en de watertoevoer en -afvoer van de buitenunit moeten geïsoleerd
zijn met de warmtewisselaar zoals getoond in de illustratie.
6. Dampremmend, koudebestendig en geïsoleerd maken moet grondig gebeuren om te verhinderen dat condensatie vormt op het
oppervlak van het product en afvoerbuizen van binnen/buitenunits. Wanneer het noodzakelijke werk niet grondig is uitgevoerd, verspilt u
energie door warmteverlies en kan de eigendom in koude seizoenen beschadigd raken wanneer de waterleiding vriest en barst.
7. Als u het product lange tijd of 's nachts stopt, kan het waterleidingcircuit op natuurlijke wijze bevriezen wanneer de temperatuur rond de
buitenunit lager is dan 0 °C. Wanneer het waterleidingcircuit bevriest, brengt dit schade toe aan de warmtewisselaar van het plaattype en
moeten dus preventieve maatregelen worden genomen, afhankelijk van de situatie.
- Verwijder het achterblijvende water in de waterleiding.
- Laat de watercirculatiepomp voortdurend werken wanneer de buitenunit werkt, 1~5 minuten vóór het begin en 1~5 minuten na het
einde van de werking.
- Plaats een zelfregulerende verwarmingskabel op de waterleidingen.
8. Wanneer de temperatuur van de watertoevoer lager is dan 10 °C, moet al naargelang de temperatuur geschikte antivries worden gebruikt.
Stel de optieschakelaar van de buitenunit (PBA van type A: K21/K22, PBA van type B: toetsoptie) in volgens de gebruikstemperatuur.
- Wanneer de laagste temperatuur van de watertoevoer -5 °C bedraagt, moet het vriespunt van de antivries lager zijn dan -8 °C.
- Wanneer de laagste temperatuur van de watertoevoer -10 °C bedraagt, moet het vriespunt van de antivries lager zijn dan -15 °C.
9. Plaats een aantal automatische ontluchtingskleppen op een punt waar lucht in de leiding kan blijven zitten (zoals een verticale
waterleiding). Als de lucht in de leiding niet wordt verwijderd, kan deze de prestaties doen dalen of leiden tot roest op het product of
leidingen.
10. Houd de temperatuur van de watertoevoer binnen het 'Voornaamste gebruiksbereik'. Zo niet, werkt het product mogelijk niet
onafgebroken.
11. Er kan wateraanzetsel voorkomen op de warmtewisselaar van het plaattype, afhankelijk van de waterkwaliteit en de warmtewisselaar van
het plaattype, zodat regelmatige chemische schoonmaak nodig is. Wanneer u waterleidingen installeert, installeer dan een afsluitklep voor
warmtebronwater en installeer ook de spoelleiding met kogelkleppen (voor chemisch schoonmaken) op de leiding die geplaatst is tussen
de afsluitklep en de buitenunit.
Nederlands-63
02 HET PRODUCT INSTALLEREN
Buitenunit
Kogelklep
(gebruikt als schoonmaakgat)
Reinigingstoestel
Automatische luchtafvoerklep
Zeef voor
pomp
Zeef voor
buitenunit
Inlaatpijp water
Waterafvoerleiding
Warmtewisselaar
van plaattype
Spoelbuis
(Installeer deze voor het schoonmaken)
Kogelklep
(gebruikt als schoonmaakgat)
Grondverwarming
of koeltoren met
gesloten circuit
1. Sluit vóór het proefbedrijf de schoonmaakleidingen op de toevoer en afvoer aan zoals getoond in bovenstaande
illustratie. Neem vervolgens de gepaste maatregelen (zoals blinde ens enz.) zodat het circulatiewater niet langer in de
warmtewisselaar van het plaattype van de buitenunit komt, en gebruik de circulatiepomp om vreemde stoen in de
waterleidingen te verwijderen en de zeef schoon te maken. Wanneer vreemde stoen ophopen op een warmtewisselaar
van het plaattype van de buitenunit, kan dit de warmtewisselaar breken of er een probleem bij veroorzaken.
2. Installeer voor rechtmatige faciliteiten een digitale sensor en debietmeter op de waterleiding voor toezicht.
Open de klep van de waterleiding die op de buitenunit is aangesloten nadat het spoelen (verwijderen van
vreemde stoen in de waterleiding) is beëindigd.
Controleer of de lucht uit de waterleiding is verwijderd en dat de circulatiehoeveelheid is bevestigd voordat u de
onderhoudsklep op de koelmiddelzijde van de buitenunit opent.
Wanneer het circulatiewater stopt tijdens de werking van een buitenunit, kan dit leiden tot een breuk van
de warmtewisselaar van het plaattype. Controleer het circulatiedebiet met de debietschakelaar of andere
apparaten.
LET OP
Nederlands-64
Aansluiting extern contact
Aansluiting debietschakelaar (verplichte aansluiting)
f Wanneer de debietschakelaar wordt gebruikt, ontvangt deze een signaal van de warmtebronwatercirculatie en
detecteert hij of er een probleem is met de watercirculatie voordat de buitenunit begint te werken.
f Wanneer de debietschakelaar geen contactsignaal ontvangt, wordt dit verondersteld als een 'Probleem met de
warmtebronwatercirculatie' en stopt de buitenunit met werken uit veiligheid.
De debietschakelaar wordt
ingeschakeld wanneer het debiet
stijgt.
Sluit de draad van de debietschakelaar aan op de FLOW-SW IN-aansluiting,
ongeacht de polariteit.
PUMP OUT 2WAY V/V FLOW S/W
Flow control
Waterhub PBA
Pompafvoer, 2-weg elektromagnetische klep en debietschakelaar kunnen individueel of samen worden
gebruikt.
Voor de installatielocatie van de 2-weg elektromagnetische klep en debietschakelaar, raadpleegt u 'Schema
waterleiding' op pagina 61.
LET OP
Aansluiting pompafvoer
f Wanneer de hoofdpomp is aangesloten op een normale waterleiding, wordt een stroomloos contactsignaal geleverd.
(Raadpleeg 'Installatievoorbeeld van extra controller zoals een 2-weg elektromagnetische klep en pomp enz.' op pagina
66.)
Pomp
Voedingsbron
Controller
PUMP OUT 2WAY V/V FLOW S/W
Flow control
Waterhub PBA
Nederlands-65
02 HET PRODUCT INSTALLEREN
Uitleg over optionele functies
2-weg elektromagnetische klep
f Wanneer u meerdere buitenunits op een gemeenschappelijke waterleiding installeert, onderbreekt een 2-weg klep de
koelwatertoevoer naar een buitenunit die niet werkt, zodat de algemene eciënte van het systeem wordt verbeterd. De
2-weg elektromagnetische klep werkt automatisch, afhankelijk van de werkingsstatus van de binnen- en buitenunits.
(Voert een contactsignaal uit)
f U kunt een interne of externe aansluiting van de stroomkabel voor de 2-weg elektromagnetische klep kiezen.
PUMP OUT 2WAY V/V FLOW S/W
Flow control
(Extern vermogen)
Voedingsbron
(Intern vermogen)
Waterhub
PBA
Externe controller
2-weg
elektromagnetische klep
Sluit de kabel van de 2-weg elektromagnetische klep aan op de 2-weg klepaansluiting, ongeacht de polariteit.
(Gebruik echter een externe stroomvoorziening als de belasting van de elektromagnetische klep maximaal 250 V
bedraagt en de stroom meer dan 0,2 A.)
Debietregeling
f Nadat u de optieschakelaar van de buitenunit hebt ingesteld, kunt u de variabele debietregelklep aansluiten die wordt
bediend bij een invoersignaal van 0 ~ 10 V.
f Als de stroom van de regelklep voor variabel debiet AC 220-240 V bedraagt, kunt u de interne stroomvoorziening van de
buitenunit gebruiken.
f Wanneer u de debietregelklep van DC 24 V gebruikt, gebruik dan ook Transformer kit MVR-TK024 (optioneel).
f Gebruik de externe stroomvoorziening als de belasting van de elektromagnetische klep maximaal 250 V bedraagt en de
stroom meer dan 0,2 A.
f Het uitvoerbereik van de regelklep voor variabel debiet is verschillend, afhankelijk van de instelling van de
optieschakelaar van de buitenunit (Raadpleeg 'Toetsbediening instellen en weergavemodus met aanraakschakelaar
controleren' op pagina 50).
PUMP OUT 2WAY V/V FLOW S/W
Flow control
(Extern vermogen)
Voedingsbron
(Gebruik intern
vermogen)
Waterhub PBA
Gebruik een externe stroomvoorziening wanneer de belasting van de klep meer is dan 0,2 A.
Regelklep voor
variabel debiet
Nederlands-66
Uitleg over optionele functies
Bedradingsmethode voor optionele functies
Installatievoorbeeld van AC 220-240 V, rechtstreekse bediening van 2-weg elektromagnetische klep
Controller van POMP/2-weg elektromagnetische klep (PBA)
Controller
Buitenunit
2-weg elektromagnetische
klep
Debietschakelaar
AC 220-240 V
AC 220-240 V
2-weg elektromagnetische
klep UIT
POMP UIT
POMP F/B IN
Relais
Relais
Opgelet voor de
bedrading
Intern onderdeel van de buitenunit Extern onderdeel van de buitenunit
f De 2-weg elektromagnetische klep is een type dat werkt bij AC 220-240 V 50/60 Hz en een product met 0,2 A of minder
ondersteunt.
- Sluit een externe stroomvoorziening aan voor een 2-weg elektromagnetische klep met meer dan 0,2 A.
- Voor een extern stroomsnoer voor een 2-weg elektromagnetische klep moet u een vlambestendige tweelagige kabel
van 600 V gebruiken.
f Het product werkt niet als de debietschakelaar niet geïnstalleerd is.
Installatievoorbeeld van extra controller zoals een 2-weg elektromagnetische klep en pomp enz.
Controller van POMP/2-weg elektromagnetische klep (PBA)
Controller
Buitenunit
2-weg
elektromagnetische
klep
Debietschakelaar
AC 220-240 V
AC 220-240 V
2-weg elektromagnetische
klep UIT
POMP UIT
POMP F/B IN
Relais
Relais
Opgelet voor de
bedrading
POMP
AC 220-240 V
2-weg elektromagnetische klep, pompcontroller
2-weg
elektromagnetische
klep, pompcontroller
Intern onderdeel van de buitenunit Extern onderdeel van de buitenunit
Zekering
f Als het werkingstype van een 2-weg elektromagnetische klep verschillend is, gebruik dan een extra controller.
- Gebruik ook een externe controller voor de pomp.
- De buitenunit biedt alleen het nodige contactsignaal voor de 2-weg elektromagnetische klep en de werking van de
pomp. Gebruik daarom niet het contactsignaal dat rechtstreeks van de airconditioner komt.
f Het product werkt niet als de debietschakelaar niet geïnstalleerd is.
Nederlands-67
02 HET PRODUCT INSTALLEREN
Stroomschema van de externe contactcontroller van de buitenunit
Afstandsbediening van binnenunit
AAN
2-weg elektromagnetische klep Aan
Pomp Aan
Systeembediening
Nee
Ja
Debietschakelaar Aan
Systeem stopt
f Het detectorcircuit van de debietschakelaar moet gedurende meer dan 30 seconden worden gedetecteerd binnen de 3
minuten na de eerste verzending van het werkingssignaal van de pomp. (De buitenunit werkt niet als er geen detectie is.)
f De buitenunit stopt als het contact van de debietschakelaar 'Uit' wordt, zelfs tijdens de werking.
f Wanneer de buitenunit stopt, stopt ook de koelwaterpomp.
f Zelfs als u de externe contactregeling vanaf de DVM-buitenunit niet gebruikt, kunt u andere methoden voor externe
regeling gebruiken, zoals DDC, PLC of BMS en bovenstaand stroomschema toepassen. Gebruik ook een regeling voor de
vriespreventie van de watercirculatie in de winter.
f Als u de pomp/2-weg elektromagnetische klep bedient met een extra controller, gebruik die dan voor de bediening
zodat de pomp/2-weg elektromagnetische klep gedurende 3 minuten werkt nadat de buitenunit is gestopt met werken.
Nederlands-68
Te controleren zaken nadat de installatie voltooid is
1. Gebruik voordat u de stroom inschakelt een isolatieweerstandtester van DC 500 V om de stroomaansluiting (3-fasig: R, S,
T/1-fasig: L, N) en de isolatieweerstand tussen de aardingen van de buitenunit te meten.
- De meting moet meer dan 30 M bedragen.
2. Voordat u de stroom inschakelt, moet u met een voltmeter en fasetester de spanning en de fase controleren.
- R-, S-, T-, N-aansluiting: controleer of de spanning 380-415V bedraagt tussen draden (R-S, S-T, T-R) en 220-240V tussen
fasen (R-N, S-N, T-N) voordat u de schakelaar inschakelt.
Meet nooit de communicatieaansluiting uit omdat het communicatiecircuit dan beschadigd kan raken.
Controleer op kortsluiting van de communicatieaansluiting men een algemene circuittester.
LET OP
N
T
S
R
< ELB >
230V
400V400V
400V
230V 230V
3. Controleer of de R-410A binnenunits aangesloten zijn.
4. Wanneer de N-fase niet correct is aangesloten op de R-, S- en T-fase, wordt de overspanningsbescherming ingeschakeld
die de stroomvoorziening van de PCB uitschakelt. Controleer de stroomkabelaansluiting van de N-fase als de PCB niet
ingeschakeld is.
5. Controleer het volgende nadat de installatie is voltooid.
Installatiewerk
Buitenunit
Hebt u het externe oppervlak en de binnenkant van de buitenunit
gecontroleerd?
Is het mogelijk dat een kortsluiting is veroorzaakt door de warmte van een
buitenunit?
Is de ruimte goed verlucht en is er voldoende plaats voor onderhoud?
Is de buitenunit stevig vastgemaakt om externe krachten te weerstaan?
Binnenunit
Hebt u het externe oppervlak en de binnenkant van de binnenunit
gecontroleerd?
Is er voldoende plaats voor onderhoud?
Hebt u gecontroleerd of het midden van de binnenunit beschermd is en of
het horizontaal is geïnstalleerd?
Werk aan koelmiddelleiding
Hebt u de juiste buizen geselecteerd?
Zijn de vloeistof- en gaskleppen open?
Bevindt het totale aantal aangesloten binnenunits zich binnen het
toelaatbare bereik?
Bevinden het lengte- en hoogteverschil tussen de koelleidingen zich binnen
het toelaatbare bereik?
Zijn de aftakverbindingen goed geïnstalleerd?
Hebt u de aansluiting van de vloeistof- en gasleidingen gecontroleerd?
Hebt u de juiste isolator voor de buizen geselecteerd en hebt u ze correct
geïsoleerd?
Hebt u de buizen en het aangesloten deel correct geïsoleerd?
Is correct rekening gehouden met de hoeveelheid extra koelmiddel? (U moet
de hoeveelheid extra koelmiddel noteren op het onderhoudspapier dat in de
buitenunit is geplaatst.)
Nederlands-69
03 OVERIGE
Werk aan de afvoerbuis
Hebt u gecontroleerd of de afvoerbuizen van de binnen- en buitenunit
samen aangesloten zijn?
Hebt u de afvoertest voltooid?
Is de afvoerbuis goed geïsoleerd?
Elektrische bedrading
Zijn de stroomkabel en communicatiekabel stevig vastgemaakt aan het
klemmenbord binnen het bereik van het nominale aanhaalmoment?
Hebt u gecontroleerd op kruisverbinding van de stroom- en
communicatiekabels?
Hebt u aardingswerk 3 op de buitenunit uitgevoerd?
Hebt u een kabel met dubbele kern gebruikt (geen kabel met meerdere
kernen) voor de communicatiekabel?
Is de lengte van de draad binnen het toelaatbare bereik?
Is de draadroute correct?
Adres instellen
Hebt u het adres van de binnen- en buitenunits goed ingesteld?
Hebt u het adres van de binnen- en buitenunits goed ingesteld? (Wanneer u
meerdere afstandsbedieningen gebruikt)
Optie
Als de kans bestaat dat de buitenunit trilt, controleer dan of het
antitrillingsframe correct is geïnstalleerd.
Nederlands-70
Onderhoud
Voorzorgsmaatregelen voor het onderhoud van de warmtewisselaar van het plaattype
Vertel de gebruiker dat hij deze installatiehandleiding bij zich dient te houden.
1. Wanneer het product langdurig niet in gebruik is genomen, moet u de volgende zaken controleren:
- Controleer of de kwaliteit van het water aan de norm voldoet.
- Maak de zeef schoon.
- Controleer of het waterdebiet voldoende hoog is.
- Controleer of er problemen zijn met de waterdruk, de hoeveelheid water en de watertemperatuur bij de toevoer/
afvoer.
- Als u een bodemwarmtebron gebruikt, controleer dan vóór de werking het concentratiegehalte antivries om het
vriespunt onder -8 °C te houden (Raadpleeg 'Gebruiksnorm (verplichte controlelijst) van het circulatiewater van
bodemwarmtewisselaar (antivries)' op pagina 74)
2. Het is niet mogelijk om de warmtewisselaar van het plaattype te demonteren om hem schoon te maken of een
onderdeel te vervangen. Daarom moet hij op de volgende manieren worden schoongemaakt.
- Controleer of er een schoonmaakgat is voor chemisch schoonmaken bij de toevoerwaterleiding. Gebruik voor de
schoonmaak van wateraanzetsel verdund (tot 5%) citroenzuur, oxaalzuur, azijnzuur, fosforzuur. Gebruik echter geen
schoonmaakoplossing met zoutzuur, zwavelzuur of salpeterzuur omdat deze heel corrosief zijn.
- Controleer of er een klep is op de toevoer/afvoer van de warmtewisselaar van het plaattype.
- Sluit een leiding die exclusief wordt gebruikt voor schoonmaken aan op de toevoer/afvoerbuis van de warmtewisselaar
van het plaattype, vul het detergent bij een temperatuur van 50~60 °C en laat het detergent ongeveer 2~5 uur
circuleren. De schoonmaaktijd kan verschillen afhankelijk van de temperatuur van het detergent of de hoeveelheid
waterafzetting. Beoordeel hoeveel waterafzetting is verwijderd op basis van de kleur van het waterdetergent.
- Voer na het schoonmaken het detergent binnen de warmtewisselaar van het plaattype af en vul de warmtewisselaar
van het plaattype met water dat gemengd is met 1~2% natriumhydroxide of natriumbicarbonaat. Circuleer het
watermengsel gedurende 15~20 minuten om te neutraliseren.
- Na het neutraliseren van de buizen, spoelt u de warmtewisselaar van het plaattype met gedistilleerd water.
- Als u detergent uit lokale kleinhandelszaken gebruikt, let er dan op dat het geen roest veroorzaakt bij roestvrij staal of
koper.
- Voor gedetailleerde informatie over de schoonmaakmethode (en het correcte gebruik van detergent) neemt u contact
op met de fabrikant van het detergent.
3. Controleer na het schoonmaken of een normale werking mogelijk is.
Nederlands-71
03 OVERIGE
Aanbevolen aantal inspecties voor normale werking
Inspectielijst Inspectienorm Aantal inspecties
Neveneecten wanneer
ongepast
Geforceerde drainage
Heb u de waarde van de elektrische
geleidbaarheid correct ingesteld?
Een keer per week
Roest, waterafzetting of
slik kan voorvallen
Werkt de sensor voor de elektrische
geleidbaarheid correct?
Werkt de automatische klep correct?
Inspectie van koelwater en
waterkwaliteit
Is het koelwater vervuild of bevat het
zwevende deeltjes?
Een keer per maand
Roest, waterafzetting of
slik kan voorvallen
Is er roestwater?
Is er rode vloed?
Blijft het antivriesgehalte op peil?
Een keer per jaar (vóór
de winter)
-
Intern/extern onderdeel van
de koeltoren
Is er waterafzetting of slik?
Een keer per maand
Roest, waterafzetting of
slik kan voorvallen
Zijn er tekenen van roest op het metalen
gedeelte?
Is er een waterplant?
Warmtebronwaterapparaat
Hebt u de waarde van de
suppletiewatertoevoer correct ingesteld?
Dagelijks
Werkingsprobleem bij de
koeltoren of concentratie
van versterkt water
Is er een overvloed of gebrek aan
suppletiewater?
Is het waterniveau in de tank normaal voor
werking?
Nederlands-72
Koelwaterbeheer
1. Norm voor de koelwaterkwaliteit voor airconditioning en het aantal inspecties van de waterkwaliteit
Zorg ervoor dat u voldoet aan de norm voor waterkwaliteitsbeheer.
f Koelwater met een hoe graad van vreemde stoen kan leiden tot corrosie van de leiding of aanmaak van waterafzetting
met een invloed op de prestaties en de levensduur van het product. (Gebruik het geschikte warmtebronwater volgens
onderstaande tabel) Als het systeemwater van een andere bron afkomstig is dan de lokale watervoorziening, controleer
dan de waterkwaliteit.
Voor waterkwaliteitsbeheer van het warmtebronwater van waterkoeling met gesloten circuit moet de koeling gebeuren
volgens onderstaande tabel. Als de waterkwaliteit niet wordt beheerd volgens onderstaande tabel, kan dit de prestaties
van de airconditioner aantasten een ernstig probleem bij het product veroorzaken.
Classicatie Item
Systeem met gesloten circuit Eecten
Aanbevolen aantal
inspecties van de
waterkwaliteit
Water van
warmtebron
Suppletiewater Corrosie Schaal
Standaardwaarde
pH[25 °C] 7,0~8,0 7,0~8,0
❍❍
Twee keer per maand
Elektrische geleidbaarheid
[25 °C](mS/m)
30 of minder 30 of minder
❍❍
Chloride-ion (mg Cl
-
/l) 50 of minder 50 of minder
Een keer per maand
Sulfaat-ion (mg S0
4
2-
/l) 50 of minder 50 of minder
M alkaliniveau [pH 4,8](mg
CaCo
3
/l)
50 of minder 50 of minder
Totale hardheid (mg
CaCo
3
/l)
70 of minder 70 of minder
Kalkhardheid (mg CaCo
3
/l) 50 of minder 50 of minder
Ge-ioniseerde silica (mg
SiO
2
/l)
30 of minder 30 of minder
Referentie
IJzer (mg Fe/l) 1,0 of minder 0,3 of minder
❍❍
Een keer per maand
Koper (mg Cu/l) 1,0 of minder 1,0 of minder
Sulfaat-ion (mg S
2-
/l)
Mag niet
worden
gedetecteerd
Mag niet
worden
gedetecteerd
Ammoniak-ion (mg
NH
4
+
/l)
0,3 of minder 0,1 of minder
Overblijvende chloor
(mg Cl/l)
0,25 of minder 0,3 of minder
Vrije kooldioxide (mg
CO
2
/l)
0,4 of minder 0,4 of minder
Stabiliteitsindex - -
❍❍
De cirkel (O) wijst op de factor die relevant is voor corrosie of waterafzetting.
Wanneer de watertemperatuur hoger is dan 40 °C, kan staal zonder beschermlaag bij blootstelling aan
water beginnen te roesten. Een doeltreende maatregel om corrosie te voorkomen is het aanbrengen van
corrosiewerend materiaal of ontgassen.
Voor het koelwater en suppletiewater moet het gebruikte watersysteem met gesloten circuit en met een
koeltoren met gesloten circuit voldoen aan de norm in bovenstaande tabel.
Het aangevoerde water of suppletiewater moet leidingwater, industrieel water of grondwater zijn. Gezuiverd
water, geneutraliseerd water en onthard water mogen niet worden aangevoerd.
15 items in bovenstaande tabel zijn een normale factor voor corrosie en/of waterafzetting.
LET OP
Nederlands-73
03 OVERIGE
2. Werkingsbereik van water
f Wanneer het debiet van het koelwater buiten het werkingsbereik valt, stop dan de buitenunit en los de oorzaak op
voordat u de werking hervat (werkingsbereik: 60~120% van het standaarddebiet van koelwater)
Sectie
Standaardomstandigheid
Debiet van koelwater (l/min.)
AM080FXWA✴✴ AM100FXWA✴✴ AM120FXWA✴✴ AM200FXWA✴✴ AM300KXWA✴✴
Koelen
80 96 114 190 285
Verwarmen
Sectie
Werkingsbereik
Debiet van koelwater (l/min.)
AM080FXWA✴✴ AM100FXWA✴✴ AM120FXWA✴✴ AM200FXWA✴✴ AM300KXWA✴✴
Koelen
48~96 58~115 68~137 114~228 170~342
Verwarmen
80
70
60
50
40
30
20
10
0
50.00
100.0 150.0
Drukverlies (kPa) van koelwater
Debiet van koelwater (l/min.)
AM080FXWA✴✴
AM100FXWA✴✴
AM120FXWA✴✴
80
70
90
60
50
40
30
20
10
0
50 1000 150 200 250
Drukverlies (kPa) van koelwater
Debiet van koelwater (l/min.)
AM200FXWA✴✴
80
70
60
50
40
30
20
10
0
1000 200 300 400
Drukverlies (kPa) van koelwater
Debiet van koelwater (l/min.)
AM300KXWA✴✴
Nederlands-74
Koelwaterbeheer
3. Gebruiksnorm (verplichte controlelijst) van circulatiewater van bodemwarmtewisselaar (antivries)
Wanneer u een bodemwarmtebron gebruikt, gebruik dan antivries om het vriespunt te bepalen. Als u geen antivries
gebruikt, bevriezen en barsten de leidingen. Merk op dat de fabrikant geen verantwoordelijkheid draagt voor veroorzaakte
schade.
1) Alle circulatiewater (antivries) en additieven (corrosieremmer, bacteriënremmer, schuimremmers) moeten worden
gebruikt na raadpleging met het bestellende bedrijf of supervisor wat de impact op het milieu, corrosiviteit,
schadelijkheid voor de mens en beheerplan betreft.
2) De contractant moet extra zorg dragen bij de behandelings-, verpakkings- en transportregelgeving en -procedure
van de antivries.
3) Gebruik geen antivries die schadelijk is voor mensen of de apparatuur. Daarnaast moet in de leiding antivries
worden toegevoegd, volgens de specicatie en het concentratieniveau dat door het systeem is vereist. (Voeg een
onverdunde oplossing niet rechtstreeks toe, raadpleeg het bestellende bedrijf wanneer een onverdunde oplossing
ter plaatse werd gebracht)
4) Voordat u de antivries toevoegt, verwijdert u eventuele lucht die in het systeem achterblijft en voert u de druk op om
te controleren op lekken.
5) De gebruiker moet toezicht houden en periodiek onderhoud uitvoeren om het oorspronkelijk bedoelde
antivriesgehalte te behouden.
Als het gehalte zakt wegen lekken of na verloop an tijd, kan de leiding bevriezen en barsten.
6) Gebruiksvoorwaarde van de antivries wanneer de bodemwarmtewisselaar geïnstalleerd is (verplicht)
- Vlampunt: Het vlampunt van de antivries moet meer dan 90 °C bedragen.
- Vraag naar biochemische zuurstof: De hoeveelheid zuurstof in 1 g antivries bij 10 °C moet tussen 0,1~0,2 g liggen
en deze waarde moet gedurende 5 dagen worden behouden.
- Vriespunt: Het antivriesgehalte moet boven vriestemperatuur worden gehouden.
- Toxiciteit: De hoeveelheid LD50 per 1 kg antivries moet minder zijn dan 5 g.
- Stabiliteit gedurende opslag: Het mag niet worden gescheiden bij verwarming of koeling en evenmin mag de
troebelheid toenemen.
- Corrosiebestendigheid: Het moet corrosiebestendig zijn tegen alle metalen materiaal dat wordt gebruikt voor
bodemwarmtepompen en leidingen.
- Afzetting: Afzetting dat zich na een jaar werking heeft opgehoopt op de warmtewisselaar van het plaattype mag
de prestaties niet met meer dan 15% doen zakken.
4. Standaardgegevens voor de antivriesstatus (gebaseerd op een temperatuur van 15 °C voor de antivries)
Type pekel Concentratie [% Wt.] Vriestemperatuur Dichtheid [kg/m
3
]
Ethyleenglycol
10 -3,2 1014,87
20 -7,8 1031,39
30 -14,1 1047,07
40 -22,3 1061,65
Propyleenglycol
10 -3,3 1009,75
20 -7,1 1020,91
30 -12,7 1030,51
40 -21,1 1038,65
Nederlands-75
03 OVERIGE
Bijlagen
Specicaties van het model (gewicht en afmetingen)
Type Model Nettogewicht Nettoafmetingen (B*H*D)
Buitenunit
AM080FXWANR 160,0 kg 770*1000*545 mm
AM100FXWANR 160,0 kg 770*1000*545 mm
AM120FXWANR 160,0 kg 770*1000*545 mm
AM200FXWANR 240,0 kg 1100*1000*545 mm
AM300KXWANR 282,0 kg 1100*1000*545 mm
SAMSUNG ELECTRONICS CO., LTD.
107, Hanamsandan 6beon-ro, Gwangsan-gu, Gwangju-si, Korea 62218
4BNTVOH&MFDUSPOJDT
Service Department
PO Box 12987, Blackrock, Co. Dublin. Ireland
or
Blackbushe Business Park, Yateley, GU46 6GG. UK
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76

Samsung AM100FXWANR Installatie gids

Type
Installatie gids
Deze handleiding is ook geschikt voor