Relatieve celreferentie: De celreferentie (A1) in een formule zoals =A1+7
is een relatieve referentie, wat betekent dat deze wijzigt afhankelijk van de
cel waar de formule staat. Als de formule =A1+7 zich bijvoorbeeld
oorspronkelijk in cel B1 bevindt, zal het kopiëren en plakken naar cel C3
ervoor zorgen dat =B3+7 wordt ingevoerd in cel C3. Omdat de kopieer- en
plakbewerking de formule één kolom (B naar C) en twee rijen (1 naar 3)
verplaatst, verandert de relatieve A1-celreferentie in de formule naar B3. Als
door het kopiëren en plakken de naam van een relatieve celreferentie
verandert naar iets dat buiten het bereik van de spreadsheetcellen valt,
wordt de toepasselijke kolomletter en/of rijnummer vervangen door een
vraagteken (?) en “ERROR” wordt weergegeven als celgegeven.
Absolute celreferentie: Als u wilt dat de rij of de kolom, of zowel de rij- als
kolomdelen van een celreferentienaam ongewijzigd blijven, ongeacht waar
u ze plakt, moet u een absolute celreferentienaam aanmaken. Om een
absolute celreferentienaam aan te maken, plaatst u een dollarteken ({)
voor de kolomnaam en/of het rijnummer. U kunt een van de drie
verschillende absolute celreferenties gebruiken: absolute kolom met
relatieve rij ({A1), relatieve kolom met absolute rij (A{1) of absolute rij en
kolom ({A{1).
Om het symbool voor de absolute celreferentie in te voeren ({
)
Druk tijdens het invoeren van een formule in een cel, op V({).
Om spreadsheetgegevens te knippen en te plakken
1. Verplaats de cursor naar de cel waarvan u de inhoud wilt knippen en
druk dan op V(Cut & Paste).
• Dit gaat naar plakken stand-by. Om plakken stand-by te annuleren,
drukt u op .
2. Verplaats de cursor naar de cel waarin u de gegevens die u net hebt
geplakt, wilt plakken en druk dan op .
• Bij het plakken van de gegevens worden deze gegevens verwijderd
uit de cel waarin u het knippen hebt uitgevoerd en worden de
gegevens in stand-by automatisch geplakt.
Let op: In het geval van knippen en plakken, veranderen celreferenties niet
wanneer ze worden geplakt, ongeacht of ze relatief of absoluut zijn.
Om spreadsheetgegevens te kopiëren en te plakken
1. Verplaats de cursor naar de cel waarvan u de gegevens wilt kopiëren
V(Copy & Paste).
• Dit gaat naar plakken stand-by. Om plakken stand-by te annuleren,
drukt u op .
2. Verplaats de cursor naar de cel waarin u de gegevens die u net hebt
gekopieerd, wilt plakken en druk dan op .
• Plakken stand-by blijft ingeschakeld tot u op drukt, zodat u de
gekopieerde gegevens kunt plakken naar andere cellen als u dat
wenst.
Let op: Als u de inhoud van een cel die een formule met een relatieve
referentie kopieert, verandert de relatieve referentie volgens de locatie van
cel waar de inhoud wordt geplakt.
Om invoergegevens van een specieke cel te verwijderen
Verplaats de celcursor naar de cel waarvan u de inhoud wilt verwijderen en
druk dan op 2.
Om de inhoud van alle cellen in een spreadsheet te verwijderen
Druk op V(Delete All).
37