9. Zoek de twee excentrische veren en laat ze met de
lagerspanner samenvallen;
10. Monteer de nieuwe distributieriem en verwijder alle va
stzetgereedschap; controleer of de riem tussen de
rondsels goed gespannen is aan de niet gespannen
kant;
11. Monteer het spangereedschap op de riemschijf van de
riemspanner (E);
12. Draai de riemschijf van de riemspanner tegen de klok in
tot de indicator de maximale instelling vindt;
13. Draai de moer van de spanner met de momentsleutel
aan;
14. 1.4 motoren: Monteer het vastzetgereedschap van het
rondsel van de nokkenas (F);
15. Draai de bout van het rondsel van de nokkenas met de
momentsleutel aan:
1.2 motoren = 63-77 Nm
1.4 motoren = 18-22 Nm +55°
16. Demonteren:
1.4 motoren: het vastzetgereedschap van het rondsel
van de nokkenas (F);
Het vastzetgereedschap van de nokkenas (C);
17. Verwijder de bout van het afstelgereedschap van de
krukas (A);
18. Draai de krukas twee slagen met de klok mee;
19. Monteer het gereedschap om de nokkenas af te stellen
(C);
20. Monteer het gereedschap om het BDP vast te stellen
weer (A);
21. Monteer het spangereedschap op de riemschijf van de
riemspanner (E);
22. Draai de riemschijf van de riemspanner tot de indicato
ren uitgelijnd zijn;
23. Draai de moer van de riemschijf van de riemspanner
met de momentsleutel 25-31 Nm aan;
24. Monteer de dop van het rondsel van de nokkenas en
draai hem 25-30 Nm aan (G);
25. Verwijder het vastzetgereedschap van de nokkenas en
het gereedschap om de krukas af te stellen;
26. Hermonteer de fasesensor nu: gebruik de speciale mal
(H) voor de juiste plaatsing van de cilinderkop;
27. Met gemonteerde mal voltooit u nu het aandraaien van
het kleppendeksel, van de spoel en de fasensensor.
19
F
G
E
D
C
H