14
GEBRUIKSAANWIJZING
● Motor N14: monteer het uitlijngereedschap van de nok
kenas aan de uitlaatkant (F-B) en vervolgens het uitlijn
gereedschap van de nokkenas aan de inlaatkant (C)
(fig. 3).
De afstelling is correct wanneer het uitlijngereedschap
van de nokkenassen op de kop steunt.
Handel anders als volgt:
● Monteer het uitlijngereedschap van de nokkenas aan de
uitlaatkant (F-B) en vervolgens het uitlijngereedschap
van de nokkenas aan de inlaatkant (A bij N12, C bij N14)
(fig. 2 - 3).
● Verwijder de kettingspanner: als hij opnieuw moet wor
den gebruikt, verwijdert u de olie door de zuiger langza
am twee keer samen te drukken.
● Draai de bouten van de afstelinrichtingen van de nokke
nassen los en verzeker u ervan dat het teken “IN” op de
inlaatnokkenas en het teken “EX” op de uitlaatnokkenas
naar boven zijn gedraaid.
● Lijn de uitlaatnokkenas uit en verzeker u ervan dat het
uitlijngereedschap op de kop steunt.
● Lijn de inlaatnokkenas uit en verzeker u ervan dat het
uitlijngereedschap op de kop steunt.
● Draai de bouten tussen het uitlijngereedschap en de kop
aan.
● Monteer het voorspangereedschap van de distributieket
ting (E) en schroef de draadstift (D) aan tot hij in aanra
king komt met de geleidingsbaan (fig. 4).
● Span de distributieketting nu 0,6 Nm met het gereed
schap voor en vervang de bouten van alle afstelinrichtin
gen. Aanspanmoment: 20 Nm + 180°.
● Demonteer in de volgende volgorde: de afstelpin van de
krukas, het uitlijngereedschap van de nokkenassen, het
voorspangereedschap van de distributieketting.
● Monteer tenslotte de kettingspanner: aanspanmoment
65 Nm.
2
3
4
F
A
C
B
F
NL