Documenttranscriptie
é Inhoudsopgave
G]n[lebkursianzwgj
Belangrijke veiligheidsvoorschriften......................................49
Oorzaken van schade...............................................................52
Overzicht............................................................................................ 52
Schade aan de oven ....................................................................... 52
Schade aan de schuiflade ............................................................. 52
Opstellen en aansluiten ...........................................................53
Voor de installateur ......................................................................... 53
Fornuis met de waterpas horizontaal plaatsen .......................... 53
Uw nieuwe fornuis....................................................................53
Algemeen .......................................................................................... 53
Kookplaat .......................................................................................... 54
De oven ............................................................................................. 54
De binnenruimte............................................................................... 55
De toebehoren ..........................................................................55
Toebehoren plaatsen ...................................................................... 55
Extra toebehoren.............................................................................. 55
Klantenserviceartikelen.................................................................. 56
Voor het eerste gebruik ...........................................................57
De oven opwarmen ......................................................................... 57
Toebehoren reinigen ....................................................................... 57
Kookplaat instellen...................................................................57
Zo stelt u in ....................................................................................... 57
Grote kookzone met twee ringen en braadzone ....................... 57
Kooktabel .......................................................................................... 57
Oven instellen ...........................................................................58
Verwarmingsmethode en temperatuur ........................................ 58
Snelvoorverwarming........................................................................ 58
Onderhoud en reiniging...........................................................59
Schoonmaakmiddelen .................................................................... 59
Inschuifrails verwijderen en bevestigen....................................... 60
Ovendeur verwijderen en inbrengen............................................ 60
Glazen deurplaten uit- en inbouwen............................................. 61
Wat te doen bij storingen? ......................................................61
Storingstabel ..................................................................................... 61
Ovenlamp aan het plafond vervangen ........................................ 61
Glazen afscherming......................................................................... 62
Servicedienst ............................................................................ 62
Enummer en FDnummer .............................................................. 62
Energie en milieutips ..............................................................62
Energie besparen met de oven .................................................... 62
Energie besparen met de kookplaat............................................ 62
Milieuvriendelijk afvoeren ............................................................... 63
Voor u in onze kookstudio uitgetest.......................................63
Gebak................................................................................................. 63
Tips voor het bakken ...................................................................... 65
Vlees, gevogelte, vis........................................................................ 65
Tips voor het braden en grillen ..................................................... 67
Ovenschotels, gegratineerde gerechten, toast .......................... 67
Kant-en-klaar producten ................................................................. 68
Bijzondere gerechten ...................................................................... 68
Ontdooien.......................................................................................... 69
Drogen ............................................................................................... 69
Inmaak ............................................................................................... 69
Acrylamide in levensmiddelen ................................................70
Testgerechten ........................................................................... 70
Bakken ............................................................................................... 70
Grillen ................................................................................................. 71
Produktinfo
Meer informatie over producten, accessoires, onderdelen en
diensten vindt u op het internet: www.siemens-home.com en in
de online-shop: www.siemens-eshop.com
: Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Alleen dan kunt u het toestel goed en
veilig bedienen. Bewaar de
gebruiksaanwijzing voor later gebruik of om
door te geven aan een volgende eigenaar.
Controleer het apparaat na het uitpakken.
Niet aansluiten in geval van
transportschade.
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag
apparaten zonder stekker aansluiten. Bij
schade door een verkeerde aansluiting
maakt u geen aanspraak op garantie.
Dit apparaat is alleen bestemd voor
huishoudelijk gebruik en de huiselijke
omgeving. Gebruik het uitsluitend voor het
bereiden van gerechten en drank. Zorg
ervoor dat het apparaat onder toezicht
gebruikt wordt. Het toestel alleen gebruiken
in gesloten ruimtes.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op
hoogten van maximaal 2.000 meter boven
zeeniveau.
Dit apparaat is niet geschikt voor het
gebruik met een externe wekker of
afstandsbediening.
Maak voor de bescherming van kinderen
geen gebruik van ongeschikte
beveiligingsvoorzieningen of tralies. Dit kan
leiden tot ongevallen.
Dit toestel kan worden gebruikt door
kinderen vanaf 8 jaar en door personen met
beperkte fysieke, sensorische of geestelijke
vermogens of personen die gebrek aan
kennis of ervaring hebben, wanneer zij
onder toezicht staan van een persoon die
49
verantwoordelijk is voor hun veiligheid of
geleerd hebben het op een veilige manier
te gebruiken en zich bewust zijn van de
risico's die het gebruik van het toestel met
zich meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. Reiniging en onderhoud van het
toestel mogen niet worden uitgevoerd door
kinderen, tenzij zij 8 jaar of ouder zijn en
onder toezicht staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan
8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of
de aansluitkabel.
Toebehoren altijd op de juiste manier in de
binnenruimte plaatsen. Zie beschrijving
toebehoren in de gebruiksaanwijzing.
Risico van brand!
■ Brandbare voorwerpen die in de
binnenruimte worden bewaard kunnen
vlam vatten. Bewaar geen brandbare
voorwerpen in de binnenruimte. Open
nooit de deur wanneer er sprake is van
rookontwikkeling in het apparaat. Het
toestel uitschakelen en de stekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen.
■ Wanneer de apparaatdeur geopend wordt,
ontstaat er een luchtstroom. Het
bakpapier kan dan de
verwarmingselementen raken en vlam
vatten. Tijdens het voorverwarmen mag er
nooit bakpapier los op de toebehoren
liggen. Verzwaar het bakpapier altijd met
een vorm. Bakpapier alleen op het
benodigde oppervlak leggen. Het
bakpapier mag niet uitsteken over de
toebehoren.
■ Hete olie en heet vet vatten snel vlam.
Hete olie en heet vet nooit gebruiken
zonder toezicht. Vuur nooit blussen met
water. Schakel de kookzone uit. Vlammen
voorzichtig met een deksel, smoordeksel
of iets dergelijks verstikken.
■ De kookzones worden erg heet. Nooit
brandbare voorwerpen op de kookplaat
leggen. Geen voorwerpen op de
kookplaat leggen.
■ Het apparaat wordt erg heet, brandbare
materialen kunnen snel vlam vatten.
Bewaar of gebruik geen brandbare
voorwerpen ( bijv. spuitbussen,
reinigingsmiddelen) onder of in de
Risico van brand!
Risico van brand!
Risico van brand!
Brandgevaar!
50
nabijheid van de oven. Bewaar geen
brandbare voorwerpen in of op de oven.
■ Het oppervlak van de schuiflade kan erg
heet worden. Bewaar alleen
oventoebehoren in de schuiflade.
Ontvlambare en brandbare voorwerpen
mogen niet in de ovenlade worden
opgeborgen.
Risico van verbranding!
■ Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete
vlakken in de binnenruimte of
verwarmingselementen aanraken. Het
apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
■ Toebehoren of vormen worden zeer heet.
Neem hete toebehoren en vormen altijd
met behulp van een pannenlap uit de
binnenruimte.
■ Alcoholdampen kunnen in de
binnenruimte vlam vatten. Nooit gerechten
klaarmaken die een hoog percentage
alcohol bevatten. Alleen kleine
hoeveelheden drank met een hoog
alcoholpercentage gebruiken. De deur
van het toestel voorzichtig openen.
■ De kookzones en met name een
eventueel aanwezige kookplaatomlijsting
worden zeer heet. Raak de hete
oppervlakken nooit aan. Zorg ervoor dat
er geen kinderen in de buurt zijn.
■ Tijdens het gebruikt worden de
oppervlakken van het apparaat heet. De
hete oppervlakken niet aanraken. Houd
kinderen uit de buurt van het toestel.
■ De kookzone warmt op, maar de indicatie
functioneert niet Zekering in de meterkast
uitschakelen. Contact opnemen met de
klantenservice.
■ Het apparaat wordt heet tijdens de
bereiding. Laat het voor de reiniging
afkoelen.
Kans op verbranding!
■ Tijdens het gebruik worden de
toegankelijke onderdelen heet. De hete
onderdelen nooit aanraken. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
■ Bij het openen van de apparaatdeur kan
hete stoom vrijkomen. De deur van het
toestel voorzichtig openen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
■ Door water in de hete binnnruimte kan
hete waterdamp ontstaan. Nooit water in
de hete binnenruimte gieten.
Risico van brand!
Risico van verbranding!
Risico van verbranding!
Risico van verbranding!
Verbrandingsgevaar!
Risico van verbranding!
Verbrandingsgevaar!
Risico van verbranding!
Kans op verbrandingen!
Risico van letsel!
■ Wanneer er krassen op het glas van de
apparaatdeur zitten, kan dit springen.
Geen schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
■ Wanneer er vloeistof zit tussen de bodem
van de pan en de kookzone kunnen
kookpannen plotseling in de hoogte
springen. Zorg ervoor dat de kookzone en
de bodem van de pan altijd droog zijn.
■ Wordt het toestel onbevestigd op een
sokkel geplaatst, dan kan het hiervan
afglijden. Het toestel moet goed aan de
sokkel worden bevestigd.
Kantelgevaar!
Risico van letsel!
Risico van letsel!
Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
■ Scheuren of barsten in het glaskeramiek
kunnen schokken veroorzaken. Zekering
in de meterkast uitschakelen. Contact
opnemen met de klantenservice.
Risico van brand!
■ Losse voedselresten, vet en braadjus
kunnen tijdens de zelfreiniging vlam
vatten. Verwijder voor de zelfreiniging altijd
de grove verontreiniging uit de
binnenruimte en van de toebehoren.
■ De buitenkant van het apparaat wordt
tijdens de zelfreiniging zeer heet. Nooit
brandbare voorwerpen, zoals bijv.
droogdoeken, aan de deurgreep hangen.
Zorg ervoor dat de voorkant van het
toestel vrij blijft. Zorg ervoor dat er geen
kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
■ De binnenruimte wordt tijdens de
zelfreiniging zeer heet. Nooit de
apparaatdeur openen of de
vergrendelingshaak met de hand
verschuiven. Het toestel laten afkoelen.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de
buurt zijn.
■ ; De buitenkant van het apparaat wordt
tijdens de zelfreiniging zeer heet. De
apparaatdeur nooit aanraken. Het
apparaat laten afkoelen. Zorg ervoor dat
er geen kinderen in de buurt zijn.
■
Kans op een elektrische schok!
Risico van brand!
Waarschuwing: Om te voorkomen dat het
apparaat kantelt, moet een
kantelbeveiliging worden gemonteerd. Lees
de montage-instructies door.
Kans op een elektrische schok!
■ Ondeskundige reparaties zijn
gevaarlijk.Reparaties mogen uitsluitend
worden uitgevoerd door technici die zijn
geïnstrueerd door de klantenservice.Is het
apparaat defect, haal dan de stekker uit
het stopcontact of schakel de zekering in
de meterkast uit. Contact opnemen met
de klantenservice.
■ De kabelisolatie van hete
toestelonderdelen kan smelten. Zorg
ervoor dat er nooit aansluitkabels van
elektrische toestellen in contact komen
met hete onderdelen van het apparaat.
■ Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
■ Bij vervanging van de lamp in de
binnenruimte staan de contacten van de
lampfitting onder stroom. Trek voordat u
tot vervanging overgaat de netstekker uit
het stopcontact trekken of schakel de
zekering in de meterkast uit.
Risico van verbranding!
Kans op een elektrische schok!
Kans op een elektrische schok!
Kans op een elektrische schok!
Kans op een elektrische schok!
51
Oorzaken van schade
Kookplaat
Overzicht
Attentie!
In de volgende tabel vindt u de meest voorkomende schade:
■
■
■
■
■
Door ruwe bodems van pannen ontstaan krassen op het
glaskeramiek.
U dient te voorkomen dat pannen leeg koken. Hierdoor kan
schade ontstaan.
Nooit hete pannen op het bedieningspaneel, het
indicatiegebied of de omlijsting zetten. Hierdoor kan schade
ontstaan.
Wanneer er harde en puntige voorwerpen op de kookplaat
vallen, kan deze beschadigd raken.
Aluminiumfolie of kook- of bakgerei van kunststof smelten op
de hete kookzones. Bakpapier is niet geschikt voor uw
kookplaat.
Schade
Oorzaak
Maatregel
Vlekken
Overgelopen etenswaar
Verwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schraper.
Krassen
Verkleuringen
Ongeschikte reinigingsmiddelen
Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor glaskeramiek.
Zout, suiker en zand
Gebruik de kookplaat niet als plaats om iets neer te zetten of als werkvlak.
Door ruwe bodems van pannen ontstaan krassen op het glaskeramiek.
Controleer uw kook- en bakgerei.
Ongeschikte reinigingsmiddelen
Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor glaskeramiek.
Slijtage van pannen (bijv. aluminium) Til de pannen tijdens het verplaatsen op.
Defecten aan het Suiker, zeer suikerhoudende gerech- Verwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schraper.
oppervlak
ten
Schade aan de oven
Attentie!
■
■
■
■
■
■
■
Toebehoren, folie, bakpapier of vormen op de bodem van de
binnenruimte: Geen toebehoren op de bodem van de
binnenruimte leggen. Geen bakpapier of folie, van welk type
dan ook, op de bodem van de binnenruimte leggen. Geen
vorm op de bodem van de binnenruimte plaatsen wanneer
een temperatuur van meer dan 50 °C ingesteld is. Er
ontstaat dan een opeenhoping van warmte. De bak- en
braadtijden kloppen niet meer en het email wordt
beschadigd.
Water in de hete binnenruimte: Nooit water in de hete
binnenruimte gieten. Er ontstaat dan waterdamp. Door de
verandering van temperatuur kan schade aan het email
ontstaan.
Vochtige levensmiddelen: Geen vochtige levensmiddelen
langere tijd in de afgesloten binnenruimte bewaren. Het email
raakt dan beschadigd.
Vruchtensap: De bakplaat bij zeer vochtig vruchtengebak niet
te overvloedig bedekken. Vruchtensap dat van de bakplaat
druppelt, laat vlekken achter die niet meer kunnen worden
verwijderd. Gebruik zo mogelijk de diepere braadslede.
Afkoelen met open apparaatdeur: De binnenruimte alleen
laten afkoelen wanneer deze afgesloten is. Ook wanneer de
deur slechts op een kier openstaat, kan de voorzijde van
aangrenzende meubels op den duur worden beschadigd.
Sterk vervuilde deurdichting: is de deurdichting sterk vervuild,
dan sluit de apparaatdeur tijdens het gebruik niet meer goed.
De voorzijde van aangrenzende meubels kan worden
beschadigd.Zorg ervoor dat de deurdichting altijd schoon is.
Apparaatdeur als vlak om op iets op te leggen of te plaatsen:
niets op de apparaatdeur leggen of plaatsen en er niets aan
52
hangen. Geen vormen of toebehoren op de apparaatdeur
plaatsen.
■
■
Toebehoren inschuiven: afhankelijk van het type toestel
kunnen de toebehoren krassen geven op de deur.
Toebehoren altijd tot de aanslag in de binnenruimte schuiven.
Apparaat transporteren: Het apparaat niet aan de deurgreep
vasthouden of dragen. De deurgreep houdt op den duur het
gewicht van het apparaat niet en kan afbreken.
Schade aan de schuiflade
Attentie!
Leg geen hete voorwerpen in de schuiflade. Deze kan
beschadigd raken.
Opstellen en aansluiten
Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting dient uitgevoerd te worden door een
daartoe bevoegd vakman. De voorschriften van de
verantwoordelijke elektriciteitsmaatschappij dienen te worden
nageleefd.
Wanneer het toestel verkeerd wordt aangesloten, heeft u geen
recht op garantie.
Attentie!
Als de aansluitkabel beschadigd raakt, moet deze door de
fabrikant, door de servicedienst of door een erkende monteur
worden vervangen.
Fornuis met de waterpas horizontaal plaatsen
Zet het fornuis direct op de vloer.
1. Ovenlade eruit trekken en er naar boven uittillen.
Aan de onderkant bevinden zich binnenin voor en achter
stelvoeten.
2. De stelvoeten zo nodig met een zeskantsleutel omhoog of
omlaag draaien, tot het fornuis waterpas staat (Afbeelding A).
3. Ovenlade weer inschuiven (Afbeelding B).
$
%
Voor de installateur
■
■
■
De installatie dient te beschikken over een schakelaar met
een contactopening van minstens 3 mm. Bij aansluiting met
een stekker is dit niet noodzakelijk wanneer de stekker voor
de gebruiker toegankelijk is.
Elektrische veiligheid: het fornuis is een apparaat van
veiligheidsklasse I en mag alleen met een geaarde
aansluiting worden gebruikt.
Voor de aansluiting van het apparaat dient een kabel van het
type H 05 VV-F of gelijkwaardig te worden gebruikt.
Bevestiging aan de wand
Om te voorkomen dat het fornuis kantelt, dient u het met de
meegeleverde haak aan de wand te bevestigen. Neem het
montagevoorschrift voor bevestiging aan de wand in acht.
Uw nieuwe fornuis
Hier maakt u kennis met uw nieuwe fornuis. Wij leggen u de
werking van het bedieningspaneel, de kookplaat en de
afzonderlijke bedieningselementen uit. U krijgt informatie over
de binnenruimte en de toebehoren.
Algemeen
De uitvoering hangt van het type apparaat af.
Toelichting
1
Kookplaat
2
Kookzoneschakelaars
3
Functie- en temperatuurkeuzeknop
4
Koeling van het apparaat
5
Ovendeur
6
Schuiflade
Schakelaars
De schakelaars kunnnen in de uit-stand worden ingedrukt. Om
in en uit te schakelen op de schakelaar drukken.
53
Kookplaat
Stand
Hier krijgt u een overzicht van het bedieningspaneel. De
uitvoering hangt van het type apparaat af.
%
Gebruik
Boven- en onderwarmte
: 3D-hetelucht*
Voor taart en gebak op één tot
drie niveaus. De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de
achterkant gelijkmatig in de oven.
; Pizzastand
Voor de snelle bereiding van diepvriesproducten zonder voorverwarmen, bijv. pizza's, patates frites of
strudel. Het onderste verwarmingselement en het ronde verwarmingselement aan de achterwand
zijn ingeschakeld.
$ Onderwarmte
Inkoken en nabakken of naroosteren. De hitte komt van onderen.
4 Circulatiegrillen
Braden van vlees, gevogelte en
hele vis. Het grillelement en de
ventilator worden afwisselend inen uitgeschakeld. De ventilator
wervelt de hete lucht rond het
gerecht.
* Grill, klein
Grillen van kleine hoeveelheden
steaks, worstjes, toast en stukjes
vis. Het middelste deel van het grillelement wordt heet.
( Grill, groot
Grillen van steaks, worstjes, toast
en stukjes vis. Het gehele vlak
onder het grillelement wordt heet.
A Ontdooien
Ontdooien van bijv. vlees, gevogelte, brood en gebak. De ventilator wervelt de warme lucht rond
het gerecht.
I Snelvoorverwarming
Snel voorverwarmen van de oven
zonder toebehoren.
Toelichting
1
Kookzone 17 cm of braadzone 17 x 26 cm
2
Kookzone 14,5 cm
3
Kookzone 18 cm
4
Tweekringskookzone 21 en 12 cm
5
Restwarmte-indicatie
Kookzoneknoppen
Met de vier kookzoneknoppen stelt u het
verwarmingsvermogen van de afzonderlijke kookzones in.
Stand
ý
Nulstand
1-9 Kookstanden
Betekenis
De kookzone is uitgeschakeld.
1 = laagste stand
9 = hoogste stand
î
Extra inschakeling
De braadzone inschakelen
ð
Extra inschakeling
De grote kookzone met twee ringen inschakelen
Wanneer u een kookzone inschakelt, brandt het
indicatielampje.
Restwarmte-indicatie
De kookplaat heeft voor elke kookzone een
restwarmteindicatie. Deze laat zien welke kookzones nog heet
zijn. Ook wanneer de kookplaat uitgeschakeld is, is de indicatie
verlicht tot de kookzone voldoende is afgekoeld.
U kunt de restwarmte energiebesparend benutten en
bijvoorbeeld een klein gerecht warmhouden.
De oven
U stelt de oven in met de functie- en de temperatuurkeuzeknop.
Functiekeuzeknop
Met de functiekeuzeknop stelt u de verwarmingsmethode voor
de oven in.
U kunt de functiekeuzeknoppen naar rechts of naar links
draaien.
Stand
ý
Nulstand
Gebruik
De oven is uitgeschakeld.
* Verwarmingsmethode waarbij de energie-efficiëntieklasse
overeenkomt met EN50304.
54
Voor taart en gebak, ovenschotels
en magere braadstukken,
bijv. rund of wild, op één niveau.
De hitte komt gelijkmatig van
boven en van beneden.
* Verwarmingsmethode waarbij de energie-efficiëntieklasse
overeenkomt met EN50304.
Wanneer u instelt gaat de ovenlamp in de binnenruimte aan.
Temperatuurkeuzeknop
Met de temperatuurkeuzeknop kunt u de temperatuur en de
grillstand instellen.
Standen
Functie
Ú
Nulstand
Oven niet heet.
50-270
Temperatuurbereik
De temperatuurweergave is in
ºC.
•, ••, ••• Grillstanden
Grillstanden voor de grill, klein
* en groot ( oppervlak.
• = Stand 1, zwak
•• = Stand 2, gemiddeld
••• = Stand 3, sterk
Als de oven opwarmt, brandt het controlelampje op het
bedieningspaneel. Als het opwarmen wordt onderbroken, gaat
het symbool uit. Bij sommige instellingen brandt het symbool
niet.
De binnenruimte
Koelventilator
In de binnenruimte bevindt zich de ovenlamp. Een
koelventilator beschermt de oven tegen oververhitting.
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld. De
warme lucht ontsnapt via de deur.
Ovenlamp
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt.
Tijdens het gebruik brandt de ovenlamp in de binnenruimte.
Attentie!
De ventilatiesleuven niet afdekken. Anders raakt de oven
oververhit.
De toebehoren
De meegeleverde toebehoren zijn geschikt voor vele
gerechten. Let erop dat u de toebehoren altijd op de juiste
manier in de binnenruimte plaatst.
De toebehoren kunnen tot ongeveer halverwege naar buiten
worden getrokken, tot ze inklikken. Zo kunnen de gerechten
gemakkelijk uit de oven worden genomen.
Het grote assortiment speciale toebehoren zorgt ervoor dat
vele van uw gerechten nog beter lukken en u de oven nog
comfortabler kunt gebruiken.
Zorg ervoor dat de toebehoren met de welving naar achteren in
de binnenruimte worden geplaatst. Alleen zo klikken ze in.
Rooster
Voor servies, taart- en cakevormen,
braadstukken, grillstukken en diepvriesgerechten.
Het rooster met de open kant naar
de ovendeur en de welving naar
beneden ¾ inschuiven.
Emaillen bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Plaats de bakplaat met de schuine
kant naar de ovendeur.
Braadslede
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote braadstukken. Hij kan ook worden gebruikt
om het vet op te vangen, als u
direct op het rooster grilt.
Plaats de braadslede met de
schuine kant naar de ovendeur.
Toebehoren plaatsen
U kunt de toebehoren op 5 verschillende hoogtes in de
binnenruimte plaatsen. Altijd tot de aanslag inschuiven, zodat
de toebehoren de deurruit niet raken.
Aanwijzing: Wanneer de toebehoren heet worden, kunnen ze
vervormen. De vervorming verdwijnt weer nadat ze zijn
afgekoeld. Dit heeft geen invloed op de werking ervan.
Houd de bakplaat aan weerszijden met beide handen vast en
schuif de bakplaat recht in het frame. Vermijd bij het inschuiven
bewegingen naar links of rechts. Anders kan de bakplaat niet
gemakkelijk ingeschoven worden. Het geëmailleerde oppervlak
kan beschadigd raken.
Toebehoren kunt u nabestellen bij de klantenservice, in de
vakhandel of via Internet. Geef hiervoor alstublieft het
HZnummer op.
Extra toebehoren
Extra toebehoren kunt u bij de servicedienst of in de
speciaalzaak kopen. In onze brochures of op internet vindt u
diverse producten die voor uw oven geschikt zijn. De
beschikbaarheid van extra toebehoren en de mogelijkheid om
deze via internet te kopen is per land verschillend. Informatie
hierover vindt u in de verkoopbrochures.
Niet elk extra toebehoren is voor elk apparaat geschikt. Geef bij
aankoop steeds de volledige naam (E-nr.) van uw apparaat op.
Extra toebehoren
HZ-nummer
Functie
Pizzaplaat
HZ317000
Is zeer geschikt voor pizza, diepvriesgerechten en ronde taarten. U kunt de pizzaplaat in plaats van de braadslede gebruiken. Schuif de plaat boven het rooster erin en houd u aan de
gegevens in de tabellen.
Inzetrooster
HZ324000
Om te braden. Plaats het grillrooster altijd op de braadslede.
Afdruipend vet en vleesvocht worden opgevangen.
55
Extra toebehoren
HZ-nummer
Functie
Grillplaat
HZ325000
Deze wordt bij het grillen in plaats van het grillrooster of als
spatbeveiliging gebruikt om de oven tegen sterke vervuiling te
beschermen. Gebruik de grillplaat alleen in combinatie met de
braadslede.
Grillstukken op de grillplaat: Alleen de inschuifhoogtes 1, 2 en
3 worden gebruikt.
Grillplaat als spatbeveiliging: De braadslede wordt tezamen
met de grillplaat onder het rooster ingeschoven.
Baksteen
HZ327000
Geëmailleerde bakplaat
HZ331003
De baksteen is uitstekend geschikt voor het bereiden van zelfgemaakt brood, broodjes en pizza die een knapperige bodem
moeten krijgen. De baksteen moet altijd op de aanbevolen
temperatuur worden voorverwarmd.
Voor gebak en koekjes.
Schuif de bakplaat met de schuine kant naar de ovendeur in
de oven.
Geëmailleerde bakplaat met anti-aanplaklaag
HZ331011
Gebak en koekjes kunnen goed op de bakplaat worden verdeeld. Schuif de bakplaat met de schuine kant naar de ovendeur in de oven.
Braadslede
HZ332003
Voor vochtig gebak, koekjes, diepvriesgerechten en grote
braadstukken. Kan ook voor het opvangen van vet of vleesvocht onder het rooster worden gebruikt.
Schuif de braadslede met de schuine kant naar de ovendeur in
de oven.
Braadslede met anti-aanplaklaag
HZ332011
Vochtig gebak, koekjes, diepvriesgerechten en grote braadstukken kunnen goed op de braadslede worden verdeeld.
Schuif de braadslede met de schuine kant naar de ovendeur in
de oven.
Deksel voor profipan
HZ333001
Met een deksel wordt de profipan een profibraadpan.
Profipan met inzetrooster
HZ333003
Is zeer geschikt voor het bereiden van grote hoeveelheden.
HZ338352
Met de uitschuifrails op de hoogten 1, 2 en 3 kunt u het toebehoren verder uittrekken zonder dat het kantelt.
Telescopische uitschuifhulp
3-voudige telescopische uitschuifhulp
De 3-voudige uitschuifhulp is niet geschikt voor draaispitvoorzieningen.
3-voudige uitschuifhulp met stopfunctie
HZ338357
Met de uitschuifrails op de hoogten 1, 2 en 3 kan het toebehoren geheel worden uitgetrokken zonder dat het kantelt. De rails
van de uitschuifhulp klikken vast en zorgen ervoor dat het toebehoren gemakkelijk kan worden geplaatst.
De 3-voudige uitschuifhulp met stopfunctie is niet geschikt
voor draaispitvoorzieningen.
Rooster
HZ334000
Voor ovenschalen, bakvormen, braadstukken, gegrilde stukken en diepvriesgerechten.
Glazen pan
HZ915001
De glazen pan is geschikt voor smoorgerechten en ovenschotels. Is zeer geschikt voor programma's en braadautomaat.
Klantenserviceartikelen
Voor uw huishoudelijke apparaten kunt u bij de klantenservice,
in de vakhandel of via het Internet voor afzonderlijke landen in
de e-shop de juiste onderhouds en reinigingsmiddelen of
andere toebehoren kopen. Geef hiervoor het betreffende
artikelnummer op.
Schoonmaakdoekjes voor roestvrijstalen
oppervlakken
Artikelnr. 311134
Het afzetten van vuil wordt tegengegaan. Door de impregnatie
met een speciale olie worden de oppervlakken van roestvrijstalen apparaten optimaal schoongemaakt.
Ovengrillreinigergel
Artikel-nr. 463582
Voor het reinigen van de binnenruimte. De gel is reukloos.
Microvezeldoek met honingraatstructuur
Artikelnr. 460770
Bijzonder geschikt voor het schoonmaken van gevoelige
oppervlakken, zoals bijv. glas, glaskeramiek, roestvrij staal of
aluminium. Het microvezeldoekje verwijdert in één keer vochtig en vethoudend vuil.
Deurbeveiliging
Artikel-nr. 612594
Om te voorkomen dat kinderen de ovendeur openen. De
beveiliging wordt vastgeschroefd op een manier die afhangt
van de apparaatdeur. Neem de aanwijzingen in het bijlageblad
bij de deurbeveiliging in acht.
56
Voor het eerste gebruik
Hier vindt u alles wat u moet doen voordat u voor het eerst
gerechten klaarmaakt met de oven. Lees eerst het hoofdstuk
Veiligheidsvoorschriften.
1. Met de functiekeuzeknop Boven- en onderwarmte %
De oven opwarmen
Na een uur de oven uitschakelen. Hiervoor de
functiekeuzeknop op de nulstand draaien.
Om de geur van het nieuwe te verwijderen, warmt u de lege,
gesloten oven op. Ideaal hiervoor is een uur bij Boven- en
onderwarmte % op 240 °C. Let erop dat zich geen
verpakkingsresten in de binnenruimte bevinden.
Ventileer de keuken zolang de oven opwarmt.
instellen.
2. Met de temperatuurkeuzeknop 240 °C instellen.
Toebehoren reinigen
Reinig de toebehoren voor het eerste gebruik grondig met
warm zeepsop en een zacht schoonmaakdoekje.
Kookplaat instellen
In dit hoofdstuk leest u hoe u de kookzones kunt instellen. In de
tabel vindt u kookstanden en bereidingstijden voor
verschillende gerechten.
Zo stelt u in
Met de kookzoneknoppen stelt u het verwarmingsvermogen
van de afzonderlijke kookzones in.
Stand 0 = uit
Stand 1 = laagste stand
Stand 9 = hoogste stand.
Wanneer u een kookzone inschakelt, brandt het
indicatielampje.
Grote kookzone met twee ringen en
braadzone
Bij deze kookzones kunt u de grootte veranderen.
Extra inschakelen van het grote vlak
Kookzoneknop tot de stand 9 draaien - hier voelt u een lichte
weerstand - en verder tot het symbool
ð = grote kookzone met twee ringen of
æ = braadzone
Vervolgens direct naar de gewenste kookstand terugdraaien.
Terugschakelen naar het kleine vlak
Kookzoneknop op 0 draaien en opnieuw instellen.
Op de kleine kookzone met twee ringen kunt u bijzonder goed
kleine hoeveelheden opwarmen.
Attentie!
Nooit verder dan het symbool ð of æ op 0 draaien.
Kooktabel
In de volgende tabel vindt u enkele voorbeelden.
De bereidingstijden en kookstanden zijn afhankelijk van de
aard, het gewicht en de kwaliteit van de gerechten. Daarom zijn
afwijkingen mogelijk.
Bij het opwarmen van dikvloeibare gerechten regelmatig
roeren.
Gebruik voor het aan de kook brengen kookstand 9.
Doorkookstand
Doorkookduur in
minuten
Chocolade, couverture, gelatine,
1
-
boter
1-2
-
Eenpansgerecht (bijv. linzenschotel)
1-2
-
Melk**
1-2
-
Knoedels, knödels
4*
20-30 min.
Vis
3*
10-15 min.
Witte sauzen, bijv. bechamelsaus
1
3-6 min.
Rijst (met dubbele hoeveelheid water)
3
15-30 min.
In de schil gekookte aardappels
3-4
25-30 min.
Gekookte aardappels
3-4
15-25 min.
Deegwaren, pasta
5*
6-10 min.
Eenpansgerecht, soepen
3-4
15-60 min.
Groente
3-4
10-20 min.
Groente, diepvries
3-4
10-20 min.
Garen in de snelkookpan
3-4
-
Smelten
Opwarmen en warmhouden
Gaarstoven, zachtjes laten koken
Koken, stomen, stoven
* Doorkoken zonder deksel
** Zonder deksel
57
Doorkookstand
Doorkookduur in
minuten
Rollades
3-4
50-60 min.
Stoofvlees
3-4
60-100 min.
Goulash
3-4
50-60 min.
Schnitzel, on/gepaneerd
6-7
6-10 min.
Schnitzel, diepvries
6-7
8-12 min.
Steak (3 cm dik)
7-8
8-12 min.
Vis en visfilet, ongepaneerd
4-5
8-20 min.
Vis en visfilet, gepaneerd
4-5
8-20 min.
Vis en visfilet, gepaneerd en diepvries, bijv. vissticks
6-7
8-12 min.
Pangerechten, diepvries
6-7
6-10 min.
Pannenkoeken
5-6
ononderbroken
Sudderen
Braden**
* Doorkoken zonder deksel
** Zonder deksel
Oven instellen
U heeft verschillende mogelijkheden om de oven in te stellen.
Hier geven wij u uitleg over de manier waarop u de gewenste
verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand instelt.
Snelvoorverwarming
Verwarmingsmethode en temperatuur
Gebruik de snelvoorverwarming voor temperaturen boven 100
ºC.
Het voorbeeld in de afbeelding: boven- en onderwarmte % bij
190 °C.
1. Met de functiekeuzeknop de verwarmingsmethode instellen.
Met de snelvoorverwarming bereikt de oven de ingestelde
temperatuur bijzonder snel.
Om een gelijkmatig resultaat te krijgen, doet u de gerechten
pas na beëindiging van het snel voorverwarmen in de oven.
1. Zet de functiekeuzeknop op I.
2. Stel de temperatuurkeuzeknop op de gewenste temperatuur
in.
Het indicatielampje boven de temperatuurkeuzeknop brandt.
De oven wordt opgewarmd.
&
Na afloop van het snel voorverwarmen
Het indicatielampje gaat uit. Plaats uw gerecht in de oven en
stel de gewenste verwarmingsmethode in.
2. Met de temperatuurkeuzeknop de temperatuur of de
grillstand instellen.
&
&
De oven begint op te warmen.
Oven uitschakelen.
Functiekeuzeknop op de nulstand draaien.
Instellingen veranderen
U kunt de verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand op
elk moment met de daarvoor bestemde keuzeknop veranderen.
58
Onderhoud en reiniging
Wanneer u de kookplaat en de oven goed verzorgt en
schoonmaakt, blijven ze lang mooi en intact. Hieronder leggen
wij u uit hoe u beide op de juiste manier verzorgt en
schoonmaakt.
Bereik
Schoonmaakmiddelen
Kookplaat
Verzorging: beschermings- en onderhoudsmiddelen voor het glaskeramiek.
Reiniging: schoonmaakmiddelen die
geschikt zijn voor glaskeramiek.
De aanwijzingen voor het schoonmaken
op de verpakking in acht nemen.
Aanwijzingen
■ Geringe kleurverschillen op de voorzijde van de oven zijn het
gevolg van het gebruik van verschillende materialen, zoals
glas, kunststof en metaal.
■
■
Het email wordt ingebrand op zeer hoge temperaturen.
Hierdoor kunnen er kleine kleurverschillen ontstaan. Dit is
normaal en heeft geen nadelige invloed op de werking. De
smalle randen van de bakplaten kunnen niet volledig worden
geëmailleerd. Ze kunnen daarom ruw zijn. De bescherming
tegen corrosie blijft hierbij intact.
Schoonmaakmiddelen
Om te voorkomen dat de verschillende oppervlakken door
verkeerde reinigingsmiddelen beschadigd raken, moet u zich
aan het volgende houden.
Gebruik bij de reiniging van de kookplaat
■
■
■
:Schraper tegen sterke vervuiling:
Schaduwen op de ruit van de deur, die eruit zien als strepen,
zijn lichtreflexen van de ovenlamp.
Ontgrendelen en alleen met het schrapermesje reinigen. Let op, het mes is
heel scherp! Risico van letsel..
Na het reinigen weer sluiten. Beschadigde messen direct vervangen.
Omlijsting van de
kookplaat
Ruiten van de deur Glasreiniger:
met een zachte doek schoonmaken.
Geen schraper gebruiken.
Binnenruimte
Warm zeepsop of water met azijn:
met een schoonmaakdoekje reinigen.
Inschuifrails
Warm zeepsop:
laten weken en met een schoonmaakdoekje of borstel schoonmaken.
geen onverdund afwasmiddel of reinigingsmiddelen voor de
vaatwasmachine,
geen schuursponsjes,
geen agressieve reinigingsmiddelen zoals ovensprays of
middelen om vlekken te verwijderen,
■
geen hogedrukreiniger of stoomstraler.
■
Reinig losse onderdelen niet in de vaatwasmachine.
Gebruik bij de reiniging van de oven
■
geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen,
■
geen reinigingsmiddelen met een hoog alcoholpercentage,
■
geen schuursponsjes,
■
geen hogedrukreiniger of stoomstraler.
■
Reinig losse onderdelen niet in de vaatwasmachine.
Was nieuwe sponsen voor het eerste gebruik goed uit.
Bereik
Schoonmaakmiddelen
Buitenzijde apparaat
Warm zeepsop:
met een schoonmaakdoekje reinigen en
met een zachte doek nadrogen. Geen
glasreiniger of schraper gebruiken.
Roestvrij staal
Warm zeepsop:
met een schoonmaakdoekje reinigen en
met een zachte doek nadrogen. Kalk-,
vet-, zetmeel- en eiwitvlekken altijd
onmiddellijk verwijderen. Onder zulke
vlekken kan gemakkelijk corrosie ontstaan.
Bij de klantenservice of in de vakhandel
zijn speciale schoonmaakmiddelen voor
roestvrij staal verkrijgbaar die geschikt
zijn voor warme oppervlakken. Het
schoonmaakmiddel heel dun opbrengen
met een zachte doek.
Warm zeepsop:
nooit schoonmaken met schraper,
citroen of azijn.
Braadthermometer Warm zeepsop:
(afhankelijk van het met een schoonmaakdoekje of borstel
type toestel)
schoonmaken. Niet afwassen in de vaatwasmachine.
Glazen afscherming van de ovenlamp
Warm zeepsop:
met een schoonmaakdoekje reinigen.
Dichting
Niet afnemen!
Warm zeepsop:
met een schoonmaakdoekje reinigen.
Niet schuren.
Toebehoren
Warm zeepsop:
laten weken en met een schoonmaakdoekje of borstel schoonmaken.
Ovenlade
Warm zeepsop:
met een schoonmaakdoekje reinigen.
Zelfreinigende oppervlakken in de binnenruimte
schoonmaken
De achterwand in de oven is voorzien van een laagje zeer
poreus keramiek. Spetters van het bakken en braden worden
hiervan opgezogen en afgebroken terwijl de oven in gebruik is.
Hoe hoger de temperatuur en hoe langer de oven wordt
gebruikt, des te beter het resultaat.
Wanneer er ook na herhaald gebruik nog vuil zichtbaar is, gaat
u als volgt te werk:
1. Bodem, plafond en zijwanden van de binnenruimte
zorgvuldig schoonmaken.
2. 3D-hetelucht : instellen.
3. De lege, gesloten oven gedurende ongeveer 2 uur op
maximale temperatuur houden.
De keramiekbedekking wordt geregenereerd. Bruinachtige of
witachtige resten kunt u, wanneer de binnenruimte afgekoeld is,
met water of een zachte doek verwijderen.
Een lichte verkleuring van het keramiek heeft geen invloed op
de zelfreiniging.
59
Attentie!
■
■
Gebruik nooit schurende schoonmaakmiddelen. Deze
veroorzaken krassen op de hoogporeuze laag of vernietigen
hem.
Behandel de keramiekbedekking nooit met ovenreiniger.
Komt hier per ongeluk ovenreiniger op, verwijder deze dan
direct met een spons en voldoende water.
Bodem, plafond en zijwanden van de binnenruimte
schoonmaken
Gebruik hiervoor een schoonmaakdoekje en heet zeepsop of
water met azijn.
Ovendeur verwijderen en inbrengen
Om de deurruiten schoon te maken en te demonteren, kunt u
de ovendeur verwijderen.
De scharnieren van de ovendeur zijn alle voorzien van een
blokkeerhendel. Wanneer de blokkeerhendels zijn dichtgeklapt
(Afbeelding A), is de ovendeur beveiligd. Hij kan niet worden
verwijderd. Wanneer de blokkeerhendels voor het verwijderen
van de ovendeur opengeklapt zijn (B), zijn de scharnieren
beveiligd. Ze kunnen niet dichtklappen.
$
%
Bij sterke vervuiling een schuursponsje van roestvrij staal of
ovenreiniger gebruiken. Alleen gebruiken in de onverwarmde
oven. De zelfreinigende oppervlakken nooit behandelen met
een schuursponsje of ovenreiniger.
Inschuifrails verwijderen en bevestigen
U kunt de rails voor het reinigen verwijderen. De oven dient
afgekoeld te zijn.
Inschuifrails verwijderen
: Risico van letsel!
1. Rail voor optillen
Wanneer de scharnieren niet beveiligd zijn, klappen ze met
grote kracht dicht. Let erop dat de blokkeerhendels altijd
helemaal dichtgeklapt zijn, en bij het verwijderen van de
ovendeur helemaal opengeklapt.
2. en uit de geleiders nemen (Afbeelding A).
3. Hierna de hele rail naar voren trekken
4. en verwijderen (Afbeelding B).
Deur verwijderen
%
$
1. Ovendeur helemaal openen.
2. Beide blokkeerhendels links en rechts openklappen
(Afbeelding A).
3. Ovendeur tot de aanslag sluiten. Met beide handen links en
rechts vastpakken. Nog wat verder sluiten en uitnemen
(Afbeelding B).
$
%
Maak de rails schoon met zeepsop en een
schoonmaaksponsje. Gebruik bij hardnekkig vuil een borstel.
Inhangroosters bevestigen
1. Inhangrooster eerst in de achterste bus plaatsen, iets naar
achteren drukken (Afbeelding A)
2. en vervolgens in de voorste bus plaatsen (Afbeelding B).
$
%
Deur inbrengen
De ovendeur in de omgekeerde volgorde weer inbrengen.
1. Let er bij het inbrengen van de ovendeur op dat beide
scharnieren recht in de opening worden geleid
(Afbeelding A).
2. De keep op het scharnier dient aan beide kanten in te klikken
(Afbeelding B).
$
De inschuifrails passen links en rechts. Let erop dat evenals in
afbeelding B hoogte 1 en 2 beneden is en hoogte 3, 4 en 5
boven.
60
%
3. Beide blokkeerhendels weer dichtklappen (Afbeelding C).
Ovendeur sluiten.
$
%
&
Reinig de glazen platen met een glasreiniger en een zachte
doek.
: Risico van letsel!
Wanneer de ovendeur er per ongeluk uitvalt of een scharnier
dichtklapt, het scharnier niet met uw hand aanraken. Neem
contact op met de klantenservice.
: Risico van letsel!
Wanneer er krassen op het glas van de apparaatdeur zitten,
kan dit springen. Geen schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Glazen deurplaten uit- en inbouwen
Inbouw
Om de glazen platen in de ovendeur beter te kunnen reinigen,
kunnen deze worden uitgebouwd.
1. Houd de bovenste glazen plaat aan de zijkanten vast en
Uitbouw
1. Hang de ovendeur uit. Zie de instructies in het hoofdstuk
Ovendeur uithangen. Leg de ovendeur met de greep naar
onderen op een doek.
schuif deze schuin naar achteren erin. De glazen plaat moet
in de openingen aan de onderkant erin worden geschoven.
De gladde zijde moet zich buiten, de ruwe binnen bevinden.
(afbeelding A).
$
2. Verwijder de afdekking bovenaan de ovendeur. Druk hiertoe
links en rechts met de vingers. Trek de afdekking eruit
(afbeelding A).
3. Licht de bovenste glazen plaat op en trek deze eruit
(afbeelding B).
2. Plaats de afdekking bovenaan de ovendeur en druk deze
aan. Let erop dat de inkepingen aan de zijkanten correct
vastklikken.
3. Hang de ovendeur er weer in. Zie de instructies in het
hoofdstuk Ovendeur inhangen.
Gebruik de oven pas weer als de glazen platen weer correct
zijn ingebouwd.
Wat te doen bij storingen?
Storingen worden vaak veroorzaakt door een kleinigheid.
Raadpleeg de volgende tabel voordat u contact opneemt met
de servicedienst. Wellicht kunt u zelf de storing verhelpen.
Storingstabel
Wanneer een gerecht niet goed gelukt is, lees hier dan het
hoofdstuk Voor u in onze kookstudio getest op na. Hier vindt u
vele tips en aanwijzingen voor het koken.
Storing
Mogelijke oorzaak
De oven functio- De zekering is
neert niet.
defect.
Oplossing/aanwijzing
: Kans op een elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici die zijn
geïnstrueerd door de klantenservice.
Ovenlamp aan het plafond vervangen
Als de ovenlamp is uitgevallen, moet deze worden vervangen.
Temperatuurbestendige reservelampen, 40 watt, kunt u krijgen
bij de klantenservice of uw speciaalzaak. Gebruik uitsluitend
originele lampen.
Kijk in de meterkast na of
de zekering in orde is.
De stroom is uit- Controleer of het keukengevallen.
licht of andere keukenapparaten functioneren.
De oven warmt Er zit stof op de Draai de schakelaars meerniet op.
contacten.
dere keren heen en weer.
61
: Kans op een elektrische schok!
Zekering in de meterkast uitschakelen.
1. Theedoek in de onverwarmde oven leggen, om schade te
voorkomen.
2. Glazen afscherming eruit halen door de schroeven naar links
te draaien.
3. Lamp vervangen door een van hetzelfde type.
4. Glazen afscherming er weer inschroeven.
5. Theedoek eruit nemen en de zekering inschakelen.
Glazen afscherming
Als de glazen afscherming beschadigd is, dient hij te worden
vervangen. Passende glazen afschermingen zijn verkrijgbaar bij
de klantenservice. Vermeld a.u.b. het productnummer (Enr.) en
het fabricagenummer (FD-nr.) van uw apparaat.
Servicedienst
Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat onze
servicedienst voor u klaar. Wij vinden altijd een passende
oplossing, ook om onnodig bezoek van een technicus te
voorkomen.
Enummer en FDnummer
Geef aan de klantenservice altijd het productnummer (E-nr.) en
het fabricagenummer (FD-nr.) van uw apparaat op, zodat wij u
goed van dienst kunnen zijn. Het typeplaatje met de nummers
vindt u aan de zijkant van de ovendeur. Om niet te lang te
hoeven zoeken wanneer u de klantenservice nodig heeft, kunt u
hier direct de gegevens van uw apparaat en het
telefoonnummer van de servicedienst invullen.
Enr.
FDnr.
Servicedienst O
Let erop dat het bezoek van een technicus van de servicedienst
in het geval van een verkeerde bediening ook tijdens de
garantietijd kosten met zich meebrengt.
De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst
met Servicedienstadressen.
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
NL
088 424 4020
B
070 222 142
Vertrouw op de competentie van de fabrikant. Dan bent u ervan
verzekerd dat de reparatie wordt uitgevoerd door ervaren
technici die gebruikmaken van de originele reserveonderdelen
voor uw apparaat.
Energie en milieutips
Hier krijgt u tips over de manier waarop u bij het bakken en
braden in de oven en bij het koken op de kookplaat energie
bespaart en het apparaat op de juiste manier afvoert.
Energie besparen met de oven
■
■
■
■
■
Energie besparen met de kookplaat
■
■
De oven alleen voorverwarmen als dit in het recept of in de
tabellen van de gebruiksaanwijzing is opgegeven.
Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde bakvormen.
Deze nemen de hitte bijzonder goed op.
Open de ovendeur tijdens het garen, bakken of braden zo
weinig mogelijk.
Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na elkaar bakken.
De oven is dan nog warm. Daardoor is de baktijd voor het
tweede gerecht korter. U kunt ook 2 rechthoekige bakvormen
naast elkaar in de oven plaatsen.
Bij langere bereidingstijden kunt u de oven 10 minuten voor
het einde van de bereidingstijd uitzetten en de restwarmte
gebruiken voor het afbakken.
62
■
■
■
■
■
Gebruik pannen met dikke, egale bodems. Niet-egale
bodems verhogen het energieverbruik.
De diameter van de bodem van de pan dient overeen te
komen met de grootte van de kookzone. Vooral te kleine
pannen op de kookzone zorgen voor energieverlies. Let op:
de fabrikanten geven vaak de diameter van de bovenkant
van de pan aan. Deze is meestal groter dan de diameter van
de pannenbodem.
Gebruik voor kleine hoeveelheden een kleine pan. Een grote,
slechts weinig gevulde pan heeft veel energie nodig.
Sluit de pannen altijd af met een passend deksel. Wanneer u
kookt zonder deksel heeft u vier maal meer energie nodig.
Kook met weinig water. Dit bespaart energie. Bij groente
blijven vitamines en mineralen behouden.
Schakel tijdig terug naar een lagere kookstand.
Maak gebruik van de restwarmte. Schakel bij langere
bereidingstijden al 5-10 minuten voor het einde van de
bereidingstijd de kookzone uit.
Milieuvriendelijk afvoeren
Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met
de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
(waste electrical and electronic equipment - WEEE).
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU
geldige terugneming en verwerking van oude
apparaten.
Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Hier vindt u een keur aan gerechten en de daarbij behorende
optimale instellingen. Wij laten u zien welke
verwarmingsmethode en temperatuur het meest geschikt is
voor uw gerecht. U krijgt informatie over de juiste toebehoren
en de hoogte waarop ze ingeschoven dienen te worden. U
krijgt tips over de te gebruiken vormen en de bereiding.
Aanwijzingen
■ De tabel geldt altijd voor producten die in de onverwarmde
en lege binnenruimte worden geplaatst.
Alleen voorverwarmen wanneer dit in de tabel wordt
aangegeven. Leg pas na het voorverwarmen bakpapier op
de toebehoren.
■
■
■
Braadslede: hoogte
■
Bakplaat: hoogte
Bakplaten die gelijktijdig in de oven worden gedaan, hoeven
niet op hetzelfde moment klaar te zijn.
In de tabellen vindt u talrijke voorstellen voor uw gerechten.
Wanneer u met 3 rechthoekige bakvormen tegelijk bakt, zet
deze dan zoals op de afbeelding aangegeven op het rooster.
De aangegeven tijden in de tabellen zijn richtwaarden. Ze zijn
afhankelijk van de kwaliteit en de aard van de
levensmiddelen.
Maak gebruik van de meegeleverde toebehoren. Bij de
klantenservice of in de vakhandel kunt u toebehoren of extra
toebehoren kopen.
Verwijder voor het gebruik alle toebehoren en vormen die u
niet nodig heeft uit de binnenruimte.
Gebruik altijd een pannenlap wanneer u hete toebehoren of
vormen uit de oven neemt.
Gebak
Bakken op één niveau
Met boven en onderwarmte % lukt het gebak het beste.
Wanneer u met 3D-hetelucht : bakt, dient u de volgende
inschuifhoogtes voor de toebehoren te gebruiken:
■
Gebak in vormen: hoogte
■
Gebak op de plaat: hoogte
Bakken op meerdere niveaus
Gebruik 3Dhetelucht :.
Inschuifhoogtes bij het bakken op 2 niveaus
■
Braadslede: hoogte
■
Bakplaat: hoogte
Bakvormen
Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen.
Bij lichte bakvormen van dunwandig metaal of glazen vormen is
de baktijd langer en wordt het gebak niet zo gelijkmatig bruin.
Wanneer u siliconen vormen wilt gebruiken, raadpleeg dan de
informatie en de recepten van de fabrikant. Vormen van
silicone zijn vaak kleiner dan normale vormen. De deegvormen
en receptgegevens kunnen afwijken.
Tabellen
In de tabellen vindt u voor de verschillende soorten gebak de
optimale verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn
afhankelijk van de hoeveelheid en de kwaliteit van het deeg. In
de tabellen zijn bereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
laagste waarde. Een lage temperatuur zorgt ervoor dat het
gerecht gelijkmatiger bruin wordt. Stel de oven indien nodig de
volgende keer hoger in.
De baktijden worden 5 tot 10 minuten korter wanneer u
voorverwarmt.
Inschuifhoogtes bij het bakken op 3 niveaus
■
■
Bijkomende informatie vindt u onder Tips voor het bakken na
de tabellen.
Bakplaat: hoogte 5
Gebak in vormen
Vorm
Cake, eenvoudig
Hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Krans/rechthoekige vorm 2
:
160-180
40-50
3 cakevormen
3+1
:
140-160
60-80
Cake, fijn
Krans/rechthoekige vorm 2
%
150-170
60-70
Taartbodem, roerdeeg
Vorm vruchtentaartbodem 2
%
150-170
20-30
Vruchtentaart fijn, roerdeeg
Springvorm/tulbandvorm
2
%
160-180
50-60
Biscuittaart
Springvorm
2
%
160-180
30-40
* Gebak ca. 20 minuten in de uitgeschakelde, gesloten oven laten afkoelen.
63
Gebak in vormen
Vorm
Hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Bodem zandtaartdeeg met rand
Springvorm
1
%
170-190
25-35
Vruchten- of kwarktaart, bodem van
zandtaartdeeg*
Springvorm
1
%
170-190
70-90
Zwitserse vruchtentaart
Pizzaplaat
1
%
220-240
35-45
Hartig gebak (bijv. quiche/uientaart)*
Springvorm
1
%
180-200
50-60
1
%
250-270
10-15
Hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
2
Pizza, dunne bodem met weinig bedek- Pizzaplaat
king (voorverwarmen)
* Gebak ca. 20 minuten in de uitgeschakelde, gesloten oven laten afkoelen.
Gebak op de plaat
Toebehoren
Roer of gistdeeg met droge bedekking Bakplaat
%
170-190
20-30
Braadslede + bakplaat
3+1
:
150-170
35-45
Braadslede
3
%
160-180
40-50
Braadslede + bakplaat
3+1
:
150-170
50-60
Zwitserse vruchtentaart
Braadslede
2
%
210-230
40-50
Biscuitrol (voorverwarmen)
Bakplaat
2
%
190-210
15-20
Broodvlecht van 500 g bloem
Bakplaat
2
%
160-180
30-40
Kerststol van 500 g bloem
Bakplaat
3
%
160-180
60-70
Kerststol van 1 kg bloem
Bakplaat
3
%
150-170
90-100
Strudel, zoet
Braadslede
2
%
180-200
55-65
Börek
Braadslede
2
%
180-200
40-50
Pizza
Bakplaat
2
%
220-240
15-25
Braadslede + bakplaat
3+1
:
180-200
35-45
Roer- of gistdeeg met vochtige bedekking, vruchten
Klein gebak
Toebehoren
Hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Koekjes
Bakplaat
3
:
140-160
15-25
Braadslede + bakplaat
3+1
:
130-150
25-35
Sprits (voorverwarmen)
Bitterkoekjes
2 bakplaten + braadslede
5+3+1
:
130-150
30-40
Bakplaat
3
%
140-150
30-40
Bakplaat
3
:
140-150
30-40
Braadslede + bakplaat
3+1
:
140-150
30-45
2 bakplaten + braadslede
5+3+1
:
130-140
35-50
Bakplaat
2
%
110-130
30-40
Braadslede + bakplaat
3+1
:
100-120
35-45
2 bakplaten + braadslede
5+3+1
:
100-120
40-50
Schuimgebak
Bakplaat
3
:
80-100
130-150
Deeg van bijv. soesjes
Bakplaat
2
%
200-220
30-40
Bladerdeeggebak
Bakplaat
3
:
180-200
20-30
Braadslede + bakplaat
3+1
:
180-200
25-35
2 bakplaten + braadslede
5+3+1
:
160-180
35-45
Bakplaat
3
%
180-200
20-30
Braadslede + bakplaat
3+1
:
170-190
25-35
Gistdeeggebak
Brood en broodjes
Bij het bakken van brood de oven voorverwarmen als er niets
anders is aangegeven.
Giet nooit water in de hete oven.
64
Bij het bakken op 2 niveaus de braadslede altijd boven de
bakplaat inschuiven.
Brood en broodjes
Toebehoren
Hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Gistbrood van 1,2 kg bloem
Braadslede
2
%
270
8
200
35-45
270
8
Zuurdeegbrood van 1,2 kg
bloem
Braadslede
2
%
200
40-50
Broodjes (niet voorverwarmen)
Bakplaat
3
%
210-230
20-30
Broodjes van gistdeeg, zoet
Bakplaat
3
%
170-190
15-20
Braadslede + bakplaat
3+1
:
160-180
20-30
Tips voor het bakken
U wilt bakken volgens uw eigen recept. Raadpleeg de baktabellen voor gelijksoortig gebak.
Zo stelt u vast of de cake goed doorbakken is.
Prik ca. 10 voor het einde van de in het recept vermelde baktijd met een stokje in het
hoogste punt van het gebak. Wanneer er geen deeg meer aan de prikker zit, is het
gebak klaar.
Het gebak zakt in.
Voeg de volgende keer minder vloeistof toe of stel de oventemperatuur 10 graden lager
in.Houd rekening met de omroertijden in het recept.
Het gebak is in het midden hoog gerezen en lager bij de randen.
De rand van de springvorm niet invetten. Na het bakken maakt u het gebak voorzichtig
los met een mes.
Het gebak wordt te donker aan de
bovenkant.
Plaats het verder naar binnen, kies een lagere temperatuur en bak het iets langer.
Het gebak is te droog.
Als het gebak klaar is, prikt u er met een prikker kleine gaatjes in. Vervolgens bedruppelt
u het met vruchtensap of alcohol. Stel de temperatuur de volgende keer 10 graden
hoger in en houd een kortere baktijd aan.
Het brood of het gebak (bijv. kwarktaart) Gebruik de volgende keer wat minder vloeistof en bak iets langer bij een wat lagere temziet er goed uit, maar is van binnen klef peratuur. Bij gebak met een vochtige bovenkant bakt u eerst de bodem voor. Bestrooi
(zacht, doortrokken met waterstrepen). het met amandelen of paneermeel en doe dan de bovenlaag erop. Houd u aan de recepten en baktijden.
Het gebak is ongelijkmatig bruin gewor- Kies een wat lagere temperatuur, dan wordt het gebak gelijkmatiger bruin. Gebruik bij
den.
kwetsbaar gebak boven- en onderwarmte % op één niveau. Ook bakpapier dat uitsteekt
kan de luchtcirculatie beïnvloeden. Knip het bakpapier altijd zodanig af dat het goed op
de plaat past.
Het vruchtengebak is te licht aan de
onderkant.
Plaats het gebak de volgende keer één niveau lager.
Het sap van de vruchten stroomt over.
Gebruik, indien beschikbaar, de volgende keer de diepere braadslede.
Klein gebak van gistdeeg plakt bij het
bakken aan elkaar.
Tussen de gebakstukken dient een afstand van ca. 2 cm te zijn. Zo is er voldoende
plaats en kan het gebak goed rijzen en helemaal bruin worden.
U hebt op meerdere niveaus gebakken. Gebruik voor het bakken op meerdere niveaus altijd 3Dhetelucht :. Bakplaten die
Op de bovenste plaat is het gebak don- gelijktijdig in de oven worden gedaan, hoeven niet op hetzelfde moment klaar te zijn.
kerder dan op de onderste.
Bij het bakken van vochtig gebak ontstaat er condenswater.
Bij het bakken kan waterdamp ontstaan. Deze komt vrij via de deur. De waterdamp kan
neerslaan op het bedieningspaneel of op het meubilair en als condens neerdruppelen.
Dit is normaal.
Vlees, gevogelte, vis
Braden
Vormen
Voeg aan mager vlees een beetje vloeistof toe. De bodem van
de vorm dient ca. ½ cm bedekt te zijn.
U kunt alle vormen gebruiken die hittebestendig zijn. Voor grote
stukken vlees is ook de braadslede geschikt.
Voeg aan stoofvlees royaal vloeistof toe. De bodem van de
vorm dient ca 1 - 2 cm bedekt te zijn.
Het meest geschikt zijn vormen van glas. Let erop dat het
deksel voor de pan past en goed sluit
Gebruikt u geëmailleerde braadpannen, voeg dan wat meer
vloeistof toe.
De hoeveelheid vloeistof is afhankelijk van het soort vlees en
het materiaal van de vormen. Wanneer u vlees in geëmailleerde
braadvormen klaarmaakt, is er wat meer vloeistof nodig dan in
glazen vormen.
Bij braadgerei van roestvrij staal wordt het gerecht niet zo erg
bruin en kan het vlees wat minder gaar zijn. Houd langere
bereidingstijden aan.
Braadsledes van roestvrij staal zijn slechts beperkt geschikt.
Het vlees gaart langzamer en wordt minder bruin. Houd een
hogere temperatuur en/of een langere bereidingstijd aan.
Opgaven in de tabellen:
Vorm zonder deksel = open
Vorm met deksel = gesloten
Zet de vorm altijd midden op het rooster.
Zet hete vormen van glas op een droge onderzetter. Is de
ondergrond nat of koud, dan kan het glas knappen.
65
Grillen
Verwarm bij het grillen ca. 3 minuten voor alvorens het gerecht
in de binnenruimte te plaatsen.
Gril altijd in een gesloten oven.
Gebruik zoveel mogelijk gelijke stukken om te grillen. Zo
worden ze gelijkmatig bruin en blijven ze lekker mals.
De bakplaat of braadslede bij het grillen niet op hoogte 4 of 5
plaatsen. Door de sterke hitte vervormen ze en bij verwijdering
kunnen ze de binnenruimte beschadigen.
Het grillelement wordt steeds weer in- en uitgeschakeld. Dit is
normaal. Hoe vaak dit gebeurt, is afhankelijk van de ingestelde
grillstand.
Vlees
Keer de grillstukken na Z van de bereidingstijd.
Zout de steaks pas na het grillen.
Draai stukken vlees na de helft van de tijd om.
Leg de te grillen stukken vlees rechtstreeks op het rooster. Als
u één stuk vlees wilt grillen, lukt dit het best wanneer u het
midden op het rooster legt.
Als het vlees klaar is, moet het nog 10 minuten in de
uitgeschakelde, gesloten oven blijven. Het vocht kan zich dan
beter verdelen.
Plaats ook de braadslede op hoogte 1.Het vleessap wordt
opgevangen en de oven blijft schoner.
Wikkel rosbief na de bereiding in aluminiumfolie en laat het
10 minuten in de oven nagaren.
Snijd bij varkensvlees met zwoerd, het zwoerd kruisgewijs in en
leg het vlees eerst met het zwoerd naar beneden in de vorm.
Vlees
Gewicht
Toebehoren en
vormen
Hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur
in °C,
grillstand
Tijdsduur
in minuten
1,0 kg
gesloten
2
%
200-220
120
2
%
190-210
140
2
Rundvlees
Gestoofd rundvlees
1,5 kg
2,0 kg
Runderfilet, medium
1,0 kg
%
180-200
160
2
%
210-230
70
2
%
200-220
80
open
1
4
210-230
50
Rooster
5
(
3
15
2
open
1,5 kg
Rosbief, medium
1,0 kg
Steaks, medium, 3 cm dik
Kalfsvlees
Gebraden kalfsvlees
%
190-210
100
2
%
170-190
120
1
4
200-220
100
1,5 kg
1
4
190-210
140
2,0 kg
1
4
180-200
160
1
1,0 kg
open
2,0 kg
Varkensvlees
Braadstuk zonder zwoerd (bijv.
halsstuk)
Braadstuk, zonder zwoerd
(bijv. schouder)
Casselerrib met been
1,0 kg
1,0 kg
open
open
4
200-220
120
1,5 kg
1
4
190-210
150
2,0 kg
1
4
180-200
180
gesloten
2
%
210-230
70
open
1
4
150-170
120
open
1
4
170-190
70
Rooster
4
(
3
15
1,0 kg
Lamsvlees
Lamsbout zonder been, medium 1,5 kg
Gehakt
Gehakt
van 500 g
vlees
Worstjes
Worstjes
Gevogelte
De gewichtsgegevens in de tabel hebben betrekking op
ongevuld, panklaar gevogelte.
Leg het hele gevogelte eerst met de borstzijde naar beneden
op het rooster. Na Z van de opgegeven tijd keren.
Braadstukken, zoals kalkoenrollade of kalkoenfilet, halverwege
de opgegeven tijd keren. Stukken gevogelte na Z van de tijd
keren.
Prik bij eend of gans het vel onder de vleugels in.Zo kan het vet
weglopen.
66
Gevogelte wordt bijzonder knapperig bruin als u het tegen het
einde van de bereidingstijd bestrijkt met boter, zout water of
sinaasappelsap.
Gevogelte
Gewicht
Toebehoren en
vormen
Hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Kip, heel
1,2 kg
Rooster
2
4
200-220
60-70
Poularde, heel
1,6 kg
Rooster
2
4
190-210
80-90
Kip, gehalveerd
elk 500 g
Rooster
2
4
200-220
40-50
Stukken kip
elk 300 g
Rooster
3
4
200-220
30-40
Eend, heel
2,0 kg
Rooster
2
4
170-190
90-100
Gans, heel
3,5-4,0 kg
Rooster
2
4
160-170
110-130
Kalkoen, heel
3,0 kg
Rooster
2
4
170-190
80-100
Kalkoenbout
1,0 kg
Rooster
2
4
180-200
90-100
ingesneden aardappel of een kleine ovenvaste vorm in de buik
van de vis maakt hem stabieler.
Vis
Keer visstukken na Z van de tijd.
Hele vis hoeft niet gekeerd te worden. Plaats de hele vis in de
zwemstand, met de rugvin naar boven, in de oven. Een
Grilt u direct op het rooster, plaats dan ook de braadslede op
hoogte 1. De vloeistof wordt opgevangen en de oven blijft
schoner.
Vis
Gewicht
Toebehoren en
vormen
Hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur
in °C,
grillstand
Tijdsduur
in minuten
Vis, heel
elk ca. 300 g
Rooster
2
(
3
20-25
1,0 kg
Rooster
2
4
180-200
45-50
1,5 kg
Rooster
2
4
170-190
50-60
Rooster
3
(
2
20-25
Viskotelet, 3 cm dik
Tips voor het braden en grillen
Voor het gewicht van het vlees staan
geen gegevens in de tabel.
Maak uw keuze in overeenstemming met het eerstvolgende, lagere gewicht en houd een
langere tijd aan.
Hoe kunt u vaststellen of het vlees klaar Gebruik de vleesthermometer (verkrijgbaar in de speciaalzaak) of doe de “lepeltest".
is?
Druk met een lepel op het vlees. Voelt het stevig aan, dan is het klaar. Geeft het mee,
dan heeft het nog wat tijd nodig.
Het vlees is te donker en de korst is op Controleer de inschuifhoogte en de temperatuur.
enkele plaatsen verbrand.
Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is Neem de volgende keer kleiner braadgerei of voeg wat meer vloeistof toe.
aangebrand.
Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is Gebruik de volgende keer groter braadgerei en voeg minder vloeistof toe.
te licht en te waterig.
Bij het overgieten van het vlees ontstaat Dit is normaal. Een groot deel van de waterdamp ontsnapt uit de oven. Het kan neerwaterdamp.
slaan op het koudere schakelpaneel of op meubilair en als condens neerdruppelen.
Ovenschotels, gegratineerde gerechten, toast
Grilt u direct op het rooster, plaats dan ook de braadslede op
hoogte 1. De oven blijft schoner.
Gerecht
Plaats de vormen altijd op het rooster.
De bereidingstoestand van een ovenschotel is afhankelijk van
de grootte van de vorm en de hoogte van het gerecht. De
opgaven in de tabellen zijn slechts richtwaarden.
Toebehoren en vormen
Hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Ovenschotel, zoet
Ovenschaal
2
%
180-200
40-50
Pastaschotel
Ovenschaal
2
%
210-230
30-40
2
4
160-180
60-80
1+3
:
150-170
65-85
Ovenschotels
Gratin
Gegratineerde aardappels, rauwe ingre- 1 ovenschaal
diënten,
2 ovenschalen
max. 4 cm hoog
Toast
Toast grillen, 4 stuks
Rooster
4
4
160-170
10-15
Toast grillen, 12 stuks
Rooster
4
4
160-170
15-20
67
Kant-en-klaar producten
Houd u aan de opgaven van de fabrikant op de verpakking.
Wanneer u de toebehoren bekleedt met bakpapier, let er dan
op dat het bakpapier geschikt is voor deze temperaturen. Pas
de grootte van het papier aan het gerecht aan.
Gerecht
Het bereidingsresultaat is zeer sterk afhankelijk van het soort
levensmiddelen. Op het rauwe product kunnen al bruine
plekken en ongelijkmatigheden te zien zijn.
Toebehoren
Hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Braadslede
2
;
190-210
15-20
Braadslede + roos- 3+1
ter
:
180-200
20-30
Braadslede
;
170-190
20-30
Braadslede + roos- 3+1
ter
:
170-190
25-35
Pizza baguette
Braadslede
3
;
170-190
20-30
Minipizza
Braadslede
3
;
180-200
10-20
Pizza, gekoeld, voorverwarmen
Braadslede
1
;
180-200
10-15
Braadslede
3
;
190-210
20-30
Braadslede + bakplaat
3+1
:
180-200
30-40
Kroketten
Braadslede
3
;
190-210
20-25
Rösti, gevulde aardappelflappen
Braadslede
3
;
190-210
15-25
Broodjes, baguette
Braadslede
3
;
190-210
10-20
Zoute krakelingen
Braadslede
3
;
200-220
10-20
Braadslede
3
%
190-210
10-20
Braadslede + roos- 3+1
ter
:
160-180
20-25
Vissticks
Braadslede
2
;
200-220
10-15
Kipsticks,nuggets
Braadslede
3
;
190-210
10-20
Braadslede
3
;
190-210
30-40
Pizza, diepvries
Pizza met dunne bodem
Pizza met dikke bodem
2
Aardappelproducten, diepvries
Frites
Brood en banket, diepvries
Brood en banket, voorgebakken
Afbakbroodjes of -stokbrood
Groenteballetjes, diepvries
Strudel, diepvries
Strudel
Bijzondere gerechten
Bij lage temperaturen lukt romige yoghurt u met
3D-hetelucht : even goed als luchtig gistdeeg.
Verwijder eerst de toebehoren, inhangroosters of telescooprails
uit de binnenruimte.
Yoghurt maken
1. 1 liter melk (3,5 % vet) aan de kook brengen en tot 40 °C
aafkoelen.
2. Hier 150 g yoghurt (koelkasttemperatuur) door roeren.
3. Hiermee koppen of kleine twist-off potjes vullen en afdekken
met vershoudfolie.
4. Den binnenruimte zoals aangegeven voorverwarmen
5. De koppen of potjes vervolgens op de bodem van de
binnenruimte zetten en bereiden zoals aangegeven.
Gistdeeg laten rijzen
1. Het gistdeeg maken zoals gebruikelijk, in een hittebestendige
vorm van keramiek leggen en afdekken
68
2. Den binnenruimte zoals aangegeven voorverwarmen
3. De oven uitschakelen en het deeg in de uitgeschakelde
binnenruimte plaatsen om het te laten rijzen.
Gerecht
Vormen
Verwarmingsmethode
Temperatuur
Tijdsduur
Yoghurt
Koppen of Twist-Off op de bodem van
potten
de binnenruimte
plaatsen
:
50 °C
5m
50 °C
8 uur
Hittebestendige
vorm
:
Gistdeeg laten rijzen
op de bodem van
de binnenruimte
plaatsen
Ontdooien
Diepvrieslevensmiddelen uit de verpakking halen en in een
geschikte vorm op het rooster plaatsen.
Lees de aanwijzingen van de fabrikant op de verpakking.
Diepvriesproducten
50 °C
510 min..
Apparaat uitschakelen en
gistdeeg in de binneruimte
plaatsen
2030 min..
De ontdooitijd is afhankelijk van het soort en de hoeveelheid
levensmiddelen.
Leg het gevogelte eerst met de borstzijde naar beneden op een
schaal.
Toebehoren Hoogte Verwar- Temperatuur in°C
mingsmethod
e
bijv. slagroomtaarten, crèmetaarten, taarten met chocolade of sui- Rooster
kerglazuur, vruchten, kip, worst en vlees, brood en broodjes, cake
en ander gebak
Drogen
Met 3D-hetelucht : kunt u uitstekend drogen.
Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken en was
deze grondig.
Laat ze goed afdruipen en droog ze af.
2
De temperatuurkeuzeknop
blijft uitgeschakeld
A
Bedek de braadslede en het rooster met bak- of
perkamentpapier.
Fruit of groente met veel vocht enkele malen keren.
Het gedroogde gerecht direct na het drogen losmaken van het
papier.
Vruchten en kruiden
Toebehoren
Hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur
Tijdsduur
600 g appelringen
Braadslede + rooster
3+1
:
80 °C
ca. 5 uur
800 g stukjes peer
Braadslede + rooster
3+1
:
80 °C
ca. 8 uur
1,5 kg kwetsen of pruimten
Braadslede + rooster
3+1
:
80 °C
ca. 8-10 uur
200 g panklare keukenkruiden
Braadslede + rooster
3+1
:
80 °C
ca. 1½ uur
Inmaak
3. Leg op elke pot een natte rubberen ring en een deksel.
Voor het inmaken moeten de potten en rubberen ringen
schoon en in orde zijn. Gebruik zo mogelijk potten van gelijke
grootte. De gegevens in de tabel hebben betrekking op ronde
glazen potten van 1 liter.
Plaats niet meer dan zes potten in de ovenruimte.
Attentie!
1. * Braadslede op hoogte 2 plaatsen. Plaats de glazen potten
Gebruik geen grotere of hogere potten. De deksels zouden
kunnen springen.
2. ½ Liter heet water (ca. 80 ºC) in de braadslede gieten.
Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken. Was het
grondig.
De aangegeven tijden in de tabellen zijn richtwaarden. Deze
kunnen worden beïnvloed door de omgevingstemperatuur, het
aantal potten, de hoeveelheid en de temperatuur van de
inhoud. Controleer voor u om- of uitschakelt of de potten
werkelijk borrelen.
Voorbereiden
1. De potten vullen, niet te
2. De glazen randen schoonmaken.
4. Sluit de potten af met klemmen.
Instellen
zó dat ze elkaar niet raken.
3. Ovendeur sluiten.
4. Onderwarmte $ instellen.
5. Temperatuur op170 tot 180 °C instellen
Inmaak
Fruit
Na ca. 40 tot 50 minuten stijgen er met korte tussenpozen
belletjes op. Schakel de oven uit.
Na 25 tot 35 minuten nawarmen haalt u de weckflessen uit de
ovenruimte. Als u ze langer in de ovenruimte laat afkoelen,
kunnen zich kiemen vormen waardoor het ingemaakte fruit
sneller zuur wordt.
Fruit in glazen potten van één liter
Wanneer het borrelen begint Nawarmen
Appels, rode bessen, aardbeien
Uitschakelen
Ca. 25 minuten
Kersen, abrikozen, perziken, kruisbessen
Uitschakelen
Ca. 30 minuten
Appelmoes, peren, pruimen
Uitschakelen
Ca. 35 minuten
69
Groente
Zodra er in de potten belletjes opstijgen de temperatuur naar
120 tot 140 °C terugbrengen. Afhankelijk van de soort groente
ca. 35 tot 70 m. Schakel vervolgens de oven uit en gebruik de
restwarmte.
Groente met koud vocht in glazen potten van één liter
Wanneer het borrelen begint Nawarmen
Augurken
-
Ca. 35 minuten
Rode biet
Ca. 35 minuten
Ca. 30 minuten
Spruitjes
ca. 45 minuten
Ca. 30 minuten
Bonen, koolrabi, rodekool
Ca. 60 minuten
Ca. 30 minuten
Erwten
Ca. 70 minuten
Ca. 30 minuten
Glazen potten verwijderen
Attentie!
Neem de potten na het inkoken uit de binnenruimte.
Zet de hete potten niet op een koude of natte ondergrond. Ze
kunnen knappen.
Acrylamide in levensmiddelen
Acrylamide ontstaat vooral bij graan- en aardappelproducten
die met grote hitte worden bereid, zoals aardappelchips, frites,
toast, broodjes, brood of fijne bakwaren (koekjes, taaitaai,
speculaas).
Tips voor het klaarmaken van gerechten met weinig acrylamide
Algemeen
Bakken
■
Bereidingstijden zo kort mogelijk houden.
■
De gerechten goudgeel en niet te donker bakken.
■
Grote, dikke ingrediënten bevatten minder acrylamide.
Met boven- en onderwarmte max. 200 °C.
Met 3D-hetelucht of hete lucht max.180 °C.
Koekjes
Met boven- en onderwarmte max. 190 °C.
Met 3D-hetelucht of hete lucht max. 170 °C.
Ei of eierdooier gaat de vorming van acrylamide tegen.
Frites uit de oven
Gelijkmatig en in één laag verdelen over de plaat. Minstens 400 g per plaat bakken,
zodat de frites niet uitdrogen
Testgerechten
Deze tabellen zijn gemaakt voor onderzoeksinstituten om het
controleren en testen van verschillende apparaten te
vergemakkelijken.
Volgens EN 50304/EN 60350 (2009) resp. IEC 60350.
Bakken
Bakken op twee niveaus:
Braadslede altijd boven de bakplaat plaatsen.
Bakken op 3 niveaus:
Braadslede in het midden plaatsen.
Sprits:
Bakplaten die gelijktijdig worden geplaatst, hoeven niet op
hetzelfde moment klaar te zijn.
Bedekte appeltaart op 1 niveau:
Donkere springvormen verspringend naast elkaar plaatsen.
Bedekte appeltaart op 2 niveaus:
Donkere springvormen diagonaal boven elkaar plaatsen, zie
afbeelding.
70
Gebak in springvormen van blik:
Met boven- en onderwarmte % op 1 niveau bakken. Gebruik
de braadslede in plaats van het rooster en plaats hier de
springvorm in.
Aanwijzing: Gebruik voor het bakken eerst de laagste
opgegeven temperatuur.
Gerecht
Toebehoren en vormen
Hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Sprits, voorverwarmen*
Bakplaat
3
%
140-150
30-40
Bakplaat
3
:
140-150
30-40
Bakplaat + braadslede
1+3
:
140-150
30-45
2 bakplaten + braadslede 1+3+5
Small cakes, voorverwarmen*
Waterbiscuit, voorverwarmen*
Donkere appeltaart
:
130-140
40-55
Bakplaat
3
%
150-170
20-35
Bakplaat
3
:
150-170
20-35
Bakplaat + braadslede
1+3
:
140-160
30-45
2 bakplaten + braadslede 1+3+5
:
130-150
35-55
Springvorm op het rooster 2
%
160-170
30-40
Springvorm op het rooster 2
:
160-170
25-40
Rooster + 2 springvormen Ø 20 cm
1
%
170-190
80-100
2 roosters + 2 springvormen Ø 20 cm
1+3
:
170-190
70-100
* Om voor te verwarmen niet de functie Snelvoorverwarming gebruiken.
Grillen
Wanneer u eten direct op het rooster plaatst, schuif dan ook de
braadslede in op hoogte 1.De vloeistof wordt opgevangen en
de oven blijft schoner.
Gerecht
Toebehoren en vormen
Hoogte
Verwarmingsmethode
Grillstand
Tijdsduur
in minuten
Brood roosteren
10 minuten voorverwarmen
Rooster
5
(
3
½-2
Beefburger, 12 stuks*
niet voorverwarmen
Rooster + braadslede
4+1
(
3
25-30
* Na Z van de tijd keren
71