16
C VULLEN
23 Til de dekselontgrendeling omhoog en open de deksel.
24 Vul de waterkoker met ten minste 2 kopjes water, maar niet boven “max”.
25 Gebruik een kan om het filterhuis snel op te vullen tot de bodem van de sleuven.
26 Als het filterhuis leeg raakt, vult u het op tot aan de ring aan de bovenzijde van het
filterpatroon.
27 Zo vult u de waterkoker tot aan de aanduiding max.
28 Als het water tot boven de aanduiding max komt, giet dan wat water weg
29 Sluit het deksel en druk het naar beneden om het te vergrendelen.
C AANZETTEN
30 Controleer of de schakelaar uit staat (zet hem op “0”).
31 Steek de stekker van de voetstuk in het stopcontact.
32 Zet de waterkoker op de voetstuk.
33 Zet de schakelaar op 1. Het lampje schakelt aan en de waterkoker begint op te warmen.
C UITSCHAKELEN
34 De waterkoker schakelt uit wanneer het water kookt en het lampje gaat uit.
35 Als u handmatig wilt uitschakelen, draait u de schakelaar op 0.
C ALGEMEEN
36 Om het risico op spatten te voorkomen, dient u langzaam te schenken en de waterkoker niet
te schuin te houden.
37 Houd de waterkoker niet schuin naar achteren. Water kan op deze manier op de
regelknoppen terechtkomen. Als dit gebeurt, dient u de waterkoker eerst te laten drogen,
voordat u hem gebruikt – zet hem 12 uur op een warme plaats.
38 Het is mogelijk dat er condens op de voetstuk van de waterkoker ontstaat. Maakt u zich geen
zorgen, dit wordt veroorzaakt door de stoom die de waterkoker automatisch uitschakelt. De
stoom condenseert en komt vrij via de luchtopeningen onder de waterkoker.
39 Het kan zijn dat u op de bodem van de waterkoker enige verkleuring aantreft. Ook hier hoeft
u zich geen zorgen om te maken, dit komt door de verbinding van het verwarmingselement
met de bodem van de waterkoker.
F KOKEN MET TE WEINIG WATER
40 Hierdoor zal het verwarmingselement minder lang meegaan. De droogkookbeveiliging
schakelt de waterkoker uit.
41 Om te voorkomen dat de waterkoker aan- en uitgaat, haalt u de waterkoker van de voetstuk
en laat u deze afkoelen, voordat u deze erop terugzet.
C ZORG EN ONDERHOUD
42 Controleer of de schakelaar uit staat (zet hem op “0”).
43 Haal de stekker van de voetstuk uit het stopcontact en laat de waterkoker afkoelen voordat u
hem reinigt.
44 Neem alle oppervlakken af met een schone vochtige doek.
C HET FILTERHUIS
45 Houd het handvat in één hand.
46 Plaats de andere hand onder de scharnieren van de deksel.
47 Til de rand op en weg van de ketel.
48 Haal het filterhuis uit de waterkoker.
C HET VERWIJDERBARE FILTER
49 Druk de haak aan de bovenkant van de filter naar beneden en naar voren, om de filter vrij te
geven in de tuit.
50 Til de filter uit de tuit.
51 Gebruik een zachte borstel en spoel het filter onder de kraan uit.