Nikon Fun Touch 3 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Geachte eigenaar.
Wij zijn u heel erkentelijk, dat u deze kompakt 35mm autofocus camera heeft
uitgekozen. We heten u van harte welkom in de steeds groeiende kring van
tevreden eigenaars van onze produkten overal ter wereld. We zijn ervan over-
tuigd,
det u volkomen tevreden zult zijn over dit nieuwe hulpmiddel om aan de
vervulling van uw fotografische ambities te voldoen. Leest u daarom alstublieft
eerst deze handleiding goed door en berg deze daama dusdanig op, dat u hem
zonodig telkens weer kunt raadplegen.
• Naam der onderdelen
(Fig.
A)
® Opnameteller
© Ontspanknop
© Infrarood autofocus venster
© Zoekerobjektief
© Belichtingssensor
© Electronenflits
© Daglichtsynchroschakelaar
© Lensdopschakelaar
© 34mm f:4,5 lens
© Polsriem
© Achterdoksel vergrendelpal
(Fig.
B)
©Zoekeroculair
@ Groene LED (Flitsbereid mdicatie)
© Rode LED (Onderbelichtings indicatie)
@ Filmmagazijn
® Terugspoelas
© DX code kontaktpunten
@ Filmterugspoelknop
@ Filmgeleidetanding
@ Filmgeleider
@ Opwikkelspoel
@ Deksel batterijvak
@ Achterdeksel
@ Indicatievenster filmaanwezigheid
-56-
"1 Plaatsen van de batterijen
(1) Open net batterijvakdeksel door het in de richting van de pijl te drukken.
(2) Leg twee nieuwe AA formaat alkaline batterijen in het vak, daarbij lettend
op de juiste positieve (+) en negatieve (—) polariteit, zoals is aangegeven
op het in het vak afgebeelde schema.
(3) Druk het deksel van het batterijvak weer dicht en zorg dat het stevig vastzit.
• Vervang de batterijen wanneer:
A) De snelheid van het terugspoelen van de film trager dan gewoonlijk is.
B) De groene LED niet binnen 10 seconden oplicht nadat de ontspanknop
halverwege is ingedrukt met de lensdop geopend.
A en B betekenen dat de batterijen zwakzijn endaternietgenoegvermogenis
om de camera in werking te stellen.
OPMERKING: Mangaanbatterijen zijn ongeschikt voor deze camera en Ni-
Cd batterijen mogen niet worden gebruikt.
—57—
Lensdop (Fig. C)
Voor het openen van de lensdop wordt de lensdopschakelaar naar rechts
geschoven.
Voor het sluiten van de lensdop wordt de lensdopschakelaar naar links
geschoven.
OPMERKING: De sluiter werkt met gesloten lensdop niet. Wanneer de
camera niet gebruikt wordt, de lensdop sluiten om toevallige
belichtingen te voorkomen.
Automatisch instellen op de filmsneiheid
ISO nummer van de film
ISO 50
ISO 100
ISO 200
Film zonder DX-code
ISO 400
ISO 1000
ISO 1600
DX-instellingsstand van de camera
100
400
—58—
OPMERKING: Bij gebruik van een film met hogere snelheid kunt u een
overbelicht beeld bekomen.
Filminleg
(1) Schuif de vergrendeling van het achterdeksel in de richting van de pijl en trek
het open.
(2) Breng de cassette met de platte kant naar beneden in het
film-magazijn,
laat
dan de andere kant zakken en druk het geheel in de juiste stand.
(3) Voer de filmlip langs de geleiding en breng hem op
een
lijn met de gele filmaf-
beelding aan in de linkerhoek van de opwikkelspoel. Zorg dat de filmlip niet
te ver uitsteekt over de gele illustratie, daar anders een lus in de film kan onts-
taan.
Zorg ook, dat de film vlak en strak in de geleiding en op de tandjes van
het filmtransport ligt. (Fig. D, E)
—59—
(4) Sluit het achterdeksel totdat u een klik hoort, die aangeeft dat het deksel
stevig is vergrendeld. Wanneer het deksel na het inleggen van de fiim niet
goed sluit, dient u te controleren of de film wel vlak tussen de geleiding ligt
en of de film-cassette wel goed in het magazijn rust.
(5) Nadat het achterdeksel is
gesloten,
moet de ontspanknop worden ingedrukt
en het filmtransport worden doorgedraaid tot het cijfer
"1"
op de opnametel-
ler verschijnt.
OPMERKING: De teller werkt alleen wanneer de film op de juiste wijze is
ingelegd.
Wanneer de teller niet funktioneert, moet u stap 1
t/m 5 herhalen.
—60—
Hanteren van de camera
Uw camera moet op de juiste wijze worden vastgehouden om te zorgen voor
onbewogen, scherpe foto's. Hij moet tegelijk stevig en onverkrampt worden
vastgehouden terwijl u opnamen maakt. De afbeeldingen tonen de juiste manier
om uw camera in de horizontal en vertikale stand vast te houden. Zorg tijdens
het vasthouden van de camera dat u de flitser, belichtingssensor en de lens niet
met uw vingers bedekt. (Fig. F)
Zoeker
Terwijl u door het oculair van de zoeker kijkt, kiest u het gewenste beeld
zodanig,
dat het hoofdmotief zich in het midden van het zoekerbeeld bevindt.
De camera stelt zich automatisch scherp op elk willekeurig motief in het
kernvlak (scherpstelkader) in het midden van het zoekerbeeld. Wanneer u
onderwerpen fotografeert op een afstand van 1,3m of meer, dient u de gele
kadermarkeringen te gebruiken. Het beeld binnen deze kadermarkeringen
verschijnt op de film Wanneer de afstand tot het onderwerp tussen de 1,2m en
—61—
1,3m bedraagt, kunt u de camera licht optillen en de parallax correctie
markeringen gebruiken om het beeld te centreren.
t— BEELDKADER MARKERINGEN
( ~^4 PARALLAX CORRECTIE
MARKERINGEN
i—i
«—•«
SCHERPSTEL KADER
L_ _J
Fotograferen
1.
Auiomatisch fotograferen
(1) Uw camera werkt volautomatisch. Wanneer er voldoende licht is, kiest u
eenvoudig de gewenste beeldinstelling en drukt af.
-62-
(2) Fotograferen met flitser
Indien het licht niet voldoende is vooreenjuistebelichting (hetzij binnenof
buiten), zal de rode LED (Onderbelichtingsindicatie) oplichten in de
zoeker wanneer u de ontspanknop halverwege indrukt. Dit betekentdatde
flits gebruikt moet worden. Wacht tot de groene LED (Flitsbereid indicatie)
oplicht en druk de ontspanknop helemaal in. U kunt dan een flitsopname
maken.
De juiste flitsbelichtingstijd hangt af van de ISO-gevoeligheid en van de
afstand tussen camera en objekt.
Filmgevoeligheid
ISO 100
ISO 400
Flitsdracht
1,2 -3,5m
1,5 - 7,0m
2.
Daglichtsynchrofotografie
De flitser kan gebruikt worden wanneer men een objekt fotografeert in de
schaduw, of tegen de zon of een helder raam.
U dient erop te letten dat de groene LED moet oplichten. Schakel dan de
daglichtsynchroschakelaar in de richting van de pijl en houd hem in die
stand terwijl u de sluiter ontspant. (Fig. G)
Na gebruik keert de daglichtsynchroschakelaar automatisch terug in zijn
oorspronkelijk stand.
3. Vooraf scherpstellen
Wanneer u een beeld samenstelt, waarbij zich een hoofdmotief niet in het
midden van de zoeker bevindt, is het nodig om met de lens vooraf scherp te
stellen.
Dat gaat als volgt:
(1)
Kijk door de zoeker en stel het beeld zodanig, dat het hoofdmotief zich direct
achter het scherpstelkader bevindt. (Fig. H)
(2) Druk voorzichtig de ontspanknop halverwege in en houdt deze zo ingedrukt
om de ingestelde scherpte vast te houden.
—64—
(3) Terwijl u de ontspanknop halverwege ingedrukt houdt, stelt u via de zoeker
het gewenste beeld naar wens samen; dan drukt u de ontspanknop geheel
inomdefototemaken. (Fig. I) (De scherpstelling vooraf kan ongedaan wor-
den gemaakt, door de ontspanknop los te laten).
4. Speciale autofocus situaties
Het autofocus systeem zal in de meeste gevallen nauwkeurig werken bij de
onderwerpen, die u wilt fotograferen. Er zijn evenwe! een paar situaties,
waarin het autofocus mechanisme niet juist werkt. Zoals:
(1) Wanneer het onderwerp sterke reflekties vertoont, zoals bij hoogglans
metaaloppervlakken, auto carosserieen, water oppervlaktes of spiegels.
(2) Onderwerpen met weinig of geen reflecties, zoals zwarte voorwerpen,
haren,
vlammen of rook.
(3) Heel kleine voorwerpen.
(4) Onderwerpen, die deels schuilgaan achter andere, bijvoorbeeld achter een
net of tr'alies van een
kooi.
In de gevallen (1)—(4) kan tevoren worden scherpgesteld op een voorwerp,
dat zich ongeveer op dezelfde afstand bevindt; daarna kan het beeld
opnieuw worden gecomponeerd en de foto worden gemaakt. (Zie hoofdstuk
3 over Vooraf scherpstellen).
—65—
(5) Het maken van foto's door glazen ruiten:
Druk af met de cameralens vlak tegen het glas en onder een hoek van circa
20 graden.
Film uitnemen
Aan het eind van de filmrol telt de opnameteller niet verder door. Spoel de film
terug door de terugspoelknop in de richting van de pijl te zetten. (Fig. J)
Wanneer de film geheel is teruggewikkeld en de motor stilstaat, kan het
achterdeksel worden geopend om de filmcassette uit het magazijn te
halen.
De
film terugspoelknop zal vanzelf in de oorspronkelijke stand terugkeren.
—66—
Opheffen van storingen
[Omschrijving] [Oplossing]
Onscherp onderwerp Wanneer het onderwerp zich niet in het midden van
de zoeker bevindt, moet u scherpstelling vooraf
gebruiken (zie gedeelte 7-3).
Onderwerpen moeten 1,2m of meer van de camera
zijn vewijderd. Zie ged. 6, 7-3 en 4.
Flitserwerktniet Vervang de batterij.
Flitsopnamen vertonen Zorg, dat zich tijdens het flitsen geen vingers voor de
donkere gedeelten flitser bevinden (laat de gefotografeerde daarop
letten).
Flitsopnamen zijn als Het te fotograferen onderwerp zich binnen een
fjeheel te donker bepaaldflitsbereik bevinden. Zie
ged.
7-1.
Flitsopnamen zijn telicht Plaats de onderwerpen tenminste 1,2m van de
flitser en zorg, dat het autofocus vierkant het
hoofdmotief afdekt.
—67—
De ogen van dete Zorg zo mogelijk voor meer omgevingslicht. Laat de
fotograferen persoon gefotografeerde(n) langs de flitser kijken bij
reflecteren in het rood voorkeur richting kamerlicht.
Specificaties
Type:
Filmformaat:
Lens:
Focus:
Focusrange:
Belichting:
Zoeker:
35mm lens sluiter camera met ingebouwde flitser
24mm X 36mm (135 filmchassis)
34mm F4,5 (3 elementen in 3 groepen)
Autofocus (met focusvergrendeling)
1,2m tot oneindig
ISO 100
Daglicht F9,0 (1/130 sec.)
Flits F4.5 (1/130 sec.)
Reverse galilean type met helder verlichte
beeldkader
-68-
Filmgevoeligheids-
instelling (ISO):
Filmlading:
Filmtoevoer:
Terugspoelen Film:
Ingebouwde
Flitser:
Flitsrange:
Laadtijd
Flitser:
Gebruiksduur Batterijen:
Stroomvoorziening:
Afmetingen:
Gewicht:
DX automatische instelling (100, ,400)
Automatisch (met venstertje voor filmkontrole)
Automatisch vooruitspoelen
Automatisch met behulp van de
terugspoelschakelaar
Auto stand: automatische omschakeling bij
zwakke belichtingsniveaus (ISO 100: minder dan
EV9.5)
Daglicht synchronisatiestand: flitser
ISO 100: 1,2m tot 3,5m
Ong.
5 sec. (met nieuwe alkaline batterijen)
Ong.
15 rollen (24opnamen, waarvanong.50%met
de flitser)
Twee 1,5V AA formaat alkaline batterijen
128(B) X 48(D) X71(H)mm
Ong.
200g (exclusief batterijen en film)
Wijzigingen in de specificaties voorbehouden, zonder kennisgeving.
—69—
NOTA: REBOBINADO DE
CARTUCHO PELICULA
El extremo de la pelicula sera
intencionalmente dejado sin
rebobinar completamente en el
cartucho. Para evitar confundir
las peliculas usadas con las
nuevas, simplemente empuje
nuevamente el resto del
extremo de la pelicula dentro
del cartucho usado.
OPMERKING: TERUGGES-
POELDE FILMPJE
Het uiteinde van de aanloop-
strook zal na terugspoelen met
opzet enigszins uit het filmpje
blijven steken. Om er echter
voor te zorgen dat u een
gebruikte film niet voor een
ongebruikte aanziet, doet u er
goed aan ook dit laatste
gedeelte handmatig terug te
spoelen.

Documenttranscriptie

Geachte eigenaar. Wij zijn u heel erkentelijk, dat u deze kompakt 35mm autofocus camera heeft uitgekozen. We heten u van harte welkom in de steeds groeiende kring van tevreden eigenaars van onze produkten overal ter wereld. We zijn ervan overtuigd, det u volkomen tevreden zult zijn over dit nieuwe hulpmiddel om aan de vervulling van uw fotografische ambities te voldoen. Leest u daarom alstublieft eerst deze handleiding goed door en berg deze daama dusdanig op, dat u hem zonodig telkens weer kunt raadplegen. • Naam der onderdelen (Fig. A) ® © © © © © © © © © © Opnameteller Ontspanknop Infrarood autofocus venster Zoekerobjektief Belichtingssensor Electronenflits Daglichtsynchroschakelaar Lensdopschakelaar 34mm f:4,5 lens Polsriem Achterdoksel vergrendelpal (Fig. B) ©Zoekeroculair @ Groene LED (Flitsbereid mdicatie) © Rode LED (Onderbelichtings indicatie) @ Filmmagazijn ® Terugspoelas © DX code kontaktpunten @ Filmterugspoelknop @ Filmgeleidetanding @ Filmgeleider @ Opwikkelspoel @ Deksel batterijvak @ Achterdeksel @ Indicatievenster filmaanwezigheid -56- "1 Plaatsen van de batterijen (1) Open net batterijvakdeksel door het in de richting van de pijl te drukken. (2) Leg twee nieuwe AA formaat alkaline batterijen in het vak, daarbij lettend op de juiste positieve (+) en negatieve (—) polariteit, zoals is aangegeven op het in het vak afgebeelde schema. (3) Druk het deksel van het batterijvak weer dicht en zorg dat het stevig vastzit. • Vervang de batterijen wanneer: A) De snelheid van het terugspoelen van de film trager dan gewoonlijk is. B) De groene LED niet binnen 10 seconden oplicht nadat de ontspanknop halverwege is ingedrukt met de lensdop geopend. A en B betekenen dat de batterijen zwakzijn e n d a t e r n i e t g e n o e g v e r m o g e n i s om de camera in werking te stellen. OPMERKING: Mangaanbatterijen zijn ongeschikt voor deze camera en NiCd batterijen mogen niet worden gebruikt. —57— Lensdop (Fig. C) Voor het openen van de lensdop wordt de lensdopschakelaar naar rechts geschoven. Voor het sluiten van de lensdop wordt de lensdopschakelaar naar links geschoven. OPMERKING: De sluiter werkt met gesloten lensdop niet. Wanneer de camera niet gebruikt wordt, de lensdop sluiten om toevallige belichtingen te voorkomen. Automatisch instellen op de filmsneiheid ISO nummer van de film ISO 50 ISO 100 ISO 200 Film zonder DX-code ISO 400 ISO 1000 ISO 1600 DX-instellingsstand van de camera —58— 100 400 OPMERKING: Bij gebruik van een film met hogere snelheid kunt u een overbelicht beeld bekomen. Filminleg (1) Schuif de vergrendeling van het achterdeksel in de richting van de pijl en trek het open. (2) Breng de cassette met de platte kant naar beneden in het film-magazijn, laat dan de andere kant zakken en druk het geheel in de juiste stand. (3) Voer de filmlip langs de geleiding en breng hem op een lijn met de gele filmafbeelding aan in de linkerhoek van de opwikkelspoel. Zorg dat de filmlip niet te ver uitsteekt over de gele illustratie, daar anders een lus in de film kan ontstaan. Zorg ook, dat de film vlak en strak in de geleiding en op de tandjes van het filmtransport ligt. (Fig. D, E) —59— (4) Sluit het achterdeksel totdat u een klik hoort, die aangeeft dat het deksel stevig is vergrendeld. Wanneer het deksel na het inleggen van de fiim niet goed sluit, dient u te controleren of de film wel vlak tussen de geleiding ligt en of de film-cassette wel goed in het magazijn rust. (5) Nadat het achterdeksel is gesloten, moet de ontspanknop worden ingedrukt en het filmtransport worden doorgedraaid tot het cijfer " 1 " op de opnameteller verschijnt. OPMERKING: De teller werkt alleen wanneer de film op de juiste wijze is ingelegd. Wanneer de teller niet funktioneert, moet u stap 1 t/m 5 herhalen. —60— Hanteren van de camera Uw camera moet op de juiste wijze worden vastgehouden om te zorgen voor onbewogen, scherpe foto's. Hij moet tegelijk stevig en onverkrampt worden vastgehouden terwijl u opnamen maakt. De afbeeldingen tonen de juiste manier om uw camera in de horizontal en vertikale stand vast te houden. Zorg tijdens het vasthouden van de camera dat u de flitser, belichtingssensor en de lens niet met uw vingers bedekt. (Fig. F) Zoeker Terwijl u door het oculair van de zoeker kijkt, kiest u het gewenste beeld zodanig, dat het hoofdmotief zich in het midden van het zoekerbeeld bevindt. De camera stelt zich automatisch scherp op elk willekeurig motief in het kernvlak (scherpstelkader) in het midden van het zoekerbeeld. Wanneer u onderwerpen fotografeert op een afstand van 1,3m of meer, dient u de gele kadermarkeringen te gebruiken. Het beeld binnen deze kadermarkeringen verschijnt op de film Wanneer de afstand tot het onderwerp tussen de 1,2m en —61— 1,3m bedraagt, kunt u de camera licht optillen en de parallax correctie markeringen gebruiken om het beeld te centreren. ( t— BEELDKADER MARKERINGEN ~^4 PARALLAX CORRECTIE MARKERINGEN i—i «—•« L_ SCHERPSTEL KADER _J Fotograferen 1. Auiomatisch fotograferen (1) Uw camera werkt volautomatisch. Wanneer er voldoende licht is, kiest u eenvoudig de gewenste beeldinstelling en drukt af. -62- (2) Fotograferen met flitser Indien het licht niet voldoende is vooreenjuistebelichting (hetzij binnenof buiten), zal de rode LED (Onderbelichtingsindicatie) oplichten in de zoeker wanneer u de ontspanknop halverwege indrukt. Dit betekentdatde flits gebruikt moet worden. Wacht tot de groene LED (Flitsbereid indicatie) oplicht en druk de ontspanknop helemaal in. U kunt dan een flitsopname maken. De juiste flitsbelichtingstijd hangt af van de ISO-gevoeligheid en van de afstand tussen camera en objekt. Filmgevoeligheid Flitsdracht ISO 100 1,2 - 3 , 5 m ISO 400 1,5 - 7,0m 2. Daglichtsynchrofotografie De flitser kan gebruikt worden wanneer men een objekt fotografeert in de schaduw, of tegen de zon of een helder raam. U dient erop te letten dat de groene LED moet oplichten. Schakel dan de daglichtsynchroschakelaar in de richting van de pijl en houd hem in die stand terwijl u de sluiter ontspant. (Fig. G) Na gebruik keert de daglichtsynchroschakelaar automatisch terug in zijn oorspronkelijk stand. 3. Vooraf scherpstellen Wanneer u een beeld samenstelt, waarbij zich een hoofdmotief niet in het midden van de zoeker bevindt, is het nodig om met de lens vooraf scherp te stellen. Dat gaat als volgt: (1) Kijk door de zoeker en stel het beeld zodanig, dat het hoofdmotief zich direct achter het scherpstelkader bevindt. (Fig. H) (2) Druk voorzichtig de ontspanknop halverwege in en houdt deze zo ingedrukt om de ingestelde scherpte vast te houden. —64— (3) Terwijl u de ontspanknop halverwege ingedrukt houdt, stelt u via de zoeker het gewenste beeld naar wens samen; dan drukt u de ontspanknop geheel inomdefototemaken. (Fig. I) (De scherpstelling vooraf kan ongedaan worden gemaakt, door de ontspanknop los te laten). 4. Speciale autofocus situaties Het autofocus systeem zal in de meeste gevallen nauwkeurig werken bij de onderwerpen, die u wilt fotograferen. Er zijn evenwe! een paar situaties, waarin het autofocus mechanisme niet juist werkt. Zoals: (1) Wanneer het onderwerp sterke reflekties vertoont, zoals bij hoogglans metaaloppervlakken, auto carosserieen, water oppervlaktes of spiegels. (2) Onderwerpen met weinig of geen reflecties, zoals zwarte voorwerpen, haren, vlammen of rook. (3) Heel kleine voorwerpen. (4) Onderwerpen, die deels schuilgaan achter andere, bijvoorbeeld achter een net of tr'alies van een kooi. In de gevallen (1)—(4) kan tevoren worden scherpgesteld op een voorwerp, dat zich ongeveer op dezelfde afstand bevindt; daarna kan het beeld opnieuw worden gecomponeerd en de foto worden gemaakt. (Zie hoofdstuk 3 over Vooraf scherpstellen). —65— (5) Het maken van foto's door glazen ruiten: Druk af met de cameralens vlak tegen het glas en onder een hoek van circa 20 graden. Film uitnemen Aan het eind van de filmrol telt de opnameteller niet verder door. Spoel de film terug door de terugspoelknop in de richting van de pijl te zetten. (Fig. J) Wanneer de film geheel is teruggewikkeld en de motor stilstaat, kan het achterdeksel worden geopend om de filmcassette uit het magazijn te halen. De film terugspoelknop zal vanzelf in de oorspronkelijke stand terugkeren. —66— Opheffen van storingen [Omschrijving] Onscherp onderwerp Flitserwerktniet Flitsopnamen vertonen donkere gedeelten Flitsopnamen zijn als fjeheel te donker Flitsopnamen zijn telicht [Oplossing] Wanneer het onderwerp zich niet in het midden van de zoeker bevindt, moet u scherpstelling vooraf gebruiken (zie gedeelte 7-3). Onderwerpen moeten 1,2m of meer van de camera zijn vewijderd. Zie ged. 6, 7-3 en 4. Vervang de batterij. Zorg, dat zich tijdens het flitsen geen vingers voor de flitser bevinden (laat de gefotografeerde daarop letten). Het te fotograferen onderwerp zich binnen een bepaaldflitsbereik bevinden. Zie ged. 7-1. Plaats de onderwerpen tenminste 1,2m van de flitser en zorg, dat het autofocus vierkant het hoofdmotief afdekt. —67— De ogen van d e t e fotograferen persoon reflecteren in het rood Zorg zo mogelijk voor meer omgevingslicht. Laat de gefotografeerde(n) langs de flitser kijken bij voorkeur richting kamerlicht. Specificaties Type: Filmformaat: Lens: Focus: Focusrange: Belichting: Zoeker: 35mm lens sluiter camera met ingebouwde flitser 24mm X 36mm (135 filmchassis) 34mm F4,5 (3 elementen in 3 groepen) Autofocus (met focusvergrendeling) 1,2m tot oneindig ISO 100 Daglicht F9,0 (1/130 sec.) Flits F4.5 (1/130 sec.) Reverse galilean type met helder verlichte beeldkader -68- Filmgevoeligheidsinstelling (ISO): Filmlading: Filmtoevoer: Terugspoelen Film: DX automatische instelling (100, ,400) Automatisch (met venstertje voor filmkontrole) Automatisch vooruitspoelen Automatisch met behulp van de terugspoelschakelaar Auto stand: automatische omschakeling bij Ingebouwde Flitser: zwakke belichtingsniveaus (ISO 100: minder dan EV9.5) Daglicht synchronisatiestand: flitser ISO 100: 1,2m tot 3,5m Flitsrange: Laadtijd Flitser: Ong. 5 sec. (met nieuwe alkaline batterijen) Gebruiksduur Batterijen: Ong. 15 rollen (24opnamen, waarvanong.50%met de flitser) Twee 1,5V AA formaat alkaline batterijen Stroomvoorziening: 128(B) X 48(D) X 7 1 ( H ) m m Afmetingen: Ong. 200g (exclusief batterijen en film) Gewicht: Wijzigingen in de specificaties voorbehouden, zonder kennisgeving. —69— NOTA: REBOBINADO DE C A R T U C H O PELICULA El extremo de la pelicula sera intencionalmente dejado sin rebobinar completamente en el c a r t u c h o . Para evitar c o n f u n d i r las peliculas usadas con las nuevas, simplemente empuje nuevamente el resto del e x t r e m o de la pelicula dentro del cartucho usado. OPMERKING: TERUGGESPOELDE FILMPJE Het uiteinde van de aanloopstrook zal na terugspoelen met opzet enigszins uit het filmpje blijven steken. O m er echter voor te zorgen dat u een gebruikte film niet voor een ongebruikte aanziet, doet u er goed aan ook dit laatste gedeelte handmatig terug te spoelen. PRECAUCION: WAARSCHUWING: No saque la pelicula a la fuerza antes de que se acabe o cuando la camara no funciona. De lo contrario. los engranajes de avance de pelicula de la camara se rompehan. Cuando Ud intente sacar la pelicula antes de que se acabe. rebobineta utilizando el dispositivo de rebobmado de pelicula (boton o interruptor de rebobinado de pelicula). Despues de rebobinar la pelicula completamente. Ud puede abnr la tapa posterior y sacar la pelicula. Cuando la camara no opere. Ilevela a una tienda de camaras para que la reparen sin sacar le pelicula. Open nooit het achterdeksel voordat het lilmrolletje vol is, of als de camera niet in werking gesteld is. Dit zou beschadiging van de filmgeleiderrolletjes veroorzaken. Als u toch voorti|dig het filmrolletje uit de camera wilt halen. dient u gebruik te maken van de filmterugspoeltoets of schakelaar. Nadat de film geheel is teruggespoeld kunt u het achterdeksel van de camera openen en het rolletje verwijderen. Indien het toestel met juist functioneert adviseren wij u de camera met het rolletje er nog in, door uw fotohandelaar te laten controleren.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150

Nikon Fun Touch 3 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

Gerelateerde papieren