Documenttranscriptie
Geachte eigenaar.
Wij zijn u heel erkentelijk, dat u deze kompakt 35mm autofocus camera heeft
uitgekozen. We heten u van harte welkom in de steeds groeiende kring van
tevreden eigenaars van onze produkten overal ter wereld. We zijn ervan overtuigd, det u volkomen tevreden zult zijn over dit nieuwe hulpmiddel om aan de
vervulling van uw fotografische ambities te voldoen. Leest u daarom alstublieft
eerst deze handleiding goed door en berg deze daama dusdanig op, dat u hem
zonodig telkens weer kunt raadplegen.
• Naam der onderdelen
(Fig. A)
®
©
©
©
©
©
©
©
©
©
©
Opnameteller
Ontspanknop
Infrarood autofocus venster
Zoekerobjektief
Belichtingssensor
Electronenflits
Daglichtsynchroschakelaar
Lensdopschakelaar
34mm f:4,5 lens
Polsriem
Achterdoksel vergrendelpal
(Fig. B)
©Zoekeroculair
@ Groene LED (Flitsbereid mdicatie)
© Rode LED (Onderbelichtings indicatie)
@ Filmmagazijn
® Terugspoelas
© DX code kontaktpunten
@ Filmterugspoelknop
@ Filmgeleidetanding
@ Filmgeleider
@ Opwikkelspoel
@ Deksel batterijvak
@ Achterdeksel
@ Indicatievenster filmaanwezigheid
-56-
"1
Plaatsen van de batterijen
(1) Open net batterijvakdeksel door het in de richting van de pijl te drukken.
(2) Leg twee nieuwe AA formaat alkaline batterijen in het vak, daarbij lettend
op de juiste positieve (+) en negatieve (—) polariteit, zoals is aangegeven
op het in het vak afgebeelde schema.
(3) Druk het deksel van het batterijvak weer dicht en zorg dat het stevig vastzit.
• Vervang de batterijen wanneer:
A) De snelheid van het terugspoelen van de film trager dan gewoonlijk is.
B) De groene LED niet binnen 10 seconden oplicht nadat de ontspanknop
halverwege is ingedrukt met de lensdop geopend.
A en B betekenen dat de batterijen zwakzijn e n d a t e r n i e t g e n o e g v e r m o g e n i s
om de camera in werking te stellen.
OPMERKING: Mangaanbatterijen zijn ongeschikt voor deze camera en NiCd batterijen mogen niet worden gebruikt.
—57—
Lensdop (Fig. C)
Voor het openen van de lensdop wordt de lensdopschakelaar naar rechts
geschoven.
Voor het sluiten van de lensdop wordt de lensdopschakelaar naar links
geschoven.
OPMERKING: De sluiter werkt met gesloten lensdop niet. Wanneer de
camera niet gebruikt wordt, de lensdop sluiten om toevallige
belichtingen te voorkomen.
Automatisch instellen op de filmsneiheid
ISO nummer van de film
ISO 50
ISO 100
ISO 200
Film zonder DX-code
ISO 400
ISO 1000
ISO 1600
DX-instellingsstand van de camera
—58—
100
400
OPMERKING: Bij gebruik van een film met hogere snelheid kunt u een
overbelicht beeld bekomen.
Filminleg
(1) Schuif de vergrendeling van het achterdeksel in de richting van de pijl en trek
het open.
(2) Breng de cassette met de platte kant naar beneden in het film-magazijn, laat
dan de andere kant zakken en druk het geheel in de juiste stand.
(3) Voer de filmlip langs de geleiding en breng hem op een lijn met de gele filmafbeelding aan in de linkerhoek van de opwikkelspoel. Zorg dat de filmlip niet
te ver uitsteekt over de gele illustratie, daar anders een lus in de film kan ontstaan. Zorg ook, dat de film vlak en strak in de geleiding en op de tandjes van
het filmtransport ligt. (Fig. D, E)
—59—
(4) Sluit het achterdeksel totdat u een klik hoort, die aangeeft dat het deksel
stevig is vergrendeld. Wanneer het deksel na het inleggen van de fiim niet
goed sluit, dient u te controleren of de film wel vlak tussen de geleiding ligt
en of de film-cassette wel goed in het magazijn rust.
(5) Nadat het achterdeksel is gesloten, moet de ontspanknop worden ingedrukt
en het filmtransport worden doorgedraaid tot het cijfer " 1 " op de opnameteller verschijnt.
OPMERKING: De teller werkt alleen wanneer de film op de juiste wijze is
ingelegd. Wanneer de teller niet funktioneert, moet u stap 1
t/m 5 herhalen.
—60—
Hanteren van de camera
Uw camera moet op de juiste wijze worden vastgehouden om te zorgen voor
onbewogen, scherpe foto's. Hij moet tegelijk stevig en onverkrampt worden
vastgehouden terwijl u opnamen maakt. De afbeeldingen tonen de juiste manier
om uw camera in de horizontal en vertikale stand vast te houden. Zorg tijdens
het vasthouden van de camera dat u de flitser, belichtingssensor en de lens niet
met uw vingers bedekt. (Fig. F)
Zoeker
Terwijl u door het oculair van de zoeker kijkt, kiest u het gewenste beeld
zodanig, dat het hoofdmotief zich in het midden van het zoekerbeeld bevindt.
De camera stelt zich automatisch scherp op elk willekeurig motief in het
kernvlak (scherpstelkader) in het midden van het zoekerbeeld. Wanneer u
onderwerpen fotografeert op een afstand van 1,3m of meer, dient u de gele
kadermarkeringen te gebruiken. Het beeld binnen deze kadermarkeringen
verschijnt op de film Wanneer de afstand tot het onderwerp tussen de 1,2m en
—61—
1,3m bedraagt, kunt u de camera licht optillen en de parallax correctie
markeringen gebruiken om het beeld te centreren.
(
t—
BEELDKADER MARKERINGEN
~^4
PARALLAX CORRECTIE
MARKERINGEN
i—i
«—•«
L_
SCHERPSTEL KADER
_J
Fotograferen
1. Auiomatisch fotograferen
(1) Uw camera werkt volautomatisch. Wanneer er voldoende licht is, kiest u
eenvoudig de gewenste beeldinstelling en drukt af.
-62-
(2) Fotograferen met flitser
Indien het licht niet voldoende is vooreenjuistebelichting (hetzij binnenof
buiten), zal de rode LED (Onderbelichtingsindicatie) oplichten in de
zoeker wanneer u de ontspanknop halverwege indrukt. Dit betekentdatde
flits gebruikt moet worden. Wacht tot de groene LED (Flitsbereid indicatie)
oplicht en druk de ontspanknop helemaal in. U kunt dan een flitsopname
maken.
De juiste flitsbelichtingstijd hangt af van de ISO-gevoeligheid en van de
afstand tussen camera en objekt.
Filmgevoeligheid
Flitsdracht
ISO 100
1,2 - 3 , 5 m
ISO 400
1,5 - 7,0m
2. Daglichtsynchrofotografie
De flitser kan gebruikt worden wanneer men een objekt fotografeert in de
schaduw, of tegen de zon of een helder raam.
U dient erop te letten dat de groene LED moet oplichten. Schakel dan de
daglichtsynchroschakelaar in de richting van de pijl en houd hem in die
stand terwijl u de sluiter ontspant. (Fig. G)
Na gebruik keert de daglichtsynchroschakelaar automatisch terug in zijn
oorspronkelijk stand.
3. Vooraf scherpstellen
Wanneer u een beeld samenstelt, waarbij zich een hoofdmotief niet in het
midden van de zoeker bevindt, is het nodig om met de lens vooraf scherp te
stellen. Dat gaat als volgt:
(1) Kijk door de zoeker en stel het beeld zodanig, dat het hoofdmotief zich direct
achter het scherpstelkader bevindt. (Fig. H)
(2) Druk voorzichtig de ontspanknop halverwege in en houdt deze zo ingedrukt
om de ingestelde scherpte vast te houden.
—64—
(3) Terwijl u de ontspanknop halverwege ingedrukt houdt, stelt u via de zoeker
het gewenste beeld naar wens samen; dan drukt u de ontspanknop geheel
inomdefototemaken. (Fig. I) (De scherpstelling vooraf kan ongedaan worden gemaakt, door de ontspanknop los te laten).
4. Speciale autofocus situaties
Het autofocus systeem zal in de meeste gevallen nauwkeurig werken bij de
onderwerpen, die u wilt fotograferen. Er zijn evenwe! een paar situaties,
waarin het autofocus mechanisme niet juist werkt. Zoals:
(1) Wanneer het onderwerp sterke reflekties vertoont, zoals bij hoogglans
metaaloppervlakken, auto carosserieen, water oppervlaktes of spiegels.
(2) Onderwerpen met weinig of geen reflecties, zoals zwarte voorwerpen,
haren, vlammen of rook.
(3) Heel kleine voorwerpen.
(4) Onderwerpen, die deels schuilgaan achter andere, bijvoorbeeld achter een
net of tr'alies van een kooi.
In de gevallen (1)—(4) kan tevoren worden scherpgesteld op een voorwerp,
dat zich ongeveer op dezelfde afstand bevindt; daarna kan het beeld
opnieuw worden gecomponeerd en de foto worden gemaakt. (Zie hoofdstuk
3 over Vooraf scherpstellen).
—65—
(5) Het maken van foto's door glazen ruiten:
Druk af met de cameralens vlak tegen het glas en onder een hoek van circa
20 graden.
Film uitnemen
Aan het eind van de filmrol telt de opnameteller niet verder door. Spoel de film
terug door de terugspoelknop in de richting van de pijl te zetten. (Fig. J)
Wanneer de film geheel is teruggewikkeld en de motor stilstaat, kan het
achterdeksel worden geopend om de filmcassette uit het magazijn te halen. De
film terugspoelknop zal vanzelf in de oorspronkelijke stand terugkeren.
—66—
Opheffen van storingen
[Omschrijving]
Onscherp onderwerp
Flitserwerktniet
Flitsopnamen vertonen
donkere gedeelten
Flitsopnamen zijn als
fjeheel te donker
Flitsopnamen zijn telicht
[Oplossing]
Wanneer het onderwerp zich niet in het midden van
de zoeker bevindt, moet u scherpstelling vooraf
gebruiken (zie gedeelte 7-3).
Onderwerpen moeten 1,2m of meer van de camera
zijn vewijderd. Zie ged. 6, 7-3 en 4.
Vervang de batterij.
Zorg, dat zich tijdens het flitsen geen vingers voor de
flitser bevinden (laat de gefotografeerde daarop
letten).
Het te fotograferen onderwerp zich binnen een
bepaaldflitsbereik bevinden. Zie ged. 7-1.
Plaats de onderwerpen tenminste 1,2m van de
flitser en zorg, dat het autofocus vierkant het
hoofdmotief afdekt.
—67—
De ogen van d e t e
fotograferen persoon
reflecteren in het rood
Zorg zo mogelijk voor meer omgevingslicht. Laat de
gefotografeerde(n) langs de flitser kijken bij
voorkeur richting kamerlicht.
Specificaties
Type:
Filmformaat:
Lens:
Focus:
Focusrange:
Belichting:
Zoeker:
35mm lens sluiter camera met ingebouwde flitser
24mm X 36mm (135 filmchassis)
34mm F4,5 (3 elementen in 3 groepen)
Autofocus (met focusvergrendeling)
1,2m tot oneindig
ISO 100
Daglicht
F9,0 (1/130 sec.)
Flits
F4.5 (1/130 sec.)
Reverse galilean type met helder verlichte
beeldkader
-68-
Filmgevoeligheidsinstelling (ISO):
Filmlading:
Filmtoevoer:
Terugspoelen Film:
DX automatische instelling (100, ,400)
Automatisch (met venstertje voor filmkontrole)
Automatisch vooruitspoelen
Automatisch
met
behulp
van
de
terugspoelschakelaar
Auto stand: automatische omschakeling bij
Ingebouwde Flitser:
zwakke belichtingsniveaus (ISO 100: minder dan
EV9.5)
Daglicht synchronisatiestand: flitser
ISO 100: 1,2m tot 3,5m
Flitsrange:
Laadtijd Flitser:
Ong. 5 sec. (met nieuwe alkaline batterijen)
Gebruiksduur Batterijen: Ong. 15 rollen (24opnamen, waarvanong.50%met
de flitser)
Twee 1,5V AA formaat alkaline batterijen
Stroomvoorziening:
128(B) X 48(D) X 7 1 ( H ) m m
Afmetingen:
Ong. 200g (exclusief batterijen en film)
Gewicht:
Wijzigingen in de specificaties voorbehouden, zonder kennisgeving.
—69—
NOTA:
REBOBINADO
DE
C A R T U C H O PELICULA
El extremo de la pelicula sera
intencionalmente dejado sin
rebobinar completamente en el
c a r t u c h o . Para evitar c o n f u n d i r
las peliculas usadas con las
nuevas, simplemente empuje
nuevamente
el
resto
del
e x t r e m o de la pelicula dentro
del cartucho usado.
OPMERKING:
TERUGGESPOELDE FILMPJE
Het uiteinde van de aanloopstrook zal na terugspoelen met
opzet enigszins uit het filmpje
blijven steken. O m er echter
voor te zorgen dat u een
gebruikte film niet voor een
ongebruikte aanziet, doet u er
goed aan ook dit
laatste
gedeelte handmatig terug te
spoelen.
PRECAUCION:
WAARSCHUWING:
No saque la pelicula a la fuerza antes de
que se acabe o cuando la camara no funciona. De lo contrario. los engranajes de
avance de pelicula de la camara se
rompehan.
Cuando Ud intente sacar la pelicula
antes de que se acabe. rebobineta utilizando el dispositivo de rebobmado de
pelicula (boton o interruptor de rebobinado de pelicula). Despues de rebobinar
la pelicula completamente. Ud puede
abnr la tapa posterior y sacar la pelicula.
Cuando la camara no opere. Ilevela a una
tienda de camaras para que la reparen
sin sacar le pelicula.
Open nooit het achterdeksel voordat het
lilmrolletje vol is, of als de camera niet in
werking gesteld is. Dit zou beschadiging
van de filmgeleiderrolletjes veroorzaken.
Als u toch voorti|dig het filmrolletje uit de
camera wilt halen. dient u gebruik te
maken van de filmterugspoeltoets of
schakelaar. Nadat de film geheel is
teruggespoeld kunt u het achterdeksel
van de camera openen en het rolletje
verwijderen.
Indien het toestel met juist functioneert
adviseren wij u de camera met het rolletje
er nog in, door uw fotohandelaar te laten
controleren.