5
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
291b
Behalve de punten onder BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES en VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL op p. 2, 3
en 4 dient u ook de volgende instructies te lezen en op te volgen:
Stroomvoorziening
301
• Sluit dit toestel niet aan op een stopcontact dat al
gebruikt wordt door een apparaat met een
omvormer (zoals een koelkast, wasmachine,
magnetron of airco) of met een motor. Naar gelang
van de manier waarop dit elektrische apparaat
gebruikt wordt, kan de stroombron storingen of een
hoorbaar gebrom veroorzaken. Als het niet haalbaar
is om een apart stopcontact te gebruiken, sluit dan
een ontstoringsfilter aan tussen dit toestel en het
stopcontact.
307
• Voor u dit toestel op andere apparaten aansluit,
moet u alle toestellen uitzetten. Zo voorkomt u
defecten en/of schade aan luidsprekers of andere
apparaten.
308
• Hoewel de ledjes uitgaan als het toestel
uitgeschakeld wordt, betekent dit niet dat het toestel
dan volledig van de stroombron is afgekoppeld. Als
u de stroom volledig wilt afsluiten, zet u eerst de
POWER-schakelaar uit en haalt u vervolgens de
stekker uit het stopcontact. Daarom kiest u voor het
aansluiten van de stroomkabel best een makkelijk
bereikbaar stopcontact.
Plaatsing
352a
• Dit toestel kan de ontvangst van radio of televisie
verstoren. Gebruik dit toestel niet in de buurt van
dergelijke ontvangers.
352b
• Er kan storing optreden als apparaten voor
draadloze communicatie, zoals mobiele telefoons, in
de buurt van dit toestel gebruikt worden. Deze
storingen kunnen voorkomen bij een inkomende of
uitgaande oproep, of tijdens het gesprek. Als u last
hebt van dit probleem, houd de draadloze apparaten
dan verder uit de buurt van het toestel, of schakel ze
uit.
354b
• Stel het toestel niet aan direct zonlicht bloot, zet het
niet naast een warmtebron, laat het niet in een
afgesloten voertuig staan of stel het op geen enkele
andere manier aan extreme temperaturen bloot. Laat
ook geen lichtbronnen die normaal vlak bij het
toestel gebruikt worden (zoals een pianolamp) of
krachtige spots voor langere tijd op hetzelfde punt
van het toestel schijnen. Overmatige hitte kan het
toestel vervormen of verkleuren.
355b
• Als het toestel verplaatst wordt naar een plek waar
de temperatuur en/of vochtigheid erg verschillend
is, kunnen zich druppeltjes (condensatie) in het
toestel vormen. Schade of storingen kunnen het
gevolg zijn, als u het toestel in deze toestand
gebruikt. Laat daarom het toestel een aantal uren
staan voor u het gebruikt, tot de condensatie
volledig verdampt is.
356
• Laat geen rubber, vinyl of gelijkaardige materialen
voor langere tijd op het apparaat rusten. Dergelijke
voorwerpen kunnen de afwerkingslaag verkleuren
of aantasten.
359
• Kleef geen stickers, plakplaatjes en dergelijke op het
toestel. Wanneer deze verwijderd worden, kan de
afwerkingslaag beschadigd raken.
Onderhoud
401a
• Voor een gewone schoonmaakbeurt gebruikt u een
zachte, droge doek, eventueel licht bevochtigd met
water. Voor hardnekkig vuil gebruikt u een doek
met een mild, niet-agressief schoonmaakmiddel.
Veeg daarna het toestel goed droog met een zachte,
droge doek.
402
• Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of
eender welk oplosmiddel, om mogelijke verkleuring
en/of vervorming te vermijden.
Aanvullende
voorzorgsmaatregelen
553
• Wees voorzichtig genoeg bij het gebruik van de
knoppen, schuifknoppen en andere
bedieningsorganen, en bij het gebruik van jacks en
aansluitingen. Een ruw gebruik kan defecten
veroorzaken.
556
• Neem bij het aansluiten en loskoppelen van alle
kabels steeds de connector zelf vast — trek nooit aan
de kabel. Zo voorkomt u kortsluitingen of schade
aan de interne elementen van de kabel.
557
• Bij normale werking produceert het toestel een
kleine hoeveelheid warmte.
558a
• Om uw buren niet te storen, probeert u het volume
best op een redelijk niveau te houden. U kunt ook
een hoofdtelefoon gebruiken, zodat u zich geen
zorgen hoeft te maken over de mensen rondom u
(vooral later op de avond).
559a
• Als u het toestel gaat vervoeren, verpak het dan
indien mogelijk in oorspronkelijke verpakking
(inclusief vulling). Anders dient u gelijkaardig
verpakkingsmateriaal te gebruiken.
562
• Gebruik een kabel van Roland om de verbinding te
maken. Als u een kabel van een andere producent
gebruikt, neem dan de volgende voorzorgen:
- Sommige verbindingskabels hebben een
weerstand. Gebruik geen kabels met een
weerstand om dit toestel aan te sluiten. Bij het
gebruik van een dergelijke kabel kan het
geluidsniveau erg laag of onhoorbaar zijn.
Contacteer de producent van de kabel voor meer
informatie over de specificaties van de kabel.