Documenttranscriptie
Veiligheidsvoorschriften
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
WAARSCHUWING
Haal het toestel niet uit elkaar
Het aanraken van de inwendige delen van het fototoestel of van het objectief
kan een letsel veroorzaken. Herstellingen mogen alleen worden uitgevoerd
door bevoegde technici. Indien het fototoestel of het objectief breekt na een
val of een ander ongeluk, laat u het product door een door Nikon erkende
servicedienst nakijken nadat u de stekker uit het stopcontact hebt gehaald en/of
de batterijen hebt verwijderd.
Schakel het toestel onmiddellijk uit bij storingen
Indien u merkt dat er rook of een ongewone geur uit het fototoestel of het
objectief komt, moet u de batterij onmiddellijk verwijderen om brandwonden te
vermijden. Verdere bediening van het toestel kan een letsel tot gevolg hebben.
Nadat u de stroombron hebt verwijderd of losgekoppeld, laat u het toestel
nakijken door een door Nikon erkende servicedienst.
It
Ck
Gebruik het fototoestel of het objectief niet in de buurt van
ontvlambare gassen
Ch
Het bedienen van elektronische apparatuur in de buurt van ontvlambare gassen
kan leiden tot een ontploffing of brand.
Kr
Kijk niet naar de zon door het objectief of de beeldzoeker
Kijken naar de zon of naar ander fel licht door het objectief of de beeldzoeker
kan een blijvend oogletsel veroorzaken.
Buiten het bereik van kinderen houden
Zorg ervoor dat kleine kinderen de batterijen of andere kleine onderdelen niet
in hun mond kunnen stoppen.
100
Let op de volgende punten bij het gebruik van het fototoestel
en het objectief
• Houd de camera en het objectief droog. Indien u deze voorzorgsmaatregel
niet in acht neemt, kan dit brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
• Bedien het fototoestel of het objectief niet of raak deze niet aan met natte
handen. Indien u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit een
elektrische schok tot gevolg hebben.
• Wanneer u opnames maakt bij tegenlicht, mag u het objectief niet naar de
zon richten en moet u vermijden dat zonlicht rechtstreeks in het objectief valt.
Dit kan namelijk leiden tot oververhitting van de camera met mogelijk brand
tot gevolg.
• Wanneer u het objectief niet gebruikt gedurende een langere periode,
bevestig dan zowel de voorste als de achterste objectiefdoppen om
het objectief te beschermen tegen direct zonlicht. Indien u deze
voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit brand tot gevolg hebben,
aangezien het objectief het zonlicht kan convergeren op een ontvlambaar
voorwerp.
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
101
Jp
En
Bedankt voor de aankoop van het AF-S NIKKOR 200-400mm f/4G
ED VRⅡ-objectief. Lees deze instructies eerst door en raadpleeg de
gebruikshandleiding van uw camera alvorens u dit objectief gebruikt.
Terminologie
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
1 Zonnekap (p. 110)
2 Zonnekapschroef (p. 110)
3 Objectiefbescherming (aan het
objectief bevestigd) (p. 110)
4 Rubberen afdichting
5 Scherpstelknop (scherpstelvergrendeling/
geheugenoproep/AF starten) (p. 106)
6 Scherpstelring (p. 105)
7 Afstandsschaal (p. 109)
8 Afstandsindexlijn
9 Zoomring (p. 109)
0 Schaal brandpuntsafstand
! Indexlijn voor schaal
brandpuntsafstand
@ Aanduiding voor draaipositie van
objectief (p. 109)
# Bevestigingsschroef voor
statiefkraagring (p. 109)
$ Insteekfilterhouder (p. 110)
% Vergrendelingsknop voor
insteekfilterhouder (p. 110)
102
^ Geheugenknop (p. 106)
& Montage-index
* Rubberen pakking van
objectiefvatting (p. 112)
( CPU-contacten (p. 112)
) Ingebouwde draaibare
statiefbevestigingsring (p. 109)
q Oogje voor draagriem
w Aan/uit-schakelaar geluidssignaal
(p. 106)
e Scherpstelselectieknop (AF-L/
MEMORY RECALL/AF-ON) (p. 106)
r Scherpstelmodusschakelaar (p. 105)
t Scherpstellingbegrenzingsschakelaar (p. 105)
y ON/OFF-schakelaar voor
vibratiereductie (p. 108)
u Vibratiereductiemodusschakelaar
(p. 108)
( ): Referentiepagina
Belangrijkste functies
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
• De Nano Crystal Coat op enkele lenselementen zorgt onder alle
opnameomstandigheden voor scherpe, heldere foto’s, van zonnige
buitenopnamen tot binnenopnamen bij sfeerlicht.
• Dit objectief heeft een AF-L functie die de scherpstelling tijdens autofocus
vergrendelt, een AF-ON functie die de autofocus activeert en MEMORY RECALL
dat de geselecteerde scherpstelafstanden in het geheugen opslaat en oproept.
• Door vibratiereductie te activeren (VRⅡ) kunnen langere snelle sluitertijden
(circa vier keer langer*) worden gebruikt waardoor meer snelle sluitertijden
en zoomstanden kunnen worden toegepast, vooral wanneer u de camera
vasthoudt om te fotograferen. (*Gebaseerd op resultaten verkregen volgens de
meetvoorwaarden van Nikon. De effecten van vibratiereductie kunnen variëren
naargelang de opnameomstandigheden en het gebruik.)
• De AF-I/AF-S teleconverters TC-14E/TC-14EⅡ/TC-17EⅡ**/ TC-20E**/TC-20EⅡ**/
TC-20EⅢ** kunnen worden gebruikt. (**Autofocus is niet mogelijk.)
Belangrijk
• Bij montage op een Nikon DX-formaat digitale SLR-camera’s, zoals de
D300-Serie en de D7000, wordt de beeldhoek 8°-4° en bedraagt de
brandpuntsafstand in kleinbeeldequivalent circa 300-600 mm.
Geschikte camera’s en beschikbare functies
Er kunnen beperkingen gelden voor de beschikbare functies. Raadpleeg de
gebruikshandleiding van de camera voor meer informatie.
Ck
Ch
Kr
Belichtingsstand
(opnamestand)
Functie
Camera’s
Scherpstel- Geheugen- AF starten via *1
VR AF vergrendeling oproep
objectief P
Nikon digitale SLR-camera’s
(Nikon FX/DX-formaat), F6, F5,
F100, F80-Serie, F75-Serie,
F65-Serie
Pronea 600i, Pronea S*2
F4-Serie, F90X, F90-Serie,
F70-Serie
F60-Serie, F55-Serie, F50-Serie,
F-401x, F-401s, F-401
F-801s, F-801, F-601M
F3AF, F-601, F-501,
Nikon MF-camera’s
(behalve F-601M )
S
A
M
—
—
—
—
—
—
—
—
*3
*4
*3
*5
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
: Mogelijk —: Niet mogelijk VR: Vibratiereductie AF: Autofocus
*1: P inclusief AUTO en onderwerpsstanden.
*2: Handmatig (M) is niet beschikbaar.
*3: Wanneer de scherpstelselectieknop op AF-ON wordt gezet, begint autofocus zodra de
scherpstelknop wordt ingedrukt en de ontspanknop halverwege ingedrukt wordt gehouden.
*4: Druk op de geheugenknop of een scherpstelknop en druk de ontspanknop halverwege in.
*5: Mogelijk, met enkele beperkingen
104
Scherpstellen
Stel de scherpstelling stand van de camera in overeenkomstig de volgende tabel.
Camera’s
Nikon digitale SLR-camera’s
(Nikon FX/DX-formaat), F6, F5,
F4-Serie, F100, F90X, F90-Serie,
F80-Serie, F75-Serie, F70-Serie,
F65-Serie, Pronea 600i, Pronea S
F60-Serie, F55-Serie, F50-Serie,
F-801s, F-801, F-601M, F-401x,
F-401s, F-401
Camera’s
scherpstelling
stand
AF
MF
AF
MF
Jp
Scherpstelstand van objectief
A/M
M/A
M
Handmatige
Autofocus met Autofocus met scherpstelling
handmatige
handmatige
(Elektronische
aanpassing
aanpassing
afstandsmeter
(AF-prioriteit) (MF-prioriteit)
kan worden
gebruikt.)
Handmatige scherpstelling
(Elektronische afstandsmeter kan
worden gebruikt.)
Handmatige scherpstelling
(Elektronische afstandsmeter kan worden
gebruikt, behalve bij de F-601M.)
AF: Autofocus MF: Handmatige scherpstelling
En
De
Fr
Es
Se
A/M (autofocus met handmatige aanpassing. AF-prioriteit) modus en
M/A (autofocus met handmatige aanpassing. MF-prioriteit) modus
Ru
M/A: Autofocus kan worden aangepast door handmatig scherp
te stellen met de scherpstelring.
A/M: Autofocus kan worden aangepast door handmatig
scherp te stellen met de scherpstelring, maar de
gevoeligheid van de scherpstelring is lager dan in de
stand M/A. Gebruik deze stand om te voorkomen dat de
AF-instelling wordt geannuleerd doordat u per ongeluk
de scherpstelring verdraait.
a Zet de scherpstelmodusschakelaar op A/M of M/A.
b Autofocus kan handmatig worden opgeheven door het draaien van de
scherpstelring en de ontspanknop halverwege in te drukken, door het
indrukken van de AF-ON-knop op de camera of door het indrukken van de
scherpstelknop (met scherpstelmodus ingesteld op AF-ON) op het objectief.
c Door de ontspanknop halverwege in te drukken, door het nogmaals
indrukken van de AF-ON-knop op de camera of door het nogmaals indrukken
van de scherpstelknop op het objectief wordt de handmatige omschakeling
opgeheven en keert het objectief naar de autofocusmodus terug.
Nl
Beperken van het bereik van de autofocus
Deze functie is alleen beschikbaar bij autofocus.
FULL: Als het onderwerp soms dichterbij is dan 6 m, de
schakelaar op FULL instellen.
∞–6m: Als het onderwerp altijd verder verwijderd is dan 6 m,
de schakelaar op ∞–6m instellen om de scherpsteltijd
te verminderen.
105
It
Ck
Ch
Kr
Jp
Scherpstelselectieknop en scherpstelknop (Zie p. 104 voor
compatibele camera's.)
Gebruik de scherpstelselectieknop voor het selecteren van een functie van de
scherpstelknoppen.
En
Stand van
scherpstelselectieknop
Scherpstelknopfunctie
De
AF-L
Scherpstelvergrendeling
MEMORY RECALL
Geheugenoproep
AF-ON
AF starten (AF-ON) via het
objectief
Fr
Es
• Druk voor het activeren van elke functie op een van de vier
scherpstelknoppen.
• De standen van de scherpstelknop kunnen gewijzigd
worden al naargelang de voorkeur van de afzonderlijke
gebruiker. Neem voor nadere informatie contact op met uw
dichtstbijzijnde Nikon servicedienst of vertegenwoordiging.
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
Scherpstelvergrendeling (AF-L)
Deze functie is enkel compatibel met autofocus.
a Stel de scherpstelmodusschakelaar in op A/M of M/A.
b Stel de scherpstelselectieknop in op AF-L.
c In de autofocusmodus kan de scherpstelling vergrendeld worden door het
indrukken van een van de scherpstelknoppen.
• De scherpstelling blijft vergrendeld wanneer een scherpstelknop ingedrukt
wordt gehouden.
• De AF-L functie kan ingesteld worden zowel vanaf de camera als vanaf
het objectief.
Geheugenoproep (MEMORY RECALL)
♪: Het objectief geeft een pieptoon wanneer de
geheugenoproepfunctie wordt gebruikt.
♪ : De geheugenoproepfunctie werkt zonder de pieptoon.
○
De volgende bediening is wanneer de aan/uit-schakelaar
geluidssignaal ingesteld is op .
a Stel scherp op een onderwerp en druk op de geheugenknop
om de scherpstelafstand op te slaan.
• Het objectief geeft een pieptoon wanneer de scherpgestelde
afstand correct is opgeslagen.
• Wanneer de scherpstelafstand niet correct wordt opgeslagen,
zal de afstandsschaalring ongeveer 10 maal heen en weer
draaien en zal het objectief één korte en drie lange pieptonen geven. Herhaal in
dit geval de procedure voor het opslaan van de scherpstelafstand.
• Instellen van het geheugen is mogelijk ongeacht de instelling van de
scherpstelmodus of scherpstelselectieknop.
• De scherpstelafstand blijft opgeslagen ook wanneer de camera wordt
uitgeschakeld of het objectief van de camera wordt losgemaakt.
106
• Als de geheugenoproepfunctie wordt gebruikt bij een andere
brandpuntsafstand dan de oorspronkelijk ingestelde brandpuntsafstand, kan
de scherpgestelde afstand enigszins afwijken. Let met name op bij het gebruik
van de geheugenoproepfunctie bij langere brandpuntsafstanden. Als de
aan/uit-schakelaar geluidssignaal ingesteld is op , klinkt er een pieptoon als
waarschuwing. Wij raden u aan de geheugenoproepfunctie zo veel mogelijk bij
dezelfde brandpuntsafstand te gebruiken als waarop het geheugen is ingesteld.
b Stel de scherpstelselectieknop in op MEMORY RECALL.
c Druk op een scherpstelknop. Nadat het objectief tweemaal een pieptoon heeft
gegeven, de ontspanknop volledig indrukken om de foto te nemen.
• De opgeslagen scherpstelafstand wordt opgeroepen wanneer een scherpstelknop
wordt ingedrukt en de ontspanknop halverwege wordt ingedrukt.
• Houd voor het nemen van foto's met de opgeslagen scherpstelafstand, de
scherpstelknop ingedrukt en druk de ontspanknop volledig in.
• Het objectief keert terug van geheugenoproep naar autofocus of handmatige
scherpstelling wanneer de scherpstelknop wordt losgelaten.
Autofocus (AF) starten via het objectief (AF-ON)
a Stel de scherpstelmodusschakelaar in op A/M of M/A.
b Stel de scherpstelselectieknop in op AF-ON.
c Druk op een scherpstelknop om op het onderwerp scherp te stellen.
• Autofocus wordt geactiveerd wanneer een scherpstelknop ingedrukt
wordt gehouden.
• De AF-ON functie kan ingesteld worden zowel vanaf de camera als vanaf
het objectief.
Vibratiereductiemodus (VRⅡ)
Hoog
Laag
Aantal vibraties
Cameratrillingen bij gebruik van statief
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Kr
Panoramafoto's
Bij het fotograferen
Bij panoramafotografie
Bij fotografie vanuit een bewegend
voertuig
Bij het fotograferen met een statief
De
Ch
Sterke
cameratrillingen bij
het maken van foto’s
vanuit een rijdend
voertuig
Cameratrilling
Zwak
En
Ck
Basisconcept van vibratiereductie
Sterkte van vibraties
Stel de vibratiereductieschakelaar
in op NORMAL.
Jp
Sterk
Stel de vibratiereductieschakelaar
in op ACTIVE.
Stel de vibratiereductieschakelaar in op NORMAL of ACTIVE.
Stel de vibratiereductieschakelaar in op NORMAL.
Stel de vibratiereductieschakelaar in op ACTIVE.
Stel de vibratiereductieschakelaar in op NORMAL of ACTIVE.
107
Instellen van de ON/OFF-schakelaar voor vibratiereductie
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
ON: De effecten van cameratrillingen worden verminderd
wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt en ook op
het moment dat de sluiter wordt losgelaten. Omdat de
vibratie wordt verminderd in de zoeker, is het eenvoudiger
om automatisch/handmatig scherp te stellen en het
onderwerp precies te kadreren.
OFF: De effecten van cameratrillingen worden niet verminderd.
Instellen van de vibratiereductiemodusschakelaar
Zet de ON/OFF-schakelaar voor vibratiereductie op ON en kies een
vibratiereductiemodus met de vibratiereductiemodusschakelaar.
NORMAL: Het vibratiereductiemechanisme vermindert in
de eerste plaats de effecten van cameratrillingen.
De effecten van cameratrillingen worden ook
verminderd tijdens horizontaal en verticaal pannen.
ACTIVE: Het vibratiereductiemechanisme vermindert
effecten van zowel normale als intense
cameratrillingen, zoals bij het fotograferen van
een bewegend voertuig. In deze stand worden de
cameratrillingen niet automatisch onderscheiden
van panbewegingen.
Opmerkingen over het gebruik van de vibratiereductie
• Als u dit objectief gebruikt voor een camera die vibratiereductie niet
ondersteunt (p. 104), zet u de ON/OFF-schakelaar voor vibratiereductie op
OFF. Als u deze schakelaar op ON laat staan, raakt de batterij snel leeg, vooral
in combinatie met de Pronea 600i.
• Nadat u de ontspanknop half hebt ingedrukt, wacht u totdat het beeld in de
beeldzoeker stabiliseert alvorens u de ontspanknop verder indrukt.
• Als een gevolg van de eigenschappen van vibratiereductie is het mogelijk dat
het beeld in de beeldzoeker vaag wordt na het loslaten van de sluiterknop. Dit
is geen storing.
• Zet bij panorama-opnamen de vibratiereductiemodusschakelaar op
NORMAL. Als het fototoestel gepand wordt in een grote cirkel, wordt er
geen compensatie uitgevoerd voor cameratrillingen in de panrichting. Zo
worden alleen de effecten van verticale cameratrillingen verminderd tijdens
horizontaal pannen.
• Schakel het fototoestel niet uit of verwijder het objectief niet van
het fototoestel terwijl de vibratiereductie in werking is. Als u deze
voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan het objectief klinken en
aanvoelen alsof een interne component is losgekomen of afgebroken
wanneer ermee wordt geschud. Dit is geen storing. Schakel het fototoestel
opnieuw in om dit te corrigeren.
• Bij fototoestellen met ingebouwde flitser werkt de vibratiereductie niet
wanneer de ingebouwde flitser wordt opgeladen.
108
• Zet bij gebruik van een statief de ON/OFF-schakelaar voor vibratiereductie
op ON om het effect van cameratrillingen te verminderen. Het wordt door
Nikon aanbevolen de schakelaar op ON te zetten wanneer de camera
gebruikt wordt op een niet vastgezet statiefhoofd of met een eenpoot. Bij
uiterst kleine cameratrillingen kan de vibratiereductiefunctie het effect van
de cameratrillingen versterken door de werking van het systeem. In dat geval
moet u de ON/OFF-schakelaar voor vibratiereductie op OFF zetten.
• Vibratiereductie functioneert niet wanneer de AF-ON-knop op de camera of
een scherpstelknop op het objectief wordt ingedrukt.
De diafragma instellen
Jp
En
De
Fr
Gebruik het fototoestel om de instellingen van de diafragma aan te passen.
Scherpstellen, zoomen en scherptediepte
Voor u scherpstelt, draait u aan de zoomring om de brandpuntsafstand aan te
passen tot de gewenste compositie gekadreerd is. Als uw camera is uitgerust
met een knop of hendel voor een scherptediepte voorbeeld (stop-down), kunt u
een voorbeeld bekijken van de scherptediepte via de zoeker van de camera.
• Dit objectief is uitgerust met een Internal Focusing-systeem (IF). Naarmate de
opnameafstand afneemt, neemt de brandpuntsafstand ook af.
• De afstandsschaal geeft niet de precieze afstand weer tussen het onderwerp
en de camera. De waarden vormen een schatting en dienen alleen als richtlijn
te worden beschouwd. Bij het fotograferen van een verafgelegen landschap
kan de scherptediepte de werking beïnvloeden en kan een onderwerp scherp
lijken op een plaats die dichterbij is dan oneindig.
• Zie p. 200 voor meer informatie.
Gebruik van een ingebouwde draaibare
statiefbevestigingsring
Bij gebruik van een statief moet dit aan de statiefkraag van het objectief worden
bevestigd in plaats van aan de camera.
• Wanneer de camera bij de handgreep wordt vastgehouden en de camera met
het objectief in de statiefkraag gedraaid wordt, is het mogelijk dat uw hand
tegen het statief stoot, afhankelijk van het statief dat gebruikt wordt.
• Het statief kan losgemaakt worden door de borgschroef voor de statiefkraag
te verwijderen. Neem voor nadere informatie over deze procedure contact op
met uw dichtstbijzijnde Nikon servicedienst of vertegenwoordiging.
Veranderen van de camerapositie
Draai de bevestigingsschroef voor statiefkraagring los
(1). Draai afhankelijk van de camerapositie (verticaal
of horizontaal) het objectief naar een geschikte
aanduiding voor de draaipositie van het objectief (2)
en draai de schroef vast (3).
109
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
Gebruik van de zonnekap
Jp
En
De
Zonnekappen verminderen strooilicht en beschermen het objectief.
De zonnekap bevestigen
• Draai de zonnekapschroef volledig vast (2).
• Als de zonnekap niet correct is bevestigd, kan er
vignettering voorkomen.
• Om de zonnekap op te bergen, bevestigt u deze
omgekeerd op het objectief.
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Objectiefbescherming
Het objectief is voorzien van een objectiefbescherming. Wij raden
u aan deze bescherming altijd op het objectief te laten zitten.
• Is er een felle lichtbron aanwezig bij hetgeen waarvan u
een foto wilt nemen, verwijder de objectiefbescherming
dan om de kans op diafragmavlekken te verkleinen (1, 2).
U verwijdert de objectiefbescherming door de rubberen
ring los te draaien.
• Bewaar de bescherming in de speciale houder voor objectiefbescherming.
De ingebouwde flitser en vignettering
Gebruik ter voorkoming van vignettering geen zonnekap.
Camera’s
Ondersteunde brandpuntsafstand/Opnameafstand
D90, D80, D50
Ch
D70-Serie
Kr
D5100, D5000, D3100, D3000, D60,
D40-Serie
F80-Serie
F75-Serie, F70-Serie
F65-Serie, F60-Serie, F55-Serie,
F50-Serie, F-401, F-401x, F-401s,
Pronea 600i, Pronea S
• 200 mm/3 m of meer
• 250 mm of meer/geen beperking
• 200 mm/4 m of meer
• 250 mm/2,5 m of meer
• 300 mm of meer/geen beperking
• 200 mm/5 m of meer
• 250 mm/3 of meer
• 300 mm/2,5 of meer
• 350 mm of meer/geen beperking
• 200 mm/3 of meer
• 250 mm of 300 mm/2,5 m of meer
• 350 mm of meer/geen beperking
• 250 mm/5 m of meer
• 300 mm/4 m of meer
• 350 mm/3 m of meer
• 400 mm/geen beperking
Vignettering treedt op bij elke opnameafstand
Insteekfilterhouder
110
Gebruik altijd een (52mm vastschroefbare) filter. Bij het
verlaten van de fabriek is een 52mm vastschroefbare NC
filter bevestigd aan de filterhouder.
a Druk de vergrendelingsknop voor de
insteekfilterhouder in en draai linksom totdat de
witte lijn op de knop een rechte hoek maakt met de
as van het objectief.
b Trek de insteekfilterhouder van het objectief.
c Maak het bevestigde filter los van de filterhouder.
d Schroef een filter in aan de zijde van de filterhouder
welke gemarkeerd is met de woorden “Nikon“ en
“JAPAN“.
• De insteekfilterhouder kan zowel met de “Nikon“-en “JAPAN“-zijde richting
het objectief als richting de camera worden bevestigd zonder dat dit effect
heeft op uw beelden.
C-PL1L Circulair polariserend insteekfilter (optioneel)
• Blokkeert weerspiegelingen van niet-metalen oppervlakken zoals glas en water.
• Als er een C-PL1L Circulair polariserend insteekfilter wordt gebruikt, is het
brandpunt anders dan wanneer er een 52mm vastschroefbare filter wordt
gebruikt. De afstandsschaal is verplaatst vanuit de juiste positie. De dichtstbijzijnde
scherpgestelde afstand is enigszins verlengd.
• De geheugeninstelpositie kan bij het gebruik van de voorgeprogrammeerde
scherpstelling enigszins afwijken.
• Bevestig het C-PL1L filter alvorens de geheugeninstelfunctie te gebruiken.
Camera
A
◎
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Aanbevolen matglazen
Er zijn diverse uitwisselbare matglazen beschikbaar voor bepaalde Nikon SLRcamera’s voor elke fotogelegenheid. De volgende worden voor dit objectief
aangeraden:
Matglazen
Jp
B
C
E
EC-B
EC-E
F
G1
G2
G3
G4
J
K
◎
―
◎
―
―
―
―
◎
―
L
◎
M
P
Nl
U
It
Ck
F6
(–0,5)
―
◎
F5+DP-30
◎
◎
○
◎
◎
―
○
◎
―
◎
―
◎
F5+DA-30
◎
◎
○
◎
◎
―
○
◎
―
◎
―
◎
(–0,5)
scherpstelling
◎:: Uitstekende
scherpstelling
○ Redelijke
Lichte vignettering of moiré treedt op in de zoeker maar niet op de foto.
— : Niet beschikbaar
( ) : Geeft aan hoeveel belichtingscorrectie is vereist (alleen centrumgerichte
meting). Bij F6-camera’s kunt u de belichting corrigeren door ‘Ander
matglas’ te selecteren voor persoonlijke instelling ‘b6: Compensatie voor
matglas’ en het LW-bereik in te stellen op -2,0 tot +2,0 in stappen van
0,5 LW. Wanneer u een ander type matglas gebruikt dan type B of E,
selecteert u ‘Ander matglas’, zelfs als de gewenste correctie ‘0’ is
(geen correctie vereist). Voor de F5 corrigeert u de belichting via
persoonlijke instelling 18 op de camera. Raadpleeg de gebruikshandleiding
van de camera voor meer informatie.
Een leeg vakje betekent ‘niet van toepassing’. Aangezien een M-type matglas
zowel kan worden gebruikt voor macrofotografie met een vergrotingsfactor van
1:1 of hoger als voor microfotografie, heeft dit matglas andere toepassingen
dan de andere matglazen.
Belangrijk
• Voor de F5 kunnen bij matrixmeting alleen de volgende matglazen worden
gebruikt: EC-B, EC-E, B, E, J, A en L.
111
Ch
Kr
Onderhoud van het objectief
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
• Let op dat u niet alleen de camera vasthoudt wanneer het objectief is
aangebracht want dit kan resulteren in beschadiging van de camera
(objectiefvatting). Houd het objectief en de camera beide vast wanneer u
deze draagt.
• Wanneer het objectief is geïnstalleerd op een fototoestel, mag u het
fototoestel en het objectief niet optillen of vasthouden aan de zonnekap.
• Zorg ervoor dat de CPU-contactpunten niet vuil of beschadigd worden.
• Als de rubberen pakking van de objectiefvatting is beschadigd, moet u
het objectief voor reparatie naar de dichtstbijzijnde door Nikon erkende
servicedienst brengen.
• Reinig het objectief met een blaasbalgje. Om vuil en vlekken te verwijderen,
gebruikt u een zachte, zuivere katoenen doek of een objectiefdoekje met
ethanol (alcohol) of objectiefreiniger. Maak ronddraaiende bewegingen van
het midden naar de buitenkant en let erop dat u geen strepen maakt of
andere onderdelen van het objectief aanraakt.
• Gebruik nooit organische oplosmiddelen zoals thinner of benzeen om het
objectief te reinigen.
• Wanneer u het objectief in zijn houder opbergt, beide objectiefdoppen voor
en achter aanbrengen.
• Bewaar het objectief op een koele, droge plaats wanneer u deze gedurende
een lange periode niet gebruikt om schimmel- en roestvorming te voorkomen.
Berg het objectief ook op om deze te beschermen tegen rechtstreeks zonlicht
of chemicaliën zoals kamfer en naftaleen.
• Laat geen water op het objectief komen en laat het objectief niet in water
vallen. Hierdoor zal het objectief roesten en slecht functioneren.
• Bepaalde onderdelen van het objectief zijn vervaardigd uit versterkt plastic.
Zet het objectief nooit in een overmatig hete ruimte om schade te voorkomen.
Standaardaccessoires
• Opschuifbare voorobjectiefdop
• Achterste objectiefdop
• Zonnekap HK-30
• Zachte tas CL-L2 (met speciale binnenbekleding)
• Speciale filterhouder
• 52mm vastschroefbaar NC filter
• Speciale objectiefbescherming (aan het objectief bevestigd)
• Speciale houder voor objectiefbescherming
• Riem LN-1
Belangrijk
• De insteekfilterhouder, met een 52mm vastschroefbaar filter er aan bevestigd,
moet altijd in het objectief zijn gestoken.
Optioneel accessoires
• 52mm vastschroefbare filters (behalve circulair polarisatiefilterⅡ)
• C-PL1L circulair polariserend insteekfilter
• AF-S teleconverters TC-14EⅡ/TC-17EⅡ*/TC-20EⅢ* (*Autofocus is niet
mogelijk.)
112
Technische gegevens
Objectief type:
Brandpuntsafstand:
Maximaal diafragma:
Objectiefconstructie:
Beeldhoek:
Schaal brandpuntsafstand:
Afstandsinformatie:
Zoombediening:
Scherpstelling:
Vibratiereductie:
Schaal opnameafstand:
Dichtste
scherpstelafstand:
Aantal diafragmalamellen:
Diafragma:
Diafragmaschaal:
Belichtingsmeting:
Scherpstellingbegrenzingsschakelaar:
Statiefkraag:
Afmetingen:
Gewicht:
G-type AF-S Zoom-NIKKOR-objectief met ingebouwde
CPU en Nikon-bajonetsluiting
200-400mm
f/4
24 elementen in 17 groepen (4 ED lenselementen en
sommige lenselementen met Nano Crystal Coat) en
1 afneembaar beschermglas
12°20´-6°10´ bij 35mm (135) formaat Nikon film SLR
camera’s en Nikon FX-formaat digitale SLR-camera’s
8°-4° bij Nikon DX-formaat digitale SLR-camera’s
9°50´-5° bij camera’s met IX240-systeem
200, 250, 300, 350, 400mm
Doorgeven aan camera body
Handmatig via aparte zoomring
Nikon Internal Focusing-systeem (IF), autofocus met
Silent Wave Motor; handmatig met scherpstellen met
aparte scherpstelring
Lens-shift methode behulp van voice coil-motoren (VCM’s)
Schaalverdeling in meters vanaf 2 m tot oneindig (∞)
2 m met autofocus, bij alle zoominstellingen
1,95 m met handmatige scherpstelling, bij alle zoominstellingen
9 stuks (afgerond)
Volledig automatisch
f/4 tot f/32
Door middel van volledige diafragma-methode bij
camera’s met CPU-interfacesysteem
Uitgerust; twee bereiken beschikbaar: FULL (∞–2 m),
of ∞–6 m
Draaibaar over 360°, objectiefrotatiepositie-index bij
90°, alleen statiefkraag afneembaar
Circa 124 mm (diameter) x 365,5 mm (afstand van de
objectiefvatting op de camera met objectiefbescherming)
Circa 124 mm (diameter) x 358,5 mm (afstand van de
objectiefvatting op de camera zonder objectiefbescherming)
Circa 3.360 g met objectiefbescherming
Circa 3.240 g zonder objectiefbescherming
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving of verplichting van de zijde van de fabrikant.
113
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Ck
159