Nikon AF-S NIKKOR 400mm f/2.8G ED VR Handleiding

Categorie
Camera lenzen
Type
Handleiding
114
Nl
Haal het toestel niet uit elkaar
Het aanraken van de inwendige delen van het fototoestel of van het objectief
kan een letsel veroorzaken. Herstellingen mogen alleen worden uitgevoerd door
bevoegde technici. Indien het fototoestel of het objectief breekt na een val of
een ander ongeluk, laat u het product door een door Nikon erkende
servicedienst nakijken nadat u de stekker uit het stopcontact hebt gehaald en/of
de batterijen hebt verwijderd.
Schakel het toestel onmiddellijk uit bij storingen
Indien u merkt dat er rook of een ongewone geur uit het fototoestel of het
objectief komt, moet u de batterij onmiddellijk verwijderen om brandwonden te
vermijden. Verdere bediening van het toestel kan een letsel tot gevolg hebben.
Nadat u de stroombron hebt verwijderd of losgekoppeld, laat u het toestel
nakijken door een door Nikon erkende servicedienst.
Gebruik het fototoestel of het objectief niet in de buurt van
ontvlambare gassen
Het bedienen van elektronische apparatuur in de buurt van ontvlambare gassen
kan leiden tot een ontploffing of brand.
Kijk niet naar de zon door het objectief of de beeldzoeker
Kijken naar de zon of naar ander fel licht door het objectief of de beeldzoeker
kan een blijvend oogletsel veroorzaken.
Buiten het bereik van kinderen houden
Zorg ervoor dat kleine kinderen de batterijen of andere kleine onderdelen niet in
hun mond kunnen stoppen.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
115
Nl
Let op de volgende punten bij het gebruik van het fototoestel en
het objectief
• Houd de camera en het objectief droog. Indien u deze voorzorgsmaatregel niet
in acht neemt, kan dit brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.
• Bedien het fototoestel of het objectief niet of raak deze niet aan met natte
handen. Indien u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit een
elektrische schok tot gevolg hebben.
• Wanneer u opnames maakt bij tegenlicht, mag u het objectief niet naar de zon
richten en moet u vermijden dat zonlicht rechtstreeks in het objectief valt.
Dit kan namelijk leiden tot oververhitting van de camera met mogelijk brand
tot gevolg.
• Wanneer u het objectief niet gebruikt gedurende een langere periode, bevestig
dan zowel de voorste als de achterste objectiefdoppen om het objectief te
beschermen tegen direct zonlicht. Indien u deze voorzorgsmaatregel niet in
acht neemt, kan dit brand tot gevolg hebben, aangezien het objectief het
zonlicht kan convergeren op een ontvlambaar voorwerp.
116
Nl
1 Zonnekap HK-33-2 (p. 125)
2 Zonnekap HK-33-1 (p. 125)
3 Schroef zonnekap (p. 125)
4 Rubberen afdichting
5 Vergrendelingsschroef voor
statiefbevestigingsring (p. 125)
6 Oogje voor draagriem
7
Aanduiding voor draaipositie van objectief
8 Scherpstelknop
(scherpstelvergrendeling/geheugeno
proep/AF starten) (p. 122)
9 Scherpstelring (p. 121)
! Scherptediepteschaal (p. 124)
" Afstandsindexlijn (p. 124)
# Afstandsschaal
$ Aan/uit-schakelaar voor
vibratiereductie (p. 123)
% Insteek-filterhouder (p. 125)
& Vergrendelingsknop voor insteek-
filterhouder (p. 125)
( Bevestigingsindex
)
Rubberen pakking van objectiefvatting (p. 120)
~ CPU-contacten (p. 120)
+ Ingebouwde draaibare
statiefbevestigingsring (p. 125)
, Bevestigingsring voor éénpootstatief
(verwisselbaar) (p. 125)
- Geheugenknop (p. 123)
. Schakelaar voor scherpstelstand (p. 121)
/
Schakelaar voor scherpstelbegrenzing (p. 122)
: Schakelaar voor VR-stand
(vibratiereductie) (p. 123)
; Scherpstelselectieknop (AF-L/
MEMORY RECALL/AF-ON) (p. 122)
< Aan/uit-schakelaar geluidssignaal
(p. 122)
1. Terminologie ( ): Referentiepagina
118
Nl
2. Geschikte camera's en beschikbare functies
Er kunnen beperkingen gelden voor de beschikbare functies. Raadpleeg de
gebruikshandleiding van de camera voor meer informatie.
*1 P inclusief AUTO (algemeen programma) en onderwerpsstanden (Digital Vari-Program)
*2 Handmatig (M) is niet beschikbaar.
*3 Als de scherpstelselectieknop op AF-ON staat, start autofocus wanneer u de
scherpstelknop indrukt en tegelijkertijd de ontspanknop half indrukt.
*4 Druk de geheugenknop of de scherpstelknop in terwijl u de ontspanknop
half indrukt.
•Als u dit objectief gebruikt voor een camera die vibratiereductie niet
ondersteunt, zet u de aan/uit-schakelaar voor vibratiereductie op OFF. Als u
deze schakelaar op ON laat staan, raakt de batterij snel leeg, vooral in
combinatie met de Pronea 600i.
Camera’s
Vibratie-
reductie
Auto-
focus
Scherpstel-
vergrende-
ling
Belichtings-
stand
P*
1
SAM

҂҂
҂

*
3

҂ 
҂
*
3

*
4
҂҂
҂҂҂҂҂
҂҂҂҂҂
҂
҂
҂
҂
҂
҂
҂
҂
Geheugen-
oproep
AF starten
via
objecief
Functie
: Mogelijk : Mogelijk, met enkele beperkingen ҂: Niet mogelijk
Nikon digitale
spiegelreflexcamera
(Nikon FX/DX-formaat)
F6, F5, F100, F80-serie,
F75-serie, F65-serie
Pronea 600i, Pronea S*
2
F4-serie, F90X,
F90-serie, F70-serie
F60-serie, F55-serie,
F50-serie, F-401x,
F-401s, F-401
F-801s, F-801,
F-601
M
F3AF, F-601, F-501,
Nikon MF-camera’s
(m.u.v. F-601M)
119
Nl
3. Inleiding
Gefeliciteerd met de aanschaf van dit AF-S NIKKOR 400mm f/2.8G ED VR-objectief.
Dit hoogwaardige objectief is voorzien van een speciaal systeem voor
vibratiereductie (VR) en high-speed interne scherpstelling (IF). Het is bovendien
uitgerust met een Silent (S) Wave Motor die het scherpstelmechanisme aanstuurt.
Daarnaast biedt het objectief een functie voor vooraf ingestelde scherpstelling.
Belangrijkste functies
Twee AF-standen (p. 121)
Autofocus kan worden opgeheven door de schakelaar voor de scherpstelstand
op A/M of M/A te zetten en handmatig scherp te stellen met de scherpstelring.
M/A: Autofocus kan worden aangepast door handmatig scherp te stellen met de
scherpstelring. Gebruik deze stand om zeer nauwkeurig scherp te stellen.
A/M: Autofocus kan worden aangepast door handmatig scherp te stellen met de
scherpstelring, maar de gevoeligheid van de scherpstelring is lager dan in
de stand M/A. Gebruik deze stand om te voorkomen dat de AF-instelling
wordt geannuleerd doordat u per ongeluk de scherpstelring verdraait.
Het autofocusbereik beperken (p. 122)
De scherpsteltijd kan worden verkort door de scherpstelafstand te begrenzen.
Als het onderwerp zich bijvoorbeeld op een afstand van ten minste 6 m bevindt,
zet u de schakelaar voor scherpstelbegrenzing op –6 m.
AF-L/MEMORY RECALL/AF-ON (p. 122)
In de autofocusstand kunt u de scherpstelafstand vergrendelen en opslaan (AF-L) en
deze later uit het geheugen oproepen via MEMORY RECALL. U kunt terugkeren naar
de autofocusstand door de schakelaar op het objectief weer op AF-ON te zetten.
Vibratiereductie* (VR II) (p. 123)
NORMAL: Tijdens fotograferen uit de hand of met een éénpootstatief wordt
cameratrilling verminderd. In deze stand kunt u foto’s maken met een sluitertijd
die circa 4 stops langer is dan wanneer u een niet-VR-objectief gebruikt.
Hierdoor wordt het sluitertijdenbereik groter en fotograferen uit de hand of met
een éénpootstatief gemakkelijker. Meetrekken van het objectief is ook mogelijk.
TRIPOD: Aanbevolen stand voor vermindering van cameratrilling bij gebruik van een
driepootstatief. Bij een supertele-objectief kan zelfs cameratrilling optreden wanneer
de camera op een driepootstatief is bevestigd. In de stand TRIPOD neemt cameratrilling
af wanneer u fotografeert met een driepootstatief, vooral bij sluitertijden tussen 1/15
en 1 seconde. Bovendien wordt onscherpte van het beeld in de zoeker verminderd.
* Onder meetomstandigheden bij Nikon. Het effect van vibratiereductie varieert
afhankelijk van de fotografeerstijl en de opnameomstandigheden.
120
Nl
Een nauwkeuriger belichtingsregeling is mogelijk als het objectief is bevestigd op
een Nikon-camera met 3D-matrixmeting, aangezien informatie over de afstand
tot het onderwerp door het objectief wordt doorgegeven aan de camera.
De drie ED-lenselementen (Extra-lage Dispersie) zorgen voor scherpe beelden,
vrijwel zonder kleurranden. Dankzij een diafragma van negen lamellen dat een
bijna ronde opening oplevert, worden onscherpe delen voor of achter het
onderwerp mooi wazig weergegeven.
De Nano Crystal Coat op enkele lenselementen zorgt onder alle
opnameomstandigheden voor scherpe, heldere foto’s, van zonnige
buitenopnamen tot binnenopnamen bij sfeerlicht.
Als beschermglas voor het objectief wordt in plaats van het bestaande platte
glas een meniscusvormig glas gebruikt.
Belangrijk
Houd nooit alleen de camerabody vast wanneer het objectief is bevestigd. Dit
kan schade aan de camera veroorzaken. Houd altijd zowel het objectief als de
camerabody vast.
Plaats een schroeffilter met een diameter van 52 mm in de insteek-filterhouder.
Let erop dat de CPU-contacten niet vuil worden of beschadigd raken.
•U kunt de volgende AF-I/AF-S teleconverters gebruiken: TC-14E/TC-14EII/
TC-17EII/TC-20E/TC-20EII/TC-20EIII.
•Bij montage op een Nikon DX-formaat digitale spiegelreflexcamera’s, zoals de
D300-serie en de D7000, wordt de beeldhoek 4° en bedraagt de
brandpuntsafstand in kleinbeeldequivalent circa 600 mm. (De beeldhoek van
het objectief is 6°10’ bij de kleinbeeld-brandpuntsafstand.)
•Als de rubberen pakking van de objectiefvatting is beschadigd, brengt u het
objectief voor reparatie naar de leverancier of de servicedienst van Nikon.
Meetrekken van het objectief
(in de stand NORMAL)
Cameratrillingen bij gebruik van statief
(in de stand TRIPOD)
Kracht van trillingen
Cameratrilling tijdens het fotograferen
uit de hand of bij gebruik van een
éénpootstatief (in de stand NORMAL)
De basis van vibratiereductie
Aantal
trillingen
121
Nl
4. Scherpstelling
Stel de keuzeknop voor de scherpstelstand op de camera in aan de hand van de
onderstaande tabel:
Autofocus met handmatige aanpassing (p. 119)
Stand A/M: autofocus met handmatige aanpassing. AF-prioriteit
Stand M/A: autofocus met handmatige aanpassing. MF-prioriteit
1
Zet de schakelaar voor de scherpstelstand op A/M of M/A. (Fig. 1)
2
U kunt autofocus handmatig opheffen door aan de
scherpstelring te draaien terwijl u de ontspanknop of de
AF-startknop op de camera of de scherpstelknop op het
objectief half indrukt.
Als u de handmatige aanpassing wilt annuleren, haalt u uw
vinger van de ontspanknop of AF-startknop op de camera of
van de scherpstelknop op het objectief. Als u nu de
ontspanknop half indrukt, keert u terug naar
de autofocusstand.
Scherpstelstand van objectief
Camera’s
Scherpstelstand van camera
MM/AA/M
Handmatige
scherpstelling
(Elektronische
afstandsmeter
kan worden
gebruikt.)
Handmatige scherpstelling
(Elektronische afstandsmeter
kan worden gebruikt, behalve bij de F-601
M.)
Handmatige scherpstelling
(Elektronische afstandsmeter kan worden gebruikt.)
Autofocus met
handmatige
aanpassing
(MF-prioriteit)
Autofocus met
handmatige
aanpassing
(AF-prioriteit)
AF
AF
MF
MF
AF: autofocus MF: handmatige scherpstelling
Nikon digitale
spiegelreflexcamera (Nikon
FX/DX-formaat), F6, F5, F4-serie,
F100, F90X, F90-serie, F80-serie,
F75-serie, F70-serie, F65-serie,
Pronea 600i, Pronea S
F60-serie, F55-serie, F50-serie,
F-801s, F-801, F-601
M, F-401x,
F-401s, F-401
Fig. 1
122
Nl
5. Het autofocusbereik beperken
(Zie pagina 118 voor compatibele camera’s.)
•Als het onderwerp waarop u wilt scherpstellen in de
autofocusstand altijd meer dan 6 m van de camera is
verwijderd, zet u de schakelaar voor scherpstelbegrenzing op
–6m om de scherpsteltijd te verkorten.
•Als het onderwerp zich soms op een afstand van 6 m of
minder bevindt, zet u de schakelaar op FULL.
Deze functie werkt alleen in de autofocusstand.
6. AF-L/MEMORY RECALL/AF-ON
De scherpstelselectieknop (AF-L/MEMORY RECALL/AF-ON) en
de scherpstelknop
De functie van de scherpstelknop (Fig. 4) varieert afhankelijk
van de stand van de scherpstelselectieknop (Fig. 3).
•U kunt de stand van de scherpstelknoppen naar wens
aanpassen. Neem voor meer informatie contact op met Nikon.
•Druk op een van de vier scherpstelknoppen om elke functie te activeren.
Gebruik van de scherpstelvergrendeling
(Zie pagina 118 voor compatibele camera’s.)
1
Zet de schakelaar voor de scherpstelstand op A/M of M/A. (Fig. 1)
Deze functie werkt alleen bij autofocus.
2
Zet de scherpstelselectieknop (Fig. 3) op AF-L.
3
Tijdens autofocus wordt de scherpstelling vergrendeld zolang u de
scherpstelknop ingedrukt houdt. (Fig. 4)
De scherpstelling wordt vergrendeld terwijl u een van deze knoppen ingedrukt houdt.
De functie AF-vergrendeling kan zowel op de camera als op het objectief worden ingeschakeld.
MEMORY RECALL (Zie pagina 118 voor compatibele camera’s.
Beschikbaar bij autofocus en handmatige scherpstelling.)
Zet de aan/uit-schakelaar voor het geluidssignaal (Fig. 5) op
om het geluid ssignaal in te schakelen. Zet de schakelaar op
om het geluidssignaal uit te schakelen.
•De volgende functie is beschikbaar wanneer het geluidssignaal
is ingeschakeld.
Fig. 3
Fig. 4
Stand van de
scherpstelselectieknop
Functie van de
scherpstelknop
AF-L Scherpstelvergrendeling
MEMORY RECALL Geheugenoproep
AF-ON
AF starten (AF-ON) op het objectief
Fig. 5
Fig. 2
123
Nl
1
Stel de schakelaar voor de scherpstelstand op A/M, M/A of M. (Fig. 1)
2
Stel scherp op een onderwerp waarvoor u de scherpstelafstand
in het geheugen wilt opslaan. Druk op de geheugenknop
(Fig. 6). Er klinkt een geluidssignaal ter bevestiging dat de
scherpstelafstand in het geheugen is opgeslagen.
De stand van de schakelaar voor de scherpstelstand en de
scherpstelselectieknop heeft geen invloed op deze functie.
De scherpstelafstand blijft opgeslagen in het geheugen, zelfs als de camera
wordt uitgeschakeld of het objectief wordt verwijderd van de camera.
Opmerking: Als de ring met de afstandsschaal tijdens het instellen circa tien keer van
rechts naar links draait en er tegelijkertijd een geluidssignaal klinkt (één
keer kort en drie keer lang), voert u de geheugeninstelling opnieuw uit.
3
Zet de scherpstelselectieknop (Fig. 3) op MEMORY RECALL.
4
Druk op de scherpstelknop (Fig. 4).
Terwijl u de ontspanknop half indrukt, drukt u op de scherpstelknop om de
opgeslagen scherpstelafstand uit het geheugen op te roepen.
5
Als de scherpstelafstand is geladen, klinkt twee keer een geluidssignaal. Druk
de ontspanknop vervolgens helemaal in om de foto te maken.
Opmerking: Als u foto's wilt maken met de in het geheugen opgeslagen
scherpstelafstand, drukt u de ontspanknop helemaal in voordat u
uw vinger van de scherpstelknop haalt.
•In de stand A/M of M/A keert het objectief terug van de
geheugenoproepstand naar autofocus of handmatige scherpstelling wanneer
u uw vinger van de scherpstelknop haalt en de ontspanknop half indrukt.
AF-ON (Zie pagina 118 voor compatibele camera’s.)
1
Zet de schakelaar voor de scherpstelstand (Fig. 1) op A/M of M/A.
2
Zet de scherpstelselectieknop (Fig. 3) op AF-ON.
3
Druk de scherpstelknop (Fig. 4) in om op het onderwerp scherp te stellen.
Autofocus blijft geactiveerd zolang u de scherpstelknop ingedrukt houdt.
7. De stand voor vibratiereductie (Zie pagina 118 voor
compatibele camera’s.)
1
Zet de aan/uit-schakelaar voor vibratiereductie op ON 2
terwijl u deze ingedrukt houdt 1. (Fig. 7)
2
Zet de schakelaar voor de VR-stand (Fig. 8) op NORMAL
of TRIPOD.
•U kunt onscherpte van het beeld in de zoeker verminderen
door de ontspanknop half in te drukken, waardoor
autofocus, handmatige scherpstelling en het nauwkeurig
kadreren van het onderwerp gemakkelijker worden.
Fig. 7
Fig. 8
Fig. 6
124
Nl
Opmerkingen over het gebruik van vibratiereductie
Druk de ontspanknop half in, wacht tot het beeld in de zoeker
niet meer trilt en druk dan de ontspanknop helemaal in.
•Als gevolg van de vibratiereductie kan het beeld in de zoeker onscherp
worden nadat u ontspanknop hebt ingedrukt.
Zet de schakelaar voor de VR-stand op TRIPOD om cameratrilling en onscherpte van
het beeld in de zoeker bij gebruik van een driepootstatief te verminderen. Bij zeer
lichte cameratrilling wordt het systeem voor vibratiereductie mogelijk niet geactiveerd.
Daarentegen kan het VR-systeem zelfs cameratrilling in het objectief veroorzaken. In
dat geval moet vibratiereductie worden uitgeschakeld. Wanneer u een driepootstatief
met een losse kop of een éénpootstatief gebruikt, selecteert u de stand NORMAL.
•Wanneer u met de camera een meetrekkende beweging maakt, zet u de
schakelaar voor de VR-stand (Fig. 8) op NORMAL.
•Wanneer u de camera meetrekt in een grote boog, worden trillingen in de
richting van de beweging niet gecorrigeerd. Als u de camera bijvoorbeeld
horizontaal beweegt, worden alleen de verticale trillingen verminderd,
waardoor u mooie, stabiele opnamen kunt maken.
Schakel de camera niet uit en verwijder het objectief niet van de camera
wanneer vibratiereductie is ingeschakeld. (Als u dat wel doet, maakt het
objectief een ratelend geluid als de camera wordt bewogen. Dit duidt niet op
een storing. Zet de camera weer aan om vibratiereductie uit te schakelen.)
•Bij fototoestellen met ingebouwde flitser werkt de vibratiereductie niet
wanneer de ingebouwde flitser wordt opgeladen.
8. Scherptediepte
De scherptediepte kan bij benadering worden bepaald
met behulp van de scherptediepteschaal. (Fig. 9)
•Als de camera een knop of hendel voor
scherptedieptecontrole heeft, kunt u de
scherptediepte controleren terwijl u door de zoeker
van de camera kijkt.
•Zie p. 196 voor meer informatie.
9. Het diafragma instellen
Aangezien het objectief niet is uitgerust met een diafragmaring, moet u het
diafragma op de camera instellen.
Scherptediepte-
schaal
Afstands-
indexlijn
Fig. 9
125
Nl
10. Ingebouwde draaibare statiefbevestigingsring
•Wanneer u verticale opnamen wilt maken, draait u de vergrendelingsschroef
van de statiefbevestigingsring linksom los, draait u het objectief naar de
gewenste stand en draait u de schroef vervolgens rechtsom weer vast.
•Wanneer u de camera bij de handgreep vasthoudt terwijl u de camera draait
met het objectief in de statiefbevestigingsring, kunt u uw hand stoten aan het
statief, afhankelijk van het statief dat u gebruikt.
Eénpootstatief (meegeleverd)
•U kunt de bevestigingsring voor een driepootstatief vervangen door een
bevestigingsring voor een éénpootsstatief.
Nadat u de statiefbevestigingsring hebt vervangen, draait u de schroef stevig
aan. Als u de schroef niet stevig vastdraait, kan dit leiden tot ongelukken of
schade aan het objectief of de camera.
Neem voor meer informatie over het vervangen van de statiefbevestigingsring
contact op met Nikon.
11. Zonnekap HK-33-1 en HK-33-2
Tweedelige zonnekap (HK-33-1 voor bevestiging aan de voorkant van het objectief
en HK-33-2 voor bevestiging aan de voorkant van de HK-33-1) wordt meegeleverd.
Bevestiging van de HK-33-1: Draai eerst de schroef van de HK-33-1 los, plaats
de HK-33-1 op de voorkant van het objectief en draai de schroef weer aan.
Bevestiging van de HK-33-2: Draai de schroef van de HK-33-2 los, plaats de
HK-33-2 op de voorkant van de HK-33-1 en draai de schroef weer aan.
De zonnekappen opbergen: Draai de HK-33-2 om en schuif deze over de
HK-33-1. Draai vervolgens de HK-33-1 en de HK-33-2 samen om en schuif beide
over de voorkant van het objectief.
12. Insteek-filterhouder
Gebruik altijd een filter (schroeffilter, 52 mm). Bij
levering is een 52 mm-schroeffilter (NC) in de
filterhouder geplaatst.
1
Schroef een filter in de kant van de filterhouder
waarop de woorden 'Nikon’ en ‘Japan’ staan. (Fig. 10)
2
Druk de vergendelingsknop van de insteek-
filterhouder in en draai deze naar links tot de witte lijn
op de knop loodrecht op de as van het objectief staat.
•U kunt de insteek-filterhouder plaatsen met het filter
naar het objectief of de camera gericht. Dit is niet van
invloed op uw foto's.
Fig. 10
126
Nl
C-PL1L insteek circulair polarisatiefilter (optioneel)
Houdt weerspiegelingen van niet-metalen oppervlakken als glas en water tegen.
Het scherpstelpunt van een C-PL1L insteek circulair polarisatiefilter verschilt
van dat van een 52 mm-schroeffilter. De afstandsschaal verschuift ten opzichte
van de correcte positie. De kortste scherpstelafstand wordt iets vergroot.
De positie van de geheugenknop verandert mogelijk iets wanneer de functie
voor vooraf ingestelde scherpstelling wordt gebruikt. Bevestig het C-PL1L filter
voordat u de functie voor geheugenoproep gebruikt.
13. Aanbevolen Matglazen
Er zijn diverse verwisselbare matglazen beschikbaar voor bepaalde Nikon-
reflexcamera's die geschikt zijn voor allerlei soorten opnamen. De aanbevolen
matglazen voor dit objectief zijn:
:Uitstekende scherpstelling
: Redelijke scherpstelling
Lichte vignettering of moiré treedt op in de zoeker maar niet op de foto.
:Niet beschikbaar
( ): Geeft aan hoeveel belichtingscorrectie is vereist (alleen centrumgerichte meting).
Bij F6-camera’s kunt u de belichting corrigeren door ‘Ander matglas’ te
selecteren voor persoonlijke instelling ‘b6: Compensatie voor matglas’ en het
LW-bereik in te stellen op -2,0 tot +2,0 in stappen van 0,5 LW. Wanneer u een
ander type matglas gebruikt dan type B of E, selecteert u ‘Ander matglas’, zelfs
als de gewenste correctie ‘0’ is (geen correctie vereist). Voor de F5 corrigeert u de
belichting via persoonlijke instelling 18 op de camera. Voor de F4-serie corrigeert
u de belichting met behulp van de belichtingscorrectieknop voor het matglas.
Raadpleeg de gebruikshandleiding van de camera voor meer informatie.
Een leeg vakje betekent 'niet van toepassing'. Aangezien een M-type matglas zowel
kan worden gebruikt voor macrofotografie met een vergrotingsfactor van 1:1 als voor
microfotografie, heeft dit matglas andere toepassingen dan de andere matglazen.
Matglazen
Camera's
F5+DP-30
(+0.5)
G1
G2
G4G3BCE
EC-B
EC-E
FJKLMPU
F4+DP-20
F4+DA-20
F5+DA-30
A
(+0.5)
(–0.5)
(–0.5)
F6
127
Nl
Voor de F5 kunnen bij matrixmeting alleen de volgende matglazen worden
gebruikt: EC-B, EC-E, B, E, J, A en L.
•Bij gebruik van B- en E-type matglazen in andere camera's dan de hierboven
vermelde, raadpleegt u de kolommen voor de B- en E-type matglazen.
14. Objectiefonderhoud
Reinig het objectiefoppervlak met een blaasborsteltje. Gebruik voor het
verwijderen van vuil en vlekken een zachte, schone katoenen doek of een
lenstissue die is bevochtigd met ethanol (alcohol) of lensreiniger. Wrijf met
draaiende bewegingen vanuit het midden naar de buitenrand, waarbij u erop
let dat u geen vlekken achterlaat of andere delen van het objectief aanraakt.
Gebruik nooit thinner of benzeen om het objectief te reinigen, aangezien het objectief
hierdoor beschadigd kan raken en dit kan leiden tot brand of gezondheidsproblemen.
•Wanneer het objectief niet in gebruik is, bevestigt u de lensdop om het
voorste lenselement te beschermen.
•Wanneer u het objectief opbergt in de objectieftas, bevestigt u zowel de
voorste als de achterste lensdop.
•Als het objectief gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, bergt u het op een
koele, droge plaats op om schimmelvorming te voorkomen. Berg het objectief
op uit de buurt van direct zonlicht of chemicaliën zoals kamfer of nafta.
Zorg dat er geen water op het objectief terechtkomt en laat het objectief niet
in water vallen aangezien dit leidt tot roestvorming en defecten.
•Sommige onderdelen van het objectief zijn gemaakt van hard plastic. Om beschadiging
te voorkomen mag u het objectief nooit op een zeer warme plaats laten liggen.
15. Meegeleverde accessoires
• Stevige tas CT-404 • Eenvoudig te bevestigen voorlensdop • Achterlensdop
• Zonnekap HK-33 • Speciale filterhouder* • 52mm-schroeffilter (NC)
• Riem LN-1 • Bevestigingsring voor éénpootstatief
* Als een specifiek voor dit objectief gemaakt accessoire beschadigd raakt of
kwijtraakt, neemt u contact op met Nikon, aangezien dit niet in de winkel
verkrijgbaar is.
16. Optionele accessoires
• Zachte tas CL-L2 • 52 mm-schroeffilters (m.u.v. circulair polarisatiefilter II)
• Insteek circulair polarisatiefilterfilter C-PL1L • AF-S teleconverters (TC-14EII/
TC-17EII/TC-20EIII)
128
Nl
17. Specificaties
Type objectief: G-type AF-S Nikkor-objectief met ingebouwde CPU en
Nikon-bajonetvatting Speciaal ingebouwd systeem voor
vibratiereductie (VR)
Brandpuntsafstand: 400mm
Maximaal diafragma: f/2.8
Objectiefconstructie: 14 elementen in 11 groepen (3 ED lenselementen en
sommige lenselementen met Nano Crystal Coat) en 1
beschermglas
Beeldhoek: 6°10’ voor analoge kleinbeeld-spiegelreflexcamera’s en
digitale FX-formaat spiegelreflexcamera’s van Nikon
4° voor DX-formaat digitale spiegelreflexcamera’s van
Nikon
5° voor IX240-camera’s
Afstandsinformatie: Doorgegeven aan camerabody
Scherpstelling: Nikon systeem voor interne scherpstelling (IF) met
interne Silent Wave Motor; handmatig via aparte
scherpstelring
Vibratiereductie: Lensverschuiving met behulp van Voice Coil Motors
(VCM)
Schaal opnameafstand: In meters en feet van 2,8 m tot oneindig ()
Kortste 2,9 m vanaf filmvlak in de AF-stand, 2,8 m vanaf
scherpstelafstand: filmvlak in de MF-stand
Aantal
9 (afgerond)
diafragmalamellen:
Diafragma: Volledig automatisch
Diafragmaschaal: f/2.8–f/22
Belichtingsmeting: Via volledig diafragma bij camera’s met CPU-interface
Schakelaar voor Beschikbaar, met twee bereiken: FULL (–2.9 m) of –6 m
scherpstelbegrenzing:
Bevestigingsring Ingebouwd, kan 360° worden gedraaid, aanduiding voor
voor driepootstatief:
draaipositie van objectief op 90°. De bevestigingsring
voor een driepootstatief kan worden vervangen door een
bevestigingsring voor een éénpootstatief
Afmetingen: Circa 159,5 mm (diameter) x 368,0 mm (afstand vanaf
de bajonetvatting op de camera)
Gewicht: Circa 4.620 gram
Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande aankondiging worden
gewijzigd.

Documenttranscriptie

Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING Haal het toestel niet uit elkaar Het aanraken van de inwendige delen van het fototoestel of van het objectief kan een letsel veroorzaken. Herstellingen mogen alleen worden uitgevoerd door bevoegde technici. Indien het fototoestel of het objectief breekt na een val of een ander ongeluk, laat u het product door een door Nikon erkende servicedienst nakijken nadat u de stekker uit het stopcontact hebt gehaald en/of de batterijen hebt verwijderd. Schakel het toestel onmiddellijk uit bij storingen Indien u merkt dat er rook of een ongewone geur uit het fototoestel of het objectief komt, moet u de batterij onmiddellijk verwijderen om brandwonden te vermijden. Verdere bediening van het toestel kan een letsel tot gevolg hebben. Nadat u de stroombron hebt verwijderd of losgekoppeld, laat u het toestel nakijken door een door Nikon erkende servicedienst. Gebruik het fototoestel of het objectief niet in de buurt van ontvlambare gassen Nl Het bedienen van elektronische apparatuur in de buurt van ontvlambare gassen kan leiden tot een ontploffing of brand. Kijk niet naar de zon door het objectief of de beeldzoeker Kijken naar de zon of naar ander fel licht door het objectief of de beeldzoeker kan een blijvend oogletsel veroorzaken. Buiten het bereik van kinderen houden Zorg ervoor dat kleine kinderen de batterijen of andere kleine onderdelen niet in hun mond kunnen stoppen. 114 Let op de volgende punten bij het gebruik van het fototoestel en het objectief • Houd de camera en het objectief droog. Indien u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit brand of een elektrische schok tot gevolg hebben. • Bedien het fototoestel of het objectief niet of raak deze niet aan met natte handen. Indien u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit een elektrische schok tot gevolg hebben. • Wanneer u opnames maakt bij tegenlicht, mag u het objectief niet naar de zon richten en moet u vermijden dat zonlicht rechtstreeks in het objectief valt. Dit kan namelijk leiden tot oververhitting van de camera met mogelijk brand tot gevolg. • Wanneer u het objectief niet gebruikt gedurende een langere periode, bevestig dan zowel de voorste als de achterste objectiefdoppen om het objectief te beschermen tegen direct zonlicht. Indien u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit brand tot gevolg hebben, aangezien het objectief het zonlicht kan convergeren op een ontvlambaar voorwerp. Nl 115 1. Terminologie ( ): Referentiepagina Nl 1 Zonnekap HK-33-2 (p. 125) 2 Zonnekap HK-33-1 (p. 125) 3 Schroef zonnekap (p. 125) 4 Rubberen afdichting 5 Vergrendelingsschroef voor statiefbevestigingsring (p. 125) 6 Oogje voor draagriem 7 Aanduiding voor draaipositie van objectief 8 Scherpstelknop (scherpstelvergrendeling/geheugeno proep/AF starten) (p. 122) 9 Scherpstelring (p. 121) ! Scherptediepteschaal (p. 124) " Afstandsindexlijn (p. 124) # Afstandsschaal $ Aan/uit-schakelaar voor vibratiereductie (p. 123) % Insteek-filterhouder (p. 125) 116 & Vergrendelingsknop voor insteekfilterhouder (p. 125) ( Bevestigingsindex ) Rubberen pakking van objectiefvatting (p. 120) ~ CPU-contacten (p. 120) + Ingebouwde draaibare statiefbevestigingsring (p. 125) , Bevestigingsring voor éénpootstatief (verwisselbaar) (p. 125) - Geheugenknop (p. 123) . Schakelaar voor scherpstelstand (p. 121) / Schakelaar voor scherpstelbegrenzing (p. 122) : Schakelaar voor VR-stand (vibratiereductie) (p. 123) ; Scherpstelselectieknop (AF-L/ MEMORY RECALL/AF-ON) (p. 122) < Aan/uit-schakelaar geluidssignaal (p. 122) 2. Geschikte camera's en beschikbare functies Er kunnen beperkingen gelden voor de beschikbare functies. Raadpleeg de gebruikshandleiding van de camera voor meer informatie. Belichtingsstand Functie Camera’s AF starten Vibratie- Auto- Scherpstel- Geheugenvia P*1 S A M reductie focus vergrende- oproep objecief ling Nikon digitale spiegelreflexcamera (Nikon FX/DX-formaat) F6, F5, F100, F80-serie, F75-serie, F65-serie Pronea 600i, Pronea S*2 F4-serie, F90X, F90-serie, F70-serie F60-serie, F55-serie, F50-serie, F-401x, F-401s, F-401 F-801s, F-801, F-601M F3AF, F-601, F-501, Nikon MF-camera’s (m.u.v. F-601M) Nl                   ҂       * 3   *4  ҂ *3   ҂ ҂ ҂ ҂ ҂ ҂ ҂     ҂ ҂ ҂ ҂ ҂   ҂ ҂ ҂ ҂ ҂ ҂ ҂ ҂ ҂ ҂ ҂ : Mogelijk : Mogelijk, met enkele beperkingen ҂: Niet mogelijk *1 P inclusief AUTO (algemeen programma) en onderwerpsstanden (Digital Vari-Program) *2 Handmatig (M) is niet beschikbaar. *3 Als de scherpstelselectieknop op AF-ON staat, start autofocus wanneer u de scherpstelknop indrukt en tegelijkertijd de ontspanknop half indrukt. *4 Druk de geheugenknop of de scherpstelknop in terwijl u de ontspanknop half indrukt. • Als u dit objectief gebruikt voor een camera die vibratiereductie niet ondersteunt, zet u de aan/uit-schakelaar voor vibratiereductie op OFF. Als u deze schakelaar op ON laat staan, raakt de batterij snel leeg, vooral in combinatie met de Pronea 600i. 118 3. Inleiding Gefeliciteerd met de aanschaf van dit AF-S NIKKOR 400mm f/2.8G ED VR-objectief. Dit hoogwaardige objectief is voorzien van een speciaal systeem voor vibratiereductie (VR) en high-speed interne scherpstelling (IF). Het is bovendien uitgerust met een Silent (S) Wave Motor die het scherpstelmechanisme aanstuurt. Daarnaast biedt het objectief een functie voor vooraf ingestelde scherpstelling.  Belangrijkste functies  Twee AF-standen (p. 121) Autofocus kan worden opgeheven door de schakelaar voor de scherpstelstand op A/M of M/A te zetten en handmatig scherp te stellen met de scherpstelring. M/A: Autofocus kan worden aangepast door handmatig scherp te stellen met de scherpstelring. Gebruik deze stand om zeer nauwkeurig scherp te stellen. A/M: Autofocus kan worden aangepast door handmatig scherp te stellen met de scherpstelring, maar de gevoeligheid van de scherpstelring is lager dan in de stand M/A. Gebruik deze stand om te voorkomen dat de AF-instelling wordt geannuleerd doordat u per ongeluk de scherpstelring verdraait.  Het autofocusbereik beperken (p. 122) De scherpsteltijd kan worden verkort door de scherpstelafstand te begrenzen. Als het onderwerp zich bijvoorbeeld op een afstand van ten minste 6 m bevindt, zet u de schakelaar voor scherpstelbegrenzing op ∞–6 m.  AF-L/MEMORY RECALL/AF-ON (p. 122) In de autofocusstand kunt u de scherpstelafstand vergrendelen en opslaan (AF-L) en deze later uit het geheugen oproepen via MEMORY RECALL. U kunt terugkeren naar de autofocusstand door de schakelaar op het objectief weer op AF-ON te zetten.  Vibratiereductie* (VR II) (p. 123) NORMAL: Tijdens fotograferen uit de hand of met een éénpootstatief wordt cameratrilling verminderd. In deze stand kunt u foto’s maken met een sluitertijd die circa 4 stops langer is dan wanneer u een niet-VR-objectief gebruikt. Hierdoor wordt het sluitertijdenbereik groter en fotograferen uit de hand of met een éénpootstatief gemakkelijker. Meetrekken van het objectief is ook mogelijk. TRIPOD: Aanbevolen stand voor vermindering van cameratrilling bij gebruik van een driepootstatief. Bij een supertele-objectief kan zelfs cameratrilling optreden wanneer de camera op een driepootstatief is bevestigd. In de stand TRIPOD neemt cameratrilling af wanneer u fotografeert met een driepootstatief, vooral bij sluitertijden tussen 1/15 en 1 seconde. Bovendien wordt onscherpte van het beeld in de zoeker verminderd. * Onder meetomstandigheden bij Nikon. Het effect van vibratiereductie varieert afhankelijk van de fotografeerstijl en de opnameomstandigheden. 119 Nl Aantal trillingen Cameratrillingen bij gebruik van statief (in de stand TRIPOD) Cameratrilling tijdens het fotograferen uit de hand of bij gebruik van een éénpootstatief (in de stand NORMAL) Meetrekken van het objectief (in de stand NORMAL) Kracht van trillingen De basis van vibratiereductie Nl  Een nauwkeuriger belichtingsregeling is mogelijk als het objectief is bevestigd op een Nikon-camera met 3D-matrixmeting, aangezien informatie over de afstand tot het onderwerp door het objectief wordt doorgegeven aan de camera.  De drie ED-lenselementen (Extra-lage Dispersie) zorgen voor scherpe beelden, vrijwel zonder kleurranden. Dankzij een diafragma van negen lamellen dat een bijna ronde opening oplevert, worden onscherpe delen voor of achter het onderwerp mooi wazig weergegeven.  De Nano Crystal Coat op enkele lenselementen zorgt onder alle opnameomstandigheden voor scherpe, heldere foto’s, van zonnige buitenopnamen tot binnenopnamen bij sfeerlicht.  Als beschermglas voor het objectief wordt in plaats van het bestaande platte glas een meniscusvormig glas gebruikt.  Belangrijk • Houd nooit alleen de camerabody vast wanneer het objectief is bevestigd. Dit kan schade aan de camera veroorzaken. Houd altijd zowel het objectief als de camerabody vast. • Plaats een schroeffilter met een diameter van 52 mm in de insteek-filterhouder. • Let erop dat de CPU-contacten niet vuil worden of beschadigd raken. • U kunt de volgende AF-I/AF-S teleconverters gebruiken: TC-14E/TC-14EII/ TC-17EII/TC-20E/TC-20EII/TC-20EIII. • Bij montage op een Nikon DX-formaat digitale spiegelreflexcamera’s, zoals de D300-serie en de D7000, wordt de beeldhoek 4° en bedraagt de brandpuntsafstand in kleinbeeldequivalent circa 600 mm. (De beeldhoek van het objectief is 6°10’ bij de kleinbeeld-brandpuntsafstand.) • Als de rubberen pakking van de objectiefvatting is beschadigd, brengt u het objectief voor reparatie naar de leverancier of de servicedienst van Nikon. 120 4. Scherpstelling Stel de keuzeknop voor de scherpstelstand op de camera in aan de hand van de onderstaande tabel: Camera’s Scherpstelstand van camera Nikon digitale spiegelreflexcamera (Nikon FX/DX-formaat), F6, F5, F4-serie, F100, F90X, F90-serie, F80-serie, F75-serie, F70-serie, F65-serie, Pronea 600i, Pronea S F60-serie, F55-serie, F50-serie, F-801s, F-801, F-601M, F-401x, F-401s, F-401 Scherpstelstand van objectief A/M M/A M Handmatige scherpstelling (Elektronische afstandsmeter kan worden gebruikt.) AF Autofocus met Autofocus met handmatige handmatige aanpassing aanpassing (AF-prioriteit) (MF-prioriteit) MF Handmatige scherpstelling (Elektronische afstandsmeter kan worden gebruikt.) AF MF Handmatige scherpstelling (Elektronische afstandsmeter kan worden gebruikt, behalve bij de F-601M.) AF: autofocus MF: handmatige scherpstelling  Autofocus met handmatige aanpassing (p. 119) Stand A/M: autofocus met handmatige aanpassing. AF-prioriteit Stand M/A: autofocus met handmatige aanpassing. MF-prioriteit 1 Zet de schakelaar voor de scherpstelstand op A/M of M/A. (Fig. 1) 2 U kunt autofocus handmatig opheffen door aan de scherpstelring te draaien terwijl u de ontspanknop of de AF-startknop op de camera of de scherpstelknop op het objectief half indrukt. • Als u de handmatige aanpassing wilt annuleren, haalt u uw vinger van de ontspanknop of AF-startknop op de camera of van de scherpstelknop op het objectief. Als u nu de ontspanknop half indrukt, keert u terug naar de autofocusstand. Nl Fig. 1 121 5. Het autofocusbereik beperken (Zie pagina 118 voor compatibele camera’s.) • Als het onderwerp waarop u wilt scherpstellen in de autofocusstand altijd meer dan 6 m van de camera is verwijderd, zet u de schakelaar voor scherpstelbegrenzing op ∞–6m om de scherpsteltijd te verkorten. • Als het onderwerp zich soms op een afstand van 6 m of minder bevindt, zet u de schakelaar op FULL. • Deze functie werkt alleen in de autofocusstand. Fig. 2 6. AF-L/MEMORY RECALL/AF-ON  De scherpstelselectieknop (AF-L/MEMORY RECALL/AF-ON) en de scherpstelknop • De functie van de scherpstelknop (Fig. 4) varieert afhankelijk van de stand van de scherpstelselectieknop (Fig. 3). Stand van de scherpstelselectieknop AF-L MEMORY RECALL AF-ON Functie van de scherpstelknop Scherpstelvergrendeling Geheugenoproep AF starten (AF-ON) op het objectief Fig. 3 • U kunt de stand van de scherpstelknoppen naar wens aanpassen. Neem voor meer informatie contact op met Nikon. • Druk op een van de vier scherpstelknoppen om elke functie te activeren. Nl Fig. 4  Gebruik van de scherpstelvergrendeling (Zie pagina 118 voor compatibele camera’s.) 1 Zet de schakelaar voor de scherpstelstand op A/M of M/A. (Fig. 1) • Deze functie werkt alleen bij autofocus. 2 Zet de scherpstelselectieknop (Fig. 3) op AF-L. 3 Tijdens autofocus wordt de scherpstelling vergrendeld zolang u de scherpstelknop ingedrukt houdt. (Fig. 4) • De scherpstelling wordt vergrendeld terwijl u een van deze knoppen ingedrukt houdt. • De functie AF-vergrendeling kan zowel op de camera als op het objectief worden ingeschakeld.  MEMORY RECALL (Zie pagina 118 voor compatibele camera’s. Beschikbaar bij autofocus en handmatige scherpstelling.) • Zet de aan/uit-schakelaar voor het geluidssignaal (Fig. 5) op om het geluid ssignaal in te schakelen. Zet de schakelaar op om het geluidssignaal uit te schakelen. • De volgende functie is beschikbaar wanneer het geluidssignaal is ingeschakeld. Fig. 5 122 1 Stel de schakelaar voor de scherpstelstand op A/M, M/A of M. (Fig. 1) 2 Stel scherp op een onderwerp waarvoor u de scherpstelafstand in het geheugen wilt opslaan. Druk op de geheugenknop (Fig. 6). Er klinkt een geluidssignaal ter bevestiging dat de Fig. 6 scherpstelafstand in het geheugen is opgeslagen. • De stand van de schakelaar voor de scherpstelstand en de scherpstelselectieknop heeft geen invloed op deze functie. • De scherpstelafstand blijft opgeslagen in het geheugen, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld of het objectief wordt verwijderd van de camera. Opmerking: Als de ring met de afstandsschaal tijdens het instellen circa tien keer van rechts naar links draait en er tegelijkertijd een geluidssignaal klinkt (één keer kort en drie keer lang), voert u de geheugeninstelling opnieuw uit. 3 Zet de scherpstelselectieknop (Fig. 3) op MEMORY RECALL. 4 Druk op de scherpstelknop (Fig. 4). • Terwijl u de ontspanknop half indrukt, drukt u op de scherpstelknop om de opgeslagen scherpstelafstand uit het geheugen op te roepen. 5 Als de scherpstelafstand is geladen, klinkt twee keer een geluidssignaal. Druk de ontspanknop vervolgens helemaal in om de foto te maken. Opmerking: Als u foto's wilt maken met de in het geheugen opgeslagen scherpstelafstand, drukt u de ontspanknop helemaal in voordat u uw vinger van de scherpstelknop haalt. • In de stand A/M of M/A keert het objectief terug van de geheugenoproepstand naar autofocus of handmatige scherpstelling wanneer u uw vinger van de scherpstelknop haalt en de ontspanknop half indrukt.  AF-ON (Zie pagina 118 voor compatibele camera’s.) 1 Zet de schakelaar voor de scherpstelstand (Fig. 1) op A/M of M/A. 2 Zet de scherpstelselectieknop (Fig. 3) op AF-ON. 3 Druk de scherpstelknop (Fig. 4) in om op het onderwerp scherp te stellen. • Autofocus blijft geactiveerd zolang u de scherpstelknop ingedrukt houdt. 7. De stand voor vibratiereductie (Zie pagina 118 voor compatibele camera’s.) 1 Zet de aan/uit-schakelaar voor vibratiereductie op ON 2 terwijl u deze ingedrukt houdt 1. (Fig. 7) 2 Zet de schakelaar voor de VR-stand (Fig. 8) op NORMAL of TRIPOD. • U kunt onscherpte van het beeld in de zoeker verminderen door de ontspanknop half in te drukken, waardoor autofocus, handmatige scherpstelling en het nauwkeurig kadreren van het onderwerp gemakkelijker worden. Fig. 7 Fig. 8 123 Nl Opmerkingen over het gebruik van vibratiereductie • Druk de ontspanknop half in, wacht tot het beeld in de zoeker niet meer trilt en druk dan de ontspanknop helemaal in. • Als gevolg van de vibratiereductie kan het beeld in de zoeker onscherp worden nadat u ontspanknop hebt ingedrukt. • Zet de schakelaar voor de VR-stand op TRIPOD om cameratrilling en onscherpte van het beeld in de zoeker bij gebruik van een driepootstatief te verminderen. Bij zeer lichte cameratrilling wordt het systeem voor vibratiereductie mogelijk niet geactiveerd. Daarentegen kan het VR-systeem zelfs cameratrilling in het objectief veroorzaken. In dat geval moet vibratiereductie worden uitgeschakeld. Wanneer u een driepootstatief met een losse kop of een éénpootstatief gebruikt, selecteert u de stand NORMAL. • Wanneer u met de camera een meetrekkende beweging maakt, zet u de schakelaar voor de VR-stand (Fig. 8) op NORMAL. • Wanneer u de camera meetrekt in een grote boog, worden trillingen in de richting van de beweging niet gecorrigeerd. Als u de camera bijvoorbeeld horizontaal beweegt, worden alleen de verticale trillingen verminderd, waardoor u mooie, stabiele opnamen kunt maken. • Schakel de camera niet uit en verwijder het objectief niet van de camera wanneer vibratiereductie is ingeschakeld. (Als u dat wel doet, maakt het objectief een ratelend geluid als de camera wordt bewogen. Dit duidt niet op een storing. Zet de camera weer aan om vibratiereductie uit te schakelen.) • Bij fototoestellen met ingebouwde flitser werkt de vibratiereductie niet wanneer de ingebouwde flitser wordt opgeladen. Nl 8. Scherptediepte • De scherptediepte kan bij benadering worden bepaald met behulp van de scherptediepteschaal. (Fig. 9) • Als de camera een knop of hendel voor scherptedieptecontrole heeft, kunt u de scherptediepte controleren terwijl u door de zoeker van de camera kijkt. • Zie p. 196 voor meer informatie. 9. Het diafragma instellen Scherptediepteschaal Afstandsindexlijn Fig. 9 • Aangezien het objectief niet is uitgerust met een diafragmaring, moet u het diafragma op de camera instellen. 124 10. Ingebouwde draaibare statiefbevestigingsring • Wanneer u verticale opnamen wilt maken, draait u de vergrendelingsschroef van de statiefbevestigingsring linksom los, draait u het objectief naar de gewenste stand en draait u de schroef vervolgens rechtsom weer vast. • Wanneer u de camera bij de handgreep vasthoudt terwijl u de camera draait met het objectief in de statiefbevestigingsring, kunt u uw hand stoten aan het statief, afhankelijk van het statief dat u gebruikt.  Eénpootstatief (meegeleverd) • U kunt de bevestigingsring voor een driepootstatief vervangen door een bevestigingsring voor een éénpootsstatief. • Nadat u de statiefbevestigingsring hebt vervangen, draait u de schroef stevig aan. Als u de schroef niet stevig vastdraait, kan dit leiden tot ongelukken of schade aan het objectief of de camera. Neem voor meer informatie over het vervangen van de statiefbevestigingsring contact op met Nikon. 11. Zonnekap HK-33-1 en HK-33-2 Tweedelige zonnekap (HK-33-1 voor bevestiging aan de voorkant van het objectief en HK-33-2 voor bevestiging aan de voorkant van de HK-33-1) wordt meegeleverd. Bevestiging van de HK-33-1: Draai eerst de schroef van de HK-33-1 los, plaats de HK-33-1 op de voorkant van het objectief en draai de schroef weer aan. Bevestiging van de HK-33-2: Draai de schroef van de HK-33-2 los, plaats de HK-33-2 op de voorkant van de HK-33-1 en draai de schroef weer aan. De zonnekappen opbergen: Draai de HK-33-2 om en schuif deze over de HK-33-1. Draai vervolgens de HK-33-1 en de HK-33-2 samen om en schuif beide over de voorkant van het objectief. 12. Insteek-filterhouder • Gebruik altijd een filter (schroeffilter, 52 mm). Bij levering is een 52 mm-schroeffilter (NC) in de filterhouder geplaatst. 1 Schroef een filter in de kant van de filterhouder waarop de woorden 'Nikon’ en ‘Japan’ staan. (Fig. 10) 2 Druk de vergendelingsknop van de insteekfilterhouder in en draai deze naar links tot de witte lijn op de knop loodrecht op de as van het objectief staat. • U kunt de insteek-filterhouder plaatsen met het filter naar het objectief of de camera gericht. Dit is niet van invloed op uw foto's. Fig. 10 125 Nl  C-PL1L insteek circulair polarisatiefilter (optioneel) • Houdt weerspiegelingen van niet-metalen oppervlakken als glas en water tegen. • Het scherpstelpunt van een C-PL1L insteek circulair polarisatiefilter verschilt van dat van een 52 mm-schroeffilter. De afstandsschaal verschuift ten opzichte van de correcte positie. De kortste scherpstelafstand wordt iets vergroot. • De positie van de geheugenknop verandert mogelijk iets wanneer de functie voor vooraf ingestelde scherpstelling wordt gebruikt. Bevestig het C-PL1L filter voordat u de functie voor geheugenoproep gebruikt. 13. Aanbevolen Matglazen Er zijn diverse verwisselbare matglazen beschikbaar voor bepaalde Nikonreflexcamera's die geschikt zijn voor allerlei soorten opnamen. De aanbevolen matglazen voor dit objectief zijn: Matglazen A Camera's C E EC-B EC-E G1 F G2 M P U ◎ ― ◎ ― ◎ (+0.5) ― ○ (+0.5) ◎ ― ◎ ― ◎ ○ ◎ ― ◎ ― ◎ ◎ ◎ ― ◎ ◎ ◎ ◎ ― ◎ ◎ ― ― ― ◎ ― F5+DA-30 ◎ ◎ ◎ ◎ ◎ ― ◎ F4+DP-20 ― ◎ ○ ◎ ― ◎ ○ ◎ L ― ◎ ◎ ◎ ― ◎ ◎ ◎ ◎ ◎ ― K G4 F6 ― ◎ ◎ ◎ J G3 F5+DP-30 F4+DA-20 Nl B (–0.5) ◎ ○ (–0.5) ◎: Uitstekende scherpstelling ○: Redelijke scherpstelling Lichte vignettering of moiré treedt op in de zoeker maar niet op de foto. ―: Niet beschikbaar ( ): Geeft aan hoeveel belichtingscorrectie is vereist (alleen centrumgerichte meting). Bij F6-camera’s kunt u de belichting corrigeren door ‘Ander matglas’ te selecteren voor persoonlijke instelling ‘b6: Compensatie voor matglas’ en het LW-bereik in te stellen op -2,0 tot +2,0 in stappen van 0,5 LW. Wanneer u een ander type matglas gebruikt dan type B of E, selecteert u ‘Ander matglas’, zelfs als de gewenste correctie ‘0’ is (geen correctie vereist). Voor de F5 corrigeert u de belichting via persoonlijke instelling 18 op de camera. Voor de F4-serie corrigeert u de belichting met behulp van de belichtingscorrectieknop voor het matglas. Raadpleeg de gebruikshandleiding van de camera voor meer informatie. Een leeg vakje betekent 'niet van toepassing'. Aangezien een M-type matglas zowel kan worden gebruikt voor macrofotografie met een vergrotingsfactor van 1:1 als voor microfotografie, heeft dit matglas andere toepassingen dan de andere matglazen. 126 • Voor de F5 kunnen bij matrixmeting alleen de volgende matglazen worden gebruikt: EC-B, EC-E, B, E, J, A en L. • Bij gebruik van B- en E-type matglazen in andere camera's dan de hierboven vermelde, raadpleegt u de kolommen voor de B- en E-type matglazen. 14. Objectiefonderhoud • Reinig het objectiefoppervlak met een blaasborsteltje. Gebruik voor het verwijderen van vuil en vlekken een zachte, schone katoenen doek of een lenstissue die is bevochtigd met ethanol (alcohol) of lensreiniger. Wrijf met draaiende bewegingen vanuit het midden naar de buitenrand, waarbij u erop let dat u geen vlekken achterlaat of andere delen van het objectief aanraakt. • Gebruik nooit thinner of benzeen om het objectief te reinigen, aangezien het objectief hierdoor beschadigd kan raken en dit kan leiden tot brand of gezondheidsproblemen. • Wanneer het objectief niet in gebruik is, bevestigt u de lensdop om het voorste lenselement te beschermen. • Wanneer u het objectief opbergt in de objectieftas, bevestigt u zowel de voorste als de achterste lensdop. • Als het objectief gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, bergt u het op een koele, droge plaats op om schimmelvorming te voorkomen. Berg het objectief op uit de buurt van direct zonlicht of chemicaliën zoals kamfer of nafta. • Zorg dat er geen water op het objectief terechtkomt en laat het objectief niet in water vallen aangezien dit leidt tot roestvorming en defecten. • Sommige onderdelen van het objectief zijn gemaakt van hard plastic. Om beschadiging te voorkomen mag u het objectief nooit op een zeer warme plaats laten liggen. 15. Meegeleverde accessoires • Stevige tas CT-404 • Eenvoudig te bevestigen voorlensdop • Achterlensdop • Zonnekap HK-33 • Speciale filterhouder* • 52mm-schroeffilter (NC) • Riem LN-1 • Bevestigingsring voor éénpootstatief * Als een specifiek voor dit objectief gemaakt accessoire beschadigd raakt of kwijtraakt, neemt u contact op met Nikon, aangezien dit niet in de winkel verkrijgbaar is. 16. Optionele accessoires • Zachte tas CL-L2 • 52 mm-schroeffilters (m.u.v. circulair polarisatiefilter II) • Insteek circulair polarisatiefilterfilter C-PL1L • AF-S teleconverters (TC-14EII/ TC-17EII/TC-20EIII) 127 Nl 17. Specificaties Type objectief: Nl G-type AF-S Nikkor-objectief met ingebouwde CPU en Nikon-bajonetvatting Speciaal ingebouwd systeem voor vibratiereductie (VR) Brandpuntsafstand: 400mm Maximaal diafragma: f/2.8 Objectiefconstructie: 14 elementen in 11 groepen (3 ED lenselementen en sommige lenselementen met Nano Crystal Coat) en 1 beschermglas Beeldhoek: 6°10’ voor analoge kleinbeeld-spiegelreflexcamera’s en digitale FX-formaat spiegelreflexcamera’s van Nikon 4° voor DX-formaat digitale spiegelreflexcamera’s van Nikon 5° voor IX240-camera’s Afstandsinformatie: Doorgegeven aan camerabody Scherpstelling: Nikon systeem voor interne scherpstelling (IF) met interne Silent Wave Motor; handmatig via aparte scherpstelring Vibratiereductie: Lensverschuiving met behulp van Voice Coil Motors (VCM) Schaal opnameafstand: In meters en feet van 2,8 m tot oneindig (∞) Kortste 2,9 m vanaf filmvlak in de AF-stand, 2,8 m vanaf scherpstelafstand: filmvlak in de MF-stand Aantal 9 (afgerond) diafragmalamellen: Diafragma: Volledig automatisch Diafragmaschaal: f/2.8–f/22 Belichtingsmeting: Via volledig diafragma bij camera’s met CPU-interface Schakelaar voor Beschikbaar, met twee bereiken: FULL (∞–2.9 m) of ∞–6 m scherpstelbegrenzing: Bevestigingsring Ingebouwd, kan 360° worden gedraaid, aanduiding voor voor driepootstatief: draaipositie van objectief op 90°. De bevestigingsring voor een driepootstatief kan worden vervangen door een bevestigingsring voor een éénpootstatief Afmetingen: Circa 159,5 mm (diameter) x 368,0 mm (afstand vanaf de bajonetvatting op de camera) Gewicht: Circa 4.620 gram Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande aankondiging worden gewijzigd. 128
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197

Nikon AF-S NIKKOR 400mm f/2.8G ED VR Handleiding

Categorie
Camera lenzen
Type
Handleiding