19
NL
Oplossen van problemen
Zie dit gedeelte voor het oplossen van problemen indien u een van de
volgende problemen bij het gebruik van de versterker heeft.
Raadpleeg uw Sony handelaar indien u het probleem niet kunt
oplossen.
Algemeen
De versterker kan niet worden ingeschakeld.
Controleer of het netsnoer goed is verbonden.
De versterker schakelt automatisch uit.
De automatische standbyfunctie werkt. Druk de AUTO STANDBY-
schakelaar op het achterpaneel naar OFF.
De -indicator is rood opgelicht.
Er is een probleem met de versterker. Het is mogelijk dat de
luidsprekeruitgang of hoofdtelefoonuitgang kortsluiting maakt of
de ventilatie-openingen op het bovenpaneel van de versterker
geblokkeerd zijn. Los het probleem op en schakel daarna de
versterker weer in. Ontkoppel het netsnoer en raadpleeg uw Sony
handelaar indien de indicator vervolgens nog rood oplicht.
Audio
Er wordt geen of haast geen geluid weergegeven van geen enkel
apparaat.
Controleer dat de luidsprekers en apparaten goed zijn aangesloten.
Controleer dat alle luidsprekersnoeren goed zijn aangesloten.
Controleer dat de versterker en betreffende apparaten zijn
ingeschakeld.
Controleer dat het volume niet op –∞ dB is gesteld.
Druk op MUTING om de functie voor het dempen van het geluid te
annuleren.
Controleer dat u het juiste apparaat heeft gekozen aan de hand van
de LINE 1/2/3/4/5-indicators op de versterker.
Controleer de stand van de IMPEDANCE-schijf.
Druk de schijf naar PHONES OFF voor weergave via de luidsprekers
of naar de juiste stand in overeenstemming met de hoofdtelefoon
die u gebruikt.
Het beschermingscircuit van de versterker werd geactiveerd.
Schakel de versterker uit, los het kortsluitingsprobleem op en
schakel de versterker weer in.
Geen geluid van bepaald apparaat.
Controleer dat de kabels goed met de aansluitingen van zowel de
versterker als het apparaat zijn verbonden.
Geen geluid via een van de luidsprekers.
Verbind een hoofdtelefoon met de PHONES-aansluiting en druk de
IMPEDANCE-schijf naar LOW om te controleren dat er geluid via de
hoofdtelefoon wordt weergegeven. Indien slechts een enkel kanaal
via de hoofdtelefoon wordt weergegeven, is de apparatuur
mogelijk niet goed met de versterker verbonden. Controleer dat de
kabels goed met de aansluitingen van zowel de versterker als het
apparaat zijn verbonden. Indien beide kanalen via de
hoofdtelefoon worden weergegeven, is de luidspreker mogelijk
niet goed met de versterker verbonden. Controleer de verbinding
van de luidspreker via welke geen geluid wordt weergegeven.
Controleer dat u de L- en R-aansluitingen beiden heeft verbonden
met de analoge apparatuur, en niet alleen de L- of R-aansluiting.
Gebruik een mono-stereokabel (niet meegeleverd).
Het linker- en rechtergeluid is ongebalanceerd of tegengesteld.
Controleer dat de luidsprekers en apparaten goed en stevig zijn
aangesloten.
Er is veel brom of ruis.
Controleer dat de luidsprekers en apparaten goed zijn aangesloten.
Houd de aansluitkabels uit de buurt van een transformator of een
motor en ten minste 3 meter van een TV of neonverlichting.
Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in de buurt van een
ingeschakelde TV.
De stekkers en aansluitingen zijn mogelijk vuil. Veeg ze schoon met
een met alcohol bevochtigd doekje.
Het volume van grammofoonplaten is laag.
De versterker heeft geen draaitafel-ingangen. Gebruik een los
verkrijgbare draaitafel-equalizer en verbind de analoge uitgang
daarvan met de versterker.