Altrad Lescha BSL 250 Original Instructions Manual

Type
Original Instructions Manual
4
Folgende harmonisierte Normen wurden angewandt:
Sono state applicate le seguenti norme armonizzate:
Following harmonized standards have been applied: De volgende geharmoniseerde normen werden toegepast:
Les normes harmonisées suivantes ont été
appliquées:
Zastosowane zostały następujące normy zharmonizowane:
Následující normy byly použity:
Följande passande normer har använts:
Følgende harmoniserede standarder er anvendt: Následujúcie normy byly použité:
A következő harmonizált szabványok kerültek alkalmazásra:
Uporabljeni so bili naslednjih harmonizirani standardi:
Primijenjene su sljedeće harmonizirane norme:
EN 61029-1:2009/ A11:2010;
EN 61029-2-5:2011/ A11:2015;
EN 61000-3-2:2014;
EN 61000-3-3:2013;
EN 55014-1:2006/ A2:2011;
EN 55014-2:1997/ A2 :2008
Aufbewahrung der technischen Unterlagen:
Conservazione dei documenti tecnici:
Keeping of technical documents at:
Bewaring van de technische documenten:
Conservation de la documentation technique:
Przechowywanie dokumentacji technicznej:
Uchování technických podkladů:
Tekniska underlag förvaras hos:
Opbevaringssted for den tekniske dokumentation:
Archiv technické dokumentacie:
A műszaki iratok őrzésének helye:
Shranjevanje tehnične dokumentacije:
Pohrana tehničke dokumentacije:
Altrad Lescha GmbH, Josef-Drexler-Str. 8, 89331 Burgau, Germany
i.A.
Burgau, 15.12.2015 i.A. G. Koppenstein, Konstruktionsleitung
88
U mag het toestel niet in gebruik nemen,
voordat u deze gebruiksaanwijzing heeft
gelezen, alle voorschriften heeft opgevolgd en
het toestel als voorgeschreven heeft
gemonteerd.
Bewaar deze bedieningsaanwijzing voor alle toekomstige
toepassingen.
Inhoud
EG Verklaring van overeenstemming 3
Lever hoeveelheid 88
Geluidskenmerken 88
Symbolen apparaat / Gebruiksaanwijzing 88
Reglementaire toepassing 89
Restrisico’s 89
Veilig werken 89
Toestelbeschrijving / Reserveonderdelen 91
Samenbouw 91
Voorbereiden ter ingebruikname 91
Ingebruikname 92
Afstelling van de zaag 93
Werken met de zaag 93
Onderhoud en reiniging 94
Transport 96
Opslag 96
Technische gegevens 96
Garantie 97
Mogelijke storingen 97
Lever hoeveelheid
Bandzaag BSL 250 (voorgemonteerd toestel)
Zaagtafel
Schuifstok
Aanslaggeleideprofiel
Zak schroeven
Tafelinzetstuk
Gebruiksaanwijzing
Dwarsaanslag
Paralelle aanslag
Montage- en
bedienblad
Controleer na het uitpakken de inhoud van de verpakking
op
aanwezigheid van alle onderdelen
eventuele transportschade
Meld mogelijke klachten direct aan uw leverancier of fabrikant.
Latere reclamaties worden niet in behandeling genomen.
Geluidskenmerken
DIN EN ISO 11688-1
Gebruik van de machine als bandzaag met standaard
zaagband.
Geluidsniveau Geluidsdrukpegel aan de werkplaats
L
WA
= 90,4 dB(A) L
PA
= 77,4 dB(A)
Meetonzekerheidsfaktor K: 3 dB(A)
De opgegeven waarden zijn emissiewaarden en kunnen niet als
veilige werkplekwaarden genomen worden. Hoewel er samenhang
tussen emissie- en immisiewaarden is, kan men deze waarden niet
gebruiken voor het vaststellen van veiligheidsvoorzieningen tijdens
het werk. Deze waarden kunnen sterk beïnvloed worden door
verschillende factoren zoals, de tijdsduur, de eigenschappen van de
ruimte, andere geluidsbronnen, het aantal machines, andere
werkzaamheden in de directe omgeving, enz. De toegelaten
waarden kunnen van land tot land verschillen. Deze gegevens zal de
gebruiker echter in staat stellen een betere inschatting van de van de
gevaren en risico’s te maken.
Symbolen apparaat
Vóór ingebruikname de gebruiksaanwijzing
en veiligheidsinstructies lezen en opvolgen.
Oog- en geluidsbescherming dragen.
Schakel de motor uit voor reparatie-,
onderhouds- en reinigingswerkzaamheden en
haal de netstekker uit hetcontactdoos.
Niet aan regen blootzetten. Tegen
vochtigheid beschermen.
Gevaar voor verwonding van vingers en
handen door de zaagband.
Het product stemt overeen met de
productspecifiek geldige Europese richtlijnen.
Elektrische toestellen behoren niet in de
huisafval. Toestellen, toebehoren en
verpakking naar een milieuvriendelijk
recycling brengen.
Europese Richtlijn 2012/19/EU over oude
elektronische apparaten en electronica moeten niet meer
bruikbare elektrische toestellen apart worden verzamend en
een milieuvriendelijk recycling worden toegevoerd.
Symbolen in de gebruiksaanwijzing
Dreigend gevaar of gevaarlijke situatie. Het niet
opvolgen van deze aanwijzingen kan schade of
verwondingen tot gevolg hebben.
L
Belangrijke aanwijzing voor het vakkundig gebruik.
Het niet opvolgen van deze aanwijzingen kan tot
leiden.
Gebruikersaanwijzingen. Deze aanwijzingen helpen
u de machine optimaal te benutten.
Montage, gebruik en onderhoud. Hier wordt precies
uitgelegd wat u moet doen.
Neem alstublieft het ingesloten
montage- en bedienblad ter hand.
89
Reglementaire toepassing
Het toestel is geschikt voor het snijden van hout,
houtachtige materialen en kunststoffen.
Het zagen van ronde materialen zonder gebruik van de
voorgeschreven hulpmiddelen is niet toegestaan.
Bij het zagen van vlakke werkstukken aan de smalle kant
moet een geschikte winkelhaak met aanslag worden
gebruikt ten behoeve van een goede geleiding.
U mag alleen werkstukken verwerken die vielig
ondersteund of geleid kunnen worden.
Tot het toepassen volgens de voorschriften behoren ook
het opvolgen van de gebruiks-, onderhouds- en reparatie-
voorschriften en na leven van de veiligheidsvoorschriften
van de fabrikant.
Men moet zich tevens houden aan de algemeen geldende
veiligheid- en gezondheids- voorschriften en die aanvull-
ende voorschriften van het bedrijf.
Alle verdere toepassingen gelden als niet volgens de voor-
schriften. Voor de hieruit voortvloeiende schade is de
fabrikant niet aansprakelijk – de aansprakelijkheid is alleen
voor de gebruiker.
Eigen gemaakte wijzigingen aan de machine ontslaan de
fabrikant van alle aansprakelijkheid.
Deze machine mag alleen voorbereidt, gebruikt en onder-
houden worden door personen die met de machine ver-
trouwd zijn en goed ingelicht zijn over de risico’s.
Reparaties mogen alleen door de fabrikant of
geautoriseerde werkplaatsen uitgevoerd worden.
Metalen delen (spijkers, nieten, enz.) moeten uit het hout
verwijderd worden voordat het gezaagd wordt.
Restrisico’s
Ook bij het gebruik volgens de voorschriften zijn er op grond
van de constructie voor de toepassing van deze machine nog
een aantal restricties.
De restricties kunnen geminimaliseerd worden wanneer de
veiligheids-, gebruiks-, gezondheids- en onderhoudsvoorschrif-
ten nauwkeurig in acht genomen worden.
Consideratie en voorzichtigheid verminderen het risico van
personenletsels en beschadigingen.
Gevaar voor verwonding van de vingers en handen door
het gereedschap (zaagband) of werkstuk, bijvoorbeeld bij
een zaagbandwissel.
Terugslag van het werkstuk of delen hiervan.
Breuk en wegslingeren van het zaagblad.
Breuk en naar buiten slingeren van de zaagband.
Gevaar door stroom door het niet juist aansluiten van de
aansluitdraden.
Het aanraken van onder spanning staande delen bij een
geopende elektrische delen.
Vermindering van het gehoor bij langdurig werken zonder
gehoorbescherming.
Emissie van zaagstof door het werken zonder voldoende
stofafzuiging.
Verder kunnen er ondanks alle genomen maatregelen niet
zichtbare restricties bestaan.
Veilig werken
Bij ondeskundig gebruik kunnen houtbewerkings-
machines gevaarlijk zijn. Als een machine gebruikt wordt
moeten de standaard voorzorgsmaatregelen genomen
worden om het risico van brand, elektrische sluiting en
het verwonden van personen uit te sluiten.
Lees en volg de onderstaande aanwijzingen, de
voorschriften te voorkoming van ongevallen en de
algemene veiligheidsvoorschriften op, om u zelf en
anderen tegen verwondingen te beschermen.
L
Geef de veiligheidsvoorschriften aan alle personen,
die met deze machine werken, door.
L
Bewaar deze veiligheidsvoorschriften goed.
Maak u voor gebruik met het apparaat vertrouwd, met
behulp van de bedieningshandleiding.
Wees oplettend. Let op dat, wat u doet. Ga met
vgerstand te werk. Gebruik het toestel niet, wanneer u
moe bent of onder de invloed van drugs, alcohol of
medicamenten staat. Een moment van onoplettendheid
bij het gebruik van het toestel kann tot ernstige
verwondingen leiden.
Zorg voor een goede werkhouding. Zorg voor een stabiele
en uitgebalanceerde houding.
Draag de juiste werkkleding.
Nauw sluitende kleding en geen sieraden dragen.
Geen schoenen met gladde zolen dragen.
Bij lang haar een haarnet dragen.
Draag persoonlijke beschermingsmiddelen.
Gehoorbeschermer dragen (het geluidsnivo in de
werkplaats komt over het algemeen boven de 85dB(A).
Veiligheidsbril (bij het zagen van aluminium).
Stofmaker.
Gebruik de bandzaag alleen op een
stevige
vlakke
slipvaste
trillingvrije ondergrond.
Zorg dat uw werkomgeving op orde is. Rommel kan onge-
vallen veroorzaken.
Zorg voor een veilige houding en bewaar altijd het
evenwicht.
Let op de omgevingsinvloeden.
Zet de machine niet in de regen buiten.
Gebruik de machine niet in een vochtige of natte
omgeving.
Zorg voor voldoende omgevingslicht.
Gebruik de machine niet in de buurt van brandbare
stoffen of gassen.
De stof die ontstaat bij het zagen verslechtert het zicht
en is deels gevaarlijk voor de gezondheid. Wanner de
machine niet buiten staat, moet hij aangesloten worden
op een afzuigunit.
Laat de machine niet zonder toezicht achter.
90
Personen onder 18 jaar mogen de bandzaag niet
bedienen. Uitgezonderd zijn personen boven de 16 jaar in
opleiding onder toezicht.
Hou andere personen op afstand.
Laat andere personen, in het bijzonder kinderen, het
gereedschap of de kabel niet aanraken.
Houdt ze ver van uw werkplek weg.
Neem de correcte werkpositie in. De zaagtanden moeten in
de richting van de gebruiker wijzen.
Begin pas met het snijden, als de zaagband zijn benodigde
toerental heeft bereikt.
Overbelast de machine niet. U werkt beter en zeker met de
juiste belasting van de machine.
Werk alleen met alle veiligheidsvoorzieningen op de juiste
wijze aangebracht. Verander niets aan de machine wat de
veiligheid in gevaar kan brengen.
Gebruik geen gescheurde zaagbanden of zaagbanden die
een andere vorm hebben aangenomen.
Gebruik uitsluitend goed gescherpte zaagbanden, omdat
stompe zaagbanden niet alleen het gevaar voor terugslag
verhogen, maar ook de motor belasten.
Gebruik alleen gereedschap dat aan de norm ISO 3295 /
DIN 8806-1 voldoet.
Het gebruik van gereedschappen en toebehoren van
een ander fabrikaat kan risico’s met zich meebrengen.
Gebruik de machine alleen waar hij voor gemaakt is (zie
het betreffende hoofdstuk).
Gebruik bij het zagen van smalle werkstukken (tot 120 mm.
tussen het zaagblad en de aanslag) de bijgeleverde
duwstok.
Gebruik bij het aandrukken van kleine werkstukken een
duwhout.
Î Deze zijn in de handel verkrijgbaar.
Gebruik geen kapotte duwstok of duwhout.
Zorg ervoor dat afgesneden stukken niet door de zaagband
gegrepen en weggeslingerd worden.
Verwijder splinters, spanen en afval niet met de hand uit de
gevarenzone van de zaagband.
Het snijden van rondhout met de standaard
toevoerhulpmiddelen is niet toegestaan. Gebruik voor het
snijden van rondhout een speciale voorziening die het
werkstuk beschermt tegen verdraaiing.
Schakel de machine uit en neem de steker uit het
stopcontact bij:
Reparatiewerkzaamheden
Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden
Controleren of de aansluitkabels verstrengeld of
beschadigd zijn
Transport van de machine
Zaagbandwissel
Het verlaten van de machine (ook voor een korte tijd).
Onderhoud de machine zorgvuldig:
Zorg ervoor dat het zaagblad altijd schoon en scherp is.
U werkt sneller en beter en het is het behoud van uw
machine.
Volg de voorschriften en aanwijzingen op bij het
wisselen van het zaagblad
Hou de handgrepen vrij van vet en olie.
Onderzoek de machine op eventuele beschadigingen.
Voordat de machine verder wordt gebruikt, moet
zorgvuldig worden onderzocht of de
beschermingsvoorzieningen en licht beschadigde
onderdelen foutloos en volgens de voorschriften
functioneren.
Controleer of alle bewegende delen van de machine
goed functioneren en niet klemmen of beschadigd zijn.
Alle delen moeten juist gemonteerd zijn en goed
functioneren om de machine correct te laten werken.
Beschadigde bescherminrichtingen en - delen moeten,
indien noodzakelijk, door een erkende reparatiewerk-
plaats gerepareerd of verwisseld worden. Met uitzonde-
ring indien in de gebruiksaanwijzing anders
aangegeven.
Beschadigde of onleesbare veiligheidsstickers dienen
te worden vervangen.
Laat geen sleutels steken!
Controleer vóór het inschakelen altijd of de sleutels en
instelgereedschappen verwijderd zijn.
Als u de machine niet gebruikt moet u hem op een droge
plaats, buiten het bereik van kinderen opslaan.
Elektrische veiligheid
De aansluitkabel moet volgens IEC 60 245 (H 07 RN-F)
zijn, met een draad doorsnede van minstens:
1,5 mm² bij een lengte tot 25 m.
2,5 mm² bij een lengte vanaf 25 m.
Lange en dunne aansluitkabels zorgen voor een
spanningsverlies. De motor bereikt zijn maximale
vermogen niet meer, de werking van het toestel wordt
minder.
Bescherm u tegen een elektrische schok. Raak geen
geaarde delen aan.
Gebruik de kabel niet voor doeleinden warvoor hij niet ge-
schikt is. Bescherm de kabel tegen hitte, olie of scherpe
randen. De steker niet met de kabel uit het stopcontact
trekken.
Controleer de aansluitkabel van de machine regelmatig en
laat hem indien nodig vervangen door een vakman.
Let er bij het leggen van de aansluitkabel op dat deze niet
stoort, bekneld raakt, geknikt wordt en de steekverbinding
niet nat wordt.
Controleer de verleng kabel regelmatig op beschadigingen
en vervang hem als hij beschadigd is.
Gebruik geen defecte kabels.
Gebruik alleen toegestane en gemerkte verlengkabels.
Maak geen geknutselde elektrische aansluitingen.
Veiligheidsvoorzieningen nooit overbruggen of buiten-
werking stellen.
Het apparaat via een veiligheidsschakelaar (30 mA)
aansluiten.
Elektrische aansluitingen of reparaties mogen alleen door
een erkend bedrijf of een erkende reparatiewerkplaats
91
uitgevoerd worden. De plaatselijke voorschriften moeten
opgevolgd worden.
Reparaties aan andere delen van de machine mogen
alleen door de fabrikant of een door hem erkende werk-
plaats uitgevoerd worden.
Alleen de originele toebehoren en onderdelen gebruiken.
Bij het gebruik van niet originele onderdelen kunnen
risico’s voor de gebruiker ontstaan. De fabrikant kan niet
aansprakelijk gesteld worden voor ongevallen hierdoor
ontstaan.
Toestelbeschrijving /
Reserveonderdelen
Pos Bestel-Nr. Benaming
1 Stelwiel voor zaagbandspanning
2 Bovenste deur van de behuizing
3 In-/uitschakelaar
4 Onderste deur van de behuizing
5 Onderste bandzaagrol
6
366120
Zaagtafel
7
366118
Aanslaggeleideprofiel
8
366123
Dwarsaanslag
9
366117
Parallelaanslag
10
366119
Tafelinzetstuk
11
366109
Zaagband
12
Zaagbandbescherming
13
Stelwiel voor zaagbescherming
14
Bovenste bandzaagrol
15
Schuinverstelling zaagtafel
16
366115
Spanenafzuigstuk
17
366127
Spanenafzuigstuk
18
Standvoet
19
Motor
20
Netkabel
21
Schroef voor motorverstelling
22
Stelwiel voor bovenste bandzaagrol
23
366125
Schuifstok
24
Schuifstokhouder
25
366121
Aandrijfriem
26
Riemschijf motor
27
Riemschijf onderste bandzaagrol
28
366111
Rubberen riem voor bandzaagrol
Samenbouw
Zaagtafel monteren
1. Maak aan de onderkant van de zaagtafel (6) de twee
stergreepmoeren (A) en de moer (B) los en verwijder het
aanslaggeleidingsprofiel (7).
2. Schroef de vleugelmoer (E) los.
3.
Voer de zaagtafel (6) over het zaagband en leg de
zaagtafel zo op de zaagtafelgeleiding (C) neer, dat de
inbusbout (D) door de opname van de zaagtafelgeleiding
past.
4.
Zeker de zaagtafel, doordat u de vleugelmoer (E) op
de inbusbout (D) schroeft.
5. Tafelinzetstuk (10) inzetten.
6.
Schuif het aanslaggeleidingsprofiel (7) onder de
zaagtafel en trek de stergreepmoer (A) en de moer (B) vast
aan.
Zaagtafel uitlijnen
Zaagtafel haaks uitlijnen
1.
Breng de zaagbandbescherming helemaal omhoog (zie
„Bovenste zaagbandbescherming instellen“ pag. 91)
2. Controleer de zaagbandspanning (zie „Zaagbandspanning“
pag. 91)
3. Vleugelmoer (E) losmaken.
4. Lijn de zaagtafel (6) met behulp van een winkelhaak haaks
uit ten opzichte van de zaagband.
5. Vleugelmoer (E) weer aantrekken.
6. .Wanneer de pijl (F) na het instellen van de
haaksheid niet meer naar 0° wijst
schroef (G) losdraaien
de pijl naar rechts of links draaien (0°-positie instellen)
schroef (G) weer aandraaien
7. Wanneer de rubberen aanslag (J) van de zaagtafel
(6) niet op de sokkel rust
maak de contramoer (I) los
verstel de rubberen aanslag (J), tot hij op de sokkel
steunt.
Contramoer weer aantrekken.
Zaagtafel uitlijnen naar de zijkant
1. Öffnen Sie die untere Gehäusetür (4).
2.
Die vier Muttern (H) lösen.
3.
Lijn de zaagtafel (6) zo uit, dat de zaagband zich in het
midden van het tafelinzetstuk bevindt.
4. De vier moeren (H) weer aantrekken.
Behuizingdeur weer sluiten.
Schuifstok
Hang de schuifstok (24) aan de schuifstokhouder (23).
Voorbereiding voor ingebruikname
L
Om de machine foutloos te laten functioneren, moet u
onderstaande aanwijzingen opvolgen:
Plaats de zaag onder de volgende omstandigheden:
Slipvrij
Trillingsvrij
Vlak
Vrij van struikel gevaar
Met goede lichtomstandigheden
Voor een veilige positie moet de zaag op een stabiele
ondergrond (bijvoorbeeld een werkbank of onderstel) op
een optimale werkhoogte worden vastgeschroefd:
breng 4 gaten in de ondergrond aan
92
Controleer voor elk gebruik:
de aansluitkabels op beschadiging
gebruik geen beschadigde aansluitkabels.
het tafelinzetstuk op een reglementaire toestand
de zaagband op een optimale toestand
of alle deuren zijn gesloten
de duwstok binnen handbereik is
Gebruik geen vervormde of beschadigde zaagbanden.
Vervang een versleten of beschadigd tafelinzetstuk
onmiddellijk.
Wanneer de machine niet in de openlucht wordt gebruikt,
moet ze op beide afzuigstukken zijn aangesloten aan een
spaanafzuiginstallatie (bijvoorbeeld een verplaatsbare
kleine ontstoffer).
Ingebruikname
L Aansluiting op het net
Vergelijk de netspanning met de spanning (bijv. 230 V.) die op
het type plaatje is aangegeven. Sluit de machine volgens de
voorschriften en op een geaard stopcontact aan.
L Wisselstroommotor:
Schuko contactdoos gebruiken, netspanning van 230V met
een aardlekschakelaar (FI-schakelaar 30 mA).
L Zekering van het net: 10 A traag
De aansluitkabel moet volgens IEC 60 245 (H 07 RN-F) zijn,
met een draad doorsnede van minstens:
1,5 mm² bij een lengte tot 25 m.
2,5 mm² bij een lengte vanaf 25 m.
In-/Uitschakelaar
Gebruik geen toestel waarbij de schakelaar niet kan
worden in- en uitgeschakeld. Beschadigde schakelaars
moeten onmiddellijk worden gerepareerd of vervangen
door de klantenservice.
Inschakelen
Druk op de groene knop aan de schakelaar.
L Beveiliging tegen opnieuw aanlopen bij stroomuitval
Bij stroom uitval schakelt de machine automatisch uit. Om
de machine weer in te schakelen drukt de groene knop
.
Uitschakelen
Druk op de rode knop aan de schakelaar.
Instellen van de zaagbladsnelheid
Aan de bandzaag kunnen twee zaagbandsnelheden
worden ingesteld.
1. Open de onderste behuizingdeur (4).
2.
Maak de inbusschroef (21) om enkele omdraaiingen
los.
3. Zwenk de motor (19) naar links. De aandrijfriem wordt
ontspannen.
4. / Verzet de aandrijfriem (25):
1. variant: De aandrijfriem rust op de voorste riemschijven
Æ lagere snelheid 11m/s (660 min
-1
)
2. variant: De aandrijfriem rust op de achterste
riemschijven Æ hogere snelheid 16m/s (960min
-1
)
De aandrijfriem mag nooit diagonaal verzet op de
riemschijven liggen.
5. Zwenk de motor naar rechts. De aandrijfriem wordt
gespannen.
L De aandrijfriem mag niet te strak worden gespannen.
6. Trek de inbusschroef (21) weer vast aan.
Schließen Sie die Gehäusetür.
Zaagband kiezen
De standaard meegeleverde zaagband is geschikt voor hout
en de meeste kunststoffen.
Let op het volgende:
er mogen geen stompe of beschadigde zaagbanden
worden gekozen.
de gekozen zaagband en zijn toerental moeten geschikt zijn
voor het te snijden materiaal.
Spaanafzuiging aansluiten
Werk in gesloten ruimtes uitsluitend met een
spaanafzuiging (luchtsnelheid op het afzuigstuk van
de zaag 20 m/sec.).
Zaag alleen zonder spaanafzuiging
° gedurende een korte periode (maximaal 30 min.)
° of met een stofmasker
° of in de openlucht
Wanneer u geen spaanafzuiging aansluit, hoopt het
zaagsel zich op en moet u het regelmatig verwijderen.
Sluit de spaanafzuiginstallatie of kleine stofzuiger met een
geschikte adapter aan op het spanenafzuigstuk.
93
Afstelling van de zaag
Zaagbandspanning
Een te hoge spanning kan ertoe leiden dat de zaagband
breekt. Een te lage spanning kan tot gevolg hebben dat
het aandrijfwiel doorglijdt, waardoor de zaagband stil
komt te staan.
Controle van de spanning
Breng de zaagbandbe-scherming (12) helemaal omhoog
(zie „Bovenste zaagbescherming instellen“ pag. 97) en druk
met een vinger in het midden tussen de zaagtafel en de
bovenste zaagbescherming tegen de zijkant van de zaagband.
° de zaagband moet aan de zijkant slechts 1 – 2 mm kunnen
worden ingedrukt.
Met het stelwiel (1) kan de spanning van de zaagband
worden gecorrigeerd.
Spanning verhogen (+)
° draai het stelwiel naar rechts
Spanning verlagen (-)
° draai het stelwiel naar links
Hoek van de bovenste bandzaagrol
/ Maak de bovenste deur (2) van de behuizing open
om de loop van de zaagband te controleren door de
bandzaagrol (14) met de hand naar rechts te draaien.
/ Met het stelwiel (22) kan de hoek van de bovenste
bandzaagrol (14) worden veranderd. Het verstellen zorgt
ervoor dat de zaagband in het midden op de bandzaagrol
loopt.
Draai vóór het instellen de contramoer (K) los.
Zaagband loopt naar achteren (+)
° draai het stelwiel naar rechts
Zaagband loopt naar voren (-)
° draai het stelwiel naar links
Draai de contramoer (K) na het instellen weer vast.
Schuinverstelling van de zaagtafel
Schroef de vleugelmoer (E) los.
U kunt de zaagtafel (6) traploos maximaal 45° tegen de
zaagband neigen.
Trek de vleugelmoeren weer vast.
Parallelaanslag
De parallelaanslag (9) wordt vastgeklemd op de
zaagtafel. De parallelaanslag kan rechts of links van
de zaagband worden gemonteerd.
L Let op de juiste instellingen van de parallelaanslag.
Dwarsaanslag
Schuif de dwarsaanslag (8) in de groef op de
zaagtafelplaat.
Maak de klemschroef (L) van de dwarsaanslag door draaien
los. Nu kunt u de aanslag in de gewenste hoekpositie brengen.
Draai de klemschroef weer vast.
De meegeleverde dwarsaanslag (8) kan als dwars- en
verstekaanslag worden ingezet.
L
Let op de juiste instellingen van de aanslag (zie
"Werkinstructies").
Werken met de zaag
Voor aanvang van de werkzaamheden dient u de
volgende punten in acht te nemen om de kans op
verwondingen zo laag mogelijk te houden.
Zaagband in orde?
Parallelaanslag klaar voor gebruik?
Schuifstok binnen handbereik?
Bovenste en onderste deur van de behuizing gesloten?
De deuren van de behuizing bieden bescherming
tegen het aanraken van de aangedreven onderdelen
binnenin de zaag.
Werkplek opgeruimd?
U mag de machine niet gebruiken voordat u deze
gebruiksaanwijzing heeft gelezen, alle voorschriften
heeft opgevolgd en de machine als voorgeschreven
heeft gemonteerd.
Voor het uitvoeren van veranderingen of instellingen (bijv.
zaagband vervangen, zaagtafel neigen, zaagband-
bescherming instellen enz.):
toestel uitschakelen
wachten tot de zaagband stilstaat
stroomtoevoer onderbreken
De volgende punten zijn belangrijk:
Draag persoonlijke beschermingsmiddelen.
Gehoorbeschermer
Veiligheidsbril
stofmasker
Draag bij het zagen geen handschoenen, wijde kleding of
sierraden. Intrekgevaar!
Neem de correcte werkpositie in. De zaagtanden moeten
in de richting van de gebruiker wijzen.
Ga buiten de gevarenzone van de zaagband staan.
94
Stel de machine nooit in werking, als de deuren die de
zaagband beschermen open staan.
Leg de handen plat met gesloten vingers op het werkstuk.
Zaag altijd slechts één werkstuk tegelijkertijd. Zaag nooit
meerdere werkstukken tegelijkertijd of tot een bundel van
samengevoegde losse stukken. Het gevaar bestaat dat
losse stukken ongecontroleerd worden gegrepen door de
zaagband.
Zaag geen werkstukken waarop zich kabels, snoeren,
banden of draden bevinden. Intrekgevaar!
Druk het werkstuk bij het zagen op de zaagtafel.
Let erop dat het werkstuk niet kantelt.
Rem de zaagband niet af door middel van zijdelingse druk.
L Gebruik een tafelblad, zodat lange werkstukken na
het doorzagen niet van de tafel vallen.
Verwijder losse delen, spanen en splinters niet met de
hand.
Volg in ieder geval alle veiligheidsinstructies op.
Schuifstok
De schuifstok fungeert als verlengstuk van de hand
en zorgt ervoor dat de zaagband niet per ongeluk kan
worden aangeraakt.
Wanneer moet de schuifstok worden gebruikt?
Als de afstand tussen zaagband en parallelaanslag kleiner
is dan 120 mm.
Bij rechte sneden tegen de parallelaanslag.
Wanneer u de schuifstok niet gebruikt, moet u deze in
de houder aan de zijkant van het toestel hangen.
Gebruik de schuifstok niet, als hij beschadigd is en
vervang de schuifstok direct.
Bovenste zaagbandbescherming instellen
De zaagbandbescherming voorkomt het per ongeluk
aanraken van de zaagband en het rondvliegen van zaagsel.
De hoogte van de zaagbandbescherming moet worden
ingesteld:
vóór het zagen, ten behoeve van een aanpassing aan de
werkstukhoogte
na veranderingen aan de zaagband (bijv. zaagband
spannen of vervangen, zaagtafel uitlijnen)
De afstand tussen zaagbandbescherming en werkstuk
moet 3 mm bedragen, zodat er voldoende bescherming tegen
het aanraken van de zaagband wordt geboden.
Instellen:
Maak de vastzetschroef (13) los en schuif de
zaagbandafdekking (12) gewenste positie. Trek de
vastzetschroef weer vast.
Ronde werkstukken snijden
Het snijden van rondhout met de standaard
toevoerhulpmiddelen is niet toegestaan. Gebruik voor het
snijden van rondhout een speciale voorziening die het
werkstuk beschermt tegen verdraaiing.
Vlakke werkstukken aan de smalle kant zagen
Bij het zagen van vlakke werkstukken aan de smalle kant moet
een geschikte winkelhaak met aanslag worden gebruikt ten
behoeve van een goede geleiding.
Het zagen van smalle werkstukken
(kleiner dan 120 mm)
Schuif het werkstuk met beide handen naar voren, gebruik de
schuifstok binnen het bereik van de zaagband.
Het zagen van brede werkstukken
Schuif het werkstuk bij het zagen met vlakke hand en ge-
sloten vin-gers langs de aanslag.
Het zagen van lange werkstukken
Beveilig lange werkstukken tegen afglijden aan het einde
van het zagen. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld afrolstandaards
of soortgelijke voorzieningen.
Het zagen
1. Kies de parallelaanslag (9) en zaagtafelhoek die bij de
soort snede past en stel ze in.
Bij het zagen met parallelaanslag en gehelde
zaagtafel kan het werkstuk kantelen. De parallelaanslag
moet daarom worden be-vestigd op de omlaag gehelde
zijde van de zaagtafel.
3. Stel de afstand tussen zaagbandbescherming en werkstuk
in op 3 mm.
4. Leg het werkstuk op de zaagtafel.
5. Steek de stekker in het stopcontact.
6. Zet de zaag aan.
7. Zaag het werkstuk in één werkgang door.
L Tip:
Voer altijd een proefsnede uit, zodat instellingen kunnen
worden gecorrigeerd.
8. Zet de zaag uit, als er niet meteen verder wordt gezaagd.
Reiniging en onderhoud
Voor aanvang van iedere onderhouds- en
reinigingsbeurt
Toestel uitschakelen
Wachten tot de zaag stilstaat
Stroomtoevoer onderbreken
95
Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden die niet in dit
hoofdstuk worden genoemd, mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door de fabrikant of door hem aangewezen
bedrijven.
De in het kader van onderhoud of reiniging verwijderde
veiligheidsvoorzieningen moeten absoluut weer correct
aangebracht en gecontroleerd worden.
Gebruik alleen originele onderdelen. Andere onderdelen
kunnen onverwachte schade en verwondingen tot gevolg
hebben.
Reiniging
L Voor de optimale werking van de machine zijn de
volgende punten van belang:
Spuit het toestel niet schoon met water.
Verwijder zaagsel en stof uitsluitend met een borstel of
stofzuiger.
Alle bewegende delen regelmatig reinigen en oliën.
L Nooit vet gebruiken!
Gebruik bijv. naaimachineolie, dunvloeribare
hydraulische olie of milieuvriendelijke sproei-olie.
Zorg ervoor dat de zaagband roest- en harsvrij blijft.
Verwijder hars resten van het zaagblad.
L Harsresten kunnen worden verwijderd met een
gangbare onderhouds- en verzorgingsspray.
Behandel het oppervlak van de zaagtafel na het reinigen
met een glijmiddel.
De zaagband is onderhevig aan slijtage en wordt na
langdurig of regelmatig gebruik stomp.
Vervang in dat geval de zaagband.
Onderhoud
Zaagbandwissel
Kans op snijden! Draag handschoenen bij het vervangen
van de zaagband.
Gebruik alleen geschikte zaagbanden.
1. Maak de twee stergreepmoeren (A) en de moer (B)
aan de onderkant van de zaagtafel (6) los.
2. Verwijder het aanslaggeleidingsprofiel (7).
3.
Maak de beide deuren van de behuizing open (2 / 4).
4. Breng de zaagbandbescherming (12) helemaal omlaag.
5. Breng de bovenste bandrol (14) omlaag
° draai het stelwiel (1) naar links, de zaagband komt los
6. Neem de zaagband weg.
7. Plaats een nieuwe zaagband.
L Let op de juiste positie: de tanden moeten naar
voren (richting deur) wijzen.
8. Leg de zaagband in het midden op de bandrol (14).
9. Draai het stelwiel (1) naar rechts tot de zaagband niet meer
wegglijdt.
10. Bevestig de aanslaglijst en sluit de onderste deur van de
behuizing weer.
11. Aansluitend:
° zaagband spannen (zie „Zaagbandspanning“ pag. 91)
° zaagband uitlijnen (zie „Hoek van de bovenste
bandzaagrol“ pag. 91)
° bandgeleiders uitlijnen (zie „Bovenste bandgeleider“ en
„Onderste bandgeleider“ pag. 94)
° werking van de zaag minstens een minuut testen
° zaag uitschakelen, stroomtoevoer onderbreken en
instellingen opnieuw controleren
Bovenste bandgeleider uitlijnen
De bovenste bandgeleider bestaat uit:
° twee geleidingsrollen (deze geleiden de zaagband aan de
zijkant)
° een steunrol (deze ondersteunt de zaagband van achteren)
Controleer de geleidingsrollen en steunrol na iedere
zaagbandwissel en zaagbanduitlijning en lijn ze
eventueel opnieuw uit.
L De geleidingsrollen en steunrol zijn onderhevig aan
slijtage. Controleer ze regelmatig en vervang de
pennen en rol in geval van slijtage tegelijkertijd.
Geleidingsrollen instellen:
1.
Schroeven (M/N) losmaken.
2. Schuif de geleidingsrollen (O/P) tegen het zaagband.
3. Open de bovenste deur en draai de bandzaagrol enkele
malen met de hand naar rechts
° beide geleidingsrollen moeten de zaagband licht
raken).
4. Moeren (K) weer aantrekken.
5.
Sluit de bovenste deur van de behuizing.
Steunrol instellen:
1.
Draai de schroef (Q) los.
2. Lijn de steunrol (R) uit
° afstand tussen steunrol en zaagband ca. 0,5 mm
L Wanneer de zaagband met de hand wordt bewogen,
mag hij de steunrol niet raken
3. Draai de schroef weer vast
4.
Behuizingdeur weer sluiten.
Onderste bandgeleider uitlijnen
De onderste bandgeleider bestaat uit:
° twee geleidingsrollen (deze geleiden de zaagband aan de
zijkant)
° een steunrol (deze ondersteunt de zaagband van achteren)
Lijn de geleidingsrollen en steunrol na iedere
zaagbandwissel en zaagbanduitlijning opnieuw uit.
L De geleidingsrollen en steunrol zijn onderhevig aan
slijtage. Controleer ze regelmatig en vervang de
pennen en rol in geval van slijtage tegelijkertijd.
Geleidingsrollen instellen:
96
1. Maak de onderste deur open.
2.
Draai de schroeven (S / T).
4. Druk de geleidingsrollen (U / V) tegen de zaagband.
5. Maak de bovenste deur open en draai de bandzaagrol
enkele keren met de hand naar rechts, zodat de
geleidingsrollen in de juiste positie komen te staan
6. ° beide geleidepennen moeten de zaagband licht raken
7. Draai de schroeven (O) weer vast..
8.
Sluit de beide deuren van de behuizing weer.
Steunrol instellen:
1. Maak de onderste deur open.
2.
Draai de schroef (W) los.
3. Lijn de steunrol (R) uit
° afstand tussen steunrol en zaagband ca. 0,5 mm
L Wanneer de zaagband met de hand wordt bewogen,
mag hij de steunrol niet raken
4. Draai de schroef weer vast
5.
Behuizingdeur weer sluiten.
Rubberen riem vervangen
De bandzaagrollen (5/14) zijn voorzien van rubberen
riemen (28). Vervang versleten of beschadigde rubberen
riemen direct door een nieuwe.
1. Open de behuizingdeur (2/4).
2. Verwijder het zaagband (* "Zaagbandwissel", pagina 12)
3.
Licht met een schroevendraaier de rubberen riem
(28) op en verwijder hem van de bandzaagrol.
4. Breng een nieuwe rubberen riem op de bandzaagrol aan.
5. Monteer het zaagband.
6.
Sluit de behuizingsdeur.
Tafelinzetstuk vervangen
Vervang een versleten of beschadigd tafelinzetstuk
onmiddellijk..
Druk het tafelinzetstuk van onderaf uit de zaag-tafel en
vervang het door een nieuw tafelinzetstuk.
Transport
Voor het transport de steker uit het stop-
contact nemen.
L
Transporteer de zaag alleen als:
de bovenste zaagbandgeleider helemaal omlaag is
gebracht
het uitstekende toebehoren is afgeschroefd
Opslag
Neem de steker uit het stopcontact.
Bewaar de machine in een droge en afgesloten ruimte,
buiten het bereik van kinderen.
Om de levensduur van de machine te verlengen en de
machine optimaal te laten functioneren is het gewenst
voor opslag de volgende punten in uit te voeren:
De machine grondig reinigen.
Alle bewegende delen met milieuvriendelijke olie
behandelen.
L
De delen van de bandzaag mogen niet worden
ingevet.
Technische gegevens
Type / Modell BSL 250
Bouvwjaar zie laatste pagina
Vermogen P
1
420 W
Spanning 230 V
Frequentie
50 Hz
Stationair toerental 660 / 960min
–1
Zekering van het net 10 A traag
Zaagbandlengte 1790 mm ±5 mm
Zaagbandbreedte
6-13 ± 1 mm
Max. zaagbanddikte 0.35 mm ±0.05 mm
Zaagbandrollen
255 mm
Tafelgrootte 300 x 300 mm
Schuinverstelling zaagtafel
0 – 45 °
max. Zaaghoogte 120 mm / 90° - 70 mm / 45°
Max. doorgangsbreedte 245 mm
Afzuigaansluiting
36 mm / Ø 100 mm
Geluidsniveau L
W
A
90,4 dB(A)
Geluidsdrukpegel L
PA
77,4 dB(A)
Meetonzekerheidsfaktor K
WA/P
A
3,0 dB(A)
Afmetingen (lengte x breedte x hoogte) 510mm x 455mm x 855 mm
Gewicht 23 kg
Als afzuiging kunt u een stofzuiger of een industriezuiger gebruiken.
97
Garantie
Houdt u alstublieft rekening met de ingesloten garantieverklaring.
Mogelijke storingen
Voor het verhelpen van iedere storing
Toestel uitschakelen
Wachten tot de zaag stilstaat
Stroomtoevoer onderbreken
Na het verhelpen van iedere storing moeten alle veiligheidsvoorzieningen weer in werking gesteld en getest worden.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
De machine schakelt niet in of
schakelt onbelast weer uit.
Stroomuitval.
Verlengkabel defect.
Motor of schakelaar defect.
Deuren niet vergrendeld
Zekering controleren
Kabel testen, defecte kabel niet meer
gebruiken.
Motor of schakelaar door een service-
werkplaats laten repareren of met originele
onderdelen laten vervangen.
Deuren sluiten en vergrendelen
Motor bromt, maar slaat niet aan
Condensator defect
Condensator door de klantenservice laten
vervangen
De motor blijft tijdens het zagen
stilstaan.
Zaagband is stomp
Werkstuk wordt te snel aangevoerd.
Zaagband vervangen
Motor laten afkoelen en met minder druk
verder werken.
Werkstuk klemt bij het naar voren
schuiven of terugtrekken
Zaagband is stomp
De parallelaanslag staat niet parallel met de
zaagband
Houd het werkstuk vast en zet de motor
onmiddellijk af. Vervang hierna de zaagband.
Plaats de nieuwe parallelaanslag.
Brandvlekken op het zaagvlak
Zaagband is ongeschikt voor de bewerking of
stomp
Zaagband vervangen
Zaagband breekt
Verkeerde zaagspanning
Te sterke belasting
Onjuiste zaagband
Zaagbandspanning opnieuw instellen
Druk tegen de zaagband verminderen.
Onjuiste zaagband
° dun werkstuk = smalle zaagband
° dik werkstuk = brede zaagband
Zaagband kromgetrokken
Te sterke zijdelingse belasting
Zijdelingse druk op de zaagband vermijden.
Zaagband loopt uit de snijlijn of
loopt af
Zaagband loopt niet in het midden op de
bovenste bandzaagrol
Hoek van de bovenste bandzaagrol instellen
Zaag trilt
Onvoldoende bevestiging
Zaagtafel los
Bevestigingsschroeven van de motor zijn los
Zaag bevestigen op een geschikte
ondergrond
Zaagtafel uitlijnen en bevestigen
Bevestigingsschroeven vastdraaien
Spanenuitlaatopening verstopt
Geen afzuiginstallatie aangesloten
Afzuigvermogen te zwak
Zaag uitschakelen, zaagsel verwijderen en
afzuiginstallatie aansluiten
Zaag uitschakelen, zaagsel verwijderen en
afzuigvermogen verhogen (luchtsnelheid
20 m/sec op het spanenafzuigstuk.
Zaagband beweegt niet, hoewel
de motor draait
Aandrijfriem los
Aandrijfriem defect
Aandrijfriem spannen
Aandrijfriem vervangen

Documenttranscriptie

Folgende harmonisierte Normen wurden angewandt: Following harmonized standards have been applied: Les normes harmonisées suivantes ont été appliquées: Následující normy byly použity: Følgende harmoniserede standarder er anvendt: A következő harmonizált szabványok kerültek alkalmazásra: Primijenjene su sljedeće harmonizirane norme: Sono state applicate le seguenti norme armonizzate: De volgende geharmoniseerde normen werden toegepast: Zastosowane zostały następujące normy zharmonizowane: Följande passande normer har använts: Následujúcie normy byly použité: Uporabljeni so bili naslednjih harmonizirani standardi: EN 61029-1:2009/ A11:2010; EN 61029-2-5:2011/ A11:2015; EN 61000-3-2:2014; EN 61000-3-3:2013; EN 55014-1:2006/ A2:2011; EN 55014-2:1997/ A2 :2008 Aufbewahrung der technischen Unterlagen: Keeping of technical documents at: Conservation de la documentation technique: Uchování technických podkladů: Opbevaringssted for den tekniske dokumentation: A műszaki iratok őrzésének helye: Pohrana tehničke dokumentacije: Conservazione dei documenti tecnici: Bewaring van de technische documenten: Przechowywanie dokumentacji technicznej: Tekniska underlag förvaras hos: Archiv technické dokumentacie: Shranjevanje tehnične dokumentacije: Altrad Lescha GmbH, Josef-Drexler-Str. 8, 89331 Burgau, Germany i.A. Burgau, 15.12.2015 4 i.A. G. Koppenstein, Konstruktionsleitung Bewaar deze bedieningsaanwijzing voor alle toekomstige toepassingen. gebruiken voor het vaststellen van veiligheidsvoorzieningen tijdens het werk. Deze waarden kunnen sterk beïnvloed worden door verschillende factoren zoals, de tijdsduur, de eigenschappen van de ruimte, andere geluidsbronnen, het aantal machines, andere werkzaamheden in de directe omgeving, enz. De toegelaten waarden kunnen van land tot land verschillen. Deze gegevens zal de gebruiker echter in staat stellen een betere inschatting van de van de gevaren en risico’s te maken. Inhoud Symbolen apparaat U mag het toestel niet in gebruik nemen, voordat u deze gebruiksaanwijzing heeft gelezen, alle voorschriften heeft opgevolgd en het toestel als voorgeschreven heeft gemonteerd. EG Verklaring van overeenstemming Lever hoeveelheid Geluidskenmerken Symbolen apparaat / Gebruiksaanwijzing Reglementaire toepassing Restrisico’s Veilig werken Toestelbeschrijving / Reserveonderdelen Samenbouw Voorbereiden ter ingebruikname Ingebruikname Afstelling van de zaag Werken met de zaag Onderhoud en reiniging Transport Opslag Technische gegevens Garantie Mogelijke storingen 3 88 88 88 89 89 89 91 91 91 92 93 93 94 96 96 96 97 97 Lever hoeveelheid • Bandzaag BSL 250 (voorgemonteerd toestel) • Zaagtafel • Schuifstok • Aanslaggeleideprofiel • Zak schroeven • Tafelinzetstuk • Gebruiksaanwijzing • Dwarsaanslag • Montage- en bedienblad • Paralelle aanslag Vóór ingebruikname de gebruiksaanwijzing en veiligheidsinstructies lezen en opvolgen. Oog- en geluidsbescherming dragen. Schakel de motor uit voor reparatie-, onderhouds- en reinigingswerkzaamheden en haal de netstekker uit hetcontactdoos. Niet aan regen blootzetten. Tegen vochtigheid beschermen. Gevaar voor verwonding van vingers en handen door de zaagband. Het product stemt overeen met de productspecifiek geldige Europese richtlijnen. Elektrische toestellen behoren niet in de huisafval. Toestellen, toebehoren en verpakking naar een milieuvriendelijk recycling brengen. Europese Richtlijn 2012/19/EU over oude elektronische apparaten en electronica moeten niet meer bruikbare elektrische toestellen apart worden verzamend en een milieuvriendelijk recycling worden toegevoerd. Symbolen in de gebruiksaanwijzing  Controleer na het uitpakken de inhoud van de verpakking Dreigend gevaar of gevaarlijke situatie. Het niet opvolgen van deze aanwijzingen kan schade of verwondingen tot gevolg hebben. op   aanwezigheid van alle onderdelen eventuele transportschade Meld mogelijke klachten direct aan uw leverancier of fabrikant. Latere reclamaties worden niet in behandeling genomen. Geluidskenmerken L Belangrijke aanwijzing voor het vakkundig gebruik. Het niet opvolgen van deze aanwijzingen kan tot leiden.  Gebruikersaanwijzingen. Deze aanwijzingen helpen u de machine optimaal te benutten. Montage, gebruik en onderhoud. Hier wordt precies uitgelegd wat u moet doen. DIN EN ISO 11688-1 Gebruik van de machine als bandzaag met standaard zaagband. Geluidsniveau Geluidsdrukpegel aan de werkplaats LWA = 90,4 dB(A) LPA = 77,4 dB(A) Meetonzekerheidsfaktor K: 3 dB(A) De opgegeven waarden zijn emissiewaarden en kunnen niet als veilige werkplekwaarden genomen worden. Hoewel er samenhang tussen emissie- en immisiewaarden is, kan men deze waarden niet 88 Neem alstublieft het ingesloten montage- en bedienblad ter hand. … Reglementaire toepassing ƒ Het toestel is geschikt voor het snijden van hout, houtachtige materialen en kunststoffen. ƒ Het zagen van ronde materialen zonder gebruik van de voorgeschreven hulpmiddelen is niet toegestaan. ƒ Bij het zagen van vlakke werkstukken aan de smalle kant moet een geschikte winkelhaak met aanslag worden gebruikt ten behoeve van een goede geleiding. ƒ U mag alleen werkstukken verwerken die vielig ondersteund of geleid kunnen worden. ƒ Tot het toepassen volgens de voorschriften behoren ook het opvolgen van de gebruiks-, onderhouds- en reparatievoorschriften en na leven van de veiligheidsvoorschriften van de fabrikant. ƒ Men moet zich tevens houden aan de algemeen geldende veiligheid- en gezondheids- voorschriften en die aanvullende voorschriften van het bedrijf. ƒ Alle verdere toepassingen gelden als niet volgens de voorschriften. Voor de hieruit voortvloeiende schade is de fabrikant niet aansprakelijk – de aansprakelijkheid is alleen voor de gebruiker. ƒ Eigen gemaakte wijzigingen aan de machine ontslaan de fabrikant van alle aansprakelijkheid. ƒ Deze machine mag alleen voorbereidt, gebruikt en onderhouden worden door personen die met de machine vertrouwd zijn en goed ingelicht zijn over de risico’s. Reparaties mogen alleen door de fabrikant of geautoriseerde werkplaatsen uitgevoerd worden. ƒ Metalen delen (spijkers, nieten, enz.) moeten uit het hout verwijderd worden voordat het gezaagd wordt. Restrisico’s Ook bij het gebruik volgens de voorschriften zijn er op grond van de constructie voor de toepassing van deze machine nog een aantal restricties. De restricties kunnen geminimaliseerd worden wanneer de veiligheids-, gebruiks-, gezondheids- en onderhoudsvoorschriften nauwkeurig in acht genomen worden. Consideratie en voorzichtigheid verminderen het risico van personenletsels en beschadigingen. ƒ Gevaar voor verwonding van de vingers en handen door het gereedschap (zaagband) of werkstuk, bijvoorbeeld bij een zaagbandwissel. ƒ Terugslag van het werkstuk of delen hiervan. ƒ Breuk en wegslingeren van het zaagblad. ƒ Breuk en naar buiten slingeren van de zaagband. ƒ Gevaar door stroom door het niet juist aansluiten van de aansluitdraden. ƒ Het aanraken van onder spanning staande delen bij een geopende elektrische delen. ƒ Vermindering van het gehoor bij langdurig werken zonder gehoorbescherming. ƒ Emissie van zaagstof door het werken zonder voldoende stofafzuiging. Verder kunnen er ondanks alle genomen maatregelen niet zichtbare restricties bestaan. Veilig werken Bij ondeskundig gebruik kunnen houtbewerkingsmachines gevaarlijk zijn. Als een machine gebruikt wordt moeten de standaard voorzorgsmaatregelen genomen worden om het risico van brand, elektrische sluiting en het verwonden van personen uit te sluiten. Lees en volg de onderstaande aanwijzingen, de voorschriften te voorkoming van ongevallen en de algemene veiligheidsvoorschriften op, om u zelf en anderen tegen verwondingen te beschermen. L L Geef de veiligheidsvoorschriften aan alle personen, die met deze machine werken, door. Bewaar deze veiligheidsvoorschriften goed. ƒ Maak u voor gebruik met het apparaat vertrouwd, met behulp van de bedieningshandleiding. ƒ Wees oplettend. Let op dat, wat u doet. Ga met vgerstand te werk. Gebruik het toestel niet, wanneer u moe bent of onder de invloed van drugs, alcohol of medicamenten staat. Een moment van onoplettendheid bij het gebruik van het toestel kann tot ernstige verwondingen leiden. ƒ Zorg voor een goede werkhouding. Zorg voor een stabiele en uitgebalanceerde houding. ƒ Draag de juiste werkkleding. − Nauw sluitende kleding en geen sieraden dragen. − Geen schoenen met gladde zolen dragen. − Bij lang haar een haarnet dragen. ƒ Draag persoonlijke beschermingsmiddelen. − Gehoorbeschermer dragen (het geluidsnivo in de werkplaats komt over het algemeen boven de 85dB(A). − Veiligheidsbril (bij het zagen van aluminium). − Stofmaker. ƒ Gebruik de bandzaag alleen op een − stevige − vlakke − slipvaste − trillingvrije ondergrond. ƒ Zorg dat uw werkomgeving op orde is. Rommel kan ongevallen veroorzaken. ƒ Zorg voor een veilige houding en bewaar altijd het evenwicht. ƒ Let op de omgevingsinvloeden. − Zet de machine niet in de regen buiten. − Gebruik de machine niet in een vochtige of natte omgeving. − Zorg voor voldoende omgevingslicht. − Gebruik de machine niet in de buurt van brandbare stoffen of gassen. − De stof die ontstaat bij het zagen verslechtert het zicht en is deels gevaarlijk voor de gezondheid. Wanner de machine niet buiten staat, moet hij aangesloten worden op een afzuigunit. ƒ Laat de machine niet zonder toezicht achter. 89 ƒ Personen onder 18 jaar mogen de bandzaag niet bedienen. Uitgezonderd zijn personen boven de 16 jaar in opleiding onder toezicht. ƒ Hou andere personen op afstand. Laat andere personen, in het bijzonder kinderen, het gereedschap of de kabel niet aanraken. Houdt ze ver van uw werkplek weg. ƒ Neem de correcte werkpositie in. De zaagtanden moeten in de richting van de gebruiker wijzen. ƒ Begin pas met het snijden, als de zaagband zijn benodigde toerental heeft bereikt. ƒ Overbelast de machine niet. U werkt beter en zeker met de juiste belasting van de machine. ƒ Werk alleen met alle veiligheidsvoorzieningen op de juiste wijze aangebracht. Verander niets aan de machine wat de veiligheid in gevaar kan brengen. ƒ Gebruik geen gescheurde zaagbanden of zaagbanden die een andere vorm hebben aangenomen. ƒ Gebruik uitsluitend goed gescherpte zaagbanden, omdat stompe zaagbanden niet alleen het gevaar voor terugslag verhogen, maar ook de motor belasten. ƒ Gebruik alleen gereedschap dat aan de norm ISO 3295 / DIN 8806-1 voldoet. ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ ƒ 90 Het gebruik van gereedschappen en toebehoren van een ander fabrikaat kan risico’s met zich meebrengen. Gebruik de machine alleen waar hij voor gemaakt is (zie het betreffende hoofdstuk). Gebruik bij het zagen van smalle werkstukken (tot 120 mm. tussen het zaagblad en de aanslag) de bijgeleverde duwstok. Gebruik bij het aandrukken van kleine werkstukken een duwhout. Î Deze zijn in de handel verkrijgbaar. Gebruik geen kapotte duwstok of duwhout. Zorg ervoor dat afgesneden stukken niet door de zaagband gegrepen en weggeslingerd worden. Verwijder splinters, spanen en afval niet met de hand uit de gevarenzone van de zaagband. Het snijden van rondhout met de standaard toevoerhulpmiddelen is niet toegestaan. Gebruik voor het snijden van rondhout een speciale voorziening die het werkstuk beschermt tegen verdraaiing. Schakel de machine uit en neem de steker uit het stopcontact bij: − Reparatiewerkzaamheden − Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden − Controleren of de aansluitkabels verstrengeld of beschadigd zijn − Transport van de machine − Zaagbandwissel − Het verlaten van de machine (ook voor een korte tijd). Onderhoud de machine zorgvuldig: − Zorg ervoor dat het zaagblad altijd schoon en scherp is. U werkt sneller en beter en het is het behoud van uw machine. − Volg de voorschriften en aanwijzingen op bij het wisselen van het zaagblad − Hou de handgrepen vrij van vet en olie. ƒ Onderzoek de machine op eventuele beschadigingen. − Voordat de machine verder wordt gebruikt, moet zorgvuldig worden onderzocht of de beschermingsvoorzieningen en licht beschadigde onderdelen foutloos en volgens de voorschriften functioneren. − Controleer of alle bewegende delen van de machine goed functioneren en niet klemmen of beschadigd zijn. Alle delen moeten juist gemonteerd zijn en goed functioneren om de machine correct te laten werken. − Beschadigde bescherminrichtingen en - delen moeten, indien noodzakelijk, door een erkende reparatiewerkplaats gerepareerd of verwisseld worden. Met uitzondering indien in de gebruiksaanwijzing anders aangegeven. − Beschadigde of onleesbare veiligheidsstickers dienen te worden vervangen. ƒ Laat geen sleutels steken! Controleer vóór het inschakelen altijd of de sleutels en instelgereedschappen verwijderd zijn. ƒ Als u de machine niet gebruikt moet u hem op een droge plaats, buiten het bereik van kinderen opslaan. Elektrische veiligheid ƒ De aansluitkabel moet volgens IEC 60 245 (H 07 RN-F) zijn, met een draad doorsnede van minstens: − 1,5 mm² bij een lengte tot 25 m. − 2,5 mm² bij een lengte vanaf 25 m. ƒ Lange en dunne aansluitkabels zorgen voor een spanningsverlies. De motor bereikt zijn maximale vermogen niet meer, de werking van het toestel wordt minder. ƒ Bescherm u tegen een elektrische schok. Raak geen geaarde delen aan. ƒ Gebruik de kabel niet voor doeleinden warvoor hij niet geschikt is. Bescherm de kabel tegen hitte, olie of scherpe randen. De steker niet met de kabel uit het stopcontact trekken. ƒ Controleer de aansluitkabel van de machine regelmatig en laat hem indien nodig vervangen door een vakman. ƒ Let er bij het leggen van de aansluitkabel op dat deze niet stoort, bekneld raakt, geknikt wordt en de steekverbinding niet nat wordt. ƒ Controleer de verleng kabel regelmatig op beschadigingen en vervang hem als hij beschadigd is. ƒ Gebruik geen defecte kabels. ƒ Gebruik alleen toegestane en gemerkte verlengkabels. ƒ Maak geen geknutselde elektrische aansluitingen. ƒ Veiligheidsvoorzieningen nooit overbruggen of buitenwerking stellen. ƒ Het apparaat via een veiligheidsschakelaar (30 mA) aansluiten. Elektrische aansluitingen of reparaties mogen alleen door een erkend bedrijf of een erkende reparatiewerkplaats uitgevoerd worden. De plaatselijke voorschriften moeten opgevolgd worden. Reparaties aan andere delen van de machine mogen alleen door de fabrikant of een door hem erkende werkplaats uitgevoerd worden. Alleen de originele toebehoren en onderdelen gebruiken. Bij het gebruik van niet originele onderdelen kunnen risico’s voor de gebruiker ontstaan. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor ongevallen hierdoor ontstaan. Toestelbeschrijving / Reserveonderdelen Pos 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 Bestel-Nr. 366120 366118 366123 366117 366119 366109 366115 366127 366125 366121 366111 Benaming Stelwiel voor zaagbandspanning Bovenste deur van de behuizing In-/uitschakelaar Onderste deur van de behuizing Onderste bandzaagrol Zaagtafel Aanslaggeleideprofiel Dwarsaanslag Parallelaanslag Tafelinzetstuk Zaagband Zaagbandbescherming Stelwiel voor zaagbescherming Bovenste bandzaagrol Schuinverstelling zaagtafel Spanenafzuigstuk Spanenafzuigstuk Standvoet Motor Netkabel Schroef voor motorverstelling Stelwiel voor bovenste bandzaagrol Schuifstok Schuifstokhouder Aandrijfriem ► Riemschijf motor ► Riemschijf onderste bandzaagrol ► Rubberen riem voor bandzaagrol ► Samenbouw Zaagtafel monteren 1. Maak aan de onderkant van de zaagtafel (6) de twee stergreepmoeren (A) en de moer (B) los en verwijder het aanslaggeleidingsprofiel (7). 2. Schroef de vleugelmoer (E) los. 3. Voer de zaagtafel (6) over het zaagband en leg de zaagtafel zo op de zaagtafelgeleiding (C) neer, dat de inbusbout (D) door de opname van de zaagtafelgeleiding past. 4. Zeker de zaagtafel, doordat u de vleugelmoer (E) op de inbusbout (D) schroeft. 5. Tafelinzetstuk (10) inzetten. 6. Schuif het aanslaggeleidingsprofiel (7) onder de zaagtafel en trek de stergreepmoer (A) en de moer (B) vast aan. Zaagtafel uitlijnen Zaagtafel haaks uitlijnen 1. Breng de zaagbandbescherming helemaal omhoog (zie „Bovenste zaagbandbescherming instellen“ pag. 91) 2. Controleer de zaagbandspanning (zie „Zaagbandspanning“ pag. 91) 3. Vleugelmoer (E) losmaken. 4. Lijn de zaagtafel (6) met behulp van een winkelhaak haaks uit ten opzichte van de zaagband. 5. Vleugelmoer (E) weer aantrekken. 6. .Wanneer de pijl (F) na het instellen van de haaksheid niet meer naar 0° wijst  schroef (G) losdraaien  de pijl naar rechts of links draaien (0°-positie instellen)  schroef (G) weer aandraaien 7. Wanneer de rubberen aanslag (J) van de zaagtafel (6) niet op de sokkel rust  maak de contramoer (I) los  verstel de rubberen aanslag (J), tot hij op de sokkel steunt.  Contramoer weer aantrekken. Zaagtafel uitlijnen naar de zijkant 1. Öffnen Sie die untere Gehäusetür (4). 2. Die vier Muttern (H) lösen. Lijn de zaagtafel (6) zo uit, dat de zaagband zich in het 3. midden van het tafelinzetstuk bevindt. 4. De vier moeren (H) weer aantrekken. Behuizingdeur weer sluiten. Schuifstok Hang de schuifstok (24) aan de schuifstokhouder (23). Voorbereiding voor ingebruikname L Om de machine foutloos te laten functioneren, moet u onderstaande aanwijzingen opvolgen: ƒ Plaats de zaag onder de volgende omstandigheden: − Slipvrij − Trillingsvrij − Vlak − Vrij van struikel gevaar − Met goede lichtomstandigheden Voor een veilige positie moet de zaag op een stabiele ƒ ondergrond (bijvoorbeeld een werkbank of onderstel) op een optimale werkhoogte worden vastgeschroefd: − breng 4 gaten in de ondergrond aan 91 ƒ Controleer voor elk gebruik: − de aansluitkabels op beschadiging gebruik geen beschadigde aansluitkabels. − het tafelinzetstuk op een reglementaire toestand − de zaagband op een optimale toestand − of alle deuren zijn gesloten − de duwstok binnen handbereik is ƒ Gebruik geen vervormde of beschadigde zaagbanden. ƒ Vervang een versleten of beschadigd tafelinzetstuk onmiddellijk. ƒ Wanneer de machine niet in de openlucht wordt gebruikt, moet ze op beide afzuigstukken zijn aangesloten aan een spaanafzuiginstallatie (bijvoorbeeld een verplaatsbare kleine ontstoffer). Ingebruikname L Aansluiting op het net Vergelijk de netspanning met de spanning (bijv. 230 V.) die op het type plaatje is aangegeven. Sluit de machine volgens de voorschriften en op een geaard stopcontact aan. L Wisselstroommotor: Schuko contactdoos gebruiken, netspanning van 230V met een aardlekschakelaar (FI-schakelaar 30 mA). L Zekering van het net: 10 A traag De aansluitkabel moet volgens IEC 60 245 (H 07 RN-F) zijn, met een draad doorsnede van minstens: ƒ 1,5 mm² bij een lengte tot 25 m. ƒ 2,5 mm² bij een lengte vanaf 25 m. In-/Uitschakelaar Gebruik geen toestel waarbij de schakelaar niet kan worden in- en uitgeschakeld. Beschadigde schakelaars moeten onmiddellijk worden gerepareerd of vervangen door de klantenservice. Inschakelen Druk op de groene knop aan de schakelaar. L Beveiliging tegen opnieuw aanlopen bij stroomuitval Bij stroom uitval schakelt de machine automatisch uit. Om de machine weer in te schakelen drukt de groene knop . Uitschakelen Druk op de rode knop 92 aan de schakelaar. Instellen van de zaagbladsnelheid  Aan de bandzaag kunnen twee zaagbandsnelheden worden ingesteld. 1. Open de onderste behuizingdeur (4). 2. Maak de inbusschroef (21) om enkele omdraaiingen los. 3. Zwenk de motor (19) naar links. De aandrijfriem wordt ontspannen. 4. / Verzet de aandrijfriem (25): 1. variant: De aandrijfriem rust op de voorste riemschijven Æ lagere snelheid 11m/s (660 min-1) 2. variant: De aandrijfriem rust op de achterste riemschijven Æ hogere snelheid 16m/s (960min-1) De aandrijfriem mag nooit diagonaal verzet op de riemschijven liggen. 5. Zwenk de motor naar rechts. De aandrijfriem wordt gespannen. L De aandrijfriem mag niet te strak worden gespannen. 6. Trek de inbusschroef (21) weer vast aan. Schließen Sie die Gehäusetür. Zaagband kiezen De standaard meegeleverde zaagband is geschikt voor hout en de meeste kunststoffen. Let op het volgende: − er mogen geen stompe of beschadigde zaagbanden worden gekozen. de gekozen zaagband en zijn toerental moeten geschikt zijn voor het te snijden materiaal. Spaanafzuiging aansluiten Werk in gesloten ruimtes uitsluitend met een spaanafzuiging (luchtsnelheid op het afzuigstuk van de zaag ≥ 20 m/sec.). Zaag alleen zonder spaanafzuiging ° gedurende een korte periode (maximaal 30 min.) ° of met een stofmasker ° of in de openlucht  Wanneer u geen spaanafzuiging aansluit, hoopt het zaagsel zich op en moet u het regelmatig verwijderen. Sluit de spaanafzuiginstallatie of kleine stofzuiger met een geschikte adapter aan op het spanenafzuigstuk. Afstelling van de zaag Parallelaanslag Zaagbandspanning Een te hoge spanning kan ertoe leiden dat de zaagband breekt. Een te lage spanning kan tot gevolg hebben dat het aandrijfwiel doorglijdt, waardoor de zaagband stil komt te staan. Controle van de spanning Breng de zaagbandbe-scherming (12) helemaal omhoog (zie „Bovenste zaagbescherming instellen“ pag. 97) en druk met een vinger in het midden tussen de zaagtafel en de bovenste zaagbescherming tegen de zijkant van de zaagband. ° de zaagband moet aan de zijkant slechts 1 – 2 mm kunnen worden ingedrukt. Met het stelwiel (1) kan de spanning van de zaagband worden gecorrigeerd. Spanning verhogen (+) ° draai het stelwiel naar rechts De parallelaanslag (9) wordt vastgeklemd op de zaagtafel. De parallelaanslag kan rechts of links van de zaagband worden gemonteerd. L Let op de juiste instellingen van de parallelaanslag. Dwarsaanslag Schuif de dwarsaanslag (8) in de groef op de zaagtafelplaat. Maak de klemschroef (L) van de dwarsaanslag door draaien los. Nu kunt u de aanslag in de gewenste hoekpositie brengen. Draai de klemschroef weer vast. De meegeleverde dwarsaanslag (8) kan als dwars- en verstekaanslag worden ingezet.  L Let op de juiste instellingen van de aanslag (zie "Werkinstructies"). Werken met de zaag Voor aanvang van de werkzaamheden dient u de volgende punten in acht te nemen om de kans op verwondingen zo laag mogelijk te houden. Spanning verlagen (-) ° draai het stelwiel naar links Hoek van de bovenste bandzaagrol / Maak de bovenste deur (2) van de behuizing open om de loop van de zaagband te controleren door de bandzaagrol (14) met de hand naar rechts te draaien. / Met het stelwiel (22) kan de hoek van de bovenste bandzaagrol (14) worden veranderd. Het verstellen zorgt ervoor dat de zaagband in het midden op de bandzaagrol loopt. Draai vóór het instellen de contramoer (K) los. Zaagband loopt naar achteren (+) ° draai het stelwiel naar rechts Zaagband loopt naar voren (-) ° draai het stelwiel naar links Draai de contramoer (K) na het instellen weer vast. Schuinverstelling van de zaagtafel Schroef de vleugelmoer (E) los. U kunt de zaagtafel (6) traploos maximaal 45° tegen de zaagband neigen. Trek de vleugelmoeren weer vast. ƒ ƒ ƒ ƒ Zaagband in orde? Parallelaanslag klaar voor gebruik? Schuifstok binnen handbereik? Bovenste en onderste deur van de behuizing gesloten? De deuren van de behuizing bieden bescherming tegen het aanraken van de aangedreven onderdelen binnenin de zaag. ƒ Werkplek opgeruimd? ƒ U mag de machine niet gebruiken voordat u deze gebruiksaanwijzing heeft gelezen, alle voorschriften heeft opgevolgd en de machine als voorgeschreven heeft gemonteerd. Voor het uitvoeren van veranderingen of instellingen (bijv. zaagband vervangen, zaagtafel neigen, zaagbandbescherming instellen enz.): − toestel uitschakelen − wachten tot de zaagband stilstaat − stroomtoevoer onderbreken De volgende punten zijn belangrijk: ƒ Draag persoonlijke beschermingsmiddelen. − Gehoorbeschermer − Veiligheidsbril − stofmasker ƒ Draag bij het zagen geen handschoenen, wijde kleding of sierraden. Intrekgevaar! ƒ Neem de correcte werkpositie in. De zaagtanden moeten in de richting van de gebruiker wijzen. ƒ Ga buiten de gevarenzone van de zaagband staan. 93 ƒ Stel de machine nooit in werking, als de deuren die de zaagband beschermen open staan. ƒ Leg de handen plat met gesloten vingers op het werkstuk. ƒ Zaag altijd slechts één werkstuk tegelijkertijd. Zaag nooit meerdere werkstukken tegelijkertijd of tot een bundel van samengevoegde losse stukken. Het gevaar bestaat dat losse stukken ongecontroleerd worden gegrepen door de zaagband. ƒ Zaag geen werkstukken waarop zich kabels, snoeren, banden of draden bevinden. Intrekgevaar! ƒ Druk het werkstuk bij het zagen op de zaagtafel. ƒ Let erop dat het werkstuk niet kantelt. ƒ Rem de zaagband niet af door middel van zijdelingse druk. L Gebruik een tafelblad, zodat lange werkstukken na het doorzagen niet van de tafel vallen. ƒ Verwijder losse delen, spanen en splinters niet met de hand. Volg in ieder geval alle veiligheidsinstructies op. ƒ Schuifstok De schuifstok fungeert als verlengstuk van de hand en zorgt ervoor dat de zaagband niet per ongeluk kan worden aangeraakt. Wanneer moet de schuifstok worden gebruikt? − Als de afstand tussen zaagband en parallelaanslag kleiner is dan 120 mm. − Bij rechte sneden tegen de parallelaanslag.  Wanneer u de schuifstok niet gebruikt, moet u deze in de houder aan de zijkant van het toestel hangen.  Gebruik de schuifstok niet, als hij beschadigd is en vervang de schuifstok direct. Bovenste zaagbandbescherming instellen De zaagbandbescherming voorkomt het per ongeluk aanraken van de zaagband en het rondvliegen van zaagsel. De hoogte van de zaagbandbescherming moet worden ingesteld: − vóór het zagen, ten behoeve van een aanpassing aan de werkstukhoogte − na veranderingen aan de zaagband (bijv. zaagband spannen of vervangen, zaagtafel uitlijnen) De afstand tussen zaagbandbescherming en werkstuk moet 3 mm bedragen, zodat er voldoende bescherming tegen het aanraken van de zaagband wordt geboden. Instellen: Maak de vastzetschroef (13) los en schuif de zaagbandafdekking (12) gewenste positie. Trek de vastzetschroef weer vast. 94 Ronde werkstukken snijden Het snijden van rondhout met de standaard toevoerhulpmiddelen is niet toegestaan. Gebruik voor het snijden van rondhout een speciale voorziening die het werkstuk beschermt tegen verdraaiing. Vlakke werkstukken aan de smalle kant zagen Bij het zagen van vlakke werkstukken aan de smalle kant moet een geschikte winkelhaak met aanslag worden gebruikt ten behoeve van een goede geleiding. Het zagen van smalle werkstukken (kleiner dan 120 mm) Schuif het werkstuk met beide handen naar voren, gebruik de schuifstok binnen het bereik van de zaagband. Het zagen van brede werkstukken Schuif het werkstuk bij het zagen met vlakke hand en gesloten vin-gers langs de aanslag. Het zagen van lange werkstukken Beveilig lange werkstukken tegen afglijden aan het einde van het zagen. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld afrolstandaards of soortgelijke voorzieningen. Het zagen 1. Kies de parallelaanslag (9) en zaagtafelhoek die bij de soort snede past en stel ze in. Bij het zagen met parallelaanslag en gehelde zaagtafel kan het werkstuk kantelen. De parallelaanslag moet daarom worden be-vestigd op de omlaag gehelde zijde van de zaagtafel. 3. Stel de afstand tussen zaagbandbescherming en werkstuk in op 3 mm. 4. Leg het werkstuk op de zaagtafel. 5. Steek de stekker in het stopcontact. 6. Zet de zaag aan. 7. Zaag het werkstuk in één werkgang door. L Tip: Voer altijd een proefsnede uit, zodat instellingen kunnen worden gecorrigeerd. 8. Zet de zaag uit, als er niet meteen verder wordt gezaagd. Reiniging en onderhoud Voor aanvang van iedere onderhouds- en reinigingsbeurt − Toestel uitschakelen − Wachten tot de zaag stilstaat − Stroomtoevoer onderbreken Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden die niet in dit hoofdstuk worden genoemd, mogen uitsluitend worden uitgevoerd door de fabrikant of door hem aangewezen bedrijven. De in het kader van onderhoud of reiniging verwijderde veiligheidsvoorzieningen moeten absoluut weer correct aangebracht en gecontroleerd worden. Gebruik alleen originele onderdelen. Andere onderdelen kunnen onverwachte schade en verwondingen tot gevolg hebben. 10. Bevestig de aanslaglijst en sluit de onderste deur van de behuizing weer. 11. Aansluitend: ° zaagband spannen (zie „Zaagbandspanning“ pag. 91) ° zaagband uitlijnen (zie „Hoek van de bovenste bandzaagrol“ pag. 91) ° bandgeleiders uitlijnen (zie „Bovenste bandgeleider“ en „Onderste bandgeleider“ pag. 94) ° werking van de zaag minstens een minuut testen ° zaag uitschakelen, stroomtoevoer onderbreken en instellingen opnieuw controleren Reiniging L Voor de optimale werking van de machine zijn de volgende punten van belang: ƒ Spuit het toestel niet schoon met water. ƒ Verwijder zaagsel en stof uitsluitend met een borstel of stofzuiger. ƒ Alle bewegende delen regelmatig reinigen en oliën. L Nooit vet gebruiken!  Gebruik bijv. naaimachineolie, dunvloeribare hydraulische olie of milieuvriendelijke sproei-olie. ƒ Zorg ervoor dat de zaagband roest- en harsvrij blijft. ƒ Verwijder hars resten van het zaagblad. L Harsresten kunnen worden verwijderd met een gangbare onderhouds- en verzorgingsspray. ƒ Behandel het oppervlak van de zaagtafel na het reinigen met een glijmiddel. ƒ De zaagband is onderhevig aan slijtage en wordt na langdurig of regelmatig gebruik stomp.  Vervang in dat geval de zaagband. Onderhoud Zaagbandwissel Kans op snijden! Draag handschoenen bij het vervangen van de zaagband.  Gebruik alleen geschikte zaagbanden. 1. Maak de twee stergreepmoeren (A) en de moer (B) aan de onderkant van de zaagtafel (6) los. 2. Verwijder het aanslaggeleidingsprofiel (7). 3. Maak de beide deuren van de behuizing open (2 / 4). 4. Breng de zaagbandbescherming (12) helemaal omlaag. 5. Breng de bovenste bandrol (14) omlaag ° draai het stelwiel (1) naar links, de zaagband komt los 6. Neem de zaagband weg. 7. Plaats een nieuwe zaagband. L Let op de juiste positie: de tanden moeten naar voren (richting deur) wijzen. 8. Leg de zaagband in het midden op de bandrol (14). 9. Draai het stelwiel (1) naar rechts tot de zaagband niet meer wegglijdt. Bovenste bandgeleider uitlijnen De bovenste bandgeleider bestaat uit: ° twee geleidingsrollen (deze geleiden de zaagband aan de zijkant) ° een steunrol (deze ondersteunt de zaagband van achteren)  L Controleer de geleidingsrollen en steunrol na iedere zaagbandwissel en zaagbanduitlijning en lijn ze eventueel opnieuw uit. De geleidingsrollen en steunrol zijn onderhevig aan slijtage. Controleer ze regelmatig en vervang de pennen en rol in geval van slijtage tegelijkertijd. Geleidingsrollen instellen: 1. Schroeven (M/N) losmaken. 2. Schuif de geleidingsrollen (O/P) tegen het zaagband. 3. Open de bovenste deur en draai de bandzaagrol enkele malen met de hand naar rechts ° beide geleidingsrollen moeten de zaagband licht raken). 4. Moeren (K) weer aantrekken. 5. Sluit de bovenste deur van de behuizing. Steunrol instellen: 1. Draai de schroef (Q) los. 2. Lijn de steunrol (R) uit ° afstand tussen steunrol en zaagband ca. 0,5 mm L Wanneer de zaagband met de hand wordt bewogen, mag hij de steunrol niet raken 3. Draai de schroef weer vast 4. Behuizingdeur weer sluiten. Onderste bandgeleider uitlijnen De onderste bandgeleider bestaat uit: ° twee geleidingsrollen (deze geleiden de zaagband aan de zijkant) ° een steunrol (deze ondersteunt de zaagband van achteren)  L Lijn de geleidingsrollen en steunrol na iedere zaagbandwissel en zaagbanduitlijning opnieuw uit. De geleidingsrollen en steunrol zijn onderhevig aan slijtage. Controleer ze regelmatig en vervang de pennen en rol in geval van slijtage tegelijkertijd. Geleidingsrollen instellen: 95 1. Maak de onderste deur open. 2. Draai de schroeven (S / T). 4. Druk de geleidingsrollen (U / V) tegen de zaagband. 5. Maak de bovenste deur open en draai de bandzaagrol enkele keren met de hand naar rechts, zodat de geleidingsrollen in de juiste positie komen te staan 6. ° beide geleidepennen moeten de zaagband licht raken 7. Draai de schroeven (O) weer vast.. 8. Sluit de beide deuren van de behuizing weer. Steunrol instellen: 1. Maak de onderste deur open. 2. Draai de schroef (W) los. 3. Lijn de steunrol (R) uit ° afstand tussen steunrol en zaagband ca. 0,5 mm L Wanneer de zaagband met de hand wordt bewogen, mag hij de steunrol niet raken 4. Draai de schroef weer vast 5. Behuizingdeur weer sluiten. Tafelinzetstuk vervangen Vervang een versleten of beschadigd tafelinzetstuk onmiddellijk.. Druk het tafelinzetstuk van onderaf uit de zaag-tafel en vervang het door een nieuw tafelinzetstuk. Transport Voor het transport de steker uit het stopcontact nemen. L Transporteer de zaag alleen als: − de bovenste zaagbandgeleider helemaal omlaag is gebracht − het uitstekende toebehoren is afgeschroefd Opslag Rubberen riem vervangen 1. 2. 3. 4. 5. 6. De bandzaagrollen (5/14) zijn voorzien van rubberen riemen (28). Vervang versleten of beschadigde rubberen riemen direct door een nieuwe. Open de behuizingdeur (2/4). Verwijder het zaagband (* "Zaagbandwissel", pagina 12) Licht met een schroevendraaier de rubberen riem (28) op en verwijder hem van de bandzaagrol. Breng een nieuwe rubberen riem op de bandzaagrol aan. Monteer het zaagband. Sluit de behuizingsdeur. Neem de steker uit het stopcontact. ƒ Bewaar de machine in een droge en afgesloten ruimte, buiten het bereik van kinderen. ƒ Om de levensduur van de machine te verlengen en de machine optimaal te laten functioneren is het gewenst voor opslag de volgende punten in uit te voeren: − De machine grondig reinigen. − Alle bewegende delen met milieuvriendelijke olie behandelen. L De delen van de bandzaag mogen niet worden ingevet. Technische gegevens Type / Modell Bouvwjaar Vermogen P1 Spanning Frequentie Stationair toerental Zekering van het net Zaagbandlengte Zaagbandbreedte Max. zaagbanddikte Zaagbandrollen Tafelgrootte Schuinverstelling zaagtafel max. Zaaghoogte Max. doorgangsbreedte Afzuigaansluiting Geluidsniveau LWA Geluidsdrukpegel LPA Meetonzekerheidsfaktor KWA/PA Afmetingen (lengte x breedte x hoogte) Gewicht Als afzuiging kunt u een stofzuiger of een industriezuiger gebruiken. 96 BSL 250 zie laatste pagina 420 W 230 V 50 Hz 660 / 960min –1 10 A traag 1790 mm ±5 mm 6-13 ± 1 mm 0.35 mm ±0.05 mm 255 mm 300 x 300 mm 0 – 45 ° 120 mm / 90° - 70 mm / 45° 245 mm ∅ 36 mm / Ø 100 mm 90,4 dB(A) 77,4 dB(A) 3,0 dB(A) 510mm x 455mm x 855 mm 23 kg Garantie Houdt u alstublieft rekening met de ingesloten garantieverklaring. Mogelijke storingen Voor het verhelpen van iedere storing − Toestel uitschakelen − Wachten tot de zaag stilstaat − Stroomtoevoer onderbreken  Na het verhelpen van iedere storing moeten alle veiligheidsvoorzieningen weer in werking gesteld en getest worden. Storing Mogelijke oorzaak De machine schakelt niet in of • Stroomuitval. schakelt onbelast weer uit. • Verlengkabel defect. • Motor of schakelaar defect. • Motor bromt, maar slaat niet aan • Deuren niet vergrendeld • Condensator defect De motor blijft tijdens het zagen • Zaagband is stomp stilstaan. • Werkstuk wordt te snel aangevoerd. Werkstuk klemt bij het naar voren • Zaagband is stomp schuiven of terugtrekken • De parallelaanslag staat niet parallel met de zaagband Brandvlekken op het zaagvlak • Zaagband is ongeschikt voor de bewerking of stomp Zaagband breekt • Verkeerde zaagspanning • Te sterke belasting • Onjuiste zaagband Zaagband kromgetrokken • Zaagband loopt uit de snijlijn of • loopt af Zaag trilt • Spanenuitlaatopening verstopt Te sterke zijdelingse belasting Zaagband loopt niet in het midden op de bovenste bandzaagrol Onvoldoende bevestiging • Zaagtafel los • Bevestigingsschroeven van de motor zijn los • Geen afzuiginstallatie aangesloten • Afzuigvermogen te zwak Zaagband beweegt niet, hoewel • Aandrijfriem los de motor draait • Aandrijfriem defect Oplossing • Zekering controleren • Kabel testen, defecte kabel niet meer gebruiken. • Motor of schakelaar door een servicewerkplaats laten repareren of met originele onderdelen laten vervangen. • Deuren sluiten en vergrendelen • Condensator door de klantenservice laten vervangen • Zaagband vervangen • Motor laten afkoelen en met minder druk verder werken. • Houd het werkstuk vast en zet de motor onmiddellijk af. Vervang hierna de zaagband. • Plaats de nieuwe parallelaanslag. • Zaagband vervangen • Zaagbandspanning opnieuw instellen • Druk tegen de zaagband verminderen. • Onjuiste zaagband ° dun werkstuk = smalle zaagband ° dik werkstuk = brede zaagband • Zijdelingse druk op de zaagband vermijden. • Hoek van de bovenste bandzaagrol instellen • Zaag bevestigen op een geschikte ondergrond • Zaagtafel uitlijnen en bevestigen • Bevestigingsschroeven vastdraaien • Zaag uitschakelen, zaagsel verwijderen en afzuiginstallatie aansluiten • Zaag uitschakelen, zaagsel verwijderen en afzuigvermogen verhogen (luchtsnelheid ≥ 20 m/sec op het spanenafzuigstuk. • Aandrijfriem spannen • Aandrijfriem vervangen 97
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132

Altrad Lescha BSL 250 Original Instructions Manual

Type
Original Instructions Manual