• Plaats de wildcamera in de juiste richting op de montagehouder. De beide kleine contactpennen in de
montagehouder en de bijbehorende contactvlakken boven het LC-Display moeten boven elkaar liggen.
Maak de wildcamera vast op de montagehouder met de beide sluitbeugels (18) links en rechts aan de
montagehouder.
• De wildcamera kan extra worden beveiligd met de borgschroef (20) aan de achterkant van de montage-
houder.
• Afhankelijk van de plek waar u de wildcamera wilt monteren, moet verschillend worden gehandeld. Voor
montage aan een boom kan bijvoorbeeld het meegeleverde plakband worden gebruikt. Voor het vastma-
ken aan statieven staat onder andere een cameraschroefdraad ter beschikking aan de onderkant van de
wildcamera.
Selecteer de montageplek zorgvuldig. Houd afstand tot straten, wandelpaden enz., omdat dit
anders tot diefstal van de wildcamera of vernieling aan de camera kan leiden.
De wildcamera moet zo worden bevestigd, dat hij zich tussen de zon en het te bewaken gebied
bevindt - de zon moet dus „achter“ de wildcamera liggen.
Functiebeschrijving van de PIR-sensor
• Een PIR-sensor herkent niet de beweging van een voorwerp, maar een warmteverandering in het regist-
ratiebereik (bijv. de beweging van een warm dier voor de koudere bosgrond).
• De herkenning van een dier door een PIR-sensor en de geslaagde registratie door een foto of video is
daarom van verschillende factoren afhankelijk:
- Grootte en diersoort
- Warmte-uitstraling door het dier
- Afstand van het dier ten opzichte van de wildcamera
- Omgevingstemperatuur
- Snelheid van het dier
• De beide PIR-sensoren aan de zijkant hebben een openingshoek van elk 10°; door de zijdelingse rang-
schikking in de behuizing bewaken zij een gebied van in totaal 100°.
De middelste PIR-sensor heeft een openingshoek van 35°.
• Als de PIR-sensoren aan de zijkant een warmteverandering in het registratiebereik waarnemen, wordt de
wildcamera „gewekt“. Pas wanneer de middelste hoofd-PIR-sensor een warmteverandering waarneemt,
start de wildcamera de foto-/videoregistratie.
Taal selecteren voor het OSD-menu
Als de schuifschakelaar in de “Test”-stand staat en het videobeeld wordt weergegeven (niet in het OSD-
menu!), selecteert u door meerdere keren indrukken van de „G ”-toets de gewenste taal (er verschijnt tekst-
informatie via de actueel actieve taal). Wacht vervolgens tot de ingevoegde taal in de LC-display verdwijnt.
Als u nu het OSD-menu opvraagt (zie het volgende hoofdstuk), dan verschijnt het menu in de geselecteerde
taal.
Bediening van het OSD-menu
Om het OSD-menu op te roepen en instellingen uit te voeren, gaat u als volgt te werk:
• Zet de schuifschakelaar (14) in de stand „TEST“.
• In de LC-Display (16) verschijnt na enkele seconden het live-beeld van de ingebouwde camera (2).
• Met de „MENU“-toets kan het OSD-menu worden opgeroepen en ook weer worden verlaten.
• Met de toetsen „S“ en „F “ kan de gewenste instelfunctie worden gekozen.
• De toetsen „►“ resp. „G“ dienen voor het wijzigen van een instelling.
• Voor een snelle instelling dient u de betreffende pijltoets langer ingedrukt te houden.
• Met de „OK“-toets wordt de instelling bevestigd en opgeslagen.
De display schakelt na ongeveer 2 minuten automatisch uit om stroom te besparen. Beweeg
daarna de schuifschakelaar in de stand „OFF“ en terug in de stand „TEST“ en vraag opnieuw
het OSD-menu op.
De volgende instelfuncties zijn mogelijk:
„Mode“ Hier kan worden ingesteld of de wildcamera bij activering door de PIR-bewegings-
melder alleen beelden („Camera“) of alleen video’s („Video“) opslaat. Als u „Cam
+ Video“ selecteert, zal de wildcamera eerst een beeld en vervolgens een video
opnemen.
Bevestig de instelling met de „OK“-toets, anders wordt dit niet overgenomen.
„Format“ Deze functie dient voor het formatteren van de geplaatste geheugenkaart. Na de be-
vestiging met de „OK“-toets verschijnt een veiligheidsvraag („No“ = stoppen, „Yes“ =
geheugenkaart formatteren). Bij het formatteren gaan alle gegevens op de geheugen-
kaart verloren.
„Photo Size“ Selecteer hier of de foto’s met 5 of 12 megapixels moeten worden opgeslagen. Dit
laatste vraagt meer geheugen op de geplaatste geheugenkaart, bovendien duurt het
schrijven langer.
„Video Size“ Stel in deze functie de resolutie van de video’s in, die de wildcamera opslaat. U kunt
tussen 1920 x 1080, 1280 x 720, 640 x 480 en 320 x 240 pixels kiezen.
„Set Clock“ Na de keuze van deze functie en het bevestigen met de „OK“-toets worden de huidige
datum en tijd weergegeven. Selecteer met de pijltoetsen „ ►“ resp. „G “ de positie, die
u wilt veranderen. Met de toetsen „S“ resp, „F “ kan de met een rechthoek gemarkeer-
de waarde worden ingesteld, bijv. de uren van de tijd.
Bevestig de instellingen zoals gebruikelijk met de „OK“-toets, anders worden ze niet
overgenomen.
„Picture No.“ Stel hier in hoeveel afbeeldingen de wildcamera maakt, als de PIR-bewegingsmelder
wordt geactiveerd. Er kunnen 1, 2 of 3 afbeeldingen worden ingesteld.
„Video Length“ Stel hier in hoe lang de videoregistratie moet duren, als de PIR-bewegingsmelder
wordt geactiveerd. Er kan een tijd van 1 tot 60 seconden worden ingesteld.
„Interval“ In deze functie kan worden ingesteld hoe lang de wildcamera na een opname moet
pauzeren. Er kan een tijd van 1 seconde tot 60 minuten ingesteld worden.
Voorbeeld: U stelt een tijd van 1 minuut in. Als de wildcamera door de PIR-bewegings-
melder werd geactiveerd en een foto of een video heeft (op)genomen, is deze pas na
verstrijken van deze tijd weer scherpgesteld.
Dit is om te verhinderen dat de opname doorloopt, wanneer een dier zich langer in het
te bewaken gebied ophoudt.
„Sense Level“ U kunt voor de gevoeligheid van de PIR-bewegingsmelder tussen 3 verschillende
stappen kiezen: „Normal“ = normale gevoeligheid, „High“ = hoge gevoeligheid,
„Low“ = lage gevoeligheid.
Let erop, dat een hoge gevoeligheid tot foute activeringen kan leiden. Bij lage gevoe-
ligheid worden daarentegen alleen grotere objecten (resp. grotere warmteverandering
in het registratiebereik) herkend.
„Time Stamp“ Om vast te kunnen stellen wanneer een foto werd opgeslagen, kan hier worden inge-
schakeld dat de datum en de tijd direct op de foto worden ingevoegd (niet bij video’s!).
Bij geactiveerde invoeging wordt bovendien de huidige temperatuurmeetwaarde in
de afbeelding opgeslagen (in °C en in °F), omdat er een temperatuursensor in de
wildcamera zit.
„Timer1“ Als u in deze instelfunctie „On“ selecteert en op de „OK“-toets drukt, kan een begintijd
(„Start : h-m“) en een eindtijd („Stop : h-m“) worden ingesteld, mocht de wildcamera
zijn geactiveerd.
Als u bijvoorbeeld de begintijd op 20:00 uur zet en de eindtijd op 07:30 uur, dan werkt
de wildcamera alleen in de tijd tussen 20:00 en 07:30 uur. Dit voorkomt niet alleen on-
gewenste afbeeldingen/video’s (bijv. door warmteverandering in het registratiebereik
door bijv. zonlicht), maar het bespaart ook stroom en verlengt daardoor de bedrijfsdu-
ur van de wildcamera.
„Timer2“ Indien gewenst kan hier een tweede periode worden ingesteld, waarin de wildcamera
actief dient te zijn. Raadpleeg de beschrijving bij „Timer1“.
„Password Set“ Na het selecteren van deze functie en de bevestiging met de „OK“-toets kan een
wachtwoord worden ingevoerd (getal met 4 posities, bijv. 9876), om toegang tot het
OSD-menu te verhinderen.
Bewaar dit wachtwoord zorgvuldig!
„Serial NO“ Als u meer wildcamera’s gebruikt, kan hier een 4 posities tellende cijfer-/lettercom-
binatie worden ingesteld, die in elke foto (niet bij video’s!) in de onderste rand wordt
ingevoegd.
„Time Lapse“ Via deze functie kan een automatische tijdgestuurde opname worden geactiveerd
(instelling „On“). De registratie geschiedt onafhankelijk van een activering door de
PIR-bewegingsmelder, als interval wordt de in de instelfunctie „Interval“ geselecteer-
de tijd gebruikt.
Voorbeeld: U stelt in de instelfunctie „Interval“ een tijd in van 60 minuten. De wildca-
mera zal nu elke 60 minuten een beeld of een video opslaan.
„Side PIR“ Met „On“ kunnen de beide PIR-bewegingsmelders aan de zijkant worden ingescha-
keld, met „Off“ worden ze uitgeschakeld.
Het uitschakelen verlengt de bedrijfsduur van de wildcamera, maar kan ook tot prob-
lemen bij de opname van dieren leiden.
„Recycle“ Met de instelling „On“ worden bij een volle geheugenkaart telkens de oudste bestan-
den overschreven met de nieuw geregistreerde gegevens. Bij „Off“ is deze functie
gedeactiveerd (bij een volle geheugenkaart is het niet mogelijk nog meer gegevens te
registreren).
„Default Set“ Na het drukken op de „OK“-toets worden alle instellingen naar de fabrieksinstellingen
teruggezet.
Geheugenkaart plaatsen/verwijderen
• Maak vervolgens de kleine sluitclip los en draai hem ongeveer 45° naar rechts met de wijzers van de
klok mee.
• Zet de wildcamera uit (schakelaarstand „OFF“).
• Plaats een geheugenkaart (SD of SDHC, max. 16GB) in de bijbehorende slot (13) tot deze vastklikt. Let
op de juiste richting. Controleer vooraf of de schrijfbeveiliging van de geheugenkaart is uitgeschakeld.
• Om de geheugenkaart eruit te nemen, drukt u deze een stukje in het slot en dan laat u de geheugenkaart
los. Het vastklikmechanisme in het slot schuift de geheugenkaart nu een stukje naar buiten en u kunt de
geheugenkaart er gemakkelijk uitnemen.
• Sluit het bodemklepje (9) en vergrendel deze met de sluitclip.
Testmodus
• Zet de schuifschakelaar (14) in de schakelaarstand „TEST“.
• U kunt in de testmodus de herkenning door de ingebouwde PIR-sensoren testen, door in het registra-
tiebereik te gaan lopen. De led (6) knippert kort, als de PIR-sensoren een warmteverandering in het
registratiebereik waarnemen.
Led knippert rood: De middelste hoofd-PIR-sensor heeft een warmteverandering waargenomen
Led knippert blauw: Een PIR-sensor aan de zijkant heeft een warmteverandering waargenomen
In de opnamemodus (schuifschakelaar (14) in de schakelaarstand „ON“) vindt geen opname
door de led plaats, om het dier niet weg te jagen resp. om niet de aandacht van wandelaars op
het apparaat te richten.