Instructies voor de gebruiker
67
5.5 Foutboodschappen van de elektronische kaart
De elektronische kaart werd ontworpen om de onderdelen van de kookplaat te beschermen tegen
storingen, die deze onderdelen kunnen beschadigen. Daarom worden foutboodschappen voorzien die
worden weergegeven op het display van de kookplaat.
Wanneer het display de foutboodschappen van F1 tot F9, weergeeft, moet het servicecentrum
opgebeld worden en de foutcode meegedeeld worden.
Wanneer op het display
verschijnt en er wordt een geluidssignaal voortgebracht, betekent dit dat
op de overeenkomstige plaat een metalen voorwerp werd achtergelaten dat zou verwarmd kunnen
worden indien de plaat geactiveerd zou worden.
5.6 Beveiligingsfuncties tegen onbedoelde handelingen
Om de veiligheid van de gebruiker maximaal te vrijwaren, werd dit apparaat uitgerust met
verschillende beveiligingsmechanismen.
1) Als per ongeluk twee toetsen tegelijk worden ingedrukt, wordt de werking voor beide
opgeheven. Na 10 seconden schakelt de elektronica het apparaat uit en verschijnt
op het
display voor de kookstand;
2) als de elektronica registreert dat de toets
ingedrukt blijft worden nadat het maximale
vermogen reeds werd bereikt, schakelt een beveiligingsmechanisme de plaat automatisch uit;
3) na een stroompanne wordt het apparaat niet automatisch weer ingeschakeld.
Punten 1 en 2 kunnen zich voordoen als er bijvoorbeeld een pan wat ongelukkig op de kookplaat
werd gezet en deze op de bedieningstoetsen van de kookzones rust.
5.7 Tabel met richtlijnen voor de bereiding
In de onderstaande tabel staan de in te stellen vermogenswaarden weergegeven en bij iedere
waarde wordt het type te bereiden voedsel vermeld. De waarden kunnen variëren afhankelijk van de
hoeveelheid voedsel en de smaak van de consument.
gekozen kookstand TYPE VOEDSEL
0 Uitstand, gebruik van restwarmte
1-2
Om voedsel te verwarmen, kleine hoeveelheden water aan de kook
te houden, om sauzen met eidooiers of boter te kloppen.
3-6
Om vaste en vloeibare voedingsmiddelen te verwarmen, water aan
de kook te houden, diepvriesproducten te ontdooien, voor
omeletten van 2-3 eieren, om fruit- en groentegerechten te
bereiden, verschillende bereidingen.
7-9
Stoven van vlees, vis, groenten, gerechten met meer of minder
water, bereiding van jam enz..
10-11
Gebraden vlees of vis, biefstuk, lever, gestoofd vlees en vis,
eieren, enz.
12-14 Om grote stukken vlees te braden
15 Braden, aanbraden, en bakken van grote stukken vlees.
POWER stand (maximaal vermogen).
Voor een goed rendement en een juist energieverbruik mogen alleen pannen worden gebruikt die
geschikt zijn voor gebruik op elektrische kookzones: