EERSTE GEBRUIK
POWER MANAGEMENT VERMOGENSREGELING
Met de functie “Power management” kan de gebruiker het maximale
vermogen van de kookplaat instellen, op basis van de eigen wensen.
Deze instelling kan op willekeurig welk moment gekozen worden en
wordt gehandhaafd tot de volgende wijziging.
Wanneer het maximaal gewenste vermogen wordt ingesteld, regelt de
kookplaat automatisch de verdeling over de verschillende kookzones,
waarbij gegarandeerd wordt dat de drempel nooit overschreden wordt,
met bovendien het voordeel dat alle zones tegelijkertijd beheerd
kunnen worden, zonder problemen van overbelasting.
Er worden 4 maximale vermogensniveaus op het display weergegeven:
2,5 kW – 4,0 kW – 6,0 kW – 7,2 kW (7,2 kW wordt beschouwd als maximaal
vermogen van de kookplaat).
Op het moment van aanschaf van de kookplaat is deze ingesteld op het
maximum vermogen.
Het vermogen van de kookplaat instellen:
Na het aansluiten van het apparaat op het stopcontact is het de eerste
60 seconden mogelijk het gewenste vermogensniveau in te stellen door
de volgende punten uit te voeren:
• Druk ca. 3 seconden op beide toetsen Vermogensregeling “−” (stap1).
Het display toont
.
• Druk
op de toets
Vermogensregeling
(stap 2) om de voorgaande
stap te bevestigen. Het display toont .
• Druk op de “+” / “−” toetsen van de timer om het gewenste
vermogensniveau te selecteren. Op het display worden de beschikbare
vermogensniveau weergegeven.
• Druk
op de toets
Vermogensregeling
(stap 4) om de voorgaande
stap te bevestigen. De display geeft het ingestelde niveau
dat ongeveer 2 seconden knippert; waarna de kookplaat een
geluidssignaal afgeeft en dan zichzelf uitschakelt; het is nu klaar
voor gebruik.
Indien er zich tijdens de instelling van het vermogen een storing voordoet,
verschijnt het symbool in het midden, tegelijkertijd klinkt er een continu
geluidssignaal gedurende ongeveer 5 seconden. In dat geval moet de
conguratie procedure vanaf het begin herhaald worden. Als de storing zich
opnieuw voordoet, contact opnemen met de Klantenservice.
Tijdens het normale gebruik, wanneer het maximaal beschikbare
vermogen bereikt is en de gebruiker dit tracht te verhogen, dan gaat het
niveau dat in gebruik is voor de betreende zone knipperen en klinkt er
tweemaal een geluidssignaal.
Indien er voor die zone een hoger vermogen nodig is, dan moet het
vermogensniveau van een of meerdere ingeschakelde kookzones
handmatig verlaagd worden.
DAGELIJKS GEBRUIK
DE KOOKPLAAT IN/UITSCHAKELEN AAN/UIT
Om de kookplaat in te schakelen houdt u de toets circa 2 seconden
ingedrukt, tot de displays van de kookzones oplichten.
Om de kookplaat uit te schakelen, drukt u op dezelfde toets tot de
displays uitgaan Alle kookzones worden uitgeschakeld.
Wanneer de kookplaat eerder gebruikt is, blijft de restwarmte-indicator
“H” actief tot de kookzones zijn afgekoeld.
Als er binnen 10 seconden na het inschakelen van de kookplaat geen
enkele functie wordt geselecteerd, zal de plaat automatisch worden
uitgeschakeld.
INSCHAKELING EN INSTELLING KOOKZONES
Plaats de pan op de kookzone,
schakel de kookplaat in, activeer
de gewenste kookzone door op de
betreende toets “+” te drukken.
Er wordt “0” op het display
weergegeven. Het is mogelijk
het gewenste vermogensniveau,
van min. 0 tot max. 9, of de booster “P” indien beschikbaar, te selecteren.
Om het vermogensniveau te verhogen, drukt u op de “+”
toets
. Om het
vermogensniveau te verlagen, drukt u op de “−”
toets
.
KOOKZONES DEACTIVEREN
Om de kookzone uit te schakelen, drukt u langer dan 3 seconden op de
bijbehorende “+” en
“−”
toets.
De kookzone wordt uitgeschakeld en indien de zone nog heet is, wordt
de letter H op het zonedisplay weergegeven.
BLOKKEREN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
De functie blokkeert de bedieningen om te voorkomen dat ze per
ongeluk worden ingeschakeld.
Om de blokkering van het bedieningspaneel te activeren, schakelt u
de kookplaat in en op de vergrendelknop op het bedieningspaneel
drie seconden ingedrukt. Een geluidssignaal en een lampje boven het
slotsymbool geven aan dat de functie geactiveerd is. Het bedieningspaneel
is geblokkeerd, met uitzondering van de uitschakelfunctie.
Om de blokkering van de bedieningen uit te schakelen herhaalt u de
instellings procedure. Het lichtpuntje gaat uit en de kookplaat is weer actief.
De aanwezigheid van water, vloeistof die overgekookt is uit de pannen
of voorwerpen die op de toets onder het symbool worden gezet, kunnen
ertoe leiden dat de blokkering van het bedieningspaneel onbedoeld in-
of uitgeschakeld wordt.
Display vermogensindicati
Indicatie geselecteerde kookzone
Plaatsing kookzone
TIMER
De timer kan worden gebruikt om een bereidingstijd van maximaal 99
minuten (1 uur en 39 minuten) voor alle kookzones in te stellen.
Selecteer de kookzone die in combinatie met de timer gebruikt moet
worden, druk op de timer en een piepsignaal duidt de functie aan. Het
display toont “00” en de LED-indicatie gaat branden. De waarde van de timer
kan verhoogd en verlaagd worden door op de toetsen “+” en “−” te drukken.
Zodra de ingestelde tijd is verstreken, klinkt een geluidssignaal en gaat
de kookzone automatisch uit.
Druk minstens 3 seconden op de Timer- toets om de timer uit te schakelen.
Herhaal bovenstaande punten om de timer voor een andere zone in te
stellen. Het display van de timer toont altijd de timer voor de geselecteerde
zone of de kortste timer.
Druk voor het wijzigen of uitschakelen van de timer op de toets die de
kookzone van de timer in kwestie kiest.
RESTWARMTEINDICATOR
De kookplaat heeft voor iedere kookzone een restwarmte-indicator.
Deze indicator signaleert welke kookzones nog warm zijn.
Als op het display , wordt weergegeven, is de kookzone nog warm.
Als deze signalering voor de zone wordt gegeven is het bijvoorbeeld
mogelijk een gerecht warm te houden of boter te laten smelten.
Wanneer de kookzone afkoelt, gaat het display uit.
INDICATOR “VERKEERDE PAN OF GEEN PAN”
Als de pan niet geschikt is voor uw inductiekookplaat, verkeerd
geplaatst is of niet de juiste afmeting heeft, verschijnt de indicatie “geen
pan” op het display (
). In deze situaties wordt aanbevolen de pan op
de kookplaat te verplaatsen tot u de juiste positie vindt. Als er binnen 60
seconden geen pan gedetecteerd wordt, gaat de kookplaat uit.
SPECIALE FUNCTIES
ECOBOOSTER
Met de kookplaat ingeschakeld de kookzone selecteren met het
symbool EcoBooster erin ( .
Om de functie in of uit te schakelen op de
toets
drukken.
Met de EcoBooster functie kan het water aan de kook worden gebracht
en blijft het koken, zonder te morsen, met een lager energieverbruik.
NL