Microlife BP A2 Classic Handleiding

Categorie
Bloeddruk eenheden
Type
Handleiding

Documenttranscriptie

Microlife BP A2 Classic 1 2 3 4 5 6 7 8 AAN/UIT knop Display Manchetaansluiting Adapteraansluiting Batterijcompartiment Manchet Manchetconnector M-knop (geheugen) Weergave 9 Systolische waarde AT Diastolische waarde AK Hartslagfrequentie AL Aritmie indicator AM Pols AN Batterijweergave AO Opgeslagen waarden AP Verkeerslichtweergave indicator Lees alvorens dit apparaat te gebruiken de instructies aandachtig door. Geleverd onderdeel type BF Droog houden 44 NL Geachte klant, Uw nieuwe Microlife bloeddrukmonitor is een betrouwbaar medisch apparaat voor het doen van metingen aan de bovenarm. Het is eenvoudig in gebruik, nauwkeurig en uitermate geschikt voor het controleren van uw bloeddruk thuis. Deze bloeddrukmonitor is in samenwerking met artsen ontwikkeld en klinische validatiestudies hebben aangetoond dat de meetnauwkeurigheid bijzonder hoog is.* Lees deze handleiding zorgvuldig door zodat u alle functies en veiligheidsinformatie begrijpt. Wij willen graag dat u tevreden bent over het apparaat. Mocht u vragen hebben of wanneer u reserveonderdelen wilt bestellen, neemt u dan contact op met uw Microlife importeur. De verkoper zal u het adres van de Microlife importeur in uw land geven. Natuurlijk kunt u ook de website www.microlife.nl raadplegen, waar u waardevolle informatie kunt vinden over onze producten. Blijf gezond – Microlife AG! * Dit apparaat gebruikt o.a. dezelfde meettechnologie als het gevalideerde model «BP 3BTO-A» getest conform het British Hypertension Society (BHS) protocol. Inhoudsopgave 1. Belangrijke feiten over bloeddruk en het zelf meten hiervan • Hoe meet ik mijn bloeddruk? 2. Eerste gebruik van het apparaat • Plaatsen van de batterijen • Selecteer de juiste manchet 3. Bloeddruk meten met behulp van dit apparaat 4. Weergave van de aritmie indicator voor vroegtijdige detectie 5. Geheugenopslag • Bekijken van de opgeslagen waarden • Geheugen vol • Wis alle waarden • Een meting uitvoeren zonder deze op te slaan 6. Batterij-indicator en batterijvervanging • Batterijen bijna leeg • Batterijen leeg – vervanging • Welke batterijen en welke werkwijze? • Gebruik van oplaadbare batterijen 7. Gebruik van een netadapter 8. Foutmeldingen 9. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en verwijdering • Veiligheid en bescherming • Apparaatonderhoud • Reinig de manchet • Nauwkeurigheidstest • Verwijdering 10. Garantie 11. Technische specificaties Garantiebon (zie achterzijde) 1. Belangrijke feiten over bloeddruk en het zelf meten hiervan • Het apparaat geeft ook de hartslagfrequentie (het aantal keren dat het hart per minuut slaat) aan. • Constante hoge bloeddruk kan nadelig zijn voor uw gezondheid en moet door uw arts worden behandeld! • Bespreek altijd uw waarden met uw arts en vertel hem/haar wanneer u iets ongebruikelijks heeft opgemerkt of onzeker bent. Vertrouw nooit op een enkele bloeddrukwaarde. • Maak een notitie van uw resultaten in het bijgevoegde bloeddrukdagboek. Dit geeft uw arts een kort overzicht. • Er zijn verschillende oorzaken voor hoge bloeddrukwaarden. Uw arts zal deze gedetailleerder met u bespreken en indien nodig een behandeling voorstellen. Naast medicatie en gewichtsafname, kunt uzelf door lifestyle aanpassingen uw bloeddruk ook verlagen. • Verander nooit de doseringen van de geneesmiddelen zoals deze zijn voorgeschreven door uw arts! • Afhankelijk van lichamelijke inspanning en conditie, is bloeddruk onderhevig aan brede schommelingen gedurende de dag. U dient daarom de bloeddruk steeds onder dezelfde rustige omstandigheden op te nemen en wanneer u zich ontspannen voelt! Neem minimaal twee metingen per dag, één in de ochtend en één in de avond. • Het is vrij normaal wanneer twee metingen vlak na elkaar genomen opvallend verschillende resultaten opleveren. • Afwijkingen tussen metingen genomen door uw arts of de apotheek en die thuis zijn opgenomen zijn vrij normaal, omdat deze situaties volledig verschillend zijn. • Verschillende metingen geven een veel duidelijker plaatje dan slechts een enkele meting. • Neem een korte rustpauze van minimaal 15 seconden tussen twee metingen. • Als u in verwachting bent moet u uw bloeddruk zeer nauwkeurig in de gaten houden omdat de bloeddruk gedurende deze tijd drastisch kan veranderen! • Als u lijdt aan onregelmatige hartslag (aritmie, zie «Paragraaf 4.»), moeten metingen genomen met dit apparaat alleen worden beoordeeld in overleg met uw arts. • De polsfrequentie is niet geschikt voor het controleren van de frequentie van hart-pacemakers! • Bloeddruk is de druk waarmee het bloed door de aderen stroomt veroorzaakt door het pompen van het hart. Twee waarden, de systolische (boven) waarde en de diastolische (onder) waarde worden altijd gemeten. BP A2 Classic 45 NL Hoe meet ik mijn bloeddruk? Tabel voor het categoriseren van bloeddrukwaarden in overeenstemming met de World Health Organisation (WHO) in 2003. Data in mmHg. Bereik bloeddruk te laag 1. bloeddruk optimaal 2. bloeddruk normaal 3. bloeddruk licht verhoogd 4. bloeddruk te hoog 5. bloeddruk veel te hoog 6. bloeddruk gevaarlijk hoog Systolisch 100 100 - 120 120 - 130 130 - 140 Diastolisch 60 60 - 80 80 - 85 85 - 90 110 Advies Raadpleeg uw arts Zelfcontrole Zelfcontrole Raadpleeg uw arts Win dringend medisch advies in! De hogere waarde is de waarde die de evaluatie beoordeelt. Bijvoorbeeld: een uitgelezen waarde tussen 150/85 of 120/ 98 mmHg toont «bloeddruk te hoog». Een index van 140/90 wordt weergegeven naast de verkeerslicht indicator AP. Uw bloeddruk is te hoog indien de verkeerlicht indicator deze index bereikt of overschrijdt. 2. Eerste gebruik van het apparaat Plaatsen van de batterijen Nadat u het apparaat heeft uitgepakt, plaatst u eerst de batterijen. Het batterijcompartiment 5 bevindt zich aan de onderzijde van het apparaat. Plaats de batterijen (4 x 1.5 V, grootte AA), let hierbij op de aangegeven polariteit. Selecteer de juiste manchet Microlife heeft manchetten in verschillende maten. Selecteer de manchetgrootte die overeenkomt met de omtrek van uw bovenarm (de gemeten omtrek rond het midden van de bovenarm). Manchetgrootte voor omtrek van de bovenarm S 17 - 22 cm (6.75 - 8.75 inches) M 22 - 32 cm (8.75 - 12.5 inches) L 32 - 42 cm (12.5 - 16.5 inches) M-L 22 - 42 cm (8.75 - 16.5 inches) 46   140 - 160 90 - 100 Win medisch advies in 160 - 180 100 - 110 Win medisch advies in 180 «Easy» manchetten zijn optioneel verkrijgbaar.  Voorgevormde Gebruik alleen Microlife manchetten! Neem contact op met uw Microlife importeur, als de bijgesloten manchet 6 niet past. Bevestig de manchet aan het apparaat middels de manchetconnector 7 duw de connector 3 zo ver als mogelijk in het apparaat. 3. Bloeddruk meten met behulp van dit apparaat Stappenplan voor een betrouwbare bloeddrukmeting 1. Vermijd activiteit, eten of roken vlak vóór een meting. 2. Zit en ontspan minimaal 5 minuten voor het meten. 3. Meet altijd op dezelfde arm (normaal links). 4. Verwijder de kleding die de bovenarm bedekt, mouwen moeten niet worden opgerold om afklemmen te voorkomen. 5. Zorg er altijd voor dat de juiste manchetmaat wordt gebruikt (markering arm omtrek staat vermeld op het manchet). • Bevestig de manchet om de arm, maar niet te strak. • Zorg ervoor dat de manchet 2 cm boven uw elleboog is geplaatst. • De adermarkering op de manchet (ca. 3 cm lange bar) dient op de ader van de arm (binnenkant) te worden gelegd. • Ondersteun uw arm zodat deze ontspannen is. • Zorg dat de manchet op dezelfde hoogte is als uw hart. 6. Druk op de AAN/UIT knop 1 om de meting te starten. 7. De manchet wordt nu automatisch opgeblazen. Ontspan, beweeg niet en span uw armspieren niet totdat het meetresultaat wordt getoond. Adem normaal en praat niet. 8. Wanneer de juiste druk is bereikt, stopt het pompen en daalt de druk langzaam. Als de gewenste druk niet werd bereikt, zal het apparaat automatisch meer lucht in de manchet pompen. 9. Tijdens de meting knippert het hartslag symbool AM op het scherm. 10.Het resultaat, inclusief de systolische 9 en de diastolische AT bloeddruk en de hartslagfrequentie AK wordt weergegeven. Raadpleeg ook deze handleiding voor uitleg van de overige weergaven. 11.Indien de meting klaar is, verwijder de manchet. 12.Schakel het apparaat uit. (De monitor gaat automatisch uit na ongeveer. 1 min.). U kunt de meting op elk gewenst moment beëindigen door op de AAN/UIT knop te drukken (bijv. wanneer u een ongemakkelijke of een onplezierige druk voelt).  4. Weergave van de aritmie indicator voor vroegtijdige detectie Dit symbool AL geeft aan dat bepaalde onregelmatigheden in de polsslag tijdens het meten werden waargenomen. In dit geval kan het resultaat afwijken van uw normale bloeddruk – herhaal de meting. In de meeste gevallen is dit geen reden voor ongerustheid. Echter, als het symbool regelmatig verschijnt (bijv. een paar keer per week met dagelijkse metingen) raden wij u aan dit aan uw arts te vertellen. Laat uw arts de volgende uitleg zien: Informatie voor de arts naar aanleiding van veelvuldige weergave van de aritmie indicator Dit apparaat is een oscillometrische bloeddrukmonitor die ook de polsfrequentie tijdens de bloeddrukmeting analyseert. Het apparaat is klinisch gevalideerd. Het aritmie symbool wordt weergegeven na de meting, als er een onregelmatigheid in de polsslag tijdens het meten is geregistreerd. Als het symbool vaker verschijnt (bijv. verschillende malen per week bij dagelijks verrichte metingen) adviseren wij de patiënt medisch advies in te winnen. Dit apparaat vervangt geen hartonderzoek, maar dient ervoor om onregelmatigheden in de polsslag in een vroeg stadium te ontdekken. 5. Geheugenopslag Dit apparaat slaat de laatste 30 meetwaarden op. Bekijken van de opgeslagen waarden Druk op de M-knop 8, wanneer het apparaat is uitgeschakeld. De weergave toont eerst «M» AO en «A», wat staat voor het gemiddelde van alle opgeslagen waarden. Wederom op de M-knop drukken toont de vorige waarde. Door nogmaals op de M-knop te drukken, kunt u door de meetresultaten heen bladeren. Geheugen vol Let op dat de maximale geheugencapaciteit bedraagt 30 metingen. Wanneer het geheugen vol is zal de oudste meting automatisch overschreven worden. Om gegevensverlies te voorkomen, moeten waarden worden geëvalueerd door een arts voordat de maximale geheugencapaciteit is bereikt.  BP A2 Classic Wis alle waarden Als u zeker weet dat u alle waarden permanent wilt verwijderen, dan houdt u de M-knop (het apparaat moet van te voren zijn uitgeschakeld) ingedrukt totdat «CL» verschijnt en dan laat u de knop los. Om het geheugen permanent te wissen, drukt u op de M-knop terwijl «CL» knippert. Losse waarden kunnen niet worden gewist. Een meting uitvoeren zonder deze op te slaan Zodra de meting is uitgevoerd en het resultaat wordt weergegeven in het display houdt u de AAN/UIT knop 1 ingedrukt totdat de «M» AO in het display knippert. Druk dan vervolgens op de M-knop 8, dan wordt de meting verwijderd en niet opgeslagen in het geheugen. 6. Batterij-indicator en batterijvervanging Batterijen bijna leeg Wanneer de batterijen ongeveer ¾ verbruikt zijn zal het batterijsymbool AN knipperen zodra het apparaat ingeschakeld is (gedeeltelijk geladen batterij wordt weergegeven). Alhoewel het apparaat door zal gaan met betrouwbaar meten moet u batterijen weldra vervangen. Batterijen leeg – vervanging Wanneer de batterijen leeg zijn, zal het batterijsymbool AN knipperen zodra het apparaat ingeschakeld is (lege batterij weergegeven). U kunt niet verder meten en moet de batterijen vervangen. 1. Maak het batterijcompartiment open 5 aan de onderzijde van het apparaat. 2. Vervang de batterijen – controleer de juiste polariteit zoals getoond door de symbolen in het compartiment. Welke batterijen en welke werkwijze? Gebruik 4 nieuwe, long-life 1,5V, type AA alkaline batterijen. Gebruik geen batterijen waarvan de uiterste verkoopdatum is verstreken. Verwijder batterijen als het apparaat voor een langere tijd niet gebruikt gaat worden.    Gebruik van oplaadbare batterijen U kunt voor dit apparaat ook oplaadbare batterijen gebruiken. Gebruik a.u.b. alleen type «NiMH» oplaadbare batterijen! De batterijen moeten worden verwijderd en opgeladen, als het batterijsymbool (batterij leeg) verschijnt! Ze moeten niet in het apparaat blijven, omdat ze beschadigd kunnen raken (volledige ontlading tengevolge van een minimaal gebruik van het apparaat, zelfs wanneer het uitstaat).   47 NL   Verwijder altijd de oplaadbare batterijen, als u niet van plan bent het apparaat voor een week of langer te gebruiken! De batterijen kunnen NIET worden opgeladen in de bloeddrukmonitor! Laad deze batterijen op in een externe oplader en houdt u aan de informatie met betrekking tot het opladen, onderhoud en duurzaamheid! 7. Gebruik van een netadapter U kunt dit apparaat met de Microlife netadapter (DC 6V, 600 mA) gebruiken. Gebruik alleen de origineel beschikbare Microlife netadapter als accessoire voor uw voedingsspanning t.b.v. het gebruik via netstroom. Controleer dat zowel de netadapter als de kabel niet beschadigd zijn. 1. Steek de adapter kabel in de netadapteraansluiting 4 van de bloeddrukmonitor. 2. Steek de netadapterstekker in de wandcontactdoos. Wanneer de netadapter is aangesloten, wordt er geen batterijstroom gebruikt.   8. Foutmeldingen Als er een fout optreedt, wordt de meting onderbroken en wordt een foutmelding, b.v. «ERR 3», weergegeven. Fout Beschrijving Mogelijke oorzaak en oplossing «ERR 1» Signaal te De polsslag wordt onvoldoende doorgezwak geven door de manchet. Plaats de manchet opnieuw en herhaal de meting.* «ERR 2» Foutmelding Tijdens het meten zijn er fouten ontstaan, door bijvoorbeeld een beweging of samentrekking van een spier. Herhaal de meting terwijl u uw arm stil houdt. «ERR 3» Geen juiste Een adequate druk kan niet in de drukopbouw manchet worden geproduceerd. Er kan in de een lek in het manchet zijn. Controleer of manchet de manchet goed is aangesloten en niet te los om de arm zit. Vervang de batterijen indien nodig. Herhaal de meting. Fout Beschrijving Mogelijke oorzaak en oplossing «ERR 5» Abnormaal De meetsignalen zijn onbetrouwbaar en resultaat daarom kan geen resultaat worden weergegeven. Neem het stappenplan door voor een betrouwbare meting en herhaal dan de metingen. «HI» Hartslag of De druk in de manchet is te hoog manchetdruk (boven 299 mmHg) OF de hartslagfrete hoog quentie is te hoog (boven 200 slagen per minuut). Ontspan gedurende 5 minuten en herhaal de meting.* «LO» Polsslag te De hartslagfrequentie is te laag (minder laag dan 40 slagen per minuut). Herhaal de meting.* * Neem a.u.b. contact op met uw arts wanneer dit of enig ander probleem vaker optreedt. Als u denkt dat de resultaten ongebruikelijk zijn, leest u dan a.u.b. zorgvuldig de informatie in «Paragraaf 1.».  9. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en verwijdering Veiligheid en bescherming  • Dit apparaat mag uitsluitend worden gebruikt voor het doel zoals in • • • • • 48 de gebruiksaanwijzing beschreven. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door onjuist gebruik. Dit apparaat bevat gevoelige componenten en moet met voorzichtigheid worden behandeld. Neem de bewaar- en bedieningsvoorschriften in acht beschreven in het hoofdstuk «Technische specificaties»! Bescherm het tegen: - water en vochtigheid - extreme temperaturen - schokken en laten vallen - vervuiling en stof - direct zonlicht - warmte en kou De manchet is kwetsbaar en moet met zorgvuldigheid worden behandeld. Alleen de manchet oppompen wanneer het aan de arm is aangebracht. Gebruik het apparaat niet dicht in de buurt van sterke elektromagnetische velden zoals mobiele telefoons of radioinstallaties. Zorg voor een afstand van minimaal 3,3 meter van dit soort apparaten, wanneer u dit apparaat in gebruik neemt. • Gebruik het apparaat niet wanneer u vermoedt dat het beschadigd is of wanneer u tijdens het gebruik iets ongebruikelijks constateert. • Open het apparaat nooit. • Wanneer het apparaat voor een langere tijd niet gebruikt gaat worden moeten de batterijen worden verwijderd. • Lees de verdere veiligheidsinstructies in de afzonderlijke paragrafen van dit boekje. • De gemeten temperatuur met dit apparaat is geen diagnose. Het vervangt geen conslutatie van een arts, zeker niet wanneer symptomen niet overeenkomen. Vertouw niet enkel op het meetresultaat, neem altijd de overige symptomen in beschouwing, evenals de terugkoppling van de patient. Bij twijfel altijd contact opnemen met uw arts. Laat kinderen het apparaat alleen onder toezicht van een volwassene gebruiken. Kleine onderdelen kunnen worden ingeslikt. Wees alert op het gevaar van verstrengeling, indien het apparaat is voorzien van kabels of slangen. Apparaatonderhoud Reinig het apparaat alleen met een zachte droge doek. Reinig de manchet Verwijder vlekken op de manchet met een vochtige doek en een mild reinigingsmiddel. WAARSCHUWING: Was de manchet nooit in de wasmachine en/of afwasmachine! Nauwkeurigheidstest Wij adviseren om dit apparaat elke 2 jaar op nauwkeurigheid te laten testen of na mechanische schok (bijv. na een val). Neem a.u.b. contact op met uw Microlife importeur om een algemene functiecontrole aan te vragen (zie voorwoord). Verwijdering Batterijen en elektronische instrumenten moeten volgens de plaatselijke regelgeving worden verwijderd, niet bij het huishoudelijke afval.  10. Garantie Dit apparaat heeft een garantie van 5 jaar vanaf aankoopdatum. De garantie is alleen van toepassing bij overhandigen van een garantiekaart ingevuld door de distributeur (zie achterzijde) of met een bevestiging van de aankoopdatum of kassabon. BP A2 Classic • Batterijen en slijtageonderdelen zijn niet inbegrepen. • Opening van of wijzigingen aan het apparaat maken de garantie ongeldig. • De garantie dekt geen schade veroorzaakt door oneigenlijk gebruik, ontladen batterijen, ongelukken of het zich niet houden aan de bedieningsinstructies. • De manchet heeft een garantie van 2 jaar op de functionaliteit (opblaasbare gedeelte op luchtdichtheid). Neem contact op met uw Microlife importeur (zie voorwoord). 11. Technische specificaties Werkingscondities: 10 - 40 °C / 50 - 104 °F 15 - 95 % maximale relatieve vochtigheid Bewaarcondities: -20 - +55 °C / -4 - +131 °F 15 - 95 % maximale relatieve vochtigheid Gewicht: 375 g (inclusief batterijen) Afmetingen: 120 x 87 x 59 mm Meetprocedure: oscillometrisch, volgens de Korotkoff methode: Fase I systolisch Fase V diastolisch Meetbereik: 20 - 280 mmHg – bloeddruk 40 - 200 slagen per minuut – polsslag Manchetdruk 0 - 299 mmHg weergave bereik: Resolutie: 1 mmHg Statische druk binnen ± 3 mmHg nauwkeurigheid: Hartslagnauwkeu±5 % van de weergegeven waarde righeid: Spanningsbron: 4 x 1,5V alkaline batterijen; type AA Netadapter DC 6V, 600 mA (optioneel) Levensduur batterij: ongeveer 920 metingen (met nieuwe batterijen) IP Klasse: IP20 Verwijzing naar EN 1060-1 /-3 /-4; IEC 60601-1; normen: IEC 60601-1-2 (EMC); IEC 60601-1-11 Verwachte Apparaat: 5 jaar of 10000 metingen levensduur: Accessoires: 2 jaar Dit apparaat komt overeen met de normen van de richtlijn medische hulpmiddelen 93/42/EEC. Technische wijzigingen voorbehouden. 49 NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69

Microlife BP A2 Classic Handleiding

Categorie
Bloeddruk eenheden
Type
Handleiding