Microlife BP W1 Basic Handleiding

Categorie
Bloeddruk eenheden
Type
Handleiding

Documenttranscriptie

Microlife BP W1 Basic 1 2 3 4 5 6 AAN/UIT knop Display Batterijcompartiment Manchet M-knop (geheugen) Tijdknop Weergave 7 Systolische waarde 8 Diastolische waarde 9 Hartslagfrequentie AT Datum/tijd AK Verkeerslichtweergave indicator AL Opgeslagen waarden AM Aritmie indicator AN Hartslag AO Batterijweergave AP Armbeweging indicator AQ Manchetcontrole indicator AR LED positie indicatie 64 NL Lees alvorens dit apparaat te gebruiken de instructies aandachtig door. Het bedoelde gebruik: Deze oscillometrische bloeddrukmonitor is bedoeld voor het noninvasief meten van bloeddruk bij personen van 12 jaar of ouder. Geachte klant, Uw nieuwe Microlife bloeddrukmonitor is een betrouwbaar medisch apparaat om metingen aan de pols te nemen. Het is eenvoudig in gebruik, nauwkeurig en uitermate geschikt voor het controleren van uw bloeddruk bij u thuis. Dit apparaat is in samenwerking met artsen ontwikkeld en klinische testen hebben aangetoond dat de meetnauwkeurigheid bijzonder goed is.* Mocht u vragen hebben of wanneer u reserveonderdelen wilt bestellen, neemt u dan contact op met uw Microlife importeur. De verkoper zal u het adres van de Microlife importeur in uw land geven. Natuurlijk kunt u ook de website www.microlife.nl raadplegen, waar u waardevolle informatie kunt vinden over onze producten. Blijf gezond – Microlife AG! * Dit apparaat gebruikt hetzelfde algoritme als het award winning BP W100 model, getest volgens het British Hypertension Society protocol. Inhoudsopgave 1. Belangrijke feiten over bloeddruk en het zelf meten hiervan • Hoe meet ik mijn bloeddruk? 2. Eerste gebruik van het apparaat • Plaatsen van de batterijen • Instellen van datum en tijd 3. Bloeddruk meten 4. Weergave van de aritmie indicator voor vroegtijdige detectie 5. Verkeerslichtindicatie in de weergave 6. Geheugenopslag • Bekijken van de opgeslagen waarden • Geheugen vol • Wis alle waarden • Een meting uitvoeren zonder deze op te slaan 7. Batterij-indicator en batterijvervanging • Batterijen bijna leeg • Batterijen leeg – vervanging • Welke batterijen en welke werkwijze? BP W1 Basic • Gebruik van oplaadbare batterijen 8. Foutmeldingen 9. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en verwijdering • Veiligheid en bescherming • Apparaatonderhoud • Reinig de manchet • Nauwkeurigheidstest • Verwijdering 10. Garantie 11. Technische specificaties Garantiebon (zie achterzijde) Geleverd onderdeel type BF Droog houden 1. Belangrijke feiten over bloeddruk en het zelf meten hiervan • Bloeddruk is de druk waarmee het bloed door de aderen stroomt veroorzaakt door het pompen van het hart. Twee waarden, de 65 NL • • • • • • • 66 systolische (boven) waarde en de diastolische (onder) waarde worden altijd gemeten. Het apparaat geeft ook de hartslagfrequentie (het aantal keren dat het hart per minuut slaat) aan. Constante hoge bloeddruk kan nadelig zijn voor uw gezondheid en moet door uw arts worden behandeld! Bespreek altijd uw waarden met uw arts en vertel hem/haar wanneer u iets ongebruikelijks heeft opgemerkt of onzeker bent. Vertrouw nooit op een enkele bloeddrukwaarde. Er zijn verschillende oorzaken voor hoge bloeddrukwaarden. Uw arts kan de gemeten waarden met u doornemen en indien nodig een behandeling voorstellen. Naast medicatie kan een gezondere levensstijl ook leiden tot verlaging van de bloeddruk (bijv. dieet en meer beweging). In geen enkel geval zou u de dosering van uw medicatie moeten aanpassen of een behandeling starten zonder een arts te raadplegen. Afhankelijk van lichamelijke inspanning en conditie, is bloeddruk onderhevig aan brede schommelingen gedurende de dag. U dient daarom de bloeddruk steeds onder dezelfde rustige omstandigheden te meten en wanneer u zich ontspannen voelt! Meet tenminste twee keer 's morgens en twee keer 's avonds en Neem het gemiddelde van alle metingen. Het is vrij normaal wanneer twee metingen vlak na elkaar genomen opvallend verschillende resultaten opleveren. • Afwijkingen tussen metingen genomen door uw arts of de apotheek en die thuis zijn opgenomen zijn vrij normaal, omdat deze situaties volledig verschillend zijn. • Verschillende metingen geven een veel duidelijker beeld van uw bloeddruk dan slechts één enkele meting. • Neem een korte rustpauze van minimaal 15 seconden tussen twee metingen. • Als u een onregelmatige hartslag heeft (aritmie, zie «Paragraaf 4.»), dienen metingen met dit apparaat te worden geëvalueerd met uw arts. • De hartslagfrequentie is niet geschikt voor het controleren van patiënten met een pacemaker! • Indien u zwanger bent adviseren wij u regelmatige uw bloeddruk te meten, omdat uw bloeddruk drastisch kan veranderen gedurende deze periode. Een aantal factoren kunnen de nauwkeurigheid van de metingen genomen op de pols beïnvloeden. In sommige gevallen kan het resultaat afwijken van de meting genomen op de bovenarm. Daarom raden wij aan deze waarden te vergelijken met de waarden geproduceerd door de meting aan de bovenarm en deze met uw arts te bespreken.  Hoe meet ik mijn bloeddruk? Tabel voor de classificatie van thuis bloeddruk meetwaarden bij volwassenen in overeenstemming met de internationale richtlijnen (ESH, ESC, JSH). Data in mmHg. Bereik 1. bloeddruk normaal 2. blood pressure optimum 3. bloeddruk verhoogd 4. bloeddruk te hoog Systolisch < 120 120 - 129 Diastolisch < 74 74 - 79 Advies Zelfcontrole Zelfcontrole 130 - 134 80 - 84 Zelfcontrole 135 - 159 85 - 99 Win medisch advies in Win dringend medisch advies in! 5. bloeddruk gevaar- ≥ 160 lijk hoog ≥ 100 De evaluatie van de waarden zijn conform de tabel. Bijvoorbeeld: een waarde van de bloeddruk van 140/80 mmHg of een waarde van 130/ 90 mmHg toont «bloeddruk te hoog». 2. Eerste gebruik van het apparaat Plaatsen van de batterijen Nadat u uw apparaat heeft uitgepakt, plaatst u eerst de batterijen. Het batterijcompartiment 3 bevindt zich aan de bovenkant van het apparaat. Plaats de batterijen (2 x 1.5 V, type AAA), let hierbij op de aangegeven polariteit. Instellen van datum en tijd 1. Nadat de batterijen zijn geplaatst knippert het jaartal in het scherm. U kunt het jaar instellen door op de M-knop 5 te drukken. Om te bevestigen en vervolgens de maand in te stellen, drukt u op de tijdknop 6. 2. Nu kunt u de maand instellen met de M-knop. Druk op de tijdknop om te bevestigen en stel dan de dag in. 3. Volg de bovenstaande instructies om dag, uur en minuten in te stellen. 4. Zodra u de minuten heeft ingesteld en de tijdknop indrukt, zijn de datum en tijd ingesteld en wordt de tijd weergegeven. 5. Als u de datum en de tijd wilt veranderen, houdt u de tijdknop ingedrukt gedurende ca. 3 seconden totdat het jaartal begint te knipperen. Nu kunt u nieuwe waarden invoeren zoals hierboven beschreven. 3. Bloeddruk meten Stappenplan voor een betrouwbare bloeddrukmeting BP W1 Basic 67 NL 1. Vermijd activiteit, eten of roken vlak vóór een meting. 2. Ga zitten op een stoel met rugsteun en ontspan voor 5 minuten. Houd uw voeten naast elkaar op de grond en zit niet met de benen over elkaar. 3. Meet uw bloeddruk altijd zittend en aan de zelfde pols. U meet het best aan de pols waaraan u de hoogste bloeddrukwaarde heeft. 4. Verwijder kleding en bijvoorbeeld uw horloge, zodat uw pols geheel vrij is. 5. Garandeer altijd dat de manchet juist is bevestigd, zoals aangegeven in de afbeelding geïllustreerd op de korte instructiekaart. 6. Bevestig de manchet comfortabel maar niet te strak. De manchet kan een polsomtrek van 13,5 - 23 cm bedekken (5,25 - 9,05 inches). 7. Druk op de AAN/UIT knop 1 om de meting te starten. 8. De LED positie indicatie AR is geactiveerd. Ondersteun uw arm zodanig dat het apparaat ontspannen ter hoogte van het hart is gepositioneerd. Positioneer uw arm totdat het LED positie indicatie het felst oplicht en zich in het midden van de indicator begeeft. 9. Na 5 seconden wordt de manchet automatisch opgeblazen. Ontspan, beweeg niet en span uw armspieren niet totdat het meetresultaat wordt getoond. Adem normaal en praat niet. 10.Wanneer de juiste druk is bereikt, stopt het pompen en daalt de druk langzaam. Als de gewenste druk niet werd bereikt, zal het apparaat automatisch meer lucht in de manchet pompen. 68 11.Tijdens de meting knippert het hartslag symbool AN op het scherm. 12.Het resultaat, inclusief de systolische 7 en de diastolische 8 bloeddruk en de hartslagfrequentie 9 wordt weergegeven. Raadpleeg ook deze handleiding voor uitleg van de overige weergaven. 13.Verwijder en schakel de monitor uit en noteer het resultaat in het bijgevoegde bloeddrukpasje. (De monitor gaat automatisch uit na ca. 1 min.). U kunt de meting op elk gewenst moment beëindigen door op de AAN/UIT knop te drukken (bijv. wanneer u een ongemakkelijke of een onplezierige druk voelt).  4. Weergave van de aritmie indicator voor vroegtijdige detectie Dit symbool AM geeft aan dat bepaalde onregelmatigheden in de polsslag tijdens het meten werden waargenomen. In dit geval kan het resultaat afwijken van uw normale bloeddruk – herhaal de meting. In de meeste gevallen is dit geen reden voor ongerustheid. Echter, als het symbool regelmatig verschijnt (bijv. een paar keer per week met dagelijkse metingen) raden wij u aan dit aan uw arts te vertellen. Laat uw arts de volgende uitleg zien: Informatie voor de arts naar aanleiding van veelvuldige weergave van de aritmie indicator Dit apparaat is een oscillometrische bloeddrukmonitor die ook de polsfrequentie tijdens de bloeddrukmeting analyseert. Het apparaat is klinisch gevalideerd. Het aritmie symbool wordt weergegeven na de meting, als er een onregelmatigheid in de polsslag tijdens het meten is geregistreerd. Als het symbool vaker verschijnt (bijv. verschillende malen per week bij dagelijks verrichte metingen) adviseren wij de patiënt medisch advies in te winnen. Dit apparaat vervangt geen hartonderzoek, maar dient ervoor om onregelmatigheden in de polsslag in een vroeg stadium te ontdekken. 5. Verkeerslichtindicatie in de weergave De balken aan de linkerkant van het display AK toont de range waarin de gemeten waarden liggen. Afhankelijk van de uitgelezen waarde optimaal (groen), verhoogd (geel), te hoog (oranje) of gevaarlijke hoog (rood) geeft het de overeenkomende kleur aan. Deze classificaties zijn gebaseerd op internationale richtlijnen (aan ESH, ESC, JSH), zoals beschreven in «sectie 1.». BP W1 Basic 6. Geheugenopslag Aan het eind van een meting slaat dit apparaat automatisch elk resultaat op inclusief datum en tijd. Bekijken van de opgeslagen waarden Druk eventjes op de M-button 5, wanneer het apparaat is uitgeschakeld. De weergave toont eerst «M» AL en dan een waarde, b.v. «M 17». Dit betekent dat er 17 waarden in het geheugen zijn. Het apparaat schakelt dan naar het laatst opgeslagen resultaat. Wederom op de M-knop drukken toont de vorige waarde. Door nogmaals op de M-knop te drukken, kunt u door de meetresultaten heen bladeren. Geheugen vol Let op dat de maximale geheugencapaciteit bedraagt 60 metingen. Wanneer het geheugen vol is zal de oudste meting automatisch overschreven worden. Om gegevensverlies te voorkomen, moeten waarden worden geëvalueerd door een arts voordat de maximale geheugencapaciteit is bereikt.  Wis alle waarden Als u zeker weet dat u alle waarden permanent wilt verwijderen, dan houdt u de M-knop (het apparaat moet van te voren zijn uitgeschakeld) ingedrukt totdat «CL» verschijnt en dan laat u de knop los. Om 69 NL het geheugen permanent te wissen, drukt u op de M-knop terwijl «CL» knippert. Losse waarden kunnen niet worden gewist. Een meting uitvoeren zonder deze op te slaan Zodra de meting is uitgevoerd en het resultaat wordt weergegeven in het display houdt u de AAN/UIT knop 1 ingedrukt totdat de «M» AL in het display knippert. Druk dan vervolgens op de M-knop 5, dan wordt de meting verwijderd en niet opgeslagen in het geheugen. 7. Batterij-indicator en batterijvervanging Batterijen bijna leeg Wanneer de batterijen ongeveer ¾ verbruikt zijn zal het batterijsymbool AO knipperen zodra het apparaat ingeschakeld is (gedeeltelijk geladen batterij wordt weergegeven). Alhoewel het apparaat door zal gaan met betrouwbaar meten moet u batterijen weldra vervangen. Batterijen leeg – vervanging Wanneer de batterijen leeg zijn, zal het batterijsymbool AO knipperen zodra het apparaat ingeschakeld is (lege batterij weergegeven). U kunt niet verder meten en moet de batterijen vervangen. 1. Maak het batterijvakje open 3 door het dekseltje eraf te trekken. 2. Vervang de batterijen – controleer de juiste polariteit zoals getoond door de symbolen in het compartiment. 3. Om de datum en de tijd in te stellen volg de procedure zoals beschreven in «Paragraaf 2.». 70  Het geheugen bevat alle waarden alhoewel datum en tijd gereset moeten worden – het jaartal knippert daarom automatisch nadat de batterijen zijn vervangen. Welke batterijen en welke werkwijze? Gebruik 2 nieuwe, long-life 1,5V, type AAA alkaline batterijen. Gebruik geen batterijen waarvan de uiterste verkoopdatum is verstreken. Verwijder batterijen als het apparaat voor een langere tijd niet gebruikt gaat worden. Gebruik van oplaadbare batterijen U kunt voor dit apparaat ook oplaadbare batterijen gebruiken. Gebruik a.u.b. alleen type «NiMH» oplaadbare batterijen! De batterijen moeten worden verwijderd en opgeladen, als het batterijsymbool (batterij leeg) verschijnt! Ze moeten niet in het apparaat blijven, omdat ze beschadigd kunnen raken (volledige ontlading tengevolge van een minimaal gebruik van het apparaat, zelfs wanneer het uitstaat). Verwijder altijd de oplaadbare batterijen, als u niet van plan bent het apparaat voor een week of langer te gebruiken! De batterijen kunnen NIET worden opgeladen in de bloeddrukmonitor! Laad deze batterijen op in een externe oplader en houdt u aan de informatie met betrekking tot het opladen, onderhoud en duurzaamheid!        8. Foutmeldingen Als er een fout optreedt, wordt de meting onderbroken en wordt een foutmelding, b.v. «ERR 3», weergegeven. Fout Beschrijving Mogelijke oorzaak en oplossing «ERR 1» Signaal te De polsslag wordt onvoldoende doorgezwak geven door de manchet. Plaats de manchet opnieuw en herhaal de meting.* «ERR 2» Foutmelding Tijdens het meten zijn er fouten ontstaan, door bijvoorbeeld een beweging of samenAP trekking van een spier. Herhaal de meting terwijl u uw arm stil houdt. «ERR 3» Geen juiste Een adequate druk kan niet in de manchet drukopbouw worden geproduceerd. Er kan een lek in het AQ manchet zijn. Controleer of de manchet in de goed is aangesloten en niet te los om de manchet arm zit. Vervang de batterijen indien nodig. Herhaal de meting. «ERR 5» Abnormaal De meetsignalen zijn onbetrouwbaar en resultaat daarom kan geen resultaat worden weergegeven. Neem het stappenplan door voor een betrouwbare meting en herhaal dan de metingen. BP W1 Basic Fout «HI» Beschrijving Hartslag of manchetdruk te hoog Mogelijke oorzaak en oplossing De druk in de manchet is te hoog (boven 299 mmHg) OF de hartslagfrequentie is te hoog (boven 200 slagen per minuut). Ontspan gedurende 5 minuten en herhaal de meting.* «LO» Polsslag te De hartslagfrequentie is te laag (minder dan laag 40 slagen per minuut). Herhaal de meting.* * Neem a.u.b. onmiddelijk contact op met uw arts wanneer dit of enig ander probleem vaker optreedt. Als u denkt dat de resultaten ongebruikelijk zijn, leest u dan a.u.b. zorgvuldig de informatie in «Paragraaf 1.».  9. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en verwijdering  Veiligheid en bescherming • Volg de instructies voor correct gebruik. Deze documentatie voorziet u van belangrijke bedienings- en veiligheidsvoorschriften betreffende dit apparaat. Lees de documentatie zorgvuldig door vóór ingebruikname van het apparaat en bewaar het voor latere raadpleging. • Dit apparaat mag uitsluitend worden gebruikt voor het doel zoals in de gebruiksaanwijzing beschreven. De fabrikant kan niet 71 NL • • • • • • • 72 aansprakelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door onjuist gebruik. Dit apparaat bevat gevoelige componenten en moet met voorzichtigheid worden behandeld. Neem de bewaar- en bedieningsvoorschriften in acht beschreven in het hoofdstuk «Technische specificaties»! Bescherm het tegen: - water en vochtigheid - extreme temperaturen - schokken en laten vallen - vervuiling en stof - direct zonlicht - warmte en kou De manchet is kwetsbaar en moet met zorgvuldigheid worden behandeld. Alleen de manchet oppompen wanneer het aan de arm is aangebracht. Gebruik het apparaat niet dicht in de buurt van sterke elektromagnetische velden zoals mobiele telefoons of radioinstallaties. Zorg voor een afstand van minimaal 3,3 meter van dit soort apparaten, wanneer u dit apparaat in gebruik neemt. Gebruik het apparaat niet wanneer u vermoedt dat het beschadigd is of wanneer u tijdens het gebruik iets ongebruikelijks constateert. Open het apparaat nooit. • Wanneer het apparaat voor een langere tijd niet gebruikt gaat worden moeten de batterijen worden verwijderd. • Lees de verdere veiligheidsinstructies in de afzonderlijke paragrafen van dit boekje. • De gemeten resultaten met dit apparaat stellen geen diagnose. Het vervangt geen conslutatie van een arts, zeker niet wanneer symptomen niet overeenkomen. Vertouw niet enkel op het meetresultaat, neem altijd de overige symptomen in beschouwing, evenals de terugkoppling van de patient. Bij twijfel altijd contact opnemen met uw arts. Laat kinderen het apparaat alleen onder toezicht van een volwassene gebruiken. Kleine onderdelen kunnen worden ingeslikt. Wees alert op het gevaar van verstrengeling, indien het apparaat is voorzien van kabels of slangen. Apparaatonderhoud Reinig het apparaat alleen met een zachte droge doek. Reinig de manchet Verwijder voorzichtig eventuele markeringen op de manchet met een vochtige doek en zacht wasmiddel. Nauwkeurigheidstest Wij adviseren om dit apparaat elke 2 jaar op nauwkeurigheid te laten testen of na mechanische schok (bijv. na een val). Neem a.u.b. contact op met uw Microlife importeur om een algemene functiecontrole aan te vragen (zie voorwoord). Verwijdering Batterijen en elektronische instrumenten moeten volgens de plaatselijke regelgeving worden verwijderd, niet bij het huishoudelijke afval. 10. Garantie Dit apparaat heeft een garantie van 5 jaar vanaf aankoopdatum. De garantie is alleen van toepassing bij overhandigen van een garantiekaart ingevuld door de distributeur (zie achterzijde) of met een bevestiging van de aankoopdatum of kassabon. • Batterijen, manchet en slijtageonderdelen zijn niet inbegrepen. • Opening van of wijzigingen aan het apparaat maken de garantie ongeldig. • De garantie dekt geen schade veroorzaakt door oneigenlijk gebruik, ontladen batterijen, ongelukken of het zich niet houden aan de bedieningsinstructies. Neem contact op met uw Microlife importeur (zie voorwoord). 11. Technische specificaties Werkingscondities: Bewaarcondities: Gewicht: BP W1 Basic 10 - 40 °C / 50 - 104 °F 15 - 95 % maximale relatieve vochtigheid -20 - +55 °C / -4 - +131 °F 15 - 95 % maximale relatieve vochtigheid 124 g (inclusief batterijen) Afmetingen: Meetprocedure: Meetbereik: Manchetdruk weergave bereik: Resolutie: Statische nauwkeurigheid: Hartslagnauwkeurigheid: Spanningsbron: Levensduur batterij: 73 x 66 x 38 mm oscillometrisch, volgens de Korotkoff methode: Fase I systolisch Fase V diastolisch 20 - 280 mmHg – bloeddruk 40 - 200 slagen per minuut – polsslag 0 - 299 mmHg 1 mmHg druk binnen ± 3 mmHg ±5 % van de weergegeven waarde 2 x 1,5V alkaline batterijen; type AAA ongeveer 320 metingen (met nieuwe batterijen) IP Klasse: IP20 Verwijzing naar EN 1060-1 /-3 /-4; IEC 60601-1; normen: IEC 60601-1-2 (EMC); IEC 60601-1-11 Verwachte Apparaat: 5 jaar of 10000 metingen levensduur: Accessoires: 2 jaar Dit apparaat komt overeen met de normen van de richtlijn medische hulpmiddelen 93/42/EEC. Technische wijzigingen voorbehouden. 73 NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107

Microlife BP W1 Basic Handleiding

Categorie
Bloeddruk eenheden
Type
Handleiding