NEDERLANDS
55
waarvoor het niet bestemd is; gebruik bijvoorbeeld cirkelzagen niet
om boomtakken of houtblokken te zagen.
8. Draag geschikte kleding.
Draag geen loszittende kleding of juwelen, want deze kunnen vast
komen te zitten in bewegende delen. Schoenen met profielzolen zijn
aanbevolen wanneer u buitenshuis werkt. Houd lang haar bijeen.
9. Gebruik beschermend materiaal.
Draag altijd een veiligheidsbril. Draag een gezichts- of stofmasker
bij werkzaamheden waarbij stof of rondvliegende deeltjes vrijkomen.
Draag ook een hittebestendige schort indien deze deeltjes heet
kunnen zijn. Draag altijd gehoorbescherming. Draag altijd een
veiligheidshelm.
10. Sluit voorziening voor stofafvoer aan.
Als er hulpmiddelen zijn geleverd voor de aansluiting van
voorzieningen voor afvoer en opvang van stof, zorg dan dat deze
zijn aangesloten en naar behoren worden gebruikt.
11. Gebruik het snoer niet verkeerd.
Trek nooit aan het snoer om de stekker uit het stopcontact
te trekken. Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie en scherpe
randen. Draag het gereedschap nooit aan het snoer.
12. Zeker het werkstuk.
Gebruik waar mogelijk klemmen of een bankschroef om het te
bewerken deel vast te zetten. Dit is veiliger dan wanneer u uw
handen gebruikt en bovendien kunt u de machine dan met beide
handen bedienen.
13. Zorg voor een veilige houding.
Zorg altijd voor een juist, stabiele houding.
14. Onderhoud gereedschap met zorg.
Houd zaagwerktuigen scherp en schoon voor betere en veiligere
prestaties. Volg aanwijzingen voor het smeren en verwisselen
van hulpstukken. Inspecteer het gereedschap regelmatig en
laat het repareren door een bevoegde reparatieservice als het is
beschadigd. Houd handgrepen en schakelaars droog, schoon en
vrij van olie en vet.
15. Trek de stekker van het gereedschap altijd uit het stopcontact.
Haal de stekker uit het stopcontact als u de machine niet gebruikt
en wanneer u onderhoud aan de machine uitvoert of accessoires
als bladen, boren en snijstukken verwisselt.
16. Verwijder stel- en moersleutels.
Maak er een gewoonte van om te controleren dat de stel- en
moersleutels zijn verwijderd voordat u het gereedschap gebruikt.
17. Vermijd onbedoeld inschakelen.
Draag het gereedschap niet met een vinger op de schakelaar. Zorg
ervoor dat het gereedschap uit staat voordat u de stekker in het
stopcontact steekt.
18. Maak gebruik van verlengsnoeren die geschikt zijn voor
buitengebruik.
Controleer voor gebruik de verlengkabel en vervang deze als die
beschadigd is. Gebruik, wanneer het gereedschap buiten wordt
gebruikt, alleen verlengsnoeren die geschikt zijn voor buitengebruik
en als zodanig zijn gemarkeerd.
19. Blijf alert.
Kijk wat u doet. Gebruik uw gezond verstand. Gebruik het
gereedschap niet wanneer u moe bent of wanneer u drugs of
alcohol hebt gebruikt.
20. Controleer op beschadigde onderdelen.
Controleer voor gebruik het gereedschap en het stroomsnoer
zorgvuldig om vast te stellen dat het op juiste wijze werkt en
de bedoelde taken uitvoert. Controleer of bewegende delen
zich in de juiste positie bevinden en goed zijn bevestigd, of er
defecte onderdelen zijn, of ze juist zijn gemonteerd en of er
sprake is van andere zaken die bediening kunnen beïnvloeden.
Een beschermstuk of ander onderdeel dat is beschadigd dient
op de juiste wijze te worden vervangen of gerepareerd door
een bevoegde reparatieservice, tenzij in de handleiding anders
wordt aangegeven. Laat een bevoegde reparatieservice defecte
schakelaars vervangen. Gebruik het gereedschap niet als de aan-/
uitschakelaar niet naar behoren werkt. Probeer nooit zelf reparaties
uit te voeren.
WAARSCHUWING! Het gebruik van een accessoire of
hulpstuk of het uitvoeren van werkzaamheden met dit gereedschap
buiten wat is aanbevolen in deze instructiehandleiding, kan risico op
persoonlijk letsel met zich meebrengen.
21. Laat uw gereedschap repareren door een bevoegd persoon.
Dit elektrisch gereedschap voldoet aan de relevante
veiligheidsvoorschriften. Reparaties mogen alleen worden
uitgevoerd door bevoegde personen die gebruikmaken van
originele reserveonderdelen; dit kan anders resulteren in aanzienlijk
gevaar voor de gebruiker.
Aanvullende veiligheidsregels voor vlak- en
vandiktebanken
• Draag een veiligheidsbril, werkhandschoenen en
gehoorbescherming wanneer u de machine bedient.
• Bedien de machine nooit zonder dat alle beschermkappen en
het anti-terugslagtoestel zijn geplaatst en in perfecte in perfecte
conditie zijn.
• Gebruik de machine niet als schaaf zonder dat de langsgeleiding
is geplaatst. Controleer dat de onderste rand van de
langsgeleiding de bovenzijde van de tafel raakt.
WAARSCHUWING! De invoer- en uitvoertafel zijn nauwkeurig
afgesteld in de fabriek. Wijzig zelf nooit de instelling van de tafels.
• Gebruik alleen beitels die zijn ontworpen voor deze machine.
• Gebruik altijd beitels die goed scherp en goed onderhouden zijn.
• Gebruik de machine niet voor het werken met ander materiaal
dan zachthout en hardhout.
• Zaag nooit uitsparingen, gaten of mallen. Sponningzagen is niet
toegestaan.
• Ga nooit verder met het uitvoeren van werk dat is gestopt (dat
wil zeggen, zaagsneden die niet over de volle lengte van het
werkstuk zijn voltooid).
• Werk niet met sterk gebogen hout dat niet voldoende contact
heeft met de invoertafel.
• Controleer vóór gebruik dat de assen van de terugslag en
aanvoer goed functioneren.
• Verwijder alle spijkers en metalen voorwerpen uit het werkstuk
voordat u met de werkzaamheden begint. Gebruik geen
splinterend hout.
• Controleer in de schaafstand dat de bovenste beschermkap van
beitel staat afgesteld voor een optimale afscherming.
• Zorg ervoor dat the hefhandgreep zich niet in het aanvoergebied
bevindt.
• Gebruik wanneer u met lange stukken werkt, aan beide zijden van
de machine een geschikte rollentafel, die op de hoogte van de
tafels is afgesteld.
• Houd uw handen goed bij de beitels vandaan.
• Gebruik in de schaafstand te allen tijde een aanduwstok.
• Houd de aanduwstok op z’n plaats wanneer u hem niet gebruikt.
• Verwijder niet spaanders of andere delen van het werkstuk uit het
schaafgebied, terwijl het beitelblok draait.
• Afmetingen van het werkstuk:
– Zonder aanvullende ondersteuning is de machine bedoeld
voor een maximaal werkstukformaat van:
SCHAAFMACHINE
– Hoogte 140 mm bij breedte 260 mm bij lengte 500 mm
– Zaag nooit werkstukken korter dan 300 mm
VANDIKTEBANK
– Hoogte 160 mm bij breedte 260 mm bij lengte 600 mm
– Zaag nooit werkstukken korter dan 500 mm
– Een langer werkstuk moet worden ondersteund door een
geschikte aanvullende tafel, bijv. een rollentafel.
• In het geval van een ongeval of van storing van de machine moet
u de machine onmiddellijk uitschakelen en de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact trekken.