DeWalt D27300 de handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
Dansk (oversat fra original brugsvejledning) 8
Deutsch (übersetzt von den Originalanweisungen) 15
English (original instructions) 23
Español (traducido de las instrucciones originales) 30
Français (traduction de la notice d’instructions originale) 38
Italiano (tradotto dalle istruzioni originali) 46
Nederlands (vertaald vanuit de originele instructies) 54
Norsk (oversatt fra de originale instruksjonene) 62
Português (traduzido das instruções originais) 69
Suomi (käännetty alkuperäisestä käyttöohjeesta) 77
Svenska (översatt från de ursprungliga instruktionerna) 84
Türkçe (orijinal talimatlardan çevrilmiştir) 91
Ελληνικά (μετάφραση από τις πρωτότυπες οδηγίες) 99
Copyright DEWALT
NEDERLANDS
54
Hartelijk gefeliciteerd!
U hebt gekozen voor een DEWALT gereedschap. Jarenlange ervaring,
grondige productontwikkeling en innovatie maken DEWALT tot een
van de betrouwbaarste partners voor gebruikers van professioneel
gereedschap.
Technische gegevens
D27300 D27300T
Voltage V 230 400
Type 2 2
Vermogen W 2.100 3.000
Afgegeven vermogen W 1.650 2.280
Snelheid onbelast max/min
-1
6.200 6.200
Aanvoersnelheid m/min 5 5
Zaaghoogte (max.) mm 160 160
Max. zaagbreedte (max) mm 260 260
Max. cutting depth
Schaafstand mm 2,5 2,5
Vandiktestand mm 3 3
Zaagbladgrootte mm 20 20
Gewicht kg 54 54
L
PA
(geluidsdruk) dB(A)*
96 96
K
PA
(onzekerheidsfactor geluidsdruk) dB(A)
3
3
L
WA
(akoestisch vermogen) dB(A)
109 109
K
WA
(onzekerheid akoestisch vermogen) dB(A)
3,1 3,1
* voor het oor van de gebruiker
Fuses:
Europa 230 V gereedschap 16 Amp. stroomvoorziening
400 V gereedschap 16 Amp., per fase
OPMERKING (ALLEEN D27300): Dit toestel is bedoeld voor
aansluiting op een stroomvoorzieningssysteem met een maximale
toegestame systeemimpedantie Zmax van 0,27 Ω op het interfacepunt
(elektriciteitskast) van de voorziening van de gebruiker.
De gebruiker moet ervoor zorgen dat dit toestel alleen wordt
aangesloten op een elektriciteitssysteem dat aan bovenvermeld vereiste
voldoet. Indien nodig kan de gebruiker het elektriciteitsbedrijf vragen
naar de systeemimpedantie op het interfacepunt.
Defi nities: Veiligheidsrichtlijnen
De onderstaande definities beschrijven het veiligheidsniveau voor ieder
signaleringswoord. Lees de gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door
en let op deze symbolen.
GEVAAR: Geeft een dreigend gevaar aan dat, indien
dit niet wordt voorkomen, leidt tot de dood of ernstig
letsel.
WAARSCHUWING: Geeft een mogelijk gevaar aan dat,
indien dit niet wordt voorkomen, kan leiden tot de dood
of ernstig letsel.
VOORZICHTIG: Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan
die, indien dit niet wordt voorkomen, zou kunnen leiden
tot gering of matig letsel.
OPMERKING: Geeft een handeling aan waarbij geen
persoonlijk letsel optreedt die, indien niet voorkomen,
schade aan goederen kan veroorzaken.
Wijst op het gevaar voor elektrische schok.
Wijst op brandgevaar.
Wijst op scherpe randen.
EG verklaring van overeenstemming
RICHTLIJN VOOR MACHINES
D27300, D27300T
D
EWALT verklaart dat deze producten zoals beschreven onder
“technische gegevens” in overeenstemming zijn met:
2006/42/EG; EN 61029-1; EN 61029-2-3.
Deze producten voldoen ook aan Richtlijn
2004/108/EG. Neem voor meer informatie contact op met D
EWALT via
het volgende adres of kijk op de achterzijde van de gebruiksaanwijzing.
De ondergetekende is verantwoordelijk voor de samenstelling van het
technische bestand en legt deze verklaring af namens D
EWALT.
Horst Grossmann
Vice President Engineering and Product Development
D
EWALT, Richard-Klinger-Straße 11,
D-65510, Idstein, Duitsland
01.02.2010
Veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING! Wanneer u gebruik maakt van
elektrisch gereedschap, is het belangrijk dat u zich altijd
houdt aan elementaire veiligheidsmaatregelen om de
kans op brand, elektrische schok en lichamelijk letsel te
verkleinen, met inbegrip van de onderstaande maatregelen.
Lees al deze instructies voordat u dit product tracht te bedienen en
bewaar deze instructies.
BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK
Algemene veiligheidsregels
1. Zorg voor een opgeruimde werkomgeving.
Rommelige plaatsen en werkbanken werken letsel in de hand.
2. Houd rekening met de omgeving van de werkplek.
Stel het gereedschap niet bloot aan regen. Gebruik het
gereedschap niet in een vochtige of natte omgeving. Houd de
werkplek goed verlicht (250–300 Lux). Gebruik het gereedschap
niet op plaatsen waar brand- of explosiegevaar bestaat, bijv. in de
buurt van brandbare vloeistoffen en gassen.
3. Bescherm uzelf tegen elektrische schokken.
Vermijd lichamelijk contact met geaarde oppervlakken (bijvoorbeeld
pijpen, radiatoren, kooktoestellen en koelkasten). Bij gebruik van
het gereedschap onder extreme omstandigheden (bijvoorbeeld
hoge luchtvochtigheid, als er metaalslijpsel wordt geproduceerd
enz.) kan de elektrische veiligheid worden verbeterd door een
scheidingstransformator of een (FI) aardlekschakelaar te plaatsen.
4. Houd andere mensen uit de buurt.
Laat niet toe dat personen, vooral kinderen, die niet bij het werk zijn
betrokken het gereedschap of het verlengsnoer aanraken en houd
ze uit de buurt van de werkplek.
5. Berg ongebruikt gereedschap op.
Wanneer het gereedschap niet gebruikt wordt, moet het op een
droge plek bewaard worden en veilig opgeborgen zijn, buiten het
bereik van kinderen.
6. Forceer het gereedschap niet.
Het zal de taak beter en veiliger uitvoeren wanneer het op de
bedoelde wijze wordt gebruikt.
7. Maak gebruik van het juiste gereedschap.
Gebruik geen licht gereedschap om het werk van zware machines
uit te voeren. Gebruik het gereedschap niet voor doeleinden
VLAK- EN VANDIKTEBANK
D27300, D27300T
NEDERLANDS
55
waarvoor het niet bestemd is; gebruik bijvoorbeeld cirkelzagen niet
om boomtakken of houtblokken te zagen.
8. Draag geschikte kleding.
Draag geen loszittende kleding of juwelen, want deze kunnen vast
komen te zitten in bewegende delen. Schoenen met profielzolen zijn
aanbevolen wanneer u buitenshuis werkt. Houd lang haar bijeen.
9. Gebruik beschermend materiaal.
Draag altijd een veiligheidsbril. Draag een gezichts- of stofmasker
bij werkzaamheden waarbij stof of rondvliegende deeltjes vrijkomen.
Draag ook een hittebestendige schort indien deze deeltjes heet
kunnen zijn. Draag altijd gehoorbescherming. Draag altijd een
veiligheidshelm.
10. Sluit voorziening voor stofafvoer aan.
Als er hulpmiddelen zijn geleverd voor de aansluiting van
voorzieningen voor afvoer en opvang van stof, zorg dan dat deze
zijn aangesloten en naar behoren worden gebruikt.
11. Gebruik het snoer niet verkeerd.
Trek nooit aan het snoer om de stekker uit het stopcontact
te trekken. Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie en scherpe
randen. Draag het gereedschap nooit aan het snoer.
12. Zeker het werkstuk.
Gebruik waar mogelijk klemmen of een bankschroef om het te
bewerken deel vast te zetten. Dit is veiliger dan wanneer u uw
handen gebruikt en bovendien kunt u de machine dan met beide
handen bedienen.
13. Zorg voor een veilige houding.
Zorg altijd voor een juist, stabiele houding.
14. Onderhoud gereedschap met zorg.
Houd zaagwerktuigen scherp en schoon voor betere en veiligere
prestaties. Volg aanwijzingen voor het smeren en verwisselen
van hulpstukken. Inspecteer het gereedschap regelmatig en
laat het repareren door een bevoegde reparatieservice als het is
beschadigd. Houd handgrepen en schakelaars droog, schoon en
vrij van olie en vet.
15. Trek de stekker van het gereedschap altijd uit het stopcontact.
Haal de stekker uit het stopcontact als u de machine niet gebruikt
en wanneer u onderhoud aan de machine uitvoert of accessoires
als bladen, boren en snijstukken verwisselt.
16. Verwijder stel- en moersleutels.
Maak er een gewoonte van om te controleren dat de stel- en
moersleutels zijn verwijderd voordat u het gereedschap gebruikt.
17. Vermijd onbedoeld inschakelen.
Draag het gereedschap niet met een vinger op de schakelaar. Zorg
ervoor dat het gereedschap uit staat voordat u de stekker in het
stopcontact steekt.
18. Maak gebruik van verlengsnoeren die geschikt zijn voor
buitengebruik.
Controleer voor gebruik de verlengkabel en vervang deze als die
beschadigd is. Gebruik, wanneer het gereedschap buiten wordt
gebruikt, alleen verlengsnoeren die geschikt zijn voor buitengebruik
en als zodanig zijn gemarkeerd.
19. Blijf alert.
Kijk wat u doet. Gebruik uw gezond verstand. Gebruik het
gereedschap niet wanneer u moe bent of wanneer u drugs of
alcohol hebt gebruikt.
20. Controleer op beschadigde onderdelen.
Controleer voor gebruik het gereedschap en het stroomsnoer
zorgvuldig om vast te stellen dat het op juiste wijze werkt en
de bedoelde taken uitvoert. Controleer of bewegende delen
zich in de juiste positie bevinden en goed zijn bevestigd, of er
defecte onderdelen zijn, of ze juist zijn gemonteerd en of er
sprake is van andere zaken die bediening kunnen beïnvloeden.
Een beschermstuk of ander onderdeel dat is beschadigd dient
op de juiste wijze te worden vervangen of gerepareerd door
een bevoegde reparatieservice, tenzij in de handleiding anders
wordt aangegeven. Laat een bevoegde reparatieservice defecte
schakelaars vervangen. Gebruik het gereedschap niet als de aan-/
uitschakelaar niet naar behoren werkt. Probeer nooit zelf reparaties
uit te voeren.
WAARSCHUWING! Het gebruik van een accessoire of
hulpstuk of het uitvoeren van werkzaamheden met dit gereedschap
buiten wat is aanbevolen in deze instructiehandleiding, kan risico op
persoonlijk letsel met zich meebrengen.
21. Laat uw gereedschap repareren door een bevoegd persoon.
Dit elektrisch gereedschap voldoet aan de relevante
veiligheidsvoorschriften. Reparaties mogen alleen worden
uitgevoerd door bevoegde personen die gebruikmaken van
originele reserveonderdelen; dit kan anders resulteren in aanzienlijk
gevaar voor de gebruiker.
Aanvullende veiligheidsregels voor vlak- en
vandiktebanken
Draag een veiligheidsbril, werkhandschoenen en
gehoorbescherming wanneer u de machine bedient.
Bedien de machine nooit zonder dat alle beschermkappen en
het anti-terugslagtoestel zijn geplaatst en in perfecte in perfecte
conditie zijn.
Gebruik de machine niet als schaaf zonder dat de langsgeleiding
is geplaatst. Controleer dat de onderste rand van de
langsgeleiding de bovenzijde van de tafel raakt.
WAARSCHUWING! De invoer- en uitvoertafel zijn nauwkeurig
afgesteld in de fabriek. Wijzig zelf nooit de instelling van de tafels.
Gebruik alleen beitels die zijn ontworpen voor deze machine.
Gebruik altijd beitels die goed scherp en goed onderhouden zijn.
Gebruik de machine niet voor het werken met ander materiaal
dan zachthout en hardhout.
Zaag nooit uitsparingen, gaten of mallen. Sponningzagen is niet
toegestaan.
Ga nooit verder met het uitvoeren van werk dat is gestopt (dat
wil zeggen, zaagsneden die niet over de volle lengte van het
werkstuk zijn voltooid).
Werk niet met sterk gebogen hout dat niet voldoende contact
heeft met de invoertafel.
Controleer vóór gebruik dat de assen van de terugslag en
aanvoer goed functioneren.
Verwijder alle spijkers en metalen voorwerpen uit het werkstuk
voordat u met de werkzaamheden begint. Gebruik geen
splinterend hout.
Controleer in de schaafstand dat de bovenste beschermkap van
beitel staat afgesteld voor een optimale afscherming.
Zorg ervoor dat the hefhandgreep zich niet in het aanvoergebied
bevindt.
Gebruik wanneer u met lange stukken werkt, aan beide zijden van
de machine een geschikte rollentafel, die op de hoogte van de
tafels is afgesteld.
• Houd uw handen goed bij de beitels vandaan.
Gebruik in de schaafstand te allen tijde een aanduwstok.
Houd de aanduwstok op z’n plaats wanneer u hem niet gebruikt.
Verwijder niet spaanders of andere delen van het werkstuk uit het
schaafgebied, terwijl het beitelblok draait.
• Afmetingen van het werkstuk:
– Zonder aanvullende ondersteuning is de machine bedoeld
voor een maximaal werkstukformaat van:
SCHAAFMACHINE
– Hoogte 140 mm bij breedte 260 mm bij lengte 500 mm
– Zaag nooit werkstukken korter dan 300 mm
VANDIKTEBANK
– Hoogte 160 mm bij breedte 260 mm bij lengte 600 mm
– Zaag nooit werkstukken korter dan 500 mm
Een langer werkstuk moet worden ondersteund door een
geschikte aanvullende tafel, bijv. een rollentafel.
In het geval van een ongeval of van storing van de machine moet
u de machine onmiddellijk uitschakelen en de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact trekken.
NEDERLANDS
56
Rapporteer de storing en breng een geschikte markering op de
machine aan zodat wordt voorkomen dat anderen de niet goed
functionerende machine gebruiken.
ALLEEN SCHAAFMACHINE: Schakel, wanneer het beitelblok
is geblokkeerd als gevolg van abnormale aanvoerdruk tijdens
het zagen, de machine uit en trek de stekker uit het stopcontact.
Verwijder het werkstuk en zorg voor vrijloop van het beitelblok.
Schakel de machine in start de zaagwerkzaamheden weer met
verminderde aanvoerdruk.
Zorg ervoor dat een gedeelte van het beitelblok dat niet wordt
gebruikt voor het schaven, veilig is afgeschermd.
Overige risico’s
De volgende risico’s horen bij het gebruik van schaafmachines:
Ondanks het toepassen van de relevante veiligheidsvoorschriften en het
toepassen van veiligheidsapparaten kunnen sommige overige risico’s
niet worden vermeden.
Dit zijn:
Risico’s van ongelukken die worden veroorzaakt door de onbedekte
gedeelten van de draaiende beitel.
Risico van letsel bij het verwisselen van de beitel.
Risico van het knellen van de vingers bij het openen van de
beschermkappen.
Gezondheidsrisico’s die worden veroorzaakt door het inademen
van stof dat ontstaat bij het schaven van hout, vooral eikenhout,
beukenhout en MDF.
De volgende factoren verhogen het risico van ademhalingsproblemen:
Geen stofafzuiging bevestigd wanneer u hout zaagt.
Onvoldoende stofafzuiging doordat uitlaatfilters niet zijn gereinigd.
Markering op het gereedschap
De volgende pictogrammen staan op het gereedschap vermeld:
Lees gebruiksaanwijzing voor gebruik.
Draag gehoorbescherming.
Draag oogbescherming.
Draagpunt.
Houd handen weg bij zaagblad.
Let goed op de aanvoerrichting wanneer u de machine
gebruikt in de vandiktestand. Gebruik de machine nooit
zonder dat de vergaarbak voor de spaanders is bevestigd.
Let goed op de aanvoerrichting wanneer u de machine
gebruikt in de schaafstand. Gebruik de machine nooit
zonder dat de vergaarbak voor de spaanders is bevestigd.
Controleer dat de beitels goed zijn afgesteld. Laat
de beitels niet meer uitsteken uit de beitelkop dan
1,1 mm.
POSITIE DATUMCODE (AFB. [FIG.] A1)
De datumcode (36), die ook het jaar van fabricage bevat, is binnen in
de behuizing geprint.
Voorbeeld:
2010 XX XX
Jaar van fabricage
Inhoud van de verpakking
De verpakking bevat:
1 Gedeeltelijk gemonteerde schaaf- en vandiktebank
1 Beschermkap
1 Beschermkap/spaandervergaarbak
1 Adapter voor de stofafzuigingspoort
1 Doos die bevat:
1 Langsgeleiding
1 Aanduwstok
1 Zak die bevat:
1 Inbusssleutel 2,5 mm
1 Inbusssleutel 4 mm
1 Inbusssleutel 5 mm
1 Inbusssleutel 6 mm
1 Steeksleutel 13/10 mm
1 Afstelmeter
1 Hefhandgreep
2 Klemhandgrepen
4 Rubberen voeten
1 M8-slotbout
4 M8-moeren
4 Getande ringen D8
1 Platte ring D8
1 Doos die bevat:
4 Poten
2 Wielen
2 Wielbeugels
1 Zak die bevat:
2 Wielassen
4 M8-slotbouten
2 M8 inbusbouten
4 M8-moeren
4 Vleugelmoeren
4 Platte ringen D8
6 Spanringen D8
1 Gebruiksaanwijzing
1 Opengewerkte tekening
Controleer of het gereedschap, de onderdelen of accessoires
mogelijk zijn beschadigd tijdens het transport.
Neem de tijd om deze handleiding grondig door te lezen en te
begrijpen voordat u de apparatuur gebruikt.
Beschrijving (afb. A1, A2)
WAARSCHUWING: Pas het gereedschap of een
onderdeel ervan nooit aan. Dit kan schade of persoonlijk
letsel tot gevolg hebben.
AFB. A1
1. Aan/Uit-schakelaar
2. Hefhandgreep
3. Lagere tafel
4. Beschermkap/spaandervergaarbak
5. Schaal lagere tafel
6. Aanduwstok
7. Klemhandgreep langsgeleiding
8. Langsgeleiding
AFB. A2
9. Bovenste tafel
10. Afstelknop schaafdiepte
11. Schaal bovenste tafel
12. Klem handgreep beschermkap
13. Beschermkap
GEBRUIKSDOEL
Uw DEWALT D27300/D27300T Schaafmachine en Vandiktebank zijn
ontworpen voor professioneel schaven en zagen van hardhout en
zachthout. De machine voert schaaf- en vandiktewerkzaamheden
gemakkelijk, nauwkeurig en veilig uit.
NEDERLANDS
57
Het beitelblok is ontworpen voor nominale 260 mm beitels (DE7333).
WAARSCHUWING! Gebruik de machine niet voor andere
doeleinden dan worden beschreven.
GEBRUIK ZE NIET bij natte omstandigheden of in de aanwezigheid
van ontvlambare vloeistoffen of gassen.
Deze schaafmachines zijn professioneel elektrisch gereedschap.
LAAT GEEN kinderen in contact met het gereedschap komen. Toezicht
is vereist als onervaren gebruikers dit gereedschap bedienen.
Elektrische veiligheid
De elektrische motor is slechts voor een spanning (400 V – 3 Ph) en
slechts voor twee spanningen (230 – 1 Ph) ontworpen. Controleer
altijd of de stroomvoorziening overeenkomt met de voltage op het
typeplaatje.
Als het stroomsnoer is beschadigd, moet het worden vervangen door
een speciaal geprepareerd snoer dat leverbaar is via de DEWALT
servicedienst.
Een verlengsnoer gebruiken
Gebruik, als een verlengsnoer nodig is, een goedgekeurd 3-aderig
verlengsnoer dat geschikt is voor de stroomvoorziening van dit
gereedschap (zie technische gegevens). De minimale geleidergrootte is
1,5 mm
2
; de maximale lengte is 20 m.
Als u een haspel gebruikt, dient u het snoer altijd volledig af te rollen.
MONTAGE EN AANPASSINGEN
WAARSCHUWING: Beperk het risico van letsel, zet
de unit uit en trek de stekker uit het stopcontact
voordat u accessoires plaatst of verwijdert, voordat
u aanpassingen aanbrengt of een andere opstelling kiest
of wanneer u reparaties uitvoert. Controleer dat de aan/
uit-schakelaar in de stand OFF (UIT) staat. Letsel zou het
gevolg kunnen zijn als het gereedschap per ongeluk wordt
gestart.
WAARSCHUWING: Trek vóór montage altijd de stekker uit
het stopcontact.
De machine uitpakken (afb. B1)
1. Verwijder het losse verpakkingsmateriaal uit de doos.
2. Til de machine uit de doos.
3. Verwijder de onderdelendoos uit het binnenste van de machine.
4. Verwijder eventueel overig verpakkingsmateriaal van de machine.
AANDUIDING VAN DE HARDWARE-ONDERDELEN (AFB. B2)
Wij adviseren u alle hardware-onderdelen uit te pakken en te sorteren.
14. Wielbeugel
15. Wielas
16. M8-slotbout
17. M8-inbusbout
18. M8-moer
19. Vleugelmoer
20. Getande ring D8
21. Platte ring D8
22. Platte ring D8
23. Spanring D8
De voeten monteren (afb. C1, C2)
Wanneer u de poten op de machine monteert, kunt u de machine een
werkblad plaatsen. Zet de machine vast op het werkblad, zodat u er
veilig mee kunt werken. Vereiste hardware-onderdelen: 4 moeren (18), 4
getande ringen (20) (afb. C1).
1. Zet de machine zo op haar kant dat het vandikte-uitvoerframe (24)
op de vloer rust (afb. C2).
WAARSCHUWING: Zorg er vooral voor dat de afstelknop
voor de schaafdiepte (10) de vloer niet raakt.
2. Streek een voet (25) in elk van de buitenste nokken (26) die zich in
de onderzijde van de machinebehuizing bevinden.
3. Plaats een getande ring (20) en een moer (18) op het draadeind
van de voet.
4. Draai de moeren aan.
5. Zet de machine rechtop.
6. Zet de machine vast op de werkbank.
De poten monteren (afb. D1-D3)
Wanneer de poten zijn gemonteerd kan de machine op zichzelf staand
worden gebruikt. Vereiste hardware-onderdelen: 4 slotbouten (16), 4
vleugelmoeren (19), 4 platte ringen (21) (afb. D1).
1. Zet de machine zo op haar kant dat het vandikte-uitvoerframe (24)
op de vloer rust (afb. D2).
WAARSCHUWING: Zorg er vooral voor dat de afstelknop
voor de schaafdiepte (10) de vloer niet raakt.
2. Steek een poot (27) in elk van de bovenste gaten (28) die zich aan
de randen in de onderzijde van de machinebehuizing bevinden.
3. Steek een slotbout (16) door de gaten in de poten en in de
machinebehuizing.
4. Plaats een platte ring (21) en een vleugelmoer (19) op de bouten.
5. Draai de vleugelmoeren aan.
6. Zet de machine zo op haar kant dat de schaaf-uitvoertafel (29) op
de vloer rust (afb. D3).
7. Herhaal dit voor de andere voeten.
8. Monteer de zwenkwielen zoals hieronder wordt beschreven.
De zwenkwielen monteren (afb. E1-E3)
Vereiste hardware-onderdelen: 2 wielbeugels (14), 2 wielassen (15), 2
bouten (17), 4 moeren (18), 2 platte ringen (21), 2 spanringen (23)
(afb. E1).
1. Lijn de wielen (30) uit met de beugels (14) en steek een wielas (15)
door de gaten van de montagedelen (afb. E2).
2. Plaats een platte ring (21) en een moer (18) op het draadeind van
de assen.
3. Draai de moeren aan.
4. Monteer een wiel (31) op elk van de bovenste poten (32) met
behulp van een inbusbout (17), spanring (23) en moer (18) (afb. E3).
5. Draai de moeren aan.
6. Zet de machine rechtop.
De langsgeleiding monteren (afb. F1, F2)
1. Plaats de langsgeleiding (8) op de langsgeleidinghouder (33)
(afb. F1).
2. Plaats een slotbout (16) van onder af door de houder en de
langsgeleiding.
3. Plaats een platte ring (22) op de bout (16) (afb. F2).
4. Pas de klemhandgreep (7) op de bout (16).
De brugbeschermkap monteren (afb. G1, G2)
1. Plaats de beschermkap (13) in de beschermkapkolom (34) (afb.
G1).
2. Zet de beschermkap op z’n plaats door de vergrendelschroef (35)
aan te brengen.
3. Breng de klemhandgreep (12) aan op de kolom (34) (afb. G2).
De beschermkap/spaanderopvangbak monteren
Wanneer u de machine in de schaafstand gebruikt, moet de
beschermkap/spaanderopvangbak onder de bovenste tafel worden
gemonteerd. Wanneer u de machine in de vandiktestand gebruikt, moet
de beschermkap/spaanderopvangbak boven op de bovenste tafel
worden gemonteerd.
VANDIKTESTAND (AFB. A1, H1, H2)
OPMERKING: De beschermkap/spaanderopvangbak staat in de
schaafstand.
1. Draai de knoppen los (68, 69) zodat u de beschermkap/
spaanderopvangbak (4) van de bovenste tafel (9) kunt losnemen.
2. Draai de beschermkap/spaanderopvangbak 180˚.
NEDERLANDS
58
3. Schuif de beschermkap/spaanderopvangbak (4) langs de bovenste
tafel (9), tot de knop (67) op één lijn staat met de microschakelaar
(66).
4. Zet de beschermkap/spaanderopvangbak vast door de knoppen
(67, 69) aan te draaien.
SCHAAFSTAND (AFB. G1, G2, H3, H4)
1. Draai de hefhandgreep (2) zo dat de onderste tafel (9) geheel
omlaag staat.
2. Draai de knoppen los (67, 69) zodat u de beschermkap/
spaanderopvangbak (4) van de bovenste tafel kunt losnemen.
3. Schuif de beschermkap/spaanderopvangbak van de bovenste
tafel.
4. Draai de beschermkap/spaanderopvangbak 180˚.
5. Houd de 2 externe stofpoortribben van de beschermkap/
spaanderopvangbak tegenover de 2 sleuven in het zijpaneel.
6. Schuif de beschermkap/spaanderopvangbak naar voren in de
microschakelaar (66).
7. Zet de beschermkap/spaanderopvangbak vast door de knoppen
(68, 69) aan te draaien.
8. Breng de beschermkap (13) omlaag totdat deze contact maakt
met de spaanderopvangbak en zet vast met de hefboom (12).
OPMERKING: Als u stofafzuiging gebruikt, brengt u de bovenste tafel
helemaal omlaag en bevestigt u de adapter op de stofkoker en brengt u
vervolgens de bovenste tafel weer omhoog tot deze contact maakt met
de adapter.
Aanpassing
WAARSCHUWING: Trek vóór de aanpassing altijd de
stekker uit het stopcontact.
DE LANGSGELEIDING AANPASSEN (AFB. I1–I3)
De rechte hoek aanpassen (afb. I1)
De langsgeleiding heeft een verstelbare stop voor gemakkelijke
aanpassing van de rechte hoek.
1. Maak de klemhandgreep van de hoek los (40).
2. Drukte langsgeleiding recht omhoog zodat deze volledig verticaal is
en zet de klemhandgreep vast.
3. Plaats een winkelhaak (41) op de tafel en tegen de
langsgeleiding (8).
4. Ga als volgt te werk, als aanpassing nodig is:
5. Draai de moer (42) enkele slagen los en draai de schroef van de
stop voor de aanpassing van de verticale positie (43) in of uit tot de
langsgeleiding in een hoek van 90° staat ten opzichte van de tafel
zoals door de winkelhaak wordt aangeduid.
De afschuinhoek aanpassen (afb. I2)
1. Maak de klemhandgreep van de hoek los (40).
2 Verplaats de langsgeleiding (8) langs haar lengteas zodat de
gewenste hoek ontstaat.
3. Controleer dat de onderste rand van de langsgeleiding de
bovenzijde van de tafel (9) raakt.
4. Zet de klemhandgreep van de hoek vast.
De schaafbreedte aanpassen (afb. I3)
1. Maak de klemhandgreep van de langsgeleiding los (7).
2. Verplaats de langsgeleiding (8) over de bovenste tafel (9) voor de
gewenste breedte.
3. Zet de klemhandgreep van de langsgeleiding vast.
DE BESCHERMKAP AFSTELLEN (AFB. J)
De beschermkap kan worden afgesteld op iedere vaste positie boven
de tafel voor een optimale afscherming.
WAARSCHUWING: Het is belangrijk dat u altijd de
beschermkap afstelt op de schaafbreedte en de hoogte
van het werkstuk.
De breedte aanpassen
1. Draai de vergrendelknop (44) los.
2. Verplaats de beschermkap (13) naar de gewenste breedte.
3. Maak de afstelknop vast.
De hoogte aanpassen
1. Maak de klemhandgreep los (12).
2. Verplaats de beschermkapbeugel (45) naar de gewenste hoogte.
3. Zet de klemhandgreep vast.
DE SCHAAFDIEPTE AANPASSEN (AFB. K, L1–L3)
Schaafstand (afb. K)
1. Draai de vergrendelring (46) los.
2. Pak de diepteafstelknop (10) vast en pas de schaafdiepte aan met
behulp van de schaal (47).
Draai naar rechts als u de schaafdiepte wilt laten afnemen.
Draai naar links als u de schaafdiepte wilt laten toenemen.
3. Maak de vergrendelring vast.
Vandiktestand (afb. L1–L3)
1. Plaats de hefhandgrepen (2) op het uiteinde van de hefas (48)
(afb. L1).
2. Draai de handgreep (rechts) tot deze contact maakt met de
asmoer.
3. Draai de hefhandgreep naar links totdat deze uitkomt bij het gat en
de vlakke zijde van de as.
4. Draai met een inbussleutel van 2,5 millimeter de deuvel van de
hefhandgreep (afb. L2) vast.
Draai naar rechts als u de schaafdiepte wilt laten afnemen.
Draai naar links als u de schaafdiepte wilt laten toenemen.
5. Lees de voltooide dikte van uw werkstuk af op de
diepteafstellingsschaal (5) (afb. L3).
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de
veiligheidsinstructies en van toepassing zijnde voorschriften.
WAARSCHUWING: Beperk het risico van ernstig
persoonlijk letsel, schakel het gereedschap uit en
trek de stekker van de machine uit het stopcontact
voordat u aanpassingen uitvoert of hulpstukken of
accessoires losneemt/installeert.
Het is belangrijk dat de machine wordt geplaatst overeenkomstig uw
ergonomische condities waar het betreft hoogte en stabiliteit van het
werkblad. De plaats van de machine moet zo worden gekozen dat
de gebruiker een goed overzicht heeft en voldoende ruimte rond de
machine heeft voor het zonder enige beperkingen werken met het
werkstuk.
Voor ingebruikneming
Verwijder vreemde voorwerpen. Schaaf geen hout met losse
knoesten. Schaaf geen hout dat veel knoesten heeft en erg krom
is.
In- en uitschakelen (afb. M)
De aan/uit-schakelaar biedt meerdere voordelen:
GEEN-VOLTAGE VRIJGAVEFUNCTIE
Als de stroom om een bepaalde reden uitvalt, moet de schakelaar
bewust opnieuw worden bediend.
MOTOROVERBELASTINGSBESCHERMING
Als de motor overbelast wordt, wordt de stroomvoorziening naar de
motor afgesloten. Laat, als dat gebeurt, de motor 2 minuten afkoelen
en druk daarna op de groene startknop.
EXTRA VEILIGHEID
De scharnierende veiligheidssluitplaat kan worden vergrendeld door
de beugel door de overval te steken. De plaat dient ook als een
“gemakkelijk te vinden” noodstopknop omdat door druk op de voorzijde
van de plaat ook de stopknop wordt ingedrukt.
1. Schakel de machine in door op de groene startknop te drukken
(53).
2. Schakel de machine uit door op de rode stopknop te drukken
(54).
NEDERLANDS
59
WAARSCHUWING: Schakel de machine altijd uit wanneer
het werk is voltooid en voordat u de stekker uit het
stopcontact trekt.
Schaven (afb. N1, N2)
1. Monteer de beschermkap/spaanderopvangbak zoals hierboven
wordt beschreven.
2. Pas de langsgeleiding aan als dat nodig is.
3. Pas de beschermkap aan voor een optimale afscherming.
4. Stel de schaafdiepte in.
5. Schakel de machine in.
Voer het werkstuk langzaam onder de beschermkap aan, terwijl u
het stevig tegen de langsgeleiding gedrukt houdt.
Voer het werkstuk aan in de richting van de nerf.
Denk eraan de aanduwstok te gebruiken wanneer u dicht bij de
beitelkop komt.
Vandikteschaven (afb. A2, O1, O2)
1. Monteer de beschermkap/spaanderopvangbak zoals hierboven
wordt beschreven.
2. Breng de beschermkap omlaag (13).
3. Stel de schaafdiepte in.
4. Schakel de machine in.
U bereikt de beste resultaten wanneer het werkstuk ten minste één
vlak oppervlak heeft.
U bereikt de beste resultaten wanneer u beide zijden van het
werkstuk schaaft tot de gewenste dikte is bereikt.
2,5
0,8
0
20 50 100 150 200
250
300
V
olg de richtlijnen voor de spaanafname en breedte van het materiaal
zoals aangegeven in onderstaande tabel.
Breedte van het materiaal (mm)
Zacht hout
Spaanafname (mm)
Hard hout
1,6
Breedte van materiaal (mm)
1. Voer het werkstuk langzaam aan in de machine.
2. Voer het werkstuk aan in de richting van de nerf.
Afbrokkeling
Afbrokkeling is een deuk die wordt gemaakt wanneer de uiteinden van
het werkstuk in contact komen met de beitels. U kunt afbrokkeling
voorkomen door:
1. Het werkstuk vlak te houden gedurende de gehele
schaafbewerking.
2. Het werkstuk vlak tegen de tafel te houden.
Kromming (afb. P1-P4)
Als uw werkstuk slechts een beetje krom is, schaaf dan beide zijden tot
u de gewenste dikte bereikt.
GEBOGEN WERKSTUKKEN (AFB. P1, P2)
De aanvoerrollen en beitelkop zullen het werkstuk tijdelijk vlak maken
(afb. P1). De gebogen vorm zal na het schaven echter terugkeren
(afb. P2).
U kunt de kromming verwijderen door een vlakbank te gebruiken.
HOLLE/BOLLE WERKSTUKKEN (AFB. P3, P4)
1. Zaag het holle/bolle werkstuk overlangs in het midden (afb. P3).
2. Schaaf de stukken apart zodat er minder afval is.
U kunt ook eerst de bovenkant vlakschaven (55), het werkstuk
omdraaien en de onderkant vlakschaven (56) (afb P4).
Stofafzuiging (afb. A1)
De machine is voorzien van een stofafzuigingspoort van 100 mm op
de beschermkap/spaanderopvangbak (4). Wanneer u een geschikte
stofafzuiging plaatst, kan 90% van de geproduceerde spaanders
worden opgevangen als de luchtstroom ten minste 20 m/s is.
Sluit een geschikte stofafzuiging aan tijdens alle werkzaamheden.
Sluit, wanneer dat maar mogelijk is, een toestel voor stofafzuiging aan
dat is ontworpen in overeenstemming met de relevante voorschriften
voor stofemissie.
Vervoer (afb. Q1, Q2)
De zwenkwielen (30) maken het gemakkelijker de machine te vervoeren.
Houd de handgreep stevig vast met beide handen en vervoer de
machine zoals wordt getoond in afbeelding Q2.
ONDERHOUD
Uw elektrisch gereedschap van DEWALT is ontworpen voor gebruik
gedurende lange tijd met een minimum aan onderhoud. Het continu
naar tevredenheid functioneren hangt af van de juiste zorg voor het
gereedschap en regelmatig schoonmaken. Voor een veilige werking
moeten de anti-terugslagvoorziening en de voetassen iedere week
worden geïnspecteerd zodat u ze in de juiste bedrijfsconditie kunt
houden.
WAARSCHUWING: Beperk het risico van letsel, zet
de unit uit en trek de stekker uit het stopcontact
voordat u accessoires plaatst of verwijdert, voordat
u aanpassingen aanbrengt of een andere opstelling
kiest of wanneer u reparaties uitvoert. Controleer dat
de aan/uit-schakelaar in de stand OFF (UIT) staat. Letsel
zou het gevolg kunnen zijn als het gereedschap per ongeluk
wordt gestart.
De beitels vervangen (afb. R1, R2)
De machine is voorzien van een beitelkop met daarin twee beitels.
WAARSCHUWING: Vervang de beitels altijd tegelijkertijd.
WAARSCHUWING! Bedenk dat de beitels alleen op de
voorgeschreven manier moet worden vervangen. Monteer
nooit andere beitels dan die welke kan worden aanbevolen.
WAARSCHUWING: Scherpe randen.
WAARSCHUWING: Draag handschoenen wanneer u de
beitels vervangt.
WAARSCHUWING: Trek voor het vervangen van de
beitels altijd de stekker van de machine uit het stopcontact.
De beitels uitnemen
1. Verwijder de langsgeleiding en de beschermkap.
2. Draai voorzichtig de beitelkop (57) totdat het eerste blad zichtbaar
wordt.
3. Draai de bouten (58) los met de meegeleverde steeksleutel.
4. Til de beitels (59) uit de beitelkop. Gebruik zo nodig een tang.
5. Haal de beitel (60) uit de houder (61).
6. Herhaal dit voor de andere beitel.
De beitels monteren
1. Bevestig de beitel (60) in de houder (61). Controleer dat de
buitenste boutkoppen (62) in de uitsparingen (63) vallen.
2. Monteer de beitels weer in de beitelkop (57).
3. Pas de beitels aan zoals hieronder wordt beschreven.
4. Draai de bouten aan (58) (aanhaalmoment: 6-8 Nm).
5. Herhaal dit voor de andere beitel.
NEDERLANDS
60
De beitels afstellen (afb. R3)
1. Controleer de positie van de beitel (60) aan beide uiteinden.
2. Plaats de afstelmeter (64) over de beitelkop (57), zoals wordt
getoond.
3. De onderste rand van de afstelmeter moet samenvallen met de
punt van de beitel (60).
Ga als volgt te werk, als aanpassing nodig is:
Draai elk van de stelschroeven (65) zoveel als nodig is naar binnen
of naar buiten totdat de punt van de beitel gelijk ligt met de
afstelmeter.
De beitels weer slijpen
De beitels kunnen weer worden geslepen onder een hoek van 42°.
WAARSCHUWING: De beitels kunnen weer worden
geslepen tot maximaal 3 mm van hun oorspronkelijke
groteis afgeslepen. Als de grootte van de beitel met 3 mm
is afgenomen, moeten de beitels worden vervangen.
Smering
Uw elektrische gereedschap heeft geen aanvullende smering nodig.
Reiniging
WAARSCHUWING: Blaas vuil en stof uit de
hoofdbehuizing met droge lucht, zo vaak u ziet dat vuil
zich in en rond de luchtopeningen ophoopt. Draag
goedgekeurde oogbescherming en een goedgekeurd
stofmasker als u deze procedure uitvoert.
WAARSCHUWING: Gebruik nooit oplosmiddelen
of andere bijtende chemicaliën voor het reinigen van
niet-metalen onderdelen van het gereedschap. Deze
chemicaliën kunnen het materiaal dat in deze onderdelen
is gebruikt verzwakken. Gebruik een doek die uitsluitend
met water en milde zeep is bevochtigd. Zorg dat er nooit
enige vloeistof in het gereedschap komt; dompel nooit enig
onderdeel van het gereedschap in een vloeistof.
Controleer voor gebruik zorgvuldig de beitelkop om te zien of deze
goed zal werken. Zorg ervoor dat hars, spaanders, stof of een deel van
het werkstuk niet kunnen leiden tot blokkering van één van de functies.
Vandiktestand: Als delen van het werkstuk vast zijn komen te zitten in
de beitelkop en de aanvoerrollen, trek de stekker van de machine dan
uit het stopcontact en verwijder de vastzittende delen.
Houd de ventilatiesleuven vrij en reinig de behuizing regelmatig met een
zachte doek.
Houd de tafels schoon en vrij van vet. Breng regelmatig wat was
op de tafels aan.
Houd de machine vrij van stof en spaanders.
Controleer en reinig dagelijks de terugslag- en aanvoerassen.
Optionele accessoires
WAARSCHUWING: Aangezien accessoires die niet
door DEWALT zijn aangeboden niet met dit product zijn
getest, kan het gebruik van dergelijke accessoires met
dit gereedschap gevaarlijk zijn. Om het risico op letsel te
verminderen dient u uitsluitend door DEWALT aanbevolen
accessoires met dit product te gebruiken.
Deze bevatten reservebeitels (DE7333).
Neem contact op met uw leverancier voor verdere informatie over de
geschikte accessoires.
Bescherming van het milieu
Gescheiden afvalinzameling. Dit product mag niet bij het
normale huishoudelijke afval worden aangeboden.
Als u op een dag bemerkt dat uw D
EWALT product vervangen dient te
worden of dat u er verder geen gebruik meer van maakt, mag u het niet
als normaal huishoudelijk afval aanbieden. Bied dit product aan bij de
gescheiden afvalinzameling.
Gescheiden inzameling van gebruikte producten of
verpakkingen maakt het mogelijk dat materiaal kan worden
gerecycled en nogmaals gebruikt. Het hergebruik van
gerecycled materiaal helpt milieuvervuiling te voorkomen en
vermindert de vraag naar grondstoffen.
Plaatselijke bepalingen voorzien mogelijk in de gescheiden inzameling
van elektrische producten uit een huishouden, op stedelijke
inzamelingspunten of bij de detailhandelaar waar u een nieuw product
aanschaft.
DEWALT heeft een faciliteit voor het verzamelen van recyclen van
DEWALT producten als ze eenmaal het einde van hun levensduur
hebben bereikt. Stuur om van deze service gebruik te maken uw
product a.u.b. terug naar iedere erkende reparateur die namens ons de
verzameling op zich neemt.
U kunt de locatie van de erkende reparateur die het dichtste bij u in
de buurt is opzoeken door contact op te nemen met uw plaatselijke
DEWALT kantoor zoals vermeld in deze handleiding. Een lijst van
erkende D
EWALT reparateurs en volledige details over onze after sales
service zijn ook te vinden op internet via: www.2helpU.com.
NEDERLANDS
61
GARANTIE
DEWALT vertrouwt op de kwaliteit van zijn producten en biedt
professionele gebruikers van het product een uitstekende
garantie. Deze garantieverklaring is een aanvulling op uw
contractuele rechten als een professionele gebruiker of uw
wettelijke rechten als een particuliere, niet-professionele
gebruiker, en is op geen enkele wijze van invloed op deze
rechten. De garantie is geldig binnen het grondgebied
van de Lidstaten van de Europese Unie en de Europese
Vrijhandelszone.
30 DAGEN NIET GOED GELD TERUG GARANTIE
Als u niet geheel tevreden bent over de prestaties van uw
DEWALT-gereedschap, kunt u dit compleet met de originele
onderdelen, zoals u het hebt aangekocht. binnen 30 dagen,
gewoon terugbrengen bij het verkooppunt en omruilen voor
een ander stuk gereedschap of tegen restitutie van het
aankoopbedrag. Het product mag niet in onredelijke mate zijn
versleten en u dient een aankoopbewijs te overleggen.
EEN JAAR GRATIS ONDERHOUDSCONTRACT
Als onderhouds- of servicewerkzaamheden nodig zijn voor uw
D
EWALT-gereedschap, in de 12 maanden na uw aankoop,
hebt u recht op één jaar gratis service. Deze zal kosteloos
worden uitgevoerd in een DEWALT-servicecentrum. U dient een
aankoopbewijs te overleggen. Inclusief arbeidskosten. Exclusief
accessoires en reserveonderdelen, tenzij deze defect raakten en
onder de garantie vielen.
EEN JAAR VOLLEDIGE GARANTIE
Als uw DEWALT-product defect raakt als gevolg van het gebruik
van verkeerde materialen of onjuiste constructie binnen 12
maanden na de datum van aankoop, garandeert DEWALT
alle defecte onderdelen gratis te vervangen of – naar onze
beoordeling – het apparaat gratis te vervangen, op voorwaarde
dat:
Het product niet verkeerd gebruikt is;
Het product in redelijke mate is versleten;
Er geen reparaties zijn ondernomen door niet-
geautoriseerde personen;
U een aankoopbewijs kunt overleggen;
Het product compleet met alle originele onderdelen wordt
geretourneerd.
Als u aanspraak wilt maken op de garantie, neem dan
contact op met uw leverancier of zoek het officiële D
EWALT-
servicecentrum bij u in de buurt in de D
EWALT-catalogus
of neem contact op met het DEWALT-kantoor op het adres
dat wordt vermeld in deze handleiding. Een lijst van officiële
D
EWALT-servicecentra en volledige details over onze after-sales-
service zijn ook te vinden op internet via: www.2helpU.com.

Documenttranscriptie

Dansk (oversat fra original brugsvejledning) 8 Deutsch (übersetzt von den Originalanweisungen) 15 English (original instructions) 23 Español (traducido de las instrucciones originales) 30 Français (traduction de la notice d’instructions originale) 38 Italiano (tradotto dalle istruzioni originali) 46 Nederlands (vertaald vanuit de originele instructies) 54 Norsk (oversatt fra de originale instruksjonene) 62 Português (traduzido das instruções originais) 69 Suomi (käännetty alkuperäisestä käyttöohjeesta) 77 Svenska (översatt från de ursprungliga instruktionerna) 84 Türkçe (orijinal talimatlardan çevrilmiştir) 91 Ελληνικά (μετάφραση από τις πρωτότυπες οδηγίες) 99 Copyright DEWALT 2 N ED E R L A ND S VLAK- EN VANDIKTEBANK D27300, D27300T Hartelijk gefeliciteerd! EG verklaring van overeenstemming U hebt gekozen voor een DEWALT gereedschap. Jarenlange ervaring, grondige productontwikkeling en innovatie maken DEWALT tot een van de betrouwbaarste partners voor gebruikers van professioneel gereedschap. RICHTLIJN VOOR MACHINES Technische gegevens D27300, D27300T W W max/min-1 m/min mm mm D27300 230 2 2.100 1.650 6.200 5 160 260 D27300T 400 2 3.000 2.280 6.200 5 160 260 Voltage Type Vermogen Afgegeven vermogen Snelheid onbelast Aanvoersnelheid Zaaghoogte (max.) Max. zaagbreedte (max) Max. cutting depth Schaafstand Vandiktestand Zaagbladgrootte Gewicht V mm mm mm kg 2,5 3 20 54 2,5 3 20 54 LPA (geluidsdruk) KPA (onzekerheidsfactor geluidsdruk) LWA (akoestisch vermogen) KWA (onzekerheid akoestisch vermogen) * voor het oor van de gebruiker dB(A)* dB(A) dB(A) dB(A) 96 3 109 3,1 96 3 109 3,1 Fuses: Europa 230 V gereedschap 400 V gereedschap 16 Amp. stroomvoorziening 16 Amp., per fase OPMERKING (ALLEEN D27300): Dit toestel is bedoeld voor aansluiting op een stroomvoorzieningssysteem met een maximale toegestame systeemimpedantie Zmax van 0,27 Ω op het interfacepunt (elektriciteitskast) van de voorziening van de gebruiker. De gebruiker moet ervoor zorgen dat dit toestel alleen wordt aangesloten op een elektriciteitssysteem dat aan bovenvermeld vereiste voldoet. Indien nodig kan de gebruiker het elektriciteitsbedrijf vragen naar de systeemimpedantie op het interfacepunt. Definities: Veiligheidsrichtlijnen De onderstaande definities beschrijven het veiligheidsniveau voor ieder signaleringswoord. Lees de gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door en let op deze symbolen. GEVAAR: Geeft een dreigend gevaar aan dat, indien dit niet wordt voorkomen, leidt tot de dood of ernstig letsel. WAARSCHUWING: Geeft een mogelijk gevaar aan dat, indien dit niet wordt voorkomen, kan leiden tot de dood of ernstig letsel. VOORZICHTIG: Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, indien dit niet wordt voorkomen, zou kunnen leiden tot gering of matig letsel. OPMERKING: Geeft een handeling aan waarbij geen persoonlijk letsel optreedt die, indien niet voorkomen, schade aan goederen kan veroorzaken. Wijst op het gevaar voor elektrische schok. DEWALT verklaart dat deze producten zoals beschreven onder “technische gegevens” in overeenstemming zijn met: 2006/42/EG; EN 61029-1; EN 61029-2-3. Deze producten voldoen ook aan Richtlijn 2004/108/EG. Neem voor meer informatie contact op met DEWALT via het volgende adres of kijk op de achterzijde van de gebruiksaanwijzing. De ondergetekende is verantwoordelijk voor de samenstelling van het technische bestand en legt deze verklaring af namens DEWALT. Horst Grossmann Vice President Engineering and Product Development DEWALT, Richard-Klinger-Straße 11, D-65510, Idstein, Duitsland 01.02.2010 Veiligheidsinstructies WAARSCHUWING! Wanneer u gebruik maakt van elektrisch gereedschap, is het belangrijk dat u zich altijd houdt aan elementaire veiligheidsmaatregelen om de kans op brand, elektrische schok en lichamelijk letsel te verkleinen, met inbegrip van de onderstaande maatregelen. Lees al deze instructies voordat u dit product tracht te bedienen en bewaar deze instructies. BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK Algemene veiligheidsregels 1. Zorg voor een opgeruimde werkomgeving. Rommelige plaatsen en werkbanken werken letsel in de hand. 2. Houd rekening met de omgeving van de werkplek. Stel het gereedschap niet bloot aan regen. Gebruik het gereedschap niet in een vochtige of natte omgeving. Houd de werkplek goed verlicht (250–300 Lux). Gebruik het gereedschap niet op plaatsen waar brand- of explosiegevaar bestaat, bijv. in de buurt van brandbare vloeistoffen en gassen. 3. Bescherm uzelf tegen elektrische schokken. Vermijd lichamelijk contact met geaarde oppervlakken (bijvoorbeeld pijpen, radiatoren, kooktoestellen en koelkasten). Bij gebruik van het gereedschap onder extreme omstandigheden (bijvoorbeeld hoge luchtvochtigheid, als er metaalslijpsel wordt geproduceerd enz.) kan de elektrische veiligheid worden verbeterd door een scheidingstransformator of een (FI) aardlekschakelaar te plaatsen. 4. Houd andere mensen uit de buurt. Laat niet toe dat personen, vooral kinderen, die niet bij het werk zijn betrokken het gereedschap of het verlengsnoer aanraken en houd ze uit de buurt van de werkplek. 5. Berg ongebruikt gereedschap op. Wanneer het gereedschap niet gebruikt wordt, moet het op een droge plek bewaard worden en veilig opgeborgen zijn, buiten het bereik van kinderen. 6. Forceer het gereedschap niet. Wijst op brandgevaar. Wijst op scherpe randen. 54 Het zal de taak beter en veiliger uitvoeren wanneer het op de bedoelde wijze wordt gebruikt. 7. Maak gebruik van het juiste gereedschap. Gebruik geen licht gereedschap om het werk van zware machines uit te voeren. Gebruik het gereedschap niet voor doeleinden N EDERLANDS waarvoor het niet bestemd is; gebruik bijvoorbeeld cirkelzagen niet om boomtakken of houtblokken te zagen. 8. Draag geschikte kleding. Draag geen loszittende kleding of juwelen, want deze kunnen vast komen te zitten in bewegende delen. Schoenen met profielzolen zijn aanbevolen wanneer u buitenshuis werkt. Houd lang haar bijeen. 9. Gebruik beschermend materiaal. Draag altijd een veiligheidsbril. Draag een gezichts- of stofmasker bij werkzaamheden waarbij stof of rondvliegende deeltjes vrijkomen. Draag ook een hittebestendige schort indien deze deeltjes heet kunnen zijn. Draag altijd gehoorbescherming. Draag altijd een veiligheidshelm. 10. Sluit voorziening voor stofafvoer aan. Als er hulpmiddelen zijn geleverd voor de aansluiting van voorzieningen voor afvoer en opvang van stof, zorg dan dat deze zijn aangesloten en naar behoren worden gebruikt. 11. Gebruik het snoer niet verkeerd. Trek nooit aan het snoer om de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie en scherpe randen. Draag het gereedschap nooit aan het snoer. 12. Zeker het werkstuk. Gebruik waar mogelijk klemmen of een bankschroef om het te bewerken deel vast te zetten. Dit is veiliger dan wanneer u uw handen gebruikt en bovendien kunt u de machine dan met beide handen bedienen. 13. Zorg voor een veilige houding. Zorg altijd voor een juist, stabiele houding. 14. Onderhoud gereedschap met zorg. Houd zaagwerktuigen scherp en schoon voor betere en veiligere prestaties. Volg aanwijzingen voor het smeren en verwisselen van hulpstukken. Inspecteer het gereedschap regelmatig en laat het repareren door een bevoegde reparatieservice als het is beschadigd. Houd handgrepen en schakelaars droog, schoon en vrij van olie en vet. 15. Trek de stekker van het gereedschap altijd uit het stopcontact. Haal de stekker uit het stopcontact als u de machine niet gebruikt en wanneer u onderhoud aan de machine uitvoert of accessoires als bladen, boren en snijstukken verwisselt. 16. Verwijder stel- en moersleutels. Maak er een gewoonte van om te controleren dat de stel- en moersleutels zijn verwijderd voordat u het gereedschap gebruikt. 17. Vermijd onbedoeld inschakelen. Draag het gereedschap niet met een vinger op de schakelaar. Zorg ervoor dat het gereedschap uit staat voordat u de stekker in het stopcontact steekt. 18. Maak gebruik van verlengsnoeren die geschikt zijn voor buitengebruik. Controleer voor gebruik de verlengkabel en vervang deze als die beschadigd is. Gebruik, wanneer het gereedschap buiten wordt gebruikt, alleen verlengsnoeren die geschikt zijn voor buitengebruik en als zodanig zijn gemarkeerd. 19. Blijf alert. Kijk wat u doet. Gebruik uw gezond verstand. Gebruik het gereedschap niet wanneer u moe bent of wanneer u drugs of alcohol hebt gebruikt. 20. Controleer op beschadigde onderdelen. Controleer voor gebruik het gereedschap en het stroomsnoer zorgvuldig om vast te stellen dat het op juiste wijze werkt en de bedoelde taken uitvoert. Controleer of bewegende delen zich in de juiste positie bevinden en goed zijn bevestigd, of er defecte onderdelen zijn, of ze juist zijn gemonteerd en of er sprake is van andere zaken die bediening kunnen beïnvloeden. Een beschermstuk of ander onderdeel dat is beschadigd dient op de juiste wijze te worden vervangen of gerepareerd door een bevoegde reparatieservice, tenzij in de handleiding anders wordt aangegeven. Laat een bevoegde reparatieservice defecte schakelaars vervangen. Gebruik het gereedschap niet als de aan-/ uitschakelaar niet naar behoren werkt. Probeer nooit zelf reparaties uit te voeren. WAARSCHUWING! Het gebruik van een accessoire of hulpstuk of het uitvoeren van werkzaamheden met dit gereedschap buiten wat is aanbevolen in deze instructiehandleiding, kan risico op persoonlijk letsel met zich meebrengen. 21. Laat uw gereedschap repareren door een bevoegd persoon. Dit elektrisch gereedschap voldoet aan de relevante veiligheidsvoorschriften. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door bevoegde personen die gebruikmaken van originele reserveonderdelen; dit kan anders resulteren in aanzienlijk gevaar voor de gebruiker. Aanvullende veiligheidsregels voor vlak- en vandiktebanken • Draag een veiligheidsbril, werkhandschoenen en gehoorbescherming wanneer u de machine bedient. • Bedien de machine nooit zonder dat alle beschermkappen en het anti-terugslagtoestel zijn geplaatst en in perfecte in perfecte conditie zijn. • Gebruik de machine niet als schaaf zonder dat de langsgeleiding is geplaatst. Controleer dat de onderste rand van de langsgeleiding de bovenzijde van de tafel raakt. WAARSCHUWING! De invoer- en uitvoertafel zijn nauwkeurig afgesteld in de fabriek. Wijzig zelf nooit de instelling van de tafels. • Gebruik alleen beitels die zijn ontworpen voor deze machine. • Gebruik altijd beitels die goed scherp en goed onderhouden zijn. • Gebruik de machine niet voor het werken met ander materiaal dan zachthout en hardhout. • Zaag nooit uitsparingen, gaten of mallen. Sponningzagen is niet toegestaan. • Ga nooit verder met het uitvoeren van werk dat is gestopt (dat wil zeggen, zaagsneden die niet over de volle lengte van het werkstuk zijn voltooid). • Werk niet met sterk gebogen hout dat niet voldoende contact heeft met de invoertafel. • Controleer vóór gebruik dat de assen van de terugslag en aanvoer goed functioneren. • Verwijder alle spijkers en metalen voorwerpen uit het werkstuk voordat u met de werkzaamheden begint. Gebruik geen splinterend hout. • Controleer in de schaafstand dat de bovenste beschermkap van beitel staat afgesteld voor een optimale afscherming. • Zorg ervoor dat the hefhandgreep zich niet in het aanvoergebied bevindt. • Gebruik wanneer u met lange stukken werkt, aan beide zijden van de machine een geschikte rollentafel, die op de hoogte van de tafels is afgesteld. • Houd uw handen goed bij de beitels vandaan. • Gebruik in de schaafstand te allen tijde een aanduwstok. • Houd de aanduwstok op z’n plaats wanneer u hem niet gebruikt. • Verwijder niet spaanders of andere delen van het werkstuk uit het schaafgebied, terwijl het beitelblok draait. • Afmetingen van het werkstuk: – Zonder aanvullende ondersteuning is de machine bedoeld voor een maximaal werkstukformaat van: SCHAAFMACHINE – Hoogte 140 mm bij breedte 260 mm bij lengte 500 mm – Zaag nooit werkstukken korter dan 300 mm VANDIKTEBANK – Hoogte 160 mm bij breedte 260 mm bij lengte 600 mm – Zaag nooit werkstukken korter dan 500 mm – Een langer werkstuk moet worden ondersteund door een geschikte aanvullende tafel, bijv. een rollentafel. • In het geval van een ongeval of van storing van de machine moet u de machine onmiddellijk uitschakelen en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken. 55 N ED E R L A ND S • Rapporteer de storing en breng een geschikte markering op de machine aan zodat wordt voorkomen dat anderen de niet goed functionerende machine gebruiken. • ALLEEN SCHAAFMACHINE: Schakel, wanneer het beitelblok is geblokkeerd als gevolg van abnormale aanvoerdruk tijdens het zagen, de machine uit en trek de stekker uit het stopcontact. Verwijder het werkstuk en zorg voor vrijloop van het beitelblok. Schakel de machine in start de zaagwerkzaamheden weer met verminderde aanvoerdruk. • Zorg ervoor dat een gedeelte van het beitelblok dat niet wordt gebruikt voor het schaven, veilig is afgeschermd. 1 Adapter voor de stofafzuigingspoort 1 Doos die bevat: 1 Langsgeleiding 1 Aanduwstok 1 Zak die bevat: 1 Inbusssleutel 2,5 mm 1 Inbusssleutel 4 mm 1 Inbusssleutel 5 mm 1 Inbusssleutel 6 mm 1 Steeksleutel 13/10 mm Overige risico’s De volgende risico’s horen bij het gebruik van schaafmachines: Ondanks het toepassen van de relevante veiligheidsvoorschriften en het toepassen van veiligheidsapparaten kunnen sommige overige risico’s niet worden vermeden. Dit zijn: – Risico’s van ongelukken die worden veroorzaakt door de onbedekte gedeelten van de draaiende beitel. – Risico van letsel bij het verwisselen van de beitel. – Risico van het knellen van de vingers bij het openen van de beschermkappen. – Gezondheidsrisico’s die worden veroorzaakt door het inademen van stof dat ontstaat bij het schaven van hout, vooral eikenhout, beukenhout en MDF. De volgende factoren verhogen het risico van ademhalingsproblemen: 1 Afstelmeter 1 Hefhandgreep 2 Klemhandgrepen 4 Rubberen voeten 1 M8-slotbout 4 M8-moeren 4 Getande ringen D8 1 Platte ring D8 1 Doos die bevat: 4 Poten 2 Wielen 2 Wielbeugels 1 Zak die bevat: – Geen stofafzuiging bevestigd wanneer u hout zaagt. 2 Wielassen – Onvoldoende stofafzuiging doordat uitlaatfilters niet zijn gereinigd. 4 M8-slotbouten Markering op het gereedschap 2 M8 inbusbouten De volgende pictogrammen staan op het gereedschap vermeld: 4 M8-moeren 4 Vleugelmoeren Lees gebruiksaanwijzing voor gebruik. 4 Platte ringen D8 6 Spanringen D8 Draag gehoorbescherming. 1 Gebruiksaanwijzing 1 Opengewerkte tekening Draag oogbescherming. Draagpunt. • Controleer of het gereedschap, de onderdelen of accessoires mogelijk zijn beschadigd tijdens het transport. • Neem de tijd om deze handleiding grondig door te lezen en te begrijpen voordat u de apparatuur gebruikt. Beschrijving (afb. A1, A2) Houd handen weg bij zaagblad. Let goed op de aanvoerrichting wanneer u de machine gebruikt in de vandiktestand. Gebruik de machine nooit zonder dat de vergaarbak voor de spaanders is bevestigd. Let goed op de aanvoerrichting wanneer u de machine gebruikt in de schaafstand. Gebruik de machine nooit zonder dat de vergaarbak voor de spaanders is bevestigd. Controleer dat de beitels goed zijn afgesteld. Laat de beitels niet meer uitsteken uit de beitelkop dan 1,1 mm. WAARSCHUWING: Pas het gereedschap of een onderdeel ervan nooit aan. Dit kan schade of persoonlijk letsel tot gevolg hebben. AFB. A1 1. Aan/Uit-schakelaar 2. Hefhandgreep 3. Lagere tafel 4. Beschermkap/spaandervergaarbak 5. Schaal lagere tafel 6. Aanduwstok 7. Klemhandgreep langsgeleiding POSITIE DATUMCODE (AFB. [FIG.] A1) 8. Langsgeleiding De datumcode (36), die ook het jaar van fabricage bevat, is binnen in de behuizing geprint. AFB. A2 Voorbeeld: 10. Afstelknop schaafdiepte 2010 XX XX Jaar van fabricage Inhoud van de verpakking De verpakking bevat: 1 Gedeeltelijk gemonteerde schaaf- en vandiktebank 1 Beschermkap 1 Beschermkap/spaandervergaarbak 56 9. Bovenste tafel 11. Schaal bovenste tafel 12. Klem handgreep beschermkap 13. Beschermkap GEBRUIKSDOEL Uw DEWALT D27300/D27300T Schaafmachine en Vandiktebank zijn ontworpen voor professioneel schaven en zagen van hardhout en zachthout. De machine voert schaaf- en vandiktewerkzaamheden gemakkelijk, nauwkeurig en veilig uit. N EDERLANDS Het beitelblok is ontworpen voor nominale 260 mm beitels (DE7333). WAARSCHUWING! Gebruik de machine niet voor andere doeleinden dan worden beschreven. GEBRUIK ZE NIET bij natte omstandigheden of in de aanwezigheid van ontvlambare vloeistoffen of gassen. 3. Plaats een getande ring (20) en een moer (18) op het draadeind van de voet. 4. Draai de moeren aan. 5. Zet de machine rechtop. 6. Zet de machine vast op de werkbank. Deze schaafmachines zijn professioneel elektrisch gereedschap. De poten monteren (afb. D1-D3) LAAT GEEN kinderen in contact met het gereedschap komen. Toezicht is vereist als onervaren gebruikers dit gereedschap bedienen. Wanneer de poten zijn gemonteerd kan de machine op zichzelf staand worden gebruikt. Vereiste hardware-onderdelen: 4 slotbouten (16), 4 vleugelmoeren (19), 4 platte ringen (21) (afb. D1). Elektrische veiligheid De elektrische motor is slechts voor een spanning (400 V – 3 Ph) en slechts voor twee spanningen (230 – 1 Ph) ontworpen. Controleer altijd of de stroomvoorziening overeenkomt met de voltage op het typeplaatje. Als het stroomsnoer is beschadigd, moet het worden vervangen door een speciaal geprepareerd snoer dat leverbaar is via de DEWALT servicedienst. 1. Zet de machine zo op haar kant dat het vandikte-uitvoerframe (24) op de vloer rust (afb. D2). WAARSCHUWING: Zorg er vooral voor dat de afstelknop voor de schaafdiepte (10) de vloer niet raakt. 2. Steek een poot (27) in elk van de bovenste gaten (28) die zich aan de randen in de onderzijde van de machinebehuizing bevinden. 3. Steek een slotbout (16) door de gaten in de poten en in de machinebehuizing. Een verlengsnoer gebruiken 4. Plaats een platte ring (21) en een vleugelmoer (19) op de bouten. Gebruik, als een verlengsnoer nodig is, een goedgekeurd 3-aderig verlengsnoer dat geschikt is voor de stroomvoorziening van dit gereedschap (zie technische gegevens). De minimale geleidergrootte is 1,5 mm2; de maximale lengte is 20 m. 5. Draai de vleugelmoeren aan. Als u een haspel gebruikt, dient u het snoer altijd volledig af te rollen. MONTAGE EN AANPASSINGEN WAARSCHUWING: Beperk het risico van letsel, zet de unit uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u accessoires plaatst of verwijdert, voordat u aanpassingen aanbrengt of een andere opstelling kiest of wanneer u reparaties uitvoert. Controleer dat de aan/ uit-schakelaar in de stand OFF (UIT) staat. Letsel zou het gevolg kunnen zijn als het gereedschap per ongeluk wordt gestart. WAARSCHUWING: Trek vóór montage altijd de stekker uit het stopcontact. De machine uitpakken (afb. B1) 1. Verwijder het losse verpakkingsmateriaal uit de doos. 2. Til de machine uit de doos. 3. Verwijder de onderdelendoos uit het binnenste van de machine. 4. Verwijder eventueel overig verpakkingsmateriaal van de machine. AANDUIDING VAN DE HARDWARE-ONDERDELEN (AFB. B2) 6. Zet de machine zo op haar kant dat de schaaf-uitvoertafel (29) op de vloer rust (afb. D3). 7. Herhaal dit voor de andere voeten. 8. Monteer de zwenkwielen zoals hieronder wordt beschreven. De zwenkwielen monteren (afb. E1-E3) Vereiste hardware-onderdelen: 2 wielbeugels (14), 2 wielassen (15), 2 bouten (17), 4 moeren (18), 2 platte ringen (21), 2 spanringen (23) (afb. E1). 1. Lijn de wielen (30) uit met de beugels (14) en steek een wielas (15) door de gaten van de montagedelen (afb. E2). 2. Plaats een platte ring (21) en een moer (18) op het draadeind van de assen. 3. Draai de moeren aan. 4. Monteer een wiel (31) op elk van de bovenste poten (32) met behulp van een inbusbout (17), spanring (23) en moer (18) (afb. E3). 5. Draai de moeren aan. 6. Zet de machine rechtop. De langsgeleiding monteren (afb. F1, F2) 1. Plaats de langsgeleiding (8) op de langsgeleidinghouder (33) (afb. F1). Wij adviseren u alle hardware-onderdelen uit te pakken en te sorteren. 2. Plaats een slotbout (16) van onder af door de houder en de langsgeleiding. 14. Wielbeugel 3. Plaats een platte ring (22) op de bout (16) (afb. F2). 15. Wielas 4. Pas de klemhandgreep (7) op de bout (16). 16. M8-slotbout 17. M8-inbusbout 18. M8-moer 19. Vleugelmoer De brugbeschermkap monteren (afb. G1, G2) 1. Plaats de beschermkap (13) in de beschermkapkolom (34) (afb. G1). 20. Getande ring D8 2. Zet de beschermkap op z’n plaats door de vergrendelschroef (35) aan te brengen. 21. Platte ring D8 3. Breng de klemhandgreep (12) aan op de kolom (34) (afb. G2). 22. Platte ring D8 23. Spanring D8 De voeten monteren (afb. C1, C2) Wanneer u de poten op de machine monteert, kunt u de machine een werkblad plaatsen. Zet de machine vast op het werkblad, zodat u er veilig mee kunt werken. Vereiste hardware-onderdelen: 4 moeren (18), 4 getande ringen (20) (afb. C1). 1. Zet de machine zo op haar kant dat het vandikte-uitvoerframe (24) op de vloer rust (afb. C2). WAARSCHUWING: Zorg er vooral voor dat de afstelknop voor de schaafdiepte (10) de vloer niet raakt. 2. Streek een voet (25) in elk van de buitenste nokken (26) die zich in de onderzijde van de machinebehuizing bevinden. De beschermkap/spaanderopvangbak monteren Wanneer u de machine in de schaafstand gebruikt, moet de beschermkap/spaanderopvangbak onder de bovenste tafel worden gemonteerd. Wanneer u de machine in de vandiktestand gebruikt, moet de beschermkap/spaanderopvangbak boven op de bovenste tafel worden gemonteerd. VANDIKTESTAND (AFB. A1, H1, H2) OPMERKING: De beschermkap/spaanderopvangbak staat in de schaafstand. 1. Draai de knoppen los (68, 69) zodat u de beschermkap/ spaanderopvangbak (4) van de bovenste tafel (9) kunt losnemen. 2. Draai de beschermkap/spaanderopvangbak 180˚. 57 N ED E R L A ND S 3. Schuif de beschermkap/spaanderopvangbak (4) langs de bovenste tafel (9), tot de knop (67) op één lijn staat met de microschakelaar (66). 4. Zet de beschermkap/spaanderopvangbak vast door de knoppen (67, 69) aan te draaien. SCHAAFSTAND (AFB. G1, G2, H3, H4) 1. Draai de hefhandgreep (2) zo dat de onderste tafel (9) geheel omlaag staat. 2. Draai de knoppen los (67, 69) zodat u de beschermkap/ spaanderopvangbak (4) van de bovenste tafel kunt losnemen. 3. Schuif de beschermkap/spaanderopvangbak van de bovenste tafel. 4. Draai de beschermkap/spaanderopvangbak 180˚. 5. Houd de 2 externe stofpoortribben van de beschermkap/ spaanderopvangbak tegenover de 2 sleuven in het zijpaneel. 6. Schuif de beschermkap/spaanderopvangbak naar voren in de microschakelaar (66). 7. Zet de beschermkap/spaanderopvangbak vast door de knoppen (68, 69) aan te draaien. 8. Breng de beschermkap (13) omlaag totdat deze contact maakt met de spaanderopvangbak en zet vast met de hefboom (12). OPMERKING: Als u stofafzuiging gebruikt, brengt u de bovenste tafel helemaal omlaag en bevestigt u de adapter op de stofkoker en brengt u vervolgens de bovenste tafel weer omhoog tot deze contact maakt met de adapter. Aanpassing WAARSCHUWING: Trek vóór de aanpassing altijd de stekker uit het stopcontact. DE LANGSGELEIDING AANPASSEN (AFB. I1–I3) De rechte hoek aanpassen (afb. I1) De langsgeleiding heeft een verstelbare stop voor gemakkelijke aanpassing van de rechte hoek. 1. Maak de klemhandgreep van de hoek los (40). 2. Drukte langsgeleiding recht omhoog zodat deze volledig verticaal is en zet de klemhandgreep vast. 3. Plaats een winkelhaak (41) op de tafel en tegen de langsgeleiding (8). 4. Ga als volgt te werk, als aanpassing nodig is: 5. Draai de moer (42) enkele slagen los en draai de schroef van de stop voor de aanpassing van de verticale positie (43) in of uit tot de langsgeleiding in een hoek van 90° staat ten opzichte van de tafel zoals door de winkelhaak wordt aangeduid. De afschuinhoek aanpassen (afb. I2) 1. Maak de klemhandgreep van de hoek los (40). 2 Verplaats de langsgeleiding (8) langs haar lengteas zodat de gewenste hoek ontstaat. 3. Controleer dat de onderste rand van de langsgeleiding de bovenzijde van de tafel (9) raakt. 4. Zet de klemhandgreep van de hoek vast. De schaafbreedte aanpassen (afb. I3) 1. Maak de klemhandgreep van de langsgeleiding los (7). 2. Verplaats de langsgeleiding (8) over de bovenste tafel (9) voor de gewenste breedte. 3. Zet de klemhandgreep van de langsgeleiding vast. DE BESCHERMKAP AFSTELLEN (AFB. J) De beschermkap kan worden afgesteld op iedere vaste positie boven de tafel voor een optimale afscherming. WAARSCHUWING: Het is belangrijk dat u altijd de beschermkap afstelt op de schaafbreedte en de hoogte van het werkstuk. De breedte aanpassen 1. Draai de vergrendelknop (44) los. 2. Verplaats de beschermkap (13) naar de gewenste breedte. 3. Maak de afstelknop vast. 58 De hoogte aanpassen 1. Maak de klemhandgreep los (12). 2. Verplaats de beschermkapbeugel (45) naar de gewenste hoogte. 3. Zet de klemhandgreep vast. DE SCHAAFDIEPTE AANPASSEN (AFB. K, L1–L3) Schaafstand (afb. K) 1. Draai de vergrendelring (46) los. 2. Pak de diepteafstelknop (10) vast en pas de schaafdiepte aan met behulp van de schaal (47). – Draai naar rechts als u de schaafdiepte wilt laten afnemen. – Draai naar links als u de schaafdiepte wilt laten toenemen. 3. Maak de vergrendelring vast. Vandiktestand (afb. L1–L3) 1. Plaats de hefhandgrepen (2) op het uiteinde van de hefas (48) (afb. L1). 2. Draai de handgreep (rechts) tot deze contact maakt met de asmoer. 3. Draai de hefhandgreep naar links totdat deze uitkomt bij het gat en de vlakke zijde van de as. 4. Draai met een inbussleutel van 2,5 millimeter de deuvel van de hefhandgreep (afb. L2) vast. – Draai naar rechts als u de schaafdiepte wilt laten afnemen. – Draai naar links als u de schaafdiepte wilt laten toenemen. 5. Lees de voltooide dikte van uw werkstuk af op de diepteafstellingsschaal (5) (afb. L3). BEDIENING Instructies voor gebruik WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de veiligheidsinstructies en van toepassing zijnde voorschriften. WAARSCHUWING: Beperk het risico van ernstig persoonlijk letsel, schakel het gereedschap uit en trek de stekker van de machine uit het stopcontact voordat u aanpassingen uitvoert of hulpstukken of accessoires losneemt/installeert. Het is belangrijk dat de machine wordt geplaatst overeenkomstig uw ergonomische condities waar het betreft hoogte en stabiliteit van het werkblad. De plaats van de machine moet zo worden gekozen dat de gebruiker een goed overzicht heeft en voldoende ruimte rond de machine heeft voor het zonder enige beperkingen werken met het werkstuk. Voor ingebruikneming • Verwijder vreemde voorwerpen. Schaaf geen hout met losse knoesten. Schaaf geen hout dat veel knoesten heeft en erg krom is. In- en uitschakelen (afb. M) De aan/uit-schakelaar biedt meerdere voordelen: GEEN-VOLTAGE VRIJGAVEFUNCTIE Als de stroom om een bepaalde reden uitvalt, moet de schakelaar bewust opnieuw worden bediend. MOTOROVERBELASTINGSBESCHERMING Als de motor overbelast wordt, wordt de stroomvoorziening naar de motor afgesloten. Laat, als dat gebeurt, de motor 2 minuten afkoelen en druk daarna op de groene startknop. EXTRA VEILIGHEID De scharnierende veiligheidssluitplaat kan worden vergrendeld door de beugel door de overval te steken. De plaat dient ook als een “gemakkelijk te vinden” noodstopknop omdat door druk op de voorzijde van de plaat ook de stopknop wordt ingedrukt. 1. Schakel de machine in door op de groene startknop te drukken (53). 2. Schakel de machine uit door op de rode stopknop te drukken (54). N EDERLANDS WAARSCHUWING: Schakel de machine altijd uit wanneer het werk is voltooid en voordat u de stekker uit het stopcontact trekt. Schaven (afb. N1, N2) 2. Schaaf de stukken apart zodat er minder afval is. • U kunt ook eerst de bovenkant vlakschaven (55), het werkstuk omdraaien en de onderkant vlakschaven (56) (afb P4). Stofafzuiging (afb. A1) 1. Monteer de beschermkap/spaanderopvangbak zoals hierboven wordt beschreven. 2. Pas de langsgeleiding aan als dat nodig is. 3. Pas de beschermkap aan voor een optimale afscherming. De machine is voorzien van een stofafzuigingspoort van 100 mm op de beschermkap/spaanderopvangbak (4). Wanneer u een geschikte stofafzuiging plaatst, kan 90% van de geproduceerde spaanders worden opgevangen als de luchtstroom ten minste 20 m/s is. Sluit een geschikte stofafzuiging aan tijdens alle werkzaamheden. 4. Stel de schaafdiepte in. 5. Schakel de machine in. • Voer het werkstuk langzaam onder de beschermkap aan, terwijl u het stevig tegen de langsgeleiding gedrukt houdt. Sluit, wanneer dat maar mogelijk is, een toestel voor stofafzuiging aan dat is ontworpen in overeenstemming met de relevante voorschriften voor stofemissie. • Voer het werkstuk aan in de richting van de nerf. Vervoer (afb. Q1, Q2) • Denk eraan de aanduwstok te gebruiken wanneer u dicht bij de beitelkop komt. De zwenkwielen (30) maken het gemakkelijker de machine te vervoeren. Houd de handgreep stevig vast met beide handen en vervoer de machine zoals wordt getoond in afbeelding Q2. Vandikteschaven (afb. A2, O1, O2) 1. Monteer de beschermkap/spaanderopvangbak zoals hierboven wordt beschreven. 2. Breng de beschermkap omlaag (13). 3. Stel de schaafdiepte in. 4. Schakel de machine in. • U bereikt de beste resultaten wanneer het werkstuk ten minste één vlak oppervlak heeft. • U bereikt de beste resultaten wanneer u beide zijden van het werkstuk schaaft tot de gewenste dikte is bereikt. Volg de richtlijnen voor de spaanafname en breedte van het materiaal zoals aangegeven in onderstaande tabel. Spaanafname (mm) 2,5 Zacht hout 1,6 Hard hout ONDERHOUD Uw elektrisch gereedschap van DEWALT is ontworpen voor gebruik gedurende lange tijd met een minimum aan onderhoud. Het continu naar tevredenheid functioneren hangt af van de juiste zorg voor het gereedschap en regelmatig schoonmaken. Voor een veilige werking moeten de anti-terugslagvoorziening en de voetassen iedere week worden geïnspecteerd zodat u ze in de juiste bedrijfsconditie kunt houden. WAARSCHUWING: Beperk het risico van letsel, zet de unit uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u accessoires plaatst of verwijdert, voordat u aanpassingen aanbrengt of een andere opstelling kiest of wanneer u reparaties uitvoert. Controleer dat de aan/uit-schakelaar in de stand OFF (UIT) staat. Letsel zou het gevolg kunnen zijn als het gereedschap per ongeluk wordt gestart. De beitels vervangen (afb. R1, R2) De machine is voorzien van een beitelkop met daarin twee beitels. WAARSCHUWING: Vervang de beitels altijd tegelijkertijd. 0,8 WAARSCHUWING! Bedenk dat de beitels alleen op de voorgeschreven manier moet worden vervangen. Monteer nooit andere beitels dan die welke kan worden aanbevolen. 0 20 50 100 150 200 250 300 Breedte van het materiaal (mm) Breedte van materiaal (mm) 1. Voer het werkstuk langzaam aan in de machine. 2. Voer het werkstuk aan in de richting van de nerf. Afbrokkeling Afbrokkeling is een deuk die wordt gemaakt wanneer de uiteinden van het werkstuk in contact komen met de beitels. U kunt afbrokkeling voorkomen door: 1. Het werkstuk vlak te houden gedurende de gehele schaafbewerking. 2. Het werkstuk vlak tegen de tafel te houden. Kromming (afb. P1-P4) Als uw werkstuk slechts een beetje krom is, schaaf dan beide zijden tot u de gewenste dikte bereikt. GEBOGEN WERKSTUKKEN (AFB. P1, P2) De aanvoerrollen en beitelkop zullen het werkstuk tijdelijk vlak maken (afb. P1). De gebogen vorm zal na het schaven echter terugkeren (afb. P2). • U kunt de kromming verwijderen door een vlakbank te gebruiken. HOLLE/BOLLE WERKSTUKKEN (AFB. P3, P4) WAARSCHUWING: Scherpe randen. WAARSCHUWING: Draag handschoenen wanneer u de beitels vervangt. WAARSCHUWING: Trek voor het vervangen van de beitels altijd de stekker van de machine uit het stopcontact. De beitels uitnemen 1. Verwijder de langsgeleiding en de beschermkap. 2. Draai voorzichtig de beitelkop (57) totdat het eerste blad zichtbaar wordt. 3. Draai de bouten (58) los met de meegeleverde steeksleutel. 4. Til de beitels (59) uit de beitelkop. Gebruik zo nodig een tang. 5. Haal de beitel (60) uit de houder (61). 6. Herhaal dit voor de andere beitel. De beitels monteren 1. Bevestig de beitel (60) in de houder (61). Controleer dat de buitenste boutkoppen (62) in de uitsparingen (63) vallen. 2. Monteer de beitels weer in de beitelkop (57). 3. Pas de beitels aan zoals hieronder wordt beschreven. 4. Draai de bouten aan (58) (aanhaalmoment: 6-8 Nm). 5. Herhaal dit voor de andere beitel. 1. Zaag het holle/bolle werkstuk overlangs in het midden (afb. P3). 59 N ED E R L A ND S De beitels afstellen (afb. R3) 1. Controleer de positie van de beitel (60) aan beide uiteinden. 2. Plaats de afstelmeter (64) over de beitelkop (57), zoals wordt getoond. 3. De onderste rand van de afstelmeter moet samenvallen met de punt van de beitel (60). • Ga als volgt te werk, als aanpassing nodig is: • Draai elk van de stelschroeven (65) zoveel als nodig is naar binnen of naar buiten totdat de punt van de beitel gelijk ligt met de afstelmeter. De beitels weer slijpen De beitels kunnen weer worden geslepen onder een hoek van 42°. WAARSCHUWING: De beitels kunnen weer worden geslepen tot maximaal 3 mm van hun oorspronkelijke groteis afgeslepen. Als de grootte van de beitel met 3 mm is afgenomen, moeten de beitels worden vervangen. Gescheiden inzameling van gebruikte producten of verpakkingen maakt het mogelijk dat materiaal kan worden gerecycled en nogmaals gebruikt. Het hergebruik van gerecycled materiaal helpt milieuvervuiling te voorkomen en vermindert de vraag naar grondstoffen. Plaatselijke bepalingen voorzien mogelijk in de gescheiden inzameling van elektrische producten uit een huishouden, op stedelijke inzamelingspunten of bij de detailhandelaar waar u een nieuw product aanschaft. DEWALT heeft een faciliteit voor het verzamelen van recyclen van DEWALT producten als ze eenmaal het einde van hun levensduur hebben bereikt. Stuur om van deze service gebruik te maken uw product a.u.b. terug naar iedere erkende reparateur die namens ons de verzameling op zich neemt. U kunt de locatie van de erkende reparateur die het dichtste bij u in de buurt is opzoeken door contact op te nemen met uw plaatselijke DEWALT kantoor zoals vermeld in deze handleiding. Een lijst van erkende DEWALT reparateurs en volledige details over onze after sales service zijn ook te vinden op internet via: www.2helpU.com. Smering Uw elektrische gereedschap heeft geen aanvullende smering nodig. Reiniging WAARSCHUWING: Blaas vuil en stof uit de hoofdbehuizing met droge lucht, zo vaak u ziet dat vuil zich in en rond de luchtopeningen ophoopt. Draag goedgekeurde oogbescherming en een goedgekeurd stofmasker als u deze procedure uitvoert. WAARSCHUWING: Gebruik nooit oplosmiddelen of andere bijtende chemicaliën voor het reinigen van niet-metalen onderdelen van het gereedschap. Deze chemicaliën kunnen het materiaal dat in deze onderdelen is gebruikt verzwakken. Gebruik een doek die uitsluitend met water en milde zeep is bevochtigd. Zorg dat er nooit enige vloeistof in het gereedschap komt; dompel nooit enig onderdeel van het gereedschap in een vloeistof. Controleer voor gebruik zorgvuldig de beitelkop om te zien of deze goed zal werken. Zorg ervoor dat hars, spaanders, stof of een deel van het werkstuk niet kunnen leiden tot blokkering van één van de functies. Vandiktestand: Als delen van het werkstuk vast zijn komen te zitten in de beitelkop en de aanvoerrollen, trek de stekker van de machine dan uit het stopcontact en verwijder de vastzittende delen. Houd de ventilatiesleuven vrij en reinig de behuizing regelmatig met een zachte doek. • Houd de tafels schoon en vrij van vet. Breng regelmatig wat was op de tafels aan. • Houd de machine vrij van stof en spaanders. • Controleer en reinig dagelijks de terugslag- en aanvoerassen. Optionele accessoires WAARSCHUWING: Aangezien accessoires die niet door DEWALT zijn aangeboden niet met dit product zijn getest, kan het gebruik van dergelijke accessoires met dit gereedschap gevaarlijk zijn. Om het risico op letsel te verminderen dient u uitsluitend door DEWALT aanbevolen accessoires met dit product te gebruiken. Deze bevatten reservebeitels (DE7333). Neem contact op met uw leverancier voor verdere informatie over de geschikte accessoires. Bescherming van het milieu Gescheiden afvalinzameling. Dit product mag niet bij het normale huishoudelijke afval worden aangeboden. 60 Als u op een dag bemerkt dat uw DEWALT product vervangen dient te worden of dat u er verder geen gebruik meer van maakt, mag u het niet als normaal huishoudelijk afval aanbieden. Bied dit product aan bij de gescheiden afvalinzameling. N EDERLANDS GARANTIE DEWALT vertrouwt op de kwaliteit van zijn producten en biedt professionele gebruikers van het product een uitstekende garantie. Deze garantieverklaring is een aanvulling op uw contractuele rechten als een professionele gebruiker of uw wettelijke rechten als een particuliere, niet-professionele gebruiker, en is op geen enkele wijze van invloed op deze rechten. De garantie is geldig binnen het grondgebied van de Lidstaten van de Europese Unie en de Europese Vrijhandelszone. • 30 DAGEN NIET GOED GELD TERUG GARANTIE • Als u niet geheel tevreden bent over de prestaties van uw DEWALT-gereedschap, kunt u dit compleet met de originele onderdelen, zoals u het hebt aangekocht. binnen 30 dagen, gewoon terugbrengen bij het verkooppunt en omruilen voor een ander stuk gereedschap of tegen restitutie van het aankoopbedrag. Het product mag niet in onredelijke mate zijn versleten en u dient een aankoopbewijs te overleggen. • EEN JAAR GRATIS ONDERHOUDSCONTRACT • Als onderhouds- of servicewerkzaamheden nodig zijn voor uw DEWALT-gereedschap, in de 12 maanden na uw aankoop, hebt u recht op één jaar gratis service. Deze zal kosteloos worden uitgevoerd in een DEWALT-servicecentrum. U dient een aankoopbewijs te overleggen. Inclusief arbeidskosten. Exclusief accessoires en reserveonderdelen, tenzij deze defect raakten en onder de garantie vielen. • EEN JAAR VOLLEDIGE GARANTIE • Als uw DEWALT-product defect raakt als gevolg van het gebruik van verkeerde materialen of onjuiste constructie binnen 12 maanden na de datum van aankoop, garandeert DEWALT alle defecte onderdelen gratis te vervangen of – naar onze beoordeling – het apparaat gratis te vervangen, op voorwaarde dat: • Het product niet verkeerd gebruikt is; • Het product in redelijke mate is versleten; • Er geen reparaties zijn ondernomen door nietgeautoriseerde personen; • U een aankoopbewijs kunt overleggen; • Het product compleet met alle originele onderdelen wordt geretourneerd. Als u aanspraak wilt maken op de garantie, neem dan contact op met uw leverancier of zoek het officiële DEWALTservicecentrum bij u in de buurt in de DEWALT-catalogus of neem contact op met het DEWALT-kantoor op het adres dat wordt vermeld in deze handleiding. Een lijst van officiële DEWALT-servicecentra en volledige details over onze after-salesservice zijn ook te vinden op internet via: www.2helpU.com. 61
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112

DeWalt D27300 de handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor