Electrolux Algemeen fornuis Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruiksaanwi
j
zin
g
Fornuizen
Welkom in de wereld van Electrolux
Wij danken je voor de keuze van een Electrolux product van hoge kwaliteit en wij zijn
er zeker van dat het je naar volle tevredenheid tot dienst zal zijn.
Het doel van Electrolux bestaat uit het aanbeiden van kwaliteitsproducten die
ontworpen zijn om je leven comfortabeler te maken.
We nodigen je uit om enkele minuten tijd aan de raadpleging van deze handleiding te
besteden om alle voordelen van je nieuwe apparaat te kunnen benutten.
Dit product zal je een maximaal rendement bieden in combinatie met een uiterst
gemakkelijk gebruik.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATEUR: deze zijn bestemd voor de bevoegde
technicus bestemd, die een geschikte controle van de gas installatie dient uit te
voeren, de installatie in te bouwen en zorgen voor de inbedrijfstelling en de test van
het toestel.
AANWIJZINGEN VOOR DE VERBRUIKER: deze geven raadgevingen m.b.t. het
gebruik, de beschrijving van de bedieningen en de passende reiniging - en
onderhoudsbewerkingen van het toestel.
We dachten aan jou
toen we dit product gecreëerd hebben
Inhoudsopgave
3
1. Algemene aanwijzingen ___________________________________ 5
1.1 Technische bijstand _______________________________________________________ 5
2. Waarschuwingen voor de veiligheid en het gebruik ______________ 6
3. Installatie_______________________________________________ 8
3.1 Algemene waarschuwingen _________________________________________________ 8
3.2 Montage van de instelbare voeten ____________________________________________ 8
3.3 Elektrische aansluiting _____________________________________________________ 9
3.4 Vermogen van de plaat in vuurvast aardewerk _________________________________ 11
3.5 Ventilatie in vertrekken met gasapparaten _____________________________________ 12
3.6 Gasaansluiting __________________________________________________________ 13
3.7 Gasafstellingen__________________________________________________________ 15
3.8 Aansluiting aan vloeibaar gas_______________________________________________ 15
4. Eindbewerkingen _______________________________________ 16
4.1 Nivellering van het fornuis ten opzichte van de vloer _____________________________ 16
5. Beschrijving van de bedieningen ___________________________ 17
5.1 Het voorpaneel__________________________________________________________ 17
6. Gebruik van de kookplaat_________________________________ 23
6.1 Inschakeling van de branders_______________________________________________ 23
6.2 Uitschakeling van de branders______________________________________________ 23
7. Gebruik van de fry-top ___________________________________ 24
7.1 Vooraleer de fry-top in werking te stellen ______________________________________ 24
7.2 Inschakeling ____________________________________________________________ 24
7.3 Gebruikstabel van de energieregelaar ________________________________________ 24
7.4 Uitschakeling ___________________________________________________________ 24
8. Gebruik van de plaat in vuurvast aardewerk___________________ 25
8.1 Algemene waarschuwingen ________________________________________________ 25
8.2 Inschakeling ____________________________________________________________ 25
8.3 Uitschakeling ___________________________________________________________ 25
9. Gebruik van de ovens____________________________________ 26
9.1 Algemene waarschuwingen ________________________________________________ 26
9.2 Opberglade_____________________________________________________________ 26
9.3 Gebruik van de elektrische, multifunctionele oven _______________________________ 26
9.4 Gebruik van de hulpoven met natuurlijke convectie______________________________ 28
Inhoudsopgave
10. Aanbevelingen voor het koken ____________________________ 29
10.1 Aanbevelingen voor een correct gebruik van de branders_________________________ 29
10.2 Aanbevelingen voor een correct gebruik van de fry-top___________________________ 29
10.3 Aanbevelingen voor een correct gebruik van de plaat in vuurvast aardewerk __________ 29
10.4 Aanbevelingen voor een correct gebruik van de oven ____________________________ 29
11. Reiniging en onderhoud _________________________________ 32
11.1 Reiniging van de oppervlakken in roestvrij staal_________________________________ 32
11.2 Reiniging van de geëmailleerde oppervlakken__________________________________ 32
11.3 Reiniging van de gelakte oppervlakken _______________________________________ 32
11.4 Reiniging van de knoppen en het bedienpaneel_________________________________ 32
11.5 Reiniging van de roosters en branders________________________________________ 32
11.6 Reiniging van de bougies en thermo - elementen _______________________________ 33
11.7 Reiniging van de fry-top ___________________________________________________ 33
11.8 Reiniging van de plaat in vuurvast aardewerk __________________________________ 33
11.9 Reiniging van de oven ____________________________________________________ 34
11.10 Vervanging van het verlichtingslampje van de oven______________________________ 34
12. Groot onderhoud_______________________________________ 35
12.1 Demontage van de ovendeur_______________________________________________ 35
12.2 Verwijdering van de ondersteuningsframe aan de zijkanten _______________________ 36
12.3 Demontage en reiniging van de interne ventilator van de oven _____________________ 36
12.4 Hoogteinstelling van de lade _______________________________________________ 36
Waarschuwingen
5
Deze handleiding voor gebruik en onderhoud maakt integraal deel uit van het gekochte product. De
operator heeft de plicht de handleiding op correcte wijze te bewaren en ervoor te zorgen dat hij altijd
voor raadpleging ter beschikking staat tijdens de onderhoudswerkzaamheden van het product.
Bewaar deze handleiding voor toekomstige raadpleging. Indien het product doorverkocht wordt moet
deze handleiding overgaan naar iedere volgende houder of gebruiker van het product.
De fabrikant stelt zich niet aansprakelijk voor mogelijke onjuistheden die te wijten zijn aan druk- of
overschrijffouten die in dit boekje staan. De fabrikant behoudt zich het recht voor om wijzigingen aan
de eigen producten aan te brengen, die zij noodzakelijk of nuttig acht, ook in het belang van de
gebruikers, zonder dat de fundamentele kenmerken op het gebied van de werkzaamheid en de
veiligheid gecompromitteerd worden.
KLASSEN VAN DE APPARATEN
De in het bijgevoegde handboek beschreven kookplaten behoren aan de volgende
installatieklassen toe:
1 Klasse: kookplaat niet voor inbouw bedoeld;
2 Klasse – 1 Subklasse: kookplaat voor de inbouw tussen twee
meubels, bestaande uit een stuk, maar waar de zijkanten steeds
toegankelijk blijven.
1. Algemene aanwijzingen
Dit product voldoet aan de vereisten van de EU richtlijnen:
73/23/EEC m.b.t. “Laagspanning”.
89/336/EEC m.b.t. "Elektromagnetische storing”.
90/396/ EEC m.b.t. "Gastoestellen”.
89/109/EEC m.b.t. "Materialen in aanraking met voedsel”.
Het apparaat is in overeenstemming met Richtlijn 2002/95/EG (RoHS - Reduction of Hazardous
Substances) inzake de beperking van het gebruik van gevaarlijke substanties in fabricagematerialen.
1.1 Technische bijstand
Alvorens dit toestel de fabriek verliet, werd het getest en bekwame en gespecialiseerd personeel
afgesteld, om de beste bewerkingsresultaten te garanderen. Elke noodzakelijke reparatie of
afstelling dient nauwkeurig en oplettend uitgevoerd te worden. Wend U zich daarom steeds tot de
Concessiehouder die het toestel verkocht heeft of tot het dichtbij gelegen servicecentrum en geeft
u daarbij steeds de aard van storing en het model van toestel aan.
Waarschuwingen
6
2. Waarschuwingen voor de veiligheid en het gebruik
DIT HANDBOEK IS EEN NOODZAKELIJK DEEL VAN HET TOESTEL. HET MOET INTACT BEWAARD WORDEN EN
STEEDS BESCHIKBAAR ZIJN GEDURENDE DE LEVENSCYCLUS VAN DE KOOKPLAAT. WIJ RADEN U AAN DIT
HANDBOEK EN DE AANWIJZINGEN ERIN NAUWKEURIG TE LEZEN ALVORENS DE KOOKPLAAT IN GEBRUIK TE
NEMEN. BEWAAR, INDIEN AANWEZIG, OOK DE SERIE BIJGELEVERDE STRAALPIJPJES. ALLEEN BEVOEGD
PERSONEEL MAG DE KOOKPLAAT VOLGENS DE WETTELIJKE RICHTLIJNEN INSTALLEREN. DIT TOESTEL IS
VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK BEDOELD EN IS OVEREENKOMSTIG MET DE IN KRACHT ZIJNDE EEC
RICHTLIJNEN. HET TOESTEL IS GEBOUWD OM DE VOLGENDE FUNCTIES UIT TE VOEREN: HET KOKEN EN
OPWARMEN VAN VOEDSEL; HET MAG NIET VOOR ANDERE DOELEN GEBRUIKT WORDEN. DE FABRIKANT WIJST
IEDER VERANTWOORDELIJKHEID AF BIJ EEN ONJUIST GEBRUIK.
OP HET MOMENT VAN AANKOOP WORDT DE OPERATOR RECHTSTREEKS VERANTWOORDELIJK VOOR HET
PRODUCT EN ZAL HIJ DUS MOETEN CONTROLEREN, TIJDENS HET GEWONE GEBRUIK VAN HET PRODUCT, OF
IN DE LOOP DER TIJD GEEN INSTABILITEIT, VERVORMINGEN, SLIJTAGE EN BREUKEN OPTREDEN, WAARDOOR
DE VEILIGHEID AFNEEMT.
HET PRODUCT IS ONTWORPEN EN TOT STAND GEKOMEN OM ONDER VEILIGE OMSTANDIGHEDEN TE KUNNEN
WERKEN EN GEEN GEVAAR VOOR PERSONEN, HUISDIEREN EN VOORWERPEN TE VORMEN.
LAAT DE VERPAKKINGSRESTEN NIET ZONDER TOEZICHT IN HET HUISHOUDEN LIGGEN. SCHEID DE
VERSCHILLENDE AFVALMATERIALEN VAN DE VERPAKKING EN BRENG DEZE NAAR HET DICHTBIJ GELEGEN
CENTRUM VOOR HET INZAMELEN VAN GESCHEIDEN AFVAL.
DE AARDVERBINDING IS VERPLICHTEND EN MOET VOLGENS DE BESTAANDE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOOR ELEKTRISCHE INSTALLATIES UITGEVOERD WORDEN.
DE STEKKER DIE AAN DE ELEKTRISCHE VOEDINGSKABEL VERBONDEN WORDT EN HET PASSENDE
STOPCONTACT MOETEN VAN HETZELFDE MODEL ZIJN EN OVEREENKOMSTIG MET DE GELDENDE
VOORSCHRIFTEN. NA DE INSTALLATIE VAN HET TOESTEL MOET DE STEKKER VOOR DE PERIODIEKE
CONTROLE TOEGANKELIJK ZIJN.
TREK NIET AAN DE KABEL OM DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE HALEN.
INDIEN DE GASKRANEN WEERSTAND BIEDEN TEGEN HET DRAAIEN VAN DE KNOPPEN, MOETEN DE KRANEN
INGESMEERD WORDEN MET EEN SPECIFIEK PRODUCT BESTAND TEGEN HOGE TEMPERATUREN.
DEZE BEWERKING DIENT DOOR DE TECHNISCHE KLANTENDIENST UITGEVOERD TE WORDEN.
VOER ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE EEN KORTE TEST VAN HET TOESTEL UIT VOLGENS DE NAVOLGENDE
WEERGEGEVEN INSTRUCTIES. BIJ ONTBREKENDE WERKING, HET TOESTEL VAN HET STROOMNET
ONTKOPPELEN EN DIRECT CONTACT MET HET DICHTBIJ GELEGEN TECHNISCHE SERVICECENTRUM OPNEMEN.
PROBEER NIET HET TOESTEL ZELF TE REPAREREN.
CONTROLEER STEEDS DAT DE BEDIENKNOPPEN ZICH OP HET EINDE VAN IEDERE PLAATBEWERKING IN DE
“NUL” POSITIE BEVINDEN (UIT).
NOOIT ONTVLAMBARE VOORWERPEN IN DE OVEN PLAATSEN: INDIEN DE OVEN TOEVALLIG ZOU WORDEN
INGESCHAKELD ZOU ER EEN BRAND KUNNEN ONTSTAAN. BIJ BRAND: DE GASHOOFDKRAAN DICHTDRAAIEN
EN DE ELEKTRICITEIT AFSLUITEN; GEEN WATER OP HET BRANDENDE OF KOKENDE OLIE GIETEN. GEEN
ONTVLAMBARE PRODUCTEN OF AEROSOL FLESSEN DICHT BIJ HET TOESTEL PLAATSEN EN NIET IN DE
NABIJHEID VAN DE INGESCHAKELDE BRANDERS VERSTUIVEN. GEEN WIJDE KLEDEREN OF ACCESSOIRES
DRAGEN WANNEER DE BRANDERS INGESCHAKELD ZIJN: INDIEN HET TEXTIEL ONTVLAMT KAN DIT ERNSTIGE
BRANDWONDEN AAN DE PERSOON VEROORZAKEN.
Waarschuwingen
7
GEEN POTTEN EN PANNEN MET ONREGELMATIGE BODEM OP DE KOOKPLAAT PLAATSEN.
GEEN RECIPIËNTEN OF VLEESROOSTERS GEBRUIKEN DIE DE UITWENDIGE OMTREK VAN DE PLAAT
OVERSCHRIJDEN.
HET IDENTITEITSPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET REGISTRATIENUMMER EN DE MERKING
BEVINDEN ZICH OP DE ACHTERKANT VAN HET TOESTEL.
HET PLAATJE MAG NOOIT VERWIJDERD WORDEN.
HET APPARAAT IS BESTEMD OM DOOR VOLWASSENEN GEBRUIKT TE WORDEN. STA HET KINDEREN NIET TOE
HET APPARAAT TE NADEREN OF HET APPARAAT IN HUN SPEL TE BETREKKEN. VERMIJD HET OBJECTEN OP
HET APPARAAT TE PLAATSEN DIE DE AANDACHT VAN KINDEREN KUNNEN TREKKEN. DE VERHITTING VAN
ENKELE DELEN VAN HET APPARAAT EN VAN DE GEBRUIKTE PANNEN KUNNEN POTENTIËLE BRONNEN VAN
GEVAAR VORMEN. TIJDENS DE WERKING EN TIJDENS DE VOLLEDIGE TIJD DIE VOOR DE KOELING NODIG IS,
MOETEN DE PANNEN DAN OOK ZO GEPLAATST WORDEN DAT HET GEVAAR OP BRANDWONDEN EN OMVALLEN
VERMEDEN WORDT. VERMIJD HET DE OVENDEUR OPEN TE LATEN STAAN, ZOWEL TIJDENS DE WERKING ALS
TIJDENS DE MINUTEN NA DE UITSCHAKELING. VERMIJD HET EVENEENS DE VERHITTINGSELEMENTEN VAN DE
OVEN AAN TE RAKEN.
INDIEN MEN ZICH OP DE OPEN OVENDEUR, DE SCHUIFLADEN OF DE OPBERGRUIMTE ZET OF LEUNT, KAN DIT
HET OMSTOTEN VAN HET TOESTEL VEROORZAKEN, MET DAAROPVOLGEND GEVAAR AAN PERSONEN.
DE SCHUIFLADEN HEBBEN EEN DYNAMISCH DRAAGVERMOGEN VAN 25 KG.
INDIEN HET FORNUIS OP EEN VOETSTUK STAAT, MOETEN MAATREGELEN GETROFFEN WORDEN OM TE
VOORKOMEN DAT HET DAAR VAN AF GLIJDT.
HET TOESTEL BUITEN GEBRUIK IN HET DICHTBIJ GELEGEN CENTRUM VOOR HET VERZAMELEN VAN
GESCHEIDEN AFVAL BRENGEN. SNIJ DE VOEDINGSKABEL DOOR NADAT DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT
GETROKKEN IS. MAAK DE DELEN ONSCHADELIJK DIE EEN GEVAAR VOOR KINDEREN KUNNEN VORMEN
(DEUREN, ENZ..).
DIT APPARAAT IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN VOLGENS DE EUROPESE RICHTLIJN 2002/96/EG INZAKE
AFGEDANKTE ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATEN (AEEA).
DOOR ERVOOR TE ZORGEN DAT DIT PRODUCT OP DE JUISTE MANIER ALS AFVAL WORDT VERWERKT, HELPT U
MOGELIJK NEGATIEVE CONSEQUENTIES VOOR HET MILIEU EN DE MENSELIJKE GEZONDHEID TE VOORKOMEN
DIE ANDERS ZOUDEN KUNNEN WORDEN VEROORZAAKT DOOR ONJUISTE VERWERKING VAN DIT PRODUCT ALS
AFVAL.
HET SYMBOOL OP HET PRODUCT OF OP DE BIJBEHORENDE DOCUMENTATIE GEEFT AAN DAT DIT PRODUCT
NIET ALS HUISHOUDELIJK AFVAL MAG WORDEN BEHANDELD. IN PLAATS DAARVAN MOET HET WORDEN
AFGEGEVEN BIJ EEN VERZAMELPUNT VOOR RECYCLING VAN ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATEN.
AFDANKING MOET WORDEN UITGEVOERD IN OVEREENSTEMMING MET DE PLAATSELIJKE
MILIEUVOORSCHRIFTEN VOOR AFVALVERWERKING. VOOR NADERE INFORMATIE OVER DE BEHANDELING,
TERUGWINNING EN RECYCLING VAN DIT PRODUCT WORDT U VERZOCHT CONTACT OP TE NEMEN MET HET
STADSKANTOOR IN UW WOONPLAATS, UW AFVALOPHAALDIENST OF DE WINKEL WAAR U HET PRODUCT HEEFT
AANGESCHAFT.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor eventuele persoonlijk of materiële schade als
gevolg van het niet in acht nemen van de bovengenoemde voorschriften of voortkomend uit
een onjuist gebruik van een enkel bestanddeel van het apparaat en het gebruik van niet
originele reserveonderdelen.
Aanwijzingen voor de installateur
8
3. Installatie
AFMETINGEN VAN DE FORNUIZEN
3.1 Algemene waarschuwingen
De volgende ingrepen mogen alleen door bevoegde installateur uitgevoerd worden. De
installateur is verantwoordelijk voor de juiste inbedrijfstelling volgens de geldende
veiligheidsvoorschriften. Alvorens het toestel in werking te zetten, moeten de plastische
beschermingen op het bedienpaneel, op de roestvrije onderdelen, enz. verwijderd worden.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor eventuele schade aan personen, dieren of
voorwerpen ten gevolge van het niet in acht nemen van de bovengenoemde normen. (zie
hoofdstuk “2. Waarschuwingen voor de veiligheid en het gebruik”).
De technische gegevens zijn aangegeven op het plaatje met de kenmerken, dat zich op de
achterkant van het toestel bevindt. De afstelvoorwaarden bevinden zich op een etiket, aangebracht
op de verpakking en op het toestel.
Gebruik de hangreep van de ovendeur niet voor verplaatsingsbewerkingen, inclusief deze
voor het verwijderen van het toestel uit de verpakking.
3.2 Montage van de instelbare voeten
Alvorens over te gaan tot het kantelen van het fornuis, wordt het aangeraden alle delen die niet
stabiel bevestigd zijn, met name de roosters van het kookvlak en de branders, te verwijderen. Om
het gewicht van het fornuis te verlagen, wordt het aangeraden alle accessoires uit de oven te
verwijderen, om te vermijden dat tijdens het kantelen schade kan ontstaan.
Het fornuis wordt geleverd met gedemonteerde voeten. Voordat verplaatsingen of aansluitingen
uitgevoerd worden, moeten de voeten uit de verpakking gehaald worden en vastgeschroefd
worden. Dit kan op twee manieren gebeuren:
A Door het toestel van de vloer op te tillen.
B Door het toestel op de achterkant te
leggen.
De definitieve instelling van de voeten, om
het toestel te nivelleren ten opzichte van de
vloer, moet uitgevoerd worden nadat de
gas- en elektrische aansluitingen tot
stand gebracht zijn.
Indien het nodig is het toestel te verplaatsen, dan moeten de voeten tot het einde toe
vastgeschroefd worden en pas ingesteld worden na afloop van de werkzaamheden.
Aanwijzingen voor de installateur
9
3.3 Elektrische aansluiting
Zich ervan verzekeren dat de voltage en dimensie van de voedingslijn in overeenkomst zijn met de
kenmerken aangegeven op het plaatje aan de achterkant van het toestel.
Het plaatje mag nooit verwijderd worden.
De stekker aan het einde van de voedingskabel en het stopcontact in de muur moeten van
hetzelfde model zijn en in overeenkomst met de geldende normen voor elektrische installaties.
Controleer dat de voedingslijn van een passende aardverbinding is voorzien. Na de installatie van
het toestel moet de stekker voor de periodieke controle toegankelijk zijn.
Voorzie op de voedingslijn van het toestel een meerpolige onderbreking met een openingsafstand
van tenminste 3 mm tussen de contacten, geplaatst in een gemakkelijk te bereiken positie en in de
nabijheid van het toestel.
Gebruik geen adapters, tussenverbindingen of afleiders.
Verzeker u van de efficiënte aarding alvorens de elektrische aansluiting uit te voeren.
Zich ervan verzekeren dat de begrenzerklep en de huishoudelijke installatie de elektrische lading
van het toestel kunnen dragen.
De geel/groene geaarde kabel mag niet onderbroken worden.
De elektrische kabel mag niet in aanraking komen met bestanddelen die een hogere temperatuur
dan 50°C bezitten.
3.3.1 Doorsnede van de elektrische voedingskabel
Gebruik een kabel met de kenmerken volgens de navolgende tabel en in overeenkomst met het
voedingstype.
Aansluiten op 400V3N~ (modellen aangesloten volgens SCHEMA
“A”): gebruik een vijfpolig kabel model H05RR-F (kabel van 5 x 2.5
mm²).
Aansluiten op 230V3~ (modellen aangesloten volgens SCHEMA
“C” maar door de Installateur veranderd volgens SCHEMA “B”):
gebruik een vierpolig kabel model H05RR-F (kabel van 4 x 4 mm²).
Aansluiten op 230V1N~ (modellen aangesloten volgens SCHEMA
“C”): tot aan 2.9 kW gebruik een driepolig kabel model H05RR-F (kabel
van 3 x 1.5 mm²); en van 2.9 kW tot aan 5.4 kW gebruik een driepolig
kabel model H05RR-F (kabel van 3 x 2.5 mm²); en van 5,4 kW tot aan 7
kW gebruik een driepolig kabel model H05RR-F (kabel van 3 x 4 mm
2
);
en van 7 kW gebruik een driepolig kabel model H05RR-F (kabel van 3 x
6 mm
2
).
De aan het toestel aan te sluiten einddelen moeten een geaarde kabel
(geel/groen) van langer dan 20 mm bedragen.
Aanwijzingen voor de installateur
10
3.3.2 Voedingstype
Er kunnen verschillende aansluitingen volgens de voltage bereikt worden door de steunstukken op
het klemmenbord te verplaatsen zoals aangegeven in de volgende schema’s.
De tabel “A
ANSLUITING OP HET AANSLUITBLOK” volgens het model raadplegen.
SCHEMA “A SCHEMA “B” SCHEMA “C”
AANSLUITING OP HET AANSLUITBLOK
MODEL
VERMOGEN kW VOEDING
FORNUIS 6 BRANDERS (1 OVEN) 2,9
SCHEMA “C”
FORNUIS KERAMISCHE KOOKPLAAT (1 OVEN) (5 RESISTERS) 12,7
SCHEMA “A
FORNUIS 6 BRANDERS (2 OVENS) 3,9
FORNUIS 4 BRANDERS (2 OVENS) + FRY-TOP 6,3
SCHEMA “C”
FORNUIS KERAMISCHE KOOKPLAAT (2 OVENS) (5 RESISTERS) 13,7
SCHEMA “A
DE MODELLEN AANGESLOTEN VOLGENS SCHEMA “A” KUNNEN DOOR DE INSTALLATEUR IN SCHEMA “B” WORDEN
VERANDERD.
DE MODELLEN AANGESLOTEN VOLGENS SCHEMA “C” KUNNEN DOOR DE INSTALLATEUR IN SCHEMA “A WORDEN
VERANDERD.
Aanwijzingen voor de installateur
11
3.3.3 Vervanging van de elektrische kabel
De vervanging van de elektrische kabel kan d.m.v. het klemmenbord geschieden. Het bevindt zich
op de achterkant van het toestel links boven, zoals aangegeven in de figuur.
Voor de vervanging van de kabel als volgt handelen:
De doos van het klemmenbord openen;
Schroef A, die de kabel blokkeert, afschroeven;
De schroefcontacten losmaken en de kabel met
een andere kabel van dezelfde lengte vervangen
en in overeenstemming met de kenmerken,
beschreven in tabel van hoofdstuk “3.3.1
Doorsnede van de elektrische voedingskabel”;
De geel-groene” aardverbinding wordt aan de
klem
aangesloten en moet langer zijn dan 20
mm t.o.z. de lijngeleiders;
De neutrale “blauwe” leiding wordt aangesloten
aan de klem met de merking N;
De lijngeleider wordt aangesloten aan de klem met
de merking L.
3.4 Vermogen van de plaat in vuurvast aardewerk
De plaat in vuurvast aardewerk drukt verschillede opnemingskrachten uit ten opzichte van het
gebruikte verwarmingselement. Het diagram toont de waarde van zulke vermogens.
In de voorziene gevallen betrekt zich de eerste numerieke waarde zich op het totale vermogen,
terwijl de waarde na het symbool “/” zich op de binnendiameter betrekt, uitgesloten het centrale
verwarmingselement, wiens waarde na het symbool “/” zich op de voorste diameter betrekt.
Aanwijzingen voor de installateur
12
3.5 Ventilatie in vertrekken met gasapparaten
Dit toestel is niet aan een uitlaatapparaat van verbrandingsproducten aangesloten, en moet dus in
overeenkomst met de geldende normen geïnstalleerd en aangesloten worden. De normen m.b.t. het
ventileren van de ruimten dienen bijzonder overwogen te worden.
Dit toestel mag alleen maar in goed geventileerde ruimten geïnstalleerd worden en in overeenkomst
met de geldende normen zodat met behulp van openingen aan de buitenwanden of door middel van
daarvoor bestemde leidingen, een natuurlijke of gedwongen ventilatie toegestaan wordt, die een
voortdurende en voldoende luchtstroom verzekert om de verbruikte lucht te ontlasten.
Indien er in alleen maar dit gasapparaat in het vertrek aanwezig is, dient een kap aangebracht te
worden, die de verbruikte lucht op een natuurlijke wijze en rechtstreeks ontlast d.m.v. een verticale
rechtlijnige leiding met een lengte van twee keer de diameter en een minimum doorsnede van
100 cm².
Voor de noodzakelijke frisse luchtstroom in het vertrek moet een overeenkomstige opening van
100 cm² voorzien worden, die rechtstreeks naar buiten voert en op de hoogte van de vloer
geplaatst is zodat hij niet langs de binnen- of de buitenkant zich kan verstoppen en de juiste
verbranding van de branders alsook de regelmatige ontlasting van de verbruikte lucht
gegarandeerd wordt, en met een hoogteverschil t.o.z. van de uitlaatopening van tenminste 180 cm.
Let erop dat de lucht noodzakelijk voor de verbranding nooit minder dan 2 m
3
/h voor elk kW
vermogen mag zijn (zie het totale kW vermogen dat zich op het technische plaatje van het toestel
bevindt).
In alle andere gevallen, wanneer zich andere gasapparaten in hetzelfde vertrek bevinden, of
wanneer geen rechtstreekse natuurlijke ventilatie mogelijk is, moet een natuurlijke indirecte of
gedwongen ventilatie aangebracht worden: voor deze ingreep dient men zich aan een
bevoegde technicus te wenden, die de installatie en de uitvoering van de ventilatie-
installatie uitvoert en alles met inachtneming van de geldende richtlijnen.
De plaatsing van de openingen mogen geen luchtstromen veroorzaken die niet door de bewoners
verdragen worden; bovendien is het verboden gebruikte rookafvoerbuizen van andere toestellen te
gebruiken voor de ontlading van de verbrandingsproducten.
Elektroventilator
Aanwijzingen voor de installateur
13
3.6 Gasaansluiting
De gasfornuizen voor huishoudelijk gebruik, die niet aangesloten zijn op een afvoerleiding van de
verbrandingsproducten, mogen geen concentratie koolstofmonoxide veroorzaken die een risico
van dien aard kan vormen, dat de gezondheid van de blootgestelde personen aangetast wordt op
grond van de tijd van blootstelling.
Controleer dat het toestel precies voor het verdeelde gas voorbereid is. De
aansluiting aan de gasbuis moet volgens de regelen der kunst uitgevoerd
worden, alsook volgens de geldende normen die de installatie van een
veiligheidskraan aan het uiteinde van de buis voorschrijven. De ½”
schroefgedraaide buis voor de gasaansluiting bevindt zich rechts op de
achterkant van het toestel.
AT
BE
CH
DE
DK
ES
FI
FR
GB
IE
IT
NL
NO
PT
SE
Voor butaan en propaan gas moet een drukregelaar voorzien worden in overeenkomst met de
geldende normen. De pakkingen dienen in overeenkomst met de geldende normen te zijn.
Controleer de dichtheid van de koppelingen met een mengsel van water en zeep na de
bewerkingen voor de gasaansluiting.
De gasaansluiting kan met volgende methoden uitgevoerd worden:
Door middel van een ijzeren of koperen onbuigzame buis;
Door middel van een buigzame slang, in roestvrij staal met een mechanische koppeling in
overeenkomst met de geldende normen (maximum uitgetrokken buislengte 2000 mm); de buis
wordt rechtstreeks aan het kniestuk van het platform aangesloten.
Aanwijzingen voor de installateur
14
De bekleding van het meubelstuk moet tegen hitte bestendig zijn (minimum 90°C). Indien het
toestel in de nabijheid van andere meubelen geïnstalleerd wordt, dienen minimum ruimten worden
voorzien zoals voorgesteld in het volgende diagram.
Aanwijzingen voor de installateur
15
3.7 Gasafstellingen
Indien de kookplaat voor een andere gastype voorzien is dan het beschikbare toevoertype, moeten
de pompjes vervangen worden, het minimum vermogen afgesteld en de rubberen drager
veranderd worden. Om de pompjes van de kookplaat te vervangen, dienen volgende bewerkingen
uitgevoerd te worden:
De roosters verwijderen;
De branders en vlamschermen verwijderen (afb. A);
Het pompje uittrekken (afb. B) en vervangen voor het
geschikte gastype (zie “A
LGEMENE TABEL VOOR DE POMPJES”)
op pag. 16;
vervang het etiket voor de gascontrole (dat zich op de
achterkant van het toestel bevindt) met de nieuwe. Indien
het toestel voorzien is van een kit met reserveonderdelen
voor straalpijpen wordt ook het nieuwe etiket meegeleverd;
Alles weer hermonteren in omgekeerde volgorde t.o.z. van de demontering en er zorg voor
dragen de vlamschermen correct op de brander aan te brengen.
3.7.1 Minimum vermogen van de plaatkranen met ventiel
De brander inschakelen en de bedienknop in de
richting van het minimumvermogen
draaien;
De knop uittrekken;
De binnenschroef Z met een schroevendraaier
afstellen tot het bereiken van een correcte
minimumvlam;
De knop hermonteren.
De afstelschroef Z losschroeven om het vermogen te verhogen, of terug vastschroeven om het
vermogen te verminderen.
De afstelling is juist wanneer de minimumvlam ongeveer 3 of 4 mm meet.
In geval van butaan/propaan gas moeten de afstelschroef goed worden aangeschroefd.
Indien men plotseling van het maximum vermogen naar het minimum vermogen gaat en
omgekeerd: zich ervan verzekeren dat de vlam niet uitgaat.
3.8 Aansluiting aan vloeibaar gas
Een drukregelaar gebruiken en de aansluiting op de gasfles in overeenkomst met de geldende
normen uitvoeren.
Afb. A
Afb. B
Aanwijzingen voor de installateur
16
De kookplaat bestaat uit de 4 aangeduide
modules:
De modules 1 en 4 zijn vaste modules voor
alle fornuizen;
De modules 2 en 3 zijn afhankelijk van de
gekochte versie fornuis en kunnen
vervangen worden door elektrische modules
(fry-top).
ALGEMENE TABEL VOOR DE POMPJES
VERMOGEN Watt VERBRUIK
GASTYPES
mBar
STRAALPIJP N.
BRANDERS
TYPE POSITIE
MAX. MIN. MAX.
121
SNEL (A)
3000 750 286 l/h
94
HALF SNEL (B)
1750 480 167 l/h
72
HULP (C)
1000 330 95 l/h
135
DRIEVOUDIGE KROON (D)
3300 1300 314 l/h
METHAAN
G25
25
98
OVALE VORM (E)
1900 750 181 l/h
85
SNEL (A)
3000 750 219 g/h
65
HALF SNEL (B)
1750 480 128 g/h
50
HULP (C)
1000 330 73 g/h
93
DRIEVOUDIGE KROON (D)
3300 1300 241 g/h
BUTAAN
G30
PROPAAN
G31
28/30
37
68
OVALE VORM (E)
1900 750 138 g/h
4. Eindbewerkingen
4.1 Nivellering van het fornuis ten opzichte van de vloer
Nadat de elektrische en gasaansluitingen tot stand gebracht zijn, moet het
fornuis genivelleerd worden met gebruik van de instelbare voeten die er
eerder op vastgeschroefd werden.
Indien het nodig is het toestel te verplaatsen, dan moeten de voeten tot het einde toe
vastgeschroefd worden en pas ingesteld worden na afloop van de werkzaamheden.
Aanwijzingen voor de gebruiker
17
5. Beschrijving van de bedieningen
5.1 Het voorpaneel
Alle bedieningen en controles van de kookplaat en van de oven bevinden zich op het voorpaneel.
BEDIENPANEEL
BESCHRIJVING VAN DE KNOP VAN DE PLAATBRANDERS
De vlam wordt ingeschakeld door tegelijkertijd de knop te drukken en tegen de
wijzers van de klok op het symbool van de minimum vlam te draaien.
Om het vermogen van de vlam te regelen, de knop tussen de minimum en
maximum positie draaien. De brander wordt uitgeschakeld door de knop in
de positie terug te plaatsen.
OPSTELLING VAN DE BRANDERS – Beschrijving van de symbolen
ACHTERSTE LINKS
ACHTERSTE RECHTS
ACHTERSTE IN HET MIDDEN LINKS
ACHTERSTE IN HET MIDDEN RECHTS
VOORSTE IN HET MIDDEN
ACHTERSTE IN HET MIDDEN
VOORSTE INHET MIDDEN LINKS
VOORSTE IN HET MIDDEN RECHTS
VOORSTE LINKS
VOORSTE RECHTS
Aanwijzingen voor de gebruiker
18
BESCHRIJVING VAN DE KNOP VOOR DE FRY-TOP
De fry-top is voorzien van een gescheiden verwarming. De ganse
kookoppervlakte kan gebruikt worden, ofwel alleen maar één van de twee
voorste of achterste helften.
De knoppen voor de energieregelaars bedienen afzonderlijk de temperatuur
van de twee verwarmingselementen. Een groene controlelampje duidt het
verwarmingsproces aan.
OPSTELLING VAN DE VERWARMINGSELEMENTEN – Beschrijving van de symbolen
ACHTERSTE
VOORSTE
BESCHRIJVING VAN DE KNOPPEN
VOOR DE PLAAT IN VUURVAST AARDEWERK
Behalve de normale controleknoppen voor de
energieregeling is de plaat in vuurvast aardewerk ook
voorzien van knoppen voor de gescheiden verwarming:
de posities van 1 tot 11 bedienen de verwarming van het
binnenelement; indien de knop op het symbool
geplaatst wordt, zet zich ook het uitwendige
stralingselement in werking.
OPSTELLING VAN DE STRALINGSELEMENTEN – Beschrijving van de symbolen
ACHTERSTE LINKS
ACHTERSTE RECHTS
VOORSTE LINKS
VOORSTE RECHTS
IN HET MIDDEN
BESCHRIJVING VAN DE KNOPPEN
VOOR DE ELEKTRISCHE OVEN
De elektrische oven wordt door twee knoppen bediend:
de knop voor de functiekeuze en de thermostaatknop
Ze staan de keuze van de passende verwarming voor de
verschillende kookvereisten toe, door de verwarmings-
elementen op juiste manier in te voegen en de
temperatuur op de gewenste waarde af te stellen (van
50°C tot MAX).
De V plaatsing van de thermostaatknop zet het ventilatiesysteem van de oven in werking.
Er bevinden zich twee controlelampjes onder het ovenknoppen: het groene controlelampje duidt de
ovenwerking aan; het oranje controlelampje duidt het bereiken van de ingestelde temperatuur aan.
Het opeenvolgende in -en uitschakelen van het oranje controlelampje duidt de automatische ingreep
van de verwarming aan zodat de temperatuur in de oven op het niveau blijft, ingesteld door de
thermostaatknop.
De oven is voorzien van een binnenverlichting. De verlichting is gedurende de werking steeds
ingeschakeld: indien men de verlichting met uitgeschakelde oven wenst te gebruiken, wegens normale
schoonmaakbewerkingen, dient de knop voor de functiekeuze op het symbool
gedraaid te worden.
Aanwijzingen voor de gebruiker
19
BESCHRIJVING VAN DE SYMBOLEN VAN DE KNOP VOOR DE FUNCTIEKEUZE
INSCHAKELING VAN DE
BINNENVERLICHTING VAN DE OVEN
GRILL - VENTILATOR ELEMENT
BOVENSTE EN ONDERSTE
VERWARMINGSELEMENTEN
BOVENSTE EN ONDERSTE
VERWARMINGSELEMENTEN – VENTILATOR
BOVENSTE
VERWARMINGSELEMENT
VERWARMINGSELEMENT-CONVECTIE
ONDERSTE
VERWARMINGSELEMENT
ONTDOOIEN
GRILL ELEMENT
BESCHRIJVING VAN DE KNOP VOOR DE ELEKTRISCHE HULPOVEN
Sommige keukenmodellen zijn voorzien van een elektrische natuurlijke convectie
hulpoven, bediend door één enkele knop. Deze staat de keuze van de meest
geschikte verwarming voor de verschillende kookvereisten toe, door de
verwarmingselementen op passende manier in te voegen en de temperatuur op
de gewenste waarde af te stellen (van 60 tot MAX). Op dezelfde knop kunnen
ook de functie beschreven in de tabel ingesteld worden.
Er bevindt zich een oranje controlelampje onder de knop van de hulpoven die het bereiken van de
ingestelde temperatuur aanduidt. Het opeenvolgende in -en uitschakelen van het oranje
controlelampje duidt de automatische ingreep van de verwarming aan zodat de temperatuur in de
hulpoven op het niveau blijft, ingesteld door de bedienknop.
De hulpoven is voorzien van een binnenverlichting. De verlichting is gedurende de werking steeds
ingeschakeld: indien men de verlichting met uitgeschakelde oven wenst te gebruiken, wegens normale
schoonmaakbewerkingen, dient de knop voor de functiekeuze op het symbool
gedraaid te worden.
BESCHRIJVING VAN DE SYMBOLEN VAN DE KNOP VOOR DE ELEKTRISCHE HULPOVEN
INSCHAKELING VAN DE
BINNENVERLICHTING VAN DE OVEN
BOVENSTE
VERWARMINGSELEMENT
60÷MAX
BOVENSTE EN ONDERSTE
VERWARMINGSELEMENT
GRILL ELEMENT+ DRAAISPIT
ONDERSTE
VERWARMINGSELEMENT
Aanwijzingen voor de gebruiker
20
DE ELEKTRONISCHE SCHAKELKLOK
TOETS
A
BEREIDINGSTIJD
B
EINDTIJD
C
KOOKWEKKER
D
TIJD
E
LAGER
F
KEUZEKNOP
G
HOGER
De oven functioneert alleen als de dagtijd is
ingesteld.
INSTELLEN VAN DE DAGTIJD
De oven heeft een 24-uurs-klok.
Als de stroomtoevoer voor het eerst wordt
ingeschakeld, geeft het display 12.00 aan en het
lampje "tijd" (
) knippert (zie afb. 1).
Om de juiste tijd in te stellen toets + en, indien
nodig, toets - indrukken, totdat de juiste tijd op de
24-uurs-klok is bereikt, bijv. 10.00 (afb. 2). Het
lampje "tijd" (
) knippert 5 seconden en gaat dan
uit.
Toets + en - reageren eerst langzaam en dan
sneller. Ze moeten afzonderlijk worden ingedrukt.
INSTELLEN VAN DE KOOKWEKKER
De kookwekker geeft een geluidssignaal aan het
einde van een ingestelde tijd. Deze tijd kan
maximaal 2 uur en 30 minuten bedragen.
Om in te stellen de keuzeknop (
) indrukken totdat
lampje "kookwekker" (
) brandt. Het display geeft
0.00 aan (zie afb. 3).
Om de juiste tijd in te stellen toets + en, indien
nodig, toets - indrukken totdat het display de
gewenste tijd aangeeft. bijv. 1 uur en 45 minuten
(afb. 4).
Instellen van de tijd moet gebeuren binnen 5
seconden na het indrukken van de keuzeknop.
Terwijl de kookwekker afloopt, wordt de resterende
tijd op het display aangegeven. Aan het einde van
de tijd klinkt 2 minuten lang met tussenpozen een
signaal. Dit kunt u uitschakelen door een
willekeurige toets in te drukken.
afb.1.
afb.2.
afb.3.
afb.4.
Aanwijzingen voor de gebruiker
21
ANNULEREN VAN DE KOOKWEKKER
Als u de kookwekker wilt annuleren, de keuzeknop
indrukken totdat het lampje "kookwekker" (
) knippert
en dan toets - indrukken totdat het display 0.00
aangeeft (zie afb. 5). Het lampje "kookwekker" (
) blijft
een paar seconden knipperen en daarna verschijnt de
dagtijd weer.
INSTELLEN VAN DE SCHAKELKLOK VOOR DE
OVEN
De oven kan automatisch worden in- en uitgeschakeld.
Wij raden u aan thuis te blijven als u de schakelklok
voor het eerst gebruikt. U kunt dan controleren of alles
correct werkt en in de toekomst een maaltijd
automatisch laten bereiden.
A) KLOK INSTELLEN VOOR AUTOMATISCH IN- EN
UITSCHAKELEN
i) Controleer of de oven is ingeschakeld en of het
display de juistedagtijd aangeeft, bijv. 9.00 (zie afb.
6).
ii) Zet de levensmiddelen in de oven.
iii) Stel de bereidingstijd in door de keuzeknop (
) in
te drukken totdat lampje "bereidingstijd" (
) brandt.
Druk toets + en, indien nodig, toets - in totdat de
gewenste bereidingstijd wordt aangegeven, bijv. 2
uur en 15 minuten (zie afb. 7).
De maximale bereidingstijd is 10 uur.
iv) Laat de toetsen los. Het lampje "bereidingstijd" (
)
brandt.
Instellen van de tijd moet gebeuren binnen 5 seconden
na het indrukken van de keuzeknop.
v) Om de eindtijd in te stellen de keuzeknop indrukken
totdat het lampje "eindtijd" (
) knippert. Druk toets
+ en, indien nodig, toets - in totdat de gewenste
eindtijd wordt aangegeven, bijv. 12.15 (zie afb. 8).
vi) Laat de toetsen los. Na 5 seconden wordt de dagtijd
weer aangegeven. De lampjes "bereidingstijd" (
)
en "eindtijd" ( ) blijven branden.
De eindtijd mag niet meer dan 23 uur en 59 minuten
later dan de actuele dagtijd zijn. Als bijv. de dagtijd
09.00 is, dan is de uiterlijke "eindtijd" 08.59 de
volgende dag.
vii) Stel de oven op de gewenste temperatuur in. Het
ovenlampje moet uit zijn.
Als de automatisch ingestelde tijd begint, gaat het
ovenlampje regelmatig AAN en UIT om aan te geven
dat de ingestelde temperatuur wordt aangehouden.
afb.5.
afb.6.
afb.7.
afb.8.
Aanwijzingen voor de gebruiker
22
B) AUTOMATISCH UITSCHAKELEN INSTELLEN
i) Controleer of de oven is ingeschakeld en of het
display de juiste dagtijd aangeeft, bijv. 10.00 (zie
afb. 9).
ii) Zet de levensmiddelen in de oven.
iii) Stel de bereidingstijd in door de keuzeknop in te
drukken totdat lampje "bereidingstijd" (
) brandt.
Druk toets + en, indien nodig, toets - in totdat de
gewenste bereidingstijd wordt aangegeven, bijv. 2
uur en 15 minuten (zie afb. 10).
iv) Laat de toetsen los. Het lampje "bereidingstijd" (
)
brandt en na 5 seconden wordt de dagtijd weer
aangegeven.
v) Stel de oven op de gewenste temperatuur in. Het
ovenlampje moet aan zijn.
vi) Om tijdens het bereidingsproces de eindtijd te
controleren, de keuzeknop een maal indrukken. De
resterende tijd wordt aangegeven (zie afb. 11).
AUTOMATISCH PROGRAMMA ANNULEREN
i) Om een automatisch programma te annuleren de
keuzeknop indrukken totdat het lampje
"bereidingstijd" (
) knippert. Toets - indrukken
totdat het display 0.00 aangeeft (zie afb. 12).
ii) De toetsen loslaten. Het lampje "bereidingstijd" (
)
knippert en na 5 seconden wordt de dagtijd weer
aangegeven.
iii) De oven uitschakelen.
HANDMATIGE BEDIENING INSTELLEN
Na afloop van de bereidingstijd knippert het lampje en
er klinkt 2 minuten lang een signaal.
i) Om het signaal uit te schakelen een van de drie
toetsen indrukken (zie afb. 13).
ii) Het display geeft de dagtijd weer aan.
iii) De oven uitschakelen.
AANWIJZINGEN
In geval van stroomuitval wordt de schakelklok
automatisch op nul teruggezet en alle programmeringen
worden geannuleerd.
AUTOMATISCH KOKEN
Wij raden u aan levensmiddelen zo kort mogelijk vóór
het bereiden in de oven te zetten. Controleer altijd de
houdbaarheidsdatum van kant-en-klare gerechten en
zorg ervoor dat zelf bereide gerechten vers en van
goede kwaliteit zijn.
Als de bereiding afgelopen is, laat de gerechten dan
niet in de oven staan, maar neem ze uit de oven en laat
ze snel afkoelen als u ze niet direct gaat consumeren.
Dek gerechten in de oven altijd voor het bereiden af als
u ze niet direct na het bereiden uit de oven kunt nemen.
afb.10.
afb.9.
afb.11.
afb.12.
afb.13.
Aanwijzingen voor de gebruiker
23
6. Gebruik van de kookplaat
Zich ervan verzekeren dat de kronen van de vlamschermen, de slaghoedjes en de roosters correct
gemonteerd werden.
Het toestel verwarmt zich opmerkelijk gedurende de normale werking: neem daarom de
noodzakelijke voorzorgen! Hou kinderen buiten bereik. Hou gedurende de werkingstijd toezicht
op de kookplaat.
6.1 Inschakeling van de branders
Alle knoppen van de branders tonen de volgende symbolen:
gesloten kraan
maximumvlam
minimumvlam
De positie van de minimumvlam bevindt zich aan het einde van de draaiing van de knop tegen de
klok in. Alle tussenliggende posities moeten tussen de minimum – en maximumvlam liggen, nooit
tussen het maximum en de sluiting.
6.1.1 Elektrische inschakeling (one-touch)
De branders zijn voorzien van een “one-touch” inschakelingsysteem. Om een van de branders in te
schakelen, druk op de knop in overeenstemming met de gekozen brander en draai deze tegen de
klok tot aan de minimumpositie
. Door de knop gedrukt te houden, wordt het automatische
inschakelsysteem van de brander geactiveerd. Hou de knop gedurende ongeveer 10 seconden
gedrukt na de inschakeling van de brander, zodat de veiligheidsklep geopend wordt. Bij
stroomonderbreking, kan de brander ook met een lucifer ingeschakeld worden (zie hoofdstuk “6.1.2
Handbediende ontsteking”).
Indien de brander plotseling uitgaat, blokkeert het veiligheids – thermokoppel het gasuitstromen,
ook met open kraan.
Het toestel mag niet langer dan 15 seconden ingeschakeld blijven. Indien bij aflopen van deze tijd
de brander zich nog niet heeft ingeschakeld, niet meer op het toestel inwerken, de omgeving
verluchten en 1 minuut wachten vooraleer een nieuwe inschakelingpoging uit te voeren. Bij
toevallige uitschakeling van de brandervlam, de besturingsknop sluiten en gedurende 1 minuut
geen pogingen voor een teruginschakeling van de brander uitvoeren.
6.1.2 Handbediende ontsteking
Om één van de branders te ontsteken, breng een brandend lucifer dicht bij de brander, druk de
knop in overeenstemming met de gekozen brander en draai deze tegen de wijzers van de klok in
tot op de minimum
positie. Laat de knop terug los.
6.2 Uitschakeling van de branders
Breng de knop op kookeinde terug in positie .
Aanwijzingen voor de gebruiker
24
7. Gebruik van de fry-top
Het toestel verwarmt zich opmerkelijk gedurende de normale werking; men dient het daarom
zorgvuldig te gebruiken. Hou kinderen buiten bereik. Bewaak de fry-top gedurende zijn werking.
Wanneer de branders gebruikt worden, wordt aangeraden om beschermdeksel A weg te nemen
(alleen beschikbaar op enkele modellen).
7.1 Vooraleer de fry-top in werking te stellen
Bij het eerste gebruik kan er vanuit de fry-top een bijtende of verbrande geur ontwikkeld worden,
ontstaan door eventuele olieachtige overblijfselen gedurende de fabricatie, die onaangename
geuren en smaken aan het koken zouden kunnen afgeven. Om deze ongemakken te verwijderen,
dient de plaat zoals beschreven in paragraaf “11.7 Reiniging van de fry-top” op een preventieve
manier gereinigd te worden.
7.2 Inschakeling
De fry-top is voorzien van een gescheiden verwarming. Het is inderdaad mogelijk de gehele
oppervlakte van de plaat te gebruiken, of enkel maar één van de twee voor - of achterhelften.
Plaats de bedienknop van het verwarmingselement in de gewenste positie: het groene
controlelampje verlicht zich. Plaats de etenswaren op de plaat en kook volgens eigen smaak.
7.3 Gebruikstabel van de energieregelaar
De volgende tabel geeft enkel indicatieve waarden aan, omdat volgens de dikte en het soort van
etenswaren alsook de persoonlijke smaak, een hogere of lagere warmtegraad benodigd wordt.
1 - 4
Warmtebehoud op de plaat
5 - 7
Voor delicaat koken
8 - 9
Voor het grillen
10 - 11
Voor het grillen van dik vlees
11
Voor een vlugge opwarming en reiniging
7.4 Uitschakeling
Breng op het einde van het koken de knop terug in positie .
Aanwijzingen voor de gebruiker
25
8. Gebruik van de plaat in vuurvast aardewerk
Het toestel verwarmt zich opmerkelijk gedurende de normale werking; men dient het daarom
zorgvuldig te gebruiken. Hou kinderen buiten bereik. Bewaak de plaat in vuurvast aardewerk
gedurende zijn werking.
8.1 Algemene waarschuwingen
Gedurende de eerste verwarming van de plaat in vuurvast aardewerk kan er een bijtende of
verbrande geur ontstaan, veroorzaakt door eventuele olieachtige overblijfselen bij de fabricatie, die
volledig na herhaald gebruik zullen verdwijnen.
De plaat in vuurvast aardewerk is voorzien van kookzones met verschillende diameters en
vermogen (zie paragraaf “3.4 Vermogen van de plaat in vuurvast aardewerk”). Hun positie is
duidelijk aangeduid door cirkels en de warmte bevindt zich binnenin de diameters die op het glas
geschetst zijn.
8.2 Inschakeling
Plaats de pot of braadpan met de te koken etenswaren op het uitgekozen verwarmingsonderdeel.
Draai de knop van de energieregelaar op de gewenste positie: na enkele minuten schakelt zich het
controlelampje voor de latente warmte m.b.t. het gekozen verwarmingselement in.
Indien de plaat in vuurvast aardewerk gebruikt wordt, om water te koken, moet na de kooktijd de
knop van de energieregelaar op een lagere temperatuur geplaatst worden, zodat de vloeistof in de
pot niet overkookt en de plaat bevuild.
Sommige knoppen zijn voorzien van een aanvullende verwarmingspositie (plaat met dubbele
verwarmingsonderdelen). Om deze laatste ook te activeren draai de knop van de
energieregelaar in positie
.
8.3 Uitschakeling
Breng de knop op het einde van het koken in positie
.
Op de plaat in vuurvast aardewerk bevindt zich een
controlelampje voor latente warmte die langzaam de positie
van de verwarmingsdiameters reproduceert. Dit controlelampje
signaleert visueel de nog resterende warmte op de gebruikte
zone.
Voer geen reinigingsbewerkingen uit en raak de plaat niet aan, zolang het controlelampje
voor latente warmte niet volledig uitgeschakeld is.
Aanwijzingen voor de gebruiker
26
9. Gebruik van de ovens
9.1 Algemene waarschuwingen
Wanneer de oven of de grill in werking zijn, kunnen de buitenwanden van de oven heel warm
worden: hou de kinderen van het toestel verwijderd.
Sta niet toe dat de kinderen op de ovendeur gaan zitten of met deze spelen.
Gebruik geen deur als krukje.
Zet nooit aluminium bakken of folie op de bodem van de oven. De lak van de oven kan
hierdoor ernstig beschadigd raken.
Vermijd het koken van etenswaren op de ovenbodem.
Bij gebruik van de oven voor de eerste keer of na een stroomonderbreking, begint het display
intermitterend te blinken en duidt aan. Neem voor de afstelling betrekking op paragraaf
"INSTELLEN VAN DE DAGTIJD” op pag. 20.
Probeer niet de deur van de oven te demonteren zonder opmerkzaam de gebruiksaanwijzingen
gelezen te hebben (lees hiervoor paragraaf “12.1 Demontage van de ovendeur”): er bestaat
kwetsgevaar voor de handen wegens de scharnieren van de ovendeur.
BLOKKERING VERHITTING OVEN
Indien de oven tijdens de normale werking de verhitting onderbreekt en het display van de
programmering begint te knipperen en de nulstand aanneemt, dan moeten de volgende punten
gecontroleerd worden:
Of zich een stroomonderbreking voorgedaan heeft.
Indien, na de hernieuwde start van het kookprogramma, de blokkering zich opnieuw voordoet,
betekent dit dat de veiligheidsvoorziening in werking getreden is. Deze voorziening treedt alleen in
werking bij een defect van de thermostaat en voorkomt de oververhitting van de oven. Het wordt
aanbevolen niet te proberen de oven opnieuw in te schakelen, maar om contact op te nemen met
het dichtstbijzijnde assistentiecentrum.
9.2 Opberglade
De fornuizen zijn uitgerust met een opberglade onder de oven.
Bewaar alleen metalen accessoires in deze lade.
Bewaar geen brandbare materialen zoals textiel, papier e.d. in de opberglade.
9.3 Gebruik van de elektrische, multifunctionele oven
Het display van einde kooktijd en de bedieningsknoppen van de
hoofdoven zijn op geen enkele wijze van invloed op de werking van
de hulpoven.
9.3.1 Eerste oveninschakeling
Bij de eerste inschakeling van de oven kan er zich een
bijtende geur en rook ontwikkelen, veroorzaakt door
eventuele olieachtige overblijfselen bij de fabricatie, die dan
onaangename geuren en smaken aan de etenswaren
kunnen veroorzaken. Vooraleer de te koken etenswaren in
te voegen, verwarm de oven aan maximumtemperatuur
gedurende 30-40 minuten met gesloten deur en wacht tot
het ophouden van de rook en de geuren.
Aanwijzingen voor de gebruiker
27
Om te vermijden, dat een eventuele stoom in de oven ongemakken
veroorzaakt, als volgt handelen: draai de knop voor de keuze van de
functies in positie "0", of op de functie ; o
p
en de deur in twee tijden:
laat ze gedurende 4-5 seconden half open (ca. 5 cm
)
, om ze dan
volledig te openen. Indien men op de etenswaren dient in te grijpen,
open de deur zo kort mogelijk om te vermijden dat de temperatuur
binnenin de oven zich zo verlaagt, dat het goede resultaat van het
koken beïnvloed wordt.
9.3.2 Traditioneel koken
Draai de knop van de functiekeuze in positie
en de thermostaatknop in overeenstemming met de
gewenste temperatuurwaarde. Voor een gescheiden verwarming in het onderste of bovenste deel van
de gerechten: stel de functieschakelaar in
(warm van boven) of (warm vanonder). Voor een
meer gelijkmatige verwarming in ieder ovendeel: draai de knop voor de functiekeuze in positie
.
Na de voor - verwarmingfase en nadat het gerecht in de oven werd ingevoegd, voelt men een
luchtuitlaat tussen de bovenste zijde van de deur en de onderste zijde van het vlak. Indien dit niet
plaatsvindt, schakel het toestel uit en neem direct contact op met het servicecentrum.
9.3.3 Conventioneel koken
Draai de knop van de functiekeuze in positie
; draai de thermostaatknop in overeenstemming
met de gewenste temperatuurwaarde.
9.3.4 Koken met geventileerde grill
Draai de knop van de functiekeuze in positie
; draai de thermostaatknop in overeenstemming
met de maximum temperatuurwaarde (MAX).
9.3.5 Koken met grill + draaispit
Draai de knop van de functiekeuze in positie ; draai de thermostaatknop in overeenstemming
met de maximum temperatuurwaarde (MAX). Men heeft de gelijktijdige werking van het draaispit
gedurende de grillwerking, waardoor ook het koken aan het spit toegestaan wordt.
9.3.6 Koken met het draaispit
Indien uw model oven met een draaispit uitgerust is, gaat u als volgt te werk:
Steek de te koken etenswaren op de stang van draaispit A en zet ze vast met de instelbare
vorkjes;
Hang haak B aan het plafond van de oven, zoals de afbeelding toont;
Steek stang A van het draaispit in het daarvoor bestemde gat C dat zich in de ovenwand
bevindt. Voordat u de ovendeur sluit, controleert u of stang A correct in gat C geplaatst is
(steek de stang naar binnen door hem licht met de wijzers van de klok mee en tegen de wijzers
van de klok in te draaien);
Hang het andere uiteinde van de stang van het
draaispit aan haak B (de draaischijf van stang A
moet op de lus van haak B geplaatst worden);
Sluit de ovendeur en activeer het draaispit door de
functieknop op
te draaien;
Na afloop van de kooktijd opent u de ovendeur en
neemt u de stang van het draaispit eruit met behulp
van de plastic handgreep D die op de basis van
stang A geschroefd moet worden.
9.3.7 Het ontdooien
Draai de knop van de functiekeuze in positie , draai de thermostaatknop in positie "0": op die
manier wordt de motorventilator ingevoegd, die door op de lucht binnenin de oven te handelen, het
ontdooien van de diepgevroren etenswaren vereenvoudigd.
9.3.8 Uitschakeling van de oven
De uitschakeling wordt uitgevoerd door de thermostaatknop in positie "0" te brengen.
Aanwijzingen voor de gebruiker
28
9.4 Gebruik van de hulpoven met natuurlijke convectie
Het display voor het einde van het koken en de bedienknoppen van
de hoofdoven beïnvloeden op geen enkele manier de werking van
de hulpoven.
De hulpoven met natuurlijke convectie is voorzien van:
Een verwarmingselement geplaatst op de ovenbodem (beneden);
Een verwarmingselement geplaatst op de oventop (van boven) + grill.
9.4.1 Eerste inschakeling van de hulpoven
Bij de eerste inschakeling van de oven kan er zich een bijtende geur en rook ontwikkelen,
veroorzaakt door eventuele olieachtige overblijfselen bij de fabricatie, die dan onaangename
geuren en smaken aan de etenswaren kunnen veroorzaken. Vooraleer de te koken etenswaren
in te voegen, verwarm de oven aan maximumtemperatuur gedurende 30-40 minuten met
gesloten deur en wacht tot het ophouden van de rook en de geuren.
Om de verwarming van de hulpoven in te voegen, dient de temperatuur (van 60 tot MAX) of de
gewenste functie gekozen te worden door de thermostaatknop te draaien.
9.4.2 Koken met grill (hulpoven)
Draai de thermostaatknop in positie en laat de hulpoven gedurende 5 minuten voorverhitten.
Plaats de grill voor de borden op de derde geleider te beginnen vanonder. De positie van de
bordenhouder grill kan volgens de persoonlijk smaak en de verschillende kookvereisten veranderd
worden. Voor het bakken, dient een voorverwarming van ongeveer 5 minuten uitgevoerd te
worden. Een afkoelingssysteem verhindert dat de bedienknoppen zich oververhitten.
9.4.3 Koken met draaispit (hulpoven)
Draai de thermostaatknop in positie en verwarm de hulpoven gedurende 5 minuten voor. Ga
ondertussen als volgt te werk:
Voeg het voedsel in de draaispitstang A en let erop deze tussen de twee vorken B op een
evenwichtige manier te bevestigen, zodat de motor-reductor geen onnodige krachtverspilling
uitvoert;
Plaats de katrol C van de draaispitstang op het steunstuk D nadat
zijn tegenovergesteld einde in de opening E ingevoegd werd tot de
aankoppeling met de motor-reductor F en de daaropvolgende
draaiing van de stang;
Giet een beetje water in de lekbak en plaats deze onder de
draaispitstang;
Kijk af en toe het koken na en controleer de correcte draaiing van
de draaispitstang;
Schakel op het einde van het koken de verwarming van de
hulpoven uit door de thermostaatknop in positie "0" te brengen;
Verwijder de draaispitstang van de hulpstang door de knop G te
gebruiken met behulp van een beschermhandschoen.
9.4.4 Uitschakeling van de hulpoven
De uitschakeling wordt uitgevoerd door de thermostaatknop in positie "0" te brengen.
Aanwijzingen voor de gebruiker
29
10. Aanbevelingen voor het koken
10.1 Aanbevelingen voor een correct gebruik van de branders
Branders
Diameter van de
kookpot (in cm)
Snelle kook van 24 tot 26
Halfsnelle kook van 16 tot 22
Hulpkook van 8 tot 14
Drievoudige kroon van 24 tot 26
Ovale vorm van 16 tot 35
De bodemdiameter van de kookpotten dient in
overeenstemming te zijn met de diameter van de
benutte brander (zie tabel hiernaast). De vlam van
de brander mag nooit de potdiameter overtreffen.
Gebruik kookpotten met platte bodem. Kook
zoveel mogelijk met potten die van een deksel
voorzien zijn: daardoor kan een kleiner vermogen
benut worden. Om de kooktijden te verminderen,
kook de groenten, aardappelen, enz. met weinig
water.
10.2 Aanbevelingen voor een correct gebruik van de fry-top
De gekookte gerechten op de plaat van de fry-top hebben een bijzondere smaak, en daarom wordt
aanbevolen het excessieve gebruik van kruiden te vermijden. Men kan op verschillende manieren
koken. Bijvoorbeeld, men kan tegelijkertijd verschillende etenswaren koken, zoals vlees en vis.
Vooraleer het vlees te koken wordt aangeraden het met gearomatiseerde olie te behandelen of
gedurende enkele uren te marineren.
Een kleine aanwijzing: het vlees dient steeds na het koken op de plaat gezouten te worden, zodat
het sap niet voortijdig uitvloeit.
10.3 Aanbevelingen voor een correct gebruik van de plaat in vuurvast
aardewerk
Om een goede prestatie en een passend energieverbruik te verkrijgen mogen enkel kookpotten
passend voor het elektrisch koken gebruikt worden. De bodemdiameter van de kookpotten dient in
overeenstemming te zijn met de cirkeldiameter die getekend is op de kookzone; indien dit niet
overeenkomt heeft men een energieverspilling.
De bodem van de kookpotten moet dik en volkomen vlak zijn en bovendien ook zuiver en droog
zoals ook het glas van de kookplaat.
Gebruik geen gietijzeren potten of met ruwe bodem, omdat deze krassen op de kookoppervlakte
kunnen veroorzaken.
Door de kookplaat in vuurvast aardewerk als werktafel te gebruiken, dient hij steeds goed gereinigd
te worden, vooraleer de radiante onderdelen in te voegen.
Indien potten met schurende overblijfselen gebruikt worden, kan het glas krassen vertonen.
Eventuele krassen, schaden echter het kookproces niet.
De ideale dikte voor de bodem van de kookpotten is:
2-3 mm in geëmailleerd staal;
4-6 mm in roestvrij staal met sandwichbodem.
Vooraleer etenswaren met hoog suikergehalte te koken (b.v. confituren) breng een
beschermproduct op de kookoppervlakken aan, om te vermijden dat bij overlopen van de
kookvloeistof, schade aan het oppervlak kan ontstaan.
10.4 Aanbevelingen voor een correct gebruik van de oven
De oven staat toe het koken te optimaliseren. Men kan traditioneel, conventioneel en grill koken
uitvoeren.
Alle kooktypen worden met een volledig gesloten ovendeur uitgevoerd.
Aanwijzingen voor de gebruiker
30
10.4.1 Traditioneel koken
Met dit kooktype komt de warmte van boven en vanonder; het wordt daarom aanbevolen de
centrale geleiders te gebruiken. Indien het koken een hogere warmte van de oven of vanonder
benodigd, gebruik de onderste of bovenste geleiders. Het traditioneel koken wordt aangeraden
voor alle etenswaren die hoge kooktemperaturen of lange stooftijden verlangen. Dit systeem wordt
bovendien ook aanbevolen voor het koken in kookpotten uit porselein, terracotta en gelijkaardige.
10.4.2 Conventioneel koken
Met dit kooktype wordt de warmte naar de etenswaren d.m.v. voorverwarmde lucht doorgegeven
en draait dan geforceerd in de ovenruimte door een ventilator die zich op het achterste deel van de
oven zelf bevindt. De warmte bereikt vlug en gelijkaardig ieder ovendeel en kan zodoende
gelijktijdig verschillende etenswaren op meerdere geleiders koken. Het verwijderen van de
luchtvochtigheid en de droge omgeving verhinderen de transmissie en het vermengen van geuren
en smaken.
De mogelijkheid om op meerdere vlakken te koken staat de gelijktijdige realisatie van verschillende
gerechten toe. Men kan koekjes en kleine pizza’s op drie verschillende ovenschalen koken. De
oven kan echter ook gebruikt worden voor het koken op één enkele ovenschaal. Gebruik steeds de
laagste geleiders om het koken beter te kunnen controleren.
Het conventioneel koken is bijzonder geschikt om diepgevroren voedsel vlug aan een
omgevingstemperatuur te brengen, voor de inmaak, om huisgemaakt fruit op sap te steriliseren en
tenslotte voor het drogen van paddestoelen of fruit.
10.4.3 Grillen
De warmte komt van boven. Bijna alle vleessoorten kunnen met de grill klaargemaakt worden; een
uitzondering maken sommige magere wildsoorten en gehakt: De voor te bereiden vlees - en
vissoorten met de grill worden lichtjes met olie besprenkeld en steeds op het grillrooster gelegd;
deze roosters moeten zich steeds dichter of verder van het grillonderdeel bevinden, in verhouding
met de dikte van het vlees zelf, om verbrandingen aan de oppervlakte te vermijden.
Geschikt voor: vleessoorten van kleine dikte; toast.
Door 1 of 2 glazen water in de insnijding van de lekbak te gieten, wordt rookvorming vermeden
wegens de vet - en sapdruppels.
De lekbak dient steeds in de 1e geleider vanonder bij het grillen geplaatst te worden.
10.4.4 Geventileerd grillen
Geschiedt d.m.v. de gecombineerde werking van de grill en het koelsysteem
.
Dit kooktype staat het langzaam indringen van de warmte in de etenswaren toe, omdat de
oppervlakte direct aan de grillactie is blootgesteld.
Geschikt voor: vleessoorten van grote dikte; gevogelte.
10.4.5 Koken van vlees en vis
Het voor te bereiden vlees in de oven moet tenminste 1 kg wegen. De rode malse vleessoorten
(rosbief, filet, enz.), of de vleessoorten die van buiten goed gekookt dienen te zijn maar hun sap
binnenin dienen te bewaren, vragen een koken aan een aanhoudende hoge temperatuur
gedurende een korte tijd (200-250°C). De witte vleessoorten, het gevogelte en de vissoorten
vragen een koken aan lage temperatuur (150-175°C).
De ingrediënten voor de saus dienen direct in de ovenschaal geplaatst te worden wanneer de
kooktijd kort is, andersom dienen deze gedurende het laatste half uur toegevoegd te worden. De
vleessoorten kunnen op een bord geschikt voor het koken met de oven gelegd worden ofwel direct
op de grill, waaronder de lekbak ingevoegd wordt voor het opvangen van het sap. De kooktoestand
kan gecontroleerd worden door het vlees met een lepel in te drukken; indien het vlees niet nageeft,
betekent dit dat het juiste kookpunt bereikt werd.
Na beëindigd koken is het aangeraden tenminste 15 minuten te wachten vooraleer het vlees te
snijden, zodat het sap niet uitvloeit. De borden kunnen vooraleer opgediend te worden warm
gehouden worden in de oven aan een minimum temperatuur.
10.4.6 Koken van gebak
De geklopte deeg moet zich moeilijk van de lepel lossen, omdat een excessieve vloeibaarheid
onnodig de kooktijd zou verlengen. Het gebak heeft een matige temperatuur nodig (normaal
inbegrepen tussen 150-200°C) en verlangen een voorverhitting (ongeveer 10 minuten). De deur
mag niet geopend worden voor het verlopen van tenminste ¾ van de kooktijd.
Aanwijzingen voor de gebruiker
31
10.4.7 Aanbevolen kooktabellen
De kooktijden variëren volgens de aard, de homogeniteit en het volume van de etenswaren. Het is
aangeraden de eerste kooktijden te controleren en de resultaten te vergelijken, zodat bij het
uitvoeren van dezelfde gerechten onder dezelfde voorwaarden, gelijkaardige resultaten bereikt
worden. Navolgend worden ter informatie drie tabellen weergegeven (I, II en III).
TABEL VAN DE CONVENTIONELE EN TRADITIONELE KOOKTIJD (I)
GELEIDERPOSITIE
VANONDER
TEMPERATUUR
°C
KOOKTYPE
HOEVEELHEID
PER KG.
CONVENTIONEEL
TRADITIONEEL
CONVENTIONEEL
TRADITIONEEL
TIJD IN
MINUTEN
GEBAK
MET GEKLOPTE DEEG, MET VORM
MET GEKLOPTE DEEG, OP LEKBAK
KRUIMELDEEG, TAARTBODEM
KRUIMELDEEG MET VOCHTIGE VULLING
KRUIMELDEEG MET DROGE VULLING
MET NATUURLIJKE ZUURDESEM
KLEINE TOETJES
1
1
0.5
1.5
1
1
0.5
1-3
1-3
1-3
1-3
1-3
1-3
1-3
2
2
3
2
2
1
3
175
175
175
175
175
175
160
200
200
200
200
200
200
175
60
50
30
70
45
50
30
VLEES
KALFSVLEES
RUNDVLEES
ROSBIEF OP ZIJN ENGELS
VARKENSVLEES
KIP
1
1
1
1
1-1.5
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
180
180
220
180
200
200
200
220
200
200
60
70
50
70
70
STOOFVLEES
STOOFVLEES VAN HET RUND
STOOFVLEES VAN HET KALF
1
1
1
1
2
2
175
175
200
200
120
110
VIS
FILETS, BIEFSTUK, KABELJAUW, STOKVIS, TONG
MAKREEL, TARBOT, ZALM
OESTERS
1
1
1
1-3
1-3
1-3
2
2
2
180
180
180
180
180
180
30
45
20
OVENSCHOTELS
OVENSCHOTEL VAN PASTA
OVENSCHOTEL VAN GROENTEN
ZOETE EN GEZOUTEN SOUFFLÉS
PIZZA EN GEVULDE PIZZA
2
2
0.75
0.5
1-3
1-3
1-3
1-3
2
2
2
2
185
185
180
200
200
200
200
220
60
50
50
30
De tijden betrekken zich op het koken op een enkel vlak; voor meerdere vlakken de tijden verhogen met 5-10'.
De kooktijden betrekken zich na een voorverhitting van ongeveer 15'.
De aanwijzing van de geleiders, bij het koken op meerdere vlakken is de voorkeursgeleider.
Voor gebraad van rundvlees, kalfsvlees, varkensvlees en kalkoen met been of opgerold, de tijden met 20' verhogen.
TABEL VOOR DE GRILL EN GEVENTILEERDE GRILLTIJDEN (II)
TRADITIONEEL GRILLEN
KOOKTYPE HOEVEELHEID
PER KG.
GELEIDERPOSITIE
VANONDER
TEMPERATUUR
°C
TIJD
IN MINUTEN
KIP
TOAST
WORSTEN
KARBONADE
VIS
1-1.5
0.5
0.5
0.5
0.5
3
4
4
4
4
MAX
MAX
MAX
MAX
MAX
30 PER KANT
5 PER KANT
10 PER KANT
8 PER KANT
8 PER KANT
GRILLEN MET GEVENTILEERDE GRILL
KOOKTYPE HOEVEELHEID
PER KG.
GELEIDERPOSITIE
VANONDER
TEMPERATUUR
°C
TIJD
IN MINUTEN
GEBRADEN VARKENSVLEES
ROSBIEF
KIP
1.5
1.5
1.2
2
3
2
170
220
190
180
60
90
De lekbak voor het opvangen van de sausen moet steeds in de 1° geleider vanonder geplaatst worden.
TABEL VOOR DE ONTDOOITIJDEN (III)
ONTDOOIEN
VOEDSELTYPE HOEVEELHEID
PER KG.
GELEIDERPOSITIE
VANONDER
TIJD
IN MINUTEN
VOORGEKOOKTE MAALTIJDEN
VLEES
VLEES
VLEES
1
0.5
0.75
1
2
2
2
2
45
50
70
110
Het ontdooien aan omgevingstemperatuur heeft het voordeel dat de smaak en het uiterlijk van de gerechten niet veranderd wordt.
Aanwijzingen voor de gebruiker
32
11. Reiniging en onderhoud
Voor iedere bewerking, dient de elektrische aansluiting van het toestel uitgeschakeld en de
kraan van de gasinstallatie gesloten te worden.
Vermijd het reinigen van de nog warme oppervlakken van het toestel.
Gebruik geen druk of dampspuiten voor het reinigen van het toestel.
11.1 Reiniging van de oppervlakken in roestvrij staal
Gebruik steeds en enkel specifieke producten die geen schuur of zure substanties op
chloorbasis bevatten, om de oppervlakken uit roestvrij staal te reinigen en te bewaren en om de
hardnekkige vlekken te verwijderen.
Giet het product op een vochtige doek en ga over de stalen oppervlakken, spoel zorgvuldig en
droog met een zachte doek of met een damhertleer af.
Vermijd in ieder geval het gebruik van metalen sponsen of snijdende schrapers die de
oppervlakken kunnen beschadigen. Gebruik enkel zachte sponsen en eventueel houten of
plastieken werktuigen.
11.2 Reiniging van de geëmailleerde oppervlakken
Reinig met een niet schurende spons bevochtigd in water en zeep. De vetvlekken kunnen
eenvoudigweg met warm water of met een specifiek product voor de reiniging van email,
verkrijgbaar in de handel, verwijderd worden. Spoel zorgvuldig en droog met een zachte doek of
een damhertleer af.
Vermijd producten met schurende substanties, schuursponsen, stalen of zure wollen, die de
oppervlakken kunnen beschadigen. Vermijd zure of alkaline substanties op de email achter te
laten. (citroensap, azijn, zout, enz.).
11.3 Reiniging van de gelakte oppervlakken
Reinigen met een anti-krassponsje van het niet schurende type dat bevochtigd is met warm water
en neutrale zeep, of met een gewoon reinigingsproduct voor gelakte oppervlakken. Afspoelen en
zorgvuldig drogen met een zachte doek.
Vermijd het gebruik van producten die schurende substanties bevatten, schuursponsjes,
staalwol of zuren die de oppervlakken kunnen beschadigen. Gebruik geen alcohol.
11.4 Reiniging van de knoppen en het bedienpaneel
Reinig de knoppen en het bedienpaneel met een vochtige doek.
11.5 Reiniging van de roosters en branders
Om tot de reiniging van de roosters en de branders van
de kookplaat over te gaan, moeten deze uit hun zitting
genomen worden, door ze naar boven uit te trekken,
zoals op de afbeelding aangegeven en deze dan
gedurende 10 minuten in een warme wateroplossing
onder toevoeging van niet schurend reinigingsmiddel
dompelen. Spoel en droog zorgvuldig af.
Controleer steeds dat geen van de openingen van
de branders verstopt is.
Het wordt aanbevolen de branders op correcte manier
terug te monteren en de uniformiteit van de vlam te
controleren.
Het wordt aanbevolen deze bewerking tenminste één
keer per week en indien noodzakelijk uit te voeren.
Aanwijzingen voor de gebruiker
33
11.6 Reiniging van de bougies en thermo - elementen
Voor een goede werking moeten de startbougies en de thermo -elementen
steeds zuiver gehouden worden. Controleer regelmatig en reinig ze indien
noodzakelijk met een vochtige doek. Eventuele droge overblijfselen dienen
met een houten stokje of een naald te worden verwijderd. Let er echter op
het keramisch isolatieonderdeel niet te beschadigen.
11.7 Reiniging van de fry-top
Eventuele vetafzettingen die zich op de plaat van de fry-top bevinden kunnen eenvoudiger
verwijderd worden, indien deze nog warm is. Indien noodzakelijk, laat hem afkoelen en plaats hem
in water gedurende enkele minuten. Reinig tenslotte met warm gezouten water, droog met een
vaatdoek af ofwel met keukenpapier.
Na ieder gebruik moet ook de plaat in vuurvast aardewerk V onder de plaat van de fry-top
gereinigd worden. Eventuele vlees – of vetafzettingen kunnen als volgt verwijderd worden:
Trek de plaat van de fry-top uit zijn zitting;
Draai de knop in positie 11;
Na het aflopen van ongeveer 20-30 minuten,
kunnen ook de meest resistente overblijfselen
eenvoudig van de plaat in vuurvast aardewerk
met een houten spatel verwijderd worden;
Schakel de verwarming uit, laat het afkoelen
en reinig tenslotte de plaat in vuurvast
aardewerk V met specifieke producten;
Droog volledig af en plaats de plaat van de fry-
top terug in zijn positie.
11.8 Reiniging van de plaat in vuurvast aardewerk
De plaat in vuurvast aardewerk moet geregeld gereinigd worden, beter nog na ieder gebruik,
wanneer de controlelampjes van de overblijvende warmte uitgeschakeld zijn.
Eventuele lichte sporen, veroorzaakt door het gebruik van de potten met aluminiumbodem kunnen
met een vochtig in azijn gedrenkte doek verwijderd worden.
Indien na het koken nog verbrande overblijfselen overblijven, deze met een houten spatel
verwijderen, met water spoelen en goed met een propere doek afdrogen.
Gebruik nooit schuur of corrosieve reinigingsmiddelen (b.v. producten in poedervorm, spray
voor ovens, vlekkenmiddel en metalen sponsen).
Eventuele vetafzettingen die gevallen zijn op de
plaat in vuurvast aardewerk, kunnen eenvoudig
verwijderd worden door deze gedurende
ongeveer 20-30 minuten te verhitten (knop in
positie 11). Nadien kunnen deze overblijfselen
met een houten spatel verwijderd worden. Laat
de plaat afkoelen, spoel met water en droog
goed met een propere doek af.
Indien aluminium – of plastieken bladen, suiker of voedsel dat suiker bevat zouden smelten op de
oppervlakte van de kookplaat, moeten deze onmiddellijk van de hete kookplaat met een
houten spatel verwijderd worden. Dit voorkomt mogelijke beschadigingen aan de oppervlakken.
De oppervlakken van de kookplaat in vuurvast aardewerk zijn uiterst resistent. Maar ze zijn niet
onbreekbaar en zouden beschadigd kunnen worden door spitse of harde voorwerpen die met een
zekere kracht erop kunnen vallen. Indien het oppervlak van de plaat van glaskeramiek
breuken, barsten, of spleten mocht vertonen, moet het apparaat uitgeschakeld worden en
niet worden gebruikt ter voorkoming van het risico op elektrocutie! Neem onmiddellijk
contact op met de Assistentiedienst.
Aanwijzingen voor de gebruiker
34
11.9 Reiniging van de oven
Voor een goede bewaring van de oven, moet hij geregeld gereinigd worden, beter nog na ieder
gebruik, nadat hij afgekoeld werd: op deze manier kunnen gemakkelijker de kookresten
verwijderd worden, zodat deze niet bij het volgende gebruik van de oven branden.
Reinig de onderdelen in roestvrij staal en de geëmailleerde onderdelen zoals beschreven in de
betreffende paragrafen “11.1 Reiniging van de oppervlakken in roestvrij staal” en “11.2 Reiniging
van de geëmailleerde oppervlakken”.
Verwijder alle beweeglijke onderdelen en reinig deze afzonderlijk; spoel en droog deze zorgvuldig
met een propere doek af.
11.9.1 Reiniging van de ovenwanden
Voor de reiniging van dit type ovens mogen nooit reinigingsproducten gebruikt worden.
De ovenwanden kunnen gereinigd worden met witte azijn en vervolgens afgenomen worden met
een met water bevochtigde doek. Verwarm de oven daarna minstens een uur op 150°C ter
bevordering van de reiniging. Nog eens afnemen met een met lauw water bevochtigde doek, nadat
de oven afgekoeld is.
11.9.2 Reiniging van de ovendeur
Het wordt aangeraden de ovendeur steeds goed zuiver te houden. Gebruik vloeipapier voor de
keuken, bij hardnekkig vuil, was met een vochtige spons en gewoon reinigingsmiddel.
De “spray” producten voor de reiniging van de oven dienen niet voor de reiniging van het
koelsysteem en de sensor van de thermostaat, die zich binnenin de ovenruimte bevinden,
gebruikt te worden.
11.10 Vervanging van het verlichtingslampje van de oven
Vóór iedere ingreep moet de elektrische voeding naar het apparaat uitgeschakeld worden.
Ga als volgt te werk:
open de ovendeur;
draai het glazen beschermkapje tegen de wijzers van de klok in; draai
de lamp af en vervang deze met een andere geschikt voor hoge
temperaturen (300°C) en met de volgende kenmerken:
Spanning: 230 V / 50 Hz
Vermogen: 15 W
Aansluiting: E 14
Monteer opnieuw het glazen kapje en activeer opnieuw de toevoer van de elektrische energie.
De werking van het lampje binnenin de oven kan ook bij gesloten deur gecontroleerd worden,
door de keuzeknop in positie
te draaien.
Aanwijzingen voor de gebruiker
35
12. Groot onderhoud
Periodiek moet aan de oven kleine onderhouds – of vervangingsingrepen van onderdelen die aan
slijtage onderworpen zijn uitgevoerd worden. Navolgend worden de specifieke instructies voor
iedere ingreep van dit type verklaard.
Voor iedere ingreep moet de elektrische stroom van het toestel uitgeschakeld en de kraan
van de gasinstallatie gesloten worden.
12.1 Demontage van de ovendeur
Het is mogelijk de ovendeur volledig te demonteren om een nauwkeuriger reiniging mogelijk te
maken. Deze operatie is hoe dan ook niet voor iedereen weggelegd. Men dient de benodigde
kracht te bezitten om de deur te ondersteunen en een minimum aan ervaring om hem opnieuw te
monteren. Bent u hier niet zeker van, dan wordt het aangeraden de ovendeur te reinigen zonder
hem te demonteren, of kunt u zich in speciale gevallen tot het dichtstbijzijnde Assistentiecentrum te
richten.
Ga als volgt te werk om de deur te demonteren:
Open de ovendeur en haak de beveiligingen van de scharnieren los door de betreffende
pennen A naar achteren te draaien (één voor elke scharnier).
Sluit de ovendeur half zodat de spanning van de veren weggenomen wordt (de ovendeur zal
een hoek van circa 30° vormen).
Begeleid de sluitende beweging van de deur met beide handen en til de deur gelijktijdig op.
Draai het onderste deel van de deur in buitenwaartse richting door scharnieren B uit de
zittingen te bevrijden.
Indien men eventueel droog residu wenst weg te nemen, of stof dat een aanslag op de binnenzijde
van de ruiten gevormd heeft, kan de deur gekanteld worden zoals de afbeelding toont. Borstel
voorzichtig met een zachte flessenwisser de tussenruimte tussen de glazen.
Om de deur opnieuw te monteren gaat u in omgekeerde volgorde te werk. Zijn scharnieren B weer
in de betreffende zittingen teruggeplaatst, dan opent u de deur tot het einde van de slag en stelt u
de beveiligingen van de scharnieren weer in werking, door de bijbehorende pennen A (één voor
elke scharnier) opnieuw omlaag te plaatsen.
LET OP: na de hernieuwde montage van de ovendeur moeten de beveiligingen
van de scharnieren altijd opnieuw in werking worden gesteld.
Aanwijzingen voor de gebruiker
36
12.2 Verwijdering van de ondersteuningsframe aan de zijkanten
De ondersteuningsframes aan de zijkanten kunnen weggenomen worden om afzonderlijk
gewassen te worden en om de reiniging van de ovenwanden te vereenvoudigen. Deze frames zijn
in drie punten aan de ovenwand bevestigd. De punten worden aangeduid door de pijlen in de
afbeelding (detail 1).
Druk ze met de vingers omlaag, zoals detail 2 toont, zodat het frame losgehaakt wordt van de
bovenste pen;
til het frame in bovenwaartse richting op en trek het naar buiten.
Ga in omgekeerde volgorde te werk om de ondersteunende frames opnieuw te monteren. Plaats
het onderste deel van het frame op de betreffende pennen en druk het bovenste deel tegen de
ovenwand tot het frame vast komt te zitten op de pen.
12.3 Demontage en reiniging van de interne ventilator van de oven
De interne ovenventilator zou regelmatig gereinigd moeten worden. Ga als volgt te werk om de
ventilator te demonteren:
Controleer of de elektrische voeding naar het apparaat uitgeschakeld is;
verwijder alle interne componenten van de oven (roosters, druipbakken);
schroef de vier schroeven A van het afdekcarter los en verwijder ze;
trek afdekcarter B los;
schroef met behulp van een muntje bevestigingsmoer C van de ventilator los (het schroefdraad
ervan is omgekeerd, dus met de wijzers van de klok mee draaien om los te schroeven);
verwijder ventilator D en was hem door hem
onder te dompelen in warm water en
afwasmiddel. Gebruik in geen geval
schurende of corroderende reinigings-
middelen, poederproducten of
metaalsponsjes. Spoel de ventilator af en
droog hem zorgvuldig.
Monteer opnieuw de ventilator en het afdekcarter
door de instructies voor de demontage in
omgekeerde volgorde uit te voeren.
12.4 Hoogteinstelling van de lade
Aan de onderzijde van de lade, zijn op het
rechter- en linkeruiteinde “clips” aanwezig die
voor de hoogteinstelling dienen.
Door aan hendeltje A te draaien, zal de
lader 3 mm omhoog komen.
Aantekeningen
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
Aantekeningen
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
B00090 ZS3524 06/08
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Electrolux Algemeen fornuis Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor