17
Deze richtlijnen helpen u uw oefenprogramma te
plannen. Voor gedetailleerde trainingsinformatie
raden we aan een degelijke publicatie of uw arts
te raadplegen. Denk eraan, een juiste voeding en
voldoende rust zijn essentieel voor goede resultaten.
OEFENINTENSITEIT
Zowel voor het verbranden van overtollig vet als voor
het versterken van uw hart- en bloedvatenstelsel
is de juiste intensiteit essentieel om resultaten te
boeken. Aan de hand van uw hartslag kunt u het juiste
intensiteitsniveau zoeken. De onderstaande tabel geeft
de aanbevolen hartslagwaarden voor vetverbranding
en aerobicsoefeningen.
Voor het juiste intensiteitsniveau zoekt u uw leeftijd
onderaan de tabel (leeftijden worden afgerond naar de
dichtstbije 10 jaar). De drie getallen boven uw leeftijd
bepalen uw "trainingszone". Het laagste getal is de
hartslag voor vetverbranding, het middelste getal is de
hartslag voor maximale vetverbranding en het hoogste
getal is de hartslag voor aerobicsoefeningen.
Vetverbranding—Om effectief vet te verbranden
moet u gedurende een langere periode op een laag
intensiteitsniveau oefenen. Tijdens de eerste paar
minuten oefening verbruikt uw lichaam koolhydraten
(calorieën) als energie. Pas daarna begint uw lichaam
opgeslagen vet (calorieën) als energie te verbruiken.
Is het uw bedoeling vet te verbranden, pas de
intensiteit van uw oefening dan aan totdat uw hartslag
nabij het laagste getal in uw trainingszone ligt. Oefen
voor maximale vetverbranding met uw hartslag nabij
het middelste getal in uw trainingszone.
Aerobicsoefeningen—Is het uw bedoeling uw
hart- en bloedvatenstelsel te versterken, dan moet
u aerobicsoefeningen doen, omdat daarbij grote
hoeveelheden zuurstof over langdurige perioden nodig
zijn. Pas voor aerobicsoefeningen de intensiteit van uw
oefening aan totdat uw hartslag nabij het hoogste getal
in uw trainingszone ligt.
HOE UW HARTSLAG TE METEN
Om uw hartslag te
meten moet u minstens
vier minuten oefenen.
Stop dan met oefenen
en plaats twee vingers
op uw pols zoals
afgebeeld. Neem
een hartslag van zes
seconden en vermenigvuldig het resultaat met
10 om uw hartslag te vinden. Als uw hartslag van zes
seconden bijvoorbeeld 14 is, bedraagt uw hartslag
140 slagen per minuut.
RICHTLIJNEN VOOR OEFENINGEN
Opwarmen—Begin met 5 tot 10 minuten strekken
en lichte oefeningen. Een opwarming verhoogt uw
lichaamstemperatuur, hartslag en bloedcirculatie als
voorbereiding op oefeningen.
Oefenen in trainingszone—Oefen gedurende
20 tot 30 minuten met uw hartslag in uw
trainingszone. (Tijdens de eerste paar weken van uw
oefenprogramma mag uw hartslag niet langer dan
20 minuten in uw trainingszone liggen.) Haal
regelmatig en diep adem terwijl u oefent – houd uw
adem nooit in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van uw spieren en
helpt problemen na oefeningen te voorkomen.
OEFENFREQUENTIE
Oefen drie keer per week, met minstens één dag rust
tussen elke oefendag om uw conditie te behouden of
te verbeteren. Na enkele maanden regelmatig oefenen
kunt u de frequentie desgewenst opvoeren tot vijf keer
per week. Denk eraan dat de sleutel tot succes erin
bestaat van oefening een regelmatig en aangenaam
deel van uw dagelijks leven te maken.
WAARSCHUWING:
Raadpleeg uw dokter voordat u aan een
oefenprogramma begint. Dit is vooral van
belang voor personen ouder dan 35jaar of
personen met gezondheidsproblemen.
RICHTLIJNEN VOOR OEFENINGEN