SQT0818
43
3
NEDERLANDS
De oplaadbare batterij (die in het toestel is geplaatst) is aanvankelijk niet
opgeladen. Laad de batterij op voordat u het toestel gebruikt.
1
Sluit dit toestel met de
USB-oplaadkabel op een
computer aan
• Binnen ongeveer 3 seconden nadat de
verbinding tot stand is gebracht, licht de
led op de rechterluidspreker rood op.
• Tijdens het opladen licht de led rood op.
Wanneer het opladen is voltooid, gaat
de led uit.
• Het vol opladen van een lege batterij
duurt ongeveer 3,5 uur.
Rechts
Computer
Led
USB-oplaadkabel (meegeleverd)
■
Opmerking
• De Bluetooth
®
-functie kan niet worden gebruikt wanneer het toestel met de
USB-oplaadkabel op een computer is aangesloten.
• Voer het opladen uit bij een kamertemperatuur tussen 10 °C en 35 °C. Buiten dit
temperatuurbereik stopt mogelijk het opladen.
• Tijdens het opladen kan het toestel niet worden ingeschakeld.
• Gebruik uitsluitend de meegeleverde USB-oplaadkabel en geen andere kabel.
Let op: Gebruik alleen de meegeleverde USB-oplaadkabel om het toestel op een
computer aan te sluiten.
Opladen
U kunt verbinding maken met een Bluetooth
®
-apparaat als dit toestel op dat
apparaat geregistreerd is.
Voorbereiding op het Bluetooth
®
-apparaat
• Schakel het apparaat in en schakel de Bluetooth
®
-functie in.
• Houd het apparaat op minder dan 1 meter afstand van dit toestel.
• Raadpleeg indien nodig de gebruiksaanwijzing van het apparaat.
De eerste keer inschakelen
1
Schakel het toestel in
• Het toestel zoekt naar het
Bluetooth
®
-apparaat waarmee
u verbinding wilt maken. De
led op de rechterluidspreker
knippert afwisselend blauw en
rood. (Eenmalige bediening na
aankoop)
2
Selecteer het toestel
(“RP-BTD5”) wanneer het
wordt gedetecteerd door het
Bluetooth
®
-apparaat
• Als om het wachtwoord wordt
gevraagd, voert u “0000 (vier
nullen)” in.
• Als het selectiescherm voor
het Bluetooth
®
-profiel wordt
weergegeven, selecteert u het
profiel “A2DP”. Als “A2DP” niet
wordt ondersteund of als u
alleen wilt kunnen telefoneren,
selecteert u het profiel “HSP” of
“HFP”. (Raadpleeg voor details
over profielen het gedeelte “Naar
muziek luisteren” (→ P. 4) en
“Telefoneren” (→ P. 5))
3
Controleer op het toestel
de verbinding met het
Bluetooth
®
-apparaat
•
De led op de rechterluidspreker
licht eerst blauw op en gaat
herhaaldelijk aan en uit. Wanneer
er verbinding is gemaakt,
verandert het knipperpatroon.
Vanaf de tweede keer verbinding maken
<Verbinding maken met hetzelfde
Bluetooth
®
-apparaat>
Wanneer het toestel wordt ingeschakeld,
zoekt het automatisch het eerder ingestelde
Bluetooth
®
-apparaat en maakt er verbinding
mee. De led op de rechterluidspreker licht
eerst blauw op en gaat herhaaldelijk aan
en uit. Wanneer er verbinding is gemaakt,
verandert het knipperpatroon.
<Verbinding maken met een ander
Bluetooth
®
-apparaat>
Schakel de Bluetooth
®
-functie van
het eerder aangesloten apparaat uit.
Controleer of dit toestel is uitgeschakeld.
Houd de knop voor koppelen
ongeveer
5 seconden ingedrukt. Er klinkt een
pieptoon. Het toestel begint te zoeken
naar het andere Bluetooth
®
-apparaat.
De led op de rechterluidspreker gaat
afwisselend blauw en rood knipperen.
Ga verder met stappen 2 en 3.
Verbinding maken met een Bluetooth
®
-apparaat
■
Opmerking
•
Als er geen verbinding met een apparaat
kan worden gemaakt binnen ongeveer
5 minuten, wordt het toestel uitgeschakeld.
Begin opnieuw vanaf stap 1.
•
Er kunnen niet 2 of meer Bluetooth
®
-
apparaten tegelijkertijd op dit toestel
worden aangesloten.
•
Er kunnen maximaal 8 apparaten met
dit toestel gekoppeld worden. Als u een
9e apparaat koppelt, wordt het apparaat
met de oudste verbinding vervangen. U
moet dat apparaat opnieuw koppelen als u
het wilt gebruiken.
1
Houd de hoofdschakelaar ongeveer
3 seconden ingedrukt
• Er klinkt een pieptoon en de led op de
rechterluidspreker gaat knipperen.
Hoofdschakelaar
Led
Het toestel uitschakelen
• Houd de hoofdschakelaar
ongeveer 3 seconden ingedrukt. Er klinkt een
pieptoon en het toestel wordt uitgeschakeld.
■
Opmerking
• Het toestel wordt automatisch uitgeschakeld als het ongeveer 5 minuten lang
niet wordt gebruikt. (Zie “Automatisch uitschakelen” (→ P. 5))
Het toestel in- en uitschakelen