Whirlpool awm 310 a de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

56
NL GEBRUIKERSHANDLEIDING
VÓÓR HET EERSTE GEBRUIK
BELANGRIJK: DE AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE AANDACHTIG
DOORLEZEN
VOORDAT U DE WASMACHINE IN GEBRUIK NEEMT, DIENT U DE
VEILIGHEIDSBEUGELS TE VERWIJDEREN DIE VOOR HET TRANSPORT ZIJN
AANGEBRACHT
Eerste wasprogramma zonder wasgoed
1.
De waterkraan opendraaien.
2.
De deur sluiten.
3.
Een beetje wasmiddel (ca. 100 ml) in het bakje doen .
4.
Een kort programma kiezen (zie de programmatabel).
5.
De “AAN/UIT”-toets indrukken.
Op deze manier wordt eventueel overblijvend water, dat in de fabriek is gebruikt om
de machine te testen, verwijderd.
NORMAAL GEBRUIK
1.
De waterkraan opendraaien.
2.
Het wasgoed op textielsoort en kleur sorteren en de wasmachine vullen.
3.
Sluit de deur.
4.
Voeg het wasmiddel en eventuele nabehandelingsmiddelen toe.
5.
Het programma, de temperatuur, de centrifugeersnelheid en de extra functies
selecteren (zoals beschikbaar op de machine).
6.
De “AAN/UIT”-toets indrukken.
57
INHOUDSOPGAVE NL
DE WASMACHINE MET TOEBEHOREN
PAGINA
58
MILIEUTIPS
PAGINA
59
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
PAGINA
59
VERPLAATSEN EN VERVOEREN
VAN DE MACHINE
PAGINA
59
HET WASGOED SORTEREN
PAGINA
60
WASMIDDEL EN
NABEHANDELINGSPRODUCTEN
PAGINA
61
VERVEN EN BLEKEN
PAGINA
62
HET KIEZEN VAN PROGRAMMAS EN EXTRA
FUNCTIES / START VAN HET PROGRAMMA
PAGINA
63
PROGRAMMAREEKS
PAGINA
64
BLOKKEREN VAN DE DEUR / EINDE VAN HET
PROGRAMMA / WIJZIGEN VAN REEDS GEKOZEN
PROGRAMMA
PAGINA
65
HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER VOOR VREEMDE
VOORWERPEN / AFVOEREN VAN RESTWATER
PAGINA
66
ONDERHOUD EN REINIGING
PAGINA
67
KINDERBEVEILIGING
PAGINA
67
STORINGEN - WAT TE DOEN?
PAGINA
68
KLANTENSERVICE
PAGINA
68
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
PAGINA
69
58
1.
Werkblad
2.
Bedieningspaneel
3.
Lade voor wasmiddel
4.
Serviceplaatje (binnenkant deur)
5.
Deur
6.
Handgreep voor het openen van de deur
-
Om de deur te openen: aan de handgreep trekken
-
Om de deur te sluiten: deur goed dicht duwen (totdat u een klik hoort)
7.
Kinderbeveiliging (binnenin deur)
8.
Filter voor vreemde voorwerpen
9.
Afvoer van restwater (afhankelijk van het model).
DE WASMACHINE MET TOEBEHOREN
59
Verpakking
De verpakking is voorzien van het
recyclingsymbool , hetgeen aanduidt dat
het verpakkingsmateriaal geschikt is voor
recycling.
Product
Het product is vervaardigd van recyclebaar
materiaal. Voor afschaffing van de machine
de plaatselijke voorschriften voor
afvalverwerking volgen. De machine
onbruikbaar maken door de voedingskabel
door te snijden zodat het apparaat niet meer
kan worden aangesloten.
Ecologische tips
-
Een volledig beladen trommel (afhankelijk
van het gekozen programma) is het best voor
optimaal gebruik van energie en water.
-
Gebruik voor licht tot normaal vervuild
wasgoed een programma zonder voorwas.
-
Gebruik bij licht vervuild wasgoed een
programma met een lage temperatuur of een
kort wasprogramma.
-
Druk, wanneer de trommel niet vol is, op de
toets Licht bevuild / Halve belading
(indien voorzien) en gebruik minder
wasmiddel.
-
Indien het wasgoed in een wasdroger wordt
gedroogd, raden wij u aan het op de hoogste
snelheid te centrifugeren (afhankelijk van het
gekozen programma). De droger verbruikt
dan minder energie.
-
Overschrijd de op de verpakking
aangegeven dosering wasmiddel niet.
-
Gebruik vlekkenmiddelen en bleekmiddelen
alleen indien dit echt noodzakelijk is.
Gebruik de wasmachine uitsluitend voor
huishoudelijke doelen.
Wees er zeker van dat de elektrische en
hydraulische aansluiting wordt uitgevoerd
volgens de aanwijzingen van de fabrikant en
in overeenstemming met de plaatselijk
geldende veiligheidsvoorschriften
(zie Aanwijzingen voor de installatie
Schakel de wasmachine uit of trek de stekker
uit het stopcontact alvorens
onderhoudswerkzaamheden uit te voeren of
het apparaat te reinigen.
Schakel de stroomtoevoer uit en draai de
waterkraan dicht wanneer de machine niet in
werking is.
Wanneer de deur niet opengaat, niet
forceren.
Laat kinderen niet met de wasmachine
spelen of in de trommel klimmen. Niet op de
deur leunen.
Verpakkingsmaterialen kunnen gevaar
opleveren voor kinderen. Houd
verpakkingsmateriaal (plastic zakken,
stukken piepschuim etc.) buiten het bereik
van kinderen.
De wasmachine voldoet aan de Europese
veiligheidsvoorschriften van de
EG- Richtlijn nr. 93/68/EWG en EN 60555.
1.
Trek de stekker uit het stopcontact.
2.
Draai de waterkraan dicht.
3.
Maak de toevoer- en afvoerslangen los.
4.
Laat het restwater uit de wasmachine en de
slangen wegstromen (zie Het afvoeren van
restwater).
5.
Monteer de veiligheidsbeugels
(zie Aanwijzingen voor de installatie).
MILIEUTIPS
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VERPLAATSEN EN VERVOEREN VAN DE MACHINE
60
1. Het wasgoed sorteren naar:
Textielsoort / symbool dat op het etiket staat
Katoen, gemengde weefsels, synthetische
weefsels, wol, zijde, viscose.
Kleur
Bonte en witte was altijd scheiden. Nieuw,
gekleurd wasgoed de eerste keer apart
wassen.
Afmeting van het wasgoed
Was stukken van verschillende afmetingen
samen voor goede wasresultaten en een
optimale verdeling van de belading in de
trommel.
Teer wasgoed
Teer wasgoed apart wassen. Gebruik
speciale programmas voor machine-wasbare
wol , gordijnen of zijde . Verwijder de
ringen van de gordijnen of doe de gordijnen
met ringen in een waszak. Was alleen
wasgoed dat in de machine mag worden
gewassen. Was kleine stukken wasgoed
(b.v. pantys, ceintuurs etc.) en stukken met
haakjes (b.v. bhs) in een speciale waszak of
in een kussensloop met ritssluiting.
2. Maak de zakken leeg
Muntstukken, veiligheidsspelden en
dergelijke kunnen het wasgoed, de trommel
en het waterreservoir beschadigen.
3. Sluitingen
Doe ritssluitingen, haken en ogen dicht.
Knoop de uiteinden van ceintuurs bijeen.
WASSEN EN BEHANDELEN VAN ZIJDE
WASGOED
Wassen:
Voor goed onderhoud van zijde wasgoed:
1.
Bekijk de wasinstructies op het etiket en
controleer of het wasgoed in de machine
mag worden gewassen (30°C).
2.
Stukken wasgoed van dezelfde kleur samen
wassen.
Belangrijke opmerking
: Controleer of nieuwe
stukken kleurvast zijn en was deze stukken de
eerste maal apart.
3.
Gebruik alleen een speciaal wasmiddel voor
zijde of wol.
4.
Dit programma centrifugeert niet.
5.
Indien u de functie Spoelstop kiest, het
wasgoed niet te lang in het spoelwater laten
staan.
Drogen en strijken
Plaats het stuk in een handdoek en duw het
water eruit zonder te wringen.
Zijde kleding nooit in de zon laten drogen.
Het stuk binnenste buiten strijken als dit nog
licht vochtig is.
Geen water op het wasgoed spuiten en geen
stoomstrijkijzer gebruiken om watervlekken
te vermijden.
VLEKKEN VERWIJDEREN
Bloed-, melk-, eiervlekken enz. worden
normaal gesproken tijdens de enzymenfase
van het wasprogramma verwijderd.
Voeg voor wijn-, koffie-, thee-, gras-,
fruitvlekken enz. een biologisch bleekmiddel
toe of een bleekmiddel met chloor in
het wasmiddelbakje van de lade (afhankelijk
van model).
Hardnekkige vlekken kunnen zo nodig vooraf
worden behandeld met een vlekkenmiddel.
WASGOED IN DE MACHINE DOEN
1.
De deur openen.
2.
Plaats het wasgoed één voor één in de
trommel zonder het aan te drukken; plaats
niet te veel stukken in de trommel.
3.
De deur sluiten.
AANBEVOLEN BELADINGEN
Zie de aparte programmatabel.
Opmerking:
Indien de trommel te vol is, wordt
het wasgoed minder goed gewassen en kreukt
het meer.
HET WASGOED SORTEREN
1
2
3
61
KEUZE VAN HET WASMIDDEL
De keuze van het wasmiddel is afhankelijk van:
de textielsoort (katoen, synthetisch wasgoed,
teer wasgoed, wol, zijde);
Opmerking:
Gebruik voor wol en zijde
uitsluitend speciale wasmiddelen;
de kleur;
de temperatuur van het wasprogramma;
het soort vuil.
Opmerkingen:
Eventuele witte resten op donkere stukken
textiel zijn het gevolg van de niet-oplosbare
nabehandelingsproducten in de moderne
wasmiddelen zonder fosfaten. Als dit
gebeurt, de betreffende stukken uitkloppen
en/of borstelen en een vloeibaar wasmiddel
gebruiken.
Bewaar het wasmiddel en de
nabehandelingsproducten op een veilige,
droge plek, buiten het bereik van kinderen.
Gebruik alleen wasmiddelen en
nabehandelingsproducten die geschikt zijn
voor wasautomaten voor huishoudelijk
gebruik.
Gebruik alleen wateronthardingsmiddelen,
ontkalkingsmiddelen, textielverf en middelen
voor het witter maken van de was die
geschikt zijn voor wasautomaten voor
huishoudelijk gebruik.
Gebruik geen oplosmiddelen (b.v. terpentine
of wasbenzine). Was geen stukken die zijn
behandeld met oplosmiddelen of
ontvlambare vloeistoffen in de wasmachine.
DOSERING VAN HET WASMIDDEL
Overschrijd de doseeraanwijzingen op de
verpakking van het wasmiddel niet.
De hoeveelheid is afhankelijk van:
het soort vuil;
de hoeveelheid was;
-
volledige belading: volg de aanwijzingen
van de wasmiddelfabrikant;
-
halfvolle trommel: 3/4 van de normale
hoeveelheid wasmiddel;
-
kleine belading (ca. 1 kg): 1/2 hoeveelheid
van de aangegeven hoeveelheid voor een
volledige belading;
de hardheid van het water
(vraag hieromtrent informatie bij het
waterleidingbedrijf): bij zacht water heeft u
minder wasmiddel nodig dan bij hard water.
Opmerkingen:
Een te hoge dosering wasmiddel kan leiden
tot een te sterke schuimvorming. Indien er
zich teveel schuim heeft gevormd, kan dit
ertoe leiden dat de wasmachine niet
centrifugeert.
Bij onvoldoende dosering van het wasmiddel
wordt het wasgoed grauw. Hierdoor ontstaat
kalkaanslag op het verwarmingselement en
in de trommel.
Indien u bleekmiddel met chloor gebruikt, de
instructies voor het bleken goed opvolgen.
Een te hoge dosering bleekmiddel kan het
wasgoed beschadigen.
Indien de wasmiddellade van de wasmachine drie bakjes bevat, de markering voor de hardheid van
het water in overeenstemming brengen met de hardheid van het water in het gebied waar de
wasmachine is geïnstalleerd. De markering zijwaarts naar de gewenste positie bewegen.
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
TABEL WATERHARDHEID
HARDHEIDS-
CATEGORIE VAN HET
WATER
EIGENSCHAPPEN DUITSE
°dH
FRANSE
°fH
ENGELSE
°eH
1
2
3
4
zacht
middel
hard
zeer hard
0-7
7-14
14-21
boven 21
0-12
12-25
25-37
boven 37
0-9
9-17
17-26
boven 26
62
DE WASMIDDEL EN
NABEHANDELINGSPRODUCTEN LADE
VULLEN
1.
Trek de wasmiddellade naar buiten. De lade
heeft, afhankelijk van het model, drie of vier
bakjes.
2.
Doe het wasmiddel in de lade.
Programmas met voor- en
hoofdwas.
Hoofdwasprogramma
zonder voorwas.
Als er een vloeibaar wasmiddel wordt
gebruikt, het gekleurde
doseringshulpmiddel uit de zeeplade
verwijderen en in het bakje zetten .
De verdeling op de dispenser helpt
bij de dosering.
Wasverzachter toevoegen - tot
aan Max vullen (modellen met
drie bakjes) of 100 ml (modellen
met vier bakjes).
Bleekmiddel toevoegen tot aan Max
(indien model hiervoor geschikt is).
Vlekkenmiddel.
Wateronthardingsmiddel
(waterhardheid klasse 4).
Verdund (in water verdund).
Selecteer in dit geval het programma
Spoelen + centrifugeren.
Nadat u het stijfsel heeft toegevoegd,
vult u het bakje met ongeveer
1 liter water.
3.
Sluit de lade goed (tot u een klikgeluid hoort).
Opmerkingen:
Om bij het gebruik van geconcentreerde
wasmiddelen problemen bij de verdeling te
voorkomen, het bij het wasmiddel geleverde
doseringshulpmiddel gebruiken en dit
rechtstreeks in de trommel plaatsen (alleen
voor programmas zonder voorwas).
Programmas met voorwas: een vloeibaar
wasmiddel kan worden gebruikt.
Voor het hoofdwasprogramma is dan alleen
waspoeder nodig.
Geconcentreerde wasverzachters correct
doseren en water toevoegen in het vakje
voor de wasverzachter totdat het maximale
niveau is bereikt.
Verven: de in de handel verkrijgbare produkten
bestaan gewoonlijk uit een kleurstof, een
fixeermiddel en zout.
Doe de kleurstof, het fixeermiddel en vervolgens
het zout rechtstreeks in de lege trommel. Vul pas
daarna de machine met wasgoed.
Gebruik alleen produkten die geschikt zijn
voor wasautomaten.
Volg de instructies van de fabrikant op.
Na het verven en bleken kunnen de plastic
en rubberen onderdelen van de wasmachine
gekleurd en gevlekt zijn.
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
Wasmiddellade met 3 vakken
Wasmiddellade met 4 vakken
VERVEN EN BLEKEN
63
HET KIEZEN VAN HET PROGRAMMA
(zie ook de aparte programma- en
verbruikstabel).
Voor machines MET een keuzeknop voor de
temperatuur
Draai de programmakeuzeknop met de klok
mee tot aan het gewenste programma.
Stel de temperatuurknop in op de gewenste
temperatuur.
Voor machines ZONDER keuzeknop voor de
temperatuur
Draai de programmakeuzeknop met de klok
mee tot aan het programma met de
gewenste temperatuur.
Voor machines MET knop voor de
centrifugeersnelheid
Draai de knop voor de centrifugeersnelheid
op de gewenste snelheid.
Voor machines ZONDER knop voor de
centrifugeersnelheid
De centrifugeersnelheid kan worden
verlaagd via de knop centrifugeersnelheid-
vermindering (indien aanwezig)
(zie ook belangrijke opmerking 2).
Belangrijke opmerking
1.
Indien is gekozen:
er wordt nooit gecentrifugeerd tijdens de
programmas voor Wol en Tere
weefsels.
maar verminderd gecentrifugeerd tussen
de spoelbeurten door in de programmas
voor Katoen en Synthetische weefsels;
voor een goede spoeling. Op het einde van
het programma wordt kort gecentrifugeerd
tegen een lage snelheid.
2.
Aan ieder programma wordt op de volgende
manier automatisch een maximale
centrifugeersnelheid toegekend:
* Voor bescherming van het wasgoed wordt de effectieve centrifugeersnelheid beperkt tot 900 toeren/min.
HET KIEZEN VAN PROGRAMMAS EN EXTRA FUNCTIES /
START VAN HET PROGRAMMA
HET PROGRAMMA MAX. CENTRIFUGEERSNELHEID in toeren/min
(afhankelijk van het model)
1200 1100 1000 900 800 600
Bont wasgoed 1200 1100 1000 900 800 600
Synthetische weefsels 900* 900* 900* 900 800 600
Tere weefsels 900* 900* 900* 900 800 800
Wol 900* 900* 900* 900 800 600
Zijde/viscose 0 0 0 0 0 0
Spoelen + centrifugeren 1200 1100 1100 900 800 600
Lang centrifugeren 1200 1100 1000 900 800 600
Kort centrifugeren 900* 900* 900* 900 800 600
64
DE GEWENSTE EXTRA FUNCTIE KIEZEN
(Afhankelijk van het model, zie ook de aparte
programmatabel).
Verminderen van de centrifugeersnelheid
Modellen zonder keuze voor de
centrifugeersnelheid: druk op deze toets om
de vooraf ingestelde, automatische max.
centrifugeersnelheid te verminderen.
Tijdens het programma voor Zijde wordt
niet gecentrifugeerd.
Voorwas
Niet mogelijk in combinatie met de extra
functie Snel wasprogramma en de korte
programmas.
Deze functie alleen gebruiken voor zeer vuil
wasgoed.
Programmas met voorwas duren ongeveer
15 minuten langer.
Spoelstop
Het wasgoed blijft in het laatste spoelwater
liggen zonder gecentrifugeerd te worden om
kreukvorming te voorkomen.
Met name geschikt voor de programmas voor
Synthetisch weefsels of Tere weefsels
indien het wasgoed niet meteen na afloop van
het wasprogramma uit de wasmachine wordt
gehaald. Deze functie is zeer nuttig indien u het
centrifugeren wilt uitstellen of indien u de
kleding niet wenst te centrifugeren.
Spoelstop opheffen
De toets Spoelstop nogmaals induwen; de lading
wordt gecentrifugeerd volgens het ingestelde
programma.
Indien u de stukken niet wilt centrifugeren, de
programmaknop op het spoelprogramma zetten.
Bespaartoets
Verlengt de duur van het programma en
verlaagt de temperatuur. Dit levert een
besparing van energie op van ongeveer 30%
terwijl het wasresultaat toch zeer goed is.
Snel wasprogramma
Deze mogelijkheid kiezen voor snelle en
zuinige wasprogrammas.
Met name geschikt voor kleine beladingen
met licht vervuild wasgoed.
Opmerking:
Indien Snel wasprogramma is
gekozen, kunnen alleen de functies Spoelstop
en Vermindering centrifugeersnelheid worden
gekozen.
Licht vervuild / Halve belading
Vermindert het waterverbruik, met name in
de spoelfase.
Vooral geschikt voor licht vervuild wasgoed
en kleinere beladingen (de hoeveelheid
wasmiddel verminderen).
Intensief spoelen
Het wasgoed wordt langer gespoeld en met
meer water, zodat het grondiger wordt
uitgespoeld.
Deze functie is met name geschikt in
gebieden met zeer zacht water, voor
wasgoed van babys en van personen die
last hebben van allergische reacties.
HET STARTEN VAN HET PROGRAMMA
1.
Sluit de wasmachine aan.
2.
Draai de waterkraan open.
3.
Druk op de AAN/UIT-toets.
Het functioneringslampje gaat branden
.
INDICATOR VAN DE PROGRAMMAREEKS
Iedere kleur representeert een wascyclus voor
een bepaald weefseltype en komt overeen met
de informatie op de wasmiddellade.
SYMBOLEN
Hoofdwas
llllllllllll Spoelen
Laatste centrifugeerperiode
Stop:
Einde programma
De symbolen (indien aanwezig) geven de
verschillende fasen in de programmareeks weer
(wassen/spoelen/centrifugeren).
HET KIEZEN VAN PROGRAMMAS EN EXTRA FUNCTIES /
START VAN HET PROGRAMMA
PROGRAMMAREEKS
•••
65
BLOKKEREN VAN DE DEUR
Nadat het programma is gestart, wordt de deur
automatisch geblokkeerd tot aan het eind van het
programma. Indien het programma wordt
onderbroken of indien de stroomtoevoer wordt
beëindigd, wordt de deur ongeveer na 2 minuten
ontgrendeld.
AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA
De programmareeksknop houdt stil op Stop.
1.
Druk op de AAN/UIT-toets.
Het functioneringslampje gaat uit
.
2.
Schakel de gekozen extra functies uit door op de
betreffende toetsen te drukken.
3.
Draai de waterkraan dicht.
4.
Wacht totdat de deur wordt ontgrendeld
(ongeveer 2 minuten).
5.
Open de deur en haal het wasgoed uit de machine.
Opmerking:
Laat de deur halfopen zodat de trommel
kan drogen.
HET WIJZIGEN VAN EEN REEDS GEKOZEN
PROGRAMMA
1.
Druk op de AAN/UIT-toets.
Het functioneringslampje gaat uit
.
2.
Kies een nieuw programma/temperatuur.
3.
Druk nogmaals op de AAN/UIT-toets.
Het functioneringslampje gaat weer aan.
BLOKKEREN VAN DE DEUR /
EINDE VAN HET PROGRAMMA /
WIJZIGEN VAN REEDS GEKOZEN PROGRAMMA
66
WANNEER DIENT HET FILTER VOOR
VREEMDE VOORWERPEN TE WORDEN
VERWIJDERD?
Controleer en reinig het filter minstens
2 tot 3 maal per jaar.
Wanneer de pomp is verstopt door een
voorwerp (knopen, muntstukken,
veiligheidsspelden).
Wanneer de wasmachine het water niet
regelmatig afvoert of niet centrifugeert.
Opmerking:
Alvorens het water uit de machine
te laten lopen, dient u zich ervan te verzekeren
dat het is afgekoeld.
HET FILTER VOOR VREEMDE
VOORWERPEN VERWIJDEREN
1.
Zet de wasmachine uit (druk op
de AAN/UIT-toets).
2.
Open het deksel van het filter voor vreemde
voorwerpen met behulp van het gekleurde
doseringsmiddel uit de wasmiddellade.
3.
Zet er een bak onder.
4.
Draai het filter tegen de klok in totdat de
hendel zich in een verticale positie bevindt;
schroef het filter nog niet helemaal los.
5.
Wacht tot al het water in de bak is gestroomd.
6.
Schroef het filter nu helemaal los en neem
het weg.
7.
Verwijder eventuele vreemde voorwerpen uit
het filter.
8.
Controleer of de rotor van de pomp weer
goed kan bewegen.
9.
Breng het filter weer aan en schroef het met de
wijzers van de klok mee totdat deze vastzit (totdat
de hendel zich in horizontale positei bevindt).
10.
Sluit het deksel.
11.
Giet 1/2 liter water in de wasmiddellade om
het besparingssysteem weer in te schakelen.
Sommige modellen bevatten geen filter omdat
zij voorzien zijn van een zelfreinigende pomp.
Opmerking:
Indien het filter gereinigd dient te
worden gedurende een programma, de
wasmachine uitzetten en vervolgens weer
aanzetten en een nieuw programma kiezen.
WANNEER MOET HET RESTWATER
WORDEN AFGEVOERD?
Wanneer u de wasmachine wilt vervoeren.
In een ruimte waar de temperatuur onder het
vriespunt kan zakken. In dit geval dient het
restwater na iedere wasbeurt uit de machine
te worden verwijderd.
HET AFVOEREN VAN RESTWATER
De slang voor de afvoer van het restwater
bevindt zich in de plint van de wasmachine.
1.
Duw het deksel met lichte kracht naar boven.
2.
Trek de slang ongeveer 15 cm naar buiten.
Verwijder de sluiting op het uiteinde van de
slang.
3.
Laat het water weglopen in een lage bak
totdat de machine helemaal leeg is. Sluit de
afvoerslang en breng hem weer in de
oorspronkelijke positie.
4.
Voor aanvang van een nieuw programma:
Giet 1 liter water in de wasmiddellade om het
besparingssysteem weer in te schakelen.
Als de wasmachine niet geleverd wordt met
een afvoerslang in de plint, moeten de
aanwijzingen in Filter voor vreemde
voorwerpen verwijderen worden opgevolgd
voor het afvoeren van het restwater.
HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER VOOR VREEMDE
VOORWERPEN / AFVOEREN VAN RESTWATER
67
BEHUIZING EN BEDIENINGSPANEEL
Gebruik gewone, voor de huishouding
gebruikte reinigingsmiddelen (gebruik geen
schuurmiddelen).
Droog de oppervlakken met een zachte
doek.
LADE VOOR HET WASMIDDEL
De lade losmaken en
naar buiten trekken;
druk hiervoor zacht op
de
ontgrendelingshendel.
Verwijder de
onderdelen (sifon van
het
wasverzachtergedeelt
e, sifon van het
bleekmiddel en het
gekleurde
doseringshulpmiddel).
De onderdelen schoonspoelen onder
stromend water.
De sifons en de lade terugzetten; het
gekleurde doseringshulpmiddel op zijn plaats
duwen tot het vastzit.
DEURMANCHET
Indien nodig met een vochtige doek reinigen.
De toestand van het manchet regelmatig
controleren.
FILTER VAN DE WATERSLANG
Geregeld controleren en reinigen
Machines met een rechte
watertoevoerslang:
1.
Draai de waterkraan dicht.
2.
Schroef de watertoevoerslang
van de kraan.
3.
Verwijder het filter en reinig het.
4.
Zet het filter weer terug en
schroef de toevoerslang vast op
de waterkraan.
5.
Schroef de slang los van de machine.
6.
Haal het filter met de speciale tang uit de
wasmachine en reinig het.
7.
Zet het filter terug en schroef deze weer vast
aan de aansluiting op de achterkant van de
machine.
8.
Open de waterkraan en controleer of de
verbindingen niet lekken
Wasmachine met Water Stop slang:
1.
Draai de waterkraan dicht.
2.
Schroef de slang van de
kraan.
3.
Verwijder alleen het losse
filter en reinig het.
4.
Monteer het filter weer en
schroef de Water Stop slang
op de kraan.
5.
Open de waterkraan en
controleer of de verbindingen
niet lekken.
FILTER VOOR VREEMDE
VOORWERPEN
Controleer en reinig het filter minstens
2 tot 3 maal per jaar (zie Het filter voor
vreemde voorwerpen verwijderen).
Om te voorkomen dat de wasmachine op de
onjuiste manier wordt gebruikt, de plastic schroef
aan de binnenkant van de deur omdraaien met
de dikke, afgeronde hoek van het gekleurde
inzetstuk in de wasmiddellade of met een munt.
1.
Gleuf verticaal: beveiliging; de deur kan niet
worden gesloten.
2.
Gleuf horizontaal: normaal; de deur kan
worden gesloten.
ONDERHOUD EN REINIGING
KINDERBEVEILIGING
68
De wasmachine start niet of blokkeert tijdens
een programma.
Zit de stekker goed in het stopcontact?
Is de zekering doorgebrand?
Is er een stroomstoring?
Is de waterkraan open? Krijgt de machine water?
Is de deur goed gesloten?
Heeft u een programma ingesteld?
Heeft u de AAN/UIT-toets ingedrukt?
De wasmachine krijgt geen of weinig water.
Is de waterkraan helemaal opengedraaid?
Zit er een knik in de watertoevoerslang?
Is de filter van de wateraansluiting verstopt?
(Zie Onderhoud en reiniging).
Is het water in de slang bevroren?
De wasmachine voert geen water af.
Is de afvoerslang correct geplaatst?
(zie Aanwijzingen voor de installatie)
Is het filter voor vreemde voorwerpen verstopt?
(Zie Het verwijderen van het filter voor vreemde
voorwerpen / Afvoeren van restwater).
Is het water in de afvoerslang bevroren?
Heeft u op de toets Spoelstop gedrukt?
Er zitten resten van wasmiddel en
nabehandelingsproducten in de zeeplade.
Is de sifon correct geplaatst?
Is de sifon vuil?
Komt er weinig water in de lade? (Zie boven).
Zie ook Wasmiddel en
nabehandelingsproducten, Onderhoud en
reiniging.
De wasmachine trilt tijdens het centrifugeren.
Is de wasmachine waterpas gezet en zijn de
vier pootjes afgesteld? (Zie Aanwijzingen
voor de installatie).
Zijn de veiligheidsbeugels voor het transport
verwijderd? Voordat u de wasmachine in
bedrijf stelt, is het absoluut noodzakelijk om
de veiligheidsbeugels voor het transport te
verwijderen (zie Aanwijzingen voor de
installatie).
Na afloop van het wasprogramma is het
wasgoed niet of niet voldoende
gecentrifugeerd.
Is de pomp verstopt? (Zie Het verwijderen
van het filter voor vreemde voorwerpen /
Afvoeren van restwater).
Bevat de belading een stuk zwaar wasgoed
van grote afmetingen (badjas etc.)? Indien dit
het geval is, ontdekt de wasmachine
wanneer hij begint te centrifugeren dat het
wasgoed teveel uit balans is en wordt het
centrifugeren onderbroken. Het wasgoed
wordt opnieuw in positie gebracht en er wordt
een nieuwe centrifugeercyclus gestart.
Indien dit verscheidene malen achter elkaar
gebeurt, wordt er tegen een lagere snelheid
gecentrifugeerd of wordt er, indien het wasgoed
erg uit balans is, niet gecentrifugeerd.
Indien het wasgoed na het centrifugeren nog
nat is, eventueel andere stukken wasgoed
toevoegen en het centrifugeerprogramma
opnieuw starten.
Belangrijk:
Deze wasmachine is voorzien van
een beveiligingssysteem.
Het programma wordt na een paar minuten
onderbroken als één van de volgende situaties
van toepassing is:
Geen watertoevoer.
Geblokkeerde pomp.
De wasmachine uitzetten en vervolgens
weer aanzetten om deze opnieuw te starten.
Voordat u contact opneemt met de
Klantenservice:
1.
Probeer de storing zelf te verhelpen
(zie Storingen - Wat te doen?).
2.
Start het programma opnieuw om te
controleren of de storing is verholpen.
3.
Indien dit niet zo is, contact opnemen met de
klantenservice en de volgende zaken
vermelden:
de aard van de storing;
het model;
het Service-nummer (dit nummer bevindt
zich achter het woord SERVICE).
Het Service-plaatje bevindt
zich aan de binnenzijde van de
deur.
Uw volledige adres.
Uw telefoonnummer met kengetal.
Het telefoonnummer en adres van de
Klantenservice bevindt zich op het
garantiebewijs. U kunt ook contact opnemen
met uw eigen handelaar.
STORINGEN - WAT TE DOEN?
KLANTENSERVICE
69
VEILIGHEIDSBEUGELS VOOR HET
TRANSPORT
De wasmachine is voorzien van veiligheidsbeugels
om te voorkomen dat de interne onderdelen van het
apparaat beschadigen tijdens transport.
Voordat u de wasmachine in gebruik neemt, dient
u de veiligheidsbeugels te verwijderen (Afb. 1).
1.
Draai met behulp van de bijgeleverde sleutel de
schroeven losser (Afb. 2).
2.
Draai de schroeven met de hand los.
3.
Houd iedere schroef tegen en verwijder ze
inclusief de rode plastic houder, via de grootste
zijde van het gat.
4.
Sluit de nu vrijgekomen gaten af met de hiervoor
bestemde plastic dopjes. Plaats de dopjes en
schuif ze in de richting van de pijl naar het smalle
gedeelte totdat ze goed vastzitten (Afb. 3).
5.
Bewaar de veiligheidsbeugels.
Opmerking:
Plaats de veiligheidsbeugels op de volgende manier
vóór transport:
1.
Verwijder de plastic dopjes met een
schroevendraaier, schuif ze tegen de richting van
de pijl in naar buiten en verwijder ze.
2.
Bevestig nu de veiligheidsbeugels door de
hierboven beschreven montage-handelingen in
omgekeerde volgorde uit te voeren.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
Afb. 1
Afb. 2
Afb. 3
70
INSTALLATIE
Plaats de wasmachine op een stabiele en vlakke
ondergrond, zo mogelijk in de hoek van een
vertrek.
Controleer of alle vier de pootjes stevig op de vloer
rusten, controleer of de wasmachine exact
horizontaal staat (gebruik hiervoor een waterpas).
Wanneer de vloer niet glad of perfect vlak is, deze
onregelmatigheden compenseren door de pootjes
van de wasmachine in of uit te schroeven (plaats geen
stukjes hout, karton en dergelijke onder de pootjes).
1.
Draai de contramoer los met behulp van de
bijgeleverde sleutel.
2.
Stel de pootjes met de hand in.
3.
Draai de contramoer, tegen de klok in, vast tegen
de wasmachine.
Indien de wasmachine op een houten balkenvloer
wordt geplaatst, het apparaat op een hardboard
plaat van 60 x 60 cm groot en 3 cm dik zetten.
Bevestig de plaat aan de vloer.
INSTALLATIE / WERKBLAD
De machine dient te worden geïnstalleerd
onder een vast, doorlopend werkblad.
Het apparaat mag alleen worden ingebouwd met
behulp van de UBS inbouwset.
Haal de stekker uit het stopcontact.
1.
Verwijder de bevestigingsschroeven die in de
achterzijde van de wasmachine zitten, uit het
werkblad.
2.
Schuif het werkblad zo ver mogelijk naar achteren
en trek het weg terwijl u het optilt.
Monteer het veiligheidsblad (verkrijgbaar via
klantenservice of uw lokale leverancier) aan de
hand van de instructies.
3.
Draai de bevestigingsschroeven opnieuw aan.
BENODIGDE RUIMTE VOOR INSTALLATIE
VAN DE WASMACHINE
Breedte 600 mm
Hoogte 825 mm
Diepte 600 mm
LET OP:
Sluit de machine pas aan op het elektriciteitsnet nadat
het werkblad of de afdekking tussen de wasmachine
en het blad is gemonteerd.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
71
WATERTOEVOER
Watertoevoer: uitsluitend koud water.
Waterkraan: schroefdraadaansluiting voor
slang van 3/4.
Waterdruk (druk elektriciteitsnet):
10-100 N/cm
2
(1-10 bar).
WATERTOEVOERSLANG
Opmerking:
Wanneer de watertoevoerslang
reeds aan de achterzijde van de machine is
gemonteerd, kunt u punt 1 en 4 overslaan.
1.
Haal de watertoevoerslang uit de trommel.
2.
Plaats het bijgeleverde filter in de
schroefdraad tussen het rechte uiteinde van
de toevoerslang en de waterkraan.
3.
Schroef de watertoevoerslang met het rechte
uiteinde voorzichtig, met de hand, vast aan
de waterkraan.
4.
Schroef het gebogen uiteinde van de
toevoerslang voorzichtig vast aan de
machine. Let erop dat de slang niet geknikt is.
5.
Controleer of de aansluitingen naar de
wasmachine en naar de kraan niet lekken
door de kraan volledig open te draaien.
Wanneer de slang niet lang genoeg is, de
buigzame slang vervangen door een
drukslang (min. 10 bar, conform de norm
EN 500 65) van de juiste lengte.
Controleer de watertoevoerslang geregeld
op barsten of scheuren en vervang hem
indien nodig.
De wasmachine kan zonder terugslagklep
worden aangesloten.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften van
het Waterleidingbedrijf.
WATER STOP (indien voorzien)
De toevoerslang en de plastic doos van de
wateraansluiting bevatten elektrische
onderdelen.
De slang niet doorsnijden en de plastic doos
niet onderdompelen in water.
Bij beschadiging van de slang de
wasmachine onmiddellijk van het
elektriciteitsnet afkoppelen.
Indien de slang niet lang genoeg is, deze
vervangen door een Water Stop slang met
een lengte van 3 meter (verkrijgbaar bij de
klantenservice of uw handelaar).
Deze handeling mag uitsluitend door een
gekwalificeerd elektricien worden uitgevoerd.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
72
WATERAFVOERSLANG
Aansluiting van de afvoerslang aan de
waterafvoer.
1.
Haal de afvoerslang los van de linkerklem, zie pijl
A in Afb. 1.
Maak de aansluiting van de rechter afvoerslang
NIET los, zie pijl B in Afb. 1, dit verhoogt het risico
op lekkage (risico op schade aan de slang door
heet water).
2.
Sluit de afvoerslang aan op de sifon of bevestig
hem aan de rand van een wasbak of badkuip met
het elleboogstuk (Afb. 2). Normale wastafels zijn
niet geschikt voor dit doel. De rand van de wasbak
mag zich niet op een hoogte van meer dan
125 centimeter van de vloer bevinden.
3.
Min. afvoerhoogte: 70 cm.
Max. afvoerhoogte (elleboogstuk): 125 cm.
4.
Indien het nodig is een verlengstuk te gebruiken,
een slang van hetzelfde type gebruiken en de
aansluitpennen vastzetten met klemmen.
Max. lengte van de afvoerslang: 2,50 m.
Belangrijk:
Vermijd knikken van de waterafvoerslang en maak
hem goed vast, zodat deze niet kan vallen tijdens het
draaien van de wasmachine (Afb. 2).
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
Houd u aan de voorschriften van het plaatselijk
energiebedrijf.
De elektrische aansluiting moet tot stand worden
gebracht met een correct geïnstalleerd, geaard en
geïsoleerd stopcontact.
Het systeem moet geaard zijn.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventueel
letsel aan personen of huisdieren of schade aan
voorwerpen, die te wijten zijn aan het
veronachtzamen van bovengenoemde
specificaties.
De gegevens met betrekking tot spanning,
verbruik en zekeringen staan op de binnenkant
van de deur.
De leiding voor aansluiting op het net mag alleen
worden vervangen door een gekwalificeerde
elektricien.
De wasmachine voldoet aan de Europese
veiligheidsvoorschriften van de
EG -Richtlijn nr. 93/68/EWG en EN 60555.
Gebruik geen verlengkabels of meervoudige
adapters.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
Afb. 1
Afb. 2
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17

Whirlpool awm 310 a de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor