Whirlpool AWM 283/3 de handleiding

Type
de handleiding
59
GEBRUIKSAANWIJZING NL
VOOR HET EERSTE GEBRUIK:
U DIENT ZICH BESLIST AAN DE “AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE”
TE HOUDEN.
VOORDAT U DE WASAUTOMAAT IN GEBRUIK NEEMT, DIENT U DE BEUGELS DIE
VOOR HET TRANSPORT AANGEBRACHT ZIJN, TE VERWIJDEREN.
Eerste wasprogramma zonder wasgoed:
1.
Draai de waterkraan open.
2.
Doe de deur dicht.
3.
Doe een beetje wasmiddel in het vakje (ongeveer 100 ml).
4.
Kies een kort programma (zie de programmatabel).
5.
Als het functioneringslampje brandt, wil dat zeggen dat de wasautomaat is ingeschakeld.
6.
Houd de “Start”-toets ongeveer een seconde ingedrukt.
Op deze manier worden eventuele resten van het water, dat in de fabriek is gebruikt
om de machine te testen, verwijderd.
VOOR DAGELIJKS GEBRUIK:
1.
Draai de waterkraan open.
2.
Sorteer het wasgoed naar textielsoort en kleur en vul de trommel.
3.
Sluit de deur.
4.
Doe het wasmiddel en eventuele nabehandelingsproducten in het vakje.
5.
Het programma, de temperatuur, de centrifugeersnelheid en de extra functies
selecteren (zoals beschikbaar op de machine).
6.
Houd de “Start”-toets ongeveer een seconde ingedrukt.
OPMERKING:
Tijdens de eerste 15 minuten na het starten van de programma's “Bontwas” en “Synthetische”
weefsels (zonder voorwas), is het mogelijk de deur te openen om ander wasgoed toe
te voegen.
Dit is niet mogelijk wanneer de extra functie “Snel” is gekozen.
60
NL INHOUD
DE WASAUTOMAAT MET TOEBEHOREN
PAGINA
61
MILIEUTIPS
PAGINA
62
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
PAGINA
62
TRANSPORT
PAGINA
62
VOORBEREIDING VAN HET WASGOED
PAGINA
63
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
PAGINA
64
VERVEN EN BLEKEN
PAGINA
65
HET KIEZEN VAN HET PROGRAMMA /
START VAN HET PROGRAMMA
PAGINA
66
HET KIEZEN VAN DE EXTRA FUNCTIES
PAGINA
67
WIJZER VAN DE PROGRAMMAFASEN
PAGINA
68
HET BLOKKEREN VAN DE DEUR /
EINDE VAN HET PROGRAMMA
PAGINA
68
WIJZIGEN / ONDERBREKEN VAN HET PROGRAMMA
PAGINA
68
HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER VOOR VREEMDE
VOORWERPEN / HET AFVOEREN VAN RESTWATER
PAGINA
69
ONDERHOUD EN REINIGING
PAGINA
70
KINDERBEVEILIGING
PAGINA
70
OPSPOREN VAN STORINGEN
PAGINA
71
KLANTENSERVICE
PAGINA
72
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
PAGINA
73
61
1.
Werkblad
2.
Bedieningspaneel
3.
Wasmiddellade
4.
Serviceplaatje (aan binnenzijde deur)
5.
Deur
6.
Handgreep voor het openen van de deur
-
Om de deur te openen: op de knop aan de binnenzijde van de handgreep drukken en trekken.
-
Om de deur te sluiten: zachtjes duwen (totdat u een klik hoort).
7.
Kinderbeveiliging (aan binnenzijde deur)
8.
Filter voor vreemde voorwerpen (achter het deurtje)
9.
Afvoer van restwater (indien aanwezig).
DE WASAUTOMAAT MET TOEBEHOREN
62
Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is 100% recyclebaar
en draagt het recyclingssymbool .
Product
De wasautomaat is vervaardigd van
recyclebaar materiaal. Volg de plaatselijke
voorschriften voor afvalwerking wanneer u
hem afdankt. Maak het apparaat onbruikbaar
door de stekker uit het stopcontact te trekken
en de voedingskabel door te snijden.
Milieutips
-
Was, voor zover dit mogelijk is, altijd met een
volledig beladen trommel (afhankelijk van het
gekozen programma), voor een optimaal
gebruik van energie en water.
-
Gebruik voor licht of normaal vervuild
wasgoed een programma zonder voorwas.
-
Gebruik bij licht vervuild wasgoed een
programma met lage temperatuur of een kort
wasprogramma.
-
Druk wanneer de trommel niet vol is, de
Bespaartoets in (indien aanwezig), en
de hoeveelheid wasmiddel verminderen.
-
Indien het wasgoed in een droogtrommel
wordt gedroogd, wordt aangeraden het op de
max. snelheid te centrifugeren (afhankelijk
van het gekozen programma).
De droogtrommel verbruikt dan minder
energie.
-
Overschrijd de op de verpakking
aangegeven hoeveelheid wasmiddel niet.
-
Gebruik vlekkenmiddel en bleekmiddel
alleen indien dit absoluut noodzakelijk is.
Gebruik de wasautomaat uitsluitend voor
huishoudelijke doeleinden.
Zorg ervoor dat de installatie en de
elektrische aansluiting door een
gekwalificeerd technicus worden verrich,
overeenkomstig de aanwijzingen van de
fabrikant en de plaatselijke
veiligheidsvoorschriften (zie Aanwijzingen
voor de installatie).
Alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te
voeren of het apparaat schoon te maken, de
wasmachine uitschakelen en de stekker uit
het stopcontact trekken.
Wanneer de wasmachine niet in werking is,
de stroomtoevoer uitschakelen en de
waterkraan dichtdraaien.
Wanneer de deur niet opengaat, hem niet
forceren.
Laat kinderen niet met de wasmachine
spelen of in de trommel klimmen.
Leun niet tegen de deur.
Bewaar het verpakkingsmateriaal (plastic
zakken, schuimplastic, etc.) buiten bereik
van kinderen, aangezien het een potentiële
bron van gevaar kan vormen.
De wasmachine voldoet aan de Europese
veiligheidsvoorschriften van de
EG-richtlijn nr. 93/68/EEG en EN 60555.
1.
Trek de stekker uit het stopcontact.
2.
Draai de waterkraan dicht.
3.
Maak de toevoer- en afvoerslangen los.
4.
Laat restwater uit de slangen en de
wasautomaat lopen (zie
Het verwijderen van het filter voor vreemde
voorwerpen / Het afvoeren van restwater).
5.
Monteer de beschermbeugels voor het
transport (zie Aanwijzingen voor de
installatie).
MILIEUTIPS
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
TRANSPORT
63
1. Sorteer het wasgoed volgens:
Textielsoort / symbool op etiket
Katoen, gemengde weefsels, synthetische
weefsels, wol, zijde, viscose.
De kleuren
Gekleurde en witte was altijd scheiden.
Nieuw, gekleurd wasgoed de eerste keer
apart wassen.
De afmetingen van het wasgoed
Was stukken van verschillende afmetingen
door elkaar, voor een optimale verdeling van
de belading in de trommel.
Teer wasgoed
Was teer wasgoed apart.
Gebruik speciale programma's voor Zuiver
Scheerwol , gordijnen, zijde en
andere tere weefsels. Haal de ringen van de
gordijnen, of doe de gordijnen met ringen in
waszak. Was alleen wasgoed dat in de
wasautomaat kan worden gewassen!
Was kleine stukken wasgoed (bijv. panty's,
ceintuurs, etc.) of wasgoed met haakjes (bijv.
b.h's) in een speciale waszak of in een
kussensloop met ritssluiting.
2. Maak de zakken leeg
Muntstukken, veiligheidsspelden en
dergelijke kunnen het wasgoed, de trommel
en het waterreservoir ernstig beschadigen.
3. Sluitingen
Doe ritssluitingen, knopen, haken dicht.
Knoop de uiteinden van ceintuurs bijeen.
WASSEN EN ONDERHOUD VAN ZIJDEN
ARTIKELEN
Wassen:
Voor juiste behandeling van zijden
artikelen:
1.
Controleer de wasinstructies op het etiket en
controleer of het zijden artikel in de machine
mag worden gewassen (30°).
2.
Was stukken wasgoed van dezelfde kleur
samen.
Opmerking:
controleer of nieuwe artikelen
kleurvast zijn en was ze de eerste keer apart.
3.
Gebruik voor zijde en wol een speciaal
wasmiddel.
4.
Dit programma heeft geen centrifugeercyclus.
5.
Indien u de functie Spoelstop kiest, het
wasgoed niet te lang in het spoelwater laten
liggen.
Drogen en strijken
Wikkel het stuk in een handdoek en wring het
water eruit.
Droog zijden artikelen nooit in de zon.
Strijk binnenstebuiten als de zijden stof nog
licht vochtig is.
Spuit geen water op het stuk en gebruik geen
stoomstrijkijzer, dit om watervlekken te
voorkomen.
BEHANDELING VAN VLEKKEN
Vlekken door bloed, melk, ei etc. worden
normaal gesproken tijdens het
wasprogramma verwijderd door de
automatische werking van de enzymen.
Voeg voor wijn-, koffie-, thee-, gras-,
fruitvlekken etc. een vlekkenmiddel toe in het
vakje of een bleekmiddel in het vakje
van de wasmiddellade (afhankelijk van het
model).
Behandel voor hardnekkige vlekken het
wasgoed zo nodig vooraf met een
vlekkenmiddel.
WASGOED IN DE MACHINE DOEN
Open de deur.
Vouw het wasgoed uit en stop het in de
trommel, zonder het aan te drukken.
Sluit de deur.
AANBEVOLEN BELADINGEN
Zie de aparte programmatabel.
Opmerking:
Indien de trommel te vol is, wordt het
wasgoed minder goed schoon en kreukt het meer.
VOORBEREIDING VAN HET WASGOED
1
2
3
1.
2.
3.
64
KEUZE
De keuze van het wasmiddel is afhankelijk van:
de textielsoort (katoen, synthetische
weefsels, teer wasgoed, wol, zijde).
Opmerking:
Gebruik voor wol en zijde uitsluitend
speciale wasmiddelen.
de kleur,
de temperatuur van het wasprogramma,
het soort vuil.
Opmerkingen:
Eventuele witte resten op donkere stukken
textiel zijn het gevolg van de niet-oplosbare
wateronthardingsmiddelen in de moderne
wasmiddelen zonder fosfaten.
In dit geval, de betreffende stukken
uitkloppen en/of borstelen en een vloeibaar
wasmiddel gebruiken.
Bewaar het wasmiddel en de
nabehandelingsproducten op een droge
plek, buiten bereik van kinderen.
Gebruik alleen wasmiddelen en
nabehandelingsproducten die geschikt zijn
voor wasautomaten voor huishoudelijk
gebruik.
Gebruik alleen wateronthardingsmiddelen,
ontkalkingsmiddelen en verf, die geschikt zijn
voor wasautomaten voor huishoudelijk
gebruik.
Gebruik geen oplosmiddelen (bijvoorbeeld
terpentine of wasbenzine). Was geen met
oplosmiddelen of ontvlambare vloeistoffen
behandelde stoffen in de wasautomaat.
DOSERING
De doseeraanwijzingen op de verpakking van het
wasmiddel aanhouden, afhankelijk van:
soort/mate van vervuiling,
de belading,
-
volledige belading: volgens de
aanwijzingen van de fabrikant,
-
halfvolle trommel: 3/4 van de voor een
volledige belading aangegeven
hoeveelheid wasmiddel,
-
kleine belading (ca. 1 kg): de helft van de
voor een volledige belading aangegeven
hoeveelheid wasmiddel,
de hardheid van het water
(vraag hierover
informatie bij de gemeente): zacht water
vereist minder wasmiddel dan hard water.
Opmerkingen:
Een te hoge dosering wasmiddel kan leiden
tot sterke schuimvorming. Daardoor wordt
het wasgoed niet zo goed gewassen. Indien
er sprake is van teveel schuim, kan de
ingebouwde verklikker verhinderen dat de
wasautomaat centrifugeert.
Bij onvoldoende wasmiddel wordt het
wasgoed grauw. De kalkaanslag,die hiervan
het resultaat is, kan het verwarmingselement
en de trommel beschadigen.
Volg, bij het gebruik van bleekmiddel, de
aanwijzingen van de fabrikant strikt op.
Teveel bleekmiddel kan het wasgoed
aantasten.
Indien de machine beschikt over een lade met drie vakjes, de markering voor de hardheid van het water
regelen in overeenstemming met de hardheid van het water in het gebied waarin de wasautomaat wordt
gebruikt. Schuif de markering zijwaarts in de gewenste positie.
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
HARDHEID VAN HET WATER
CATEGORIE EIGENSCHAPPEN
DUITSE
HARDHEID °DH
FRANSE
HARDHEID °FH
ENGELSE
HARDHEID °EH
1
2
3
4
zacht
middelhard
hard
zeer hard
0-7
7-14
14-21
boven 21
0-12
12-25
25-37
boven 37
0-9
9-17
17-26
boven 26
65
DE WASMIDDELLADE VULLEN MET
WASMIDDEL EN
NABEHANDELINGSPRODUCTEN
Afhankelijk van het model kan de wasmiddellade
3 of 5 vakjes hebben.
1.
Trek de wasmiddellade naar buiten.
2.
Doe het wasmiddel in de lade.
Programma's met voor- en hoofdwas.
Hoofdwasprogramma zonder voorwas.
Als een vloeibaar wasmiddel wordt
gebruikt, verwijder dan het gekleurde
doseringshulpmiddel uit de
wasmiddellade en zet het in het
vakje . De verdeling op het
doseringshulpmiddel geeft de
juiste dosering aan.
Voeg wasverzachter en stijfsel toe,
hooguit tot aan het max niveau
(model met drie vakjes) of hooguit
tot aan het 100 ml niveau
(model met vier vakjes).
Voeg bleekmiddel toe
(indien model geschikt is voor dit
gebruik) (tot aan het max niveau).
Vlekkenmiddel.
Waterontharder
(waterhardheidscategorie 4).
Stijfsel.
Doe het stijfsel, in vloeibare of
poederform, in een bakje en verdun
het met ongeveer 1 liter water.
Vul de wasmachine met wasgoed,
sluit de deur, kies en start het
programma Spoelen + Centrifugeren.
Gie, nadat het water in de wasmachine
is gestroomd, het verdunde stijfsel
in bakje . Giet daarna ongeveer
een halve liter water in het bakje om
het te reinigen.
3.
Doe de wasmiddellade weer goed dicht.
Opmerkingen:
Om bij zeer geconcentreerde wasmiddelen
in poedervorm een onjuiste dosering te
voorkomen, wordt aanbevolen de in de
handel verkrijgbare doseringshulpmiddelen
te gebruiken en het wasmiddel rechtstreeks
in de trommel te doen (alleen voor
programmas zonder voorwas).
Bij programma's met voorwas kan voor deze
extra functie een vloeibaar wasmiddel
worden gebruikt.
Voor het hoofdwasprogramma mag in dit
geval alleen een waspoeder worden
gebruikt.
Bij het gebruik van geconcentreerde
wasverzachters, dient u water toe te voegen
in de wasmiddellade, hooguit tot aan het
max niveau (3 vakjes) of hooguit tot aan het
niveau 100 ml (4 vakjes).
Verven:
in de handel verkrijgbare producten zijn
gewoonlijk samengesteld uit een kleurmiddel, een
fixatiemiddel en zout. Doe het kleurmiddel, het
fixatiemiddel en vervolgens het zout rechtstreeks
in de lege trommel.
Vul de trommel pas daarna met wasgoed.
Gebruik alleen producten die geschikt zijn
voor wasautomaten.
Houd u aan de aanwijzingen van
de fabrikant.
Na het verven kunnen de plastic en rubber
delen van de wasmachine gekleurd zijn.
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
Wasmiddellade met 3 vakjes
Wasmiddellade met 4 vakjes
VERVEN EN BLEKEN
66
HET KIEZEN VAN HET PROGRAMMA
(Zie ook de aparte programma- en verbruikstabel)
1.
Open de waterkraan.
2.
Draai de programmakeuzeknop
op het
gewenste programma.
Het functioneringslampje gaat branden, wat
aangeeft dat de wasautomaat is
ingeschakeld .
3.
Draai de thermostaatknop
op de gewenste
temperatuur .
4.
Zet de keuzeknop voor de
centrifugeersnelheid op de gewenste
snelheid .
Opmerkingen:
1. Indien de stand
(Niet Centrifugeren)
is gekozen
wordt er niet gecentrifugeerd tijdens de
programma's voor Wol en Tere
weefsels;
maar wordt er met een lagere snelheid en
met tussenpozen tussen de spoelbeurten
gecentrifugeerd in de programma's
Katoen en Synthetische Weefsels om
een goede spoeling te verzekeren.
Aan het einde van het programma is er
één korte centrifugeerperiode.
2. Aan ieder programma wordt automatisch een
maximale centrifugeersnelheid toegekend.
* Ter bescherming van het wasgoed is de werkelijke centrifugeersnelheid beperkt tot 900 toeren per min.
5.
Stel eventueel de benodigde extra functies
in
(zie het volgende hoofdstuk).
6.
Houd de Start-toets
ongeveer een seconde
ingedrukt.
HET KIEZEN VAN HET PROGRAMMA /
START VAN HET PROGRAMMA
1.
2.
3.
123
Programma Max. centrifugeersnelheid in toeren per min. (afhankelijk van het model)
1200 1100 1000 900 800 600
Katoen 1200 1100 1000 900 800 600
Synthethische weefsels 900* 900* 900* 900 800 600
Tere weefsels 900* 900* 900* 900 800 600
Wol 900* 900* 900* 900 800 600
Spoelen + Centrifugeren 1200 1100 1000 900 800 600
Centrifugeren op lage
snelheid
900* 900* 900* 900 800 600
67
(Afhankelijk van het model, zie ook de aparte
programmatabel).
Voorwas
Wij raden deze functie alleen aan in het geval
van zeer vuil wasgoed
(bijv. zand, hardnekkig vuil).
Programma's met voorwas duren ongeveer
15 minuten langer.
Spoelstop
Het wasgoed blijft in het laatste spoelwater
liggen zonder gecentrifugeerd te worden, om
kreukvorming en kleurverlies te voorkomen.
Met name geschikt voor de programma's
Wol, Synthetisch of Teer wasgoed,
wanneer het wasgoed niet meteen na afloop
van het wasprogramma uit de wasmachine
wordt gehaald.
Om de keuzefunctie Spoelstop te
beeindigen:
de toets voor de Spoelstop nogmaals
indrukken: de wasmachine voert
automatisch het centrifugeerprogramma uit
dat geschikt is voor het ingestelde
wasprogramma.
Intensief spoelen
Het wasgoed wordt langer gespoeld, en met
meer water, zodat het grondiger wordt
uitgespoeld.
Deze functie is met name geschikt in
gebieden met zeer zacht water, voor baby-
wasgoed en wasgoed van personen met
allergieën.
Snel
/
Deze mogelijkheid kan gekozen worden voor
snelle en zuinige wasprogramma's.
Met name geschikt voor een kleinere
belading van de trommel, met licht vervuild
wasgoed.
Halve belading
Vermindert het waterverbruik in alle
programma's, met name in de spoelfase.
Met name geschikt voor weinig vervuild
wasgoed en voor kleinere beladingen van de
trommel (in dit geval ook de hoeveelheid
wasmiddel verminderen).
Bespaartoets
Het wasprogramma duurt langer en wordt
uitgevoerd bij een lagere temperatuur.
Dit levert een besparing van energie op
(ongeveer 30%), terwijl men toch goede
wasresultaten behaalt.
HET KIEZEN VAN DE EXTRA FUNCTIES
68
De indicator van de programmafasen geeft aan
welk wasprogramma er wordt uitgevoerd.
Groene zone:
Hoofdwas.
Zwartgestreepte zone:
Spoelen.
Zwarte zone:
Centrifugeren.
Stop:
Einde programma.
HET BLOKKEREN VAN DE DEUR
Nadat het programma is gestart, wordt de deur
automatisch geblokkeerd tot aan het einde van
het programma.
Belangrijk:
Tijdens de eerste 15 minuten na het
starten van de programma's Katoen en
Synthetische weefsels (zonder voorwas) is het
mogelijk de deur te openen om ander wasgoed
toe te voegen. Dit is niet mogelijk als de extra
functie Snel is gekozen.
Als de programmakeuzeknop op 0 staat of de
stroomtoevoer onderbroken wordt, wordt de
deur na ongeveer 2 minuten ontgrendeld.
AAN HET EINDE VAN HET
PROGRAMMA
1.
Het programma is beëindigd wanneer de
indicator van de programmafasen op Stop
stilstaat. Pas daarna wordt de deur ontgrendeld.
2.
Draai de programmakeuzeknop op 0.
Het functioneringslampje gaat uit.
3.
Schakel de gekozen extra functies uit door
op de betreffende toets te drukken.
4.
Open de deur en haal het wasgoed uit de
trommel.
5.
Draai de waterkraan open.
Opmerking:
laat de deur halfopen, zodat de
trommel kan drogen.
WIJZIGEN VAN EEN REEDS GEKOZEN
PROGRAMMA
a. EEN NIEUW PROGRAMMA OF EEN
NIEUWE TEMPERATUUR INSTELLEN EN
HET PROGRAMMA VOORTZETTEN
1.
Stel een nieuw programma en eventueel
een nieuwe temperatuur in.
2.
Houd de Start-toets ongeveer een
seconde ingedrukt.
Het nieuwe programma start vanaf
hetzelfde punt waarop het eerder
gekozen programma is onderbroken.
b. HET PROGRAMMA AFBREKEN EN EEN
NIEUW PROGRAMMA STARTEN
Bij het starten van het nieuwe programma hoeft
er geen wasmiddel te worden toegevoegd,
omdat de wasmachine weinig water afvoert
wanneer een programma afgebroken wordt.
1.
Houd de Start-toets ongeveer vijf
seconden ingedrukt of totdat u duidelijk
hoort dat het programma wordt voortgezet.
2.
Wacht tot de fase-indicator van het
programma op Stop is teruggekeerd.
3.
Zet de programmakeuzeknop op 0.
4.
Zet de programmakeuzeknop op het nieuwe
programma, stel de nieuwe temperatuur en
eventueel nieuwe extra functies in.
5.
Houd de Start-toets ongeveer een
seconde ingedrukt.
EEN PROGRAMMA AFBREKEN - PAUZE
Indien een ingeschakeld programma voor een
bepaalde tijd onderbroken moet worden, en
vervolgens weer moet worden hervat:
1.
Zet de programmakeuzeknop op 0.
2.
Stel het programma weer in wanneer u het
programma wilt hervatten.
3.
Houd de Start-toets ongeveer een seconde
ingedrukt.
Het programma wordt voortgezet.
HET VOORTIJDIG AFBREKEN VAN HET
PROGRAMMA / POMPEN
Een programma voortijdig afbreken en het water
afvoeren:
1.
Zet de programmakeuzeknop op B
(Op lage snelheid centrifugeren).
2.
Zet de keuzeknop van de
centrifugeersnelheid op (Niet spoelen).
3.
Houd de Start-toets ongeveer een seconde
ingedrukt.
Het water wordt afgevoerd.
Open de deur pas als de indicator van de
programmafasen op Stop staat.
WIJZER VAN DE PROGRAMMAFASEN
HET BLOKKEREN VAN DE DEUR / EINDE VAN HET PROGRAMMA
WIJZIGEN / ONDERBREKEN VAN HET PROGRAMMA
69
WANNEER MOET U HET FILTER VOOR
VREEMDE VOORWERPEN
VERWIJDEREN?
Controleer het filter regelmatig, minstens twee
of drie keer per jaar, op vreemde voorwerpen
en maak het schoon als dat nodig is.
Wanneer de wasmachine het water niet
regelmatig afvoert of niet centrifugeert.
Wanneer de pomp verstopt is door een
vreemd voorwerp (knopen, muntstukken,
veiligheidsspelden etc.).
BELANGRIJK:
alvorens het water uit de
machine te laten weglopen, dient u zich ervan te
verzekeren dat het is afgekoeld.
HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER
VOOR VREEMDE VOORWERPEN
1.
Schakel de wasautomaat uit (zet de
programmakeuzeknop op 0).
Open het deurtje van het filter voor vreemde
voorwerpen met behulp van het gekleurde
doseringshulpmiddel dat in de
wasmiddellade zit.
3.
Zet een bak onder het filter.
Draai de handgreep van het filter langzaam
tegen de wijzers van de klok in verticale
positie, zonder het naar buiten te trekken.
5.
Wacht tot al het water in de bak gestroomd is.
Schroef het filter helemaal los en neem het
weg.
7.
Verwijder eventuele vreemde voorwerpen uit
het filter.
Controleer of de rotor van de pomp weer
goed kan bewegen.
9.
Breng het filter weer aan en draai het zo ver
mogelijk met de wijzers van de klok mee
(handgreep in horizontale positie).
10.
Sluit het deksel.
11.
Doe 0,5 l water in de wasmiddellade om het
Eco-systeem weer in te schakelen.
12.
Stel het programma in en houd de Start-
toets ongeveer een seconde ingedrukt.
WANNEER MOET HET RESTWATER
WORDEN AFGEVOERD?
Wanneer u de wasmachine wilt
transporteren.
In een ruimte waar de temperatuur onder het
vriespunt kan zakken. In dit geval is het
raadzaam het restwater na iedere wasbeurt
uit de machine te verwijderen.
HET AFVOEREN VAN RESTWATER
De afvoerslang van het restwater (indien
aanwezig) bevindt zich in de basis van de
machine. Als de wasautomaat niet met een
afvoerslang is uitgerust, moet voor de afvoer van
het restwater het filter voor vreemde voorwerpen
verwijderd worden. Zie Het verwijderen van het
filter voor vreemde voorwerpen.
Trek het deksel omhoog, door licht met een
vinger van beneden naar boven te drukken.
Trek de afvoerslang langzaam ongeveer
15 cm naar buiten.
Verwijder de sluiting.
Laat het water weglopen in een lage bak,
totdat de machine helemaal leeg is.
Sluit hierna de afvoerslangen breng hem weer
in de oorspronkelijke positie.
4.
Giet, wanneer u de wasmachine vervolgens
weer gebruikt, ongeveer 1 liter water in de
wasmiddellade om het Eco-systeem te
activeren.
HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER VOOR VREEMDE
VOORWERPEN / HET AFVOEREN VAN RESTWATER
2.
4.
6.
8.
1.
2.
3.
1.
2.
3.
8.
2.
4.
6.
70
BEHUIZING EN BEDIENINGSPANEEL
Gebruik gewone, voor de huishouding
gebruikte reinigingsmiddelen (gebruik geen
schuurmiddelen).
Maak de oppervlakken droog met een zachte
doek.
WASMIDDELLADE
Maak de lade los en
trek hem naar buiten;
druk hiervoor
zachtjes op de hendel
in het voorwasvakje.
Haal de sifons weg
(sifon van het vakje
voor de
wasverzachter en het
gekleurde
doseringshulpmiddel
voor vloeibaar
wasmiddel).
3.
Spoel onder stromend water schoon.
4.
Plaats de sifons en duw ze vast; zet de
wasmiddellade terug.
DEURMANCHET
Maak het zo nodig schoon met een vochtige
doek.
Controleer regelmatig de toestand van het
manchet.
FILTERS VOOR DE AANSLUITING OP
DE WATERLEIDING
Controleer het filter regelmatig en maak het
schoon.
Voor wasmachines met een rechte
watertoevoerslang (zie afbeelding):
1.
Draai de waterkraan dicht.
2.
Schroef de watertoevoerslang
van de kraan.
3.
Verwijder het filter en maak
het schoon.
4.
Plaats het filter terug en
schroef de toevoerslang op
de waterkraan.
5.
Schroef de toevoerslang los
van de wasmachine.
6.
Haal het filter met een tang uit
de wasmachine-aansluiting en
maak het schoon.
7.
Zet het filter terug en schroef de toevoerslang
weer vast.
8. Open de waterkraan en controleer of de
verbindingen niet lekken.
Voor wasmachines met een Waterstop-slang
(zie afbeelding):
1.
Draai de waterkraan dicht.
2.
Schroef de Waterstop-slang
van de kraan.
3.
Verwijder alleen het
uittrekbare filter en maak het
schoon.
4.
Zet het filter weer terug en
schroef de waterstopslang
vast op de waterkraan.
5. Open de waterkraan en
controleer of de
verbindingen niet lekken.
FILTER VOOR VREEMDE VOORWERPEN
Controleer het filter regelmatig, minstens
twee of drie keer per jaar, op vreemde
voorwerpen en maak het schoon als dat
nodig is (zie Het verwijderen van het filter
voor vreemde voorwerpen).
Draai, om te voorkomen dat de wasautomaat op
een onjuiste manier wordt gebruikt, de plastic
schroef aan de binnenzijde van de deur met de
dikke afgeronde hoek van het gekleurde inzetstuk
dat in de wasmiddellade zit of gebruik hiervoor
een muntstuk.
Als de gleuf verticaal is: de deur kan niet
worden gesloten.
Als de gleuf horizontaal is: de deur kan
worden gesloten.
ONDERHOUD EN REINIGING
1.
2.
KINDERBEVEILIGING
1.
2.
Rechte water-
toevoerslang
Waterstop-
slang
2
1
2
71
De wasmachine is uitgerust met
veiligheidsfuncties die eventuele storingen
kunnen herkennen, signaleren en verhelpen.
Het gaat daarbij vaak om kleine storingen, die
snel opgelost kunnen worden verholpen.
De wasautomaat start niet:
Controleer het volgende:
-
of de stekker goed in het stopcontact zit,
-
of er spanning op het stopcontact staat
(door bijv. een staande lamp aan te
sluiten),
-
of de deur goed gesloten is
(kinderbeveiliging),
-
of er een programma ingesteld is,
-
of de Start-toets ongeveer een seconde
ingedrukt is.
De wasautomaat blokkeert tijdens een
programma:
Heeft u een ander programma gekozen?
-
Zo ja, druk ongeveer een seconde op de
Start-toets om met het nieuw gekozen
programma het wassen te hervatten.
-
Het programma is per ongeluk veranderd
(bijv. door een kind):
Stel het gewenste programma opnieuw in
en druk ongeveer een seconde op de
Start-toets. Het programma wordt
voortgezet.
Geen of onvoldoende watertoevoer?
-
Zet de programmakeuzeknop op 0.
Controleer het volgende:
-
Is de waterkraan helemaal opengedraaid
en is de watertoevoer (waterdruk)
voldoende?
-
Zit de watertoevoerslang bekneld?
-
Zijn de filters van de wateraansluiting
verstopt (Zie Onderhoud en reiniging,
Filters voor de aansluiting op de
waterleiding),
-
Is het water in de watertoevoerslang
bevroren?
Stel het gewenste programma opnieuw in en
druk ongeveer een seconde op de Start-
toets (voeg voor dit programma geen
wasmiddel toe).
Het programma wordt voortgezet.
Voert de wasmachine geen water af?
-
Draai de programmakeuzeknop op 0.
Controleer het volgende:
-
Of de afvoerslang goed is aangebracht (zie
Aanwijzingen voor de installatie),
-
of de pomp geblokkeerd is en/of het filter
voor vreemde voorwerpen verstopt zit
(zieHet verwijderen van het filter voor vre
emde voorwerpen / Het afvoeren van
restwater).
BELANGRIJK:
controleer of het waswater
afgekoeld is, voordat het afgevoerd wordt.
-
Is het water in de afvoerslang bevroren?
-
Heeft u de toets Spoelstop ingedrukt?
Stel het gewenste programma opnieuw in en
druk ongeveer een seconde op de Start-
toets (voeg geen wasmiddel toe).
Het programma wordt voortgezet.
Indien de storing zich herhaalt, contact
opnemen met de Klantenservice
(zie Klantenservice).
Gaat het lampje van de Waterstop (indien
aanwezig) branden?
-
Draai de waterkraan dicht en trek de
stekker uit het stopcontact.
-
Het Waterstop-systeem kan ingeschakeld
worden:
a) wanneer er zich teveel schuim vormt
b) wanneer er een lek in de toevoerslang
of in de wasmachine zit.
-
Kantel de wasmachine naar voren om het
water, wat zich verzamelt heeft, weg te
laten lopen.
Vervolgens:
-
draai de waterkraan open (als er
onmiddellijk water naar de wasmachine
stroomt, terwijl deze nog niet op de
waterleiding is aangesloten, wijst dat op
een defect; draai de kraan dicht en neem
contact op met de Klantenservice).
-
Steek de stekker weer in het stopcontact;
het programma wordt voortgezet.
Indien de storing zich herhaalt, contact
opnemen met de Klantenservice
(zie Klantenservice).
OPSPOREN VAN STORINGEN
72
De wasautomaat trilt tijdens het
centrifugeren.
Controleer het volgende:
-
Staat de machine waterpas en zijn alle vier
de pootjes afgesteld? (zie Aanwijzingen
voor de installatie).
-
Zijn de veiligheidsbeugels voor het
transport verwijderd?
Voordat de machine in bedrijf gesteld
wordt, dient u de veiligheidsbeugels voor
het transport te verwijderen (zie
Aanwijzingen voor de installatie).
Na afloop van het programma is het wasgoed
niet gecentrifugeerd.
-
De wasmachine heeft een identificatie- en
correctiesysteem voor het geval er een
lading uit balans is. Voor enkele stukken
wasgoed van grote afmetingen (bijvoorbeeld
een badmat, een badjas) is het mogelijk dat
het correctiesysteem in werking treedt om de
centrifugeersnelheid automatisch te
verminderen of het centrifugeren zelfs te
onderbreken, indien de wasmachine merkt
dat het wasgoed teveel uit balans is, nadat hij
meermaals geprobeerd heeft de
centrifugeercyclus te starten.
-
Indien het wasgoed na het centrifugeren nog
nat is, eventueel andere stukken wasgoed
toevoegen en opnieuw de centrifugeercyclus
starten.
Resten van wasmiddel en
nabehandelingsproducten.
Controleer het volgende:
-
Is de sifon correct geplaatst en is hij niet vuil?
(zie Onderhoud en reiniging,
Wasmiddellade)
en controleer ook:
-
Of er voldoende water wordt aangevoerd?
Het kan zijn dat de filters voor de
wateraansluiting verstopt zijn (zie
Onderhoud en reiniging, Filters voor de
aansluiting op de waterleiding).
Voordat u contact opneemt met de
Klantenservice:
1.
Probeer het probleem eerst zelf op te lossen
(met behulp van Opsporen van storingen).
2.
Start het programma opnieuw om te
controleren of het probleem is opgelost.
3.
Indien dit niet zo is, contact opnemen met de
Klantenservice
Vermeld:
de aard van de storing,
het model,
het Service-nummer (dit nummer bevindt
zich na het woord Service),
Het Service-plaatje bevindt zich aan de
binnenzijde van de deur.
uw volledige adres,
uw telefoonnummer,
de telefoonnummers en de adressen van
de Klantenservice vindt u op het
garantiebewijs. U kunt ook contact
opnemen met uw eigen handelaar.
OPSPOREN VAN STORINGEN
KLANTENSERVICE
73
VEILIGHEIDSBEUGELS VOOR HET
TRANSPORT
De wasautomaat is voorzien van veiligheidsbeugels,
om te voorkomen dat de binnenste onderdelen van het
apparaat tijdens het transport beschadigingen oplopen.
Voordat u de wasautomaat in gebruik neemt, dient
u de veiligheidsbeugels, die voor het transport zijn
aangebracht, te verwijderen (zie afbeelding 1).
1.
Draai met behulp van de bijgeleverde sleutel de
vier schroeven een beetje los (zie afbeelding 2).
2.
Schroef de schroeven met de hand verder los.
3.
Houd de schroef tegen en verwijder hem samen
met de rode plastic afdichting via de grootste zijde
van het gat.
4.
Sluit de nu vrijgekomen gaten af met de hiervoor
bestemde plastic dopjes, die u in de richting van de
pijl van het breedste naar het smalste gedeelte laat
glijden, totdat ze vastgeklemd zitten
(zie afbeelding 3).
5.
Bewaar de veiligheidsbeugels.
Opmerking:
Wanneer de wasautomaat getransporteerd moet
worden, dienen de plastic dopjes met een
schroevendraaier verwijderd te worden, verschuif ze
tegen de richting van de pijl in en trek ze naar buiten.
Bevestig nu de veiligheidsbeugels door de montage-
handelingen in omgekeerde volgorde uit te voeren.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
afbeelding 1
afbeelding 2
afbeelding 3
74
INSTALLATIE
Plaats de wasautomaat op een stabiele en vlakke
ondergrond, zo mogelijk in de hoek van een
vertrek.
Controleer of alle vier de pootjes stevig en stabiel
op de vloer rusten, controleer of de wasautomaat
exact horizontaal staat (gebruik hiervoor een
waterpas).
Wanneer de vloer niet glad of perfect vlak is, deze
onregelmatigheden compenseren door de pootjes
van de wasautomaat in of uit te schroeven (plaats
geen stukjes hout, karton en dergelijke onder de
pootjes).
Draai de tegenmoer los met behulp van de
bijgeleverde sleutel.
Stel de pootjes met de hand af.
Draai de tegenmoer, tegen de wijzers van de klok
in, vast tegen de wasmachine aan.
Indien de wasautomaat op een houten balkenvloer
wordt geplaatst, het apparaat op een hardboard
plaat van 60 x 60 cm groot en 3 cm dik zetten.
De plaat aan de vloer bevestigen.
VEILIGHEIDSBLAD / WERKBLAD
Installeer de wasautomaat alleen onder een
doorlopend werkblad.
De wasautomaat mag alleen worden geïnstalleerd
met behulp van de serie elementen van het UBS
veiligheidsblad.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Verwijder de bevestigingsschroeven, die in de
achterzijde van de wasmachine zitten, uit het
werkblad.
Schuif het werkblad zo ver mogelijk naar achteren
en trek het weg terwijl u het optilt.
Monteer de serie elementen van het
veiligheidsblad aan de hand van de aanwijzingen.
Draai de bevestigingsschroeven opnieuw aan.
AFMETINGEN VOOR INBOUW
breedte 600 mm
hoogte 825 mm
diepte 600 mm
LET OP:
Sluit de wasmachine pas op het elektriciteitsnet aan
nadat het werkblad of de afdekking tussen de
wasmachine en het blad zijn gemonteerd.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
1.
2.
3.
1.
2.
3.
75
WATERTOEVOER
Watertoevoer: uitsluitend koud water
Waterkraan:schroefdraadaansluiting voor slang
van 3/4".
Waterdruk: 10-100 N/cm² (1-10 bar).
WATERTOEVOERSLANG
1.
Plaats het bijgeleverde filter in de aansluiting
tussen de slang en de kraan.
2.
Schroef de watertoevoerslang, bij voorkeur met de
hand, vast aan de waterkraan.
Breng de slang in positie en let erop dat deze niet
geknikt of afgekneld is.
3.
Controleer of de aansluitingen naar de
wasmachine en de kraan niet lekken, door de
waterkraan volledig open te draaien.
Indien de slang niet lang genoeg is, de buigzame
slang vervangen door een drukslang (min. 10 bar,
conform de norm EN 50065) van de juiste lengte.
Controleer geregeld de toestand van de
toevoerslang en vervang deze wanneer dit nodig is.
Het is mogelijk de wasautomaat aan te sluiten
zonder terugslagklep.
Houd u aan de plaatselijke
veiligheidsvoorschriften van het
Waterleidingbedrijf.
WATERSTOP (indien aanwezig)
De toevoerslang en de plastic doos van de
wateraansluiting bevatten elektrische onderdelen.
De slang niet doorsnijden en de plastic doos niet
onderdompelen in water.
Bij beschadiging van de slang de wasautomaat
onmiddellijk van het elektriciteitsnet afkoppelen.
Indien de slang niet lang genoeg is, de slang
vervangen door een Waterstop-slang met een
lengte van drie meter (verkrijgbaar bij de
Klantenservice of bij uw handelaar).
Deze handeling mag uitsluitend door een
gekwalificeerd elektricien worden uitgevoerd.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
76
WATERAFVOER
Aansluiting van de afvoerslang.
1.
Schroef de afvoerslang alleen los van de
linkerbevestiging (zie pijl A afbeelding 1).
Schroef de afvoerslang niet los (zie pijl B
in afbeelding 1), anders bestaat er risico
op lekkage (u kunt zich branden aan het
hete water).
2.
Haal het bijgeleverde elleboogstuk uit de
trommel en bevestig het aan het vrije uiteinde
van de afvoerslang.
3.
Sluit de afvoerslang aan op de sifon of hang
hem met het elleboogstuk aan de rand van
een wasbak (zie afbeelding 2).
Normale wastafels zijn niet geschikt voor dit
doel.
4.
Min. afvoerhoogte: 70 cm
Max. afvoerhoogte: 125 cm
5.
Indien het nodig is een verlengstuk te
gebruiken, een slang van hetzelfde type
gebruiken. Zet de aansluitpunten vast met
klemmen.
Max. lengte van de afvoerslang: 2,50 m.
Belangrijk:
Vermijd bij het bevestigen van de
waterafvoerslang dat deze geknikt of afgekneld
wordt en maak hem goed vast, zodat hij tijdens
het functioneren van de wasmachine niet kan
vallen.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Houd u aan de voorschriften van het
plaatselijke energiebedrijf.
De elektrische aansluiting mag uitsluitend tot
stand worden gebracht door middel van een
aansluiting met aarding, geïnstalleerd
volgens de geldende normen.
De aarding is volgens de wet verplicht.
De fabrikant wijst iedere aansprakelijkheid
voor eventueel letsel aan personen of
huisdieren, of schade aan voorwerpen,
die te wijten zijn aan het veronachtzamen
van bovengenoemde specificaties, af.
De gegevens met betrekking tot de spanning,
het opgenomen vermogen en de benodigde
beveiliging staan op de binnenkant van de
deur.
De leiding voor aansluiting op het net mag
alleen worden vervangen door een
gekwalificeerde elektricien.
De wasmachine voldoet aan de Europese
veiligheidsvoorschriften van de
EG-richtlijn nr. 93/68/EEG en EN 60555.
Gebruik geen verlengkabels of meervoudige
adapters.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
afbeelding 1
afbeelding 2
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18

Whirlpool AWM 283/3 de handleiding

Type
de handleiding