Whirlpool AWP 201 de handleiding

Type
de handleiding
50
NL GEBRUIKSAANWIJZING
VÓÓR HET EERSTE GEBRUIK
BELANGRIJK: LEES DE AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE AANDACHTIG
DOOR.
VOORDAT U DE WASMACHINE IN GEBRUIK NEEMT, DIENT U DE
VEILIGHEIDSBEUGELS, DIE VOOR HET TRANSPORT AANGEBRACHT ZIJN, TE
VERWIJDEREN
Eerste wasprogramma zonder wasgoed:
1.
De waterkraan opendraaien.
2.
De deur sluiten.
3.
Een beetje wasmiddel (ca. 100 ml) in het vakje van de wasmiddellade doen.
4.
Een kort wasprogramma kiezen (zie de programmatabel).
5.
De "AAN/UIT"-knop indrukken.
Op deze manier worden eventuele resten van het water, dat in de fabriek is gebruikt
om de machine te testen, verwijderd.
VOOR DAGELIJKS GEBRUIK:
1.
Draai de waterkraan open.
2.
Het wasgoed op textielsoort en kleur sorteren en de wasmachine vullen.
3.
Doe de deur dicht.
4.
Doe het wasmiddel en eventuele nabehandelingsproducten in het vakje.
5.
Selecteer het programma, de temperatuur en de extra functies (afhankelijk van het
model).
6.
Druk op de "AAN/UIT"-knop.
51
INHOUDSOPGAVE NL
DE WASMACHINE MET TOEBEHOREN
PAGINA
52
MILIEUTIPS
PAGINA
53
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
PAGINA
53
VERPLAATSEN EN VERVOEREN VAN DE MACHINE
PAGINA
53
HET WASGOED SORTEREN
PAGINA
54
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
PAGINA
55
VERVEN EN BLEKEN
PAGINA
56
HET KIEZEN VAN HET PROGRAMMA EN DE
EXTRA FUNCTIES / HET PROGRAMMA STARTEN
PAGINA
57
HET BLOKKEREN VAN DE DEUR / EINDE VAN
HET PROGRAMMA / HET INSTELLEN VAN EEN
NIEUW PROGRAMMA
PAGINA
57
HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER VOOR
VREEMDE VOORWERPEN / HET AFVOEREN
VAN RESTWATER
PAGINA
58
ONDERHOUD EN REINIGING
PAGINA
59
OPSPOREN VAN STORINGEN
PAGINA
60
KLANTENSERVICE
PAGINA
60
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
PAGINA
61
52
1.
Werkblad
2.
Bedieningspaneel
3.
Wasmiddellade
4.
Serviceplaatje (aan de binnenkant van de deur)
5.
Deur
6.
Handgreep voor het openen van de deur
-
Om de deur te openen: aan de handgreep trekken
-
Om de deur te sluiten: zachtjes duwen (totdat u een klik hoort)
7.
Filter (aan de binnenkant van de deur, afhankelijk van het model)
8.
Afvoer van restwater (afhankelijk van het model).
DE WASMACHINE MET TOEBEHOREN
3
1
2
4
5
6
7
8
53
Verpakking
De verpakking is 100% recyclebaar en
draagt het recyclingssymbool .
Product
De wasmachine is vervaardigd van
recyclebaar materiaal. Volg de plaatselijke
voorschriften voor afvalwerking wanneer u
hem afdankt. Maak het apparaat onbruikbaar
door de stekker uit het stopcontact te trekken
en de voedingskabel door te snijden.
Milieutips
-
Was, voor zover dit mogelijk is (afhankelijk
van het gekozen programma), altijd met een
volledig beladen trommel voor een optimaal
gebruik van energie en water.
-
Gebruik voor licht tot normaal vervuild
wasgoed een programma zonder voorwas.
-
Gebruik bij licht vervuild wasgoed of bij een
halve belading een programma met lage
temperatuur of een kort wasprogramma.
-
Druk, wanneer de trommel halfvol is, op de
knop "Licht vuil" / "Halve belading"
(indien aanwezig) en gebruik minder
wasmiddel.
-
Indien het wasgoed in een wasdroger wordt
gedroogd, wordt aangeraden het op de max.
snelheid te centrifugeren (afhankelijk van het
gekozen programma).
De droger verbruikt dan minder energie.
-
Overschrijd de op de verpakking
aangegeven hoeveelheid wasmiddel niet.
-
Gebruik vlekkenmiddel en bleekmiddel
alleen indien dit absoluut noodzakelijk is.
Gebruik de wasmachine uitsluitend voor
huishoudelijke doeleinden.
Zorg ervoor dat de elektrische en
hydraulische aansluiting wordt verricht
overeenkomstig de aanwijzingen van de
fabrikant en de plaatselijke
veiligheidsvoorschriften (zie “Aanwijzingen
voor de installatie”).
Alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te
voeren of het apparaat schoon te maken, de
wasmachine uitschakelen en de stekker uit
het stopcontact trekken.
Wanneer de machine niet in werking is, de
stroomtoevoer uitschakelen en de
waterkraan dichtdraaien.
Wanneer de deur niet opengaat, hem niet
forceren.
Laat kinderen niet met de wasmachine
spelen of in de trommel klimmen. Leun niet
tegen de deur.
Bewaar het verpakkingsmateriaal (plastic
zakken, stukken, schuimplastic, etc.) buiten
bereik van kinderen, aangezien het een
potentiële bron van gevaar kan vormen.
De wasmachine voldoet aan de Europese
veiligheidsvoorschriften van de EG-richtlijn
nr. 93/68/EEG en EN 60555.
1.
Trek de stekker uit het stopcontact.
2.
Draai de waterkraan dicht.
3.
Maak de toevoer- en afvoerslangen los.
4.
Laat het restwater uit de wasmachine en de
slangen lopen (zieHet afvoeren van
restwater”).
5.
Monteer de veiligheidsbeugels voor het
transport (zie “Aanwijzingen voor de
installatie”).
MILIEUTIPS
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VERPLAATSEN EN VERVOEREN VAN DE MACHINE
54
1. Sorteer het wasgoed op:
textielsoort / symbool op etiket
katoen, gemengde weefsels, synthetische
weefsels, wol
kleur
Gekleurde en witte was altijd scheiden.
Nieuw, gekleurd wasgoed de eerste keer
apart wassen.
de afmetingen van het wasgoed
Was stukken van verschillende afmetingen
door elkaar, voor een optimale verdeling van
de belading in de trommel en voor een beter
wasresultaat.
teer wasgoed
Was teer wasgoed apart. Gebruik speciale
wasprogramma's voor wol (dat in de
machine kan worden gewassen), gordijnen
en andere tere weefsels. Haal de ringen van
de gordijnen of doe de gordijnen met de
ringen in een waszak. Was alleen textiel dat
in de wasmachine kan worden gewassen!
Was kleine stukken wasgoed (bijv. panty's,
ceintuurs, etc.) of wasgoed met haakjes (bijv.
b.h's) in een waszak of in een kussensloop
met ritssluiting.
2. Maak de zakken leeg
Muntstukken, veiligheidsspelden en
dergelijke kunnen het wasgoed, de trommel
en het waterreservoir beschadigen.
3. Sluitingen
Doe ritssluitingen, haken en ogen dicht.
Knoop de uiteinden van ceintuurs bijeen.
BEHANDELING VAN VLEKKEN
Bloed-, melk-, eiervlekken etc. worden
normaal gesproken tijdens het
wasprogramma verwijderd door de
automatische werking van de enzymen.
Voeg voor rode wijn-, koffie-, thee-, gras-,
fruitvlekken etc. een biologisch bleekmiddel
toe in het vakje ? of een bleekmiddel met
chloor in het vakje ? van de wasmiddellade
(afhankelijk van het model).
Behandel voor hardnekkige vlekken het
wasgoed zo nodig vooraf met een
vlekkenmiddel.
WASGOED IN DE MACHINE DOEN
Open de deur.
Leg de stukken wasgoed één voor één losjes
in de trommel zonder hem te overladen.
Sluit de deur.
AANBEVOLEN BELADINGEN
Zie de aparte programmatabel.
Opmerking:
indien de trommel te vol is, wordt
het wasgoed minder goed gewassen en kreukt
het meer.
HET WASGOED SORTEREN
1.
2.
3.
1
2
3
55
KEUZE VAN HET WASMIDDEL
De keuze van het wasmiddel is afhankelijk van:
de textielsoort (katoen, synthetische
weefsels, teer wasgoed, wol);
Opmerking:
gebruik voor wol uitsluitend
speciale wasmiddelen;
de kleur;
de temperatuur van het wasprogramma;
soort/mate van vervuiling;
Opmerkingen:
Eventuele witte resten op donkere stukken
textiel zijn het gevolg van de niet-oplosbare
wateronthardingsmiddelen in de moderne
wasmiddelen zonder fosfaten. In dit geval de
betreffende stukken uitkloppen en/of
borstelen en een vloeibaar wasmiddel
gebruiken.
Bewaar het wasmiddel en de
nabehandelingsproducten op een veilige,
droge plek, buiten bereik van kinderen.
Gebruik alleen wasmiddelen en
nabehandelingsproducten die geschikt zijn
voor wasmachines voor huishoudelijk
gebruik.
Gebruik alleen wateronthardingsmiddelen,
ontkalkingsmiddelen, textielverf en middelen
voor het witter maken van de was, die
geschikt zijn voor wasmachines voor
huishoudelijk gebruik.
Gebruik geen oplosmiddelen (b.v. terpentine
of wasbenzine, etc.). Was geen stukken die
zijn behandeld met oplosmiddelen of
ontvlambare vloeistoffen in de wasmachine.
DOSERING
Overschrijd de doseeraanwijzingen op de
verpakking van het wasmiddel niet.
De hoeveelheid is afhankelijk van:
soort/mate van vervuiling;
de hoeveelheid was;
-
volledige belading: volgens de
aanwijzingen van de fabrikant;
-
halfvolle trommel: 3/4 van de normale
hoeveelheid wasmiddel;
-
kleine belading (ca. 1 kg): de helft van de
voor een volledige belading aangegeven
hoeveelheid wasmiddel;
de hardheid van het water (vraag hieromtrent
informatie bij het waterleidingbedrijf): zacht
water vereist minder wasmiddel dan hard
water.
Opmerkingen:
Een te hoge dosering wasmiddel kan leiden
tot een sterke schuimvorming. In het geval
van teveel schuim kan de ingebouwde
verklikker verhinderen dat de wasmachine
centrifugeert.
Bij onvoldoende wasmiddel wordt het
wasgoed grauw en kan tevens kalkaanslag
op het verwarmingselement en aan de
binnenkant van de trommel worden
gevormd.
Volg, bij het gebruik van bleekmiddel, de
aanwijzingen van de fabrikant strikt op.
Teveel bleekmiddel kan het wasgoed
aantasten.
Indien de machine beschikt over een lade met drie vakjes, de markering voor de hardheid van het
water regelen in overeenstemming met de hardheid van het water in het gebied waarin de
wasmachine wordt gebruikt.
Schuif de markering zijwaarts in de gewenste positie.
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
HARDHEID VAN HET WATER
HARDHEIDSCATEGORIE EIGENSCHAPPEN
DUITSE
°Dh
FRANSE
°Fh
ENGELSE
°Eh
1
2
3
4
zacht
middelhard
hard
zeer hard
0-7
7-14
14-21
boven 21
0-12
12-25
25-37
boven 37
0-9
9-17
17-26
boven 26
56
DE WASMIDDELLADE VULLEN MET
WASMIDDEL EN
NABEHANDELINGSPRODUCTEN
1.
Trek de wasmiddellade naar buiten.
Afhankelijk van het model kan de lade drie of
vier vakjes hebben.
2.
Doe het wasmiddel in de lade.
3.
Sluit de lade goed (totdat u een klik hoort).
Opmerkingen:
Om bij het gebruik van zeer geconcentreerde
wasmiddelen een onjuiste dosering te
voorkomen, wordt aanbevolen het bij het
wasmiddel geleverde doseringshulpmiddel
te gebruiken en dit rechtstreeks in de
trommel plaatsen (alleen voor programma's
zonder voorwas).
Bij programma's met voorwas kan een
vloeibaar wasmiddel voor de voorwas
worden gebruikt.
Voor het hoofdwasprogramma mag in dit
geval alleen een waspoeder worden
gebruikt.
Bij het gebruik van geconcentreerde
wasverzachters dient u water toe te voegen
in het vakje voor de wasverzachter, totdat het
maximale niveau is bereikt.
Verven:
de in de handel verkrijgbare produkten
bestaan gewoonlijk uit een kleurstof, een
fixatiemiddel en zout.
Doe de kleurstof, het fixatiemiddel en vervolgens
het zout rechtstreeks in de lege trommel. Vul pas
daarna de machine met wasgoed.
Gebruik alleen producten die geschikt zijn
voor wasmachines.
Houdt u aan de aanwijzingen van de
fabrikant.
Na het verven en bleken kunnen de plastic
en rubber delen van de wasmachine
gekleurd zijn.
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
Programma's met voor- en
hoofdwas.
Hoofdwasprogramma zonder
voorwas
Als er een vloeibaar wasmiddel
wordt gebruikt, verwijder dan het
gekleurde doseringshulpmiddel uit
de zeepwasmiddellade en zet het
in het vakje . De verdeling op het
doseringshulpmiddel geeft de
juiste dosering aan.
Voeg wasverzachter en stijfsel toe,
hooguit tot aan het "max." niveau
(model met drie vakjes) of hooguit
tot aan het "100 ml" niveau (model
met vier vakjes).
Voeg bleekmiddel toe tot aan het
"max." niveau (indien model
geschikt is voor dit gebruik).
Vlekkenmiddel
Wateronthardingsmiddel
(waterhardheidscategorie 4)
Stijfsel
Doe het stijfsel, in vloeibare of
poederform, in een bakje en verdun
het met ongeveer 1 liter water.
Vul de wasmachine met wasgoed,
sluit de deur, kies en start het
programma Spoelen +
Centrifugeren.
Gie, nadat het water in de
wasmachine is gestroomd, het
verdunde stijfsel in bakje .
Giet daarna ongeveer een halve
liter water in het bakje om het te
reinigen.
Wasmiddellade met 3 vakjes
Wasmiddellade met 4 vakjes
VERVEN EN BLEKEN
57
HET KIEZEN VAN HET PROGRAMMA
(Zie ook de aparte programma- en verbruikstabel)
Voor machines MET thermostaatknop
1.
Draai de programmakeuzeknop met de
wijzers van de klok mee op het gewenste
programma.
2.
Zet de thermostaatknop op de gewenste
temperatuur.
Voor machines ZONDER thermostaatknop
Draai de programmakeuzeknop met de wijzers
van de klok mee tot op het programma met de
gewenste temperatuur.
DE GEWENSTE EXTRA FUNCTIE KIEZEN
(afhankelijk van het model, zie ook de aparte
programmatabel).
Centrifugeren met een lagere snelheid
Druk op de knop: de centrifugeercyclus wordt
uitgevoerd op een lagere snelheid.
Zonder centrifugeercyclus
Druk op de knop: het programma wordt
uitgevoerd zonder te centrifugeren.
Spoelstop
Het wasgoed blijft in het laatste spoelwater
liggen zonder gecentrifugeerd te worden om
kreukvorming te voorkomen.
Met name geschikt voor de programma's
Synthetisch of Teer wasgoed, wanneer
het wasgoed niet meteen na afloop van het
wasprogramma uit de wasmachine wordt
gehaald.
Om de keuzefunctie "Spoelstop" te
beëindigen
De knop Spoelstop nogmaals indrukken; de
lading wordt gecentrifugeerd volgens het
ingestelde programma.
Licht vuil/Halve belading
Vermindert het waterverbruik in alle
programma's, met name in de spoelfase.
Met name geschikt voor weinig vervuild
wasgoed en voor kleinere beladingen van de
trommel (in dit geval ook de hoeveelheid
wasmiddel verminderen).
Koud wassen
Het programma gebruikt het water op de
temperatuur waarmee het uit de kraan komt.
Intensief spoelen
De functie Intensief spoelen is met name
geschikt in gebieden met zeer zacht water,
voor baby-wasgoed en wasgoed van
personen met allergieproblemen.
Bij deze spoelcyclus wordt ongeveer 10 l
meer water verbruikt.
De functie Intensief Spoelen wordt
aanbevolen voor de programma's Katoen
95°C en Synthetisch 60°C, omdat het
waswater eerst wordt gekoeld en pas daarna
afgevoerd.
Katoen 95°C
Deze functie kan worden gekozen bij het
programma Katoen en is geschikt voor
weefsels die een etiket hebben met dit
symbool.
Alleen aan te bevelen bij een zeer vuile was.
HET STARTEN VAN HET PROGRAMMA
1.
Sluit de wasmachine aan.
2.
Draai de waterkraan open.
3.
Druk op de AAN/UIT knop.
HET BLOKKEREN VAN DE DEUR
Nadat het programma is gestart, wordt de deur
automatisch geblokkeerd tot aan het einde van
het programma.
AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA
Het programma is beëindigd wanneer de
indicator van de programmafasen op "Stop"
stilstaat.
1.
Druk op de AAN/UITÆ knop.
2.
Schakel de gekozen extra functies uit door
op de betreffende knoppen te drukken.
3.
Draai de waterkraan (-kranen) dicht.
4.
Wacht totdat de deur wordt ontgrendeld
(ongeveer 2 minuten).
5.
Open de deur en haal het wasgoed uit de
machine.
Opmerking:
laat de deur halfopen zodat de
trommel kan drogen.
WIJZIGEN VAN EEN REEDS GEKOZEN
PROGRAMMA
1.
Druk op de AAN/UIT knop.
2.
Selecteer het nieuwe programma en stel de
temperatuur en eventuele extra functies in.
3.
Druk op de AAN/UIT knop.
HET KIEZEN VAN HET PROGRAMMA EN DE
EXTRA FUNCTIES / HET PROGRAMMA STARTEN
A
B
A
B
HET BLOKKEREN VAN DE DEUR / EINDE VAN HET PROGRAMMA /
HET INSTELLEN VAN EEN NIEUW PROGRAMMA
58
WANNEER MOET U HET FILTER VOOR
VREEMDE VOORWERPEN
VERWIJDEREN? / HET AFVOEREN VAN
HET RESTWATER
Controleer en reinig het filter minstens 2 tot 3
maal per jaar.
Wanneer de wasmachine het water niet
regelmatig afvoert of niet centrifugeert.
Wanneer de pomp is verstopt door een
voorwerp (knopen, muntstukken,
veiligheidsspelden).
Opmerking:
alvorens het water uit de
machine te laten lopen, dient u zich ervan te
verzekeren dat het is afgekoeld.
HET FILTER VOOR VREEMDE
VOORWERPEN VERWIJDEREN
1.
Schakel de wasmachine uit (druk op de
"AAN/UIT" knop).
Open het deksel van het filter voor vreemde
voorwerpen met behulp van het gekleurde
doseringshulpmiddel dat in de
wasmiddellade zit.
3.
Zet een bak onder het filter.
Draai de handgreep van het filter langzaam
tegen de wijzers van de klok in verticale
positie zonder het naar buiten te trekken.
5.
Wacht tot al het water in de bak gestroomd is.
Schroef het filter helemaal los en neem het weg.
7.
Verwijder eventuele vreemde voorwerpen uit
het filter.
8.
Controleer of de rotor van de pomp weer
goed kan bewegen.
9.
Breng het filter weer aan en draai het zo ver
mogelijk met de wijzers van de klok mee
(handgreep in horizontale positie).
10.
Sluit het deksel.
11.
Giet 0,5 liter water in de wasmiddellade om
het "Eco"-systeem weer in te schakelen.
Sommige modellen bevatten geen filter omdat
zij voorzien zijn van een zelfreinigende pomp.
WANNEER MOET HET RESTWATER
WORDEN AFGEVOERD?
Wanneer u de wasmachine wilt
transporteren.
In een ruimte waar de temperatuur onder het
vriespunt kan zakken. In dit geval is het
raadzaam het restwater na iedere wasbeurt
uit de machine te verwijderen.
HET AFVOEREN VAN RESTWATER
De afvoerslang van het restwater (indien
aanwezig) bevindt zich in de basis van de machine.
Trek het deksel omhoog door lichte met een
vinger van beneden naar boven te drukken.
Trek de afvoerslang langzaam ongeveer 15
cm naar buiten. Verwijder de sluiting.
Laat het water weglopen in een lage bak,
totdat de machine helemaal leeg is.
Sluit hierna de afvoerslang en breng hem
weer in de oorspronkelijke positie.
Als de wasmachine niet met een afvoerslang in
de basis is uitgerust, dient u voor de afvoer van
het restwater de aanwijzingen op te volgen van
het hoofdstuk Het filter voor vreemde
voorwerpen verwijderen.
HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER VOOR VREEMDE
VOORWERPEN / HET AFVOEREN VAN RESTWATER
2.
4.
6.
1.
2.
3.
4
2
8
6
1
2
3
59
BEHUIZING EN BEDIENINGSPANEEL
Gebruik gewone, voor de huishouding
gebruikte reinigingsmiddelen (gebruik geen
schuurmiddelen).
Maak de oppervlakken droog met een zachte
doek.
WASMIDDELLADE
Maak de lade los en trek hem naar buiten
trekken; druk hiervoor zachtjes op de
ontgrendelingshendel.
Haal de sifons weg (sifon van het vakje voor
wasverzachter, sifon van het bleekmiddel en
het gekleurde doseringshulpmiddel voor
vloeibaar wasmiddel).
3.
Spoel onder stromend water schoon.
4.
Plaats de sifons in de wasmiddellade en duw
ze vast.
DEURMANCHET
Maak het zo nodig schoon met een vochtige
doek.
Controleer het manchet regelmatig op
vreemde voorwerpen.
FILTER VAN DE WATERSLANG
Controleer het filter regelmatig en maak het
schoon.
1.
Draai de waterkraan dicht.
2.
Schroef de watertoevoerslang van de kraan.
3.
Verwijder het filter en maak het schoon.
4.
Zet het filter weer terug en schroef de
toevoerslang vast op de waterkraan.
5.
Schroef de slang(en) los van de machine.
6.
Haal het filter met een tang uit de
wasmachine en maak het schoon.
7.
Zet het filter terug en schroef de aansluiting
weer op de machine.
8.
Open de waterkraan en controleer of de
verbindingen niet lekken
FILTER VOOR VREEMDE
VOORWERPEN
Controleer het filter regelmatig, minstens
twee of drie keer per jaar, op vreemde
voorwerpen en maak het schoon als het
nodig is (zie Het filter voor vreemde
voorwerpen verwijderen).
ONDERHOUD EN REINIGING
1.
2.
3
1
2
60
De wasmachine start niet.
Zit de stekker goed in het stopcontact?
Is de zekering doorgebrand?
Is er een stroomstoring?
Is de waterkraan open? Krijgt de machine water?
Sluit de deur goed? Is de kinderbeveiliging
geactiveerd?
Heeft u een programma ingesteld?
Is de AAN/UIT knop ingedrukt?
De watertoevoer is niet (waterdruk) voldoende.
Is de waterkraan helemaal opengedraaid?
Zit er een knik in de watertoevoerslang?
Is het filter van de wateraansluiting verstopt?
(zie "Onderhoud en reiniging").
Is het water in de slang bevroren?
De wasmachine voert geen restwater af.
Is de afvoerslang correct geplaatst? (zie
"Aanwijzingen voor de installatie")
Is het filter voor vreemde voorwerpen
verstopt? (zie Het verwijderen van het filter
voor vreemde voorwerpen / het afvoeren van
restwater).
Is het water in de afvoerslang bevroren?
Heeft u op de knop Spoelstop gedrukt?
Er zitten resten wasmiddel en
nabehandelingsproducten in de wasmiddellade.
Is de sifon correct geplaatst?
Is de sifon vuil?
Komt er weinig water in de lade? (zie boven).
Zie ook
Wasmiddel en nabehandelingsproducten
Onderhoud en reiniging).
De wasmachine trilt tijdens het centrifugeren.
Staat de wasmachine waterpas en zijn alle
vier de pootjes correct afgesteld? (zie
Aanwijzingen voor de installatie).
Zijn de veiligheidsbeugels voor het transport
verwijderd ? Voordat de machine in bedrijf
gesteld wordt, dient u de veiligheidsbeugels
voor het transport te verwijderen (zie
Aanwijzingen voor de installatie).
Na afloop van het wasprogramma is het
wasgoed niet of niet voldoende gecentrifugeerd.
Is de rotor van de pomp verstopt? (zie Het
verwijderen van het filter voor vreemde
voorwerpen / het afvoeren van restwater).
Bestaat het wasgoed uit een enkel zwaar stuk
van grote afmetingen (bijvoorbeeld een badjas,
etc.)? Het is mogelijk dat de wasmachine merkt
dat het wasgoed teveel uit balans is en de
centrifugeersnelheid automatisch vermindert.
Voeg in dit geval eventueel andere stukken
wasgoed toe en herhaal de centrifugeercyclus.
Indien dit verscheidene malen achter elkaar
gebeurt, wordt er tegen een lagere snelheid
gecentrifugeerd of wordt er, indien het
wasgoed erg uit balans is, niet gecentrifugeerd.
Indien het wasgoed na het centrifugeren nog
nat is, eventueel andere stukken wasgoed
toevoegen en het centrifugeerprogramma
opnieuw starten.
Voordat u contact opneemt met de
Klantenservice:
1.
Probeer het probleem eerst zelf op te lossen
(zie Opsporen van storingen).
2.
Start het programma opnieuw om te
controleren of de storing is verholpen.
3.
Indien dit niet zo is, contact opnemen met de
klantenservice. Vermeld:
de aard van de storing,
het model,
het Servicenummer
(dit nummer bevindt zich na het woord
SERVICE),
Het Serviceplaatje bevindt zich aan de
binnenzijde van de deur.
uw volledige adres,
uw telefoonnummer met kengetal,
het telefoonnummer en adres van de
Klantenservice bevindt zich op het
garantiebewijs. U kunt ook contact opnemen
met uw eigen handelaar.
OPSPOREN VAN STORINGEN
KLANTENSERVICE
61
VEILIGHEIDSBEUGELS VOOR HET
TRANSPORT
De wasmachine is voorzien van
veiligheidsbeugels om te voorkomen dat de
interne onderdelen van het apparaat tijdens het
transport beschadigen oplopen.
Voordat u de wasmachine in gebruik neemt,
MOET u de veiligheidsbeugels te verwijderen
(Afb. 1).
1.
Draai met behulp van de bijgeleverde sleutel
de schroeven een beetje los (Afb. 2).
2.
Draai de schroeven met de hand verder los.
3.
Houd iedere schroef tegen en verwijder ze
inclusief de rode plastic houder, via de
grootste zijde van het gat.
4.
Sluit de nu vrijgekomen gaten af met de
hiervoor bestemde plastic dopjes. Plaats de
dopjes en schuif ze in de richting van de pijl
naar het smalle gedeelte totdat ze goed
vastzitten (zie Afb. 3).
5.
Bewaar de veiligheidsbeugels.
Opmerking:
Plaats de veiligheidsbeugels op de volgende
manier vóór transport van de wasmachine:
1.
Verwijder de plastic dopjes met een
schroevendraaier, schuif ze tegen de richting
van de pijl in naar buiten en trek ze naar
buiten.
2.
Bevestig nu de veiligheidsbeugels door de
hierboven beschreven montage-handelingen
in omgekeerde volgorde uit te voeren.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
Afb. 1
Afb. 2
Afb. 3
62
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
INSTALLATIE
Plaats de wasmachine op een stabiele en
vlakke ondergrond, zo mogelijk in de hoek van
een vertrek.
Controleer of alle vier de pootjes stevig op de
vloer rusten en of de wasmachine exact
horizontaal staat (gebruik hiervoor een
waterpas).
Wanneer de vloer niet glad of perfect vlak is,
deze onregelmatigheden compenseren door
de pootjes van de wasmachine in of uit te
schroeven (plaats geen stukjes hout, karton
en dergelijke onder de pootjes).
Draai de tegenmoer los met behulp van de
bijgeleverde sleutel.
Stel de pootjes met de hand af.
Draai de tegenmoer, tegen de wijzers van de
klok in, vast tegen de wasmachine aan.
Indien de wasmachine op een houten
balkenvloer wordt geplaatst, het apparaat op
een hardboard plaat van 60 x 60 cm groot en
minstens 3 cm dik zetten. Bevestig de plaat
aan de vloer.
VEILIGHEIDSBLAD / WERKBLAD
Installeer de machine onder een vast,
doorlopend werkblad.
Het apparaat mag alleen worden ingebouwd
met behulp van de serie elementen van het UBS
veiligheidsblad.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Verwijder de bevestigingsschroeven, die in de
achterzijde van de wasmachine zitten, uit het
werkblad.
Schuif het werkblad zo ver mogelijk naar
achteren en trek het weg terwijl u het optilt.
Monteer de serie elementen van het
veiligheidsblad aan de hand van de
aanwijzingen.
Breng de bevestigingsschroeven opnieuw aan
en draai ze vast.
AFMETINGEN VOOR INBOUW VAN HET
VEILIGHEIDSBLAD.
Breedte 600 mm
Hoogte 825 mm
Diepte 600 mm
LET OP:
Sluit de machine pas aan op het elektriciteitsnet
nadat het werkblad of de afdekking is gemonteerd.
1.
2.
3.
3
1
2
1.
2.
3.
1
2
3
63
WATERTOEVOER
Watertoevoer: uitsluitend koud water.
Waterkraan: schroefdraadaansluiting voor
slang van 3/4".
Waterdruk (wateraansluiting):
10-100 N/cm
2
(1-10 bar).
WATERTOEVOERSLANG
Opmerking:
wanneer de watertoevoerslang
reeds aan de achterzijde van de machine is
gemonteerd, kunt u punt 1 en 4 overslaan.
1.
Haal de watertoevoerslang uit de trommel.
2.
Plaats het bijgeleverde filter in de
schroefdraad tussen het rechte uiteinde van
de toevoerslang en de waterkraan.
3.
Schroef de watertoevoerslang met het rechte
uiteinde met de hand voorzichtig aan de
waterkraan vast.
4.
Schroef het gebogen uiteinde van de
toevoerslang voorzichtig vast aan de
machine. Let erop dat de slang niet geknikt is.
5.
Controleer of de aansluitingen naar de
wasmachine en de kraan niet lekken, door de
waterkaan volledig open te draaien.
Wanneer de slang niet lang genoeg is, de
buigzame slang vervangen door een
drukslang (min. 10 bar, conform de norm EN
500 65) van de juiste lengte.
Controleer de watertoevoerslang geregeld
op barsten of scheuren en vervang hem
indien nodig.
De wasmachine kan zonder terugslagklep
worden aangesloten.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften van
het Waterleidingbedrijf.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
64
WATERAFVOERSLANG
Aansluiting van de afvoerslang aan de
waterafvoer.
1.
Trek de afvoerslang van het rechter haakje
af; zie pijl A in Afb. 1.
Belangrijk:
Schroef de afvoerslang NIET los; zie pijl B in
Afb. 1, anders bestaat er risico op lekkage (u
kunt zich branden aan het hete water).
2.
Sluit de afvoerslang aan op de sifon of hang
hem met het elleboogstuk aan de rand van
een wasbak of een badkuip (zie Afb. 2).
Kleine fonteintjes zijn niet geschikt voor dit
doel.
3.
Min. afvoerhoogte: 70 cm
Max. afvoerhoogte: 125 cm
4.
Indien het nodig is een verlengstuk te
gebruiken, een slang van hetzelfde type
gebruiken en de aansluitpennen vastzetten
met klemmen. Max. lengte van de
afvoerslang: 2,50 m.
Belangrijk:
vermijd knikken van de waterafvoerslang en
maak hem goed vast, zodat hij tijdens het
functioneren van de wasmachine niet kan vallen
(zie Afb. 2).
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Houdt u zich aan de voorschriften van het
plaatselijk energiebedrijf.
De elektrische aansluiting mag uitsluitend tot
stand worden gebracht met een correct
geïnstalleerd, geaard en geïsoleerd
stopcontact.
Het elektrische circuit moet geaard zijn.
De fabrikant wijst iedere aansprakelijkheid
voor eventueel letsel aan personen of
huisdieren, of schade aan voorwerpen, die te
wijten zijn aan het veronachtzamen van
bovengenoemde specificaties, af.
De gegevens met betrekking tot de spanning,
het opgenomen vermogen en de benodigde
beveiliging staan op de binnenkant van de
deur.
De leiding voor aansluiting op het net mag
alleen worden vervangen door een
gekwalificeerde elektricien.
De wasmachine voldoet aan de Europese
veiligheidsvoorschriften van de
EG- Richtlijn nr. 93/68/EEG en EN 60555.
Gebruik geen verlengsnoeren of
stekkerdozen.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
Afb. 1
Afb. 2
A
B
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15

Whirlpool AWP 201 de handleiding

Type
de handleiding