Medtronic Oxisensor II adhesive sensor Handleiding

Type
Handleiding
en
Instructions For Use
fr Mode d’emploi
de Gebrauchsanweisung
nl Gebruiksaanwijzing
it Istruzioni per l’uso
es Instrucciones de uso
sv Bruksanvisning
da Brugsanvisning
no Bruksanvisning
Käyttöohjeet
pt Instruções de uso
ru Инструкция по применению
zh 使用说明
pl Instrukcja użytkowania
cs Návod k použití
sl Navodila za uporabo
hu Használati útmutató
el Οδηγίες χρήσης
tr Kullanma Talimatı
Nellcor
TM
Adult SpO
2
Sensor
Reusable
DS100A
DS100A-1
13
DS100A
SpO
2
-sensor voor volwassenen, herbruikbaar
Dit apparaat is niet gemaakt van natuurrubber uit latex of DEHP.
Gebruiksaanwijzing
Indicaties/contra-indicaties
De Nellcor™ SpO
2
-sensor voor volwassenen, model DS100A, is bestemd voor gebruik wanneer
continue niet-invasieve monitoring van de arteriële zuurstofsaturatie en pulsfrequentie vereist is
voor patiënten die meer dan 40 kg wegen.
Gebruik de DS100A niet bij actieve patiënten of gedurende langere tijd. De sensor is niet bedoeld
voor langdurige bewaking. Hij dient elke 4 uur (of vaker indien de bloedcirculatie en/of integriteit
van de huid daar aanleiding toe geven) verwijderd te worden en op een andere plaats aangebracht
te worden. Indien langdurige bewaking vereist is, dient u gebruik te maken van een OxiMax™
pulsoxymetriesensor (MAXA, MAXAL of MAXN) of een Oxisensor II sensor (D25, D25L of N25), naar
gelang van de leeftijd en het gewicht van de patiënt en de compatibiliteit van het instrument.
Gebruiksaanwijzing
Gebruik deze sensor alleen met Nellcor-instrumenten en instrumenten die Nellcor-oximetrie bevatten,
of met instrumenten die gelicentieerd zijn voor gebruik met Nellcor-sensoren (Nellcor-compatibele
instrumenten). In deze sensor is Nellcor OxiMax technologie in het ontwerp geïntegreerd. Als deze sensor
is aangesloten op een instrument waarin OxiMax is geïntegreerd, dan gebruikt dit instrument OxiMax-
technologie waarmee de sensor extra mogelijkheden biedt. Neem contact op met de desbetreffende
fabrikanten voor de mogelijkheden en compatibiliteit van hun instrumenten en sensoren.
Sensoren die geschikt zijn voor hergebruik mogen maximaal 4 uur op dezelfde plaats gebruikt
worden, op voorwaarde dat de sensorplaats regelmatig gecontroleerd wordt op de integriteit
van de huid en een juiste positionering van de sensor. Omdat de mate waarin de sensor door
de huid verdragen wordt, afhangt van de conditie van de huid, kan het bij sommige patiënten
noodzakelijk zijn de sensor vaker te verplaatsen.
Aanbrengen van de DS100A:
1. Plaats een wijsvinger op het sensorvenster van de DS100A zodat de vingertop tegen het
scharnierpunt aanligt. (1)
Identificatie van een stof die
onderdeel uitmaakt van of
aanwezig is in het product of
de verpakking.
Identificatie van een stof die
geen onderdeel uitmaakt
van of aanwezig is in het
product of de verpakking.
nl
IP22
Beschermd tegen toegang tot gevaarlijke
delen met een vinger en beschermd tegen
verticaal vallende waterdruppels wanneer
de sensor wordt gekanteld tot 15º.
14
2. Bij lange vingernagels valt de nagelrand over het scharnierpunt heen. (2)
3. Spreid de uitsteeksels aan de scharnierkant van de sensor zodat de druk gelijkmatig over de
sensorvlakken verdeeld wordt. Controleer de positie van de sensor. Als er geen wijsvinger
beschikbaar is, of als deze niet op de juiste wijze in de sensor geplaatst kan worden, kan een
kleinere vinger of een OxiMax of Oxisensor II pulsoxymetriesensor gebruikt worden. De DS100A
mag niet op een duim of teen, of bij kleine kinderen op de hand of voet aangebracht worden. (3)
Opmerking: De sensor dient bij voorkeur bevestigd te worden op een lichaamsdeel waarop geen
arteriële katheter, bloeddrukmanchet of intravasculaire infuuslijn is aangebracht.
4. Richt de sensor zodanig dat de kabel aan de bovenkant van de hand komt te liggen. (4)
5. Sluit de DS100A op de pulsoxymeter aan en controleer of sensor en monitor goed werken
zoals beschreven in de gebruiksaanwijzing van de pulsoxymeter.
Opmerking: Als de sensor de puls niet op betrouwbare wijze detecteert, kan het zijn dat hij niet
goed aangebracht is of dat de sensorplaats te dik, te dun, te sterk gepigmenteerd
of om een andere reden (nagellak, kleurstof, gepigmenteerde crème enz.) te sterk
gekleurd is voor een goede lichtdoorlating. In al deze gevallen dient u de sensor
(of een andere Nellcor pulsoxymetriesensor) op een andere plaats aan te brengen.
Reinigen
Gebruik voor het reinigen van de DS100A een oplossing van 70% isopropanol. Indien
ontsmetting gewenst is, kunt u gebruik maken van een bleekmiddeloplossing in een verhouding
van 1:10. Gebruik geen onverdund bleekmiddel (5%~5,25% natriumhypochloriet) of andere dan
de hier aanbevolen reinigingsoplossingen. Dit kan de sensor blijvend beschadigen.
WAARSCHUWINGEN
1. Als de sensor verkeerd wordt toegepast met lange perioden van excessieve druk, kan een
drukletsel optreden.
LET OP: de connectorpinnen mogen niet in aanraking komen met reinigingsmiddelen omdat
deze de sensor kunnen beschadigen.
De sensor kan als volgt gereinigd of gedesinfecteerd worden:
1. Doordrenk een schoon, droog gaasje met de reinigingsoplossing en reinig het gehele
oppervlak van de sensor en de kabel.
2. Doordrenk een ander schoon, droog gaasje met steriel of gedestilleerd water en reinig het
gehele oppervlak van de sensor en de kabel.
3. Droog het gehele oppervlak van de sensor en de kabel met een schoon, droog gaasje af.
LET OP
1. Niet steriliseren met behulp van bestraling, stoom of ethyleenoxide. Een dergelijke
sterilisatie kan de sensor beschadigen.
2. Een verkeerd aangebrachte DS100A kan tot onjuiste metingen leiden.
15
3. Gebruik van de DS100A in een omgeving met felle lampen kan tot onnauwkeurige metingen
leiden. In dat geval dient u de sensorplaats met ondoorzichtig materiaal te bedekken.
4. Sensoren die geschikt zijn voor hergebruik dienen minimaal om de 4 uur op een andere plaats
aangebracht te worden. Omdat de mate waarin de sensor door de huid verdragen wordt,
afhangt van de conditie van de huid, kan het bij sommige patiënten noodzakelijk zijn de sensor
vaker te verplaatsen. Als de integriteit van de huid verandert, dient u de sensor op een andere
plaats aan te brengen.
5. Intravasculaire kleurstoffen of uitwendig aangebrachte kleurstoffen, nagellak of
gepigmenteerde crème kunnen tot onnauwkeurige metingen leiden.
6. Beweging heeft een nadelige invloed op de prestaties van de DS100A.
7. Gebruik geen tape om de sensor op zijn plaats te houden of dicht te plakken; veneuze
pulsaties kunnen tot onnauwkeurige saturatiemetingen leiden.
8. Zoals bij alle medische apparatuur dient u de kabels zorgvuldig te geleiden om te
voorkomen dat de patiënt erin verstrikt raakt of erdoor gewurgd wordt.
9. De DS100A of andere pulsoxymetriesensoren mogen niet gebruikt worden tijdens het
maken van MR-scans. Een geïnduceerde stroom kan brandwonden veroorzaken. Bovendien
kan de DS100A de MR-scan beïnvloeden en kan de MRI-installatie de nauwkeurigheid van de
pulsoxymetrie-metingen beïnvloeden.
10. De DS100A mag niet aangepast of gewijzigd worden. Aanpassingen of wijzigingen kunnen
de werking of de nauwkeurigheid nadelig beïnvloeden.
Neem contact op met de technische dienst of de plaatselijke vertegenwoordiger van Covidien als
u vragen hebt met betrekking tot deze informatie.
Garantie
Voor informatie over een eventuele garantie voor dit product neemt u contact op met de
technische dienst of de plaatselijke vertegenwoordiger van Covidien.
Technische gegevens
Voor het gespecificeerde nauwkeurigheidsbereik bij gebruik in combinatie met Nellcor™-
monitoren raadpleegt u de bij de monitor geleverde informatie. U kunt hier (in de VS) ook
contact over opnemen met de technische dienst van Covidien. Buiten de VS wendt u zich tot
deplaatselijke vertegenwoordiger van Covidien.
Voor het nauwkeurigheidsspecificatiebereik bij gebruik in combinatie met een niet door Covidien
vervaardigde monitor raadpleegt u de door de fabrikant van het betreffende instrument
geleverde informatie.
Opmerking: Volledige instructies voor het gebruik van de sensor met een bepaalde monitor zijn
opgenomen in de gebruiksaanwijzing van de monitor.

Documenttranscriptie

Nellcor TM Adult SpO2 Sensor Reusable DS100A DS100A-1 en Instructions For Use fr Mode d’emploi de Gebrauchsanweisung nl Gebruiksaanwijzing it Istruzioni per l’uso es Instrucciones de uso sv Bruksanvisning da Brugsanvisning no Bruksanvisning fi Käyttöohjeet pt Instruções de uso ru Инструкция по применению zh 使用说明 pl Instrukcja użytkowania cs Návod k použití sl Navodila za uporabo hu Használati útmutató el Οδηγίες χρήσης tr Kullanma Talimatı nl DS100A SpO2-sensor voor volwassenen, herbruikbaar Identificatie van een stof die onderdeel uitmaakt van of aanwezig is in het product of de verpakking. Identificatie van een stof die geen onderdeel uitmaakt van of aanwezig is in het product of de verpakking. IP22 Beschermd tegen toegang tot gevaarlijke delen met een vinger en beschermd tegen verticaal vallende waterdruppels wanneer de sensor wordt gekanteld tot 15º. Dit apparaat is niet gemaakt van natuurrubber uit latex of DEHP. Gebruiksaanwijzing Indicaties/contra-indicaties De Nellcor™ SpO2-sensor voor volwassenen, model DS100A, is bestemd voor gebruik wanneer continue niet-invasieve monitoring van de arteriële zuurstofsaturatie en pulsfrequentie vereist is voor patiënten die meer dan 40 kg wegen. Gebruik de DS100A niet bij actieve patiënten of gedurende langere tijd. De sensor is niet bedoeld voor langdurige bewaking. Hij dient elke 4 uur (of vaker indien de bloedcirculatie en/of integriteit van de huid daar aanleiding toe geven) verwijderd te worden en op een andere plaats aangebracht te worden. Indien langdurige bewaking vereist is, dient u gebruik te maken van een OxiMax™ pulsoxymetriesensor (MAXA, MAXAL of MAXN) of een Oxisensor II sensor (D25, D25L of N25), naar gelang van de leeftijd en het gewicht van de patiënt en de compatibiliteit van het instrument. Gebruiksaanwijzing Gebruik deze sensor alleen met Nellcor-instrumenten en instrumenten die Nellcor-oximetrie bevatten, of met instrumenten die gelicentieerd zijn voor gebruik met Nellcor-sensoren (Nellcor-compatibele instrumenten). In deze sensor is Nellcor OxiMax technologie in het ontwerp geïntegreerd. Als deze sensor is aangesloten op een instrument waarin OxiMax is geïntegreerd, dan gebruikt dit instrument OxiMaxtechnologie waarmee de sensor extra mogelijkheden biedt. Neem contact op met de desbetreffende fabrikanten voor de mogelijkheden en compatibiliteit van hun instrumenten en sensoren. Sensoren die geschikt zijn voor hergebruik mogen maximaal 4 uur op dezelfde plaats gebruikt worden, op voorwaarde dat de sensorplaats regelmatig gecontroleerd wordt op de integriteit van de huid en een juiste positionering van de sensor. Omdat de mate waarin de sensor door de huid verdragen wordt, afhangt van de conditie van de huid, kan het bij sommige patiënten noodzakelijk zijn de sensor vaker te verplaatsen. Aanbrengen van de DS100A: 1. Plaats een wijsvinger op het sensorvenster van de DS100A zodat de vingertop tegen het scharnierpunt aanligt. (1) 13 2. Bij lange vingernagels valt de nagelrand over het scharnierpunt heen. (2) 3. Spreid de uitsteeksels aan de scharnierkant van de sensor zodat de druk gelijkmatig over de sensorvlakken verdeeld wordt. Controleer de positie van de sensor. Als er geen wijsvinger beschikbaar is, of als deze niet op de juiste wijze in de sensor geplaatst kan worden, kan een kleinere vinger of een OxiMax™ of Oxisensor II pulsoxymetriesensor gebruikt worden. De DS100A mag niet op een duim of teen, of bij kleine kinderen op de hand of voet aangebracht worden. (3) Opmerking: De sensor dient bij voorkeur bevestigd te worden op een lichaamsdeel waarop geen arteriële katheter, bloeddrukmanchet of intravasculaire infuuslijn is aangebracht. 4. Richt de sensor zodanig dat de kabel aan de bovenkant van de hand komt te liggen. (4) 5. Sluit de DS100A op de pulsoxymeter aan en controleer of sensor en monitor goed werken zoals beschreven in de gebruiksaanwijzing van de pulsoxymeter. Opmerking: Als de sensor de puls niet op betrouwbare wijze detecteert, kan het zijn dat hij niet goed aangebracht is of dat de sensorplaats te dik, te dun, te sterk gepigmenteerd of om een andere reden (nagellak, kleurstof, gepigmenteerde crème enz.) te sterk gekleurd is voor een goede lichtdoorlating. In al deze gevallen dient u de sensor (of een andere Nellcor pulsoxymetriesensor) op een andere plaats aan te brengen. Reinigen Gebruik voor het reinigen van de DS100A een oplossing van 70% isopropanol. Indien ontsmetting gewenst is, kunt u gebruik maken van een bleekmiddeloplossing in een verhouding van 1:10. Gebruik geen onverdund bleekmiddel (5%~5,25% natriumhypochloriet) of andere dan de hier aanbevolen reinigingsoplossingen. Dit kan de sensor blijvend beschadigen. WAARSCHUWINGEN 1. Als de sensor verkeerd wordt toegepast met lange perioden van excessieve druk, kan een drukletsel optreden. LET OP: de connectorpinnen mogen niet in aanraking komen met reinigingsmiddelen omdat deze de sensor kunnen beschadigen. De sensor kan als volgt gereinigd of gedesinfecteerd worden: 1. Doordrenk een schoon, droog gaasje met de reinigingsoplossing en reinig het gehele oppervlak van de sensor en de kabel. 2. Doordrenk een ander schoon, droog gaasje met steriel of gedestilleerd water en reinig het gehele oppervlak van de sensor en de kabel. 3. Droog het gehele oppervlak van de sensor en de kabel met een schoon, droog gaasje af. LET OP 1. Niet steriliseren met behulp van bestraling, stoom of ethyleenoxide. Een dergelijke sterilisatie kan de sensor beschadigen. 2. Een verkeerd aangebrachte DS100A kan tot onjuiste metingen leiden. 14 3. Gebruik van de DS100A in een omgeving met felle lampen kan tot onnauwkeurige metingen leiden. In dat geval dient u de sensorplaats met ondoorzichtig materiaal te bedekken. 4. Sensoren die geschikt zijn voor hergebruik dienen minimaal om de 4 uur op een andere plaats aangebracht te worden. Omdat de mate waarin de sensor door de huid verdragen wordt, afhangt van de conditie van de huid, kan het bij sommige patiënten noodzakelijk zijn de sensor vaker te verplaatsen. Als de integriteit van de huid verandert, dient u de sensor op een andere plaats aan te brengen. 5. Intravasculaire kleurstoffen of uitwendig aangebrachte kleurstoffen, nagellak of gepigmenteerde crème kunnen tot onnauwkeurige metingen leiden. 6. Beweging heeft een nadelige invloed op de prestaties van de DS100A. 7. Gebruik geen tape om de sensor op zijn plaats te houden of dicht te plakken; veneuze pulsaties kunnen tot onnauwkeurige saturatiemetingen leiden. 8. Zoals bij alle medische apparatuur dient u de kabels zorgvuldig te geleiden om te voorkomen dat de patiënt erin verstrikt raakt of erdoor gewurgd wordt. 9. De DS100A of andere pulsoxymetriesensoren mogen niet gebruikt worden tijdens het maken van MR-scans. Een geïnduceerde stroom kan brandwonden veroorzaken. Bovendien kan de DS100A de MR-scan beïnvloeden en kan de MRI-installatie de nauwkeurigheid van de pulsoxymetrie-metingen beïnvloeden. 10. De DS100A mag niet aangepast of gewijzigd worden. Aanpassingen of wijzigingen kunnen de werking of de nauwkeurigheid nadelig beïnvloeden. Neem contact op met de technische dienst of de plaatselijke vertegenwoordiger van Covidien als u vragen hebt met betrekking tot deze informatie. Garantie Voor informatie over een eventuele garantie voor dit product neemt u contact op met de technische dienst of de plaatselijke vertegenwoordiger van Covidien. Technische gegevens Voor het gespecificeerde nauwkeurigheidsbereik bij gebruik in combinatie met Nellcor™monitoren raadpleegt u de bij de monitor geleverde informatie. U kunt hier (in de VS) ook contact over opnemen met de technische dienst van Covidien. Buiten de VS wendt u zich tot de plaatselijke vertegenwoordiger van Covidien. Voor het nauwkeurigheidsspecificatiebereik bij gebruik in combinatie met een niet door Covidien vervaardigde monitor raadpleegt u de door de fabrikant van het betreffende instrument geleverde informatie. Opmerking: Volledige instructies voor het gebruik van de sensor met een bepaalde monitor zijn opgenomen in de gebruiksaanwijzing van de monitor. 15
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64

Medtronic Oxisensor II adhesive sensor Handleiding

Type
Handleiding