17
5. Ook niet voor het zagen van zeer grote werkstuk-
ken.
6. Controleer vooraf of er voldoende vrije ruimte is
achter het werkstuk om te voorkomen dat het
zaagblad tegen een vloer, een werkbank e.d.
stoot.
7. Houd het gereedschap stevig vast.
8. Zorg ervoor dat het zaagblad niet in contact is
met het werkstuk voordat u de spanning inscha-
kelt.
9. Houd uw handen uit de buurt van de bewegende
delen.
10. Schakel altijd het gereedschap uit als u weg
moet. Schakel het gereedschap alleen in als u
het in handen houdt.
11. Schakel altijd uit en wacht tot het zaagblad volle-
dig tot stilstand is gekomen, alvorens het
gereedschap van het werkstuk te verwijderen.
12. Raak onmiddellijk na gebruik het zaagblad of het
werkstuk niet aan, aangezien het nog gloeiend
heet kan zijn en brandwonden kan veroorzaken.
13. Laat het gereedschap niet onnodig onbelast
draaien.
14. Gebruik altijd het juiste stofmasker/ademha-
lingsapparaat voor het materiaal en de toepas-
sing waarmee u werkt.
15. Sommige materialen bevatten chemische stoffen
die vergiftig kunnen zijn. Vermijd inademing van
stof en contact met de huid. Volg de veiligheids-
instructies van de leverancier van het materiaal.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
WAARSCHUWING:
VERKEERD GEBRUIK of het niet naleven van de vei-
ligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing
kan leiden tot ernstige verwondingen.
BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN
Plaatsen en verwijderen van batterij (Fig. 3)
•Schakel de machine altijd uit voordat een batterij
geplaatst of verwijdert wordt.
•Om het batterijpak te verwijderen, neemt u het uit het
gereedschap terwijl u de knoppen aan beide zijden van
het batterijpak indrukt.
•Om het batterijpak te installeren, past u de rug op het
batterijpak in de groef in de behuizing van het gereed-
schap, en dan schuift u het batterijpak naar binnen.
Schuif het batterijpak zo ver mogelijk erin, totdat het
met een klikgeluid vergrendelt. Indien u dit niet doet,
kan het batterijpak per ongeluk uit het gereedschap
vallen en uzelf of anderen verwonden.
• Als het batterijpak moeilijk in de houder komt, probeer
het dan niet met geweld in te duwen. Indien het batterij-
pak er niet gemakkelijk ingaat, dan houdt u het ver-
keerd om.
Installeren of verwijderen van het zaagblad
LET OP:
•Verwijder altijd alle spaanders en verontreinigingen van
het zaagblad, de zaagbladklem en/of de slede. Als u dit
niet doet, kan het zaagblad niet goed vastgezet zijn,
hetgeen ernstige verwonding kan veroorzaken.
Om het zaagblad te installeren, moet u eerst controleren
of de zaagbladklembus in de vrije stand staat alvorens
het zaagblad erin te steken. Indien de klembus in de
vaste stand staat, draait u de klembus naar de vrije
stand. (Fig. 4)
Steek het zaagblad zo ver mogelijk in de zaagbladklem.
De zaagbladklembus roteert en het zaagblad wordt vast-
gezet. Controleer of het zaagblad niet eruit komt wan-
neer u eraan trekt. (Fig. 5)
OPMERKING:
Als het zaagblad niet diep genoeg erin zit, kan het zaag-
blad tijdens het zagen onverwachts eruit geworpen wor-
den, hetgeen bijzonder gevaarlijk is.
Om het zaagblad te verwijderen, draait u de zaagblad-
klembus volledig in de richting van het pijltje. Het zaag-
blad wordt verwijderd en de zaagbladklembus wordt in de
vrije stand vastgezet. (Fig. 6)
OPMERKING:
Als u het zaagblad verwijdert zonder de klembus volledig
te draaien, zal de klembus mogelijk niet in de vrije stand
worden vastgezet. Draai in dat geval de klembus volledig
in de richting van het pijltje om hem vast in de vrije stand
te zetten.
Bijstellen van de geleideschoen (Fig. 7)
Wanneer een bepaald gedeelte van het zaagblad niet
meer goed snijdt, stel dan de geleideschoen bij om een
ongebruikt scherp gedeelte van het zaagblad te gebrui-
ken. Hierdoor zal het zaagblad langer meegaan. Om de
geleideschoen bij te stellen, drukt u de hendel los en zet
u de geleideschoen in de gewenste positie door deze
naar voren of naar achteren te schuiven. Druk daarna de
hendel weer goed vast om de geleideschoen vast te zet-
ten.
Werking van de trekkerschakelaar (Fig. 8)
LET OP:
Alvorens de accu in het gereedschap te plaatsen, moet u
altijd controleren of de trekkerschakelaar naar behoren
werkt en bij loslaten naar de “OFF” positie terugkeert.
Een ontgrendelknop is voorzien om te voorkomen dat de
trekkerschakelaar per toeval wordt ingedrukt. Om het
gereedschap te starten, drukt u eerst de ontgrendelknop
en daarna de trekkerschakelaar in. De ontgrendelknop
kan zowel vanaf de linkerzijde als vanaf de rechterzijde
van het gereedschap worden ingedrukt. Hoe groter de
druk op de trekkerschakelaar, hoe sneller het gereed-
schap draait. Laat de trekkerschakelaar los om het
gereedschap te stoppen.