Wacker Neuson RTx-SC2 EU Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruikershandleiding
Cilinder
RT82-SC3
RTx-SC3
Type
Document
Editie
Versie
Taal
RT82-SC3, RTx-SC3
5200023374
0919
10
NL
Copyright-
mededeling
© Copyright 2019 by Wacker Neuson Production Americas LLC.
Alle rechten, inclusief het recht tot kopiëren en van verspreiding zijn
voorbehouden.
Deze publicatie mag gefotokopieerd worden door de oorspronkelijke
koper van de machine. Elke andere soort vermenigvuldiging is
verboden zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van
Wacker Neuson Production Americas LLC.
Elke soort niet door Wacker Neuson Production Americas LLC
geautoriseerde vermenigvuldiging of versp[reiding vormt een
schending van geldige auteursrechten. Tegen overtreders hiervan zal
gerechtelijke vervolging worden ingesteld.
Handels-merken
Alle handelsmerken waarnaar in deze handleiding verwezen wordt zijn
het eigendom van de respectieve eigenaren ervan.
Fabrikant
Wacker Neuson Production Americas LLC
N92W15000 Anthony Avenue
Menomonee Falls, WI 53051 VS
Tel. (262) 255-0500 · Fax (262) 255-0550 · Tel. (800) 770-0957
www.wackerneuson.com
Vertaalde instructies
Deze Gebruiksaanwijzing is een vertaling van de originele instructies.
De oorspronkelijke taal van deze Gebruiksaanwijzing is Amerikaans
Engels.
RT / RTx Voorwoord
wc_tx003861nl_FM10.fm 3
Voorwoord
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES—Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke
instructies voor de hieronder vermelde machinemodellen. Deze instructies zijn
speciaal door Wacker Neuson Production Americas LLC gepubliceerd en moeten
tijdens de installatie, bediening en het onderhoud van de machines worden
gevolgd.
Machine-identificatie
Er is een naamplaatje met het modelnummer, artikelnummer, revisienummer en
serienummer bevestigd op elke machine. De locatie van het naamplaatje wordt
hierboven getoond.
Serienummer (S/N)
Neem het serienummer op in de ruimte hieronder voor verwijzing in de toekomst. U
hebt het serienummer bij het bestellen van onderdelen of service voor deze
machine.
Machine Artikelnummer
RT82-SC3 5200019232, 5200019233,
5200019234, 5200019235,
5200019236, 5200019237,
5200019238, 5200019239,
5200022541, 5200019255,
5200019256
RTx-SC3
5200019250, 5200019251,
5200019252, 5200019253,
5200019254, 5200019257,
5200019258, 5200019259,
5100018515, 5100018516,
5100018517, 5100018518,
5100038346, 5100039613
Serienummer:
wc_gr012199
Voorwoord RT / RTx
4 wc_tx003861nl_FM10.fm
Machine
documentatie
Vanaf dit punt in deze documentatie zal naar Wacker Neuson Production
Americas LLC worden verwezen als Wacker Neuson.
Bewaar te allen tijde een exemplaar van de Gebruikershandleiding bij de
machine.
Neem contact op met uw Wacker Neuson dealer of bezoek de website van
Wacker Neuson op http://www.wackerneuson.com/ voor meer informatie over
reserveonderdelen.
Zorg dat u het modelnummer, artikelnummer, revisienummer en serienummer
van de machine bij de hand hebt wanneer u onderdelen be
stelt of informatie
over o
nderhoud aanvraagt.
Verwachtingen t.a.v. informatie in deze handleiding
Deze handleiding verschaft de informatie en procedures voor de veilige
bediening en het veilig onderhoud van het/de bovenstaand(e) Wacker Neuson-
model(len). Lees voor uw eigen veiligheid en om het risico van lets
el te
verminde
ren alle instructies die in deze handleiding staan aandachtig d
oor en
zorg e
rvoor dat u ze begrijpt en naleef
t.
De
Wacker Neuson behoudt zich uitdrukkelijk het recht voor om, zelfs zonder
voorafgaande kennisgeving, technische wijzigingen aan te brengen die de
prest
aties of veiligheidsnormen van haar machines verbeteren.
De informatie in deze handleiding is gebaseerd op machines die zijn
vervaardigd tot op het moment van publicatie. Wacker Neuson behoud
t zich het
recht
voor om elk willekeurig gedeelte van deze informatie zon
der
voora
fgaande kennisgeving te wijzigen.
De illustraties, onderdelen, en procedures in deze handleiding refereren aan
Wacker Neuson fabriek-geïnstalleerde componenten. Uw machine kan variëren
afhankelijk
van de benodigdheden van uw specifieke regio.
Goedkeuring van de fabrikant
Deze handleiding bevat verschillene verwijzingen naar goedgekeurde onderdelen,
hulpstukken en modificaties. De volgende definities zijn van toepassing:
Goedgekeurde onderdelen of hulpstukken zijn die onderdelen die worden
vervaardigd of geleverd door Wacker Neuson.
Goedg
ekeurde modificaties zijn veranderingen die door een erkend Wacker
Neuson servicecentrum worden uitgevoerd volgens door W
acker Neuson
gepubliceerde sch
riftelijke instructies.
Niet-goedgekeurde onderdelen, hulpstukken en modificaties zijn die
onderdelen/veranderingen die niet aan de goedgekeurde criteria voldoen.
Niet-goedgekeurde onderdelen, hulpstukken of modificaties kunnen tot het
volgende leiden:
ernstig gevaar van letsel voor de operator en personen in het werkgebied;
permanente machineschade, die niet door de garantie wordt gedekt.
Neem onmiddellijk contact op met uw Wacker Neuson dealer als u vragen hebt
over goedgekeurde of niet-goedgekeurde onderdelen, hulpstukken of modificaties.
2019_CE-RTx_Kohler_nl.fm
EU - Conformiteitverklaring
Fabrikant
Wacker Neuson Production Americas LLC, N92W15000 Anthony Avenue,
Menomonee Falls, Wisconsin 53051 USA
Product
Product
Producttype
Productfunctie
Artikelnummer
Geïnstalleerd nuttig vermogen
Gemeten geluidsvermogenniveau
Gegarandeerd geluidsvermogenniveau
RT82-SC3, RTx-SC3
Cilinder
Grond samenpakken
5100052269, 5100052330, 5100052331, 5100052332
14.8 kW
106 dB(A)
109 dB(A)
Conformiteitsbeoordelingsprocedure
Volgens 2000/14/EC bijlage VIII
Aangemelde instantie
Lloyds Register Verification Limited (Notified Body No 0038)
71 Fenchurch Street, London EC3M 4BS, United Kingdom
Richtlijnen en normen
Hiermee verklaren we dat dit product aan de betreffende bepalingen en vereisten van de
volgende richtlijnen en normen voldoet:
2006/42/EC, 2000/14/EC, 2005/88/EC, 2014/30/EU, EN 500-1, EN 500-4
Gevolmachtigde voor technische documenten
Robert Raethsel, Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG, Wackerstrasse 6, 85084
Reichertshofen, Germany
Menomonee Falls, WI, USA, 19.09.19
Vertaling van de originele conformiteitverklaring
Will Wright
Director, Product Engineering
For Wacker Neuson
2019_CE-RTx_Kubota_nl.fm
EU - Conformiteitverklaring
Fabrikant
Wacker Neuson Production Americas LLC, N92W15000 Anthony Avenue,
Menomonee Falls, Wisconsin 53051 USA
Product
Product
Producttype
Productfunctie
Artikelnummer
Geïnstalleerd nuttig vermogen
Gemeten geluidsvermogenniveau
Gegarandeerd geluidsvermogenniveau
RT82-SC3, RTx-SC3
Cilinder
Grond samenpakken
5100052333, 5100052334, 5100052335, 5100052336,
5100052337
15.5 kW
105 dB(A)
109 dB(A)
Conformiteitsbeoordelingsprocedure
Volgens 2000/14/EC bijlage VIII
Aangemelde instantie
Lloyds Register Verification Limited (Notified Body No 0038)
71 Fenchurch Street, London EC3M 4BS, United Kingdom
Richtlijnen en normen
Hiermee verklaren we dat dit product aan de betreffende bepalingen en vereisten van de
volgende richtlijnen en normen voldoet:
2006/42/EC, 2000/14/EC, 2005/88/EC, 2014/30/EU, EN 500-1, EN 500-4
Gevolmachtigde voor technische documenten
Robert Raethsel, Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG, Wackerstrasse 6, 85084
Reichertshofen, Germany
Menomonee Falls, WI, USA, 19.09.19
Vertaling van de originele conformiteitverklaring
Will Wright
Director, Product Engineering
For Wacker Neuson
Inhoudsopgave
RT / RTx
wc_bo5200023374_10TOC.fm
9
Voorwoord 3
EU - Conformiteitverklaring 5
1 Informatie inzake veiligheid 13
1.1 Signaalwoorden gevonden in dit Gebruikershandleiding ................... 13
1.2 Machinebeschrijving en beoogd gebruik ............................................ 14
1.3 Veiligheid Richtlijnen voor bediening van de machine ....................... 15
1.4 Veilig onderhoud ................................................................................ 17
1.5 Veiligheidsinstructies voor het gebruik van verbrandingsmotoren ..... 20
1.6 Hydraulische vloeistof veiligheid ........................................................ 21
1.7 Veiligheidsinstructies voor het ophijsen van de machine ................... 22
2 Etiketten 24
2.1 Plaats van labels ................................................................................ 24
2.2 Betekenis van de labels ..................................................................... 26
3 Hijsen en transport 35
3.1 Vergrendelstang scharnier-verbinding ............................................... 35
3.2 De machine opheffen ......................................................................... 36
3.3 De machine vastzetten en transporteren ........................................... 38
4 Werking 39
4.1 De machine voor eerste gebruik klaarmaken ..................................... 39
4.2 Plaats van bedieningselementen/onderdelen—Kohler ...................... 40
4.3 Bedienings-/onderdeelbeschrijvingen—Kohler .................................. 41
4.4 Plaats van bedieningselementen/onderdelen—Kubota ..................... 42
4.5 Bedienings-/onderdeelbeschrijvingen—Kubota ................................. 43
4.6 Kenmerken en bediening ................................................................... 44
4.7 Toegang krijgen tot de motor of hydraulisch compartiment ............... 45
4.8 Toegang tot bedieningscompartiment ................................................ 45
4.9 Bedieningspaneel ............................................................................... 46
4.10 SmartControl™ SC-3-zender ............................................................. 49
4.11 Codes indicator bedrijfsstatus ............................................................ 51
4.12 Kleurcodes lichtringen ........................................................................ 53
4.13 Infrarood-systeem en bedieningskanalen .......................................... 54
4.14 Functie van het Compatec
Samendruksysteem (indien geïnstalleerd) ......................................... 56
Inhoudsopgave
RT / RTx
wc_bo5200023374_10TOC.fm
10
4.15 Positie van de operator .......................................................................58
4.16 Beperkingen Zendbereik .....................................................................59
4.17 Bedrijfskenmerken ..............................................................................60
4.18 Communicatiefouten ...........................................................................60
4.19 Stabiliteit van de machine ...................................................................61
4.20 Werken op hellingen ...........................................................................62
4.21 Omrollen .............................................................................................63
4.22 De machine bijtanken .........................................................................64
4.23 Vóór het starten ..................................................................................65
4.24 De machine starten, stoppen en bedienen .........................................66
4.25 Procedure voor noodstops ..................................................................70
4.26 NiMH Batterijen ...................................................................................71
4.27 De batterij vervangen ..........................................................................71
4.28 De batterij van de zender vervangen ..................................................72
5 Diagnoses motorcontrolemodule (ECM) 74
5.1 Overzicht van de ECM en het diagnosehulpmiddel ............................74
5.2 ECM fasen van opstarten van motor ..................................................75
5.3 ECM-controle van de solenoïde—Alleen Kohler motoren ..................76
5.4 ECM-controle van de solenoïdes—Alleen Kubota motoren ...............77
5.5 Het diagnosehulpmiddel aansluiten—Alleen Kohler motoren .............79
5.6 Het diagnosehulpmiddel aansluiten—Alleen Kubota motoren ............80
5.7 De ECM-diagnosemodus openen .......................................................81
5.8 Storing- en foutcodes ECM .................................................................82
5.9 De ECM diagnosegegevens en het omkantellichtje resetten .............85
5.10 De stuurknuppels kalibreren ...............................................................86
6 Verwisselen van rollen (RTx-SC3) 88
6.1 De trommeluitbreidingen verwijderen .................................................88
6.2 Brandstoffilters installeren ..................................................................91
7 Algemeen onderhoud 94
7.1 Onderhoudsschema ...........................................................................94
7.2 Vereisten hydraulische olie .................................................................95
7.3 Het peil van de hydraulische olie controleren. ....................................96
7.4 Hydraulische olie en filter vervangen. .................................................97
7.5 Scharnierende verbinding, stuurcilinder en motorkapscharnieren ......99
7.6 SmartControlTM zender reinigen ......................................................100
Inhoudsopgave
RT / RTx
wc_bo5200023374_10TOC.fm
11
7.7 Schraapstangen ............................................................................... 101
7.8 Wielophanging .................................................................................. 101
7.9 Onderhoud van de accu ................................................................... 102
7.10 De brandstoffilter/waterafscheider aftappen—Alleen Kohler
motoren ............................................................................................ 103
7.11 De waterafscheider van het brandstoffilter onderhouden—Alleen
voor Kubota motoren ........................................................................ 104
7.12 Ontluchten van het brandstofsysteem—Alleen Kohler motoren ....... 105
7.13 Opslag .............................................................................................. 106
7.14 Opslag op lange termijn ................................................................... 107
7.15 Machine Afvalverwijderingl / Ontmanteling ...................................... 109
8 Motoronderhoud: Kohler (T4f) 110
9 Motoronderhoud: Kubota D902 115
10 Foutoplossing 118
10.1 De hydraulische druk controleren ..................................................... 120
10.2 Hydraulisch verdeelstuk ................................................................... 121
11 Technische gegevens 122
11.1 Motor ................................................................................................ 122
11.2 Wals ................................................................................................. 123
11.3 Smering ............................................................................................ 123
11.4 Geluids-en vibratiewaarden .............................................................. 124
11.5 Afmetingen ....................................................................................... 124
11.6 Stralingsnaleving .............................................................................. 124
12 Schema 125
12.1 Elektrische overzichtstekening - Volledig—Kohler ........................... 126
12.2 Componenten elektrische schema’s—Kohler .................................. 127
12.3 Elektrische overzichtstekening Deel A—Kohler ............................... 128
12.4 Componenten elektrische schema’s—Kohler .................................. 129
12.5 Elektrische overzichtstekening Deel B—Kohler ............................... 130
12.6 Componenten elektrische schema’s—Kohler .................................. 131
12.7 Elektrische overzichtstekening Deel C—Kohler ............................... 132
12.8 Componenten elektrische schema’s—Kohler .................................. 133
12.9 Elektrische overzichtstekening Deel D—Kohler ............................... 134
Inhoudsopgave
RT / RTx
wc_bo5200023374_10TOC.fm
12
12.10 Componenten elektrische schema’s—Kohler ...................................135
12.11 Elektrische overzichtstekening - Volledig—Kubota ...........................136
12.12 Componenten elektrische schema’s—Kubota ..................................137
12.13 Elektrische overzichtstekening Deel A—Kubota ...............................138
12.14 Componenten elektrische schema’s—Kubota ..................................139
12.15 Elektrische overzichtstekening Deel B—Kubota ...............................140
12.16 Componenten elektrische schema’s—Kubota ..................................141
12.17 Elektrische overzichtstekening Deel C—Kubota ...............................142
12.18 Componenten elektrische schema’s—Kubota ..................................143
12.19 Elektrische overzichtstekening Deel D—Kubota ...............................144
12.20 Componenten elektrische schema’s—Kubota ..................................145
12.21 Elektrisch bedradingsschema — Compatec
Compaction Beeldscherm (indien geïnstalleerd) ...............................146
12.22 Elektrisch bedradingsschema Onderdelen — Compatec
Compaction Beeldscherm (indien geïnstalleerd) ...............................147
12.23 Hydraulisch schema — 1 ..................................................................148
12.24 Hydraulische schema-onderdelen .....................................................149
12.25 Hydraulisch schema — 2 ..................................................................150
12.26 Hydraulische schema-onderdelen — 2 .............................................151
wc_si000902nl_FM10.fm
13
RT / RTx Informatie inzake veiligheid
1 Informatie inzake veiligheid
1.1 Signaalwoorden gevonden in dit Gebruikershandleiding
Deze handleiding bevat vermeldingen voorafgegaan door GEVAAR,
WAARSCHUWING, VOORZICHTIG, LET OP en N.B., die moeten worden
opgevolgd om de kans op lichamelijk letsel, beschadiging van de machine of
verkeerd onderhoud te beperken.
LET OP: Als dit zonder veiligheidssymbool wordt gebruikt, duidt LET OP op een
gevaarlijke situatie die, als deze niet vermeden wordt, tot materiële schade kan
leiden.
NB: Duidt op aanvullende informatie die van belang voor een procedure is.
Dit is het symbool dat een gevaar voor de veiligheid aanduidt. Het wordt gebruikt
om u attent te maken op mogelijke gevaren voor lichamelijk letsel.
Leef alle veiligheidsinstructies na die bij dit symbool staan.
GEVAAR
GEVAAR duidt op een gevaarlijke situatie die, als deze niet vermeden wordt, zal
resulteren in dodelijk of ernstig letsel.
Kom alle veiligheidswaarschuwingen na die op dit signaalwoord volgen om
ernstig of fataal letsel te vermijden.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING duidt op een gevaarlijke situatie die, als deze niet vermeden
wordt, zal resulteren in dodelijk of ernstig letsel.
Kom alle veiligheidswaarschuwingen na die op dit signaalwoord volgen om
ernstig of fataal letsel te vermijden.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG duidt op een gevaarlijke situatie die, als deze niet vermeden wordt,
zal resulteren in licht of matig letsel.
Kom alle veiligheidswaarschuwingen na die op dit signaalwoord volgen om
ernstig of fataal letsel te vermijden.
wc_si000902nl_FM10.fm
14
Informatie inzake veiligheid RT / RTx
1.2 Machinebeschrijving en beoogd gebruik
Deze machine is een op afstand bediende greppelwals. De Wacker Neuson-
greppelwals bestaat uit twee afzonderlijke machinehelften (voor en achter), die via
een scharnierende verbinding met elkaar zijn verbonden. Elke machinehelft bevat
een bekrachtigingsdynamo en twee cilinders. De voorste helft bevat ook een
dieselmotor en pompen voor het hydrostatische aandrijfsysteem. De achterste helft
bevat het hydraulische oliereservoir en de brandstoftank. De dieselmotor drijft de
hydraulische systemen voor de verplaatsing van de machine en cilindervibratie
aan. De operator bedient alle machinefuncties (sturen, vibratie en starten/stoppen
van de motor) dankzij een infraroodregelsysteem.
Deze machine is bedoeld voor de verdichting van onderfunderingen, aanaarding
en samenhangende grondsoorten.
Deze machine is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het hiervoor beschreven
beoogde gebruik. De machine voor enig ander doel gebruiken kan de machine
blijvend beschadigen of de operator of andere personen in het gebied ernstig letsel
berokkenen. Door misbruik veroorzaakte machineschade wordt niet door de
garantie gedekt.
Een paar voorbeelden van onjuist gebruik:
De machine gebruiken als ladder, ondersteuning of werkoppervlak
De machine gebruiken voor het dragen of vervoeren van passagiers of
apparatuur
De machine gebruiken voor het slepen van andere machines
De machine buiten de fabrieksspecificaties gebruiken
De machine bedienen op een manier die in strijd is met alle waarschuwingen
die op de machine zijn aangebracht en in de Gebruikershandleiding
worden vermeld
Deze machine werd ontworpen en gebouwd volgens de laatste wereldwijde
veiligheidsnormen. Hij is zorgvuldig geconstrueerd om gevaren voor zover
praktisch te elimineren en de veiligheid voor de operator te verhogen door
middel van beveiligingsmiddelen en het aanbrengen van labels. Na het nemen
van beschermingsmaatregelen kunnen er echter enige risico's blijven bestaan.
Deze worden residuele risico's genoemd. Op deze machine kan dit blootstelling
omvatten aan:
Hitte, lawaai, uitlaatgassen en koolmonoxide uit de motor
Brandwonden veroorzaakt door hete, hydraulische vloeistof
Brandgevaar door onjuist bijtanken
Brandstof en daaruit vrijkomende dampen
Persoonlijk letsel door onjuiste heftechnieken
Pletgevaar voor de bediener door onjuist gebruik (voeten, benen of armen die
uit het werkstation van de gebruiker naar buiten steken) en voor andere
personen in het werkgebied
wc_si000902nl_FM10.fm
15
RT / RTx Informatie inzake veiligheid
Om uzelf en anderen te beschermen moet u ervoor zorgen dat u de in deze
handleiding geboden veiligheidsinformatie grondig leest en begrijpt, voordat u de
machine gaat gebruiken.
1.3 Veiligheid Richtlijnen voor bediening van de machine
De gebruiker moet opgeleid zijn
Alvorens de machine te gebruiken:
lees en begrijp de bedieningsinstructies die in alle handleidingen beschreven en
bij de machine geleverd zijn;
maak uzelf vertrouwd met de locatie en het juiste gebruik van alle
bedieningselementen en veiligheidsvoorzieningen;
Indien noodzakelijk neemt u contact op met Wacker Neuson voor extra
opleiding.
Wanneer u deze machine bedient:
geen niet goed opgeleide werknemers de machine laten bedienen; ervoor
zorgen dat werknemers die de machine bedienen vertrouwd zijn met de
mogelijke risico's en gevaren die met de bediening ervan in verband staan;
Kwalificaties van de operator
Alleen getraind personeel mag de machine starten, gebruiken en afsluiten.
Zij moeten tevens aan de volgende kwalificaties voldoen:
instructies hebben gekregen over het juiste gebruik van de machine;
vertrouwd zijn met de vereiste veiligheidsapparaten
Tot de machine mag geen toegang worden verleend aan, en hij mag niet worden
bediend door:
kinderen;
personen die alcohol of drugs hebben gebruikt
Toepassingsgebied
Wees u bewust van het toepassingsgebied.
Houd onbevoegden, kinderen en huisdieren uit de buurt bij de machine.
Blijf opmerkzaam voor wijzigingen in de toestand en beweging van andere
apparatuur en personeel op de werklocatie.
Controleer of er speciale gevaren bestaan in het toepassingsgebied, zoals
giftige gassen of onstabiele grondoppervlakten en neem de nodige maatregelen
om deze speciale gevaren weg te werken voordat u de machine gebruikt.
Wees u bewust van het toepassingsgebied.
Gebruik de machine nooit in gebieden die brandgevaarlijke voorwerpen,
brandstoffen of producten bevatten die ontvlambare dampen verspreiden.
Gebruik altijd de halsriem van de SmartControl™ zender verschaft door Wacker
Neuson, tijdens het werken met verbonden besturingskabel. Deze halsriem is
bedoeld om zich los te rukken, zodat diegene die de machine bedient, niet
meegesleurd wordt door de machine indien deze zou afglijden, kantelen of
omvallen.
wc_si000902nl_FM10.fm
16
Informatie inzake veiligheid RT / RTx
Blijf altijd in visueel contact met de machine op ieder ogenblik dat u de
bedieningsorganen bestuurt.
Meerdere walsen nooit bedienen binnen 20m van elkaar verwijderd, tenzij u
zeker bent dat iedere wals en de overeenkomstige zender werden ingesteld op
een ander controlekanaal dan de andere walsen/zenders die binnen het gebied
worden gebruikt. Raadpleeg sectie Instelling van controlekanalen voor
bijkomende informatie.
Veiligheidsapparatuur, bedieningselementen en hulpstukken
Bedien de machine uitsluitend wanneer:
Alle veiligheidsvoorzieningen en beschermingsmiddelen aanwezig zijn en
functioneren.
Alle bedieningselementen naar behoren werken.
De machine correct is opgesteld volgens de instructies in de
bedieningshandleiding.
De machine schoon is.
De labels op de machine leesbaar zijn.
Met het oog op een veilige bediening van de machine:
Bedien de machine niet wanneer een veiligheidsvoorziening of bescherming
ontbreekt of niet bedrijfsklaar is.
De veiligheidsvoorzieningen mogen niet worden gewijzigd of uitgeschakeld.
Gebruik alleen accessoires of componenten die door Wacker Neuson zijn
goedgekeurd.
Wees altijd voorzichtig bij het werken dichtbij de randen van kuilen, greppels of
platformen. Controleer om er zeker van te zijn dat het bodemoppervlak stabiel
genoeg is om het gewicht van de machine te dragen en dat er geen gevaar voor
bestaat dat de wals zou afglijden, omvallen of kantelen.
Zorg dat u zich altijd op een veilige afstand bevindt bij het bedienen van de
machine in achteruit of op heuvels. Laat genoeg ruimte tussen uzelf en de
machine, zodat u niet in een gevaarlijke positie terechtkomt wanneer de
machine zou afglijden of kantelen.
Tijdens het gebruik van de machine mag geen mobiele telefoon worden gebruikt
of sms-berichten worden verstuurd.
Blijf uit de buurt van de scharnierende stuurverbinding en het gebied tussen de
voor- en achterframes.
Consumeer de bedrijfsvloeistoffen in deze machine niet. Afhankelijk van het
model van uw machine, kunnen deze bedrijfsvloeistoffen water,
bevochtigingmiddelen, brandstof (benzine, diesel, kerosine, propaan of
aardgas), olie, koelmiddel, hydraulische vloeistof, vloeistof voor
warmteoverdracht (propeenglycol met additieven), accuzuur of vet omvatten.
wc_si000902nl_FM10.fm
17
RT / RTx Informatie inzake veiligheid
Persoonlijke beschermende uitrusting (PPE)
Draag de volgende persoonlijke beschermende uitrusting (PPE) tijdens het gebruik
van deze machine:
strakzittende werkkleding die bewegingen niet hindert;
veiligheidsbril met zijbescherming;
gehoorbescherming;
werkschoenen of -laarzen met veiligheidsneuzen.
1.4 Veilig onderhoud
Onderhouds-opleiding
Voordat onderhoud aan de machine wordt verricht:
Lees en begrijp de in alle handleidingen opgenomen en bij de machine
geleverde instructies.
Maak uzelf vertrouwd met de locatie en het juiste gebruik van alle
bedieningselementen en veiligheidsvoorzieningen.
Uitsluitend daartoe opgeleid personeel mag problemen oplossen of
reparerendie zich aan de machine voordoen.
Indien noodzakelijk neemt u contact op met Wacker Neuson voorextra
opleiding.
Bij het verrichten van onderhoud aan deze machine:
Niet toestaan dat niet goed opgeleide werknemers onderhoud aan de machine
uitvoert; verzekeren dat de werknemers die onderhoud aan de de machine
verrichten vertrouwd zijn met de mogelijke risico’s en gevaren die eraan
verbonden zijn.
Voorzorgsmaatregelen
Volg de hierna beschreven voorzorgsmaatregelen bij het uitvoeren van onderhoud
aan de machine.
Lees en begrijp de onderhoudsprocedures voordat u onderhoud aan de
machine verricht.
Vóór het gebruik van de machine moeten alle stel- en reparatiewerkzaamheden
voltooid zijn. Gebruik de machine niet als deze een bekend probleem of gebrek
heeft.
Alle stel- en reparatiewerkzaamheden dienen door een bevoegde monteur te
worden uitgevoerd.
Schakel de machine uit alvorens onderhoud of reparaties uit te voeren.
Zorg ervoor dat u zich bewust blijft van de bewegende onderdelen van de
machine. Houd handen, voeten en loszittende kleding uit de buurt van
bewegende onderdelen.
Plaats de veiligheidsvoorzieningen en schermen terug nadat de reparatie- en
onderhoudsprocedures zijn voltooid.
Maak de scharnierende verbinding altijd goed vast met behulp van de
grendelstang vooraleer de machine op te heffen, op te krikken en er
onderhoudswerken aan uit te voeren. Machinehelften zouden onverwacht tegen
elkaar kunnen zwaaien en ernstige verwonding veroorzaken.
wc_si000902nl_FM10.fm
18
Informatie inzake veiligheid RT / RTx
De radiatordop niet verwijderen wanneer de motor loopt of warm is. De vloeistof
in de radiator is heet en staat onder druk en zou tot ernstige brandwonden
kunnen leiden!
Het papierelement van het luchtfilter, het voorfilter of het luchtfilterdeksel niet
verwijderen terwijl de stamper in bedrijf is.
Laat de SmartControl™ zender niet onbeheerd achter tijdens onderhoud aan de
machine.
Machinewijzigingen
Bij onderhoud aan deze machine:
gebruik uitsluitend accessoires/hulpstukken die door Wacker Neuson zijn
goedgekeurd.
Bij onderhoud aan deze machine:
stel de veiligheidsvoorzieningen niet buiten werking.
geen wijzigingen op de machine maken zonder de uitdrukkelijke schriftelijke
goedkeuring van Wacker Neuson.
Onderdelen en etiketten vervangen
Vervang versleten of beschadigde onderdelen.
Vervang alle ontbrekende en moeilijk leesbare labels.
Bij vervanging van elektrische onderdelen moeten nieuwe onderdelen worden
gebruikt die gelijkwaardig aan de oorspronkelijke onderdelen zijn wat betreft
classificatie en prestatie.
Als deze machine vervangingsonderdelen nodig heeft, mogen uitsluitend
Wacker Neuson vervangende onderdelen worden gebruikt of onderdelen die
gelijkwaardig aan de originele zijn voor alle types specificaties, zoals fysieke
afmetingen, type, sterkte en materiaal.
Reinigen
Wanneer u de machine reinigt en onderhoudt:
Houd de machine schoon en vrij van vuil, zoals bladeren, papier, karton, etc.
Zorg ervoor dat de labels leesbaar blijven.
Wanneer u de machine reinigt:
Reinig de machine niet als deze in bedrijf is.
Reinig de machine nooit met benzine of ander typen brandstoffen of
ontvlambare oplosmiddelen. De dampen van brandstoffen en oplosmiddelen
kunnen ontploffen.
wc_si000902nl_FM10.fm
19
RT / RTx Informatie inzake veiligheid
Persoonlijke beschermende uitrusting (PPE)
Draag de volgende persoonlijke beschermende uitrusting wanneer u de machine
repareert of onderhoudt:
strakzittende werkkleding die bewegingen niet hindert;
veiligheidsbril met zijbescherming;
gehoorbescherming;
werkschoenen of -laarzen met veiligheidsneuzen.
Doe ook het volgende, voordat de machine wordt gebruikt:
lang haar naar achteren samenbinden;
alle sieraden verwijderen (inclusief ringen).
Na gebruik
Stop de motor wanneer u de machine niet bedient.
Sluit de brandstofklep op motoren die daarmee uitgerust zijn, wanneer de
machine niet in gebruik is.
Zorg ervoor dat de machine niet zal kantelen, vallen, wegrollen of wegglijden
wanneer hij niet wordt bediend.
De machine, wanneer niet in gebruik, op de juiste wijze opbergen. De machine
moet op een schone, droge plaats en buiten het bereik van kinderen worden
opgeborgen.
wc_si000902nl_FM10.fm
20
Informatie inzake veiligheid RT / RTx
1.5 Veiligheidsinstructies voor het gebruik van verbrandingsmotoren
Veilige bediening
Bij draaiende motor:
Houd het gebied rondom de uitlaatpijp vrij van brandbare materialen.
Controleer de brandstofleidingen en de brandstoftank op lekken en scheuren
alvorens de motor te starten. Laat de machine niet draaien als er
brandstoflekken zijn of als de brandstofleidingen los zitten.
Bij draaiende motor:
Niet roken bij het bedienen van de machine.
Laat de motor niet draaien in de buurt van vonken of open vuur.
Raak nooit de motor of de uitlaat aan terwijl de motor draait of onmiddellijk
nadat deze is uitgeschakeld.
Gebruik de machine niet als de brandstoftankdop los is of ontbreekt.
Zet de motor niet aan als er brandstof gelekt is of als het naar brandstof ruikt.
Verplaats de machine weg van de vlek en droog de machine af voor het starten.
Veilig bijvullen van brandstof
Bij het bijvullen van de motor:
Ruim alle gemorste brandstof onmiddellijk op.
Vul brandstoftank in een goed geventileerde ruimte.
Zet na het vullen de dop terug op de brandstoftank.
Gebruik geschikt gereedschap voor bijtanken (bijvoorbeeld een brandstofslang
of -trechter).
Bij het bijvullen van de motor:
Niet roken.
Vul nooit de brandstoftank van een hete of draaiende machine.
Laat de motor niet draaien in de buurt van vonken of open vuur.
WAARSCHUWING
Voor verbrandingsmotoren gelden speciale risico's tijdens gebruik en bij het vullen
van de brandstoftank. Het niet naleven van waarschuwings- en
veiligheidsrichtlijnen kan leiden tot ernstig of fataal letsel.
Lees de waarschuwingsinstructies in de handleiding van de motor en de onder-
staande veiligheidsrichtlijnen en volg ze op.
GEVAAR
Uitlaatgassen van de motor bevatten koolmonoxide, een levensgevaarlijk vergif.
Blootstelling aan koolmonoxide kan in enkele minuten al fataal zijn.
Bedien de machine NOOIT binnen een afgesloten gebied, zoals een tunnel
bijvoorbeeld, behalve als er voldoende ventilatie aanwezig is door middel van
onderdelen zoals uitlaatventilatoren of -slangen.
wc_si000902nl_FM10.fm
21
RT / RTx Informatie inzake veiligheid
1.6 Hydraulische vloeistof veiligheid
Veiligheid instructies
Controleer het hydraulische systeem zorgvuldig voor het bedienen van de
machine
Raak niet de hydraulische vloeistof of hydraulische componenten aan terwijl de
machine werkt. Wacht totdat de machine koel is.
Voor het afkoppelen van hydraulische aansluitingen of slangen, verzeker u
ervan dat alle druk is verwijderd van het circuit. Stel alle controles in op neutraal,
zet de motor af, en laat de vloeistoffen afkoelen voor het losmaken van
hydraulische aansluitingen of bevestigen van test meters.
Hydraulische vloeistof ontsnappend onder hoge druk kan de huid doorboren,
brandwonden veroorzaken, verblinden, of andere serieuze verwondingen of
infecties. Neem onmiddellijk contact op met een arts voor behandeling van uw
huid als deze doorboort is door hydraulische vloeistof, zelfs als de wond niet
ernstig lijkt.
Vloeistof lekt vanuit kleine gaten die praktisch onzichtbaar zijn. Gebruik niet uw
blote handen om te controleren op lekkages. Controleer op lekkages door een
stuk karton of hout te gebruiken.
Hydraulische vloeistof is extreem brandbaar. Stop de motor onmiddellijk
wanneer een hydraulische lekkage is ontdekt.
Na het onderhoud van de hydrauliek, overtuig u erven dat alle componenten
weer aangesloten zijn op de juiste verbindingen. Niet opvolgen kan resulteren in
schade aan de machine en/of verwonding aan een persoon op of nabij de
machine.
WAARSCHUWING
Mogelijkheid van ernstige verwonding Hydraulische vloeistof is onder hoge druk en
wordt zeer heet tijdens werking.
Om verwonding te vermijden, volg de veiligheid instructies op hieronder ver-
meldt.
wc_si000902nl_FM10.fm
22
Informatie inzake veiligheid RT / RTx
1.7 Veiligheidsinstructies voor het ophijsen van de machine
Bij het hijsen van de machine:
Zorg ervoor dat de stroppen, kettingen, haken, laadbruggen, krikken,
vorkheftrucks, hijskranen, takels en alle andere types hijsapparaten stevig zijn
vastgemaakt en voldoende gewichtdragende capaciteit hebben om de machine
veilig op te hijsen of vast te houden. Zie de sectie Technische gegevens voor
het gewicht van de machine.
Zorg ervoor dat u zich bewust blijft van de locaties van andere personen
wanneer de machine wordt gehesen.
Gebruik uitsluitend de in de Gebruikershandleiding beschreven hijspunten en
de bevestigingspunten.
Zorg ervoor dat de laadcapaciteit en de platformgrootte van het
transportvoertuig toereikend zijn voor het veilig vervoeren van de machine.
Doe het volgende om de kans op letsel te verminderen:
Sta niet onder de machine wanneer hij opgehesen of verplaatst wordt.
KIim niet op de machine wanneer hij opgehesen of verplaatst wordt.
wc_si000902nl_FM10.fm
23
RT / RTx Informatie inzake veiligheid
Opmerkingen
wc_si000903nl_FM10.fm
24
Etiketten RT / RTx
2 Etiketten
2.1 Plaats van labels
wc_gr012206
Kubota
A
B
C
D
J
K
P
S
Y
Z
T
AA
CC
E
N
X
EE
FF
GG
wc_si000903nl_FM10.fm
25
RT / RTx Etiketten
wc_gr012207
AVERTISSEMENT
AVERTISSEMENT
WARNIN G
WARNING
ADVERTENCIA
ADVERTENCIA
WARNUNG
WARNUNG
F
G
H
M
Q
R
T
U
V
W
T
BB
DD
V
M
HH
wc_si000903nl_FM10.fm
26
Etiketten RT / RTx
2.2 Betekenis van de labels
A WAARSCHUWING
Inhoud onder druk. Niet openen wanneer heet!
B WAARSCHUWING
Heet oppervlak
C WAARSCHUWING
Knelpunt.
D Vullen van het reservoir voor hydraulische olie.
110164
110164
ADVERTENCIA
ADVERTENCIA
AVERTISSEMENT
AVERTISSEMENT
WARNING
WARNING
178711
178729178729
178710
178710
wc_si000903nl_FM10.fm
27
RT / RTx Etiketten
E Radiator/Motorolie
F GEVAAR
Verstikkingsgevaar.
Motoren stoten koolmonoxide uit.
De machine mag niet binnenshuis of in een
besloten ruimte draaien tenzij voor voldoende
ventilatie is gezorgd, zoals bijvoorbeeld door
middel van uitlaatventilators of -slangen.
Lees de meegeleverde gebruikershandleid-
ing en zorg dat u de inhoud begrijpt alvorens
deze machine te gebruiken. Als u dat niet
doet, vergroot u het risico van letsel aan uzelf
of anderen.
Draag altijd gehoorbescherming als u deze
machine gebruikt om het risico van gehoor-
verlies te verminderen.
RADIATOR
KUEHLER
RADIADOR
RADIATEUR
ENGINE OIL
MOTOROEL
ACEITE DE MOTOR
HUILE À
MOTEURS
S
wc_sy0154325
0178727
READ AND UNDERSTAND THE SUPPLIED OPERATOR'S READ AND UNDERSTAND THE SUPPLIED OPERATOR'S
MANUAL BEFORE OPERATING THIS MACHINE. FAILURE MANUAL BEFORE OPERATING THIS MACHINE. FAILURE
TO DO SO INCREASES THE RISK OF INJURY TO TO DO SO INCREASES THE RISK OF INJURY TO
YOURSELF OR OTHERS.YOURSELF OR OTHERS.
LEA Y ENTIENDA EL MANUAL DE OPERACION PROVISTO LEA Y ENTIENDA EL MANUAL DE OPERACION PROVISTO
CON EL EQUIPO ANTES DE QUE OPERE ESTE EQUIPO. CON EL EQUIPO ANTES DE QUE OPERE ESTE EQUIPO.
DE NO HACERSE ASI, PODRIA AUMENTAR EL RIESGO DE NO HACERSE ASI, PODRIA AUMENTAR EL RIESGO
DE LOS DAÑOS PERSONALES Y A OTRAS PERSONAS.DE LOS DAÑOS PERSONALES Y A OTRAS PERSONAS.
LIRE ET COMPRENDRE LA NOTICE D'EMPLOI FOURNIE LIRE ET COMPRENDRE LA NOTICE D'EMPLOI FOURNIE
AVEC LA MACHINE AVANT DE LA METTRE EN SERVICE. AVEC LA MACHINE AVANT DE LA METTRE EN SERVICE.
A DEFAUT, VOUS AUGMENTERIEZ LE RISQUE DE VOUS A DEFAUT, VOUS AUGMENTERIEZ LE RISQUE DE VOUS
EXPOSER ET LES AUTRES A DES BLESSURES.EXPOSER ET LES AUTRES A DES BLESSURES.
DANGERDANGER
159430159430
DANGERDANGER
PELIGROPELIGRO
01788260178826
wc_si000903nl_FM10.fm
28
Etiketten RT / RTx
G WAARSCHUWING
Infrarood signaal: richt de zender te allen tijde
rechtstreeks op het ontvangoog op de machine.
1. Er is geen beweging wanneer de operator
zich binnen 2 meter van de voor- of achter-
kant van de machine bevindt. De machine
werkt wel wanneer de operator zich binnen 2
meter van elke willekeurige kant ervan bev-
indt.
2. De machine kan van voorwerpen weerkaat-
ste signalen ontvangen en erop reageren.
Lees de Gebruikershandleiding.
H Bevestig de labels niet aan de ombouw om het
blokkeren van de infrarode uitzendingen en
mogelijke machinestoringen te vermijden!
Maak vóór gebruik de zender en ontvangogen
schoon!
Om niet door de kabel te worden weggetrokken,
moet uitsluitend de Wacker Neuson
veiligheidshalsriem worden gebruikt!
Maak vóór gebruik de zender en ontvangogen
schoon!
Lees de Gebruikershandleiding.
J Bedienerhandleiding moet bewaard worden op
machine. Vervangexemplaren van de
bedienerhandleiding kunnen besteld worden via
uw lokale Wacker Neuson-verdeler.
INFRARED SIGNAL: ALWAYS AIM TRANSMITTER DIRECTLY AT INFRARED SIGNAL: ALWAYS AIM TRANSMITTER DIRECTLY AT
RECEIVING EYES ON MACHINE. RECEIVING EYES ON MACHINE.
1. NO FORWARD/REVERSE TRAVEL WITHIN 2 METERS (6.6 FEET).1. NO FORWARD/REVERSE TRAVEL WITHIN 2 METERS (6.6 FEET).
2. MACHINE MAY RECEIVE STRAY SIGNALS IF OPERATED NEAR 2. MACHINE MAY RECEIVE STRAY SIGNALS IF OPERATED NEAR
SOLID OBJECTS. SOLID OBJECTS.
SIGNAL A INFRAROUGE: TOUJOURS POINTER L'EMETTEURSIGNAL A INFRAROUGE: TOUJOURS POINTER L'EMETTEUR
DIRECTEMENT A LA CELLULE RECEPTRICE AU SOMMET DEDIRECTEMENT A LA CELLULE RECEPTRICE AU SOMMET DE
LA MACHINE.LA MACHINE.
1. MARCHE AVANT OU ARRIERE N'EST PAS POSSIBLE A1. MARCHE AVANT OU ARRIERE N'EST PAS POSSIBLE A
MOINS DE 2m. MOINS DE 2m.
2. C'EST POSSIBLE QUE LA MACHINE RECOIT LES SIGNAUX2. C'EST POSSIBLE QUE LA MACHINE RECOIT LES SIGNAUX
PERDUS SI UTILISEE DANS LE VOISINAGE DES OBJECTS PERDUS SI UTILISEE DANS LE VOISINAGE DES OBJECTS
SOLIDES. SOLIDES.
SEÑAL INFRARROJA: APUNTE SIEMPRE LA UNIDAD TRANSMISORASEÑAL INFRARROJA: APUNTE SIEMPRE LA UNIDAD TRANSMISORA
EN DIRECCION DEL OJO RECEPTOR UBICADO EN LA MAQUINA. EN DIRECCION DEL OJO RECEPTOR UBICADO EN LA MAQUINA.
1. NO HABRA MARCHA HACIA ADELANTE O HACIA ATRAS A1. NO HABRA MARCHA HACIA ADELANTE O HACIA ATRAS A
MENOS DE 2m. MENOS DE 2m.
2. LA MAQUINA PODRIA RECIBIR SEÑALES DISPERSAS AL SER 2. LA MAQUINA PODRIA RECIBIR SEÑALES DISPERSAS AL SER
OPERADA EN LAS CERCANIAS DE OBJETOS SOLIDOS. OPERADA EN LAS CERCANIAS DE OBJETOS SOLIDOS.
AVERTISSEMENTAVERTISSEMENT
ADVERTENCIAADVERTENCIA
52000222045200022204
2m2m
1
2m2m
2
WARNINGWARNING
52000222185200022218
2m2m
2
1
2m2m
www.wackerneuson.comwww.wackerneuson.com
180562
LA NOTICE D'EMPLOI DOIT ETRE MUNIE SUR LA MACHINE. LA NOTICE D'EMPLOI DOIT ETRE MUNIE SUR LA MACHINE.
CONTACTER LE DISTRIBUTEUR WACKER LE PLUS PROCHECONTACTER LE DISTRIBUTEUR WACKER LE PLUS PROCHE
POUR COMMANDER UN EXEMPLAIRE SUPPLEMENTAIRE.POUR COMMANDER UN EXEMPLAIRE SUPPLEMENTAIRE.
OPERATOR'S MANUAL MUST BE STORED ON MACHINE.OPERATOR'S MANUAL MUST BE STORED ON MACHINE.
REPLACEMENT OPERATOR'S MANUAL CAN BE ORDERED REPLACEMENT OPERATOR'S MANUAL CAN BE ORDERED
THROUGH YOUR LOCAL WACKER DISTRIBUTOR.THROUGH YOUR LOCAL WACKER DISTRIBUTOR.
EL MANUAL DE OPERACION DEBE SER RETENIDO EN LA EL MANUAL DE OPERACION DEBE SER RETENIDO EN LA
MAQUINA. CONTACTE A SU DISTRIBUIDOR WACKER MAS MAQUINA. CONTACTE A SU DISTRIBUIDOR WACKER MAS
CERCANO PARA PEDIR UN EJEMPLAR ADICIONAL.CERCANO PARA PEDIR UN EJEMPLAR ADICIONAL.
115096115096
wc_si000903nl_FM10.fm
29
RT / RTx Etiketten
K WAARSCHUWING
Accu loskoppelen vóór onderhoud.
Lees de bedienerhandleiding.
M Vastsjorpunt
N LET OP
Hijspunt
P Klemmoeren van accu vastdraaien met een
koppel tot 3,5Nm max.
114891114891
AVERTISSEMENTAVERTISSEMENT
WARNINGWARNING
ADVERTENCIAADVERTENCIA
178730
178730
1590 kg 1590 kg
(3500 LBS)(3500 LBS)
52000134145200013414
2.5 lb-ft2.5 lb-ft
MAX MAX
3.5 Nm 3.5 Nm
MAX MAX
115682115682
wc_si000903nl_FM10.fm
30
Etiketten RT / RTx
Q AANDACHT
Indien de machine omkantelt kan motorolie in
de cilinders binnenvloeien, met als gevolg een
mogelijk gevaar voor motorschade. Raadpleeg
de Bedieningshandleiding of neem contact op
met uw Wacker Neuson Service Dealer voor
instructies vooraleer te herstarten.
R Gegarandeerd geluidskrachtniveau in dB(A).
S WAARSCHUWING
Beknellingsgevaar. Ronddraaiende onderdelen.
Reik niet in de machine wanneer de motor
draait.
178824178824
C'EST POSSIBLE QUE L'HUILE MOTEUR ENTRE DANS LES CYLINDRES SI LA MACHINEC'EST POSSIBLE QUE L'HUILE MOTEUR ENTRE DANS LES CYLINDRES SI LA MACHINE
BASCULE, OCCASIONNANT DES DOMMAGES AU MOTEUR. AVANT DE REDEMARRER,BASCULE, OCCASIONNANT DES DOMMAGES AU MOTEUR. AVANT DE REDEMARRER,
REPORTEZ-VOUS A LA NOTICE D'EMPLOI OU CONSULTEZ UNE STATION DE SERVICE REPORTEZ-VOUS A LA NOTICE D'EMPLOI OU CONSULTEZ UNE STATION DE SERVICE
APRES-VENTE WACKER.APRES-VENTE WACKER.
176194176194
AVISAVIS
AVISOAVISO
NOTICENOTICE
SI LA MAQUINA LLEGARA A VOLCAR ES POSIBLE QUE ACEITE LUBRICANTE DELSI LA MAQUINA LLEGARA A VOLCAR ES POSIBLE QUE ACEITE LUBRICANTE DEL
MOTOR LLEGUE A LOS CILINDROS Y CAUSE DAÑOS AL MOTOR. REFIERASE ALMOTOR LLEGUE A LOS CILINDROS Y CAUSE DAÑOS AL MOTOR. REFIERASE AL
MANUAL DE OPERACION O CONTACTE A SU DISTRIBUIDOR DE SERVICIO WACKERMANUAL DE OPERACION O CONTACTE A SU DISTRIBUIDOR DE SERVICIO WACKER
PARA INSTRUCCIONES ANTES DE VOLVER A ARRANCAPARA INSTRUCCIONES ANTES DE VOLVER A ARRANCA
ENGINE OIL MAY ENTER THE CYLINDERS IF MACHINE TIPS OVER CAUSING POSSIBLEENGINE OIL MAY ENTER THE CYLINDERS IF MACHINE TIPS OVER CAUSING POSSIBLE
ENGINE DAMAGE. CONSULT OPERATOR'S MANUAL OR CONTACT WACKER SERVICEENGINE DAMAGE. CONSULT OPERATOR'S MANUAL OR CONTACT WACKER SERVICE
DEALER FOR INSTRUCTIONS BEFORE RESTARTING.DEALER FOR INSTRUCTIONS BEFORE RESTARTING.
ADVERTENCIAADVERTENCIA
AVERTISSEMENTAVERTISSEMENT
WARNINGWARNING
159850159850
178717
178717
wc_si000903nl_FM10.fm
31
RT / RTx Etiketten
T VOORZICHTIG
Niet binnen een omtrek van 2m (6,6 voet) tot de
machine komen wanneer de oranje lichten
flikkeren. De wals zal reageren op
afstandssignalen wanneer het licht flikkert.
U Afvoer hydraulische olie
V Kanaallabels:
Markeer het werkende kanaal op de zender en
op de wals. Bij verandering van de kanalen
moeten de oorspronkelijke labels vervangen
worden.
5200022219
5100026264
CAUTION
ATENCION
ATTENTION
5100026265
CAUTION
ATENCION ATTENTION
5200022205
112216
wc_si000903nl_FM10.fm
32
Etiketten RT / RTx
W Bij gebruik van meerdere machines en om
onopzettelijke werking te vermijden, moeten
verschillende kanaalinstellingen voor elke
machine geselecteerd worden!
De ombouw niet openen om beschading van de
zender en mogelijke storing te vermijden! Zie de
Gebruikershandleiding!
X P= Vermogensrelais
T= Gaskleprelais
G= Gloeibougierelais
(Alleen Kohler-aangedreven machines)
Y Vullen van het reservoir voor hydraulische olie.
Z GEVAAR
Verstikkingsgevaar
Motoren stoten koolmonoxide uit.
De machine mag niet binnenshuis of in een
besloten ruimte draaien tenzij voor voldoende
ventilatie is gezorgd, zoals bijvoorbeeld door
middel van uitlaatventilators of -slangen.
Lees de Gebruikershandleiding.
Geen vonken, vlammen of brandende voorw-
erpen in de buurt van de machine.
Vóór het bijtanken de motor stoppen.
ATENCIN
ATTENTION
165346 165346
AVISOAVISO
AVISAVIS
NOTICENOTICE
176195176195
01787280178728
119050119050
STOPSTOP
PELIGROPELIGRO
DIESELDIESEL
DANGERDANGER
DANGERDANGER
STOPSTOP
178715178715
wc_si000903nl_FM10.fm
33
RT / RTx Etiketten
AA Alleen brandstof met laag of ultralaag
zwavelgehalte
BB WAARSCHUWING
Ontploffingsgevaar.
Gebruik geen verdampende startvloeistoffen
in deze motor zoals ether.
De motor is uitgerust met een koude start-
apparaat. Verdampende startvloeistoffen geb-
ruiken kan een ontploffing veroorzaken die
beschadiging van de motor, persoonlijk letsel
of de dood to gevolg kan hebben.
Lees de startinstructies voor de motor in deze
gebruikershandleiding.
CC WAARSCHUWING
Houd alle vonken en open vlammen uit de
buurt van de accu.
Draag oogbescherming.
Buiten bereik van kinderen bewaren.
Accuzuur is giftig en bijtend.
Lees de Gebruikershandleiding.
Ontploffingsgevaar.
Gooi gebruikte accu’s weg volgens de lokale
milieuvoorschriften. De batterij bevat kwik (Hg),
cadmium (Cd), of lood (Pb).
DD Contactsleutel, motor starten:
AAN (I)
UIT (O)
EE Zekeringen/relais
Bougierelais
Bougie- en gasklepzekeringen van 50A
Stopsolenoïdezekering van 50 A
Gaskleprelais
(Alleen Kubota-aangedreven machines)
ULSD-S15ULSD-S15
LSD-S500LSD-S500
180563
AVERTISSEMENT
AVERTISSEMENT
5200005890
5200005890
ADVERTENCIA
ADVERTENCIA
WARNING
WARNING
5200005891
5200005891
0183199
0183199
52000222035200022203
5200022183
50A50A
STOP
wc_si000903nl_FM10.fm
34
Etiketten RT / RTx
FF Zekering/relaisblok
Decoder stroomrelais
Decoder 20A zekering
ECM 20A zekering
Alternator 5A zekering
(Alleen Kubota-aangedreven machines)
GG Industry Canada ICES-002 Conformiteitslabel:
CAN ICES-2/NMB-2
5200022185
20A20A
ECU
5A
wc_tx003862nl_FM10.fm
35
RT / RTx Hijsen en transport
3 Hijsen en transport
3.1 Vergrendelstang scharnier-verbinding
Er is een stang voorzien om de scharnierende verbinding te vergrendelen en te
voorkomen dat de twee machinehelften tegen elkaar zouden zwaaien.
Maak bij het opheffen of opkrikken van de machine, de scharnierende verbinding
stevig vast met de stang, zoals aangetoond. Houd de stang op haar plaats met
behulp van de voorziene splitpen (a).
Plaats de stang in de opbergklem (b) zoals aangetoond, tijdens het bedienen van
de machine.
wc_gr012175
a
b
wc_tx003862nl_FM10.fm
36
Hijsen en transport RT / RTx
3.2 De machine opheffen
Vereisten
Een hijsinrichting (kraan of takel) die in staat is het gewicht van de machine te
dragen
Hijshaken en -kettingen die het gewicht van de machine kunnen ondersteunen
De motor is gestopt
Procedure
Om de machine op te tillen wordt er een hijsoog gebruikt.
Voer de volgende procedure uit om de machine op te hijsen.
1. Vergrendel de voor- en achterhelften van de machine met behulp van de
grendelstang met scharnierende verbinding (a).
2. Bevestig de hefapparaten en -gereedschappen aan het hijsoog. Bevestig geen
hefapparaten aan enig ander deel van de machine.
Deze procedure wordt vervolgd op de volgende pagina.
wc_gr012167
a
wc_tx003862nl_FM10.fm
37
RT / RTx Hijsen en transport
Vervolg van de vorige pagina.
3. Hijs de machine enigszins omhoog.
4. Controleer de stabiliteit. Als de machine niet stabiel staat, zet u hem terug op de
grond, herpositioneert u de hefapparaten en tilt u de machine opnieuw een klein
beetje omhoog.
5. Ga zoals noodzakelijk door met het hijsen van de machine.
WAARSCHUWING
Verpletteringgevaar. Een onstabiele machine kan ervoor zorgen dat de
hijsapparaten falen. U kunt verpletterd worden als het hijsapparaat faalt.
Controleer de stabiliteit voordat u verder gaat.
wc_tx003862nl_FM10.fm
38
Hijsen en transport RT / RTx
3.3 De machine vastzetten en transporteren
Vereisten
Motor uitgeschakeld
Blokken geplaatst
stalen kabels of kettingen
Procedure
Voer de volgende procedure uit om de machine vast te binden.
1. Overtuig u ervan dat het transportvoertuig geschikt is voor het gewicht en de
grootte van de machine. Zie Technische gegevens voor afmetingen en
bedrijfsgewicht.
2. Vergrendel de voor- en achterhelften van de machine met behulp van de
grendelstang met scharnierende verbinding (a).
3. Plaats blokken (b) voor en achter elke trommel.
4. Bevestig stalen kabels of kettingen aan de voor- en
achterverankeringsmogelijkheden (c).
LET OP: Gebruik de verankeringsmogelijkheden alleen om de machine vast te
maken. Gebruik geen ander deel van de roller om de machine te bevestigen
aangezien dit kan leiden tot ernstige schade aan de machine.
5. Bevestig het andere uiteinde van de stalen kabels of kettingen aan het
transportvoertuig.
b
c
wc_gr012168
c
a
wc_tx003863nl_FM10.fm
39
RT / RTx Werking
4Werking
4.1 De machine voor eerste gebruik klaarmaken
1. Zorg ervoor dat alle losse verpakkingsmaterialen van de machine zijn
verwijderd.
2. Controleer de machine en de onderdelen ervan op schade. Als er zichtbare
schade is, moet u de machine niet gebruiken! Neem onmiddellijk contact op met
de Wacker Neuson-dealer voor hulp.
3. Maak een lijst met alle bij de machine geleverde onderdelen/items en verifieer
dat alle losse onderdelen en bevestigingsmiddelen aanwezig zijn.
4. Maak de nog niet bevestigde samenstellende onderdelen vast.
5. Voeg indien nodig en als van toepassing vloeistoffen toe, zoals brandstof en
motorolie.
6. Breng de machine naar de werklocatie.
wc_tx003863nl_FM10.fm
40
Werking RT / RTx
4.2 Plaats van bedieningselementen/onderdelen—Kohler
wc_gr012208
w
a
b
c
f
g
bb
h
s
t
u
v
u
x
y
z
m
n
o
q
k
r
aa
d
e
p
j
cc
wc_tx003863nl_FM10.fm
41
RT / RTx Werking
4.3 Bedienings-/onderdeelbeschrijvingen—Kohler
Ref. Beschrijving Ref. Beschrijving
a Bevestigingspunten q Verbindingspoort
b Luchtfilter r Decodermodule
c Afstrijkbalk s Motorcontrolemodule (ECM)
d Pomp van bekrachtigingsdynamo t Houder voor handleiding
e Aandrijfpomp u Systeemzekering - 20A
f
Radiator
v
Automatische
vermogenschakelaar - 50A
g
Grendelstang scharnierende
verbinding
w
Laadsnoer / aansluitbus
onderhoudskast
h Hydraulisch reservoir x Oliedrukschakelaar
j Brandstoftank y Begrenzerschakelaar luchtfilter
k Accu z Brandstoffilter
m Informatiepaneel aa Hydraulisch verdeelstuk
n SmartControl™ SC-3-zender bb Vetnippels stuurcilinder
o
Laadkabel
cc
Compatec-beeldscherm (indien
geïnstalleerd)
p Ontvangoog/lichtkring
wc_tx003863nl_FM10.fm
42
Werking RT / RTx
4.4 Plaats van bedieningselementen/onderdelen—Kubota
wc_gr012425
a
b
c
f
g
aa
h
s
t
u
w
x
y
m
n
o
q
k
r
z
d
e
p
j
v
bb
wc_tx003863nl_FM10.fm
43
RT / RTx Werking
4.5 Bedienings-/onderdeelbeschrijvingen—Kubota
Ref. Beschrijving Ref. Beschrijving
a Bevestigingspunten p Ontvangoog/lichtkring
b Luchtfilter q Verbindingspoort
c Afstrijkbalk r Decodermodule
d Dynamo-/aandrijfpomp s Motorcontrolemodule (ECM)
e Stopsolenoïde t Houder voor handleiding
f Radiator u Zekeringen/relais
g
Grendelstang scharnierende
verbinding
v
Laadsnoer / aansluitbus
onderhoudskast
h Hydraulisch reservoir w Oliedrukschakelaar
j Brandstoftank x Begrenzerschakelaar luchtfilter
k Accu y Brandstoffilter
m Informatiepaneel z Hydraulisch verdeelstuk
n SmartControl™ SC-3-zender aa Vetnippels stuurcilinder
o
Laadkabel
bb
Compatec-beeldscherm (indien
geïnstalleerd)
wc_tx003863nl_FM10.fm
44
Werking RT / RTx
4.6 Kenmerken en bediening
Deze machine is specifiek ontworpen voor bediening op afstand. Deze voorziening
beschermt degene die de machine bedient, door hem of haar toe te laten op een
afstand van de machine en het werkgebied te staan, tijdens bediening. Bij gebruik
in sleuven, laat het de machinist toe om veilig boven de greppel te staan in plaats
van erin.
De SC-3 zender (a) is enkel bestemd voor infrarood (IR) (a) afstandsbediening.
Het spiraalsnoer wordt enkel gebruikt voor het laden van de zenderbatterij of
levering van stroom aan de zender wanneer er geen batterij in is. Er worden geen
besturingssignalen verzonden via het snoer.
Het infraroodsysteem bestaat uit de zender en ontvangogen. Dit systeem verschaft
draadloze direct-zichtbediening tot op 20m. Het gebruikt een draagbare zender om
signalen te verzenden naar de ontvangogen van de machine om de werking van
de machine te besturen. Enkel één oog hoeft een signaal te ontvangen voor een
goede werking van de machine.
Bij het bedienen van meerdere walsen binnen 20m van elkaar verwijderd, is het
mogelijk dat de zender van één wals de controle van een andere wals ongewild
overneemt. Dit kan gebeuren wanneer meerdere walsen op hetzelfde
controlekanaal zijn ingesteld als dat van een zender. Om te vermijden dat de
zender van een wals ongewild controle overneemt van een andere wals, dient u er
voor te zorgen dat iedere wals en de overeenstemmende zender zijn ingesteld op
een ander controlekanaal dan de andere walsen/zenders die binnen het gebied
worden gebruikt. Raadpleeg sectie Infraroodsysteem en controlekanalen voor
bijkomende informatie.
wc_gr012172
a
b
wc_tx003863nl_FM10.fm
45
RT / RTx Werking
4.7 Toegang krijgen tot de motor of hydraulisch compartiment
Toegang krijgen tot de motor of de compartimenten van de hydraulische
onderdelen:
1. Steek uw hand in de gleuf van de motorkap en druk op de ontspanner van de
vergrendeling (a) totdat deze open springt.
2. Hef het motordeksel omhoog en plaats het in de open stand.
Om te sluiten:
3. Laat het deksel over het motorcompartiment zakken, totdat dit bijna gesloten is.
4. Laat het deksel dichtvallen, waarbij het gewicht van het deksel de vergrendeling
zal inschakelen. Zorg er voor dat geen vingers of handen gekneld raken.
4.8 Toegang tot bedieningscompartiment
Procedure
Volg de onderstaande procedure voor toegang tot het bedieningscompartiment.
1. Om het bedieningscompartiment te openen trekt u aan beide uiteinden van de
deuren (a).
2. Om het te sluiten duwt u de bedieningscompartimentdeur naar beneden in de
gesloten positie totdat de deur vast blijft zitten.
wc_gr012173
a
wc_gr012176
a
wc_tx003863nl_FM10.fm
46
Werking RT / RTx
4.9 Bedieningspaneel
Het bedieningspaneel is gemonteerd op het dashboard onder het achterste
motorkapdeksel van de machine. Het bevat de volgende voorzieningen:
Onderdelen Beschrijving
a Controlelampje voor het
laadsysteem
De motor is uitgerust met een alternator en
spanningsregelaar om de batterijlading op
peil te houden. Het waarschuwingslampje
van het laadsysteem begint te branden
wanneer er een defect in het systeem
ontstaat. Hoewel de machine gedurende een
korte periode zal blijven verder functioneren
terwijl het lampje brandt, zal verdere
bediening de batterij uitputten en tot gevolg
hebben dat de machine uiteindelijk alle
bedieningsfuncties verliest.
Indien het waarschuwingslampje van het
systeem begint te branden terwijl de
machine bediend wordt in een smalle
greppel of ander begrensd gebied, rij de
machine dan zo snel mogelijk naar een
veiliger gebied om te vermijden dat ze zou
blijven vastzitten op een gevaarlijke of
ontoegankelijke plaats.
wc_gr012188
a
b
c
d
e
f
g
h
j
k
wc_tx003863nl_FM10.fm
47
RT / RTx Werking
b Gloeibougielampje De motor is uitgerust met een automatisch
gloeibougiesysteem dat de
verbrandingskamers voorverwarmt om
starten te verbeteren onder normale
omstandigheden en bij koud weer. Het
gloeibougielampje begint te branden
wanneer de contactsleutel en de zender
AAN/UIT schakelaar in de l (AAN) positie
gedraaid worden. Het zal doven wanneer de
verbrandingskamers voorverwarmd zijn.
Wacht 5 minuten totdat de motor opgewarmd
is, vóór het bedienen van de wals.
c Controlelampje voor luchtfilter Het waarschuwingslampje van de luchtfilter
begint te branden wanneer het
luchtfilterpatroon moet vervangen worden.
d Urenteller De urenteller registreert de effectieve
motorlooptijd. Gebruik de urenteller bij het
plannen van periodiek onderhoud.
e Controlelampje voor
motoroliedruk
Het waarschuwingslampje voor de oliedruk
begint te branden wanneer oliedruk daalt
onder de door de motorfabrikant aanbevolen
waarde. Wanneer dit gebeurt, zal de motor
automatisch uitgeschakeld worden.
f Controlelampje voor
koelvloeistoftemperatuur
Het waarschuwingslampje voor de
koelvloeistoftemperatuur zal beginnen te
branden wanneer de temperatuur van de
motorkoelvloeistof 110 °C overschrijdt.
Wanneer dit gebeurt, zal de motor
automatisch uitgeschakeld worden.
Laat temperatuur dalen tot beneden 100 °C,
alvorens te trachten opnieuw te starten.
g Controlelampje voor
koelvloeistofpeil
Het waarschuwingslampje voor het koelpeil
begint te branden wanneer het
koelvloeistofpeil te laag staat. Wanneer dit
gebeurt, zal de motor automatisch
uitgeschakeld worden.
h Omkantellichtje Het waarschuwingslichtje voor omkantelen
brandt of knippert (afhankelijk van de
omkantelmodus) wanneer de hoek van de
wals groter is dan 45°. De machine is
uitgerust met veiligheidsschakelaars die de
motor uitschakelen als dit zou gebeuren.
Onderdelen Beschrijving
wc_tx003863nl_FM10.fm
48
Werking RT / RTx
j Contactsleutel Draaien van de contactsleutel naar de I
(AAN) positie levert stroom aan de machine.
De groene stroom-aan indicator (k) begint te
branden om aan te geven dat er
stroomvoorziening is.
De contactsleutel heeft een automatische
uitschakelfunctie die na 1 uur motorstilstand
de elektronica zal uitschakelen. Draai de
contactsleutel naar de O (UIT) positie en
daarna terug naar de I
(AAN) positie, om de
machine te resetten.
De machine kan binnen deze periode van 1
uur opnieuw gestart worden indien de zender
uitgeschakeld en daarna weer terug
ingeschakeld wordt. De gloeibougies zullen
geactiveerd worden indien nodig.
Alle uitschakelfuncties hebben de
eigenschap, dat wanneer een defect wordt
vastgesteld, het waarschuwingslampje en de
rode LED lichtkringen zullen blijven branden
nadat de machine werd uitgeschakeld, totdat
het defect is hersteld en de contactsleutel
naar de O (UIT) positie wordt gedraaid.
Alle uitschakelfuncties en het luchtfilter
restrictiecircuit hebben ingebouwde
elektronische schakelingen om een
mogelijke defecte sensor, losgekomen
sensor of een doorgesneden of beschadigde
draad naar de sensor, op te sporen. Telkens
wanneer één van deze sensorfouten zich
voordoet, zal het overeenkomstige lampje op
het bedieningspaneel aan en uit flitsen.
Onderdelen Beschrijving
wc_tx003863nl_FM10.fm
49
RT / RTx Werking
4.10 SmartControl™ SC-3-zender
Draadloze bediening
Direct-zichtbediening
16 bedieningskanalen
Zuivere transmissies in direct zonlicht, tot 130.000 LUX
Maximumbereik: 20m
Zendtijd (volledige lading): 12 uur
Oplaadtijd (volledige lading): 2½ uur
Accu: Ni-MH (nikkelmetaalhaloïde)-accu
Ref. Component Beschrijving
a Kabelconnector De kabelconnector voorziet in een aansluitpunt
voor het zendsnoer. Wanneer het zendsnoer wordt
aangesloten, wordt de accu van de zender
opgeladen terwijl de motor draait.
b Infrarood-emitterende
dioden
De dioden—die zich bevinden op alle zijden van
de zender—worden gebruikt voor het verzenden
van het gecodeerde infraroodsignaal naar de
ontvangstsensors op de machine.
Houd de zender schoon om te zorgen voor een
maximale signaalsterkte.
c
g
Stuurknuppel vooruit/
achteruit (beweging)
Stuurknuppel links/rechts
(sturen)
De rechter stuurknuppel (c) bedient beweging
vooruit/achteruit.
De linker stuurknuppel (g) bedient beweging links/
rechts.
Beweeg de stuurknuppels in de gewenste richting.
De roller gaat over op hoge snelheid wanneer de
stuurknuppel in de stand volledig vooruit of
volledig achteruit wordt geplaatst.
d Accu-laadindicator Deze LED gaat groen branden wanneer de accu
wordt opgeladen.
wc_tx003863nl_FM10.fm
50
Werking RT / RTx
e Nabijheidsveld-
zenddiodes (LED-
lampjes)
Deze LED-lampjes—die zich bevinden op de
zijkanten van de zender—maken deel uit van het
detectiesysteem van de machine, dat de machine
stopt wanneer de operator en de zender zich te
dicht bij de machine bevinden.
f Indicator voor
bedrijfsstatus
Deze LED geeft de bedrijfsstatus van de zender
aan.
Zie Codes voor indicator bedrijfsstatus.
h START-drukknop motor Door op deze knop te drukken, wordt de motor
aangeslingerd. Een onderdrukking voorkomt dat
de motor wordt aangeslingerd indien deze reeds
actief is.
j ON/OFF-drukknop Door op deze knop te drukken, wordt de
SmartControl™-zender aan- en uitgezet. De
indicator voor bedrijfsstatus (f) gaat groen branden
(knipperend) wanneer de zender aan staat.
Door het uitzetten van de zender wordt de motor
en de machine gestopt. Zie onderwerp 4.25
Procedure voor noodstops.
k LOW vibratiedrukknop Door op deze knop te drukken wordt de vibratie
overgeschakeld naar LOW.
l Vibratie OFF-drukknop Door op deze knop te drukken, wordt alle vibratie
gestopt.
m HIGH vibratiedrukknop Door op deze knop te drukken, wordt de vibratie
overgeschakeld naar HIGH.
Vibratiedrukknoppen Wanneer de machine op hoge snelheid beweegt,
wordt de roller, door het drukken op de
vibratiedrukknop (k of m), uit de modus hoge
snelheid en in de modus lage snelheid gezet. En
omgekeerd kan de machine niet op hoge snelheid
draaien wanneer de vibratie aan staat.
n Indicator voor
signaaltransmissie
Om te helpen bij de diagnose, knippert deze
groene LED bij elke keer dat een signaal naar de
roller wordt gestuurd.
o Controlekanaal-
keuzeschakelaar
Met deze keuzeschakelaar kan de SmartControl
de roller besturen wanneer het is ingesteld
overeenkomstig de decodeermodule van de
machine.
Ref. Component Beschrijving
wc_tx003863nl_FM10.fm
51
RT / RTx Werking
4.11 Codes indicator bedrijfsstatus
wc_gr010837
RT
RT
n
f
Ref.
Kleur en
uiterlijk
Status Zendfunctie Oorzaak Oplossing
f Geen Uit Uit
Geen stroom: De
zender is
uitgeschakeld.
Geen stroom:
batterij is leeg.
Schakel zender
AAN.
Accu controleren.
Groen
(langzaam
knipperend)
Aan
(normaal)
Normaal bedrijf
Groen
(ononderbrok
en)
Installatiemo
dus
Bezig met wachten op
kalibratie stuurknuppel.
Zie De
stuurknuppels
kalibreren.
Zie De stuurknuppels
kalibreren.
Groen (snel
knipperend)
Kalibratiemo
dus
Zender staat in de
kalibratiemodus en de
kalibratieprocedure kan
worden uitgevoerd.
Zie De
stuurknuppels
kalibreren.
Zie De stuurknuppels
kalibreren.
Rood naar
groen naar
geel
(afwisselend)
De meest
recente
kalibratie
van de
stuurknuppel
zag een fout.
De werking van de
machine kan nog
steeds mogelijk zijn,
afhankelijk van de
hoeveelheid
beschikbare bruikbare
gegevens.
Stuurknuppel(s)
niet correct
gekalibreerd. Het
middelpunt van
de stuurknuppel
wordt niet
gedetecteerd.
Stuurknuppels
opnieuw
kalibreren.
Rood en
groen
(afwisselend)
Onderspanni
ngstoring
Communicatie met
zwak signaal.
Accu is bijna
leeg.
Laad de accu
opnieuw op of
vervang deze.
Rood
(elke
seconde
knipperend)
Onderspanni
ngstoring
De transmissie is
gestopt. Zender kan de
machine niet besturen.
Lege accu. Laad de accu
opnieuw op of
vervang deze.
wc_tx003863nl_FM10.fm
52
Werking RT / RTx
Rood
(snel
knipperend)
Kalibratie
van
stuurknuppel
is nodig
Zender kan de machine
niet besturen.
Stuurknuppels
niet gekalibreerd
Stuurknuppels
kalibreren
Als het probleem
niet wordt
verholpen door
kalibratie, neemt u
contact op met de
afdeling
Productondersteun
ing van Wacker
Neuson.
Rood
(ononderbrok
en)
Fout
nabijheidvel
d of
printplaat
Geen transmissie:
Zender kan de machine
niet besturen.
Hardwarefout Neem contact op
met de afdeling
Productondersteun
ing van Wacker
Neuson.
f
n
Groen (snel
knipperend)
of
Rood
(ononderbrok
en)
Fout
stuurknuppel
of
functietoets
Zender kan de machine
niet besturen.
Bedieningsfout
binnen een
functietoets, of
één of beide
stuurknuppels.
Neem contact op
met de afdeling
Productondersteun
ing van Wacker
Neuson.
Ref.
Kleur en
uiterlijk
Status Zendfunctie Oorzaak Oplossing
wc_tx003863nl_FM10.fm
53
RT / RTx Werking
4.12 Kleurcodes lichtringen
Kleur—code Modus Oorzaak/Oplossing
Oranje—onafgebroken Geen communicatie Sleutel van machine in de stand AAN maar:
Zender is niet ingeschakeld.
Zenderbatterij is leeg.
Zender is niet naar de machine gericht.
Zender is te ver van de machine.
Zender en decoder op verschillende kanalen
ingesteld.
Communicatiefout (zie onderwerp
Communicatiefouten)
Oranje—traag knipperen Normaal bedrijf Machine ontvangt goed signaal van zender en is
bedrijfsklaar.
Oranje—snel knipperen Veiligheid van de
gebruiker
Machine ontvangt signaal maar operator is te
dicht bij de machine.
Meer dan 2 meter van de machine vandaan
gaan tot oranje lichtjes langzaam knipperen.
Rood—onafgebroken Machine wordt
stopgezet
Er is een kritieke fout opgetreden, zoals
omkantelen, lage oliedruk of hoge
koelvloeistoftemperatuur.
Bij omkantelen: sleutel op UIT zetten, machine
rechtop zetten. Zie sectie De ECM
omkantelmodus instellen.
Voor lage oliedruk: sleutel op UIT zetten. Olie
controleren. Opnieuw starten naar gewoonte.
Bij hoge koelvloeistoftemperatuur: sleutel op
UIT zetten. Machine laten afkoelen.
Koelvloeistof toevoegen.
Rood—traag knipperen Automatische
gloeibougie
Gloeibougies zijn de motor aan het
voorverwarmen. Geen functies toegestaan tot de
voorverwarmingscyclus is voltooid.
Rood—snel knipperen Overspanning Machine ontvangt meer dan 18 volt omdat een
ander dan een 12V systeem wordt gebruikt als
hulp bij het starten.
De 12V accu van de machine vervangen.
De machine niet met hulpkabels starten.
wc_tx003863nl_FM10.fm
54
Werking RT / RTx
4.13 Infrarood-systeem en bedieningskanalen
Het infrarood (IR)-systeem bestaat uit drie hoofdcomponenten: de SmartControl
SC-3 zender (a), de ontvangogen (b) en de decodermodule (c).
De ontvangogen bevinden zich bovenaan de machine en zijn ingesloten in
beschermende lenzen. Ze ontvangen, filteren en versterken de transmissie. Ze
omvatten:
Een geïntegreerde voorversterker om de signaalingang te versterken
Infraroodcorrectie, om lichtinterferentie van buitenaf te filteren
Een frequentiebereik van 500 kHz
Er bevindt zich een oranje LED (d) onderaan (aan de onderkant) van de voorkant
en van de achterontvangogen. Wanneer de oranje LED aan is, duidt dit op het
volgende:
Het oog krijgt elektrische voeding. De LED brandt eerst 1-2 seconden nadat de
stroom wordt ingeschakeld (de contactsleutel wordt omgedraaid).
Het oog ontvangt een signaal van de SmartControl
zendermodule. De LED
blijft tijdens de bediening branden.
De decodermodule bevindt zich achter het hydraulisch verdeelstuk aan de
achterkant van de machine. Deze ontvangt, decodeert en verzendt het signaal van
de zendermodule. De module is eveneens de elektrische voeding voor alle
hydraulische solenoïdes.
Het infraroodsysteem kan worden ingesteld op één van zestien verschillende
controlekanalen. Door verschillende kanalen te gebruiken, kunnen meerdere
walsen worden bediend in hetzelfde gebied zonder interferentie. Wanneer met
meerdere walsen binnen 20 m onderling wordt gewerkt, moet u ervoor zorgen dat
elke wals en de bijbehorende zender op een ander controlekanaal ingesteld staat
dan de andere in het gebied gebruikte walsen/zenders.
De zendermodule en decodermodule zijn uitgerust met kanaalselectie-
draaischakelaars (e en f). Deze schakelaars zijn op de fabriek ingesteld op het
laatste cijfer van het serienummer op de machine. Voor goede werking moeten
BEIDE schakelaars op HETZELFDE kanaal ingesteld zijn. Het kanaal voor elk
zender/machinepaar wordt geïdentificeerd met een label op de zender en de
machine.
Voor het wijzigen van het controlekanaal:
1. Verwijder de modulebatterij van de zender en stel de keuzeschakelaar op de
gewenste stand in. Zet de modulebatterij van de zender terug.
2. Stel de draaischakelaar op de decodermodule op dezelfde stand in als die van
de draaischakelaar op de zendermodule.
3. Om te controleren of de decoder- en zendermodule op hetzelfde kanaal staan
ingesteld, draait u de contactsleutel op de AAN-stand en plaatst u de AAN/UIT-
schakelaar van de zendermodule op de AAN-stand. De oranje lichtjes op de
lichtkring van de machine moeten langzaam knipperen, wat er op duidt dat de
machine signalen ontvangt van de zendermodule. Indien de oranje lichtjes
blijven branden zonder te knipperen, staan de zendermodule en de
decodermodule niet op hetzelfde kanaal ingesteld.
wc_tx003863nl_FM10.fm
55
RT / RTx Werking
4. Wanneer het kanaal veranderd wordt, moet de kanaalidentificatielabel gewijzigd
worden om met het geselecteerde kanaal overeen te komen. De
kanaalidentificatielabels worden bij de Gebruikershandleiding verstrekt.
wc_gr012189
a
b
c
d
e
f
wc_tx003863nl_FM10.fm
56
Werking RT / RTx
4.14 Functie van het Compatec
Samendruksysteem (indien geïnstalleerd)
Functie
De functie van het Compatec Compaction Systeem is de volgende zaken
aangeven:
Het samendrukproces,
Wanneer de machine de maximaal mogelijke bodemdichtheid heeft bereikt,
Als de machine op een te harde onderlaag werkt en het risico loopt te wor-
den beschadigd.
Het Compatec samendruksysteem is geschikt voor alle gemengde (goed
gesorteerde) bodems.
NB: Het Compatec samendruksysteem dient alleen om te helpen bij het
samendrukken van de bodem en is geen vervanging van professionele
bodemdichtheidsmetingen.
Systeemcomponenten
Deze procedure wordt vervolgd op de volgende pagina.
Component Functie
Sensor De sensor wordt gemonteerd op de voortrommelondersteuning. Het
geeft de procesmodule de bodemdichtheid weer.
Verwerkingsmod
ule
De verwerkingsmodule is onder de achtermotorkap gemonteerd.
Het ontvangt signalen van de sensor. Het verwerkt de signalen en
communiceert deze met het LED-beeldscherm.
LED-
beeldscherm
Het LED-beeldscherm (a) is onder de motorkap gemonteerd. Het
LED-beeldscherm bestaat uit acht LED‘s (b). De LED‘s gaan
branden om de informatie weer te geven die ontvangen wordt van
de verwerkingsmodule.
wc_gr013041
a
b
wc_tx003863nl_FM10.fm
57
RT / RTx Werking
Vervolg van de vorige pagina.
Werking van de LED‘s
Het aantal LED‘s dat gaat branden geeft de dichtheid van de bodem proportioneel
weer, hoe meer LED‘s branden, hoe groter de bodemdichtheid.
Als het aantal brandende LED‘s niet meer vermeerdert, wordt er geen extra
samendrukking meer verkregen. Het maximaal aantal brandende LED‘s is erg
afhankelijk van de soort bodem die wordt samengedrukt. Bij een zachte kleigrond
is het bijvoorbeeld mogelijk dat er maximaal 3 brandende LED‘s verkregen worden.
Als alle LED‘s snel knipperen, is er een gevaar dat de grond teveel wordt
samengedrukt, of dat de machine zich op een te harde ondergrond bevindt.
NB: Niet samendrukbaar materiaal, of fouten in de ondergrond worden door de
machine gedetecteerd als ze langer zijn dan 1 meter. Bij plotse veranderingen van
een hoge naar een lage bodemdichtheid (of vice versa), is er een korte
vermindering of vermeerdering van het aantal brandende LED‘s.
LET OP: Het Compatec samendruksysteem wordt automatisch uitgeschakeld
wanneer der contactsleutel in de UIT-stand wordt gezet. Als de contactsleutel
echter in de AAN-stand blijft staan terwijl de motor niet draait, zal het LED-
beeldscherm stroom van de batterij gebruiken.
Testen
Test het Compatec samendruksysteem bij het opstarten van de machine.
1. Draai de contactsleutel met de klok mee naar de stand ANN (I).
2. Bekijk het LED-beeldscherm. Tijdens de eerste seconden nadat u de
contactsleutel op ANN (I) hebt gezet, gaan de acht LED‘s van links naar rechts
branden.
If Then
Alle LED‘s branden, Er is geen fout met het systeem en vervolgens gaan
de LED‘s uit. Vervolgens gaan alle acht LED‘s
branden en knipperen ze kort.
Alle LED‘s gaan branden en
blijven branden na het opstarten.
De sensor functioneert niet zoals vereist.
wc_tx003863nl_FM10.fm
58
Werking RT / RTx
4.15 Positie van de operator
Hoewel de ontvangogen op de machine signalen uit om het even welke richting
kunnen ontvangen, zijn de schakelaars op de zender zodanig geplaatst dat ze met
de beweging van de machine overeenkomen terwijl de machinist er ACHTER
staat.
F
wc_gr012177
2m (6.6 ft.) 2m (6.6 ft.)
OK
OK
OK
2m (6.6 ft.)
2m (6.6 ft.)
wc_tx003863nl_FM10.fm
59
RT / RTx Werking
4.16 Beperkingen Zendbereik
Het zendersignaal zal in contact blijven met de machine tot op afstanden van tot 20
m. Het bedieningsbereik kan bij de bediening in direct zonlicht of met lage
batterijlading minder worden.
Wanneer de machine buiten het zendbereik raakt, stoppen de oranje lichtjes op de
machine met knipperen en gaan continu branden. Ook stopt de machine
onmiddellijk, en de vibratie eveneens. De operator moet zich daarna dichter bij de
machine begeven om opnieuw contact te maken. Indien er binnen 30 seconden
geen contact wordt gemaakt, wordt de motor uitgeschakeld.
wc_gr012186
20m (65 ft.)
20m (65 ft.)
2 m (6.6 ft.)
2 m (6.6 ft.)
OK
wc_tx003863nl_FM10.fm
60
Werking RT / RTx
4.17 Bedrijfskenmerken
In bepaalde gevallen zullen voorwerpen die tussen de machine en zender
komen (zoals steunbalken) het signaal blokkeren. Wanneer dit zich voordoet,
stopt de machine. Indien het signaal niet binnen 30 seconden wordt hersteld,
wordt de motor uitgeschakeld.
In een ingesloten gebied (zoals een winkel of magazijn) of een gebied omgeven
door grote gebouwen, zou het infraroodsignaal weerkaatst kunnen worden door
omringende oppervlakken, waardoor het door de machine wordt opgevangen
zelfs wanneer de zender weg van de machine wordt gericht. Deze toestand is
sterker op kortere afstanden wanneer de signaalsterkte hoog is.
Naarmate de afstand tussen de zender en de machine vergroot, vermindert
de intensiteit van het signaal.
4.18 Communicatiefouten
Beschrijving
De decoder heeft ingebouwde diagnose waarmee ononderbroken wordt
gecontroleerd op een gebrekkig signaal dat door de ontvangstogen wordt
verstuurd aan de decoder. Als een gebrekkig signaal wordt gedetecteerd, stopt de
decoder de beweging van de machine en de lichtringen geven een ononderbroken
oranje licht.
Foutcorrectie
Communicatiefouten kunnen optreden wanneer een ontvangstoog is beschadigd.
De frequentie en duur van de fouten varieert. Wanneer een normaal signaal wordt
hersteld, knipperen de lichtringen langzaam oranje en de beweging van de
machine wordt hersteld.
Als communicatiefouten regelmatig optreden, controleert u de conditie van de
ontvangstogen. Vervang indien nodig de beschadigde onderdelen.
WAARSCHUWING
Gevaar van persoonlijk letsel of machineschade. Het waarnemingssysteem van de
wals stopt de beweging van de wals niet, wanneer de zender zich in het opbergvak
of aan de zijkant van de wals bevindt.
Wanneer vanaf de zijkant van de machine wordt gewerkt, moet een afstand
van minstens 2 meter van de machine te allen tijde gehandhaafd blijven.
De machine mag nooit worden bediend met de zender in het opbergvak.
wc_tx003863nl_FM10.fm
61
RT / RTx Werking
4.19 Stabiliteit van de machine
Oppervlakteomstandigheden
Let tijdens het gebruik van de machine op veranderingen in het werkoppervlak. Pas de
snelheid en rijrichting zo nodig aan om de veiligheid te handhaven.
De stabiliteit en tractie van de machine kunnen ernstig in gevaar komen
wanneer u werkt op ongelijkmatig of ruw terrein, rotsachtige grond of natte of
onsamenhangende oppervlakken.
De machine kan plotseling kantelen, wegzinken of vallen wanneer u een
oppervlak oprijdt dat pas met verse aarde is gevuld.
Stuurhoek
Bij een scharnierende wals is de kans groter dat deze kantelt wanneer de wals een
verhoogd oppervlak afrijdt als de machine van de rand is afgekeerd.
Zoals geïllustreerd in de afbeelding rechts, moet u de machine altijd naar de
rand draaien wanneer u een verhoogd oppervlak afrijdt.
Rijsnelheid
Een snel rijdende machine loopt meer kans te kantelen of voorover te vallen wanneer u
een bocht maakt of van richting verandert.
Vertraag voordat u een bocht maakt.
Cilinderoverhang
De machine kan plotseling kantelen als meer dan de helft van de cilinderbreedte
uitsteekt over de rand van een verhoogd oppervlak.
Vertraag en houd de cilinderpositie goed in het oog wanneer u langs de rand
van een verhoogd oppervlak werkt.
Probeer zoveel mogelijk van de cilinder op het verhoogde oppervlak te houden.
WAARSCHUWING
Verplettingsgevaar. De stabiliteit van de machine kan nadelig worden beïnvloed op
bepaalde soorten werkterrein of door onjuiste bedieningspraktijken.
Volg de onderstaande instructies om de kans op ongelukken door kantelen of
vallen te verminderen.
wc_tx003863nl_FM10.fm
62
Werking RT / RTx
Vibreren op een gecompacteerd oppervlak
Als u het vibratiesysteem activeert op een volledig gecompacteerd oppervlak, kunnen
de cilinders terugstoten en tijdelijk het contact met de grond verliezen. Als dit gebeurt
terwijl de machine op een helling staat, kan de machine gaan schuiven.
Als de cilinders terugstoten op het gecompacteerde oppervlak, vertraagt u de
snelheid of stopt u het vibratiesysteem.
4.20 Werken op hellingen
Achtergrond
Tijdens het werken met de machine op hellingen of heuvels moet er bijzondere
aandacht aan worden besteed het gevaar van lichamelijk letsel of beschadiging
van de machine te verminderen.
Procedure
Bedien de machine op hellingen altijd van boven naar beneden in plaats van
zijdelings. De machine is uitgerust met veiligheidsschakelaars die de machine
zullen uitschakelen indien de zijdelingse bedieningshoek 45° zou overschrijden.
Voorwaarts/achterwaarts kantelen wordt niet beperkt door de
veiligheidsschakelaars. Voor een veilige bediening van de machine en ter
bescherming van de motor, zou doorlopend gebruik beperkt moeten blijven tot
hellingen van 14° (25% helling) of minder.
WAARSCHUWING
Verpletteringgevaar. Bedien de machine nooit zijdelings op hellingen. De machine
kan zelfs op stabiele ondergrond omverrollen of kantelen.
Bedien de machine altijd van boven naar beneden op hellingen.
wc_gr012174
14°
25%
wc_tx003863nl_FM10.fm
63
RT / RTx Werking
4.21 Omrollen
Juiste bediening van de machine op heuvels zal omrollen voorkomen. Lees en volg
de veiligheidsinstructies in het onderwerp Op hellingen werken. Indien een
machine toch zou omrollen, moet er voor opgepast worden dat de motor niet wordt
beschadigd. Ials de machine is omgerold, kan er olie uit het motorcarter in de
verbrandingskamer stromen, hetgeen de motor de volgende keer dat hij gestart
wordt, ernstig kan beschadigen. Indien de machine op haar zijkant gerold is,
zouden onmiddellijk maatregelen moeten getroffen worden om ze weer rechtop te
zetten.
LET OP: Om schade aan de motor te voorkomen na omrollen van de machine,
mag deze NIET gestart worden en MOET ze nagezien worden om eventuele olie te
verwijderen die misschien in de verbrandingskamers terecht is gekomen.
Contacteer uw plaatselijke Wacker Neuson-verdeler voor instructies of nazicht.
Omrollen wordt aangegeven door het omkantellichtje dat knippert in de
“KNIPPERENDE LED” modus of onafgebroken blijft branden in de
“STARTBLOKKERING” modus. Zie sectie De ECM omkantelmodus
programmeren.
wc_tx003863nl_FM10.fm
64
Werking RT / RTx
4.22 De machine bijtanken
Vereisten
De machine is uitgeschakeld
De machine/brandstoftank staat recht
Nieuwe, schone brandstofvoorraad
Procedure
Voer de volgende procedure uit om de machine bij te tanken.
1. Haal de brandstofdop eraf.
2. Vul de brandstoftank tot aan de basis van de nek.
3. Zet de brandstofdop terug.
Resultaat
De machine is nu bijgetankt.
WAARSCHUWING
Brandgevaar. De brandstof en brandstofdampen zijn uiterst ontvlambaar. In brand
staande brandstof kan ernstige brandwonden veroorzaken.
Houd alle ontstekingsbronnen tijdens het bijtanken weg van de machine.
De brandstoftank nooit bijvullen als de machine op een vrachtwagen met plastic
trailerbekleding staat. Statische elektriciteit kan de brandstof of brandstof of
brandstofdampen doen ontbranden.
Alleen bijtanken als de machine zich buiten bevindt.
Gemorste brandstof onmiddellijk verwijderen.
VOORZICHTIG
Brandgevaar en gevaarlijk voor de gezondheid. Bij verwarming zet de brandstof uit.
Brandstof die zich uitzet in een te vol gevulde tank, kan morsen en lekken tot
gevolg hebben.
De brandstoftank niet te vol bijtanken.
wc_tx003863nl_FM10.fm
65
RT / RTx Werking
4.23 Vóór het starten
Controleer de volgende onderdelen, alvorens de machine te starten:
Lees de veiligheidsinstructies aan het begin van deze handleiding
Brandstofpeil controleren
Motoroliepeil controleren
Hydraulisch vloeistofpeil controleren
De brandstofleidingen controleren
Luchtfilterelementen contorleren
Het waterpeil controleren
Zorg ervoor dat de afstrijkbalken proper en goed afgesteld zijn
Reinig de zender en ontvangerogen
Controleer of de grendelstang van de scharnierende verbinding in de
opslagstand staat.
Controleer dat de SmartControl
TM
zendermodule en de decodermodule van de
machine op hetzelfde bedieningskanaal zijn ingesteld
NB: Alle vloeistofpeilen dienen gecontroleerd te worden met de machine op een
horizontaal oppervlak
wc_tx003863nl_FM10.fm
66
Werking RT / RTx
4.24 De machine starten, stoppen en bedienen
Vereisten
De machine is in bruikbare conditie en werd goed onderhouden
Er is brandstof in de tank aanwezig
De machine starten
Voer de onderstaande procedure uit om de machine te starten.
1. Plaats de gasschakelaar (a) in de stand lage snelheid (stationair).
2. Draai de contactsleutel (b) met de klok mee naar de stand ON (I).
Alle lichtjes op het display-/bedieningspaneel en de lichtkring (c) (rood en
oranje) zullen gaan branden voor een LED-test van 5 seconden.
Na 5 seconden gaan alle lichtjes uit behalve de stroom AAN indicator (d),
laadindicator (e), motoroliedrukindicator (f) en de oranje LED's van de licht-
kring, die aanblijven.
Deze procedure wordt vervolgd op de volgende pagina.
wc_gr012210
RT
a
b
c
d
e
f
g
h
j
k
wc_tx003863nl_FM10.fm
67
RT / RTx Werking
Vervolg van de vorige pagina.
3. Schakel de SmartControl™ SC-3-zender in door de rode ON/OFF-drukknop (g)
in te drukken. Zorg ervoor dat de oranje indicatorlichtjes op de lichtkringen (c)
langzaam knipperen. Dit geeft infraroodontvangst aan, en dat de zender zich op
de juiste afstand van de machine bevindt. Wanneer de lichtjes niet knipperen
geeft dit aan dat de zender niet ingeschakeld is, of dat het controlekanaal van
de zender niet overeenkomt met het controlekanaal van de machine. Wanneer
de lichtjes snel knipperen (drie keer per seconde) geeft dit aan dat de zender
(en de operator) zich te dicht bij de machine bevinden. Verplaats de
SmartControl™ SC-3 zender zodanig dat de indicatorlichtjes op een langzame
en regelmatige frequentie knipperen. Wanneer u met meerdere walsen werkt,
moet u ervoor zorgen dat elke wals en de zender ervan op een ander
controlekanaal staan ingesteld.
4. Na ongeveer 2 seconden, en wanneer de motorcondities dit aangeven (de
koelvloeistoftemperatuur is te laag), gaat de gloeibougie-indicator (h) branden
en de lichtkring rood knipperen, wat aangeeft dat de gloeibougies ingeschakeld
zijn. Hoe lager de koelvloeistoftemperatuur van de motor is, des te langer de
gloeibougies ingeschakeld blijven:
ongeveer 30 seconden op 0 °C (32°F) voor Kohler-aangedreven machines.
ongeveer 5 seconden op 0 °C (32°F) voor Kubota-aangedreven machines.
NB: De startmotor start niet als de gloeibougies aan zijn.
5. Onmiddellijk nadat het lichtje van de gloeibougie (h) en de rode lichtkring (c)
uitgaan, drukt u op de startknop (j) van de motor en houdt u hem ingedrukt
totdat de motor start. Wanneer de machine na het opstarten niet binnen de 15
seconden start, moet u de startknop van de motor loslaten. Druk de rode ON/
OFF-drukknop in om de zender uit te schakelen. Wacht 30 seconden, schakel
de zender daarna opnieuw in en herhaal de startprocedure.
6. Na het starten en wanneer voldoende oliedruk wordt waargenomen, gaat het
indicatorlichtje voor de oliedruk uit.
7. Laat de machine minimaal 5 minuten lang warmlopen, voordat u de
regelklepschakelaar (a) op de hoge (snelle) stand schakelt.
Deze procedure wordt vervolgd op de volgende pagina.
WAARSCHUWING
Gevaar van persoonlijk letsel of machineschade. Het waarnemingssysteem van de
wals stopt de beweging van de wals niet, wanneer de zender zich in het opbergvak
of aan de zijkant van de wals bevindt.
Wanneer vanaf de zijkant van de machine wordt gewerkt, moet een afstand van
minstens 2 meter van de machine te allen tijde gehandhaafd blijven.
De machine mag nooit worden bediend met de zender in het opbergvak.
WAARSCHUWING
Gevaar van persoonlijk letsel.
Stop de machine wanneer personen zich in het werkgebied van de machine
begeven.
wc_tx003863nl_FM10.fm
68
Werking RT / RTx
Vervolg van de vorige pagina.
De machine bedienen
Volg de onderstaande richtlijnen om de bereden greppelrolwals op zijn volle
capaciteit te gebruiken.
Wanneer de operator achter de machine (k) staat en op vooruit op de vooruit/
achteruit joystick drukt, rijdt de machine weg van de operator; naar links op de
besturing-joystick drukken doet de machine naar links draaien, enz.
Naarmate de machinist op het werkterrein van plaats verandert, is het belangrijk
dat hij/zij op de hoogte is van de veranderingen die zich tijdens de bediening
van de machine voordoen. Wanneer de operator vóór de machine (m) staat,
reageert de machine in een tegenovergestelde richting van waar de operator
zich bevindt. Met andere woorden: door naar voren te duwen beweegt de
machine zich in de richting van de operator; naar links duwen heeft tot gevolg
dat de machine naar rechts van de operator draait. Vóór de machine staan
terwijl u hem bedient wordt niet aanbevolen.
Bedien de machine met de zender naar de ontvangerogen op de machine
gericht om de machine te blijven bedienen. De oranje LED's van de lichtkring
gaan knipperen om aan te geven dat de machine signalen van de zender
ontvangt.
Deze procedure wordt vervolgd op de volgende pagina.
wc_gr012211
2m (6.6 ft.) 2m (6.6 ft.)
OK
OK
OK
2m (6.6 ft.)
2m (6.6 ft.)
m
k
wc_tx003863nl_FM10.fm
69
RT / RTx Werking
Vervolg van de vorige pagina.
Het infraroodsysteem is uitgerust met een operator-afstanddetectiesysteem.
Wanneer de operator binnen 1-2 m van de voor- of achterkant van de machine
staat, gaat de oranje lichtkring snel knipperen en gaat de machine niet vooruit/
achteruit en vibreert hij niet totdat de operator zich buiten de afstand van 1-2 m
begeeft. Wanneer de operator zich op de juiste afstand bevindt, gaan de oranje
lichtjes langzaam knipperen om aan te geven dat er met de machine gewerkt
kan worden.
NB: Voor gebruik van het infraroodsysteem heeft men de controlekabel niet nodig.
Er mag niet met meerdere walsen binnen 20 m onderlinge afstand van elkaar
gewerkt worden, tenzij u er zeker van bent dat u elke wals en zijn bijbehorende
zender op een ander controlekanaal hebt ingesteld dan de andere walsen/
zenders die binnen dat gebied gebruikt worden. Zie de sectie Infraroodsysteem
en controlekanalen voor meer informatie. Nalaten verschillende kanalen toe te
wijzen kan er in bepaalde gevallen toe leiden dat een zender onbedoeld de
controle van meer dan één machine beheert.
De door Wacker Neuson verschafte halsriem voor de SmartControl™ SC-3
zender moet tijdens het werk te allen tijde worden gebruikt wanneer met een
aangesloten controlekabel wordt gewerkt. Deze halsriem is ontworpen om zich
los te rukken, zodat de operator niet door de machine meegesleurd wordt indien
deze zou afglijden, kantelen of omvallen.
De machine stopzetten
Voer de volgende procedure uit om de machine te stoppen.
1. Schakel de vibratie uit door de uit-drukknop (k) voor de vibratie in te drukken.
2. Zet de regelklepschakelaar (a) op de stationaire (lage) stand.
NB: De motor kan niet alleen met de regelklepschakelaar uitgeschakeld worden.
De gasklepschakelaar wijzigt enkel het motortoerental van hoog (snel) naar
stationair (langzaam).
3. Schakel de SmartControl™ SC-3 zender uit door de rode AAN/UIT-knop (g) in
te drukken. De motor van de machine wordt uitgeschakeld.
4. Draai de contactsleutel (b) tegen de klok in naar de stand UIT (O).
NB: De contactsleutel heeft een ingebouwde uitschakeltimer. Indien de
contactsleutel op de AAN stand blijft staan en de motor niet draait, schakelt de
timer de stroomtoevoer op het bedieningspaneel na één uur uit.
Op de achterste remtrommel zit een parkeerrem gemonteerd. De rem is
aangesloten op het hydraulische systeem via de remklep van de verdeelinrichting.
De rem wordt via een veer geactiveerd en hydraulisch ontkoppeld. Zodra de motor
start, wordt de hydraulische oliestroom op de rem geactiveerd. Wanneer de motor
draait, wordt de rem dus geïnactiveerd; wanneer de motor niet draait wordt de rem
geactiveerd.
wc_tx003863nl_FM10.fm
70
Werking RT / RTx
4.25 Procedure voor noodstops
Als een defect/ongeval optreedt terwijl de machine werkt, volgt u de
onderstaande procedure.
1. Schakel de zender uit (a) om de motor te stoppen, en sluit de brandstofklep.
2. Draai het sleutelcontact van de wals naar de UIT-stand.
3. Zet de machine weer rechtop als hij omgekanteld is.
4. Neem contact op met het verhuurbedrijf of de eigenaar van de machine.
wc_gr013391
a
wc_tx003863nl_FM10.fm
71
RT / RTx Werking
4.26 NiMH Batterijen
De batterij die gebruikt wordt voor het voeden van de zender is een
nikkelmetaalhydride (NiMH) cel van hoge capaciteit met 2000 mAu nominaal
vermogen en kan honderden keren opnieuw opgeladen worden. Voor het geval dat
de machine niet tijdens de volledige werkfase werkt, zelfs nadat de batterij volledig
ontladen en opnieuw geladen is, moet de batterij wellicht worden vervangen.
Kenmerken voor opladen:
Tijd tot volledige lading: 2 uur
Bedrijfstijd op volle lading: 16 uur*
Bedrijfstijd na 1 uur laden: 8 uur*
Bij temperaturen onder 0 °C kan niet worden opgeladen
* Bedrijfstijd vermindert bij zeer lage temperaturen.
4.27 De batterij vervangen
Het batterijkastje (a) aan de achterkant van de zender, zou eenmaal per jaar
vervangen moeten worden of wanneer het niet langer volledig kan opgeladen
worden.
Druk op het oranje lipje (b) en schuif het batterijkastje naar buiten, om het te
vervangen.
Aantekeningen
Het is mogelijk dat een nieuwe batterij niet volledig opgeladen is. Na vervanging
van de batterij, laad deze ongeveer gedurende één uur om er voor te zorgen dat
ze op volle capaciteit is.
In het belang van de milieubescherming, ruim gebruikte batterijen op gepaste
wijze op. Niet bij het afval gooien of verbranden.
wc_tx003863nl_FM10.fm
72
Werking RT / RTx
4.28 De batterij van de zender vervangen
Achtergrond
De NiMH-batterijdoos (b) in de zender heeft voldoende capaciteit om te zorgen
voor 16 uur continue bediening. Om de batterijcapaciteit op peil te houden, moet
de batterij tijdens stilstand worden opgeladen via de ingebouwde aansluitpoort.
NB: De NiMH-batterij hoeft niet volledig ontladen te zijn voordat u hem herlaadt.
De batterij kan op elke ontladingstoestand opnieuw geladen worden, zonder
verlies van prestaties of gebruiksduur.
Procedure
Voer een van de volgende procedures uit voor het opladen van de batterij:
Verbind de zenderaansluiting (a) met de laadpoort (b). Schuif de zender naar
voren totdat het batterijlaadlichtje gaat branden.
Steek het ene uiteinde van de controlekabel in het zendercontact (a), en het
andere uiteinde in de poort (c) aan de achterkant van de machine.
N.B.
De tweede methode gebruiken vereist dat de motor draait of de contactsleutel in
de “ON”-stand staat.
Het kabelcontrolesysteem laadt de batterij van de zender alleen op nadat de
controlekabel op de zenderaansluiting (b) aangesloten is en met de poort (a) op
de achterkant van de wals verbonden is.
wc_gr012187
a
b
c
wc_tx003863nl_FM10.fm
73
RT / RTx Werking
Oplaadtijd
Het duurt ongeveer 2 uur om de batterij van de zender volledig te laden. Dit is het
efficiëntste gebruik van de batterij. De zender functioneert wel met een gedeeltelijk
opgeladen batterij; de gebruiksduur zal echter dienovereenkomstig lager zijn.
NB: Het laadcircuit in de zender is zelfregelend en beperkt de oplaadstroom naar
de batterij, zodat de batterij niet kan worden overladen.
wc_tx003818nl_FM10.fm
74
Diagnoses motorcontrolemodule (ECM) RT / RTx
5 Diagnoses motorcontrolemodule (ECM)
5.1 Overzicht van de ECM en het diagnosehulpmiddel
De RT-SC3-wals heeft een motorregelmodule (ECM) met diagnose- en
programmeringsfuncties. De diagnoses worden meegedeeld via alfanumerieke
codes die op drie LED displays worden weergegeven en door de plastic hoes van
de ECM kunnen worden afgelezen. Deze diagnose-/programmeringsfuncties
omvatten:
De mogelijkheid om de fasen van het opstarten van de motor te zien.
De mogelijkheid om zeven storingstoestanden en meer dan 35 foutcodes te
zien.
De mogelijkheid om het opstarten van de motor te blokkeren of toe te laten na
het omkantelen van de machine.
Een diagnosehulpmiddel, dat standaard met de machine wordt meegeleverd,
wordt gebruikt als interface met de ECM.
wc_tx003818nl_FM10.fm
75
RT / RTx Diagnoses motorcontrolemodule (ECM)
5.2 ECM fasen van opstarten van motor
De ECM geeft codes weer naarmate de machine de startprocedure doorloopt.
Deze codes worden hieronder beschreven.
NB: Het is niet noodzakelijk om de diagnosemodus te openen om deze codes te
bekijken.
Code Toestand Beschrijving
8.8.8 gedurende 3 seconden
C 1.x gedurende 2 seconden (Kohler)
H 1.x gedurende 2 seconden (Kubota)
F_L of F_O gedurende 3 seconden
Inschakelen Vertragingscyclus bij inschakelen.
Softwareversie.
Softwareversie.
Huidige modus omkantelen/omrollen.
1 Stop/stationair In deze toestand worden de ECM en de
decoder gevoed maar is de motor uit. De
ECM wacht op het startsignaal om de
gloeibougiecyclus te starten.
2 Voorgloeien In deze toestand bepaalt de gloeisensor
de gloeitijd en wordt voeding aan de
gloeibougies geleverd. Deze cyclus begint
onmiddellijk nadat de voedingsschakelaar
van de regelkast op AAN is gezet.
3 Prestart Na voorgloeitoestand. De ECM wacht op
de startcyclus.
4 Start Er wordt voeding aan de startmotor
geleverd.
5 Nagloeien 5 seconden nagloeien na starten van de
motor.
6 Bedrijf Standaard bedrijfsmodus.
7 Storing Alle functies gestopt. Wacht op herhaling
van inschakelcyclus.
Storingen die tot stopzetting van de motor
leiden:
lage oliedruk
overtemperatuur
omkantelen
overspanning
wc_tx003818nl_FM10.fm
76
Diagnoses motorcontrolemodule (ECM) RT / RTx
5.3 ECM-controle van de solenoïde—Alleen Kohler motoren
De ECM controleert de bedrading naar, en de conditie van de brandstofsolenoïde
en de bedrading naar, en de conditie van de startmotorsolenoïde.
Wanneer de draad (a) op de
brandstofsolenoïde losraakt of de
brandstofsolenoïde defect is, veroorzaakt dit
het volgende.
De bedieningspaneelindicators (b) gaan
onmiddellijk knipperen nadat de zender
wordt ingeschakeld.
De rode ledjes van de verlichtingsring
gaan constant rood branden.
De motor start niet.
Sluit de draad opnieuw aan of vervang de
brandstofsolenoïde om de machine te
kunnen starten.
Wanneer de draad (c) op de
startmotorsolenoïde losraakt of de
startmotorsolenoïde defect is, veroorzaakt
dit het volgende.
De bedieningspaneelindicators gaan
onmiddellijk knipperen nadat de startknop
wordt ingedrukt.
De rode ledjes van de verlichtingsring
gaan constant rood branden.
De motor start niet.
Sluit de draad opnieuw aan of vervang de
startmotorsolenoïde om de machine te
kunnen starten.
wc_gr012200
a
b
c
wc_tx003818nl_FM10.fm
77
RT / RTx Diagnoses motorcontrolemodule (ECM)
5.4 ECM-controle van de solenoïdes—Alleen Kubota motoren
De ECM controleert de bedrading naar, en de conditie van de stopsolenoïde en de
bedrading naar, en de conditie van de startmotorsolenoïde.
Wanneer het connectorenharnas (a) op de stopsolenoïde losraakt of de
stopsolenoïde defect is, veroorzaakt dit het volgende.
De bedieningspaneelindicators (b) gaan onmiddellijk knipperen nadat de zender
wordt ingeschakeld.
De rode LED's van de verlichtingsring gaan constant rood branden.
De motor start niet.
Sluit het connectorenharnas opnieuw aan, controleer de bedrading of vervang de
stopsolenoïde om de machine te kunnen starten.
Deze procedure wordt vervolgd op de volgende pagina.
wc_gr012437
a
b
wc_gr012438
wc_tx003818nl_FM10.fm
78
Diagnoses motorcontrolemodule (ECM) RT / RTx
Vervolg van de vorige pagina.
Wanneer de draad (c) op de startmotorsolenoïde losraakt of de
startmotorsolenoïde defect is, veroorzaakt dit het volgende.
De bedieningspaneelindicators gaan onmiddellijk knipperen nadat de startknop
wordt ingedrukt.
De rode LED's van de verlichtingsring gaan constant rood branden.
De motor start niet.
Sluit de draad opnieuw aan of vervang de startmotorsolenoïde om de machine te
kunnen starten.
wc_gr012439
c
wc_tx003818nl_FM10.fm
79
RT / RTx Diagnoses motorcontrolemodule (ECM)
5.5 Het diagnosehulpmiddel aansluiten—Alleen Kohler motoren
Gebruik het diagnosehulpmiddel om de diagnosecapaciteiten van de
motorregelmodule (ECM) te kunnen benutten.
Het diagnosehulpmiddel aansluiten:
1. Schakel de machine uit.
2. Open het motorcompartiment.
3. Verwijder de dop van de connector (a) op de draadboom.
4. Koppel het diagnosehulpmiddel (b) aan op de draadboom.
wc_gr012201
b
a
wc_tx003818nl_FM10.fm
80
Diagnoses motorcontrolemodule (ECM) RT / RTx
5.6 Het diagnosehulpmiddel aansluiten—Alleen Kubota motoren
Gebruik het diagnosehulpmiddel om de diagnosecapaciteiten van de
motorregelmodule (ECM) te kunnen benutten.
Het diagnosehulpmiddel aansluiten:
1. Schakel de machine uit.
2. Open het motorcompartiment.
3. Verwijder de dop van de connector (a) op de draadboom.
4. Koppel het diagnosehulpmiddel (b) aan op de draadboom.
wc_gr012423
a
b
wc_tx003818nl_FM10.fm
81
RT / RTx Diagnoses motorcontrolemodule (ECM)
5.7 De ECM-diagnosemodus openen
Volg de onderstaande procedure om de ECM-diagnosemodus te openen.
1. Begin met de sleutel (a) in de OFF-stand.
2. Sluit het diagnosehulpmiddel (b) aan. Zie onderwerp Het diagnosehulpmiddel
aansluiten.
3. Houd de knop “B” van het diagnosehulpmiddel ingedrukt. Terwijl u de knop “B”
ingedrukt houdt, draait u de sleutel naar de ON-stand. Laat de knop “B” los
wanneer de letter “d” wordt weergegeven op de ECM (c). De ECM-
diagnosemodus is nu actief.
4. Zie de volgende onderwerpen voor specifieke diagnoseprocedures:
Storing- en foutcodes ECM
De ECM-diagnosegegevens en het omkantellichtje resetten
Om de ECM-diagnosemodus af te sluiten, draait u de sleutel naar de OFF-stand.
wc_gr012204
B
a
b
c
wc_tx003818nl_FM10.fm
82
Diagnoses motorcontrolemodule (ECM) RT / RTx
5.8 Storing- en foutcodes ECM
Achtergrond
De machinestorings- en foutcodes kunnen op de drie LED displays van de ECM
worden bekeken. De omkantelstoring kan steeds bij het starten van de motor
worden bekeken. Om alle andere storings- en foutcodes te bekijken, moet u de
diagnosemodus van de ECM openen en het diagnosehulpmiddel aansluiten.
Storingscodes
Elke storingscode bestaat uit twee reeksen tekens. De eerste reeks omvat de letter
“F” en stelt het type storing voor. De tweede reeks stelt het aantal keren voor dat
de storing is opgetreden of de tijd die verstreken is sedert de ECM is gewist. NB:
Alle storingscodes worden weergegeven, zelfs als er geen storing is opgetreden.
De storingscodes schuiven automatisch over de drie LED displays.
Voorbeelden van storingscodes:
“F00-02” — de wals is tweemaal omgekanteld sedert de codes gewist zijn.
“F06-0024” — de startmotor is 24 maal ingeschakeld geweest sedert de codes
gewist zijn
“F07-120.0 H” — de wals heeft een totaal van 120 uur geaccumuleerd sedert de
codes gewist zijn.
Foutcodes
Elke foutcode bestaat uit één reeks tekens. Elke reeks omvat de letter “E” en stelt
het type fout voor. NB: Alleen codes voor de fouten die zijn voorgevallen worden
weergegeven. De foutcodes worden weergegeven als vaste tekens — ze schuiven
niet automatisch over de LED displays.
Voorbeeld van foutcode:
“E07” — de oliedruksensor is losgekoppeld.
Bekijken
Volg de onderstaande procedure om de storings- en foutcodes te bekijken.
1. Sluit het diagnosehulpmiddel aan. Zie sectie Diagnosehulpmiddel aansluiten.
2. Open de diagnosemodus van de ECM. Zie sectie De ECM diagnosemodus
openen.
3. Gebruik de knoppen op het diagnosehulpmiddel om de codes te doorlopen.
Door op de “A” knop van het diagnosehulpmiddel te drukken worden de codes
doorlopen. Door op de “B” knop te drukken worden de codes in tegengestelde
richting doorlopen.
4. De storingscodes (F00 tot F07) worden eerst weergegeven, gevolgd door de
foutcodes (E00 tot E39). Door op de knoppen van het diagnosehulpmiddel te
drukken worden eerst de foutcodes en dan de storingscodes doorlopen.
Deze procedure wordt vervolgd op de volgende pagina.
wc_tx003818nl_FM10.fm
83
RT / RTx Diagnoses motorcontrolemodule (ECM)
Vervolg van de vorige pagina.
Code Beschrijving
F00 Aantal storingen vanwege kantelen
F01 Aantal storingen vanwege oververhitting
F02 Aantal storingen vanwege lage oliedruk
F03 Aantal eeprom storingen (storing ECM geheugen)
F04 Aantal storingen vanwege te hoge voltage
F05 Bedrijfstijd onder beperkte luchtstroom
F06 Aantal starten
F07 Bedrijfstijd motor
Code Beschrijving
E00 Mogelijk defecte sensor voor gloeitijd
E01 Mogelijk defecte temperatuursensor
E02 Mogelijk defecte luchtflowsensor
E03 Mogelijk defecte oliedruksensor
E04 Mogelijk defecte kantelsensor
E05 Temperatuursensor was ontkoppeld
E06 Luchtrestrictiesensor was ontkoppeld
E07 Oliedruksensor was ontkoppeld
E08 Open startmotorsolenoïde
E09 Open brandstofsolenoïde (Alleen Kohler-aangedreven
machines)
Open stopsolenoïde (Alleen Kubota-aangedreven
machines)
E10 Open solenoïde voor houden van gasklep
E11 Open relais voor trekken van smoorklep
E12 Open relais gloeibougie
E13 Open RX vermogensrelais
E14 Open LED ringuitgang
E15 Lage batterij
E16 Startmotorsolenoïde
E17 Kortgesloten brandstofsolenoïde (Alleen Kohler-
aangedreven machines)
Kortgesloten stopsolenoïde (Alleen Kubota-aangedreven
machines)
E18 Kortgesloten solenoïde voor houden van gasklep
E19 Kortgesloten relais voor trekken van gasklep
E20 Kortgesloten relaisspoel gloeibougie
E21 Kortgesloten RX vermogensrelaisspoel
E22 Kortgesloten LED ringuitgang
wc_tx003818nl_FM10.fm
84
Diagnoses motorcontrolemodule (ECM) RT / RTx
E23 Hoge oliedruk bij inschakelen
E24 Overstroom startmotorsolenoïde
E25 Overstroom brandstofsolenoïde (alleen Kohler-aangedreven
machines)
Overstroom stopsolenoïde (Alleen Kubota-aangedreven
machines)
E26 Overstroom solenoïde voor houden van gasklep
E27 Overstroom relaisspoel voor trekken van gasklep
E28 Overstroom relaisspoel gloeibougie
E29 Overstroom RX vermogensrelaisspoel
E30 Overstroom LED ringuitgang
E31 Open
E32 Hoge stroom startmotorsolenoïde
E33 Hoge stroom brandstofsolenoïde (Alleen Kohler-
aangedreven machines)
Hoge stroom stopsolenoïde (Alleen Kubota-aangedreven
machines)
E34 Hoge stroom solenoïde voor houden van gasklep
E35 Hoge stroom relaisspoel voor trekken van gasklep
E36 Hoge stroom relaisspoel gloeibougie
E37 Hoge stroom RX vermogensrelaisspoel
E38 Hoge stroom LED ringuitgang
E39 Open
Code Beschrijving
wc_tx003818nl_FM10.fm
85
RT / RTx Diagnoses motorcontrolemodule (ECM)
5.9 De ECM diagnosegegevens en het omkantellichtje resetten
Om de ECM diagnosegegevens te resetten en het omkantellichtje (a) uit te
schakelen, voert u de volgende stappen uit.
1. Sluit het diagnosehulpmiddel aan. Zie sectie Het diagnosehulpmiddel
aansluiten.
2. Open de diagnosemodus van de ECM. Zie sectie De ECM diagnosemodus
openen.
NB: Houd er rekening mee voordat u verdergaat dat alle opgeslagen gegevens
zullen worden gewist.
3. In de diagnosemodus houdt u
beide knoppen van het
diagnosehulpmiddel ongeveer 5
seconden ingedrukt terwijl u naar
de ECM LED displays kijkt.
De ECM LED displays veranderen
in negen streepjes na het resetten
van de ECM.
wc_gr012205
a
wc_tx003818nl_FM10.fm
86
Diagnoses motorcontrolemodule (ECM) RT / RTx
5.10 De stuurknuppels kalibreren
Om te bepalen of kalibratie nodig is, drukt u op de rode ON/OFF-drukknop (j) en
laat u deze vervolgens los.
Als de stuurknuppels niet gekalibreerd zijn, gaat de signaaltransmissie-indicator
(n) rood branden en blijft branden, en de indicator voor bedrijfsstatus (f) gaat
knipperen.
Als de stuurknuppels zijn gekalibreerd, blijft de signaaltransmissie-indicator uit
en de indicator voor bedrijfsstatus gaat knipperen.
Kalibratieprocedure
Alle vier de standen van de stuurknuppels moeten worden gekalibreerd voordat de
zender kan terugkeren naar de normale bedrijfsmodus. Voer de onderstaande
procedure uit om de stuurknuppels te kalibreren.
1. Druk op de ON/OFF-drukknop en laat deze los om de zender te activeren.
2. Houd de ON/OFF-drukknop ongeveer 3 seconden ingedrukt totdat de indicator
voor bedrijfsstatus gaat branden en blijft branden. Laat de ON/OFF-drukknop
los.
3. Houd de ON/OFF-drukknop nogmaals gedurende 3 seconden ingedrukt totdat
de indicator voor bedrijfsstatus snel gaat knipperen. Laat de ON/OFF-drukknop
los.
4. Verplaats de vooruit/achteruit-stuurknuppel (c) helemaal naar voren en houd
het op de plaats. Terwijl u de stuurknuppel op de plaats houdt, drukt u op de ON/
OFF-drukknop en laat u deze los—de signaaltransmissie-indicator gaat
knipperen. Laat de vooruit/achteruit-stuurknuppel los.
5. Verplaats de vooruit/achteruit-stuurknuppel helemaal naar achteren en houd het
op de plaats. Terwijl u de stuurknuppel op de plaats houdt, drukt u op de ON/
OFF-drukknop en laat u deze los—de signaaltransmissie-indicator gaat
knipperen. Laat de vooruit/achteruit-stuurknuppel los.
Deze procedure wordt vervolgd op de volgende pagina.
wc_gr010840
RT
RT
n
f
j
cg
wc_tx003818nl_FM10.fm
87
RT / RTx Diagnoses motorcontrolemodule (ECM)
Vervolg van de vorige pagina.
6. Verplaats de links/rechts-stuurknuppel (g) helemaal naar links en houd het op
de plaats. Terwijl u de stuurknuppel op de plaats houdt, drukt u op de ON/OFF-
drukknop en laat u deze los—de signaaltransmissie-indicator gaat knipperen.
Laat de links/rechts-stuurknuppel los.
7. Verplaats de links/rechts-stuurknuppel helemaal naar rechts en houd het op de
plaats. Terwijl u de stuurknuppel op de plaats houdt, drukt u op de ON/OFF-
drukknop en laat u deze los—de signaaltransmissie-indicator gaat knipperen.
Laat de links/rechts-stuurknuppel los.
Resultaat
De stuurknuppels zijn nu gekalibreerd.
Kalibratiemodus afsluiten
De zender keert automatisch terug naar de normale bedrijfsmodus na kalibratie
van de stuurknuppels.
NB: Als u de kalibratiemodus niet kunt afsluiten, verwijdert u de accu van de
zender en plaatst u deze weer terug. Hierdoor wordt het systeem gereset.
wc_tx003197nl_FM10.fm
88
Verwisselen van rollen (RTx-SC3) RT / RTx
6 Verwisselen van rollen (RTx-SC3)
6.1 De trommeluitbreidingen verwijderen
Inleiding
RTx-machines worden in de fabriek uitgerust met vier trommeluitbreidingen; één
bevestigd aan elke trommel. De algemene breedte van de trommels met
uitbreidingen is 820 mm. Door het verwijderen van de trommeluitbreidingen, kan
de gebruiker de algemene breedte van de trommels verlagen naar 560 mm, als
nodig voor het inpassen van specifieke taakvereisten.
Vereisten
De motor stopt en de machine voelt koel aan
Metrisch handgereedschap (moffen, sleutels, enz.)
Momentsleutel
Smalle afstrijkbalken
Loctite 243 of equivalent
Procedure
Voer de onderstaande procedure uit om de trommeluitbreidingen te verwijderen.
1. Verwijder de drie schroeven (g) en borgringen (h) en verwijder de brede
afstrijkbalk (a). Bewaar de schroeven (g) en borgringen (h) voor installatie van
de smalle afstrijkbalk, omschreven aan het einde van deze procedure.
Deze procedure wordt vervolgd op de volgende pagina.
wc_gr010670
ah
g
wc_tx003197nl_FM10.fm
89
RT / RTx Verwisselen van rollen (RTx-SC3)
Vervolg van de vorige pagina.
2. Verwijder de drie M16 x 25 schroeven (c).
3. Verwijder de drie M16 x 80 schroeven (d) en verwijder de trommeluitbreiding
(b).
4. Installeer de drie M16 x 80 schroeven (d) in de tapgaten van de
trommeluitbreiding. (Gebruik de gaten waar de M16 x 25 schroeven waren
geïnstalleerd.) Sla de trommeluitbreidingen, met de schroeven geïnstalleerd, op
voor toekomstig gebruik.
5. Installeer de M16 x 25 schroeven (c) op de getoonde locaties op de trommel.
Gebruik Loctite 243 of equivalent op de schroeven en draai ze aan tot 210 Nm
(123 ft.lbs.).
Deze procedure wordt vervolgd op de volgende pagina.
wc_gr010666
c
d
M16x25
M16x80
b
M16x25
wc_gr010671
M16x80
c
d
wc_tx003197nl_FM10.fm
90
Verwisselen van rollen (RTx-SC3) RT / RTx
Vervolg van de vorige pagina.
6. Installeer de smalle afstrijkbalk (f) met gebruik van de schroeven (g) en
borgringen (h) uit stap 1. Gebruik Loctite 243 of equivalent op de schroeven en
draai ze aan tot 86 Nm (63 ft.lbs.).
7. Herhaal de procedure voor elke trommel.
Resultaat
De trommeluitbreidingen zijn nu verwijderd.
f
h
g
wc_gr010672
wc_tx003197nl_FM10.fm
91
RT / RTx Verwisselen van rollen (RTx-SC3)
6.2 Brandstoffilters installeren
Inleiding
De algehele breedte van de trommels op de RTx-SC3 is 560 mm (22 in.). Door het
installeren van brandstoffilters, kan de gebruiker de algehele breedte van de
trommels verhogen naar 820 mm (32 in.), indien dit nodig is voor specifieke
taakvereisten.
Vereisten
De motor stopt en de machine voelt koel aan.
Metrisch handgereedschap (moffen, sleutels, enz.)
Momentsleutel
Brandstoffilters en montagehardware
Brede schrapers en montagehardware
Hefapparaat (krik of takel) met voldoende draagvermogen om de machine veilig
op te tillen.
De brandstoffilters installeren
Voer de hierna beschreven procedure uit om het brandstoffilter te installeren.
1. Gebruik een krik, een takel of een ander soort hefapparaat om het vooreinde
van de machine op te tillen totdat de voorste trommel 25–50 mm (1–2 in.) van
de grond staat. Houd het andere uiteinde in contact met de grond voor stabiliteit.
2. Verwijder de smalle schraper (f) van de voorste trommel. Sla de schraper op
voor gebruik in de toekomst, maar houd de schroeven (g) en sluitringen (h)
beschikbaar. U hergebruikt de schroeven en sluitringen om de brede schraper
aan het einde van deze procedure te installeren.
Deze procedure wordt vervolgd op de volgende pagina.
wc_gr009889
f
g
h
wc_tx003197nl_FM10.fm
92
Verwisselen van rollen (RTx-SC3) RT / RTx
Vervolg van de vorige pagina.
3. Verwijder (3) M16 x 25 schroeven (c) als getoond van elk uiteinde van de
voorste trommel.
4. Installeer een brandstoffilter (b) aan elk uiteinde van de voorste trommel. Lijn de
montageopeningen uit als getoond in de weergave "A" hieronder.
NB: Wanneer u de montageopeningen uitlijnt, moet u ervoor zorgen dat de
schapenvoetnokken op de trommel en het brandstoffilter van elkaar zijn
verschoven.
5. Maak het brandstoffilter vast met (3) M16 x 80 schroeven (d) op de locaties die
worden getoond in de weergaven "A" en "B" hieronder. Draai schroeven vast tot
een koppel van 167 Nm.
6. Bewaar (3) M16 x 25 schroeven (c) als getoond in de getapte
plaatshouderopeningen.
Deze procedure wordt vervolgd op de volgende pagina.
wc_gr010011
c
c
c
c
b
d
wc_gr009890
c
d
c
d
d
c
c
A B
wc_tx003197nl_FM10.fm
93
RT / RTx Verwisselen van rollen (RTx-SC3)
Vervolg van de vorige pagina.
7. Installeer de brede schraper (a) met gebruik van de schroeven (g) en sluitringen
(h) uit stap 1. Draai de schroeven vast tot een koppel van 98 Nm.
8. Herhaal de installatieprocedure op de achterste trommel, beginnend bij stap 1,
waarbij u nu het achtereinde van de machine optilt.
Resultaat
De brandstoffilters zijn nu geïnstalleerd.
wc_gr009892
a
g
h
wc_tx003819nl_FM10.fm
94
Algemeen onderhoud RT / RTx
7 Algemeen onderhoud
7.1 Onderhoudsschema
In de volgende tabel worden de fundamentele onderhoudstaken voor de machine
vermeld. Taken met een vinkje kunnen door de gebruiker worden uitgevoerd.
Taken met een vierkantje vereisen een speciale training en gespecialiseerd
gereedschap.
1
Motorolie na de eerste 100 uur gebruik verversen.
Wals
Dagelijks
vóór
opstarten
Om de
100
uur
Om de
500 uur
of 1 jaar
Om de
1000 uur
of 2
jaar
Controleer op losse of ontbrekende
bevestigingsmiddelen.
Zo nodig vervangen.
Hydraulische olie controleren. Bijvullen tot
correct niveau.
Bedieningskast / zender schoonmaken.
Verifieer dat de ontvangstogen snel
knipperen wanneer deze worden benaderd
door de operator.
Scharnierende verbinding smeren.
Smeren van stuurcilinder.
Filter in retourleiding van hydraulisch
systeem vervangen.
1
Hydraulische vloeistof vervangen.
wc_tx003819nl_FM10.fm
95
RT / RTx Algemeen onderhoud
7.2 Vereisten hydraulische olie
Wacker Neuson beveelt het gebruik aan van een goede anti-slijtage hydraulische
olie, op basis van aardolie, in het hydraulische systeem van dit toestel. Goede anti-
slijtage hydraulische oliën bevatten speciale additieven om oxidatie te
verminderen, schuimen te voorkomen en ze zorgen voor een goede
waterafscheiding.
Zorg ervoor om anti-slijtage-eigenschappen te specificeren bij de keuze van
hydraulische olie voor uw machine. De meeste verdelers van hydraulische olie
zullen bijstand verlenen bij het vinden van de juiste hydraulische olie voor uw
machine.
Vermijd vermenging van hydraulische oliën van verschillende merken en
kwaliteiten.
De meeste hydraulische oliën zijn verkrijgbaar in verschillende viscositeiten.
Het SAE-getal voor een olie wordt enkel gebruikt voor aanduiding van de
viscositeit — het is geen aanduiding van het type olie (motor, hydraulica,
versnelling, enz.).
Zorg er bij de keuze van een hydraulische olie voor, dat ze overeenstemt met de
gespecificeerde SAE-viscositeitsgraad en bestemd is om gebruikt te worden als
hydraulische olie. Zie Technische gegevens - Smering.
wc_tx003819nl_FM10.fm
96
Algemeen onderhoud RT / RTx
7.3 Het peil van de hydraulische olie controleren.
Een peilglas voor het niveau van de hydraulische olie (a) bevindt zich op het
reservoir in de achtersectie van de machine.
Controleer terwijl de machine uitgeschakeld is of het hydraulische oliepeil zichtbaar
is bij het middelste peil of hoger in het kijkglas. Als dat niet het geval is, moet zoals
benodigd olie worden toegevoegd door de filterbehuizing bovenop het
hydraulische reservoir. Gebruik uitsluitend schone hydraulische olie.
Maak de bovenkant van de vuldop (b) grondig schoon, voordat hij van het reservoir
wordt verwijderd. Er dient te worden opgepast dat er geen kleine vuildeeltjes in het
systeem komen.
LET OP
Indien voortdurend hydraulische olie moet worden bijgevuld, controleer dan de
slangen en aansluitingen op mogelijke lekken. Herstel hydraulische lekken
onmiddellijk, om schade te voorkomen aan hydraulische onderdelen.
Probeer het ontluchtingsdeksel niet te verwijderen van het hydraulisch reservoir.
a
b
wc_gr012190
wc_tx003819nl_FM10.fm
97
RT / RTx Algemeen onderhoud
7.4 Hydraulische olie en filter vervangen.
Vereisten
Container van geschikte omvang om olie op te vangen
Verse olie
Een nieuw filterelement
NB: Leg in het belang van de milieubescherming een stuk plastic en een
opvangbak onder de machine om de vloeistof die wegstroomt in op te vangen.
Ruim deze vloeistof op gepaste wijze op.
Vervanging van hydraulische olie:
1. Verwijder de aftapplug (a) onderaan het chassis en laat de hydraulische
vloeistof wegstromen.
Deze procedure wordt vervolgd op de volgende pagina.
wc_gr012217
a
wc_tx003819nl_FM10.fm
98
Algemeen onderhoud RT / RTx
Vervolg van de vorige pagina.
2. Maak het filterdeksel (b) schoon.
3. Verwijder het filterdeksel en het filterelement (c); trek de filterbehuizing (d)
omlaag.
NB: Terwijl u het filterelement verwijdert en de filterbehuizing omlaag trekt, moet u
ervoor zorgen dat u de juiste locatie van alle afsluitende o-ringen onthoudt.
LET OP: Om machineschade te vermijden moet u uiterst voorzichtig te werk gaan
en ervoor zorgen dat niets in de reservoirbehuizing (e) valt wanneer het filterdeksel
verwijderd is.
4. Installeer de aftapplug weer.
5. Vul reservoir via filterhuis met zuivere hydraulische olie.
6. Installeer nieuw filterelement zoals getoond op afbeelding.
7. Vervang de o-ringen, onderste filterbehuizing en het filterdeksel.
wc_gr012191
e
c
d
b
wc_tx003819nl_FM10.fm
99
RT / RTx Algemeen onderhoud
7.5 Scharnierende verbinding, stuurcilinder en motorkapscharnieren
Smeer de lagerblokken (a) boven en onder en de cilinder scharnierkoppelingen (b)
om de 100 uur met een handvetspuit. Cilinder scharnierkoppelingen zijn
bereikbaar via gaten aan de zijkant van de machine (c).
Gebruik Mobil XHP222 of gelijkwaardig nummer 2, algemeen gebruiksvet.
wc_gr012192
c
b
a
c
a
wc_tx003819nl_FM10.fm
100
Algemeen onderhoud RT / RTx
7.6 SmartControlTM zender reinigen
De zender en knoppen zijn volledig afgesloten om stof en vocht buiten te houden;
toch zou contact met water tot een minimum beperkt moeten worden. Zelfs een
kleine hoeveelheid vocht kan verbindingen en contacten doen roesten. Vermijd de
zender in water te dompelen en reinig hem niet met water onder druk.
Om de zender te reinigen:
1. Was de zender af met een vochtige doek. Laat hem aan de lucht drogen.
2. Gebruik lagedruk perslucht om vuil en stof te verwijderen dat rond de knoppen
achterblijft.
wc_tx003819nl_FM10.fm
101
RT / RTx Algemeen onderhoud
7.7 Schraapstangen
Afstrijkbalken (a) zijn voorzien op alle vier cilinders om te voorkomen dat vuil zich
opstapelt op de cilinderoppervlakken. Deze afstrijkbalken zouden gecontroleerd en
bijgeregeld moeten worden zoals nodig, om zoveel mogelijk vuil van de cilinders te
verwijderen.
Afstelling van een afstrijkbalk:
Draai de drie schroeven los die iedere afstrijkbalk aan het cilindergietstuk
vastmaken. Plaats de afstrijkbalk op een afstand van 3–6mm tot de cilinder. Draai
de schroeven vast en zet de machine in beweging om te controleren of de
afstrijkbalk niet tegen het cilinderoppervlak aan schuurt.
7.8 Wielophanging
Inspecteer de schokdempers van de cilinders (a) om de 300 uren op
scheurvorming, splijten of lijnvorming. Vervang schokdempers zoals noodzakelijk.
LET OP: De schokdempers isoleren het bovengedeelte van de machine voor de
hevige trillingen geproduceerd in de cilinders. Bediening van de machine met
beschadigde schokdempers gedurende een langere tijdsperiode kan uiteindelijk
andere onderdelen van de machine beschadigen.
wc_gr012193
a
wc_gr012195
a
a
a
wc_tx003819nl_FM10.fm
102
Algemeen onderhoud RT / RTx
7.9 Onderhoud van de accu
Veiligheidsmaatregelen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om ernstige schade aan het
elektriciteitssysteem te voorkomen.
Koppel de accu niet los terwijl de machine draait.
Probeer nooit de machine te gebruiken zonder een accu.
Niet proberen de machine met startkabels te starten.
Voor het geval de accu van de machine leeg is, moet deze door een volledig
opgeladen accu worden vervangen of opnieuw worden geladen met de juiste
acculader.
Gooi gebruikte accu’s weg volgens de lokale milieuvoorschriften.
Accuaansluitingen
De accu aansluiten:
1. Plaats alle elektrische schakelaars in de OFF-stand.
2. Sluit de positieve (+) accukabel aan op de accu.
3. Sluit de negatieve (-) accukabel aan op de accu.
De accu loskoppelen:
1. Zet de motor af.
2. Plaats alle elektrische schakelaars in de OFF-stand.
3. Koppel de negatieve (-) accukabel los van de accu.
4. Koppel de positieve (+) accukabel los van de accu.
De accuconditie onderhouden
Volg de aanbevelingen van de fabrikant m.b.t. onderhoud van de accu.
Houd accuaansluitingen schoon en zorg dat verbindingen goed vastzitten.
Maak de kabels zo nodig beter vast en smeer de kabelklemmen met vaseline.
Houd de accu volledig geladen om starten bij koud weer te verbeteren.
WAARSCHUWING
Ontploffingsgevaar. Uit een accu kan explosief waterstofgas vrijkomen.
Houd alle vonken en vlammen uit de buurt van de accu.
Accucontactpennen niet kortsluiten.
wc_tx003819nl_FM10.fm
103
RT / RTx Algemeen onderhoud
7.10 De brandstoffilter/waterafscheider aftappen—Alleen Kohler
motoren
Procedure
Volg onderstaande procedure voor het aftappen van de brandstoffilter/
waterafscheider.
1. Plaats een geschikte verzamelbak onder de brandstoffilter (a).
2. Draai de dop (b) onderin de brandstoffilter los. Dit maakt het mogelijk water
en sediment door het gat in de dop af te tappen.
3. Draai de dop opnieuw vast.
4. Verwijder de verzamelbak voorzichtig en gooi de inhoud weg volgens
de plaatselijke wettelijke milieuvoorschriften.
wc_gr012197
a
b
wc_tx003819nl_FM10.fm
104
Algemeen onderhoud RT / RTx
7.11 De waterafscheider van het brandstoffilter onderhouden—Alleen
voor Kubota motoren
Vereisten
De motor is uitgeschakeld
Een geschikt recipiënt de het afgetapte water/brandstof op te vangen.
Nieuw filter
De filterkom laten leeglopen
Volg onderstaande procedure om de waterafscheider van het brandstoffilter te
laten leeglopen.
1. Lokaliseer de afvoerklep (a) op de waterafscheider van het brandstoffilter.
2. Plaats een geschikte verzamelbak onder de afvoerklep.
3. Open de afvoerklep door hem tegen de klok in te draaien. U kunt nu de
brandstof/het water laten aftappen.
4. Sluit na het aftappen de afvoerklep.
NB: Gooi de afgetapte brandstof/het water weg volgens de lokale wettelijke
milieuvoorschriften.
Het filter vervangen
Volg onderstaande procedure om het filter te vervangen.
1. Trek het filter (b) de filterkom (c) (als montage) uit de behuizing (d).
Deze procedure wordt vervolgd op de volgende pagina.
wc_gr012416
c
b
a
d
wc_tx003819nl_FM10.fm
105
RT / RTx Algemeen onderhoud
Vervolg van de vorige pagina.
2. Schroef de kom los van het filter. Gooi het filter weg.
3. Plaats een nieuw filter op de behuizing.
4. Installeer de filterkom weer terug.
7.12 Ontluchten van het brandstofsysteem—Alleen Kohler motoren
Indien de brandstoftank volledig leeg werd gereden of werd afgetapt voor
onderhoud, zal manueel voorinspuiten van het brandstofsysteem noodzakelijk zijn.
Het brandstofsysteem voorinspuiten:
1. Draai zowel de contactsleutel op de machine als de aan-uit schakelaar op het
bedieningspaneel, in de “aan” stand. Dit zal de brandstofklep doen open gaan.
2. Draai de aftapschroef op de brandstoffilter los en pomp met de handel op de
brandstofpomp (a) totdat brandstof overvloedig uit de aftapschroef stroomt.
Draai de aftapschroef vast.
3. Herhaal deze procedure voor de aftapschroef op de brandstofleiding (b).
wc_gr012198
a
b
wc_tx003819nl_FM10.fm
106
Algemeen onderhoud RT / RTx
7.13 Opslag
Laat de wals gedurende de nacht nooit achter in een sloot, greppel of ander laag
liggend gebied dat onder water zou kunnen lopen tijdens een hevige regenbui.
Parkeer de wals op een vlak horizontaal oppervlak, uit de buurt van
verkeerspatronen en congestie Indien de wals toch op een helling moet
geparkeerd worden, zet de cilinders dan vast om iedere kans op beweging te
voorkomen.
Indien de wals op de werkplek wordt achtergelaten, denk er dan aan om de sleutel
te verwijderen en het deksel van het bedieningspaneel en de motorkap af te sluiten
om vandalenstreken te voorkomen Zowel de motorkap voor- als achteraan en de
toegangsafscherming zijn voorzien van een sluitring (a) voor afsluiting met een
hangslot.
Indien gewenst, kan de SmartControl uit de wals verwijderd en afzonderlijk
bewaard worden.
wc_gr012196
a
a
wc_tx003819nl_FM10.fm
107
RT / RTx Algemeen onderhoud
7.14 Opslag op lange termijn
Inleiding
Langdurige opslag van apparatuur vereist preventief onderhoud. Het uitvoeren van
deze stappen helpt de machine-onderdelen te beschermen en te verzekeren dat
de machine klaar is voor toekomstig gebruik. Al deze stappen zijn niet
noodzakelijkerwijs op deze machine van toepassing, maar de basisprocedures zijn
desondanks dezelfde.
Wanneer
Maak uw machine klaar voor langdurige opslag wanneer hij gedurende 30 dagen
of langer niet gebruikt gaat worden.
Klaarmaken voor opslag
Volg de onderstaande procedures om uw machine klaar te maken voor opslag.
Voltooi alle benodigde reparaties.
Ververs of vervang waar nodig de olie (motor, bekrachtiging, hydraulische kast
en versnellingsbak) volgens de in de Geplande onderhoudstabel
gespecificeerde tijdsintervallen.
Smeer alle fittingen en pak de lagers opnieuw samen, indien van toepassing.
Inspecteer de motorkoelvloeistof. Vervang de koelvloeistof als het er troebel
uitziet, meer dan zes maanden oud is of niet aan de gemiddelde laagste
temperatuur in uw gebied voldoet.
Als uw machine met een motor met brandstofklep is uitgerust, moet de motor
worden gestart, de brandstofklep worden gesloten en moet u de motor laten
draaien totdat hij stopt.
Raadpleeg de gebruikershandleiding voor de motor voor instructies over het
klaarmaken van de motor voor opslag.
De brandstof stabiliseren
Nadat de hierboven vermelde procedures voltooid zijn, moet de brandstoftank
volledig worden gevuld en een stabilisatiemiddel van de hoogste kwaliteit aan de
brandstof worden toegevoegd.
Kies een stabilisatiemiddel dat reinigingsmiddelen en -additieven bevat die zijn
bedoeld om de cilinderwanden te coaten/beschermen.
Zorg ervoor dat het stabilisatiemiddel dat u gebruikt compatibel is met de
brandstof in uw gebied en met het brandstoftype, de kwaliteit en het
temperatuurbereik. Geen extra alcohol toevoegen aan brandstoffen die al
alcohol bevatten (bijvoorbeeld E10).
Deze procedure wordt vervolgd op de volgende pagina.
wc_tx003819nl_FM10.fm
108
Algemeen onderhoud RT / RTx
Vervolg van de vorige pagina.
Voor dieselmotoren moet een stabilisatiemiddel met een biocide
(verdelgingsmiddel) worden gebruikt om de groei van bacteriën en fungi te
beperken of te voorkomen.
Voeg de juiste hoeveelheid stabilisatiemiddel toe volgens de aanbevelingen van
de fabrikant.
De machine opslaan
Voer de volgende resterende stappen uit voor het opslaan van uw machine.
Was de machine en laat hem drogen.
Zet de machine op een schone, droge en veilige opslagplaats. Blokkeer de
wielen of gebruik wiggen om beweging van de machine te voorkomen.
Gebruik zoals benodigd wat touch-up verf om onbeschermd metaal tegen roest
te beschermen.
Als de machine een accu heeft, moet die worden verwijderd of ontkoppeld.
LET OP: De accu laten bevriezen of volledig laten ontladen zal waarschijnlijk
blijvende schade veroorzaken. Terwijl de machine niet wordt gebruikt moet de accu
periodiek worden opgeladen. In koude klimaten moet de accu binnenshuis of op
een warme locatie worden opgeslagen en geladen.
Dek de machine af. De banden en andere onbeschermde uit rubber
vervaardigde onderdelen moeten tegen het weer worden beschermd. Ze
moeten worden afgedekt of er moet een voorhanden zijnd beschermingsmiddel
worden gebruikt.
wc_tx003819nl_FM10.fm
109
RT / RTx Algemeen onderhoud
7.15 Machine Afvalverwijderingl / Ontmanteling
Inleiding
Nadat de machine aan het einde van de nuttige gebruiksduur is gekomen, moet
deze op geschikte wijze worden ontmanteld. Een verantwoordelijke behandeling
van recycleerbare onderdelen, zoals plastic en metaal zorgt ervoor dat deze
materialen kunnen worden hergebruikt, waardoor strotplaats wordt behouden en
waardevolle natuurlijke hulpbronnen.
Verantwoordelijke afvalverwijdering voorkomt ook dat giftige chemicaliën en
materialen het milieu beschadigen. De operationele vloeistoffen in deze machine,
waaronder brandstof, motorolie, hydraulische olie en vet, kunnen op vele plaatsen
worden beschouwd als gevaarlijk afval. Lees en volg de plaatselijke veiligheids- en
mileiureglementen voor de afvalverwijdering van contrustiemateriaal voordat u
deze machine ontmantelt.
Voorbereiding
Voer de volgende taken uit om de machine voor te bereiden voor afvalverwijdering.
Verplaats de machine naar een beschermde omgeving waar hij geen gevaar
loopt en er geen toegang tot is voor niet geautoriseerde individuen.
Zorg ervoor dat de machine niet kan worden bediend tussen de tijd van de
laatste bediening en e de afvalverwijdering.
Tap alle vloeistoffen af, inclusief brandstof, motorolie en de hydraulische olie.
Afdichtings- en vloeistoflekken
Afvalverwijdering
Voer de hierna beschreven taken uit om de machine te verwijderen.
Haal de machine uit elkaar en orden de onderdelen per materiaaltype.
Verwijder de recycleerbare onderdelen volgens de plaatselijke wetgeving.
Verwijder alle niet-gevaarlijke onderdelen die niet gerecycleerd kunnen worden.
Verwijder de afgetapte brandstof, olie en vet volgens de huidige wettelijke
milieubeschermingsvoorschriften.
wc_tx003649nl_FM10.fm
110
Motoronderhoud: Kohler (T4f)
8 Motoronderhoud: Kohler (T4f)
De informatie in dit hoofdstuk komt uit Kohler-materiaal dat onder het auteursrecht
valt.
De viscositeit van de motorolie is een belangrijke factor bij het bepalen van de
juiste motorolie voor uw machine. Gebruik een motorolie met de juiste viscositeit
op basis van de verwachte buitentemperatuur. Zie onderstaande tabel.
WAARSCHUWING
De meeste gebruikte vloeistoffen van deze machine, zoals olie, benzine, vet, enz.,
bevat kleine hoeveelheden materiaal die kanker en andere gezondheidsproblemen
kunnen veroorzaken bij inhalatie, inslikken of bij langdurig contact met de huid.
Neem maatregelen om inhalatie of inslikken van gebruikte vloeistoffen te
voorkomen.
Na blootstelling aan gebruikte vloeistoffen, moet de huid grondig worden
gewassen.
wc_tx003649nl_FM10.fm
111
Motoronderhoud: Kohler (T4f)
SAE 20W
SAE 30
SAE 40
SAE 10W-30
SAE 10W-40
SAE 10W-60
SAE 15W-40*
SAE 15W-40**
SAE 20W-60**
SAE 5W-30***
SAE 10W-30***
-22
-30
-13
-25
-4
-20
5
-15
14
-10
23
-5
32
0
41
5
50
10
59
15
68
20
77
25
86
30
95
35
104
40
113
45
SAE 10W
122
50
-31
-35
-40
-40
*
Mineraalbasis
**
Half-synthetische basis
***
Synthetische basis
SAE-viscositeitwaarde
OLIECLASSIFICATIES van API/MIL
BENZINE
CF CE CD CC SC SD SESFSG
L- 46152 D / E
SH
API
SJ
SLCH-4 CG-4 CF-4
MIL
CF-2
DIESEL
VEROUDERD
ACTUEEL
770005_NL
wc_tx003649nl_FM10.fm
112
Motoronderhoud: Kohler (T4f)
De onderhoudstabel(len) voor de motor in dit hoofdstuk werden gekopieerd uit de
gebruikershandleiding van de motor. Zie voor meer informatie de
gebruikershandleiding van de motor.
OMSCHRIJVING WERKING
FREQUENTIE x UUR
Oliepeil
Koelmiddelpeil
Radiatorkern
Brandstofleidingen
Luchtfilter paneel (droog type)
Externe luchtfilter (droog type)
Riemspanning ventilator/dynamo
(***)
(***)
(*)
CONTROLEREN
GEWOON ONDERHOUD
10 250 300 500 1000 5000 10000
(***) - Controleer het papier op vuile, loszittende of beschadigde onderdelen overeenkomstig het onderhoudsschema. Afhankelijk van de omgeving waarin de motor wordt gebruikt,
moet u het filter vaker einigen en vervangen, vooral bij stoffige en vuile condities.
770002_NL
wc_tx003649nl_FM10.fm
113
Motoronderhoud: Kohler (T4f)
CONTROLEREN
Koelslangen
Rubberen invoerslang (luchtfilter en invoerspruitstuk) voor motors met externe luchtfilter
Klepspeling
Reiniging en afstelling injector
De radiateur spoelen
Brandstoftank reinigen
(*)
(**)
OMSCHRIJVING WERKING
FREQUENTIE x UUR
10 250 300 500 1000 5000 10000
770003_NL
wc_tx003649nl_FM10.fm
114
Motoronderhoud: Kohler (T4f)
VERVANGING
OMSCHRIJVING WERKING
(°)
FREQUENTIE x UUR
Motorolie (°)
Oliefilter
Brandstoffilter
Dynamoriem
Koelmiddel
Brandstofleidingen
Rubberen invoerslang (luchtfilter in invoerspruitstuk)
Koelslangen
Timingriem
Droge luchtreiniger, extern patroon
Filterelement, luchtfilter paneel
10 250 300 500 1000 5000 10000
- Als u olie van een lagere dan de voorgeschreven kwaliteit gebruikt, dan moet u het om de 125 uur vervangen voor het standaard oliereservoir, en om de 150 uur voor het
verbeterde oliereservoir.
Na zes reinigingscontroles
Elke 4000 uur of 4 jaar
(*)
(*)
(*)
(**)
(**)
(**)
(****)
(**)
(**)
(***)
770004_NL
wc_tx003910nl_FM10.fm
115
Motoronderhoud: Kubota D902
9 Motoronderhoud: Kubota D902
De viscositeit van de motorolie is een belangrijke factor bij het bepalen van de
juiste motorolie voor uw machine. Gebruik een motorolie met de juiste viscositeit
op basis van de verwachte buitentemperatuur. Zie onderstaande tabel.
WAARSCHUWING
De meeste gebruikte vloeistoffen van deze machine, zoals olie, benzine, vet, enz.,
bevat kleine hoeveelheden materiaal die kanker en andere gezondheidsproblemen
kunnen veroorzaken bij inhalatie, inslikken of bij langdurig contact met de huid.
Neem maatregelen om inhalatie of inslikken van gebruikte vloeistoffen te
voorkomen.
Na blootstelling aan gebruikte vloeistoffen, moet de huid grondig worden
gewassen.
De motorolie moet MIL-L-2104C zijn of de eigenschappen
bevatten van API-classificatie CF of hoger.
Wijzig de soort motorolie afhankelijk van
de omgevingstemperatuur.
SAE30 of SAE10W-30
SAE15W-40
SAE10W-30 of SAE15W-40
Olieviscositeit
770059_NL
Boven 25°C (77°F)
-10°C tot 25°C
(14°F tot 77°F)
SAE10W-30Onder -10°C (14°F)
Als u een olie gebruikt die anders is dan de vorige,
laat dan alle vorige olie eerst weglopen voordat
u de nieuwe motorolie toevoegt.
BELANGRIJK:
wc_tx003910nl_FM10.fm
116
Motoronderhoud: Kubota D902
De onderhoudstabel(len) voor de motor in dit hoofdstuk werden gekopieerd uit de
gebruikershandleiding van de motor. Zie voor meer informatie de
gebruikershandleiding van de motor.
ONDERHOUD
ONDERHOUDSINTERVALLEN
Bekijk onderstaande gegevens voor herstel en onderhoudsbeurten.
Interval Product
Ref.
pagina
Om de 50 uur 13 @
Zie N.B.
Om de 100 uur
Reinigen luchtfilterelement 19 *1 @
Reinigen brandstoffilter 14
Controle spanning ventilatorriem 20
Aftappen waterafscheider -
Om de 200 uur
Oliefiltercarter vervangen (afhankelijk van
de oliepan)
16
Controle inlaatluchtleiding - @
Om de 200 bedrijfsuren
of om de zes
maanden
Controle van de radiatorleidingen en klembanden 18
Om de 400 uur
Vervangen van het brandstoffilterelement 14 @
Reinigen waterafscheider of brandstoftank -
Om de 500 uur
Reinigen koelmantel (binnenkant radiator) -
-
Vervangen ventilatorriem 20
elk jaar of om de 6
reinigingen van het
luchtfilterelement
Vervangen van het luchtfilterelement 19 *2 @
Om de 800 uur
-*3
Om de 1500 uur
Om de 3000 uur - *3 @
Om de 2 jaar
Vervangen van de radiatorleidingen en klembanden
Vervangen van de brandstofslangen en -klemmen 13 *3 @
Vervangen radiatorkoelmiddel (L.L.C.) 16
Vervangen van de inlaatluchtleiding - *4 @
De taken die aangeduid zijn met moeten worden uitgevoerd na de eerste 50 bedrijfsuren.
*1 het luchtfilter moet vaker worden gereinigd in stoffige omgevingen dan in normale omgevingen.
*2 Na 6 keer reinigen.
*3 Neem contact op met uw dichtstbijzijnde KUBOTA-verdeler voor deze dienst.
*4 vervang alleen indien echt nodig.
De items hierboven (gemarkeerd met @) zijn geregistreerd als emissierelevante kritische onderdelen door
KUBOTA in de US EPA nonroad emissieregelgeving. Als de motoreigenaar bent u verantwoordelijk voor
het uitvoeren van de vereiste onderhoudswerkzaamheden aan de motor volgens bovenstaande instructies.
Gelieve de garantieverklaring grondig te bekijken.
770060_NL
Controle van de brandstofleidingen en klembanden
*3 @
Controle injectiedruk van de brandstofinjectiesproeikop
Controleren van de klepspeling
Controle injectiepomp
Verversen motorolie (afhankelijk van de oliepan)
14,15
18
BELANGRIJK:
wc_tx003910nl_FM10.fm
117
Motoronderhoud: Kubota D902
LET OP: Bij Kubota-machines kan er synthetische olie gebruikt worden. Wanneer
u synthetische olie gebruikt is het olieverversinterval 500 uur.
Verversinterval voor motorolie en oliefiltercarter.
*Oliepandiepte
*101 mm
(3,98 inch)
121 mm
(4,76 inch)
Z602-E4
D902-E4
Motorolie
50 uur (Initieel)
-100 uur
Oliefiltercarter
Z482-E4
D722-E4
Motorolie
50 uur (Initieel)
75 uur 100 uur
Oliefiltercarter
D782-E4
Motorolie
-
50 uur (Initieel)
100 uur
Oliefiltercarter
770061_NL
* 101 mm (3,98 inch) oliepandiepte is optioneel voor Z482-E4 en D722-E4.
**Standaard verversinterval
Classificatie American Petroleum Institute (API): boven CF-4 grade
Omgevingstemperatuur: onder 35°C (95°F)
N.B.
200 uur
150 uur
200 uur
200 uur
wc_tx003864nl_FM10.fm
118
Foutoplossing RT / RTx
10 Foutoplossing
Probleem Reden Oplossing
Motor start
niet
Brandstoftank is leeg Vullen met nr. 2 dieselbrandstof en
brandstofleidingen ontluchten.
Verkeerd type brandstof Tank laten leeglopen, brandstoffilter
vervangen en met verse brandstof vullen.
Water in de brandstof. Het water uit de brandstoffilter aftappen.
Oude brandstof Tank laten leeglopen, brandstoffilter
vervangen en met verse brandstof vullen.
Brandstofsysteem niet geïnjecteerd Brandstofsysteem injecteren.
Brandstoffilter geblokkeerd of verstopt. Het brandstoffilter vervangen.
Accuaansluitingen los of verroest. Aansluitingen controleren. Als noodzakelijk
vastzetten of reinigen.
Lege accu. Accu opladen of vervangen.
Motoroliepeil te laag. Motorolie toevoegen.
Luchtreinigingselement verstopt Luchtreiniger onderhouden.
Defecte startmotor Repareren of vervangen.
Defecte startknop op bedieningspaneel of
zender
Repareren of vervangen.
Brandstofrelais op motor buiten werking.
(Alleen Kohler-aangedreven machines)
Repareren of vervangen.
Niet werkende stopsolenoïde aan motor
(Alleen Kubota-aangedreven machines)
Repareren of vervangen.
Startmotorrelais werkt niet Repareren of vervangen.
Elektrische aansluitingen los of gebroken. Aansluitingen controleren; repareren of
vervangen.
Machine buiten infraroodbereik. Zender dichter bij de machine zetten.
Zender- en decoderkanalen zijn verschillend. Zender en decoder op hetzelfde kanaal
instellen.
Communicatiefout Zie onderwerp Communicatiefouten.
Motor start en
stopt
vervolgens
Brandstoftank is leeg Vullen met nr. 2 dieselbrandstof en
brandstofleidingen ontluchten.
Brandstoffilter geblokkeerd of verstopt. Het brandstoffilter vervangen.
Brandstofleidingen gebroken of los. Brandstofleidingen controleren; als nodig
vastmaken, repareren of vervangen
Machine buiten infraroodbereik. Zender dichter bij de machine zetten.
Zender automatisch uitgeschakeld vanwege
inactiviteit.
Zender aanzetten.
wc_tx003864nl_FM10.fm
119
RT / RTx Foutoplossing
Geen vibratie Machine in bewegingsmodus met hoge
snelheid.
Machinesnelheid verlagen, vervolgens
drukken op trillingsschakelaar.
Defecte trillingsschakelaar of slechte
verbinding binnen zender
Verbinding controleren; als nodig
repareren of vervangen.
Solenoïde op de vibratieklep buiten werking. Repareren of vervangen.
Beschadigde bekrachtiging Repareren of vervangen.
Beschadigde koppeling bekrachtigingmotor Repareren of vervangen.
Beschadigde bekrachtigingmotor Repareren of vervangen.
Beschadigde bekrachtigingpomp Repareren of vervangen.
Machine buiten infraroodbereik. Zender dichter bij de machine zetten.
Operator bevindt zich te dicht bij de machine. Verwijderen van de machine.
Communicatiefout Zie onderwerp Communicatiefouten.
Geen
beweging of
alleen
beweging in
één richting
Defecte vooruit/achteruit-schakelaar of
slechte verbinding binnen zender
Verbinding controleren; als nodig
repareren of vervangen.
Solenoïde op bewegingsklep buiten werking. Repareren of vervangen.
Beschadigde aandrijfversnellingsbak Repareren of vervangen.
Losse, gebroken of verroeste
draadverbindingen binnen bedieningspaneel
of zender
Repareren of vervangen.
Beschadigde aandrijfmotor Repareren of vervangen.
Beschadigde aandrijfpomp Repareren of vervangen.
Machine buiten infraroodbereik. Zender dichter bij de machine zetten.
Operator bevindt zich te dicht bij de machine. Verwijderen van de machine.
Communicatiefout Zie onderwerp Communicatiefouten.
Geen
verplaatsding
met hoge
snelheid
Defecte vooruit/achteruit-schakelaar of
slechte verbinding binnen zender
Verbinding controleren; als nodig
repareren of vervangen.
Solenoïde op spruitstuk buiten werking Repareren of vervangen.
Losse, gebroken of verroeste
draadverbindingen binnen bedieningspaneel
of zender
Repareren of vervangen.
Beschadigde bekrachtigingpomp Repareren of vervangen.
Trilling is ingeschakeld. Trilling uitschakelen.
Machine buiten infraroodbereik. Zender dichter bij de machine zetten.
Operator bevindt zich te dicht bij de machine. Verwijderen van de machine.
Communicatiefout Zie onderwerp Communicatiefouten.
Probleem Reden Oplossing
wc_tx003864nl_FM10.fm
120
Foutoplossing RT / RTx
1
Neem contact op met een bevoegde Wacker Neuson dealer/servicecentrum
10.1 De hydraulische druk controleren
Voor het controleren van de hydraulische druk, zijn er twee testpoorten voorzien
(zie het onderwerp Hydraulisch spruitstuk ):
Testpoort dynamo (G-EP)
Testpoort aandrijving (G-DP)
Geen
besturing
Defecte links/rechts-joystickschakelaar of
slechte verbinding binnen zender
Verbinding controleren; als nodig
repareren of vervangen.
Solenoïde op stuurklep buiten werking. Repareren of vervangen.
Losse, gebroken of verroeste
draadverbindingen binnen bedieningspaneel
of zender
Repareren of vervangen.
Beschadigde stuurcilinder Repareren of vervangen.
Vergrendelstang gekoppeld Vergrendelstang ontkoppelen.
Machine buiten infraroodbereik. Zender dichter bij de machine zetten.
Operator bevindt zich te dicht bij de machine. Verwijderen van de machine.
Communicatiefout Zie onderwerp Communicatiefouten.
LED‘s van het
Compatec
samendruksy
steem blijven
knipperen
(indien
geïnstalleerd)
Defecte sensor Repareren of vervangen.
1
Probleem Reden Oplossing
Druk hoge vibratie Druk lage vibratie
2.500 ± 100 psi (172 ± 7 bar) 1.200 ± 100 psi (83 ± 7 bar)
Joystick volledig in de voorwaartse positie
3.000 ± 100 psi (207 ± 7 bar)
wc_tx003864nl_FM10.fm
121
RT / RTx Foutoplossing
10.2 Hydraulisch verdeelstuk
Ref. Beschrijving Ref. Beschrijving
1 Lage klep dynamo 9 Ontlastklep besturing
2 Hoge klep dynamo 10 Omloopklep besturing
3 Slagklep hoge snelheid 11 Aandrijfklep
4 Centrale ontlastklep dynamo 12 Stuurklep
5 Ontlastklep bekrachtiger 13 Klep tegengewicht aandrijving
vooraan
6 Ontlastingsklep aandrijving 14 Klep tegengewicht aandrijving
vooraan
7 Remklep 15 Testpoort aandrijving
8 Drukverlagingsklep remmen 16 Testpoort dynamo
3
4
5
2
6
1
13
12
11
10
9
7
8
16
14
15
wc_gr012977
wc_td000626nl_FM10.fm
122
Technische gegevens RT / RTx
11 Technische gegevens
11.1 Motor
1
Nettovermogen volgens ISO 3046/1. Het feitelijke vermogensrendement kan vanwege de
specifieke gebruikscondities variëren.
2
Nettovermogen volgens SAE J1995. Het feitelijke vermogensrendement kan vanwege de
specifieke gebruikscondities variëren.
Machine RT82-SC3 / RTx-SC3
Motortype 3-cilinder, 4-takt,
vloeistofgekoelde dieselmotor
Motormerk Kohler Kubota
Motormodel KDW 1003 D902
Nominaal vermogen kW (pk) 14,8 (19,8) @ 3.000 tpm
1
15,5 (20,5) @ 3.000 tpm
2
Categorie emissienorm Tier 4
Dynamo A / V 23,8 / 16,5 @ 2.600 tpm 40.0 / 12.0
Motortoerental - vollast tpm 3,000
Motortoerental - stationair tpm 1,450
Klepspeling (koud)
inlaat:
uitlaat:
mm
(inch)
0,15 (0,006)
0,20 (0,008)
0,15 (0,006)
0,19 (0,007)
Luchtfilter type Droge geplooide papieren elementen
Accu V / ccA 12V - waterdicht / 800
Brandstof type Nr. 2 diesel
Alleen zwavelarme of zeer zwavelarme brandstof.
Brandstoftankinhoud L (gal) 24,0 (6,3)
Brandstofverbruik L (gal)/
uur
4,5 (1,2)
Radiatorinhoud L (gal) 4,75
wc_td000626nl_FM10.fm
123
RT / RTx Technische gegevens
11.2 Wals
11.3 Smering
1
Gebruik synthetische olie voor een 500 uur olieverversingstermijn voor Kubota-motor aange-
dreven machines.
Machine RTx-SC3 RT82-SC3
Smal Breed
Bedrijfsgewicht (Kohler) kg 1.363 1.495 1.450
Bedrijfsgewicht (Kubota) kg 1.335 1.467 1.422
Oppervlaktecapaciteit m² / uur 676 990 990
Binnendraaicirkel m 1,73 1,6 1,6
Rijsnelheid m/min 41,66 hoog
21,66 laag
Vibratiefrequentie Hz (vpm) 41,7
Hellingsgraad met vibratie % 50
Hellingsgraad zonder
vibratie
%45
Machine: RT82-SC3 / RTx-SC3
Motorcarter (alleen Kohler-
aangedreven machines)
type
l
SAE 15W40 categorie CF nominaal
of synthetische olie
[2,5 (2,6)
Motorcarter (alleen Kubota-
aangedreven machines)
type
l
SAE 15W40 categorie CF nominaal
of synthetische olie
1
[3,0 (3,2)
Hydraulisch systeem type
l
Super, anti-slijtage hydraulische vloeistof
SAE 10W30
40 (8)
Scharnierende verbinding type
aantal
Mobil SHC 220 vet
zoals nodig
Stuurcilinder type
aantal
Mobil SHC 220 vet
zoals nodig
Radiator type
hoeveel-
heid %
Water / Glycol
50 / 50
Opwek/aandrijflagers type Mobil SHC 220 vet
Aandrijftandwiel / afdichtingen type Mobil SHC 220 vet
wc_td000626nl_FM10.fm
124
Technische gegevens RT / RTx
11.4 Geluids-en vibratiewaarden
Producten zijn getest op geluiddrukniveau in overeenstemming met EN ISO 11204.
Geluidvermogenniveau is getest in overeenstemming met Europese richtlijn 2000/
14/EC - Geluidsemissie in de omgeving door installatie voor gebruik buiten.
Het geluiddrukniveau op lokatie van machinist (L
pA
) = 83db(A).
Het gegarandeerde geluidvermogenniveau (L
WA
) = 109db(A).
Omdat deze machine wordt bediend door middel van afstandsbediening wordt de
machinist niet blootgesteld aan vibratie.
11.5 Afmetingen
mm (in.)
11.6 Stralingsnaleving
Deze machine voldoet aan de vereisten betreffende de afgifte van
radiostoringsuitstraling van de Europese norm EN 13309 voor
constructiemachines.
wc_gr012214
1826
(72)
820
(32)
1268
(49.5)
1268
(49.5)
560
(22)
RT / RTx Schema
wc_tx003865nl_FM10.fm
125
12 Schema
Opmerkingen
Schema RT / RTx
126
wc_tx003865nl_FM10.fm
12.1 Elektrische overzichtstekening - Volledig—Kohler
-+
5000154730_16
B
GROUND (SHIELD)
12 VDC
DEUTSCH: 3pf BLACK
DT06-3S-EE01
W/SHRINK BOOT
SIGNAL
RECEIVING EYE-MIDDLE
DEUTSCH: 3pm
DT04-3P
BLACK
WHITE
30-RD/BK (10 AWG)
27-PK/GN (16 AWG)
31-RD/WH (10 AWG)
14-PK/YL (14 AWG)
41-RD/BU (14 AWG)
25-RD/PK (14 AWG)
41-RD/BU (14 AWG)
29-RD (10 AWG)
30-RD/BK (10 AWG)
31-RD/WH (10 AWG)
VOLTAGE REG (14 AWG RED)
101-BR
103-BR
106-BR
ENGINE
GROUND
102-BR
100-BR
107-BR
105-BR
NEGATIVE BATTERY CABLE (BK-2 AWG)
WNC P/N 5000119293
POSITIVE BATTERY CABLE (RD-2 AWG)
35-RD/GN
WNC P/N 5000119292
29-RD (10 AWG)
DEUTSCH: 2pf BLACK
DT06-2S-P012
DEUTSCH: 2p
DT SERIES
26-WH
32-PK/WH
VOLTAGE REGULATOR
"L" TO GROUND WHEN
CHARGING FAULT
1
2
G
G
YL (14 AWG)
YL (14 AWG)
11C
RED
22L
10-BK (14 AWG)
STARTER
AMP: 1pf
3-520820-2
ST
2
1
B+
M8 ?
25-RD/PK (14 AWG)
1
2
YL (14 AWG)
YL (14 AWG)
INTERNAL
ALTERNATOR
CIRCUIT BREAKER
THROTTLE PULL/GLOW PLUGS
50 AMP SELF RESETTING
85
2
FUSE-DECODER/DISPLAY
ATO 20 AMP (YELLOW)
42-PK/GY
1
2
1
85
2
87
113-BR
30
4
3
86
87
1
RELAY-MINI 70A
POWER, DECODER
87
1
08-PK/GN
108-BR
113-BR
30
86
4
3
11-PK/RD
28-PK (10 AWG)
107-BR
108-BR
85
2
30
4
86
3
RELAY-MINI 70A
THROTTLE PULL
RELAY-MINI 70A
GLOW PLUGS
ENGINE GLOW PLUGS
(15A X 3 START CURRENT)
14-PK/YL (14 AWG)
15-GN/LB
METRI PACK 280: 2pf
1204 0753
METRI PACK 280: 2pf
1204 0753
DEUTSCH:3pf
DT06-3S-P012
DEUTSCH: 3pm
DT04-3P
DEUTSCH: 12pf BLACK
DTM06-12SB
13-PK (14 GA)
DEUTSCH: 12pf GRAY
DTM06-12SA
09-PK/PU (16 GA)
10-BK (14 GA)
12-TN/YL
11-PK/RD
15-GN/LB
16-BK/YL
19-TN/GN
18-PK/BK
17-TN
42-PK/GY
22-GN/PK
21-TN/BU
100-BR
23-TN/WH
01-GN
02-GN/BK
07-GN/WH
08-PK/GN
06-GN/PU
05-GN/YL
04-GN/OR
03-GN/RD
20-BK/WH
SENSOR-COOLANT LEVEL (IN)
LIGHT-LOW OIL PRESSURE (OUT)
LIGHT-COOLANT LEVEL (OUT)
HOUR METER ENABLE (OUT)
LIGHT-ROLL OVER (OUT)
33
99
THROTTLE HOLD (OUT)
SOLENOID-STARTER (OUT)
12
11
10
12
FUEL SOLENOID (OUT)
11
10
GLOW PLUGS (OUT)
LIGHT-WATER TEMP (OUT)
LIGHT-AIR FILTER (OUT)
5
6
8
7
4
5
6
8
7
4
THROTTLE PULL (OUT)
LIGHT-GLOW PLUGS (OUT)
SENSOR-BLOCK TEMP (IN)
SENSOR-WATER TEMP (IN)
SENSOR-AIR FILTER (IN)
2
10
8
9
12
11
1
2
10
8
9
12
11
GROUND
1
DIAGNOSTIC CONTROL
WNC P/N 5000172989
SENSOR-OIL PRESSURE (IN)
LIGHT RING-RED (OUT)
7
2
3
4
5
6
1
7
2
3
4
5
6
1
MODULE-ECM
POWER ON (OUT)
START (IN)
FUEL (IN)
THROTTLE (IN)
KEY SWITCH (IN)
WH
A
C
BK
B
34-PK/BR
33-TN/WH
33-TN/WH
32-PK/WH
34-PK/BR
13-PK (14 AWG)
C
A
B
C
A
B
105-BR
23-TN/WH
34-PK/BR
15-GN/LB
38-GN/TN
DIAGNOSTIC BYPASS
WNC P/N 5000161278
DEUTSCH: 3pm
DT04-3P
DEUTSCH: 3pm
DT04-3P-E004
BK
BK
59-SH
CC
AA
34-PK/BR
CC 105-BR
B
DEUTSCH:3pf
B
23-TN/WH
AA
57-RD
BB
46-RD
48-SH
47-BK
58-BK
28-PK (10 AWG)
12-TN/YL
09-PK/PU (16 AWG)
27-PK/GN (16 AWG)
METRI PACK 280: 2pm
INTEGRAL CONNECTOR
SENSOR-AIR FILTER
N.O.
SENSOR-OIL PRESSURE
N.C.
METRI PACK 280: 2pm
AA
101-BR BB
19-TN/GN
103-BR
22-GN/PK
AA
BB
TERMINAL
RING #10
INTERNAL
GROUND
YL (16 AWG)
AMP: 1pf
2-520102-2
AMP: 1pf
3-520141-2
C
A
B
102-BR
PK (16 AWG)
BR (16 AWG)
GN (16 AWG)
C
A
B
AMP: 1pf
3-520405-2
TN (16 AWG)
BR (16 AWG)
GN (16 AWG)
RD (16 AWG)
C
A
B
C
A
B
56-SH
C C GROUND (SHIELD)
LIGHTS-AMBER
LIGHT RING-FRONT
39-GN/BR
38-GN/TN
106-BR
LIGHTS-RED22
11
(NOT USED)44
3 3 GROUND
DEUTSCH: 4pf BLACK
DT06-4S-P012
54-RD
12 VDCAA
RECEIVING EYE-FRONT
55-BK
SIGNALBB
DEUTSCH: 3pf BLACK
DT06-3S-EE01
W/SHRINK BOOT
AMP: 2pm
INTEGRATED CONNECTOR
SNUBBER HARNESS
WNC P/N 5000170174
HIGH TEMP
GLOW PLUGS
DEUTSCH: 3pm
DT04-3P
DEUTSCH:3pf
DT06-3S-P012
21-TN/BU
20-BK/WH20-BK/WH
21-TN/BU
2
1
2
1
AMP: 2pf
347887-3
DEUTSCH:3pf
DT06-3S-P012
SENSOR-TEMPURATURE
DUAL FUNCTION
SUPPLIED W/KOHLER ENGINE
13-PK (14 AWG)
43-RD/YL (14 AWG)
NEGATIVE BATTERY CABLE (BK-2 AWG)
WNC P/N 5000119293
POSITIVE BATTERY CABLE (RD-2 AWG)
WNC P/N 5000119292
BATTERY
BK (10 AWG)
36-PK/GY
13-PK (14 AWG)
CHARGE PORT
INTERNAL 1.85A FUSE
2
1
24-RD/YL
43-RD/YL (14 AWG)
DEUTSCH: 4pf BLACK
DT06-4S-P012
4110-BR
3
2
1
35-RD/GN
4
3
2
1
FUSE-ECM
ATO 20 AMP (YELLOW)
(NOT USED)
(NOT USED)
12VDC-1.85A FUSE
GROUND
3
2
1
A
B
C
D
A
B
C
D
24-RD/YL
METRIPACK 280: 4pf
1205 2856
13-PK (14 AWG)
1
2
1
2
18-PK/BK
36-PK/GY
CARLINGSWITCH: 10pf
VC1-01
SWITCH-KEY
WNC P/N 5000150115
SWITCH-THROTTLE
WNC P/N 5000150110
GROUND
HYDRAULIC VALVE
GROUND
BRAKE
GROUND
VIBRATION-LOW
GROUND
HIGH SPEED
GROUND
STEERING-LEFT
STEERING-RIGHT
VIBRATION-HIGH
GROUND
GROUND
GROUND
FORWARD
GROUND
REVERSE
HYDRAULIC VALVES
37-PK/BU
14-PK/YL (14 AWG)
14-PK/YL (14 AWG)
SOLENOID-THROTTLE
SOLENOID-FUEL
ENERGIZE TO OPEN
H
G
P
RED
(NOT USED)
(NOT USED)
ALTERNATOR LAMP (IN)
LOW COOLANT LAMP (IN)
HOUR METER ENABLE (IN)
OIL PRESSURE LAMP (IN)
GLOW PLUG LAMP (IN)
WATER TEMP LAMP (IN)
AIR FILTER LAMP (IN)
ROLL OVER LAMP (IN)
SWITCHED POWER ON (IN)
GROUND
11
03-GN/RD
6
2
7
9
11
6
2
7
9
11
07-GN/WH
112-BR
06-GN/PU
05-GN/YL
04-GN/OR
10
4
12
3
8
5
10
02-GN/BK
4
12
3
26-WH
37-PK/BU
8
01-GN
5
DEUTSCH: 12pf BLACK
DT06-12SB-P012
MODULE-DISPLAY
FRONT HALF
MACHINE ARTICULATED JOINT
REAR HALF
DEUTSCH: 3pf BLACK
DT06-3S-EE01
W/SHRINK BOOT
RECEIVING EYE-REAR
LIGHTS-RED
(NOT USED)
LIGHTS-AMBER
GROUND (SHIELD)
LIGHT RING-REAR
GROUND
12 VDC
SIGNAL
DEUTSCH: 4pf BLACK
DT06-4S-P012
1
2
3
4
1
2
3
4
111-BR
15-GN/LB
40-GN/BU
B
C
A
B
C
A
51-SH
49-RD
50-BK
DEUTSCH: 2pf BLACK
DTM06-2S-P012
8
9
1
4
2
3
7
6
5
110-BR
112-BR
11
BK
22
109-BR
111-BR
BK
2
1
1
2
BK
2
1
BK
1
BK
BK
2
12VDC INPUT
GROUND
12VDC OUTPUT
GROUND
WH
BK
22
11
BK
WH
48-SH
51-SH
109-BR
CONNECTORS
DIN 43650
11
BK
2
1
2
2
1
2
2
1
BK
BK
2
BK
BK
1
BK
2
1
2
1
2
BK
1
BK
2
BK
1
BK
PLUG-TRAILER
CABLE
CABLE
CABLE
CABLE
DEUTSCH: 12pf GREEN
DT06-12SC-CE04
W/SHRINK BOOT
STEERING-LEFT
STEERING-RIGHT
HIGH SPEED
VIBRATION-LOW
VIBRATION-HIGH
BRAKE
GROUND
GROUND
FORWARD
GROUND
GROUND
REVERSE
12
12
BK
44
99
11
BK
BK
BK
5
5
BK
77
11 11
33
22
66
1010
88
BK
BK
BK
BK
BK
BK
BK
12VDC INPUT
FUEL VALVES
GROUND-RECEIVING EYE, FRONT
12VDC-RECEIVING EYE, FRONT
LIGHT RING-AMBER REAR
LIGHT RING-AMBER FRONT
DATA-RECEIVING EYE, FRONT
GROUND-RECEIVING EYE, REAR
DATA-RECEIVING EYE, REAR
12VDC-RECEIVING EYE, REAR
GROUND
STARTER
40-GB/BU
52-WH
53-WH
55
66
88
77
99
11 11
12 12
10 10
52-WH
39-GN/BR
46-RD
49-RD
47-BK
53-WH
50-BK
14-PK/YL (14 AWG)
17-TN
44
11
22
33
16-BK/YL
DEUTSCH: 12pf GRAY
DT06-12SA-P012
MODULE-DECODER
INTEGRAL CONNECTOR
DT06-3S-P012
GN
PU
M
M4
A
C
D
13
14
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
15
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
RT / RTx Schema
wc_tx003865nl_FM10.fm
127
12.2 Componenten elektrische schema’s—Kohler
Ref. Beschrijving
1 Ontvangoog—midden
2 Diagnosegereedschap
3 Module—Motorcontrolemodule (ECM)
4 Spanningsregelaar
5 Startmotor
6 Motoraarding
7 Interne alternator
8 Relais—gloeibougies
9 Relais—trekken van smoorklep
10 Relais—Stroomdecoder
11 Zekering—decoder/display
12 Circuitbreker
13 Accu
14 Module—Motorcontrolemodule (ECM)
15 Laadpoort
16 Contactslot
17 Gasklepschakelaar
18 Module—display
19 Aarding hydraulische klep
20 Module—decoder
21 Plug—aanhanger
22 Hydraulische kleppen
23 Ontvangoog—achteraan
24 Lichtring—achteraan
25 Sensor—temperatuur
26 Snubberharnas
27 Solenoïde—regelklep
28 Solenoïde—openen met brandstofenergie
29 Ontvangoog—voorkant
30 Lichtring—voorkant
31 Sensor—oliedruk
32 Sensor—luchtfilter
33 Terminalring
34 Motorgloeibougies
Farvetabel
BK Zwart RD Rood YL Geel OR Oranje
GN Groen TN Beige BR Bruin PU Paars
BU Blauw VIO Violet CL Trans-
parant
SH Shild
PK Roze WH Wit GY Grijs LB Licht-
blauw
Ref. Beschrijving
Schema RT / RTx
128
wc_tx003865nl_FM10.fm
12.3 Elektrische overzichtstekening Deel A—Kohler
GROUND (SHIELD)
12 VDC
DEUTSCH: 3pf BLACK
DT06-3S-EE01
W/SHRINK BOOT
SIGNAL
RECEIVING EYE-MIDDLE
DEUTSCH: 3pm
DT04-3P
BLACK
WHITE
14-PK/YL (14 AWG)
15-GN/LB
METRI PACK 280: 2pf
1204 0753
METRI PACK 280: 2pf
1204 0753
DEUTSCH:3pf
DT06-3S-P012
DEUTSCH: 3pm
DT04-3P
DEUTSCH: 12pf BLACK
DTM06-12SB
13-PK (14 GA)
DEUTSCH: 12pf GRAY
DTM06-12SA
09-PK/PU (16 GA)
10-BK (14 GA)
12-TN/YL
11-PK/RD
15-GN/LB
16-BK/YL
19-TN/GN
18-PK/BK
17-TN
42-PK/GY
22-GN/PK
21-TN/BU
100-BR
23-TN/WH
01-GN
02-GN/BK
07-GN/WH
08-PK/GN
06-GN/PU
05-GN/YL
04-GN/OR
03-GN/RD
20-BK/WH
SENSOR-COOLANT LEVEL (IN)
LIGHT-LOW OIL PRESSURE (OUT)
LIGHT-COOLANT LEVEL (OUT)
HOUR METER ENABLE (OUT)
LIGHT-ROLL OVER (OUT)
33
99
THROTTLE HOLD (OUT)
SOLENOID-STARTER (OUT)
12
11
10
12
FUEL SOLENOID (OUT)
11
10
GLOW PLUGS (OUT)
LIGHT-WATER TEMP (OUT)
LIGHT-AIR FILTER (OUT)
5
6
8
7
4
5
6
8
7
4
THROTTLE PULL (OUT)
LIGHT-GLOW PLUGS (OUT)
SENSOR-BLOCK TEMP (IN)
SENSOR-WATER TEMP (IN)
SENSOR-AIR FILTER (IN)
2
10
8
9
12
11
1
2
10
8
9
12
11
GROUND
1
DIAGNOSTIC CONTROL
WNC P/N 5000172989
SENSOR-OIL PRESSURE (IN)
LIGHT RING-RED (OUT)
7
2
3
4
5
6
1
7
2
3
4
5
6
1
MODULE-ECM
POWER ON (OUT)
START (IN)
FUEL (IN)
THROTTLE (IN)
KEY SWITCH (IN)
WH
A
C
BK
B
34-PK/BR
33-TN/WH
33-TN/WH
32-PK/WH
34-PK/BR
13-PK (14 AWG)
C
A
B
C
A
B
105-BR
23-TN/WH
34-PK/BR
15-GN/LB
38-GN/TN
DIAGNOSTIC BYPASS
WNC P/N 5000161278
DEUTSCH: 3pm
DT04-3P
DEUTSCH: 3pm
DT04-3P-E004
BK
BK
59-SH
CC
AA
34-PK/BR
CC 105-BR
B
DEUTSCH:3pf
B
23-TN/WH
AA
57-RD
BB
46-RD
48-SH
47-BK
58-BK
12-TN/YL
09-PK/PU (16 AWG)
27-PK/GN (16 AWG)
METRI PACK 280: 2pm
INTEGRAL CONNECTOR
SENSOR-AIR FILTER
N.O.
SENSOR-OIL PRESSURE
N.C.
METRI PACK 280: 2pm
AA
101-BR BB
19-TN/GN
103-BR
22-GN/PK
AA
BB
YL (16 AWG)
AMP: 1pf
2-520102-2
AMP: 1pf
3-520141-2
C
A
B
102-BR
PK (16 AWG)
BR (16 AWG)
GN (16 AWG)
C
A
B
AMP: 1pf
3-520405-2
TN (16 AWG)
BR (16 AWG)
GN (16 AWG)
RD (16 AWG)
C
A
B
C
A
B
56-SH
C C GROUND (SHIELD)
LIGHTS-AMBER
LIGHT RING-FRONT
39-GN/BR
38-GN/TN
106-BR
LIGHTS-RED22
11
(NOT USED)44
3 3 GROUND
DEUTSCH: 4pf BLACK
DT06-4S-P012
54-RD
12 VDCAA
RECEIVING EYE-FRONT
55-BK
SIGNALBB
DEUTSCH: 3pf BLACK
DT06-3S-EE01
W/SHRINK BOOT
AMP: 2pm
INTEGRATED CONNECTOR
SNUBBER HARNESS
WNC P/N 5000170174
HIGH TEMP
GLOW PLUGS
DEUTSCH: 3pm
DT04-3P
DEUTSCH:3pf
DT06-3S-P012
21-TN/BU
20-BK/WH20-BK/WH
21-TN/BU
2
1
2
1
AMP: 2pf
347887-3
DEUTSCH:3pf
DT06-3S-P012
SENSOR-TEMPURATURE
DUAL FUNCTION
SUPPLIED W/KOHLER ENGINE
SOLENOID-THROTTLE
SOLENOID-FUEL
ENERGIZE TO OPEN
H
G
P
RED
FRONT HALF
MACHINE ARTICULATED JOINT
INTEGRAL CONNECTOR
DT06-3S-P012
A
1
25
26
27
28
29
30
31
32
2
3
B
C
5000154730_16_A
RT / RTx Schema
wc_tx003865nl_FM10.fm
129
12.4 Componenten elektrische schema’s—Kohler
Ref. Beschrijving
1 Ontvangoog—midden
Signaal
Aarding (schild)
12 V gelijkstroom
2 Diagnosegereedschap
3 Module—Motorcontrolemodule (ECM)
Contactschakelaar (in)
stroom aan (uit)
Lichtring-rood (uit)
Start (in)
Brandstof (in)
Gasklep (in)
Sensor—-oliedruk (in)
Sensor—bloktemperatuur (in)
Sensor—bloktemperatuur (in)
Sensor—luchtfilter (in)
Sensor—koelmiddelniveau (in)
Aarding
Licht—lage oliedruk (uit)
Licht—gloeibougies (uit)
Licht—kantelen (uit)
Licht—luchtfilter (uit)
Licht—watertemperatuur (uit)
Licht—koelmiddelniveau (uit)
Urenmeter actief (uit)
Trekgasklep (uit)
Gasklep inhouden (uit)
Solenoïde—starter (uit)
Gloeibougies (uit)
Brandstofsolenoïde (uit)
25 Sensor—temperatuur
Gloeibougies
Hoge temperatuur
26 Snubberharnas
27 Solenoïde—regelklep
28 Solenoïde—openen met brandstofenergie
29 Ontvangoog—voorkant
Signaal
Aarding (schild)
12 V gelijkstroom
30 Lichtring—voorkant
Lichten—amber
Licht—rood
Aarding
(Niet gebruikt)
31 Sensor—oliedruk
32 Sensor—luchtfilter
Farvetabel
BK Zwart RD Rood YL Geel OR Oranje
GN Groen TN Beige BR Bruin PU Paars
BU Blauw VIO Violet CL Trans-
parant
SH Shild
PK Roze WH Wit GY Grijs LB Licht-
blauw
Ref. Beschrijving
Schema RT / RTx
130
wc_tx003865nl_FM10.fm
12.5 Elektrische overzichtstekening Deel B—Kohler
GROUND
BRAKE
GROUND
VIBRATION-LOW
GROUND
HIGH SPEED
GROUND
STEERING-LEFT
STEERING-RIGHT
VIBRATION-HIGH
GROUND
GROUND
GROUND
FORWARD
GROUND
REVERSE
HYDRAULIC VALVES
REAR HALF
DEUTSCH: 3pf BLACK
DT06-3S-EE01
W/SHRINK BOOT
RECEIVING EYE-REAR
LIGHTS-RED
(NOT USED)
LIGHTS-AMBER
GROUND (SHIELD)
LIGHT RING-REAR
GROUND
12 VDC
SIGNAL
DEUTSCH: 4pf BLACK
DT06-4S-P012
1
2
3
4
1
2
3
4
111-BR
15-GN/LB
40-GN/BU
B
C
A
B
C
A
51-SH
49-RD
50-BK
DEUTSCH: 2pf BLACK
DTM06-2S-P012
8
9
1
4
2
3
7
6
5
11
BK
22
BK
2
1
1
2
BK
2
1
BK
1
BK
BK
2
12VDC INPUT
GROUND
12VDC OUTPUT
GROUND
WH
BK
22
11
BK
WH
48-SH
51-SH
109-BR
CONNECTORS
DIN 43650
11
BK
2
1
2
2
1
2
2
1
BK
BK
2
BK
BK
1
BK
2
1
2
1
2
BK
1
BK
2
BK
1
BK
PLUG-TRAILER
CABLE
CABLE
CABLE
CABLE
DEUTSCH: 12pf GREEN
DT06-12SC-CE04
W/SHRINK BOOT
STEERING-LEFT
STEERING-RIGHT
HIGH SPEED
VIBRATION-LOW
VIBRATION-HIGH
BRAKE
GROUND
GROUND
FORWARD
GROUND
GROUND
REVERSE
12
12
BK
44
99
11
BK
BK
BK
5
5
BK
77
11 11
33
22
66
1010
88
BK
BK
BK
BK
BK
BK
BK
12VDC INPUT
FUEL VALVES
GROUND-RECEIVING EYE, FRONT
12VDC-RECEIVING EYE, FRONT
LIGHT RING-AMBER REAR
LIGHT RING-AMBER FRONT
DATA-RECEIVING EYE, FRONT
GROUND-RECEIVING EYE, REAR
DATA-RECEIVING EYE, REAR
12VDC-RECEIVING EYE, REAR
GROUND
STARTER
40-GB/BU
52-WH
53-WH
55
66
88
77
99
11 11
12 12
10 10
52-WH
39-GN/BR
46-RD
49-RD
47-BK
53-WH
50-BK
14-PK/YL (14 AWG)
17-TN
44
11
22
33
16-BK/YL
DEUTSCH: 12pf GRAY
DT06-12SA-P012
MODULE-DECODER
5000154730_16_B
A
D
20
21
2223
24
B
RT / RTx Schema
wc_tx003865nl_FM10.fm
131
12.6 Componenten elektrische schema’s—Kohler
Ref. Beschrijving
20 Module—decoder
Aarding
12 V gelijkstroom input
Startmotor
FBrandstofkleppen
Lichtring—amber achterkant
Lichtring—amber voorkant
12 V gelijkstroom—ontvangoog, voorkant
Aarding—ontvangoog, voorkant
Gegevens—ontvangoog, voorkant
12 V gelijkstroom—ontvangoog, achterkant
Aarding—ontvangoog, achterkant
Gegevens—ontvangoog, achterkant
Achteruit
Voorwaarts
Aarding
Stuursysteem—links
Stuursysteem—rechts
Aarding
Vibratie—hoog
Vibratie—laag
Aarding
Hoge snelheid
Rem
Aarding
Aarding
12 V gelijkstroom output
21 Plug—aanhanger
Aarding
12 V gelijkstroom input
22 Hydraulische kleppen
Achteruit
Aarding
Voorwaarts
Aarding
Stuursysteem—links
Aarding
Stuursysteem—rechts
Aarding
Vibratie—hoog
Aarding
Vibratie—laag
Aarding
Hoge snelheid
Aarding
Rem
Aarding
23 Ontvangoog—achteraan
Signaal
Aarding (schild)
12 V gelijkstroom
24 Lichtring—achteraan
Licht—amber
Lichten—rood
Aarding
(Niet gebruikt)
Ref. Beschrijving
Schema RT / RTx
132
wc_tx003865nl_FM10.fm
12.7 Elektrische overzichtstekening Deel C—Kohler
5000154730_16_
30-RD/BK (10 AWG)
27-PK/GN (16 AWG)
31-RD/WH (10 AWG)
14-PK/YL (14 AWG)
41-RD/BU (14 AWG)
25-RD/PK (14 AWG)
41-RD/BU (14 AWG)
29-RD (10 AWG)
30-RD/BK (10 AWG)
31-RD/WH (10 AWG)
VOLTAGE REG (14 AWG RED)
101-BR
103-BR
106-BR
ENGINE
GROUND
102-BR
100-BR
107-BR
105-BR
NEGATIVE BATTERY CABLE (BK-2 AWG)
WNC P/N 5000119293
POSITIVE BATTERY CABLE (RD-2 AWG)
35-RD/GN
WNC P/N 5000119292
29-RD (10 AWG)
DEUTSCH: 2pf BLACK
DT06-2S-P012
DEUTSCH: 2p
DT SERIES
26-WH
32-PK/WH
VOLTAGE REGULATOR
"L" TO GROUND WHEN
CHARGING FAULT
1
2
G
G
YL (14 AWG)
YL (14 AWG)
11C
RED
22L
10-BK (14 AWG)
STARTER
AMP: 1pf
3-520820-2
ST
2
1
B+
M8 ?
25-RD/PK (14 AWG)
1
2
YL (14 AWG)
YL (14 AWG)
INTERNAL
ALTERNATOR
CIRCUIT BREAKER
THROTTLE PULL/GLOW PLUGS
50 AMP SELF RESETTING
85
2
FUSE-DECODER/DISPLAY
ATO 20 AMP (YELLOW)
42-PK/GY
1
2
1
85
2
87
113-BR
30
4
3
86
87
1
RELAY-MINI 70A
POWER, DECODER
87
1
08-PK/GN
108-BR
113-BR
30
86
4
3
11-PK/RD
28-PK (10 AWG)
107-BR
108-BR
85
2
30
4
86
3
RELAY-MINI 70A
THROTTLE PULL
RELAY-MINI 70A
GLOW PLUGS
ENGINE GLOW PLUGS
(15A X 3 START CURRENT)
28-PK (10 AWG)
TERMINAL
RING #10
INTERNAL
GROUND
GN
PU
M
M4
C
33
34
4
5
6
7
8
9
10
11
12
D
A
RT / RTx Schema
wc_tx003865nl_FM10.fm
133
12.8 Componenten elektrische schema’s—Kohler
Ref. Beschrijving
4
Spanningsregelaar
L naar aarding bij laadfout
5 Startmotor
6 Motoraarding
7 Interne alternator
8 Relais—gloeibougies
9 Relais—trekken van smoorklep
10 Relais—Stroomdecoder
11 Zekering—decoder/display
12 Circuitbreker
33 Terminalring
34 Motorgloeibougies
Farvetabel
BK Zwart RD Rood YL Geel OR Oranje
GN Groen TN Beige BR Bruin PU Paars
BU Blauw VIO Violet CL Trans-
parant
SH Shild
PK Roze WH Wit GY Grijs LB Licht-
blauw
Schema RT / RTx
134
wc_tx003865nl_FM10.fm
12.9 Elektrische overzichtstekening Deel D—Kohler
-+
5000154730_16_D
13-PK (14 AWG)
43-RD/YL (14 AWG)
NEGATIVE BATTERY CABLE (BK-2 AWG)
WNC P/N 5000119293
POSITIVE BATTERY CABLE (RD-2 AWG)
WNC P/N 5000119292
BATTERY
BK (10 AWG)
36-PK/GY
13-PK (14 AWG)
CHARGE PORT
INTERNAL 1.85A FUSE
2
1
24-RD/YL
43-RD/YL (14 AWG)
DEUTSCH: 4pf BLACK
DT06-4S-P012
4110-BR
3
2
1
35-RD/GN
4
3
2
1
FUSE-ECM
ATO 20 AMP (YELLOW)
(NOT USED)
(NOT USED)
12VDC-1.85A FUSE
GROUND
3
2
1
A
B
C
D
A
B
C
D
24-RD/YL
METRIPACK 280: 4pf
1205 2856
13-PK (14 AWG)
1
2
1
2
18-PK/BK
36-PK/GY
CARLINGSWITCH: 10pf
VC1-01
SWITCH-KEY
WNC P/N 5000150115
SWITCH-THROTTLE
WNC P/N 5000150110
HYDRAULIC VALVE
GROUND
37-PK/BU
14-PK/YL (14 AWG)
14-PK/YL (14 AWG)
(NOT USED)
(NOT USED)
ALTERNATOR LAMP (IN)
LOW COOLANT LAMP (IN)
HOUR METER ENABLE (IN)
OIL PRESSURE LAMP (IN)
GLOW PLUG LAMP (IN)
WATER TEMP LAMP (IN)
AIR FILTER LAMP (IN)
ROLL OVER LAMP (IN)
SWITCHED POWER ON (IN)
GROUND
11
03-GN/RD
6
2
7
9
11
6
2
7
9
11
07-GN/WH
112-BR
06-GN/PU
05-GN/YL
04-GN/OR
10
4
12
3
8
5
10
02-GN/BK
4
12
3
26-WH
37-PK/BU
8
01-GN
5
DEUTSCH: 12pf BLACK
DT06-12SB-P012
MODULE-DISPLAY
110-BR
112-BR
109-BR
111-BR
D
13
14
16
17
18
19
15
C
B
RT / RTx Schema
wc_tx003865nl_FM10.fm
135
12.10 Componenten elektrische schema’s—Kohler
Ref. Beschrijving
13 Accu
14 Module—Motorcontrolemodule (ECM)
15 Laadpoort
12 V gelijkstroom—1,85A zekering
(Niet gebruikt)
(Niet gebruikt)
Aarding
16 Contactslot
17 Gasklepschakelaar
18 Module—display
(Niet gebruikt)
(Niet gebruikt)
Alternatorlamp (in)
Stroom aangeschakeld (in)
Oliedruklamp (in)
gloeibougielamp (in)
Omkantellamp (in)
Luchtfilterlamp (in)
Watertemperatuurlamp (in)
Lamp weinig koelmiddel (in)
Urenmeter actief (in)
Aarding
19 Aarding hydraulische klep
Farvetabel
BK Zwart RD Rood YL Geel OR Oranje
GN Groen TN Beige BR Bruin PU Paars
BU Blauw VIO Violet CL Trans-
parant
SH Shild
PK Roze WH Wit GY Grijs LB Licht-
blauw
Schema RT / RTx
136
wc_tx003865nl_FM10.fm
12.11 Elektrische overzichtstekening - Volledig—Kubota
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
15
A
B
D
C
5200018040_03
MIDDLE
RT / RTx Schema
wc_tx003865nl_FM10.fm
137
12.12 Componenten elektrische schema’s—Kubota
Ref. Beschrijving
1 Ontvangoog—midden
2 Diagnosegereedschap
3 Module—Motorcontrolemodule (ECM)
4 Alternator met spanningsregelaar
5 Startmotor
6 Motoraarding
7 Relais—gloeibougies
8 Relais—trekken van smoorklep
9 Zekering van 50A—gloeibougies, gasklep en alternator
10 Zekering van 50A—stopsolenoïde
11 Terminalring
12 Motorgloeibougies
13 Stopsolenoïde
14 Relais—Stroomdecoder
15 Zekering van 5A—alternator
16 Zekering van 20A—decoder/display
17 Zekering van 20A—Motorcontrolemodule (ECM)
18 Accu
19 Laadpoort
20 Contactslot
21 Gasklepschakelaar
22 Module—display
23 Module—decoder
24 Plug—aanhanger
25 Hydraulische kleppen
26 Ontvangoog—achteraan
27 Lichtring—achteraan
28 Ontvangoog—voorkant
29 Lichtring—voorkant
30 Sensor—oliedruk
31 Sensor—luchtfilter
32 Sensor—watertemperatuur (thermistor gloeibougie)
33 Sensor—watertemperatuur (hoge watertemperatuur)
34 Snubberharnas
35 Solenoïde—regelklep
Farvetabel
BK Zwart RD Rood YL Geel OR Oranje
GN Groen TN Beige BR Bruin PU Paars
BU Blauw VIO Violet CL Trans-
parant
SH Shild
PK Roze WH Wit GY Grijs LB Licht-
blauw
Ref. Beschrijving
Schema RT / RTx
138
wc_tx003865nl_FM10.fm
12.13 Elektrische overzichtstekening Deel A—Kubota
5200018040_03_A
B
C
MIDDLE
1
2
3
28
29
30
31
32
33
34
35
A
RT / RTx Schema
wc_tx003865nl_FM10.fm
139
12.14 Componenten elektrische schema’s—Kubota
Ref. Beschrijving
1 Ontvangoog—midden
Signaal
Aarding (schild)
12 V gelijkstroom
2 Diagnosegereedschap
3 Module—Motorcontrolemodule (ECM)
Stroom (in)
Stroom (uit)
Lichtring-rood (uit)
Start (in)
Brandstof (in)
Gasklep (in)
Sensor—oliedruk (in)
Sensor—watertemperatuur-gloeibougies (in)
Sensor—watertemperatuur hoog (in)
Sensor—luchtfilter (in)
Sensor—koelmiddelniveau (in)
Aarding
Licht—lage oliedruk (uit)
Licht—gloeibougies (uit)
Licht—kantelen (uit)
Licht—luchtfilter (uit)
Licht—watertemperatuur (uit)
Licht—koelmiddelniveau (uit)
Urenmeter actief (uit)
Solenoïde—trekgasklep (uit)
Solenoïde—gasklep inhouden (uit)
Solenoïde—starter (uit)
Gloeibougies (uit)
Solenoïde—stop inhouden (uit)
28 Ontvangoog—voorkant
Signaal
Aarding (schild)
12 V gelijkstroom
29 Lichtring—voorkant
Lichten—amber
Lichten—rood
Aarding
(Niet gebruikt)
30 Sensor—oliedruk
31 Sensor—luchtfilter
32 Sensor—watertemperatuur (thermistor gloeibougie)
33 Sensor—watertemperatuur (hoge watertemperatuur)
34 Snubberharnas
35 Solenoïde—regelklep
Farvetabel
BK Zwart RD Rood YL Geel OR Oranje
GN Groen TN Beige BR Bruin PU Paars
BU Blauw VIO Violet CL Trans-
parant
SH Shild
PK Roze WH Wit GY Grijs LB Licht-
blauw
Ref. Beschrijving
Schema RT / RTx
140
wc_tx003865nl_FM10.fm
12.15 Elektrische overzichtstekening Deel B—Kubota
B
A
D
23
24
25
26
27
5200018040_03_B
RT / RTx Schema
wc_tx003865nl_FM10.fm
141
12.16 Componenten elektrische schema’s—Kubota
Ref. Beschrijving
23 Module—decoder
Aarding
12 V gelijkstroom input
Startmotor
Brandstofkleppen
Lichtring—amber achterkant
Lichtring—amber voorkant
12 V gelijkstroom—ontvangoog, voorkant
Aarding—ontvangoog, voorkant
Gegevens—ontvangoog, achterkant
12 V gelijkstroom—ontvangoog, achterkant
Aarding—ontvangoog, achterkant
Gegevens—ontvangoog, achterkant
Achteruit
Voorwaarts
Aarding
Stuursysteem—links
Stuursysteem—rechts
Aarding
Vibratie—hoog
Vibratie—laag
Aarding
Hoge snelheid
Rem
Aarding
24 Plug—aanhanger
Aarding
12 V gelijkstroom input
25 Hydraulische kleppen
Achteruit
Aarding
Voorwaarts
Aarding
Stuursysteem—rechts
Aarding
Stuursysteem—links
Aarding
Vibratie—hoog
Aarding
Vibratie—laag
Aarding
Hoge snelheid
Aarding
Rem
Aarding
26 Ontvangoog—achteraan
Signaal
Aarding (schild)
12 V gelijkstroom
27 Lichtring—achteraan
Lichten—amber
Lichten—rood
Aarding
(Niet gebruikt)
28 Ontvangoog—voorkant
Ref. Beschrijving
Schema RT / RTx
142
wc_tx003865nl_FM10.fm
12.17 Elektrische overzichtstekening Deel C—Kubota
C
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
16
17
15
5200018040_03_C
D
A
RT / RTx Schema
wc_tx003865nl_FM10.fm
143
12.18 Componenten elektrische schema’s—Kubota
Ref. Beschrijving
4 Alternator met spanningsregelaar
5 Startmotor
6 Motoraarding
7 Relais—gloeibougies
8 Relais—trekken van smoorklep
9 Zekering van 50A—gloeibougies, gasklep en alternator
10 Zekering van 50A—stopsolenoïde
11 Terminalring
12 Motorgloeibougies
13 Stopsolenoïde
14 Relais—Stroomdecoder
15 Zekering van 5A—alternator
16 Zekering van 20A—decoder/display
17 Zekering van 20A—Motorcontrolemodule (ECM)
Farvetabel
BK Zwart RD Rood YL Geel OR Oranje
GN Groen TN Beige BR Bruin PU Paars
BU Blauw VIO Violet CL Trans-
parant
SH Shild
PK Roze WH Wit GY Grijs LB Licht-
blauw
Schema RT / RTx
144
wc_tx003865nl_FM10.fm
12.19 Elektrische overzichtstekening Deel D—Kubota
18
19
20
21
22
5200018040_03_D
B
C
D
RT / RTx Schema
wc_tx003865nl_FM10.fm
145
12.20 Componenten elektrische schema’s—Kubota
Ref. Beschrijving
18 Accu
19 Laadpoort
12 V gelijkstroom—1,85A zekering
(Niet gebruikt)
(Niet gebruikt)
Aarding
20 Contactslot
21 Gasklepschakelaar
22 Module—display
(Niet gebruikt)
(Niet gebruikt)
Alternatorlamp (in)
Stroom aangeschakeld (in)
Oliedruklamp (in)
Gloeibougielamp (in)
Omkantellamp (in)
Luchtfilterlamp (in)
Watertemperatuurlamp (in)
Lamp weinig koelmiddel (in)
Urenmeter actief (in)
Aarding
Farvetabel
BK Zwart RD Rood YL Geel OR Oranje
GN Groen TN Beige BR Bruin PU Paars
BU Blauw VIO Violet CL Trans-
parant
SH Shild
PK Roze WH Wit GY Grijs LB Licht-
blauw
Schema RT / RTx
146
wc_tx003865nl_FM10.fm
12.21 Elektrisch bedradingsschema — Compatec
Compaction Beeldscherm (indien geïnstalleerd)
8
9
1
4
2
3
7
6
5
12VDC INPUT
GROUND
12VDC OUTPUT
GROUND
WH
BK
2
2
1
1
BK
WH
PLUG-TRAILER
5100018535-03
1
2
3
4
5
6
7
8
RT / RTx Schema
wc_tx003865nl_FM10.fm
147
12.22 Elektrisch bedradingsschema Onderdelen — Compatec
Compaction Beeldscherm (indien geïnstalleerd)
Ref. Beschrijving
1 Zekering—decoder/display
2 Minirelais 50A
3 LED-beeldscherm
4 Sensor
5 Diagnosepoort
6 Module—Compatec
Aarding—minpunt batterij (DG)
Ontsteking—pluspunt batterij (UB)
Stroomtoevoerdisplay (US-D)
Controlelijndisplay (OC)
Display aardingssignaal (SG3)
Stroomtoevoersensor (US1)
Invoersensor (AE1)
Signaalaardingssensor (SG1)
RS232 interface (TxD)
RS232 interface (RxD)
RS232 signaalaarding (SG4)
BSL
7 Module—decoder
Aarding
12 V gelijkstroom uitvoer
8 Plug—aanhanger
Aarding
12 V gelijkstroom input
Farvetabel
BK Zwart RD Rood YL Geel OR Oranje
GN Groen TN Beige BR Bruin PU Paars
BU Blauw VIO Violet CL Trans-
parant
SH Shild
PK Roze WH Wit GY Grijs LB Licht-
blauw
Schema RT / RTx
148
wc_tx003865nl_FM10.fm
12.23 Hydraulisch schema — 1
wc_gr007273
TF TG-DP
1000 PSI
69 bar
b
a
b
a
a
b
AB
A
BBA G-EPEPEREF
EM
EP
6 GPM
DP
6 GPM
EM
DP SR SL
.125
DM DM
B
3000 PSI
207 bar
4000 PSI
276 bar
3500 PSI
241 bar
90 PSI
6 bar
7
10
6
24
22
23
18
8
15
12
14
3
1
2
25
5
4
9
11
13
16 17
21
19
20
wc_gr012975
RT / RTx Schema
wc_tx003865nl_FM10.fm
149
12.24 Hydraulische schema-onderdelen
Ref. Beschrijving Ref. Beschrijving
1 Rem 9 Oliekoeler
2 Remklep 10 Retourfilter
3 Aandrijfmotor 11 Stuurcilinder
4 Aandrijfpomp 12 Stuurklep
5 Motor van bekrachtigingsdynamo 13 Zeef
6 Pomp van bekrachtigingsdynamo 14 Slagklep
7
(Vibratie) klep van
bekrachtigingsdynamo
15
Snel bewegende klep
8 Spruitstuk
Schema RT / RTx
150
wc_tx003865nl_FM10.fm
12.25 Hydraulisch schema — 2
wc_gr012976
DRIVE PUMP
KOHLER-POWERED: 14.53 CC/REV
KUBOTA-POWERED: 6.67 CC/REV
INPUT SPEED (KOHLER) = 0.5:1 ENGINE SPEED
INPUT SPEED (KUBOTA) = 1:1 ENGINE SPEED
HOSE "AC" (KOHLER-POWERED ONLY)
EXCITER PUMP
KOHLER-POWERED: 7.286 CC/REV
KUBOTA-POWERED: 7.286 CC/REV
INPUT SPEED = 1:1 ENGINE SPEED
HOSE "AB" (KOHLER-POWERED ONLY)
HOSE "AQ"
HOSE "AK"
HOSE "AK"
STEERING CYLINDER
HOSE "AU"
HOSE "AP"
HOSE "AA"
REAR DRIVE
HOSE "AH"
HOSE "AF"
HOSE "AF"
HOSE "AU"
DF
DR
MOTOR
306 CC/REV
DFCBV
2000 PSI
DRCBV
2000 PSI
HOSE "AD"
SR DP
FRONT DRIVE
MOTOR
306 CC/REV
OR1
2.7 MM
OR2
0.8 MM
SV
DV
B
SL
SRV
1000 PSI
BPRV
90 PSI
BV
G-EP
EP
ERV
3200 PSI
DRV
3000 PSI
SBV
HOSE "AJ"
HOSE "AJ"
8.26 CC/REV
MOTOR
FRONT EXCITER
HOSE "AG"
HOSE "AI"
HOSE "AZ"
HOSE "AI"
HOSE "AE"
HOSE "AE"
ER
EF
ECF
ECR
8.26 CC/REV
MOTOR
REAR EXCITER
HOSE
"AM"
HOSE
"AN"
G-DP
TF
T
ELV
EHV
HSV
ECRV
4000 PSI
100 MESH
SUCTION STRAINER
OIL COOLER
HOSE
"AS"
HOSE "AA"
HOSE "AR"
RETURN
FILTER
10 MICRON
ABSOLUTE
HOSE
"AS"
5200025582_01
17
15
13
12
11
14
16
18
10
19
20
1
2
3
4
5
6
7
8
9
21
22
23
24
25
26
RT / RTx Schema
wc_tx003865nl_FM10.fm
151
12.26 Hydraulische schema-onderdelen — 2
Ref. Beschrijving Ref. Beschrijving
1 Bekrachtigingmotor voor 14 Slagklep—hoge snelheid
2 Bekrachtigingmotor achter 15 (Vibratie) hoge klep van
bekrachtigingsdynamo
3 Pomp van bekrachtigingsdynamo 16 (Vibratie) lage klep van
bekrachtigingsdynamo
4 Aandrijfpomp 17 Centrale ontlastklep dynamo
5 Aandrijfmotor voor 18 Ontlastklep bekrachtiger
6 Aandrijfmotor achter 19 Ontlastingsklep aandrijving
7 Klep tegengewicht aandrijving
vooraan
20 Ontlastklep besturing
8 Klep tegengewicht aandrijving
vooraan
21 Omloopklep besturing
9 Aandrijfklep 22 Filter terugkeerlijn
10 Stuurcilinder 23 Oliekoeler
11 Stuurklep 24 Zuigzeef
12 Remklep 25 Controlespruitstuk
13 Drukverlagingsklep remmen 26 Parkeerrem
Important: For spare parts information, please see your Wacker Neuson Dealer, or visit the
Wacker Neuson website at http://www.wackerneuson.com/.
Wichtig! Informationen über Ersatzteile erhalten Sie von Ihrem Wacker Neuson Händler oder
besuchen Sie die Wacker Neuson Website unter http://www.wackerneuson.com/.
Important : Pour des informations sur les pièces détachées, merci de consulter votre
distributeur Wacker Neuson, ou de visiter le site Internet de Wacker Neuson sur
http://www.wackerneuson.com/.
Importante : Para saber más sobre las piezas de repuesto, póngase en contacto con su
distribuidor de Wacker Neuson o acceda al sitio web de Wacker Neuson en
http://www.wackerneuson.com/.
Importante : Per informazioni sui pezzi di ricambio, contattare il rivenditore Wacker Neuson o
visitare il sito di Wacker Neuson all’indirizzo www.wackerneuson.com.
Viktigt : För information om reservdelar, kontakta din Wacker Neuson-leverantör eller besök
Wacker Neusons webbplats på http://www.wackerneuson.com/.
Tärkeää : Pyydä varaosatietoja Wacker Neusonin jälleenmyyjältä tai vieraile Wacker Neusonin
web-sivustolla osoitteessa http://www.wackerneuson.com/
Viktig : For informasjon om reservedeler, vennligst kontakt din Wacker Neuson-forhandler, eller
besøk Wacker Neusons nettside på http://www.wackerneuson.com/.
Vigtigt : Hvis du ønsker oplysninger om reservedele, bedes du kontakte din Wacker Neuson
forhandler eller besøg Wacker Neuson websiden på http://www.wackerneuson.com/.
Belangrijk! Neem contact op met uw Wacker Neuson dealer of bezoek de website van Wacker
Neuson op http://www.wackerneuson.com/ voor meer informatie over reserveonderdelen.
Importante : Para obter informações sobre as peças sobresselentes, consulte o seu
fornecedor da Wacker Neuson ou aceda ao site Web da Wacker Neuson em
http://www.wackerneuson.com
Ważne : W celu uzyskania informacji na temat części zamiennych skontaktuj się z
przedstawicielem firmy Wacker Neuson lub skorzystaj z witryny internetowej
http://wackerneuson.com/.
Důležité upozornění! Pro informace o náhradních dílech, prosím, kontaktujte svého Wacker
Neuson dealera, nebo navštivte webové stránky http://www.wackerneuson.com/.
FONTOS: A pótalkatrészekre vonatkozó információkért kérjük, forduljon Wacker Neuson
kereskedőjéhez vagy látogasson el a Wacker Neuson weboldalára a következő címen:
http://www.wackerneuson.com/.
Важно! Для ознакомления с информацией о запасных частях, пожалуйста, обратитесь к
местному торговому представителю компании Wacker Neuson или посетите веб-сайт
http://www.wackerneuson.com/.
Σημαντικό : Γι
α πληρ
οφορίες σχετικά με τα ανταλλακτικά, μιλήστε με τον αντιπρόσωπό σας της
Wacker Neuson, ή επισκεφθείτε τον ιστότοπο http://www.wackerneuson.com/.
Važno : Za rezervne dijelove obratite se svom Wacker Neuson prodavaču ili posjetite mrežne
stranice tvrtke Wacker Neuson: http://www.wackerneuson.com/.
Önemli : Yedek parça bilgileri için Wacker Neuson Bayinize bakın veya Wacker Neuson web
sitesini ziyaret edin. http://www.wackerneuson.com/
重要 交換部品の情報については、ワッカーノイソンディーラーにお問い合わせ頂くか、ワッ
カーノイソンウェブサイト http://www.wackerneuson.com/ をご覧ください。
重要 有关备件信息,请咨询您的威克诺森经销商或访问威克诺森网站:
http://www.wackerneuson.com/
Important : Pentru informaţii referitoare la piesele de schimb, vă rugăm să vă adresaţi
distribuitorului Wacker Neuson sau să vizitaţi site-ul web Wacker Neuson la adresa
http://www.wackerneuson.com/.
Важно : За информация относно резервни части, моля, обърнете се към местния дилър
на W
a
cker Neuson или посетете уебсайта на Wacker Neuson на адрес
http://www.wackerneuson.com/.
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG, Preußenstraße 41, D-80809 München,
Tel.: +49-(0)89-3 54 02-0 Fax: +49 - (0)89-3 54 02-390
Wacker Neuson Production Americas LLC, N92W15000 Anthony Ave., Menomonee Falls, WI. 53051
Tel.: (262) 255-0500 Fax: (262) 255-0550 Tel.: (800) 770-0957
Wacker Neuson Limited - Room 1701–03 & 1717–20, 17/F. Tower 1, Grand Century Place, 193 Prince Edward
Road West, Mongkok, Kowloon, Hongkong. Tel: (852) 3605 5360, Fax: (852) 2758 0032
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154

Wacker Neuson RTx-SC2 EU Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor