Wacker Neuson RT56-SC2 EU Handleiding

Categorie
Beveiligingsapparaat componenten
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

5000188926
05 0911
Gebruikershandleiding
Cilinder
RT 56SC-2
RT 82SC-2
NL
Copyright-
mededeling
© Copyright 2011 by Wacker Neuson Production Americas LLC.
Alle rechten, inclusief het recht tot kopiëren en van verspreiding zijn
voorbehouden.
Deze publicatie mag gefotokopieerd worden door de oorspronkelijke
koper van de machine. Elke andere soort vermenigvuldiging is
verboden zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van
Wacker Neuson Production Americas LLC.
Elke soort niet door Wacker Neuson Production Americas LLC
geautoriseerde vermenigvuldiging of versp[reiding vormt een
schending van geldige auteursrechten. Tegen overtreders hiervan zal
gerechtelijke vervolging worden ingesteld.
Handels-merken
Alle handelsmerken waarnaar in deze handleiding verwezen wordt zijn
het eigendom van de respectieve eigenaren ervan.
Fabrikant
Wacker Neuson Production Americas LLC
N92W15000 Anthony Avenue
Menomonee Falls, WI 53051 VS
Tel. (262) 255-0500 · Fax (262) 255-0550 · Tel. (800) 770-0957
www.wackerneuson.com
Vertaalde instructies
Deze Gebruiksaanwijzing is een vertaling van de originele instructies.
De oorspronkelijke taal van deze Gebruiksaanwijzing is Amerikaans
Engels.
Voorwoord
wc_tx001529nl.fm 3
Voorwoord
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES—Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke
instructies voor de hieronder vermelde machinemodellen. Deze instructies zijn
speciaal door Wacker Neuson Production Americas LLC gepubliceerd en moeten
tijdens de installatie, bediening en het onderhoud van de machines worden gev-
olgd.
Machines die
in deze
handleiding
worden
behandeld
Machine
documentatie
Vanaf dit punt in deze documentatie zal naar Wacker Neuson Production Amer-
icas LLC worden verwezen als Wacker Neuson.
Bewaar te allen tijde een exemplaar van de Gebruikershandleiding bij de
machine.
Gebruik het afzonderlijke Onderdelenboek dat met de machine is meegeleverd
om reserveonderdelen te bestellen.
Zie de afzonderlijke reparatiehandleiding voor gedetailleerde instructies over
onderhoud en reparaties aan de machine.
Mocht u een of meer van deze documenten niet in uw bezit hebben, neem dan
contact op met Wacker Neuson om een exemplaar te bestellen, of bezoek
www.wackerneuson.com.
Zorg dat u het modelnummer, artikelnummer, revisienummer en serienummer
van de machine bij de hand hebt wanneer u onderdelen bestelt of informatie
over onderhoud aanvraagt.
Verwachtinge
n t.a.v.
informatie in
deze
handleiding
Deze handleiding verschaft de informatie en procedures voor de veilige bedien-
ing en het veilig onderhoud van het/de bovenstaand(e) Wacker Neuson-
model(len). Lees voor uw eigen veiligheid en om het risico van letsel te vermin-
deren alle instructies die in deze handleiding staan aandachtig door en zorg
ervoor dat u ze begrijpt en naleeft.
De Wacker Neuson behoudt zich uitdrukkelijk het recht voor om, zelfs zonder
voorafgaande kennisgeving, technische wijzigingen aan te brengen die de
prestaties of veiligheidsnormen van haar machines verbeteren.
De informatie in deze handleiding is gebaseerd op machines die zijn vervaar-
digd tot op het moment van publicatie. Wacker Neuson behoudt zich het recht
voor om elk willekeurig gedeelte van deze informatie zonder voorafgaande
kennisgeving te wijzigen.
Machine Artikelnummer
RT 56 SC-2 0620294
0620844
RT 82 SC-2 0620293
0620367
0620368
0620525
0620528
0620529
0620530
0620845
5200003107
Voorwoord
4 wc_tx001529nl.fm
Goedkeuring
van de
fabrikant
Deze handleiding bevat verschillene verwijzingen naar goedgekeurde onderdelen,
hulpstukken en modificaties. De volgende definities zijn van toepassing:
Goedgekeurde onderdelen of hulpstukken zijn die onderdelen die worden
vervaardigd of geleverd door Wacker Neuson.
Goedgekeurde modificaties zijn veranderingen die door een erkend Wacker
Neuson servicecentrum worden uitgevoerd volgens door Wacker Neuson
gepubliceerde schriftelijke instructies.
Niet-goedgekeurde onderdelen, hulpstukken en modificaties zijn die onder-
delen/veranderingen die niet aan de goedgekeurde criteria voldoen.
Niet-goedgekeurde onderdelen, hulpstukken of modificaties kunnen tot het vol-
gende leiden:
ernstig gevaar van letsel voor de operator en personen in het werkgebied;
permanente machineschade, die niet door de garantie wordt gedekt.
Neem onmiddellijk contact op met uw Wacker Neuson dealer als u vragen hebt
over goedgekeurde of niet-goedgekeurde onderdelen, hulpstukken of modificaties.
Vertaling van de originele conformiteitverklaring
2011-CE-RT-nl.fm
EU - conformiteitverklaring
Fabrikant
Wacker Neuson Production Americas LLC, N92W15000 Anthony Avenue,
Menomonee Falls, Wisconsin USA
Product
Product
Producttype
Productfunctie
Artikelnummer
Geïnstalleerd nuttig vermogen
Gemeten geluidsvermogenniveau
Gegarandeerd geluidsvermogenniveau
RT 56-SC2, RT 82-SC2
Cilinder
Grond samenpakken
0620844, 0620528, 0620529, 0620530, 0620845
5200003107
15.5 kW
108 dB(A)
109 dB(A)
Conformiteitsbeoordelingsprocedure
Volgens bijlage VIII
Aangemelde instantie
Lloyds Register Quality Assurance Limited (Notified Body No 0088)
71 Fenchurch Street, London EC3M 4BS, United Kingdom
Richtlijnen en normen
Hiermee verklaren we dat dit product aan de betreffende bepalingen en vereisten van de
volgende richtlijnen en normen voldoet:
2006/42/EC, 2000/14/EC, 2004/108/EC, EN 500-1, EN 500-4
Gevolmachtigde voor technische documenten
Axel Häret, Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG, Preußenstraße 41, 80809 München
Menomonee Falls, WI, USA, 15.09.11
William Lahner
Vice President of Engineering
Paul Sina
Manager, Product Engineering
6 wc_bo5000188926_04TOC.fm
Inhoudsopgave RT SC-2
Voorwoord 3
EU - conformiteitverklaring 5
1 Informatie inzake veiligheid 9
1.1 Signaalwoorden gevonden in dit Gebruikershandleiding ......................9
1.2 Machinebeschrijving en beoogd gebruik .............................................10
1.3 Bedrijfsveiligheid .................................................................................11
1.4 Veiligheidsinstructies voor het gebruik van verbrandingsmotoren ......14
1.5 Veiligheidsaspecten onderhoud ..........................................................15
2 Etiketten 18
2.1 Plaats van labels .................................................................................18
2.2 Betekenis van de labels ......................................................................19
3 Hijsen en transport 26
3.1 Opheffen van de machine ...................................................................26
3.2 Transporteren van de machine ...........................................................26
4 Bedrijf 27
4.1 Klaarmaken voor het eerste gebruik ...................................................27
4.2 Plaats van bedieningselementen/onderdelen .....................................28
4.3 Beschrijving van bedieningselementen/onderdelen ............................29
4.4 Kenmerken en bediening ....................................................................32
4.5 Toegang krijgen tot de motor of hydraulisch compartiment ................33
4.6 Toegang krijgen tot het bedieningscompartiment ...............................33
4.7 Bedieningspaneel ................................................................................34
4.8 SmartControl™ SC-2 zender ..............................................................37
4.9 Infrarood-systeem en bedieningskanalen ...........................................40
4.10 Voordat u begint ..................................................................................42
4.11 Starten .................................................................................................43
4.12 Stoppen ...............................................................................................44
wc_bo5000188926_04TOC.fm 7
InhoudsopgaveRT SC-2
4.13 Kleurcodes lichtringen ........................................................................ 45
4.14 Bedrijf ................................................................................................. 46
4.15 Positie van de operator ..................................................................... 47
4.16 Beperkingen Zendbereik .................................................................... 49
4.17 Bedrijfskenmerken .............................................................................. 50
4.18 NiMH Batterijen .................................................................................. 50
4.19 De batterijset vervangen .................................................................... 51
4.20 Opladen Batterijen Zender ................................................................. 52
4.21 Stabiliteit van de machine .................................................................. 54
4.22 Vergrendelstang scharnier-verbinding ............................................... 56
4.23 Omkantelen ........................................................................................ 56
4.24 Procedure voor noodstops ................................................................. 57
4.25 Overzicht van de ECM en het diagnosehulpmiddel ........................... 57
4.26 ECM fasen van opstarten van motor .................................................. 57
4.27 ECM-controle van de solenoïde ......................................................... 59
4.28 Het diagnosehulpmiddel aansluiten ................................................... 60
4.29 De ECM omkantelmodus programmeren ........................................... 61
4.30 De ECM diagnosemodus openen ...................................................... 62
4.31 ECM storings- en foutcodes ............................................................... 63
4.32 De ECM diagnosegegevens en het omkantellichtje resetten ............. 66
4.33 Doe het volgende om de joysticks te kalibreren ................................. 67
5 Onderhoud 68
5.1 Inwerktijd ............................................................................................ 68
5.2 Onderhoudsschema ........................................................................... 68
5.3 Vereisten hydraulische olie ................................................................ 70
5.4 Hydraulisch oliepeil ............................................................................ 70
5.5 Vervangen van hydraulische olie & filter ............................................ 71
5.6 Scharnierende verbinding, stuurcilinder en motorkapscharnieren ..... 73
5.7 SmartControlTM zender reinigen ....................................................... 73
5.8 Schraapstangen ................................................................................. 74
5.9 Wielophanging .................................................................................... 75
5.10 Verwisselen van rollen ....................................................................... 76
5.11 Batterij ................................................................................................ 77
5.12 Motorolie en filter ................................................................................ 78
5.13 Onderhoud luchtfilter .......................................................................... 80
5.14 Behoud van het brandstofsysteem .................................................... 80
5.15 Brandstoffilter ..................................................................................... 81
5.16 De brandstoffilter/waterafscheider aftappen ....................................... 82
5.17 Ontluchten van het brandstofsysteem ................................................ 82
8 wc_bo5000188926_04TOC.fm
Inhoudsopgave RT SC-2
5.18 Koelvloeistof van de motor ..................................................................82
5.19 Aanpassing van de klepspeling ...........................................................83
5.20 Instellen van de riem ...........................................................................84
5.21 Eenvoudige storingen ..........................................................................85
5.22 Opslag .................................................................................................87
5.23 Opslag op lange termijn ......................................................................88
6 Technische specificaties 89
6.1 Motor ...................................................................................................89
6.2 Wals ....................................................................................................90
6.3 Smering ...............................................................................................90
6.4 Geluids-en vibratiewaarden .................................................................91
6.5 Afmetingen ..........................................................................................91
6.6 Stralingsnaleving .................................................................................91
7 Schema’s 94
7.1 Bedradingsschemablad 1 ....................................................................94
7.2 Bedradingsschemablad 2 ....................................................................95
7.3 Onderdelen ..........................................................................................96
7.4 Hydraulisch schema ..........................................................................100
7.5 Hydraulische schema-onderdelen .....................................................101
RT SC-2 Informatie inzake veiligheid
wc_si000472nl.fm 9
1 Informatie inzake veiligheid
1.1 Signaalwoorden gevonden in dit Gebruikershandleiding
Deze handleiding bevat vermeldingen voorafgegaan door GEVAAR,
WAARSCHUWING, VOORZICHTIG, LET OP en N.B., die moeten
worden opgevolgd om de kans op lichamelijk letsel, beschadiging van
de machine of verkeerd onderhoud te beperken.
LET OP: Als dit zonder veiligheidssymbool wordt gebruikt, duidt LET OP op
een gevaarlijke situatie die, als deze niet vermeden wordt, tot materiële
schade kan leiden.
NB: Duidt op aanvullende informatie die van belang voor een procedure is.
Dit is het symbool dat een gevaar voor de veiligheid aanduidt. Het wordt gebruikt
om u attent te maken op mogelijke gevaren voor lichamelijk letsel.
f Leef alle veiligheidsinstructies na die bij dit symbool staan.
GEVAAR
GEVAAR duidt op een gevaarlijke situatie die, als deze niet vermeden wordt, zal
resulteren in dodelijk of ernstig letsel.
f Kom alle veiligheidswaarschuwingen na die op dit signaalwoord volgen om
ernstig of fataal letsel te vermijden.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING duidt op een gevaarlijke situatie die, als deze niet vermeden
wordt, zal resulteren in dodelijk of ernstig letsel.
f Kom alle veiligheidswaarschuwingen na die op dit signaalwoord volgen om
ernstig of fataal letsel te vermijden.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG duidt op een gevaarlijke situatie die, als deze niet vermeden wordt,
zal resulteren in licht of matig letsel.
f Kom alle veiligheidswaarschuwingen na die op dit signaalwoord volgen om
ernstig of fataal letsel te vermijden.
Informatie inzake veiligheid RT SC-2
10 wc_si000472nl.fm
1.2 Machinebeschrijving en beoogd gebruik
Deze machine is een op afstand bediende greppelwals. De Wacker
Neuson-greppelwals bestaat uit twee afzonderlijke machinehelften
(voor en achter), die via een scharnierende verbinding met elkaar zijn
verbonden. Elke machinehelft bevat een bekrachtigingsdynamo en
twee cilinders. De voorste helft bevat ook een dieselmotor en pompen
voor het hydrostatische aandrijfsysteem. De achterste helft bevat het
hydraulische oliereservoir en de brandstoftank. De dieselmotor drijft
de hydraulische systemen voor de verplaatsing van de machine en
cilindervibratie aan. De operator bedient alle machinefuncties (sturen,
vibratie en starten/stoppen van de motor) dankzij een
infraroodregelsysteem.
Deze machine is bedoeld voor de verdichting van onderfunderingen,
aanaarding en samenhangende grondsoorten.
Deze machine is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het hiervoor
beschreven beoogde gebruik. De machine voor enig ander doel
gebruiken kan de machine blijvend beschadigen of de operator of
andere personen in het gebied ernstig letsel berokkenen. Door
misbruik veroorzaakte machineschade wordt niet door de garantie
gedekt.
Een paar voorbeelden van onjuist gebruik:
De machine gebruiken als ladder, ondersteuning of
werkoppervlak
De machine gebruiken voor het dragen of vervoeren van
passagiers of apparatuur
De machine gebruiken voor het slepen van andere machines
De machine buiten de fabrieksspecificaties gebruiken
De machine bedienen op een manier die in strijd is met alle
waarschuwingen die op de machine zijn aangebracht en in de
Gebruikershandleiding worden vermeld
Deze machine werd ontworpen en gebouwd volgens de laatste
wereldwijde veiligheidsnormen. Hij is zorgvuldig geconstrueerd om
gevaren voor zover praktisch te elimineren en de veiligheid voor de
operator te verhogen door middel van beveiligingsmiddelen en het
aanbrengen van labels. Na het nemen
van beschermingsmaatregelen kunnen er echter enige risico's blijven
bestaan. Deze worden residuele risico's genoemd. Op deze machine
kan dit blootstelling omvatten aan:
Hitte, lawaai, uitlaatgassen en koolmonoxide uit de motor
Brandwonden veroorzaakt door hete, hydraulische vloeistof
Brandgevaar door onjuist bijtanken
RT SC-2 Informatie inzake veiligheid
wc_si000472nl.fm 11
Brandstof en daaruit vrijkomende dampen
Persoonlijk letsel door onjuiste heftechnieken
Pletgevaar voor de bediener door onjuist gebruik (voeten, benen
of armen die uit het werkstation van de gebruiker naar buiten
steken) en voor andere personen in het werkgebied
Om uzelf en anderen te beschermen moet u ervoor zorgen dat u de in
deze handleiding geboden veiligheidsinformatie grondig leest en
begrijpt, voordat u de machine gaat gebruiken.
1.3 Bedrijfsveiligheid
Een adequate opleiding en bekendheid met de machine zijn
noodzakelijk voor het veilig bedienen ervan. Verkeerd gebruik van de
machine of gebruik door ongeschoold personeel kan gevaar
opleveren. Lees de gebruiksvoorschriften en zorg dat u vertrouwd bent
met de bediening en plaats van alle instrumenten en knoppen.
Onervaren gebruikers dienen te worden opgeleid door iemand die
vertrouwd is met de apparatuur voordat zij de machine mogen
bedienen.
Kwalificaties van de operator
Alleen getraind personeel mag de machine starten, gebruiken en
afsluiten. Zij moeten tevens aan de volgende kwalificaties voldoen:
instructies hebben gekregen over het juiste gebruik van de
machine;
vertrouwd zijn met de vereiste veiligheidsapparaten
Tot de machine mag geen toegang worden verleend aan, en hij mag
niet worden bediend door:
kinderen;
personen die alcohol of drugs hebben gebruikt
Indien noodzakelijk neemt u contact op met Wacker Neuson voor
extra opleiding.
Persoonlijke beschermende uitrusting (PPE)
Draag de volgende persoonlijke beschermende uitrusting (PPE)
tijdens het gebruik van deze machine:
strakzittende werkkleding die bewegingen niet hindert;
veiligheidsbril met zijbescherming;
gehoorbescherming;
werkschoenen of -laarzen met veiligheidsneuzen.
WAARSCHUWING
Informatie inzake veiligheid RT SC-2
12 wc_si000472nl.fm
Voordat de machine wordt gestart
Maak de grendelstang voor de scharnierende verbinding ALTIJD
los en klap ze bij elkaar, vooraleer de machine te bedienen. De
machine kan niet gestuurd worden wanneer de grendelstang
vastgekoppeld is.
NOOIT een defecte eenheid starten waaraan onderhoud of
herstelling moet uitgevoerd worden.
Gebruik de machine niet met niet toegestane hulpstukken of
accessoires.
Verplaats de machine niet als deze aan staat.
Regelaars en functies
ALTIJD machine bedienen met alle veiligheidsvoorzieningen en
beschermingen op hun plaats en bedrijfsklaar.
Veiligheidsvoorzieningen NIET wijzigen of uitschakelen. Machine
NIET bedienen indien enige veiligheidsvoorziening of
bescherming ontbreekt of niet bedrijfsklaar is.
ALTIJD controleren dat alle bedieningsorganen goed
functioneren onmiddellijk na het opstarten! Machine NIET in
werking stellen, tenzij alle bedieningsorganen correct
functioneren.
Gebruik altijd de halsriem van de SmartControl™ zender
verschaft door Wacker Neuson, tijdens het werken met
verbonden besturingskabel. Deze halsriem is bedoeld om zich
los te rukken, zodat diegene die de machine bedient, niet
meegesleurd wordt door de machine indien deze zou afglijden,
kantelen of omvallen.
NOOIT in werking stellen wanneer brandstofafsluitdop los zit of
ontbreekt.
Oplettendheid op het werkgebied
Blijf ALTIJD opmerkzaam voor wijzigingen in de toestand en
beweging van andere apparatuur en personeel op de werkplaats.
Blijf ALTIJD in visueel contact met de machine op ieder ogenblik
dat u de bedieningsorganen bestuurt.
Blijf ALTIJD opmerkzaam voor wijzigingen in de
oppervlaktegesteldheid en wees extra voorzichtig bij het werken
op ongelijke bodem, op heuvels of op zacht of ruw materiaal. De
machine zou onverwacht kunnen schuiven of afglijden.
Wees ALTIJD voorzichtig bij het werken dichtbij de randen van
kuilen, greppels of platformen. Controleer om er zeker van te zijn
dat het bodemoppervlak stabiel genoeg is om het gewicht van de
RT SC-2 Informatie inzake veiligheid
wc_si000472nl.fm 13
machine te dragen en dat er geen gevaar voor bestaat dat de
wals zou afglijden, omvallen of kantelen.
Zorg dat u zich ALTIJD op een veilige afstand bevindt bij het
bedienen van de machine in achteruit of op heuvels. Laat genoeg
ruimte tussen uzelf en de machine, zodat u niet in een gevaarlijke
positie terechtkomt wanneer de machine zou afglijden of
kantelen.
Houd handen, voeten, haar en losse kleding uit de buurt van
bewegende delen. Zij zouden door de bewegende delen kunnen
worden gegrepen.
Er ALTIJD voor zorgen dat alle andere personen zich op veilige
afstand van de machine bevinden. De machine stoppen als
personen op het werkterrein van de machine komen.
Tijdens het gebruik van de machine mag geen mobiele telefoon
worden gebruikt of sms-berichten worden verstuurd.
Meerdere walsen NOOIT bedienen binnen 20m van elkaar
verwijderd, tenzij u zeker bent dat iedere wals en de
overeenkomstige zender werden ingesteld op een ander
controlekanaal dan de andere walsen/zenders die binnen het
gebied worden gebruikt. Raadpleeg sectie Instelling van
controlekanalen voor bijkomende informatie.
Blijf uit de buurt van de scharnierende stuurverbinding en het
gebied tussen de voor- en achterframes.
Een draaiende machine NOOIT onbeheerd achterlaten.
Nadat het werk voltooid is
NOOIT de warme knaldemper, het motorblok of koelribben
aanraken. Dit zal brandwonden veroorzaken.
Informatie inzake veiligheid RT SC-2
14 wc_si000472nl.fm
1.4 Veiligheidsinstructies voor het gebruik van verbrandingsmotoren
Veilige bediening
Bij draaiende motor:
Houd het gebied rondom de uitlaatpijp vrij van brandbare
materialen.
Controleer de brandstofleidingen en de brandstoftank op lekken
en scheuren alvorens de motor te starten. Laat de machine niet
draaien als er brandstoflekken zijn of als de brandstofleidingen
los zitten.
Bij draaiende motor:
Niet roken bij het bedienen van de machine.
Laat de motor niet draaien in de buurt van vonken of open vuur.
Raak nooit de motor of de uitlaat aan terwijl de motor draait of
onmiddellijk nadat deze is uitgeschakeld.
Gebruik de machine niet als de brandstoftankdop los is of
ontbreekt.
Zet de motor niet aan als er brandstof gelekt is of als het naar
brandstof ruikt. Verplaats de machine weg van de vlek en droog
de machine af voor het starten.
Veilig bijvullen van brandstof
Bij het bijvullen van de motor:
Ruim alle gemorste brandstof onmiddellijk op.
Vul brandstoftank in een goed geventileerde ruimte.
Zet na het vullen de dop terug op de brandstoftank.
WAARSCHUWING
Voor verbrandingsmotoren gelden speciale risico's tijdens gebruik en bij het vullen
van de brandstoftank. Het niet naleven van waarschuwings- en
veiligheidsrichtlijnen kan leiden tot ernstig of fataal letsel.
f Lees de waarschuwingsinstructies in de handleiding van de motor en de
onderstaande veiligheidsrichtlijnen en volg ze op.
GEVAAR
Uitlaatgassen van de motor bevatten koolmonoxide, een levensgevaarlijk vergif.
Blootstelling aan koolmonoxide kan in enkele minuten al fataal zijn.
f Bedien de machine NOOIT binnen een afgesloten gebied, zoals een tunnel
bijvoorbeeld, behalve als er voldoende ventilatie aanwezig is door middel van
onderdelen zoals uitlaatventilatoren of -slangen.
RT SC-2 Informatie inzake veiligheid
wc_si000472nl.fm 15
Niet roken.
Vul nooit de brandstoftank van een hete of draaiende machine.
Laat de motor niet draaien in de buurt van vonken of open vuur.
1.5 Veiligheidsaspecten onderhoud
Persoonlijke beschermende uitrusting (PPE)
Draag de volgende persoonlijke beschermende uitrusting wanneer u
de machine repareert of onderhoudt:
strakzittende werkkleding die bewegingen niet hindert;
veiligheidsbril met zijbescherming;
gehoorbescherming;
werkschoenen of -laarzen met veiligheidsneuzen.
Doe ook het volgende, voordat de machine wordt gebruikt:
lang haar naar achteren samenbinden;
alle sieraden verwijderen (inclusief ringen).
Voordat onderhoud aan de machine wordt verricht
Bepaalde onderhoudprocedures vereisen dat de accu van de
machine wordt losgekoppeld. Om het gevaar voor persoonlijke
verwonding te reduceren, dient u de onderhoudprocedures te
lezen en te hebben begrepen alvorens enig onderhoud aan de
machine uit te voeren.
Alle afstellingen en reparaties MOETEN voltooid zijn voordat u de
machine bedient. NOOIT de machine bedienen met een gekend
probleem of defect! Alle reparaties en afstellingen dienen
uitgevoerd te worden door een hiervoor bevoegd technieker.
Voer NOOIT wijzigingen aan de apparatuur uit zonder speciale
schriftelijke toestemming van Wacker Neuson Corporation.
NIET onder de machine staan wanneer ze wordt omhoog
getakeld of verplaatst.
Schakel de motor ALTIJD uit voordat u onderhoud aan de
machine uitvoert. Koppel de minpool van de accu los als de
motor van een elektrisch startmechanisme is voorzien.
WAARSCHUWING
Een slecht onderhouden apparaat functioneert mogelijk niet goed en kan gevaar voor
de veiligheid opleveren! Er kan zich persoonlijk letsel of apparaatschade voordoen.
f Onderhoud het apparaat volgens de periodieke onderhoudsschema’s in
deze handleiding. Maak alle noodzakelijke reparaties voordat het apparaat
wordt gebruikt.
Informatie inzake veiligheid RT SC-2
16 wc_si000472nl.fm
Zorg er ALTIJD voor dat stroppen, kettingen, haken,
laadbruggen, krikken en andere soorten hefinrichtingen stevig
zijn vastgemaakt en voldoende gewichtdraagkracht hebben om
de machine veilig op te heffen of vast te houden. Blijf altijd
bewust van de plaats waar andere personen zich in uw buurt
bevinden bij het opheffen van de machine.
Maak de scharnierende verbinding ALTIJD goed vast met behulp
van de grendelstang vooraleer de machine op te heffen, op te
krikken en er onderhoudswerken aan uit te voeren.
Machinehelften zouden onverwacht tegen elkaar kunnen
zwaaien en ernstige verwonding veroorzaken.
Tijdens het onderhoud aan de machine
Probeer NIET om de machine te reinigen of te herstellen terwijl
hij aan staat. Draaiende onderdelen kunnen ernstige
verwondingen veroorzaken.
Gebruik GEEN benzine of andere types brandstoffen of
brandbare oplossingen om onderdelen te reinigen, vooral niet in
gesloten ruimtes. Dampen van brandstoffen en oplossingen
kunnen ontplofbaar worden.
De radiatordop NIET verwijderen wanneer de motor loopt of
warm is. De vloeistof in de radiator is heet en staat onder druk en
zou tot ernstige brandwonden kunnen leiden!
Vloeistoflekken uit smalle openingen zijn vaak praktisch
onzichtbaar. NIET controleren op lekken met blote handen.
Controleer op lekken, met behulp van een stuk karton of hout.
Het papierelement van het luchtfilter, het voorfilter of het
luchtfilterdeksel NIET verwijderen terwijl de stamper in bedrijf is.
Open GEEN hydraulische leidingen of koppel GEEN
hydraulische verbindingen los, terwijl de motor loopt!
Hydraulische vloeistof onder druk, kan door de huid dringen,
brandwonden veroorzaken, blind maken of andere mogelijke
gevaarlijke toestanden opleveren. Plaats alle bedieningsorganen
in neutraal en schakel de motor uit vooraleer hydraulische
leidingen los te koppelen.
Laat de SmartControl™ zender NIET onbeheerd achter tijdens
onderhoud aan de machine.
Na het onderhoud aan de machine
ALTIJD zorgen dat slangaansluitingen terug aangesloten worden
op de correcte aansluiting. Indien dit niet gebeurt, kan dit de
machine beschadigen en/of personen op of in de buurt van de
machine verwonden.
RT SC-2 Informatie inzake veiligheid
wc_si000472nl.fm 17
Zorg er vóór het opstarten van de machine voor, dat al het
gereedschap werd verwijderd van de machine en dat
vervangonderdelen en regelapparatuur stevig vastzitten.
Na reparatie of onderhoud de veiligheidsvoorzieningen en
beschermkappen ALTIJD terugplaatsen.
Algemene onderhoudsveiligheid
ALTIJD alle externe sluitingen controleren op regelmatige
intervallen.
Houd de machine ALTIJD schoon en de labels goed leesbaar.
Vervang alle ontbrekende of slecht leesbare labels. Labels
verschaffen belangrijke bedieningsinstructies en waarschuwen
tegen gevaren en risico’s.
Voor periodiek onderhoud ALTIJD de voorschriften in de
handleiding volgen.
Wanneer onderdelen voor deze machine vervangen moeten
worden, gebruik alleen Wacker Neuson onderdelen of
onderdelen die identiek zijn aan het origineel volgens alle
beschrijvingen, zoals fysieke afmetingen, type, sterkte en
materiaal.
Etiketten RT SC-2
18 wc_si000473nl.fm
2 Etiketten
2.1 Plaats van labels
Z
Y
X
Q
N
wc_gr007266
RT SC-2 Etiketten
wc_si000473nl.fm 19
2.2 Betekenis van de labels
A
WAARSCHUWING!
Inhoud onder druk. Niet openen wanneer heet!
B
WAARSCHUWING!
Heet oppervlak
C
WAARSCHUWING!
Knelpunt.
D
Vullen van het hydraulische oliereservoir
Etiketten RT SC-2
20 wc_si000473nl.fm
E
Radiator/Motorolie
F
GEVAAR!
Verstikkingsgevaar.
Motoren stoten koolmonoxide uit.
De machine mag niet binnenshuis of in een
besloten ruimte draaien tenzij voor voldoende
ventilatie is gezorgd, zoals bijvoorbeeld door
middel van uitlaatventilators of -slangen.
Lees de meegeleverde gebruikershandleiding
en zorg dat u de inhoud begrijpt alvorens deze
machine te gebruiken. Als u dat niet doet, ver-
groot u het risico van letsel aan uzelf of
anderen.
Draag altijd gehoorbescherming als u deze
machine gebruikt om het risico van gehoorver-
lies te verminderen.
RADIATOR
KUEHLER
RADIADOR
RADIATEUR
ENGINE OIL
MOTOROEL
AC
EITE DE M
O
T
OR
HUILE À
MOTEURS
S
wc
_
sy0154325
RT SC-2 Etiketten
wc_si000473nl.fm 21
G
WAARSCHUWING!
Infrarood signaal: richt de zender te allen tijde
rechtstreeks op het ontvangoog op de machine.
1. Er is geen beweging wanneer de operator
zich binnen 2 meter van de voor- of achterkant
van de machine bevindt. De machine werkt wel
wanneer de operator zich binnen 2 meter van
elke willekeurige kant ervan bevindt.
2. De machine kan van voorwerpen weerkaat-
ste signalen ontvangen en erop reageren.
Lees de Gebruikershandleiding.
H
Bevestig de labels niet aan de ombouw om het
blokkeren van de infrarode uitzendingen en
mogelijke machinestoringen te vermijden!
Maak vóór gebruik de zender en ontvangogen
schoon!
Om niet door de kabel te worden weggetrokken,
moet uitsluitend de Wacker Neuson veilig-
heidshalsriem worden gebruikt!
Maak vóór gebruik de zender en ontvangogen
schoon!
Lees de Gebruikershandleiding.
I
Bedienerhandleiding moet bewaard worden op
machine. Vervangexemplaren van de bediener-
handleiding kunnen besteld worden via uw
lokale Wacker Neuson-verdeler.
Etiketten RT SC-2
22 wc_si000473nl.fm
J
WAARSCHUWING!
Accu loskoppelen vóór onderhoud.
Lees de bedienerhandleiding.
K
Vastsjorpunt
L
AANDACHT
Hijspunt
M
Een naamplaatje met het modelnummer, artikel-
nummer, revisie- en serienummer is aan elk
apparaat bevestigd. Maak een aantekening van
de informatie op dit plaatje zodat u dit bij de
hand hebt als het naamplaatje verloren raakt of
beschadigd wordt. Als u onderdelen bestelt of
onderhoudsinformatie vraagt, wordt u altijd gev-
raagd om het model, artikelnummer, revisie-
nummer en serienummer van het apparaat op
te geven.
N
Deze machine wordt mogelijk beschermd door
een of meer van de volgende octrooien.
O
Klemmoeren van accu vastdraaien met een
koppel tot 3,5Nm max.
RT SC-2 Etiketten
wc_si000473nl.fm 23
P
AANDACHT
Indien de machine omkantelt kan motorolie in
de cilinders binnenvloeien, met als gevolg een
mogelijk gevaar voor motorschade. Raadpleeg
de Bedieningshandleiding of neem contact op
met uw Wacker Neuson Service Dealer voor
instructies vooraleer te herstarten.
Q
Gegarandeerd geluidskrachtniveau in dB(A).
R
WAARSCHUWING
Beknellingsgevaar. Ronddraaiende onder-
delen. Reik niet in de machine wanneer de
motor draait.
Etiketten RT SC-2
24 wc_si000473nl.fm
S
VOORZICHTIG!
Niet binnen een omtrek van 2m (6,6 voet) tot de
machine komen wanneer de oranje lichten flik-
keren. De wals zal reageren op afstandssig-
nalen wanneer het licht flikkert.
T
Afvoer hydraulische olie.
U
Kanaallabels:
Markeer het werkende kanaal op de zender en
op de wals. Bij verandering van de kanalen
moeten de oorspronkelijke labels vervangen
worden.
V
Bij gebruik van meerdere machines en om
onopzettelijke werking te vermijden, moeten
verschillende kanaalinstellingen voor elke
machine geselecteerd worden!
De ombouw niet openen om beschading van de
zender en mogelijke storing te vermijden! Zie de
Gebruikershandleiding!
ATENCIN
ATTENTION
RT SC-2 Etiketten
wc_si000473nl.fm 25
W
P= Vermogensrelais
T= Gaskleprelais
G= Gloeibougierelais
X
Vullen van het reservoir voor hydraulische olie.
Y
GEVAAR!
Verstikkingsgevaar.
Motoren stoten koolmonoxide uit.
De machine mag niet binnenshuis of in een
besloten ruimte draaien tenzij voor voldoende
ventilatie is gezorgd, zoals bijvoorbeeld door
middel van uitlaatventilators of -slangen.
Lees de Gebruikershandleiding.
Geen vonken, vlammen of brandende voorwer-
pen in de buurt van de machine.
Vóór het bijtanken de motor stoppen.
Gebruik uitsluitend schone, gefiltreerde die-
selbrandstof.
Z
Alleen brandstof met laag of ultralaag zwavelge-
halte
0178715
STOP
Hijsen en transport RT SC-2
26 wc_tx001730nl.fm
3 Hijsen en transport
3.1 Opheffen van de machine
Zie afbeelding: wc_gr000980
Zet de voorste en achterste helften van de machine vast met de
scharniergrendelstang (b) op de scharnierende verbinding van de
machine. Gebruik een heftoestel met voldoende
draagkrachtcapaciteit. Til de machine uit de hefoog (c).
Vergrendel de scharnierende verbinding ALTIJD alvorens de machine
te heffen.
3.2 Transporteren van de machine
Zie afbeelding: wc_gr000980
Plaats bij vervoer van de machine, blokken vóór en achter iedere
cilinder en gebruik de vastsjorogen (a) die voorzien zijn om de
machine stevig vast te maken aan de oplegger.
Zorg ervoor dat de grendelstang van de scharnierende verbinding (b)
ingeschakeld is.
RT SC-2 Bedrijf
wc_tx001530nl.fm 27
4 Bedrijf
4.1 Klaarmaken voor het eerste gebruik
Klaarmaken voor het eerste gebruik
Om uw machine klaar te maken voor het eerste gebruik:
4.1.1 Zorg ervoor dat alle losse verpakkingsmaterialen van de machine zijn
verwijderd.
4.1.2 Controleer de machine en de onderdelen ervan op schade. Indien er
zichtbare schade aanwezig is, mag de machine niet worden gebruikt!
Neem onmiddellijk contact op met uw Wacker Neuson dealer voor
hulp.
4.1.3 Doe een inventaris van alle bij de machine behorende items en
verifieer dat alle losse onderdelen en bevestigingsmiddelen aanwezig
zijn.
4.1.4 Maak alle samenstellende onderdelen vast die nog niet bevestigd
zijn.
4.1.5 Voeg zoals benodigd vloeistoffen toe, inclusief brandstof, motorolie en
accuzuur.
4.1.6 Plaats de machine op de werklocatie.
Bedrijf RT SC-2
28 wc_tx001530nl.fm
4.2 Plaats van bedieningselementen/onderdelen
wc_gr007390
47
RT SC-2 Bedrijf
wc_tx001530nl.fm 29
4.3 Beschrijving van bedieningselementen/onderdelen
Ref. Beschrijving Ref. Beschrijving
1 Oliepijlstok 25 Bekrachtiger vulplug
2 Motorolie aftapplug 26 Aftapplug bekrachtiger
3 Vastsjorogen 27 Oliepeilplug bekrachtiger
4 Luchtfilter 28 Informatiepaneel
5 Afstrijkbalk 29 SmartControl™ zender
6 Drijfwerkkast vulplug 30 Laadkabel
7 Drijfwerkkast aftapplug 31 Ontvangoog/lichtkring
8 Drijfwerkkast oliepeilplug 32 Oliekoeler
9 Bekrachtiger pomp 33 Verbindingspoort
10 Aandrijfpomp 34 Stuurcilinder
11 Radiator 35 Decodermodule
12 Motorkapvergrendeling 36 Motorcontrolemodule
13 Hefoog 37 Vergrendeling
14 Grendelstang scharnierende
verbinding
38 Houder voor handleiding
15 Hydraulisch reservoir 39 Motorkapsluiting
16 Filter terugvoerleiding hydraulisch
reservoir
40 Systeemzekering - 20A
17 Peilglas hydraulisch oliepeil 41 Automatische vermogenschake-
laar - 50A
18 Aftapplug hydraulisch reservoir 42 Laadsnoer / aansluitbus onder-
houdskast
19 Vetnippel scharnierende verbind-
ing
43 Oliebruikbaarheidsschakelaar
20 Vetnippels stuurcilinder 44 Luchtfilter restrictieschakelaar
21 Brandstoftank 46 Hoge watertemperatuur schake-
laar/ Gloeibougie timer
22 Radiatoraftapplug 47 Brandstoffilter
23 Hydraulisch verdeelstuk - ---
24 Accu - ---
Bedrijf RT SC-2
30 wc_tx001530nl.fm
wc_gr007268
RT SC-2 Bedrijf
wc_tx001530nl.fm 31
Ref. Beschrijving Ref. Beschrijving
1 Oliepijlstok 25 Bekrachtiger vulplug
2 Motorolie aftapplug 26 Aftapplug bekrachtiger
3 Vastsjorogen 27 Oliepeilplug bekrachtiger
4 Luchtfilter 28 Informatiepaneel
5 Afstrijkbalk 29 SmartControl™ zender
6 Drijfwerkkast vulplug 30 Laadkabel
7 Drijfwerkkast aftapplug 31 Ontvangoog/lichtkring
8 Drijfwerkkast oliepeilplug 32 Oliekoeler
9 Bekrachtiger pomp 33 Verbindingspoort
10 Aandrijfpomp 34 Stuurcilinder
11 Radiator 35 Decodermodule
12 Motorkapvergrendeling 36 Motorcontrolemodule
13 Hefoog 37 Vergrendeling
14 Grendelstang scharnierende
verbinding
38 Houder voor handleiding
15 Hydraulisch reservoir 39 Motorkapsluiting
16 Filter terugvoerleiding hydraulisch
reservoir
40 Systeemzekering - 20A
17 Peilglas hydraulisch oliepeil 41 Automatische vermogenschake-
laar - 50A
18 Aftapplug hydraulisch reservoir 42 Laadsnoer / aansluitbus onder-
houdskast
19 Vetnippel scharnierende verbind-
ing
43 Oliebruikbaarheidsschakelaar
20 Vetnippels stuurcilinder 44 Luchtfilter restrictieschakelaar
21 Brandstoftank 46 Hoge watertemperatuur schake-
laar/ Gloeibougie timer
22 Radiatoraftapplug 47 Brandstoffilter
23 Hydraulisch verdeelstuk - ---
24 Accu - ---
Bedrijf RT SC-2
32 wc_tx001530nl.fm
4.4 Kenmerken en bediening
Zie afbeelding: wc_gr000957
Deze machine is specifiek ontworpen voor bediening op afstand. Deze
voorziening beschermt degene die de machine bedient, door hem of
haar toe te laten op een afstand van de machine en het werkgebied te
staan, tijdens bediening. Bij gebruik in sleuven, laat het de machinist
toe om veilig boven de greppel te staan in plaats van erin.
De SC2 zender (a) is enkel bestemd voor infrarood (IR) (a)
afstandsbediening. Het spiraalsnoer wordt enkel gebruikt voor het
laden van de zenderbatterij of levering van stroom aan de zender
wanneer er geen batterij in is. Er worden geen besturingssignalen
verzonden via het snoer.
Het infraroodsysteem bestaat uit de zender en twee ontvangogen. Dit
systeem verschaft draadloze direct-zichtbediening tot op 20m. Het
gebruikt een draagbare zender om signalen te verzenden naar de
ontvangogen van de machine om de werking van de machine te
besturen. Enkel één oog hoeft een signaal te ontvangen voor een
goede werking van de machine.
Bij het bedienen van meerdere walsen binnen 20m van elkaar
verwijderd, is het mogelijk dat de zender van één wals de controle van
een andere wals ongewild overneemt. Dit kan gebeuren wanneer
meerdere walsen op hetzelfde controlekanaal zijn ingesteld als dat van
een zender. Om te vermijden dat de zender van een wals ongewild
controle overneemt van een andere wals, dient u er voor te zorgen dat
iedere wals en de overeenstemmende zender zijn ingesteld op een
ander controlekanaal dan de andere walsen/zenders die binnen het
gebied worden gebruikt. Raadpleeg sectie Infraroodsysteem en
controlekanalen voor bijkomende informatie.
a
b
wc_gr000957
RT SC-2 Bedrijf
wc_tx001530nl.fm 33
4.5 Toegang krijgen tot de motor of hydraulisch compartiment
Toegang krijgen tot de motor of de compartimenten van de
hydraulische onderdelen:
4.5.1 Steek uw hand in de gleuf van de motorkap en druk op de ontspanner
van de vergrendeling (a) totdat deze open springt.
4.5.2 Hef het motordeksel omhoog en plaats het in de open stand.
Om te sluiten:
4.5.3 Laat het deksel over het motorcompartiment zakken, totdat dit bijna
gesloten is.
4.5.4 Laat het deksel dichtvallen, waarbij het gewicht van het deksel de
vergrendeling zal inschakelen. Zorg er voor dat geen vingers of
handen gekneld raken.
4.6 Toegang krijgen tot het bedieningscompartiment
Om toegang te krijgen tot het bedieningscompartiment:
Het deksel van het bedieningscompartiment staat onder veerdruk en
kan geopend worden met een beetje duwkracht. Niet te dicht bij het
deksel staan tijdens openen. Het deksel zou tegen u kunnen slaan
indien u te dichtbij staat bij het openen.
Plaats geen voorwerpen op het deksel tijdens het openen.
Voorwerpen zouden weggekatapulteerd kunnen worden.
4.6.1 Trek aan handel van vergrendeling (a) om deze los te maken.
Om te sluiten:
4.6.2 Laat het deksel over het motorcompartiment zakken, totdat dit bijna
gesloten is.
4.6.3 Zorg ervoor dat vingers of handen niet gekneld raken en duw met de
hand bovenop het deksel (b), dit deksel in de gesloten stand totdat het
vergrendeld is.
VOORZICHTIG
Bedrijf RT SC-2
34 wc_tx001530nl.fm
4.7 Bedieningspaneel
Zie afbeelding: wc_gr005043
Het bedieningspaneel is gemonteerd op het dashboard onder het
achterste motorkapdeksel van de machine. Het bevat de volgende
voorzieningen:
4.7.1 Controlelampje voor het laadsysteem (a)
De motor is uitgerust met een alternator en spanningsregelaar om de
batterijlading op peil te houden. Het waarschuwingslampje van het
laadsysteem begint te branden wanneer er een defect in het systeem
ontstaat. Hoewel de machine gedurende een korte periode zal blijven
verder functioneren terwijl het lampje brandt, zal verdere bediening de
batterij uitputten en tot gevolg hebben dat de machine uiteindelijk alle
bedieningsfuncties verliest.
Indien het waarschuwingslampje van het systeem begint te branden
terwijl de machine bediend wordt in een smalle greppel of ander
begrensd gebied, rij de machine dan zo snel mogelijk naar een veiliger
gebied om te vermijden dat ze zou blijven vastzitten op een gevaarlijke
of ontoegankelijke plaats.
4.7.2 Gloeibougielampje (b)
De motor is uitgerust met een automatisch gloeibougiesysteem dat de
verbrandingskamers voorverwarmt om starten te verbeteren onder
normale omstandigheden en bij koud weer. Het gloeibougielampje
begint te branden wanneer de contactsleutel en de zender AAN/UIT
schakelaar in de l (AAN) positie gedraaid worden. Het zal doven
wanneer de verbrandingskamers voorverwarmd zijn.
Nota: Wacht 5 minuten totdat de motor opgewarmd is, vóór het
bedienen van de wals.
4.7.3 Controlelampje voor luchtfilter (c)
Het waarschuwingslampje van de luchtfilter begint te branden
wanneer het luchtfilterpatroon moet vervangen worden.
k
e
f h
j
d
a c
b
wc_gr005043
VOORZICHTIG
RT SC-2 Bedrijf
wc_tx001530nl.fm 35
4.7.4 Urenteller (d)
De urenteller registreert de effectieve motorlooptijd. Gebruik de
urenteller bij het plannen van periodiek onderhoud.
4.7.5 Controlelampje voor motoroliedruk (e)
Het waarschuwingslampje voor de oliedruk begint te branden wanneer
oliedruk daalt onder de door de motorfabrikant aanbevolen waarde.
Wanneer dit gebeurt, zal de motor automatisch uitgeschakeld worden.
4.7.6 Controlelampje voor koelvloeistoftemperatuur (f)
Het waarschuwingslampje voor de koelvloeistoftemperatuur zal
beginnen te branden wanneer de temperatuur van de
motorkoelvloeistof 110 °C overschrijdt. Wanneer dit gebeurt, zal de
motor automatisch uitgeschakeld worden.
N.B.: Laat temperatuur dalen tot beneden 100 °C, alvorens te trachten
opnieuw te starten.
4.7.7 Omkantellichtje (h)
Het waarschuwingslichtje voor omkantelen brandt of knippert
(afhankelijk van de omkantelmodus) wanneer de hoek van de wals
groter is dan 45°. De machine is uitgerust met veiligheidsschakelaars
die de motor uitschakelen als dit zou gebeuren.
Bedrijf RT SC-2
36 wc_tx001530nl.fm
4.7.8 Contactsleutel (j)
Draaien van de contactsleutel naar de I (AAN) positie levert stroom
aan de machine. De groene stroom-aan indicator (k) begint te branden
om aan te geven dat er stroomvoorziening is.
De contactsleutel heeft een automatische uitschakelfunctie die na
1 uur motorstilstand de elektronica zal uitschakelen. Draai de
contactsleutel naar de O (UIT) positie en daarna terug naar de I
(AAN) positie, om de machine te resetten.
N.B.: De machine kan binnen deze periode van 1 uur opnieuw gestart
worden indien de zender uitgeschakeld en daarna weer terug
ingeschakeld wordt. De gloeibougies zullen geactiveerd worden indien
nodig.
Alle uitschakelfuncties hebben de eigenschap, dat wanneer een defect
wordt vastgesteld, het waarschuwingslampje en de rode LED
lichtkringen zullen blijven branden nadat de machine werd
uitgeschakeld, totdat het defect is hersteld en de contactsleutel naar
de O (UIT) positie wordt gedraaid.
Alle uitschakelfuncties en het luchtfilter restrictiecircuit hebben
ingebouwde elektronische schakelingen om een mogelijke defecte
sensor, losgekomen sensor of een doorgesneden of beschadigde
draad naar de sensor, op te sporen. Telkens wanneer één van deze
sensorfouten zich voordoet, zal het overeenkomstige lampje op het
bedieningspaneel aan en uit flitsen.
RT SC-2 Bedrijf
wc_tx001530nl.fm 37
4.8 SmartControl™ SC-2 zender
Draadloze bediening
Direct-zichtbediening
16 controlekanalen
Zuivere transmissies in direct zonlicht, tot 100.000 LUX
Maximumbereik: 20 m
Zendtijd (volledige lading): 12 uur
Oplaadtijd (volledige lading): 2½ uur
Batterij: NiMH (nikkelmetaalhydride) batterij
De standaardbesturingscontroles bestaan uit:
Ref. Beschrijving Ref. Beschrijving
a Kabelconnector h START-drukknop motor
b Infrarode uitzenddiodes j AAN/UIT drukknop
c Vooruit/achteruit joystick k LAGE vibratiedrukknop
d Batterij-laadindicator
(groene LED)
l Vibratie UIT drukknop
e Nabijheidsveld-zenddiodes m HOGE vibratiedrukknop
f Stroom AAN indicator (groene
LED)
n Indicator voor signaaltransmissie
g Links/rechts joystick o Controlekanaal-keuzeschakelaar
Bedrijf RT SC-2
38 wc_tx001530nl.fm
4.8.1 Kabelconnector (a)
De kabelconnector zorgt voor batterijlaadvermogen. Zenderbatterijen
kunnen opnieuw opgeladen worden door middel van het snoer terwijl
de motor draait of door middel van de verbindingspoort wanneer de
machine niet wordt gebruikt.
4.8.2 Infrarood-emitterende dioden (b)
De dioden worden gebruikt om het gecodeerd infrarood signaal te
verzenden naar het ontvangoog op de machine. Houd het venster voor
de dioden zuiver om maximale signaalsterkte te waarborgen.
4.8.3 Vooruit/achteruit joystick (c)
De rechter joystick controleert de vooruit-/achteruitbewegingen van de
machine. Beweeg de joystick in de gewenste richting. De wals
schakelt naar hoge snelheid over wanneer de rechter joystick volledig
in de vooruit- of achteruitstand gezet wordt.
4.8.4 Batterij-oplaadindicator (groene LED) (d)
Deze LED toont de status van de batterijlading. Hij gaat branden
wanneer de batterij opgeladen wordt. Hij gaat uit wanneer de batterij
volledig opgeladen is. Hij knippert wanneer hogesnelheid-lading niet
mogelijk is.
4.8.5 Nabijheidsveld-LED's (e)
Deze LED's maken deel uit van het waarnemingssysteem van de
machine en doen de machine stoppen wanneer de operator en de
zender zich binnen 1 m van de machine bevinden.
4.8.6 Stroom AAN indicator (groene LED) (f)
Wanneer de rode AAN/UIT-drukknop (j) van de zender op de AAN-
stand staat, knippert dit lichtje, wat aangeeft dat de SmartControl™
SC-2 zender AAN staat en klaar is voor gebruik.
4.8.7 Links/rechts joystick (g)
Deze joystick controleert de linkse/rechtse bewegingen van de
machine. Beweeg de joystick in de gewenste richting.
4.8.8 Motor START drukknop (h)
Drukken op deze knop zal de motor doen aanslaan. Een
uitschakelbeveiliging voorkomt dat de motor opnieuw aanslaat
wanneer hij reeds draait.
4.8.9 AAN/UIT-drukknop van de zender (j).
Deze drukknop indrukken, schakelt de SmartControl™ SC-2 zender in
of uit. Indien ingeschakeld gaat de stroom AAN indicator (groene LED)
(f) branden.
RT SC-2 Bedrijf
wc_tx001530nl.fm 39
N.B.: De zender wordt automatisch UITGESCHAKELD na 10 minuten
inactiviteit.
4.8.10 LAGE vibratie drukknop (k)
Drukken op deze knop doet de vibratie overschakelen naar LAAG.
4.8.11 HOGE vibratie drukknop (m)
Drukken op deze knop doet de vibratie overschakelen naar HOOG.
4.8.12 Vibratiedrukknoppen (k of m)
Drukken op één van beide krukknoppen voor vibratie zal de rijsnelheid
van de wals doen vertragen; wanneer daarentegen de vibratie
ingeschakeld is, kan de wals niet overschakelen naar hoge snelheid.
Bij het overschakelen van de ene vibratiemodus naar de andere,
moeten de gewichten van de bekrachtiger volledig tot stilstand komen
en de richting omschakelen. Daartoe werd een vertraging van 7
seconden in het besturingscircuit ingebouwd.
4.8.13 Geen vibratie drukknop (l)
Drukken op deze knop doet alle vibratie stoppen.
4.8.14 Indicator voor signaaltransmissie (n)
Om te helpen bij de diagnose, knippert deze LED telkens een signaal
wordt gestuurd naar de wals.
4.8.15 Kanaalkeuzeschakelaar (o)
Deze draaischakelaar stelt het communicatiekanaal van de zender in.
Indien ingesteld om met dat van de decodermodule overeen te komen,
kan de zender de machine controleren.
Bedrijf RT SC-2
40 wc_tx001530nl.fm
4.9 Infrarood-systeem en bedieningskanalen
Het infrarood (IR)-systeem bestaat uit drie hoofdcomponenten: de
SmartControl
SC-2 zender (a), de ontvangogen (b) en de
decodermodule (c).
De ontvangogen bevinden zich bovenaan de machine en zijn
ingesloten in beschermende lenzen. Ze ontvangen, filteren en
versterken de transmissie. Ze omvatten:
Een geïntegreerde voorversterker om de signaalingang te ver-
sterken
Infraroodcorrectie, om lichtinterferentie van buitenaf te filteren
Een frequentiebereik van 500 kHz
Er bevindt zich een oranje LED (d) onderaan (aan de onderkant van)
elk oog. Wanneer de oranje LED aan is, duidt dit op het volgende:
Het oog krijgt elektrische voeding. De LED brandt eerst 1-2 sec-
onden nadat de stroom wordt ingeschakeld (de contactsleutel
wordt omgedraaid).
Het oog ontvangt een signaal van de SmartControl
zendermod-
ule. De LED blijft tijdens de bediening branden.
De decodermodule bevindt zich achter het hydraulisch verdeelstuk
aan de achterkant van de machine. Deze ontvangt, decodeert en
verzendt het signaal van de zendermodule. De module is eveneens de
elektrische voeding voor alle hydraulische solenoïdes.
Het infraroodsysteem kan worden ingesteld op één van zestien
verschillende controlekanalen. Door verschillende kanalen te
gebruiken, kunnen meerdere walsen worden bediend in hetzelfde
gebied zonder interferentie. Wanneer met meerdere walsen binnen 20
m onderling wordt gewerkt, moet u ervoor zorgen dat elke wals en de
bijbehorende zender op een ander controlekanaal ingesteld staat dan
de andere in het gebied gebruikte walsen/zenders.
De zendermodule en decodermodule zijn uitgerust met kanaalselectie-
draaischakelaars (e en f). Deze schakelaars zijn op de fabriek ingesteld
op het laatste cijfer van het serienummer op de machine. Voor goede
werking moeten BEIDE schakelaars op HETZELFDE kanaal ingesteld
zijn. Het kanaal voor elk zender/machinepaar wordt geïdentificeerd met
een label op de zender en de machine.
Voor het wijzigen van het controlekanaal:
4.9.1 Verwijder de modulebatterij van de zender en stel de keuzeschakelaar
op de gewenste stand in. Zet de modulebatterij van de zender terug.
4.9.2 Stel de draaischakelaar op de decodermodule op dezelfde stand in als
die van de draaischakelaar op de zendermodule.
RT SC-2 Bedrijf
wc_tx001530nl.fm 41
4.9.3 Om te controleren of de decoder- en zendermodule op hetzelfde
kanaal staan ingesteld, draait u de contactsleutel op de AAN-stand en
plaatst u de AAN/UIT-schakelaar van de zendermodule op de AAN-
stand. De oranje lichtjes op de lichtkring van de machine moeten
langzaam knipperen, wat er op duidt dat de machine signalen ontvangt
van de zendermodule. Indien de oranje lichtjes blijven branden zonder
te knipperen, staan de zendermodule en de decodermodule niet op
hetzelfde kanaal ingesteld.
4.9.4 Wanneer het kanaal veranderd wordt, moet de kanaalidentificatielabel
gewijzigd worden om met het geselecteerde kanaal overeen te komen.
De kanaalidentificatielabels worden bij de Gebruikershandleiding
verstrekt.
wc_gr003923
a
b
c
f
e
d
Bedrijf RT SC-2
42 wc_tx001530nl.fm
4.10 Voordat u begint
Zie afbeelding: wc_gr0003062
Controleer het volgende, alvorens de machine te starten:
Motoroliepeil
Niveau hydraulische vloeistof
Staat van brandstofleidingen
Staat van luchtfilter
Brandstofpeil
Waterpeil
Afstrijkbalken zijn proper en goed afgesteld
Controleer dat de SmartControl
TM
zendermodule en de decoder-
module van de machine op hetzelfde bedieningskanaal zijn
ingesteld.
Nota: Alle vloeistofniveaus zouden gecontroleerd moeten worden met
de machine op een horizontaal oppervlak.
Zorg ervoor dat regelmatig onderhoud werd uitgevoerd.
wc_gr003062
RT SC-2 Bedrijf
wc_tx001530nl.fm 43
4.11 Starten
Zie afbeelding: wc_gr006336
4.11.1 Zet de regelklepschakelaar (b) op de stationaire (lage) stand.
4.11.2 Draai de contactsleutel (a) naar de I (AAN)-stand. Alle lichtjes op het
display-/bedieningspaneel en de lichtkring (q) (rood en oranje) zullen
gaan branden voor een LED-test van 5 seconden. Na 5 seconden
gaan alle lichtjes uit behalve de stroom AAN indicator (h), laadindicator
(i), motoroliedrukindicator (l) en de oranje LED's van de lichtkring, die
aan blijven.
4.11.3 Schakel de SmartControl™ SC-2-zender in door de rode AAN/UIT-
drukknop (d) in te drukken. Zorg ervoor dat de oranje indicatorlichtjes
op de lichtkringen (q) langzaam knipperen. Dit geeft
infraroodontvangst aan, en dat de zender zich op de juiste afstand van
de machine bevindt. Wanneer de lichtjes niet knipperen, geeft dit aan
dat de zender niet ingeschakeld is of dat het controlekanaal van de
zender niet overeenkomt met het controlekanaal van de machine.
Wanneer de lichtjes snel knipperen (drie keer per seconde) geeft dit
aan dat de zender (en de operator) zich te dicht bij de machine
bevinden. Verplaats de SmartControl™ SC-2 zender zodanig dat de
indicatorlichtjes op een langzame en regelmatige frequentie
knipperen. Wanneer u met meerdere walsen werkt, moet u ervoor
zorgen dat elke wals en de zender ervan op een ander controlekanaal
staan ingesteld.
4.11.4 Na ongeveer 2 seconden, en wanneer de motorcondities dit aangeven
(de koelvloeistoftemperatuur is te laag), gaat de gloeibougie-indicator
(j) branden en de lichtkring rood knipperen, wat aangeeft dat de
gloeibougies ingeschakeld zijn. Hoe lager de koelvloeistoftemperatuur
van de motor is, des te langer de gloeibougies ingeschakeld blijven:
ongeveer 30 seconden op 0 °C.
N.B.: De startmotor start niet als de gloeibougies aan zijn.
4.11.5 Onmiddellijk nadat het lichtje van de gloeibougie (j) en de rode LED-
kringen (q) uit gaan, drukt u op de startknop (g) van de motor en houdt
hem ingedrukt totdat de motor start. Wanneer de machine na het
indrukken van de startknop niet binnen 20 seconden start, moet u de
startknop van de motor loslaten. Druk de rode AAN/UIT-drukknop in
om de zender uit te schakelen. Wacht 30 seconden, schakel de zender
daarna opnieuw in en herhaal de startprocedure.
4.11.6 Na het starten en wanneer voldoende oliedruk wordt waargenomen,
gaat het indicatorlichtje voor de oliedruk uit.
4.11.7 Laat de machine minimaal 5 minuten lang warmlopen, voordat u de
regelklepschakelaar (b) op de hoge (snelle) stand schakelt.
Bedrijf RT SC-2
44 wc_tx001530nl.fm
4.12 Stoppen
Zie afbeelding: wc_gr006336
4.12.1 Schakel de vibratie uit door de uit-drukknop (f) voor de vibratie in te
drukken.
4.12.2 Zet de regelklepschakelaar (b) op de stationaire (lage) stand.
NB: De motor kan niet alleen met de regelklepschakelaar
uitgeschakeld worden. De regelklepschakelaar wijzigt alleen het
motortoerental van hoog (snel) naar stationair (laag).
4.12.3 Schakel de SmartControl™ SC-2 zender uit door de rode AAN/UIT-
knop (d) in te drukken. De motor van de machine wordt uitgeschakeld.
4.12.4 Draai de contactsleutel (a) op de O (UIT) stand.
N.B.: De contactsleutel heeft een ingebouwde uitschakeltimer. Indien
de contactsleutel op de AAN stand blijft staan en de motor niet draait,
schakelt de timer de stroomtoevoer op het bedieningspaneel na één
uur uit.
Op de achterste remtrommel zit een parkeerrem gemonteerd. De rem is
aangesloten op het hydraulische systeem via de remklep van de
verdeelinrichting. De rem wordt via een veer geactiveerd en hydraulisch
ontkoppeld. Zodra de motor start, wordt de hydraulische oliestroom op
de rem geactiveerd. Wanneer de motor draait, wordt de rem dus
geïnactiveerd; wanneer de motor niet draait wordt de rem geactiveerd.
wc_tx003200nl.fm
45
RT / RTx Bedrijf
4.13 Kleurcodes lichtringen
Kleur—code Modus Oorzaak/Oplossing
Oranje—onafgebroken Geen communicatie Sleutel van machine in de stand AAN maar:
Zender is niet ingeschakeld.
Zenderbatterij is leeg.
Zender is niet naar de machine gericht.
Zender is te ver van de machine.
Zender en decoder op verschillende kanalen
ingesteld.
Oranje—traag knipperen Normaal bedrijf Machine ontvangt goed signaal van zender en is
bedrijfsklaar.
Oranje—snel knipperen Veiligheid van de
gebruiker
Machine ontvangt signaal maar operator is te
dicht bij de machine.
Meer dan 2 meter van de machine vandaan
gaan tot oranje lichtjes langzaam knipperen.
Rood—onafgebroken Machine wordt
stopgezet
Er is een kritieke fout opgetreden, zoals omkan-
telen, lage oliedruk of hoge koelvloeistoftemperat-
uur.
Bij omkantelen: sleutel op UIT zetten, machine
rechtop zetten. Zie sectie De ECM
omkantelmodus instellen.
Voor lage oliedruk: sleutel op UIT zetten. Olie
controleren. Opnieuw starten naar gewoonte.
Bij hoge koelvloeistoftemperatuur: sleutel op
UIT zetten. Machine laten afkoelen.
Koelvloeistof toevoegen.
Rood—traag knipperen Automatische gloei-
bougie
Gloeibougies zijn de motor aan het voorverwar-
men. Geen functies toegestaan tot de voorver-
warmingscyclus is voltooid.
Rood—snel knipperen Overspanning Machine ontvangt meer dan 18 volt omdat een
ander dan een 12V systeem wordt gebruikt als
hulp bij het starten.
De 12V accu van de machine vervangen.
De machine niet met hulpkabels starten.
Bedrijf RT SC-2
46 wc_tx001530nl.fm
4.14 Bedrijf
NB: Maak de zender en ontvangerogen vóór gebruik schoon.
Voor ononderbroken werking moet de zender op een van beide
ontvangogen op de machine gericht blijven. De oranje LED's van de
lichtkring gaan knipperen om aan te geven dat de machine signalen van
de zender ontvangt.
Het infraroodsysteem is uitgerust met een operator-
afstanddetectiesysteem. Wanneer de operator binnen 1–2 m van de voor-
of achterkant van de machine staat, gaat de oranje lichtkring snel
knipperen en gaat de machine niet vooruit/achteruit en vibreert hij niet
totdat de operator zich buiten de afstand van 1–2 m begeeft. Wanneer de
operator zich op de juiste afstand bevindt, gaan de oranje lichtjes
langzaam knipperen om aan te geven dat er met de machine gewerkt kan
worden.
NB:
Voor gebruik van het infraroodsysteem is de controlekabel niet
noodzakelijk.
De batterij van de SmartControl™ zender kan na het werk opgeladen
worden door de zenderaansluiting
(b)
te verbinden met de laadpoort
(c)
van de accu. Zie De zenderbatterijen opladen.
Het kabelcontrolesysteem laadt de batterij van de zender alleen op nadat
de controlekabel op de zenderaansluiting
(b)
aangesloten is en met de
poort
(a)
op de achterkant van de wals verbonden is.
Er mag niet met meerdere walsen binnen 20 m onderlinge afstand van
elkaar gewerkt worden, tenzij u er zeker van bent dat u elke wals en zijn
bijbehorende zender op een ander controlekanaal hebt ingesteld dan de
andere walsen/zenders die binnen dat gebied gebruikt worden. Zie sectie
Infrarood systeem en controlekanalen voor meer informatie. Nalaten
verschillende kanalen toe te wijzen kan er in bepaalde gevallen toe leiden
dat een zender onbedoeld de controle van meer dan één machine
beheert.
De door Wacker Neuson verschafte halsriem voor de SmartControl™ SC-
2 zender moet tijdens het werk te allen tijde worden gebruikt wanneer met
een aangesloten controlekabel wordt gewerkt. Deze halsriem is
ontworpen om zich los te rukken, zodat de operator niet door de machine
meegesleurd wordt indien deze zou afglijden, kantelen of omvallen.
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING
a
c
b
wc_gr000959
RT SC-2 Bedrijf
wc_tx001530nl.fm 47
4.15 Positie van de operator
Hoewel beide ontvangogen op de machine signalen uit om het even
welke richting kunnen ontvangen, zijn de schakelaars op de zender
zodanig geplaatst dat ze met de beweging van de machine
overeenkomen terwijl de machinist er ACHTER staat.
Wanneer de operator bijvoorbeeld achter de machine (a) staat en op
vooruit op de vooruit/achteruit joystick drukt, rijdt de machine weg van
de operator; naar links op de besturing-joystick drukken doet de
machine naar links draaien, enz.
Naarmate de machinist op het werkterrein van plaats verandert, is het
belangrijk dat hij/zij op de hoogte is van de veranderingen die zich
tijdens de bediening van de machine voordoen.
Wanneer de operator vóór de machine (b) staat, reageert de machine
in een tegenovergestelde richting van waar de operator zich bevindt.
Met andere woorden: door naar voren te duwen beweegt de machine
zich in de richting van de operator; naar links duwen heeft tot gevolg
dat de machine naar rechts van de operator draait. Vóór de machine
staan terwijl u hem bedient wordt niet aanbevolen.
Ga niet dichter dan 2 m bij de wals staan wanneer u de machine van
een willekeurige kant bedient. Het waarnemingssysteem van de wals
stopt de beweging van de wals niet wanneer de zender zich aan de
zijkant van de wals bevindt. De machine neemt zijn afstand van de
zender alleen waar aan de voorkant en achterkant van de machine
wanneer de zender de ontvangogen duidelijk in het gezichtsveld heeft.
Bij het vanaf de zijkant van de machine werken moet een afstand van
minstens 2 m van de machine gehandhaafd blijven. Nooit bedienen
van de machine met de zender in het opbergvak.
De wals stopt wanneer hij in de buurt van de operator komt, maar stopt
niet bij het naderen van ander personeel. Wees er ALTIJD zeker van
dat alle andere personen zich op veilige afstand van de machine
bevinden. Stop de machine wanneer personen zich in het werkgebied
van de machine begeven.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Bedrijf RT SC-2
48 wc_tx001530nl.fm
wc_gr003925
OK
OK
OK
b
)
2m
(
6.6 ft.
)
2m
(
6.6 ft.
)
a
RT SC-2 Bedrijf
wc_tx001530nl.fm 49
4.16 Beperkingen Zendbereik
Het zendersignaal zal in contact blijven met de machine tot op
afstanden van tot 20 m. Het bedieningsbereik kan bij de bediening in
direct zonlicht of met lage batterijlading minder worden.
Wanneer de machine buiten het zendbereik raakt, stoppen de oranje
lichtjes op de machine met knipperen en gaan continu branden. Ook
stopt de machine onmiddellijk, en de vibratie eveneens. De operator
moet zich daarna dichter bij de machine begeven om opnieuw contact
te maken. Indien er binnen 30 seconden geen contact wordt gemaakt,
wordt de motor uitgeschakeld.
wc_gr003926
20m (65 ft.)
20m (65 ft.)
2 m (6.6 ft.)
2 m (6.6 ft.)
OK
Bedrijf RT SC-2
50 wc_tx001530nl.fm
4.17 Bedrijfskenmerken
In bepaalde gevallen zullen voorwerpen die tussen de machine
en zender komen (zoals steunbalken) het signaal blokkeren.
Wanneer dit zich voordoet, stopt de machine. Indien het signaal
niet binnen 30 seconden wordt hersteld, wordt de motor uitge-
schakeld.
In een ingesloten gebied (zoals een winkel of magazijn) of een
gebied omgeven door grote gebouwen, zou het infraroodsignaal
weerkaatst kunnen worden door omringende oppervlakken,
waardoor het door de machine wordt opgevangen zelfs wanneer
de zender weg van de machine wordt gericht. Deze toestand is
sterker op kortere afstanden wanneer de signaalsterkte hoog is.
Naarmate de afstand tussen de zender en de machine vergroot,
vermindert de intensiteit van het signaal.
4.18 NiMH Batterijen
De batterij die gebruikt wordt voor het voeden van de zender is een
nikkelmetaalhydride (NiMH) cel van hoge capaciteit met 2000 mAu
nominaal vermogen en kan honderden keren opnieuw opgeladen
worden. Voor het geval dat de machine niet tijdens de volledige
werkfase werkt, zelfs nadat de batterij volledig ontladen en opnieuw
geladen is, moet de batterij wellicht worden vervangen.
Kenmerken voor opladen:
Tijd tot volledige lading: 2 uur
Bedrijfstijd op volle lading: 16 uur*
Bedrijfstijd na 1 uur laden: 8 uur*
Bij temperaturen onder 0 °C kan niet worden opgeladen
* Bedrijfstijd vermindert bij zeer lage temperaturen.
WAARSCHUWING
Gevaar van persoonlijk letsel of machineschade. Het waarnemingssysteem van de
wals stopt de beweging van de wals niet, wanneer de zender zich in het opbergvak
of aan de zijkant van de wals bevindt.
f Wanneer vanaf de zijkant van de machine wordt gewerkt, moet een afstand
van minstens 2 meter van de machine te allen tijde gehandhaafd blijven.
f De machine mag nooit worden bediend met de zender in het opbergvak.
RT SC-2 Bedrijf
wc_tx001530nl.fm 51
4.19 De batterijset vervangen
Het batterijkastje (a) aan de achterkant van de zender, zou eenmaal
per jaar vervangen moeten worden of wanneer het niet langer volledig
kan opgeladen worden. Druk op het oranje lipje (b) en schuif het
batterijkastje naar buiten, om het te vervangen.
N.B.: Het is mogelijk dat een nieuwe batterij niet volledig opgeladen is.
Na vervanging van de batterij, laad deze ongeveer gedurende één uur
om er voor te zorgen dat ze op volle capaciteit is.
N.B.: In het belang van de milieubescherming, ruim gebruikte
batterijen op gepaste wijze op. NIET bij het afval gooien of verbranden.
Bedrijf RT SC-2
52 wc_tx001530nl.fm
4.20 Opladen Batterijen Zender
De NiMH-batterij (b) in de zender heeft voldoende capaciteit voor 16
uur ononderbroken werking. Om de batterijcapaciteit op peil te
houden, moet de batterij tijdens stilstand worden opgeladen via de
ingebouwde aansluitpoort.
NB: De NiMH-batterij hoeft niet volledig ontladen te zijn voordat u
hem herlaadt. De batterij kan op elke ontladingstoestand opnieuw
geladen worden, zonder verlies van prestaties of gebruiksduur.
Procedure
Voer een van de volgende procedures uit voor het opladen van de
batterij:
Verbind de zenderaansluiting (a) met de laadpoort (b). Schuif
de zender naar voren totdat het batterijlaadlichtje gaat branden.
Steek het ene uiteinde van de controlekabel in het zendercontact
(a), en het andere uiteinde in de poort (c) aan de achterkant van
de machine.
NB: De tweede methode gebruiken vereist dat de motor draait of de
contactsleutel in de AAN-stand staat.
Oplaadtijd
Het duurt ongeveer 2 uur om de batterij van de zender volledig te
laden. Dit is het efficiëntste gebruik van de batterij. De zender
functioneert wel met een gedeeltelijk opgeladen batterij; de
gebruiksduur zal echter dienovereenkomstig lager zijn.
NB: Het laadcircuit in de zender is zelfregelend en beperkt de
oplaadstroom naar de batterij, zodat de batterij niet kan worden
overladen.
WAARSCHUWING
Gevaar van persoonlijk letsel of machineschade. Het waarnemingssysteem van de
wals stopt de beweging van de wals niet, wanneer de zender zich in het opbergvak
of aan de zijkant van de wals bevindt.
f Wanneer vanaf de zijkant van de machine wordt gewerkt, moet een afstand
van minstens 2 meter van de machine te allen tijde gehandhaafd blijven.
f De machine mag nooit worden bediend met de zender in het opbergvak.
RT SC-2 Bedrijf
wc_tx001530nl.fm 53
Bedrijf RT SC-2
54 wc_tx001530nl.fm
4.21 Stabiliteit van de machine
Oppervlakte-omstandigheden
Let tijdens de bediening van de machine op veranderende
oppervlaktecondities. Pas de snelheid en rijrichting zoals noodzakelijk
aan om veilige bediening te handhaven.
De stabiliteit en tractie van de machine kunnen in ernstige mate
worden verminderd bij gebruik op oneffen of ruw terrein, rotsacht-
ige grondsoorten of nat of los oppervlaktemateriaal.
De machine kan plotseling gaan kantelen, omlaag vallen of
omvallen bij verplaatsing op oppervlakken die net met (losse)
grond gevuld zijn.
Stuurhoek
Er bestaat grotere kans dat een gescharnierde wals omkantelt
wanneer het van een verhoogd oppervlak rijdt en de machine van de
kant ervan weggedraaid is.
Zoals in de illustratie rechts wordt getoond moet de machine te
allen tijde naar de kant worden gedraaid wanneer van hoger
gelegen oppervlakken wordt weggereden.
Rijsnelheid
Een snel rijdende machine heeft grotere kans te kantelen of omver te
vallen bij het bochten maken of van richting veranderen.
Verlaag de rijsnelheid voordat een bocht met de machine wordt
gemaakt.
WAARSCHUWING
Verpletteringsgevaren. Bepaalde werkplekken of bedienings-/gebruikspraktijken
kunnen van nadelige invloed op de machinestabiliteit zijn.
f Volg de onderstaande instructies om het risico op ongelukken met kantelen of
vallen te verlagen.
RT SC-2 Bedrijf
wc_tx001530nl.fm 55
Overhangen van de wals
De machine kan plotseling gaan kantelen wanneer meer dan de helft
van de walsbreedte voorbij de kant van het verhoogde oppervlak
uitsteekt.
Verlaag de rijsnelheid en let zorgvuldig op de positie van de wals
bij gebruik langs de kant van een verhoogd oppervlak.
Houd zoveel mogelijk walsbreedte op het verhoogde oppervlak.
Vibratie op een opeengepakt oppervlak
Het vibratiesysteem inschakelen op een volkomen opeengepakt
oppervlak kan de walsen doen terugstoten en korte tijd contact met
de grond doen verliezen. Als dit zich voordoet terwijl de machine zich
op een helling bevindt, kan hij gaan schuiven.
Wanneer de walsen op het opeengepakte oppervalk terugstoten,
moet de vibratiesnelheid worden verlaagd of volledig worden
gestopt.
Bij het bedienen van de machine op hellingen of heuvels, moet
bijzonder opgepast worden om het gevaar voor persoonlijke
verwonding of beschadiging van de uitrusting te verminderen. Bedien
de machine, indien mogelijk, eerder naar omhoog en omlaag op
heuvels dan van de ene zijde naar de andere, om de stabiliteit te
verhogen en de kans op omrollen te verminderen. De machine is
uitgerust met veiligheidsschakelaars die de machine zullen
uitschakelen indien de zijdelingse bedieningshoek 45° zou
overschrijden. Voorwaarts/achterwaarts kantelen wordt niet beperkt
door de veiligheidsschakelaars. Voor een veilige bediening van de
machine en ter bescherming van de motor, zou doorlopend gebruik
beperkt moeten blijven tot hellingen van 14° (25% helling) of minder.
Bedien de machine NOOIT op zijhellingen van meer dan 26° (50%
helling). Op hellingen van meer dan 26° zou de machine kunnen
omrollen, zelfs op stabiele bodem.
GEVAAR
Bedrijf RT SC-2
56 wc_tx001530nl.fm
4.22 Vergrendelstang scharnier-verbinding
Er is een stang voorzien om de scharnierende verbinding te
vergrendelen en te voorkomen dat de twee machinehelften tegen
elkaar zouden zwaaien.
Maak bij het opheffen of opkrikken van de machine, de scharnierende
verbinding stevig vast met de stang, zoals aangetoond. Houd de stang
op haar plaats met behulp van de voorziene splitpen (a).
Plaats de stang in de opbergklem (b) zoals aangetoond, tijdens het
bedienen van de machine.
4.23 Omkantelen
Juiste bediening van de machine op heuvels zal omrollen voorkomen.
Indien een machine toch zou omrollen, moet er voor opgepast worden
dat de motor niet wordt beschadigd. In deze positie kan olie uit het
motorcarter in de verbrandingskamer stromen, hetgeen de motor de
volgende keer dat hij gestart wordt, ernstig kan beschadigen. Indien de
machine op haar zijkant gerold is, zouden onmiddellijk maatregelen
moeten getroffen worden om ze weer rechtop te zetten.
AANDACHT: Om schade aan de motor te voorkomen na omrollen van
de machine, mag deze NIET gestart worden en MOET ze nagezien
worden om eventuele olie te verwijderen die misschien in de
verbrandingskamers terecht is gekomen. Contacteer uw plaatselijke
Wacker Neuson-verdeler voor instructies of nazicht.
Omkanteling wordt aangegeven door het omkantellichtje dat knippert
in de “KNIPPERENDE LED” modus of onafgebroken blijft branden in
de “STARTBLOKKERING” modus. Zie sectie De ECM
omkantelmodus programmeren.
a
b
wc
_
gr000239
RT SC-2 Bedrijf
wc_tx001530nl.fm 57
4.24 Procedure voor noodstops
Als een defect/ongeval optreedt terwijl de machine werkt, volgt u de
onderstaande procedure.
4.24.1 Schakel de zender uit om de motor te stoppen, en sluit de
brandstofklep.
4.24.2 Draai het sleutelcontact van de wals naar de UIT-stand.
4.24.3 Zet de machine weer rechtop als hij omgekanteld is.
4.24.4 Neem contact op met het verhuurbedrijf of de eigenaar van de
machine.
4.25 Overzicht van de ECM en het diagnosehulpmiddel
De RT SC-2-wals heeft een motorregelmodule (ECM) met diagnose-
en programmeringsfuncties. De diagnoses worden meegedeeld via
alfanumerieke codes die op drie LED displays worden weergegeven
en door de plastic hoes van de ECM kunnen worden afgelezen. Deze
diagnose-/programmeringsfuncties omvatten:
De mogelijkheid om de fasen van het opstarten van de motor te
zien.
De mogelijkheid om zeven storingstoestanden en meer dan 35
foutcodes te zien.
De mogelijkheid om het opstarten van de motor te blokkeren of
toe te laten na het omkantelen van de machine.
Een diagnosehulpmiddel, dat standaard met de machine wordt
meegeleverd, wordt gebruikt als interface met de ECM.
4.26 ECM fasen van opstarten van motor
De ECM geeft codes weer naarmate de machine de startprocedure
doorloopt. Deze codes worden hieronder beschreven.
N.B.: Het is niet noodzakelijk om de diagnosemodus te openen om
deze codes te bekijken.
Bedrijf RT SC-2
58 wc_tx001530nl.fm
Code Toestand Beschrijving
8.8.8 gedurende 3
seconden
E 1.x gedurende 2
seconden
F_L of F_O gedurende 3
seconden
Inschakelen Vertragingscyclus bij inschakelen.
Softwareversie.
Huidige modus omkantelen/omrollen.
1Stop/sta-
tionair
In deze toestand worden de ECM en de
decoder gevoed maar is de motor uit. De
ECM wacht op het startsignaal om de
gloeibougiecyclus te starten.
2 Voorgloeien In deze toestand bepaalt de gloeisensor
de gloeitijd en wordt voeding aan de gloei-
bougies geleverd. Deze cyclus begint
onmiddellijk nadat de voedingsschakelaar
van de regelkast op AAN is gezet.
3 Prestart Na voorgloeitoestand. De ECM wacht op
de startcyclus.
4 Start Er wordt voeding aan de startmotor
geleverd.
5 Nagloeien 5 seconden nagloeien na starten van de
motor.
6 Bedrijf Standaard bedrijfsmodus.
7 Storing Alle functies gestopt. Wacht op herhaling
van inschakelcyclus.
Storingen die tot stopzetting van de motor
leiden:
lage oliedruk
overtemperatuur
•omkantelen
overspanning
RT SC-2 Bedrijf
wc_tx001530nl.fm 59
4.27 ECM-controle van de solenoïde
De ECM controleert de bedrading naar, en de conditie van de
brandstofsolenoïde en de bedrading naar, en de conditie van de
startmotorsolenoïde.
Wanneer de draad (a) op de
brandstofsolenoïde losraakt of de
brandstofsolenoïde defect is,
veroorzaakt dit het volgende.
De bedieningspaneelindica-
tors (b) gaan onmiddellijk knip-
peren nadat de zender wordt
ingeschakeld.
De rode ledjes van de verlich-
tingsring gaan constant rood
branden.
De motor start niet.
Sluit de draad opnieuw aan of
vervang de brandstofsolenoïde om
de machine te kunnen starten.
Wanneer de draad (c) op de
startmotorsolenoïde losraakt of de
startmotorsolenoïde defect is,
veroorzaakt dit het volgende.
De bedieningspaneelindica-
tors (b) gaan onmiddellijk knip-
peren nadat de startknop wordt
ingedrukt.
De rode ledjes van de verlich-
tingsring gaan constant rood
branden.
De motor start niet.
Sluit de draad opnieuw aan of vervang de startmotorsolenoïde om de
machine te kunnen starten.
Bedrijf RT SC-2
60 wc_tx001530nl.fm
4.28 Het diagnosehulpmiddel aansluiten
Gebruik het diagnosehulpmiddel om de diagnosecapaciteiten van de
motorregelmodule (ECM) te kunnen benutten.
Het diagnosehulpmiddel aansluiten:
4.28.1 Schakel de machine uit.
4.28.2 Open het motorcompartiment.
4.28.3 Verwijder de dop van de connector (b) op de draadboom.
4.28.4 Koppel het diagnosehulpmiddel (a) aan op de draadboom.
RT SC-2 Bedrijf
wc_tx001530nl.fm 61
4.29 De ECM omkantelmodus programmeren
Instellen van de ECM omkantelmodus:
4.29.1 Sluit het diagnosehulpmiddel aan. Zie sectie Het diagnosehulpmiddel
aansluiten.
4.29.2 Neem een van de volgende stappen:
Houd de knop “A” van
het diagnosehulpmid-
del ingedrukt en zet de
sleutel op AAN. Hier-
door wordt de ECM in
de KNIPPERENDE LED
modus gezet.
of
Houd beide knoppen
van het diagnosehulp-
middel ingedrukt en zet
de sleutel op AAN. Hier-
door wordt de ECM in
de STARTBLOKKER-
ING modus gezet.
4.29.3 Controleer de instelling van
de modus door tijdens de 5
seconden nadat de sleutel
op AAN is gezet naar het
LED display van de ECM te
kijken.
“L_O” =
STARTBLOKKERING
“F_L” = KNIPPERENDE LED
wc_gr005052
wc_gr005051
Bedrijf RT SC-2
62 wc_tx001530nl.fm
4.30 De ECM diagnosemodus openen
Volg de onderstaande procedure om de ECM diagnose modus te
openen.
4.30.1 Zet de sleutel op UIT (1.).
4.30.2 Zet de gasschakelaar in de
HOGE stand (2.).
4.30.3 Zet de sleutel op AAN (3.) en
zet de gasschakelaar binnen
2 seconden in de LAGE
stand (4.) en dan weer in de
HOGE stand (5.). Lichtjes (b)
en (c) gaan branden.
4.30.4 Kijk naar lichtjes (g) en (h);
wanneer deze branden
plaatst u de gasschakelaar in
de LAGE stand (6.).
4.30.5 Kijk naar de lichtjes (b) en
(c); wanneer deze branden
plaatst u de gasschakelaar in
de HOGE stand (7.).
De lichtjes van het
bedieningspaneel branden
willekeurig om aan te geven
dat de reeks stappen naar
behoren is uitgevoerd.
4.30.6 De ECM is nu klaar voor gebruik met behulp van het
diagnosehulpmiddel. Zie sectie De ECM storings- en foutcodes
bekijken en sectie De ECM diagnosegegevens en het omkantellichtje
resetten.
1.
2.
wc_gr005048
3.
4.
5.
c
b
wc_gr005045
g
h
6.
wc_gr005046
7.
c
b
wc_gr005047
RT SC-2 Bedrijf
wc_tx001530nl.fm 63
4.31 ECM storings- en foutcodes
Achtergrond
De machinestorings- en foutcodes kunnen op de drie LED displays
van de ECM worden bekeken. De omkantelstoring kan steeds bij het
starten van de motor worden bekeken. Om alle andere storings- en
foutcodes te bekijken, moet u de diagnosemodus van de ECM
openen en het diagnosehulpmiddel aansluiten.
Storingscodes
Elke storingscode bestaat uit twee reeksen tekens. De eerste reeks
omvat de letter “F” en stelt het type storing voor. De tweede reeks
stelt het aantal keren voor dat de storing is opgetreden of de tijd die
verstreken is sedert de ECM is gewist. N.B.: Alle storingscodes
worden weergegeven, zelfs als er geen storing is opgetreden. De
storingscodes schuiven automatisch over de drie LED displays.
Voorbeelden van storingscodes:
“F00-02” — de wals is tweemaal omgekanteld sedert de codes
gewist zijn.
•“F06-0024” — de startmotor is 24 maal ingeschakeld geweest sedert
de codes gewist zijn
“F07-120.0 H” — de wals heeft een totaal van 120 uur geaccu-
muleerd sedert de codes gewist zijn.
Foutcodes
Elke foutcode bestaat uit één reeks tekens. Elke reeks omvat de letter
“E” en stelt het type fout voor. N.B.: Alleen codes voor de fouten die
zijn voorgevallen worden weergegeven. De foutcodes worden
weergegeven als vaste tekens — ze schuiven niet automatisch over
de LED displays.
Voorbeeld van foutcode:
•“E07” — de oliedruksensor is losgekoppeld.
Bekijken
Volg de onderstaande procedure om de storings- en foutcodes te
bekijken.
4.31.1 Sluit het diagnosehulpmiddel aan. Zie sectie Diagnosehulpmiddel
aansluitenl.
4.31.2 Open de diagnosemodus van de ECM. Zie sectie De ECM
diagnosemodus openen
.
4.31.3 Gebruik de knoppen op het diagnosehulpmiddel om de codes te
doorlopen. Door op de “A” knop van het diagnosehulpmiddel te
Bedrijf RT SC-2
64 wc_tx001530nl.fm
drukken worden de codes doorlopen. Door op de “B” knop te drukken
worden de codes in tegengestelde richting doorlopen.
4.31.4 De storingscodes (F00 tot F07) worden eerst weergegeven, gevolgd
door de foutcodes (E00 tot E39). Door op de knoppen van het
diagnosehulpmiddel te drukken worden eerst de foutcodes en dan de
storingscodes doorlopen.
Code Beschrijving
F00 Aantal storingen vanwege kantelen
F01 Aantal storingen vanwege oververhitting
F02 Aantal storingen vanwege lage oliedruk
F03 Aantal eeprom storingen (storing ECM geheugen)
F04 Aantal storingen vanwege te hoge voltage
F05 Bedrijfstijd onder beperkte luchtstroom
F06 Aantal starten
F07 Bedrijfstijd motor
Code Beschrijving
E00 Mogelijk defecte sensor voor gloeitijd
E01 Mogelijk defecte temperatuursensor
E02 Mogelijk defecte luchtflowsensor
E03 Mogelijk defecte oliedruksensor
E04 Mogelijk defecte kantelsensor
E05 Temperatuursensor was ontkoppeld
E06 Luchtrestrictiesensor was ontkoppeld
E07 Oliedruksensor was ontkoppeld
E08 Open startmotorsolenoïde
E09 Open brandstofsolenoïde
E10 Open solenoïde voor houden van gasklep
E11 Open relais voor trekken van smoorklep
E12 Open relais gloeibougie
E13 Open RX vermogensrelais
E14 Open LED ringuitgang
E15 Lage batterij
E16 Startmotorsolenoïde
E17 Kortgesloten brandstofsolenoïde
E18 Kortgesloten solenoïde vour houden van gasklep
E19 Kortgesloten relais voor trekken van gasklep
E20 Kortgesloten relaisspoel gloeibougie
E21 Kortgesloten RX vermogensrelaisspoel
E22 Kortgesloten LED ringuitgang
E23 Hoge oliedruk bij inschakelen
RT SC-2 Bedrijf
wc_tx001530nl.fm 65
E24 Overstroom startmotorsolenoïde
E25 Overstroom brandstofsolenoïde
E26 Overstroom solenoïde voor houden van gasklep
E27 Overstroom relaisspoel voor trekken van gasklep
E28 Overstroom relaisspoel gloeibougie
E29 Overstroom RX vermogensrelaisspoel
E30 Overstroom LED ringuitgang
E31 Open
E32 Hoge stroom startmotorsolenoïde
E33 Hoge stroom brandstofsolenoïde
E34 Hoge stroom solenoïde voor houden van gasklep
E35 Hoge stroom relaisspoel voor trekken van gasklep
E36 Hoge stroom relaisspoel gloeibougie
E37 Hoge stroom RX vermogensrelaisspoel
E38 Hoge stroom LED ringuitgang
E39 Open
Code Beschrijving
Bedrijf RT SC-2
66 wc_tx001530nl.fm
4.32 De ECM diagnosegegevens en het omkantellichtje resetten
Om de ECM
diagnosegegevens te
resetten en het
omkantellichtje (h) uit te
schakelen, voert u de
volgende stappen uit.
4.32.1 Sluit het diagnosehulpmiddel aan. Zie sectie Het diagnosehulpmiddel
aansluiten.
4.32.2 Open de diagnosemodus van de ECM. Zie sectie De ECM
diagnosemodus openen.
N.B.: Houd er rekening mee voordat u verdergaat dat alle opgeslagen
gegevens zullen worden gewist.
4.32.3 In de diagnosemodus houdt
u beide knoppen van het
diagnosehulpmiddel
ongeveer 5 seconden
ingedrukt terwijl u naar de
ECM LED displays kijkt.
De ECM LED displays
veranderen in negen
streepjes na het resetten van
de ECM.
RT SC-2 Bedrijf
wc_tx001530nl.fm 67
4.33 Doe het volgende om de joysticks te kalibreren
Bepalen of kalibratie noodzakelijk is:
4.33.1 Druk kortstondig op de rode stroomknop. Wanneer de joysticks niet
gekalibreerd zijn gaat het rode stroomindicatorlicht branden en blijft
branden, en gaat de groene functie-LED knipperen.
4.33.2 Wanneer de joysticks wel gekalibreerd zijn gaat het rode
stroomindicatorlicht branden en blijft branden, maar de groene functie-
LED brandt niet.
Doe het volgende om de joysticks te kalibreren:
4.33.3 Houd de rode stroomknop ongeveer 3 seconden ingedrukt totdat de
groene functie-LED gaat branden en blijft branden. Laat de rode
stroomknop los.
4.33.4 Houd de rode stroomknop nogmaals ongeveer 3 seconden lang
ingedrukt totdat de groene functie-LED knippert. Laat de rode
stroomknop los.
4.33.5 Zet de vooruit-/achteruit-joystick helemaal naar voren en houd hem in
die stand. Houd de joystick vast en druk kortstondig op de rode
stroomknop. De groene functie-LED gaat knipperen.
4.33.6 Zet de vooruit-/achteruit-joystick helemaal naar achteren en houd hem
in die stand. Houd de joystick vast en druk kortstondig op de rode
stroomknop. De groene functie-LED gaat knipperen.
4.33.7 Zet de links-/rechts-joystick helemaal naar links en houd hem in die
stand. Houd de joystick vast en druk kortstondig op de rode
stroomknop. De groene functie-LED gaat knipperen.
4.33.8 Zet de links-/rechts-joystick helemaal naar rechts en houd hem in die
stand. Houd de joystick vast en druk kortstondig op de rode
stroomknop. De groene functie-LED gaat knipperen.
De kalibratiemodus verlaten:
Alle vier joystick-standen moeten gekalibreerd zijn om de
kalibratiemodus te kunnen verlaten. Na het kalibreren van de joysticks
gaat de zender naar zijn normale werkmodus terug.
N.B.: Indien u de kalibratiemodus niet kunt verlaten verwijdert u de
batterij van de zender en zet u hem er weer in. Dit stelt het systeem
opnieuw in.
Onderhoud RT SC-2
68 wc_tx001531nl.fm
5 Onderhoud
5.1 Inwerktijd
Voer eerste vervanging van olie en filter uit, zoals hieronder vermeld.
Volg daarna de periodieke onderhoudschema's.
5.1.1 Vervangen van motorolie en oliefilter na eerste 50 uren.
5.1.2 Vervangen van filter van hydraulische terugvoerleiding na eerste
maand of 100 uren.
5.2 Onderhoudsschema
In de volgende tabel worden de fundamentele onderhoudstaken voor
de machine vermeld. Taken met een vinkje kunnen door de gebruiker
worden uitgevoerd. Taken met een vierkantje vereisen een speciale
training en gespecialiseerd gereedschap.
Wals Dagelij
ks
vóór
opstart
en
Om de
100
uren.
Om de
500
uren.
Eén-
maal
per
jaar
Om de
2
jaren
Hydraulische olie controleren. Bij-
vullen tot correct niveau.
3
Bedieningskast / zender schoon-
maken.
3
Smeren van scharnierende verbind-
ing.
3
Smeren van stuurcilinder.
3
Olie vervangen in aandrijftand-
wielkast.
Vervangen van terugvoerleidingfilter
van hydraulisch systeem
Hydraulische vloeistof vervangen.
Olie vervangen van bekrachtiger.
RT SC-2 Onderhoud
wc_tx001531nl.fm 69
In de onderstaande tabel wordt het fundamentele machineonderhoud
opgesomd. Taken met een vinkje kunnen door de gebruiker worden
uitgevoerd. Taken met een vierkantje vereisen een speciale training
en gespecialiseerd gereedschap.
Raadpleeg de Bedieningshandleiding van de motorfabrikant voor
meer informatie.
Lombardinimotor
Dagelijks
vóór
opstarten
Om de
100
uren.
Om de
125
uren.
Om de
250
uren.
Om de
300
uren.
Om de
500
uren.
Motorolie controleren. Bijvullen tot correct
niveau.
3
Luchtfilter vervangen indien
verklikkerlampje brandt.
3
Staat en spanning van ventilatorriem
controleren.
Motorkop en cilinderribben schoonmaken.
Olie vervangen in motorcarter.
Motoroliefilter vervangen.
Ventilatorriem controleren en bijregelen.
Brandstoffilterpatroon vervangen.
Verstuivers schoonmaken en verstuiverdruk
controleren.
Ventilatorriem vervangen.
Klepspeling controleren.
Onderhoud RT SC-2
70 wc_tx001531nl.fm
5.3 Vereisten hydraulische olie
Wacker Neuson beveelt het gebruik aan van een goede anti-slijtage
hydraulische olie, op basis van aardolie, in het hydraulische systeem
van dit toestel. Goede anti-slijtage hydraulische oliën bevatten
speciale additieven om oxidatie te verminderen, schuimen te
voorkomen en ze zorgen voor een goede waterafscheiding.
Zorg ervoor om anti-slijtage-eigenschappen te specificeren bij de
keuze van hydraulische olie voor uw machine. De meeste verdelers
van hydraulische olie zullen bijstand verlenen bij het vinden van de
juiste hydraulische olie voor uw machine.
Vermijd vermenging van hydraulische oliën van verschillende merken
en kwaliteiten.
De meeste hydraulische oliën zijn verkrijgbaar in verschillende
viscositeiten.
Het SAE-getal voor een olie wordt enkel gebruikt voor aanduiding van
de viscositeit het is geen aanduiding van het type olie (motor,
hydraulica, versnelling, enz.).
Zorg er bij de keuze van een hydraulische olie voor, dat ze
overeenstemt met de gespecificeerde SAE-viscositeitsgraad en
bestemd is om gebruikt te worden als hydraulische olie. Zie
Technische gegevens - Smering.
5.4 Hydraulisch oliepeil
Een peilglas voor het niveau van de hydraulische olie (c) bevindt zich
op het reservoir in de achtersectie van de machine.
Controleer terwijl de machine uitgeschakeld is of het hydraulische
oliepeil zichtbaar is bij het middelste peil of hoger in het kijkglas. Als
dat niet het geval is, moet zoals benodigd olie worden toegevoegd
door de filterbehuizing bovenop de hydraulische tank. Gebruik
uitsluitend schone hydraulische olie.
Maak de bovenkant van de vuldop (d) grondig schoon, voordat hij van
de tank wordt verwijderd. Er dient te worden opgepast dat er geen
kleine vuildeeltjes in het systeem komen.
LET OP: Indien voortdurend hydraulische olie moet worden bijgevuld,
controleer dan de slangen en aansluitingen op mogelijke lekken. Herstel
hydraulische lekken onmiddellijk, om schade te voorkomen aan
hydraulische onderdelen.
RT SC-2 Onderhoud
wc_tx001531nl.fm 71
5.5 Vervangen van hydraulische olie & filter
NB: Leg in het belang van de milieubescherming een stuk plastic en
een opvangbak onder de machine om de vloeistof die wegstroomt in
op te vangen. Voer die vloeistof op gepaste wijze af.
Vervanging van hydraulische olie:
5.5.1 Verwijder de aftapplug onderaan het chassis en laat de hydraulische
vloeistof wegstromen.
5.5.2 Maak het filterdeksel (d) schoon.
5.5.3 Verwijder het filterdeksel en het filterelement (a); trek de filterbehuizing
(e) omlaag.
NB: Terwijl u het filterelement verwijdert en de filterbehuizing omlaag
trekt, moet u ervoor zorgen dat u de juiste locatie van alle afsluitende
o-ringen onthoudt.
LET OP: Om machineschade te vermijden moet u uiterst voorzichtig
te werk gaan en ervoor zorgen dat niets in de filterbehuizing (b) valt
wanneer het filterdeksel verwijderd is.
5.5.4 Installeer de aftapplug weer.
5.5.5 Vul reservoir via filterhuis (b) met zuivere hydraulische vloeistof.
5.5.6 Installeer nieuw filterelement (a) zoals getoond op afbeelding.
5.5.7 Vervang de o-ringen, onderste filterbehuizing en het filterdeksel.
Onderhoud RT SC-2
72 wc_tx001531nl.fm
wc_gr007269
d
e
RT SC-2 Onderhoud
wc_tx001531nl.fm 73
5.6 Scharnierende verbinding, stuurcilinder en motorkapscharnieren
Smeer de lagerblokken (a) boven en onder en de cilinder
scharnierkoppelingen (b) om de 100 uur met een handvetspuit.
Cilinder scharnierkoppelingen zijn bereikbaar via gaten aan de zijkant
van de machine (c).
Gebruik Mobil XHP222 of gelijkwaardig nummer 2, algemeen
gebruiksvet.
5.7 SmartControlTM zender reinigen
De zender en knoppen zijn volledig afgesloten om stof en vocht buiten
te houden; toch zou contact met water tot een minimum beperkt
moeten worden. Zelfs een kleine hoeveelheid vocht kan verbindingen
en contacten doen roesten. Vermijd de zender in water te dompelen
en reinig hem niet met water onder druk.
Om de zender te reinigen:
5.7.1 Was de zender af met een vochtige doek. Laat hem aan de lucht
drogen.
5.7.2 Gebruik lagedruk perslucht om vuil en stof te verwijderen dat rond de
knoppen achterblijft.
wc
r007270
Onderhoud RT SC-2
74 wc_tx001531nl.fm
5.8 Schraapstangen
Afstrijkbalken zijn voorzien op alle vier cilinders om te voorkomen dat
vuil zich opstapelt op de cilinderoppervlakken. Deze afstrijkbalken
zouden gecontroleerd en bijgeregeld moeten worden zoals nodig, om
zoveel mogelijk vuil van de cilinders te verwijderen.
Afstelling van een afstrijkbalk:
Draai de drie schroeven (a) los die iedere afstrijkbalk aan het
cilindergietstuk vastmaken. Plaats de afstrijkbalk op een afstand van
3–6mm tot de cilinder. Draai de schroeven vast en zet de machine in
beweging om te controleren of de afstrijkbalk niet tegen het
cilinderoppervlak aan schuurt.
RT SC-2 Onderhoud
wc_tx001531nl.fm 75
5.9 Wielophanging
Inspecteer de schokdempers van de cilinders (a) om de 300 uren op
scheurvorming, splijten of lijnvorming. Vervang schokdempers zoals
noodzakelijk.
AANDACHT: De schokdempers isoleren het bovengedeelte van de
machine voor de hevige trillingen geproduceerd in de cilinders.
Bediening van de machine met beschadigde schokdempers
gedurende een langere tijdsperiode kan uiteindelijk andere
onderdelen van de machine beschadigen.
Onderhoud RT SC-2
76 wc_tx001531nl.fm
5.10 Verwisselen van rollen
De cilinders kunnen verwisseld worden om de werkbreedte van de
machine aan te passen. Cilinders zijn verkrijgbaar in twee standaard
maten die zorgen voor een werkbreedte van 560mm (22inch) of
820mm (32inch).
Vervangen van cilinder:
5.10.1 Zet de scharnierende verbinding vast.
5.10.2 Verwijder afstrijkbalken.
5.10.3 Gebruik een schroefvijzel, takel of ander soort heftoestel om cilinders
25–50mm van de grond op te tillen. Til enkel één uiteinde van de
machine op. Houd het andere uiteinde in contact met de grond voor
stabiliteit.
5.10.4 Gebruik een 22mm schroefsleutel en verwijder de zes schroeven die
de cilinder aan de cilindersteun vasthouden.
5.10.5 Verwijder de drie pluggen (a) die de duwgaten bedekken
5.10.6 Steek drie monteerschroeven in de duwgaten en draai ze gelijkmatig
in om de cilinder af te duwen.
5.10.7 Installeer nieuwe cilinder en maak deze aan de steun vast. Maak
monteerschroeven goed vast met een schroefdraadkleefmiddel van
gemiddelde sterkte.
5.10.8 Plaats plugs terug in duwgaten. Installeer afstrijkbalken met de
correcte afmetingen.
RT SC-2 Onderhoud
wc_tx001531nl.fm 77
5.11 Batterij
De accu voorzien op deze machine is berekend op 12V met 800Amp
koudstartcapaciteit. Het is een gesloten, luchtvrije accu die werd
gebouwd om weerstand te kunnen bieden aan trillingen en een
langere levensduur te bezorgen.
Gebruik GEEN standaard type auto-accu’s. Deze accu’s zijn niet
geschikt om weerstand te bieden aan de hevige trillingen die deze
machine voortbrengt. De behuizing van dit type accu's zou kunnen
breken, waardoor accuzuur kan uitlekken.
Controleer accu periodiek. Zorg ervoor dat de accu-aansluitingen
zuiver zijn en de verbindingen vastzitten.
Zorg ervoor dat de accu volledig geladen is om starten bij koud weer
te verbeteren.
AANDACHT: Neem het volgende in acht, om ernstige schade aan het
elektrische systeem van de machine te voorkomen:
Koppel de accu nooit los terwijl de machine loopt.
Probeer nooit de machine te gebruiken zonder een accu.
Probeer nooit een machine te starten met startkabels.
In het geval dat de accu van de machine volledig ontladen is, ver-
vangt u ofwel de accu door een volledig geladen accu, ofwel
laadt u de accu op met een geschikte acculader.
Gevaar voor explosie. Accu’s kunnen explosieve waterstofgas
vrijgeven. Alle vonken en vlammen uit de buurt van de accu houden.
Accucontactpennen niet kortsluiten. Raak het machineframe of de
negatieve pool van de accu niet aan tijdens werkzaamheden aan de
positieve pool.
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING
Onderhoud RT SC-2
78 wc_tx001531nl.fm
5.12 Motorolie en filter
Controleer motoroliepeil dagelijks. Vul olie bij zoals nodig.
Controle van de olie:
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, verwijder de peilstok
en controleer of het oliepeil tot aan het bovenste merkteken komt.
Voeg olie bij via olievulbuis (a) bovenaan de motor en controleer af en
toe met peilstok. NIET te veel olie bijvullen.
Aangeraden oliekwaliteiten:
Gebruik enkel API dieselmotorolie serviceklasse CD of gelijkwaardig.
Vervang olie en oliefilter (b) om de 125 uur. Op nieuwe machines dient
de olie vervangen te worden na de eerste 50 bedrijfsuren. Olie
aftappen terwijl de motor nog warm is.
N.B.: In het belang van de milieubescherming, plaats plastic folie en
een opvangbak onder de machine om de vloeistof die wegstroomt in
op te vangen. Ruim deze vloeistof op gepaste wijze op.
WAARSCHUWING
De meeste verwerkte olie bevat kleine hoeveelheden materiaal die kanker en
andere gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken bij inhalatie, ingestie of indien
lange tijd in contact met de huid gelaten.
f Onderneem stappen om inhalatie of ingestie van verwerkte motorolie te
voorkomen.
f Na blootstelling aan verwerkte motorolie moet de huid grondig worden
gewassen.
RT SC-2 Onderhoud
wc_tx001531nl.fm 79
Olie vervangen:
5.12.1 Verwijder olievuldop (a) en olieaftapplug (c). Tap olie af in een
daarvoor geschikte opvangbak.
5.12.2 Plaats de aftapplug terug en draai ze vast.
5.12.3 Verwijder en vervang het oliefilter (b).
5.12.4 Verwijder olievuldop (a) en vul het motorcarter met aanbevolen olie.
Zie Technische gegevens voor oliehoeveelheid en -type.
5.12.5 Plaats olievuldop terug.
Onderhoud RT SC-2
80 wc_tx001531nl.fm
5.13 Onderhoud luchtfilter
Vervang beide luchtfilterpatronen wanneer het waarschuwingslampje
voor het luchtfilter begint te branden. Zie het gedeelte
Bedieningspaneelkenmerkenl.
De luchtreinigingsmontage bevat een primaire luchtfilterpatroon (a) en
een secundaire luchtfilterpatroon (f).
De luchtfilterpatronen vervangen:
5.13.1 Verwijder de einddeksel (b) en gooi beide filterpatronen vervolgens weg.
5.13.2 Breng de nieuwe filterpatronen aan; doe daarna het volgende:
5.13.3 Zet de einddeksel weer terug en zorg ervoor dat de stofdop (c) schoon
is en naar beneden wijst.
Zorg er periodiek voor dat de inlaatpijp (d) niet verstopt is.
AANDACHT: Controleer alle aansluitingen en overtuig u ervan dat ze
strak sluiten. Een luchtlek aan de halsklem of inlaatpijp kan al snel tot
dure motorreparaties leiden.
Zorg ervoor dat de inlaatleiding (e) volledig aansluit over de filter-
hals om een goede afdichting te verzekeren.
Indien het filterhuis, de filterhals of de inlaatpijp platgedrukt of
beschadigd zijn, moeten ze onmiddellijk worden vervangen.
5.14 Behoud van het brandstofsysteem
Onderhoud aan het brandstofvoorzieningsysteem zou door een
ervaren monteur vertrouwd met dieselmotoren uitgevoerd moeten
worden. Voor gedetailleerde onderhoudsprocedures aan het
brandstofvoorzieningsysteem, raadpleeg de motorhandleiding die bij
de machine geleverd wordt op het ogenblik van verzending.
wc_gr005166
b
c
a
f
RT SC-2 Onderhoud
wc_tx001531nl.fm 81
5.15 Brandstoffilter
Vervang motorbrandstoffilter alle 300 bedrijfsuren.
Voor het vervangen van de brandstoffilter:
5.15.1 Verwijder filter (a) van motorblok.
5.15.2 Installeer nieuwe filter. Indien nodig, ontlucht brandstofleidingen zoals
beschreven in volgende sectie.
wc_gr007280
d
b
c
a
Onderhoud RT SC-2
82 wc_tx001531nl.fm
5.16 De brandstoffilter/waterafscheider aftappen
Procedure
Volg onderstaande procedure voor het aftappen van de brandstoffilter/
waterafscheider.
5.16.1 Plaats een geschikte verzamelbak onder de brandstoffilter (a).
5.16.2 Draai de dop (d) onderin de brandstoffilter los. Dit maakt het mogelijk
water en sediment door het gat in de dop af te tappen.
5.16.3 Draai de dop opnieuw vast.
5.16.4 Verwijder de verzamelbak voorzichtig en gooi de inhoud weg volgens
de plaatselijke wettelijke milieuvoorschriften.
5.17 Ontluchten van het brandstofsysteem
Indien de brandstoftank volledig leeg werd gereden of werd afgetapt
voor onderhoud, zal manueel voorinspuiten van het brandstofsysteem
noodzakelijk zijn.
Het brandstofsysteem voorinspuiten:
5.17.1 Draai zowel de contactsleutel op de machine als de aan-uit schakelaar
op het bedieningspaneel, in de “aan” stand. Dit zal de brandstofklep
doen open gaan.
5.17.2 Draai de aftapschroef op de brandstoffilter los en pomp met de handel
op de brandstofpomp (b) totdat brandstof overvloedig uit de
aftapschroef stroomt. Draai de aftapschroef vast.
5.17.3 Herhaal deze procedure voor de aftapschroef op de brandstofleiding
(c).
5.18 Koelvloeistof van de motor
Controleer het koelvloeistofniveau dagelijks, wanneer de motor koud
is. Het koelvloeistofniveau zou tot aan het merkteken voor koud niveau
moeten komen (onderste streep) van de overloopfles. Voeg
koelvloeistof toe in een mengsel van 50 % water/50 % glycol indien
nodig.
Verwijder NOOIT de radiatordop of aftapplug terwijl de motor heet is!
Koelvloeistof onder druk, kan ernstige brandwonden veroorzaken.
Indien het nodig is om de radiator te openen, doe dit dan enkel
wanneer de motor uitgeschakeld is en enkel wanneer de koelvloeistof
koud genoeg is om met blote handen aan te raken. Draai de dop
langzaam los om eerst druk te laten ontsnappen, vóór hem volledig te
verwijderen.
WAARSCHUWING
RT SC-2 Onderhoud
wc_tx001531nl.fm 83
5.19 Aanpassing van de klepspeling
Controleer en stel klepspeling in om de 500 uren. Regel speling met
koude motor. Plaats de pakking van het klep/tuimelaardeksel terug bij
het controleren van de kleppenspeling. Raadpleeg
bedieningshandleiding van motorfabrikant voor verdere informatie.
Instelling van klepspeling:
5.19.1 Verwijder klep/tuimelaardeksel
5.19.2 Beweeg iedere cilinderzuiger naar het bovenste dode punt op de
compressieslag en stel speling in.
5.19.3 Klepspeling (A): 0,20mm.
Klepspeling (B): 0,15mm.
5.19.4 Verwijder pakkingmateriaal van cilinderkop.
5.19.5 Breng een dunne laag RTV-silicone aan op cilinderkop om
pakkinguiteinden stevig vast te zetten. Plaats pakking voorzichtig op
cilinderkop.
5.19.6 Plaats klep/tuimelaardeksel terug. Draai bouten aan met een
maximum koppel van 9Nm.
wc_gr002366
Onderhoud RT SC-2
84 wc_tx001531nl.fm
5.20 Instellen van de riem
5.20.1 Verwijder de koeler van de hydraulische olie.
5.20.2 Verwijder radiator en afdekking.
5.20.3 Verwijder de vier schroeven (a) die de ventilator aan de motor
vastmaken en verwijder de radiator.
5.20.4 Verwijder de buitenplaat van de riemschijf (b).
5.20.5 Voeg het correcte aantal opvulplaatjes (c) toe zodat u de vereiste
spanning op de riem verkrijgt. Zoveel te minder opvulplaatjes, zoveel
te strakker de riem gespannen zal zijn. Ongeveer 6–12mm
doorbuiging is aanbevolen.
5.20.6 Plaats niet-gebruikte opvulplaatjes tussen de buitenplaat van de
riemschijf en de ventilator bij het opnieuw installeren van de ventilator.
Bevestig de ventilator aan de motor met de vier schroeven (a).
RT SC-2 Onderhoud
wc_tx001531nl.fm 85
5.21 Eenvoudige storingen
Probleem / Symp-
toom
Oorzaak / Oplossing
MOTOR START
NIET
Brandstoftank is leeg. Vullen met nr. 2 dieselbrandstof
en brandstofleidingen ontluchten.
Verkeerd type brandstof.
Water in de brandstof. Het water uit de brandstoffilter aftappen.
Oude brandstof. Tank laten leeglopen, brandstoffilter vervan-
gen en met verse brandstof vullen.
Brandstofsysteem niet ontlucht.
Brandstoffilter geblokkeerd of verstopt. Filter vervangen.
Accuaansluitingen los of verroest. Batterij leeg.
Motoroliepeil te laag.
Luchtfilterelement verstopt.
Startmotor defect.
Startknop op bedieningspaneel of zender defect.
Brandstofklepsolenoïden op motor buiten werking.
Starterrelais buiten werking.
Elektrische aansluitingen los of gebroken.
Machine buiten bereik van infraroodsignaal.
Zender- en decoderkanalen zijn verschillend.
MOTOR STOPT
UIT ZICHZELF
Brandstoftank is leeg.
Brandstoffilter verstopt.
Brandstofleidingen gebroken of los.
Machine buiten infraroodbereik.
Zender automatisch uitgeschakeld vanwege inactiviteit.
GEEN TRILLING Machine in verplaatsingsmodus met hoge snelheid.
Defecte schakelaar of slechte verbinding in bedieningspaneel
of zender.
Solenoïde op vibratieklep buiten werking.
Bekrachtigersysteem beschadigd.
Koppeling van bekrachtigermotor beschadigd.
Bekrachtigermotor beschadigd.
Bekrachtigerpomp beschadigd.
Machine buiten infraroodbereik.
Operator bevindt zich te dicht bij de machine.
Onderhoud RT SC-2
86 wc_tx001531nl.fm
GEEN VERP-
LAATSING
of ALLEEN VERP-
LAATSING IN ÉÉN
RICHTING
Defecte schakelaar of slechte verbinding in bedieningspaneel
of zender.
Solenoïde op vibratieklep buiten werking.
Aandrijftandwielkastsysteem beschadigd.
Losse, gebroken of verroeste draadverbindingen.
Aandrijfmotor beschadigd.
Aandrijfpomp beschadigd.
Machine buiten infraroodbereik.
Operator bevindt zich te dicht bij de machine.
GEEN VERP-
LAATSING MET
HOGE SNELHEID
Defecte schakelaar of slechte verbinding in bedieningspaneel
of zender.
Solenoïde op spruitstuk buiten werking.
Losse, gebroken of verroeste draadverbindingen.
Bekrachtigerpomp versleten of beschadigd.
Trilling is ingeschakeld.
Machine buiten infraroodbereik.
Operator bevindt zich te dicht bij de machine.
GEEN BESTURING Defecte schakelaar of slechte verbinding in bedieningspaneel
of zender.
Solenoïde op stuurklep buiten werking.
Losse, gebroken of verroeste draadverbindingen.
Stuurcilinder beschadigd.
Grendelstang is ingeschakeld.
Machine buiten infraroodbereik.
Operator bevindt zich te dicht bij de machine.
Probleem / Symp-
toom
Oorzaak / Oplossing
RT SC-2 Onderhoud
wc_tx001531nl.fm 87
5.22 Opslag
Laat de wals gedurende de nacht nooit achter in een sloot, greppel of
ander laag liggend gebied dat onder water zou kunnen lopen tijdens
een hevige regenbui. Parkeer de wals op een vlak horizontaal
oppervlak, uit de buurt van verkeerspatronen en congestie Indien de
wals toch op een helling moet geparkeerd worden, zet de cilinders dan
vast om iedere kans op beweging te voorkomen.
Indien de wals op de werkplek wordt achtergelaten, denk er dan aan
om de sleutel te verwijderen en het deksel van het bedieningspaneel
en de motorkap af te sluiten om vandalenstreken te voorkomen Zowel
de motorkap voor- als achteraan en de toegangsafscherming zijn
voorzien van een sluitring (a) voor afsluiting met een hangslot.
Indien gewenst, kan de SmartControl uit de wals verwijderd en
afzonderlijk bewaard worden.
Onderhoud RT SC-2
88 wc_tx001531nl.fm
5.23 Opslag op lange termijn
Indien de eenheid langer dan 30 dagen wordt stilgezet, worden de
volgende stappen aangeraden:
5.23.1 Vervangen van de motorolie.
5.23.2 Reinig of vervang luchtfilterelementen.
5.23.3 Tap al het water af dat zich op de bodem van de brandstoftank kan
verzameld hebben. Vervang de brandstoffilter Vul de tank opnieuw
met verse nr. 2 dieselbrandstof.
Nota: Dieselbrandstof is vatbaar voor bacteriegroei die de
brandstofleidingen kan vervuilen. De tank gedurende een lange
tijdsperiode leeg laten staan, bevordert dergelijke bacteriegroei. Het is
aanbevolen om een biocide aan de brandstof toe te voegen, om
bacteriegroei te verhinderen en het motorbrandstofsysteem te
beschermen.
5.23.4 Parkeer de eenheid binnen in een zuivere droge ruimte. Indien de
eenheid buiten moet geparkeerd worden, dek ze dan af.
RT SC-2 Technische specificaties
wc_td000410nl.fm 89
6 Technische specificaties
6.1 Motor
Motorvermogenclassificaties
Nettovermogen volgens ISO 3046/1. Het feitelijke
vermogensrendement kan vanwege de specifieke gebruikscondities
variëren.
Item nr.:
RT 56SC-2 RT 82SC-2
Motor
Motortype 3-cilinder, 4-takt,
vloeistofgekoelde dieselmotor
Merk van motor Lombardini
Motormodel LDW 1003
Nominaal vermogen kW 15,5 @ 2600 tpm
Standaardcategorie emissie
Rang 4
Wisselstroomdynamo Amp / V 23,8 / 16,5 @ 2600 tpm
Motortoerental - vollast tpm 2600
Motortoerental - stationair tpm 1300
Klepspeling (koud)
inlaat:
uitlaat:
mm 0,15
0,20
Luchtfilter type Droge papieren vouwelementen
Accu V / CCA 12V - waterdicht / 800
Brandstof type Nr. 2 Diesel
Inhoud brandstoftank l 18,9
Brandstofverbruik l /uur. 5,64
Radiatorinhoud l 4,75
Technische specificaties RT SC-2
90 wc_td000410nl.fm
6.2 Wals
6.3 Smering
Item nr.:
RT 56SC-2 RT 82SC-2
Wals
Bedrijfsgewicht 1391 1473
Oppervlaktecapaciteit m² / uur. 668 972
Binnendraaicirkel m 1,9 1,6
Rijsnelheid m/min. 41,66 hoog
20 laag
Trillingsfrequentie Hz 41,7
Hellingsgraad met vibratie % 50
Hellingsgraad zonder vibratie % 45
Item nr.:
RT 56SC-2 RT 82SC-2
Smering
Motorcarter type
l
SAE 15W40 categorie CD nominaal
2,5
Hydraulisch systeem type
l
Super, anti-slijtage hydraulische vloeistof SAE 10W30
40
Bekrachtigingsdynamo type
ml
SAE 10W30
950
Tandwielkast cilinderaan-
drijving
type
ml
SAE 10W30
370
Scharnierende verbinding type
hoeveelheid.
Mobil XHP222 smeren
zoals nodig
Stuurcilinder type
hoeveelheid.
Mobil XHP222 smeren
zoals nodig
Radiator type
hoeveelheid.
%
Water / Glycol
50 / 50
Excitator / Schijf lagers type Mobil XHP222 smeren
Tandwielkast / Afdichti-
gen
type Mobil XHP222 smeren
RT SC-2 Technische specificaties
wc_td000410nl.fm 91
6.4 Geluids-en vibratiewaarden
Producten zijn getest op geluiddrukniveau in overeenstemming met
EN ISO 11204. Geluidvermogenniveau is getest in overeenstemming
met Europese richtlijn 2000/14/EC - Geluidsemissie in de omgeving
door installatie voor gebruik buiten.
Het geluiddrukniveau op lokatie van machinist (L
pA
) = 83dB(A).
Het gegarandeerde geluidvermogenniveau (L
WA
) = 109dB(A).
Omdat deze machine wordt bediend door middel van
afstandsbediening wordt de machinist niet blootgesteld aan vibratie.
6.5 Afmetingen
mm(in.)
6.6 Stralingsnaleving
Deze machine voldoet aan de vereisten betreffende de afgifte van radiostoringsuitstraling van de
Europese norm EN 13309 voor constructiemachines.
Technische specificaties RT SC-2
92 wc_td000410nl.fm
Opmerkingen:
wc_tx001476nl.fm
9 3
Opmerkingen:
RT SC-2
Schema’s RT SC-2
9 4
wc_tx001476nl.fm
7 Schema’s
7.1 Bedradingsschemablad 1
(A) PINK/BROWN
(A) PINK/BROWN
DIAGNOSTIC BYPASS
DIAGNOSTIC BYPASS
161278
161278
DIAGNOSTIC CONTROL
DIAGNOSTIC CONTROL
172989
172989
GREEN
GREEN
CONNECTOR
CONNECTOR
3 PIN DEUTSCH
3 PIN DEUTSCH
DT06-3S-P012
DT06-3S-P012
BROWN
BROWN
ENGINE
ENGINE
GROUND
GROUND
BROWN
BROWN
BROWN
BROWN
BROWN
BROWN
ROLL OVER LAMP (OUT)
ROLL OVER LAMP (OUT)
GLOW PLUG LAMP (OUT)
GLOW PLUG LAMP (OUT)
AIR FILTER LAMP (OUT)
AIR FILTER LAMP (OUT)
THROTTLE PULL (OUT)
THROTTLE PULL (OUT)
THROTTLE HOLD (OUT)
THROTTLE HOLD (OUT)
FUEL SOLENOID (OUT)
FUEL SOLENOID (OUT)
WATER TEMP LAMP (OUT)
WATER TEMP LAMP (OUT)
HOUR METER ENABLE (OUT)
HOUR METER ENABLE (OUT)
COOLANT LEVEL LAMP (OUT)
COOLANT LEVEL LAMP (OUT)
GLOW PLUG RELAY (OUT)
GLOW PLUG RELAY (OUT)
STARTER SOLENOID (OUT)
STARTER SOLENOID (OUT)
OIL PRESSURE LAMP (OUT)
OIL PRESSURE LAMP (OUT)
BLACK
BLACK
BROWN
BROWN
BROWN
BROWN
BROWN
BROWN
BROWN
BROWN
CONNECTOR (GRAY)
CONNECTOR (GRAY)
12 PIN DEUTSCH
12 PIN DEUTSCH
DMT06-12SA
DMT06-12SA
9
9
10
10
12
12
11
11
1
1
3
3
2
2
6
6
7
7
5
5
4
4
8
8
PINK/PURPLE (16 GA)
PINK/PURPLE (16 GA)
TAN/YELLOW
TAN/YELLOW
PINK/RED
PINK/RED
BLACK (14 GA)
BLACK (14 GA)
GREEN/RED
GREEN/RED
GREEN/ORANGE
GREEN/ORANGE
GREEN/PURPLE
GREEN/PURPLE
GREEN/WHITE
GREEN/WHITE
GREEN/YELLOW
GREEN/YELLOW
PINK/GREEN
PINK/GREEN
GREEN/BLACK
GREEN/BLACK
(3) BLACK
(3) BLACK
(1) RED
(1) RED
(2) WHITE
(2) WHITE
THROTTLE
THROTTLE
SOLENOID
SOLENOID
P
P
G
G
H
H
GLOW PLUGS
GLOW PLUGS
PINK/PURPLE (16 GA)
PINK/PURPLE (16 GA)
PINK/GREEN (16 GA)
PINK/GREEN (16 GA)
BROWN
BROWN
PINK (10 GA)
PINK (10 GA)
(C) BLACK
(C) BLACK
FUEL
FUEL
SOLENOID
SOLENOID
N.C.
N.C.
INT.
INT.
GROUND
GROUND
(C) BLACK
(C) BLACK
INT.
INT.
GROUND
GROUND
TAN/YELLOW
TAN/YELLOW
(C) BROWN
(C) BROWN
PINK\TA
PINK\TA
RED/BLACK
RED/BLACK
PINK/BLUE
PINK/BLUE
PINK/GREEN
PINK/GREEN
RED/WHITE
RED/WHITE
BROWN
BROWN
BROWN
BROWN
T
T
86
86
85
85
PINK
PINK
BROWN
BROWN
BROWN
BROWN
PINK/GREEN
PINK/GREEN
G
G
30
30
86
86
87
87
85
85
30
30
87
87
RED/BLUE (14 GA)
RED/BLUE (14 GA)
PINK/GRAY
PINK/GRAY
PINK/YELLOW (14 GA)
PINK/YELLOW (14 GA)
BROWN
BROWN
P
P
87
87
30
30
85
85
86
86
FRONT LIGHT RING
FRONT LIGHT RING
FRONT RECEIVING EYE
FRONT RECEIVING EYE
GROUND/SHIELD
GROUND/SHIELD
(NOT USED)
(NOT USED)
RED SIGNAL
RED SIGNAL
AMBER SIGNAL
AMBER SIGNAL
BLACK (14 GA)
BLACK (14 GA)
RED (10 GAGE)
RED (10 GAGE)
CONTROL MODULE
CONTROL MODULE
BLOCK TEMP SENSOR (IN)
BLOCK TEMP SENSOR (IN)
OIL PRESSURE SENSOR (IN)
OIL PRESSURE SENSOR (IN)
RED LED LIGHT RING
RED LED LIGHT RING
AIR FILTER SENSOR (IN)
AIR FILTER SENSOR (IN)
COOLANT LEVEL SENSOR (IN)
COOLANT LEVEL SENSOR (IN)
WATER TEMP SENSOR (IN)
WATER TEMP SENSOR (IN)
RED/BLACK (10 GA)
RED/BLACK (10 GA)
RED/WHITE (10 GA)
RED/WHITE (10 GA)
SOLENOID EXCITATION
SOLENOID EXCITATION
50 AMP FUSE
50 AMP FUSE
CONNECTOR (BLACK)
CONNECTOR (BLACK)
12 PIN DEUTSCH
12 PIN DEUTSCH
DMT06-12SB
DMT06-12SB
7
7
8
8
9
9
12
12
11
11
10
10
GROUND
GROUND
2
2
1
1
5
5
4
4
6
6
3
3
POWER ON (OUT)
POWER ON (OUT)
FUEL (IN)
FUEL (IN)
START (IN)
START (IN)
THROTTLE (IN)
THROTTLE (IN)
KEY SWITCH (IN)
KEY SWITCH (IN)
BLACK/WHITE
BLACK/WHITE
BROWN
BROWN
TAN/WHITE
TAN/WHITE
GREEN/PINK
GREEN/PINK
TAN/BLUE
TAN/BLUE
PINK/GRAY
PINK/GRAY
GREEN/LT BLUE
GREEN/LT BLUE
TAN
TAN
BLACK/YELOW
BLACK/YELOW
PINK/BLACK
PINK/BLACK
TAN/GREEN
TAN/GREEN
PINK (14 GA)
PINK (14 GA)
"L" TO GROUND WHEN
"L" TO GROUND WHEN
CHARGING FAULT
CHARGING FAULT
L
L
B
B
G
G
VOLTAGE
VOLTAGE
REGULAOR
REGULAOR
G
G
C
C
RED (BATTERY CABLE)
RED (BATTERY CABLE)
RED/PINK (14 GA)
RED/PINK (14 GA)
RED (14 GA)
RED (14 GA)
SOL
SOL
STARTER
STARTER
RED/GREEN
RED/GREEN
RED/BLUE (14 GA)
RED/BLUE (14 GA)
(2) GREEN
(2) GREEN
WHITE
WHITE
YELLOW
YELLOW
YELLOW
YELLOW
CONNECTORS
CONNECTORS
2 PIN DEUTSCH
2 PIN DEUTSCH
DT04-2P
DT04-2P
RED
RED
YELLOW
YELLOW
YELLOW
YELLOW
14 GAGE
14 GAGE
ALT.
ALT.
CONNECTOR
CONNECTOR
2 PIN DEUTSCH
2 PIN DEUTSCH
DT06-2S-P012
DT06-2S-P012
PINK/WHITE
PINK/WHITE
(1) PURPLE
(1) PURPLE
20 AMP FUSE
20 AMP FUSE
PINK/WHITE
PINK/WHITE
GREEN/BROWN
GREEN/BROWN
GREEN/TAN
GREEN/TAN
GREEN/LT BLUE
GREEN/LT BLUE
BROWN
BROWN
GREEN/TAN
GREEN/TAN
1
1
4
4
3
3
GROUND
GROUND
2
2
PINK
PINK
CONNECTOR
CONNECTOR
4 PIN DEUTSCH
4 PIN DEUTSCH
DT06-4S-P012
DT06-4S-P012
CONNECTOR
CONNECTOR
3 PIN DEUTSCH
3 PIN DEUTSCH
DT06-3S-EE01
DT06-3S-EE01
WITH SHRINK BOOT
WITH SHRINK BOOT
SHIELDING
SHIELDING
ANY COLOR
ANY COLOR
ANY COLOR
ANY COLOR
B
B
SIGNAL
SIGNAL
A
A
12VDC
12VDC
C
C
BLACK/WHITE
BLACK/WHITE
CONNECTOR
CONNECTOR
2 PIN METRIPACK 280
2 PIN METRIPACK 280
P/N 1204 0753
P/N 1204 0753
(B) BLACK
(B) BLACK
(B) WHITE
(B) WHITE
CONNECTOR
CONNECTOR
3 PIN DEUTSCH
3 PIN DEUTSCH
DT04-3P-E004
DT04-3P-E004
HIGH AIR
HIGH AIR
RESTRICTION
RESTRICTION
N.O.
N.O.
(B) TAN/WHITE
(B) TAN/WHITE
CONNECTOR
CONNECTOR
3 PIN DEUTSCH
3 PIN DEUTSCH
DT06-3S-P012
DT06-3S-P012
CONNECTOR
CONNECTOR
3 PIN DEUTSCH
3 PIN DEUTSCH
DT04-3P-E004
DT04-3P-E004
GREEN/PINK
GREEN/PINK
BROWN
BROWN
(2) PURPLE=GLOW PLUG TIMER
(2) PURPLE=GLOW PLUG TIMER
(3) PINK=HIGH TEMP SIGNAL
(3) PINK=HIGH TEMP SIGNAL
(3) PINK
(3) PINK
(4) BLACK
(4) BLACK
(1) RED
(1) RED
B+
B+
BROWN
BROWN
TAN/BLUE
TAN/BLUE
PINK/TAN
PINK/TAN
(2) PURPLE
(2) PURPLE
CONNECTOR
CONNECTOR
4 PIN DEUTSCH
4 PIN DEUTSCH
DT06-4S-P012
DT06-4S-P012
LOW OIL
LOW OIL
PRESSURE
PRESSURE
N.C.
N.C.
CONNECTOR
CONNECTOR
2 PIN METRIPACK 280
2 PIN METRIPACK 280
P/N 1204 0753
P/N 1204 0753
TAN/GREEN
TAN/GREEN
BROWN
BROWN
PINK/YELLOW (14 GA)
PINK/YELLOW (14 GA)
1
1
3
3
4
4
5
5
2
2
wc_gr007271
RT SC-2 Schema’s
wc_tx001476nl.fm
9 5
7.2 Bedradingsschemablad 2
12VDC INPUT
12VDC INPUT
GROUND
GROUND
KEY SWITCH
KEY SWITCH
MULTI PIN TRAILER PLUG
MULTI PIN TRAILER PLUG
CHARGE PORT WITH
CHARGE PORT WITH
1.85 AMP FUSE
1.85 AMP FUSE
12VDC-1.85 AMP FUSE
12VDC-1.85 AMP FUSE
12VDC SWITCHED OUTPUT
12VDC SWITCHED OUTPUT
12VDC INPUT
12VDC INPUT
12VDC INPUT
12VDC INPUT
12VDC SWITCHED OUTPUT
12VDC SWITCHED OUTPUT
THROTTLE SWITCH
THROTTLE SWITCH
PINK (14 GA)
PINK (14 GA)
PINK/BLACK
PINK/BLACK
PINK/GRAY
PINK/GRAY
CONNECTOR
CONNECTOR
10 PIN CARLINGSWITCH
10 PIN CARLINGSWITCH
VCI
VCI
RED/YELLOW (14 GA)
RED/YELLOW (14 GA)
PINK/GRAY
PINK/GRAY
2
2
1
1
A
A
C
C
D
D
B
B
(NOT USED)
(NOT USED)
(NOT USED)
(NOT USED)
FRAME GROUND WIRE
FRAME GROUND WIRE
RED/GREEN
RED/GREEN
CONNECTOR
CONNECTOR
4 PIN DEUTSCH
4 PIN DEUTSCH
DT06-4S-P012
DT06-4S-P012
CONNECTOR
CONNECTOR
4 PIN METRIPACK 280
4 PIN METRIPACK 280
PACKARD #1205 2856
PACKARD #1205 2856
BROWN
BROWN
RED/YELLOW (14 GA)
RED/YELLOW (14 GA)
20 AMP FUSE
20 AMP FUSE
1
1
2
2
4
4
3
3
(NOT USED)
(NOT USED)
GROUND
GROUND
(NOT USED)
(NOT USED)
REAR FRAME GROUND.
REAR FRAME GROUND.
ATTACH TO HYD VALVE.
ATTACH TO HYD VALVE.
-
-
+
+
BATTERY
BATTERY
GREEN
GREEN
OIL PRESSURE LAMP (IN)
OIL PRESSURE LAMP (IN)
AIR FILTER LAMP (IN)
AIR FILTER LAMP (IN)
ROLL OVER LAMP (IN)
ROLL OVER LAMP (IN)
GLOW PLUG LAMP (IN)
GLOW PLUG LAMP (IN)
LOW COOLANT LAMP (IN)
LOW COOLANT LAMP (IN)
HOUR METER ENABLE (IN)
HOUR METER ENABLE (IN)
WATER TEMP LAMP (IN)
WATER TEMP LAMP (IN)
BROWN
BROWN
GREEN/RED
GREEN/RED
GREEN/ORANGE
GREEN/ORANGE
GREEN/BLACK
GREEN/BLACK
GREEN/WHITE
GREEN/WHITE
GREEN/PURPLE
GREEN/PURPLE
GREEN/YELLOW
GREEN/YELLOW
8
8
7
7
9
9
2
2
6
6
11
11
1
1
10
10
GROUND
GROUND
CONNECTOR (GREEN)
CONNECTOR (GREEN)
12 PIN DEUTSCH
12 PIN DEUTSCH
DT06-12SC-CE04
DT06-12SC-CE04
WITH SHRINK BOOT
WITH SHRINK BOOT
GREEN/BLUE
GREEN/BLUE
ANY COLOR
ANY COLOR
GREEN/BROWN
GREEN/BROWN
BLACK/YELLOW
BLACK/YELLOW
ANY COLOR
ANY COLOR
SHIELDING
SHIELDING
PINK/YELLOW (14 GA)
PINK/YELLOW (14 GA)
ANY COLOR
ANY COLOR
SHIELDING
SHIELDING
CONNECTOR (GRAY)
CONNECTOR (GRAY)
12 PIN DEUTSCH
12 PIN DEUTSCH
DT06-12SA-E008
DT06-12SA-E008
WITH SHRINK BOOT
WITH SHRINK BOOT
ANY COLOR
ANY COLOR
REAR EYE DATA
REAR EYE DATA
REAR EYE GROUND
REAR EYE GROUND
REAR EYE 12VDC
REAR EYE 12VDC
10A
10A
12A
12A
11A
11A
12VDC OUTPUT
12VDC OUTPUT
DECODER HAS 10 SECOND
DECODER HAS 10 SECOND
SWITCHOVER DELAY FOR
SWITCHOVER DELAY FOR
EXCITER OUTPUTS
EXCITER OUTPUTS
1
1
2
2
3
3
8
8
9
9
8C
8C
11C
11C
10C
10C
12C
12C
9C
9C
CONNECTOR (BROWN)
CONNECTOR (BROWN)
12 PIN DEUTSCH
12 PIN DEUTSCH
DT06-12SD-CE04
DT06-12SD-CE04
WITH SHRINK BOOT
WITH SHRINK BOOT
WHITE
WHITE
BLACK
BLACK
3
3
2
2
1
1
5
5
6
6
7
7
4
4
5C
5C
3C
3C
4C
4C
7C
7C
6C
6C
2C
2C
1C
1C
GROUND
GROUND
BLACK
BLACK
REVERSE
REVERSE
GROUND
GROUND
GROUND
GROUND
GROUND
GROUND
GROUND
GROUND
GROUND
GROUND
12VDC INPUT
12VDC INPUT
CONTROL LIGHT
CONTROL LIGHT
FRONT EYE 12VDC
FRONT EYE 12VDC
CONTROL LIGHT
CONTROL LIGHT
FRONT EYE GROUND
FRONT EYE GROUND
FRONT EYE DATA
FRONT EYE DATA
FUEL VALVES
FUEL VALVES
STARTER
STARTER
TAN
TAN
2A
2A
6A
6A
7A
7A
5A
5A
8A
8A
9A
9A
4A
4A
3A
3A
BLACK
BLACK
BROWN
BROWN
BLACK
BLACK
BLACK
BLACK
BLACK
BLACK
8B
8B
11B
11B
10B
10B
12B
12B
1A
1A
9B
9B
BRAKE
BRAKE
FORWARD
FORWARD
STEERING-LEFT
STEERING-LEFT
STEERING-RIGHT
STEERING-RIGHT
VIBRATION-HIGH
VIBRATION-HIGH
VIBRATION-LOW
VIBRATION-LOW
HIGH SPEED
HIGH SPEED
DECODER MODULE
DECODER MODULE
BLACK
BLACK
BLACK
BLACK
BLACK
BLACK
BLACK
BLACK
BLACK
BLACK
BLACK
BLACK
BLACK
BLACK
4B
4B
3B
3B
7B
7B
6B
6B
5B
5B
2B
2B
1B
1B
ANY COLOR
ANY COLOR
(NOT USED)
(NOT USED)
(NOT USED)
(NOT USED)
DISPLAY MODULE
DISPLAY MODULE
ALTERNATOR LAMP (IN)
ALTERNATOR LAMP (IN)
SWITCHED POWER ON (IN)
SWITCHED POWER ON (IN)
CONNECTOR
CONNECTOR
4 PIN DEUTSCH
4 PIN DEUTSCH
DT06-4S-P012
DT06-4S-P012
WHITE
WHITE
PINK/BLUE
PINK/BLUE
5
5
12
12
4
4
3
3
CONNECTOR
CONNECTOR
12 PIN DEUTSCH
12 PIN DEUTSCH
DT06-12SB-P012
DT06-12SB-P012
1
1
4
4
3
3
2
2
BROWN
BROWN
GREEN/BLUE
GREEN/BLUE
GREEN/LT BLUE
GREEN/LT BLUE
A
A
SHIELDING
SHIELDING
B
B
ANY COLOR
ANY COLOR
C
C
REAR LIGHT RING
REAR LIGHT RING
AMBER SIGNAL
AMBER SIGNAL
GROUND
GROUND
(NOT USED)
(NOT USED)
RED SIGNAL
RED SIGNAL
12VDC
12VDC
SIGNAL
SIGNAL
GROUND/SHIELD
GROUND/SHIELD
CONNECTOR
CONNECTOR
3 PIN DEUTSCH
3 PIN DEUTSCH
DT06-3S-EE01
DT06-3S-EE01
WITH SHRINK BOOT
WITH SHRINK BOOT
CONNECTORS
CONNECTORS
DIN 43650
DIN 43650
REAR RECEIVING EYE
REAR RECEIVING EYE
REVERSE
REVERSE
MANIFOLD GROUNDED
MANIFOLD GROUNDED
TO BATTERY DISCONECT
TO BATTERY DISCONECT
SWITCH
SWITCH
BRAKE
BRAKE
STEERING-LEFT
STEERING-LEFT
STEERING-RIGHT
STEERING-RIGHT
FORWARD
FORWARD
VIBRATION-HIGH
VIBRATION-HIGH
VIBRATION-LOW
VIBRATION-LOW
HIGH SPEED
HIGH SPEED
HYDRAULIC VALVES
HYDRAULIC VALVES
3
3
2
2
1
1
4
4
5
5
wc_gr007272
Schema’s RT SC-2
9 6
wc_tx001476nl.fm
7.3 Onderdelen
Hieronder volgt een alfabetische lijst van componenten die op het
elektrisch schema voorkomen. Gebruik dit als hulpmiddel bij het
identificeren van elektrische componenten.
English Nederlands
(Not used) (Niet gebruikt)
“L” to ground when charging fault “L” naar aarding bij laadfout
12VDC input 12V gelijkstroomingang
12VDC input 12V gelijkstroomingang
12VDC output 12V gelijkstroomuitgang
12VDC switched output 12V gelijkstroom geschakelde
uitgang
12VDC-1.85 Amp fuse 12V gelijkstroom - 1,85 ampère
zekering
20 Amp fuse 20 ampère zekering
50 Amp fuse 50 ampère zekering
5VDC input 5V gelijkstroomingang
5VDC output 5V gelijkstroomuitgang
Air filter lamp (in) Luchtfilter controlelampje (in)
Air filter lamp (out) Luchtfilter controlelampje (uit)
Air filter sensor (in) Luchtfiltersensor (in)
ALT (alternator) ALT (alternator)
Alternator lamp (in) Alternator controlelampje (in)
Amber signal Oranje signaal
Any color Elke kleur
Battery Accu
Battery cable Accukabel
Block temp sensor (in) Blokkeertemp. sensor (in)
Brake Remmen
Brake (in 5V) Remmen (in 5V)
Charge port with 1.85 Amp fuse Laadpoort met 1,85 ampère
zekering
Connector (black)
12-pin DEUTSCH
Connector (zwart)
12-polig DEUTSCH
Connector (black)
4-pin DEUTSCH
Connector (zwart)
4-polig DEUTSCH
Connector (brown)
12-pin DEUTSCH
with shrink boot
Connector (bruin)
12-polig DEUTSCH
met krimphuls
Connector (gray)
12-pin DEUTSCH
Connector (grijs)
12-polig DEUTSCH
Connector (gray)
12-pin DEUTSCH
with shrink boot
Connector (grijs)
12-polig DEUTSCH
met krimphuls
Connector (gray)
2-pin DEUTSCH
Connector (grijs)
2-polig DEUTSCH
Connector (green)
12-pin DEUTSCH
with shrink boot
Connector (groen)
12-polig DEUTSCH
met krimphuls
Connector
10-pin CARLINGSWITCH
Connector
10-polige CARLINGSCHAKELAAR
Connector
12-pin DEUTSCH
Connector
12-polig DEUTSCH
Connector
2-pin DEUTSCH
Connector
2-polig DEUTSCH
Connector
2-pin METRIPACK
Connector
2-polig METRIPACK
Connector
3-pin DEUTSCH
Connector
3-polig DEUTSCH
Connector
3-pin DEUTSCH
with shrink boot
Connector
3-polig DEUTSCH
met krimphuls
Connector
4-pin DEUTSCH
Connector
4-polig DEUTSCH
Connector
4-pin METRIPACK
Connector
4-polig METRIPACK
English Nederlands
RT SC-2 Schema’s
wc_tx001476nl.fm
9 7
Connectors
DIN 43650
Connectors
DIN 43650
Control light Controlelampje
Control module Stuurmodule
Coolant level lamp (out) Koelvloeistofpeil lampje (uit)
Coolant level sensor (in) Koelvloeistofpeil sensor (in)
Coolant level switch Koelvloeistofpeil schakelaar
Decoder has 10 second switchover
delay for exciter outputs
Decoder heeft
omschakelingsvertraging van 10
seconden voor
bekrachtigeruitgangen
Decoder module Decodermodule
Display module Schermmodule
Dual-function temp switch Temp-schakelaar met dubbele
functie
Engine ground Motoraarding
Forward Vooruit
Forward (in 5V) Vooruit (in 5V)
Forward (out 5V) Vooruit (uit 5V)
Frame ground wire Frame aardingsleiding
Front eye 12VDC Voorste oog 12V gelijkstroom
Front eye data Voorste oog gegevens
Front eye ground Voorste oog aarding
Front light ring Lichtkring vooraan
Front receiving eye Ontvangoog vooraan
Fuel (in) Brandstof (in)
Fuel solenoid (NC) Brandstofsolenoïde (NC)
Fuel solenoid (out) Brandstofsolenoïde (uit)
Fuel valves Brandstofkleppen
Fuel/brake (out 5V) Brandstof/rem (uit 5V)
Glow plug lamp (in) Gloeibougielampje (in)
English Nederlands
Glow plug lamp (out) Gloeibougielampje (uit)
Glow plug relay (out) Gloeibougierelais (uit)
Glow plugs Gloeibougies
Ground Aarding
Ground/shield Aarding/afscherming
High air restriction (NO) Hoge luchtbeperking (NO)
High speed Hoge snelheid
Hour meter enable (in) Activeren van uurmeter (in)
Hour meter enable (out) Activeren van uurmeter (uit)
Hydraulic valves Hydraulische kleppen
Int. (intermediate) ground Int. (intermediaire) aarding
Key switch Contactsleutel
Key switch (in) Contactsleutel (in)
Low coolant lamp (in) Controlelampje voor lage
koelvloeistof (in)
Low oil pressure (NC) Lage oliedruk (NC)
Manifold grounded to battery
disconnect switch
Geaard verdeelstuk naar
uitschakelknop van accu
Multi-pin trailer plug Meerpolige fitting voor
aanhangwagen
Not used (Niet gebruikt)
Oil pressure lamp (in) Oliedruklampje (in)
Oil pressure lamp (out) Oliedruklampje (uit)
Oil pressure sensor (in) Oliedruksensor (in)
Pink=high temp signal Roze = hoge temp signaal
Power on (out) Stroom aan (uit)
Purple=glow plug timer Paars = gloeibougietimer
Rear eye 12VDC Achterste oog 12V gelijkstroom
Rear eye data Achterste oog gegevens
Rear eye ground Achterste oog aarding
English Nederlands
Schema’s RT SC-2
9 8
wc_tx001476nl.fm
Rear frame ground. Attach to
hydraulic valve
Achterframe aarding Verbinden met
hydraulische klep
Rear light ring Achterste lichtkring
Rear receiving eye Achterste ontvangoog
Red LED light ring Rode LED lichtkring
Red signal Rood signaal
Reverse Achteruit
Reverse (in 5V) Achteruit (in 5V)
Reverse (out 5V) Achteruit (uit 5V)
Roll over lamp (in) Controlelampje voor omrollen (in)
Roll over lamp (out) Controlelampje voor omrollen (uit)
Shielding Afscherming
Signal Signaal
SOL (solenoid) SOL (solenoïde)
Solenoid excitation Solenoïde bekrachtiging
Start (in) Starten (in)
Starter Starter
Starter (in 5V) Starter (in 5V)
Starter (out 5V) Starter (uit 5V)
Starter solenoid (out) Startersolenoïde (uit)
Steering-left Naar links sturen
Steering-right Naar rechts sturen
Steering-left (in 5V) Naar links sturen (in 5V)
Steering-left (out 5V) Naar links sturen (uit 5V)
Steering-right (in 5V) Naar rechts sturen (in 5V)
Steering-right (out 5V) Naar rechts sturen (uit 5V)
Switched power on (in) Stroom ingeschakeld (in)
Throttle (in) Gasklep (in)
Throttle hold (out) Gasklep houdstand (uit)
English Nederlands
Throttle pull (out) Gashendel (uit)
Throttle solenoid Gashendelsolenoïde
Throttle switch Gasklepschakelaar
Vibration-high Trilling - hoog
Vibration-low Trilling - laag
Voltage regulator Spanningsregelaar
Water temp lamp (in) Watertemp lampje (in)
Water temp lamp (out) Watertemp lampje (uit)
Water temp sensor (in) Watertemp sensor (in)
English Nederlands
RT SC-2 Schema’s
wc_tx001476nl.fm
9 9
Opmerkingen:
Schema’s RT SC-2
100
wc_tx001476nl.fm
7.4 Hydraulisch schema
wc_gr007273
TF TG-DP
1000 PSI
b
a
b
a
a
b
AB
A
BBA G-EPEPEREF
EM
EP
6 GPM
DP
6 GPM
EM
DP SR SL
.125
DM DM
B
3000 PSI
4000 PSI
3500 PSI
90 PSI
5
15
5
13
9
10
147
12
2
11
3
1
3
8
6 4
RT SC-2 Schema’s
wc_tx001476nl.fm
101
7.5 Hydraulische schema-onderdelen
Ref. Beschrijving Ref. Beschrijving
1 Rem 9 Oliekoeler
2 Remklep 10 Retourfilter
3 Aandrijfmotor 11 Stuurcilinder
4 Aandrijfpomp 12 Stuurklep
5 Motor van bekrachtigingsdynamo 13 Zeef
6 Pomp van bekrachtigingsdynamo 14 Slagklep
7 (Vibratie) klep van
bekrachtigingsdynamo
15 Snel bewegende klep
8 Spruitstuk
Schema’s RT SC-2
102
wc_tx001476nl.fm
Wacker Neuson SE, Preußenstraße 41, D-80809 München, Tel.: +49-(0)89-3 54 02-0 Fax: +49 - (0)89-3 54 02-390
Wacker Neuson Production Americas LLC, N92W15000 Anthony Ave., Menomonee Falls, WI 53051
Tel. : (262) 255-0500 Fax: (262) 255-0550 Tel.: (800) 770-0957
Wacker Neuson Limited - Room 1701–03 & 1717–20, 17/F. Tower 1, Grand Century Place, 193 Prince Edward Road West, Mongkok, Kowloon, Hongkong.
Tel: (852) 3605 5360, Fax: (852) 2758 0032
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104

Wacker Neuson RT56-SC2 EU Handleiding

Categorie
Beveiligingsapparaat componenten
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor