Bedieningshandleiding Radiobesturingsapparatuur Flex Wave CE-systeem
Maart 2021
Pagina 8
2.4 Veiligheidsinformatie en aanbevolen opleiding voor
bedieners van radiobestuurde apparatuur
Iemand die wordt opgeleid voor het bedienen van radiobestuurde apparatuur dient ten minste over de volgende
kennis en vaardigheden te beschikken voordat hij of zij met de radiobestuurde apparatuur mag werken.
De bediener dient:
• bekend te zijn met de gevaren die betrekking hebben op de bediening/werking van de apparatuur
• bekend te zijn met de veiligheidsvoorschriften voor radiobestuurde apparatuur
• in staat te zijn om de afstand van bewegende voorwerpen te beoordelen
• te weten hoe de apparatuur op de juiste wijze getest moet worden voordat die gebruikt gaat worden
• geoefend te zijn in het veilige gebruik van de radiozender met betrekking tot de hijskraan, takel, hefinrichting of
andere materiaaltransportapparatuur waarmee wordt gewerkt
• bekend te zijn met het gebruik van de waarschuwingslampjes en -signalen van de apparatuur
• kennis te hebben van de juiste opslagruimte voor een radiobesturingszender wanneer deze niet in gebruik is
• geoefend te zijn in het overdragen van een radiobesturingszender aan iemand anders
• ermee bekend te zijn hoe en wanneer onveilige of ongewone bedrijfsomstandigheden gemeld moeten worden
• de noodstop en alle waarschuwingsinrichtingen van de zender te testen voordat die gebruikt gaat worden; er
dient bij elke dienst te worden getest, zonder last
• goed geoefend te zijn in en goed op de hoogte te zijn van het op de juiste en veilige wijze bedienen van de
hijskraan, takel, hefinrichting of andere materiaaltransportapparatuur waarbij gebruik wordt gemaakt van
radiobesturing
• te weten hoe hij of zij en andere mensen uit de buurt van een opgehesen/geheven last moeten blijven en
afknelpunten moeten vermijden
• voortdurend de toestand van een opgehesen/geheven last te bewaken en te controleren
• de plaatselijke LOTO-procedures (lock-out/tag-out) te kennen en toe te passen bij onderhoud aan
radiobestuurde apparatuur
• alle van toepassing zijnde handleidingen voor bediening en onderhoud, veiligheidsprocedures, wettelijke eisen
en industriële standaarden en voorschriften te kennen en op te volgen
Het is de bediener verboden:
• de materiaaltransportapparatuur te bedienen indien de rijrichting of ingeschakelde functie niet overeenstemt
met wat op de regeleenheid wordt aangegeven
• lasten over mensen heen te heffen/hijsen of te transporteren
• de hijskraan, takel of hefinrichting pas te bedienen als iedereen, met inbegrip van de bediener, zich op veilige
afstand bevindt en blijft van de ondersteunde last en mogelijke afknelpunten
• een hijskraan, takel of hefinrichting te bedienen wanneer de inrichting zich niet midden boven de last bevindt
• een hijskraan, takel of hefinrichting te bedienen als de ketting of staalkabel niet goed over de kettingwielen,
trommel of kabelschijf loopt
• een beschadigde of niet goed functionerende hijskraan, takel, hefinrichting of andere
materiaaltransportapparatuur te bedienen
• instellingen of bedieningsorganen te wijzigen zonder daarvoor bevoegd en opgeleid te zijn
• waarschuwings- of veiligheidsstickers of -plaatjes te verwijderen of onleesbaar te maken
• een last onbeheerd achter te laten terwijl die opgehesen/geheven is
• de radiobestuurde apparatuur ingeschakeld te laten wanneer deze niet gebruikt wordt