Zanussi ZVEKM8X1 Handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
Handleiding
GETTING
STARTED?
EASY.
User Manual
ZVEKM8X1
NL Gebruiksaanwijzing
Combimagnetron
GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en reparatie-in-
formatie:
www.zanussi.com/support
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor verwondingen of schade die voortvloeit uit de onjuiste
installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op
een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
DE VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
PERSONEN
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen. Kinderen jonger dan 8 jaar oud en
personen met zware en complexe beperkingen dienen altijd uit
de buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze
voortdurend onder toezicht staan.
Laat kinderen niet spelen met het apparaat.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en verwijder
ze op gepaste wijze.
WAARSCHUWING: Houd kinderen en huisdieren uit de buurt
van het apparaat als het in werking is of afkoelt. Makkelijk
toegankelijke onderdelen worden heet tijdens gebruik.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
ALGEMENE VEILIGHEID
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat en de
kabel vervangen.
2
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient te
voorkomen de verwarmingselementen aan te raken.
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of kookgerei
te plaatsen of verwijderen.
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, dient u
de stekker van het apparaat uit het stopcontact te trekken.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het apparaat is
uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt om elektrische
schokken te voorkomen.
Gebruik het apparaat niet voordat u het in de ingebouwde
structuur installeert.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe
metalen schrapers om de glazen deur schoon te maken, deze
kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak, waardoor het
glas zou kunnen breken.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende
serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen
teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Schakel het apparaat niet in als het leeg is. Metalen delen in de
ovenruimte kunnen elektrische vonken veroorzaken.
Tijdens bereiding in de magnetron zijn geen metalen
voedselbakjes en drinkbekers toegestaan. Deze vereiste is niet
van toepassing als de fabrikant heeft aangegeven dat het
formaat en de vorm van het metalen voorwerp geschikt is voor
bereiding in de magnetron.
WAARSCHUWING: Als de deur, scharnieren/handgrepen of
deurafdichtingen zijn beschadigd, mag het apparaat niet
worden gebruikt tot hij is gerepareerd door een vakkundig
persoon.
WAARSCHUWING: Alleen een vakkundig persoon kan
onderhouds- of reparatiewerkzaamheden uitvoeren waarvoor
de afdekking moet worden verwijderd die beschermd tegen
blootstelling aan magnetronenergie.
3
WAARSCHUWING: Verwarm geen vloeistoffen of andere
levensmiddelen in afgesloten houders. Deze kunnen dan
ontploffen.
Gebruik alleen hulpstukken die geschikt zijn voor gebruik in de
magnetron.
Let bij het opwarmen van voedsel in plastic of papieren houders
op het apparaat vanwege de mogelijkheid tot zelfontbranding.
Het apparaat is bedoeld voor het opwarmen van voedsel en
dranken. Het drogen van levensmiddelen of kleding en het
opwarmen van warmhoudpads, slippers, sponzen, vochtige
doekjes en dergelijke kan leiden tot letsel, zelfontbranding of
brand.
Als rook wordt waargenomen, zet dan het apparaat uit of trek
de stekker uit het stopcontact en houd de deur gesloten om
vlammen te doven.
Het in de magnetron opwarmen van dranken kan ertoe leiden
dat het langer duurt voordat het kookpunt wordt bereikt. Pas op
als u de houder uit de magnetron haalt.
De inhoud van melkflesjes en potjes babyvoeding moet worden
geroerd of geschud en de temperatuur moet voor consumptie
worden gecontroleerd om brandwonden te voorkomen.
Eieren in de schaal en hele hardgekookte eieren mogen niet in
het apparaat worden opgewarmd omdat ze dan kunnen
ontploffen, zelfs nadat de magnetronverwarming is beëindigd.
Het apparaat moet regelmatig worden gereinigd en
voedselresten dienen te worden verwijderd.
Het niet schoonhouden van het apparaat kan leiden tot
beschadigingen aan het oppervlak hetgeen weer een negatief
effect kan hebben op de levensduur van het apparaat wat weer
kan leiden tot een gevaarlijke situatie.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
INSTALLATIE
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat,
want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
4
Trek het apparaat nooit aan de handgreep van
zijn plaats.
Installeer het apparaat op een veilige en
geschikte plaats die aan alle installatie-eisen
voldoet.
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
Controleer voordat u het apparaat monteert of
de ovendeur onbelemmerd opent.
Het apparaat is uitgerust met een elektrisch
koelsysteem. Het heeft elektrische stroom
nodig.
De stevigheid van de inbouwkast moet voldoen
aan de DIN 68930-norm.
Minimumhoogte kast
(Minimumhoogte kast
onder werkblad)
444 (460) mm
Kastbreedte 560 mm
Kastdiepte 550 (550) mm
Hoogte van de voor-
kant van het apparaat
455 mm
Hoogte van de achter-
kant van het apparaat
440 mm
Breedte van de voor-
kant van het apparaat
595 mm
Breedte van de achter-
kant van het apparaat
559 mm
Diepte van het appa-
raat
567 mm
Ingebouwde diepte
van het apparaat
546 mm
Diepte met open deur 882 mm
Minimumgrootte venti-
latieopening. Opening
geplaatst aan de on-
derkant van de achter-
zijde
560x20 mm
Lengte netvoedingska-
bel. Kabel wordt in de
rechterhoek van de
achterzijde geplaatst
1500 mm
Bevestigingsschroeven 3.5x25 mm
ELEKTRISCHE AANSLUITING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten door een
gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen adapters met meerdere stekkers
en verlengkabels.
Zorg dat u de netstekker en het netsnoer niet
beschadigt. Indien de voedingskabel moet
worden vervangen, dan moet dit gebeuren door
onze Klantenservice.
Laat de stroomkabel niet in aanraking komen
met de deur van het apparaat of de niche onder
het apparaat, met name niet als deze werkt of
als de deur heet is.
De schokbescherming van delen onder stroom
en geïsoleerde delen moet op zo'n manier
worden bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Als het stopcontact los zit, mag u de stekker
niet in het stopcontact steken.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Gebruik enkel correcte isolatievoorzieningen:
stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de houder
worden verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat
volledig van het lichtnet afgesloten kan worden.
Het isolatieapparaat moet een contactopening
hebben met een minimale breedte van 3 mm.
Dit apparaat wordt geleverd met stekker en
netsnoer.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel, brandwonden, elektrische
schokken of een explosie.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor
huishoudelijk gebruik.
De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet
geblokkeerd zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik niet
onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na gebruik uit.
5
Wees voorzichtig met het openen van de deur
van het apparaat als het apparaat aan staat. Er
kan hete lucht ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte handen of
als het contact maakt met water.
Oefen geen kracht uit op een geopende deur.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als
werkblad of aanrecht.
Open de deur van het apparaat voorzichtig. Als
u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er
alcohol-luchtmengsel ontstaan.
Houd vonken of open vlammen uit de buurt van
het apparaat bij het openen van de deur.
Plaats geen ontvlambare producten of items die
vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
De magnetronfunctie mag niet worden gebruikt
om de oven voor te verwarmen.
WAARSCHUWING! Risico op
schade aan het apparaat.
Om schade of verkleuring van het email te
voorkomen:
leg geen aluminiumfolie op de bodem van
de ruimte in het apparaat.
plaats geen water direct in het hete
apparaat.
haal vochthoudende schotels en eten uit
het apparaat als u klaar bent met koken.
wees voorzichtig bij het verwijderen of
bevestigen van accessoires.
Verkleuring van het email of roestvrij staal is niet
van invloed op de werking van het apparaat.
Gebruik een diepe pan voor vochtige taarten.
Fruitsappen kunnen permanente vlekken maken.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te
koken. Het mag niet worden gebruikt voor
andere doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
Alle bereidingen moeten worden uitgevoerd met
gesloten ovendeur.
Als het apparaat achter een meubelpaneel
gemonteerd is (bijv. een deur), zorg er dan voor
dat de deur nooit gesloten is als het apparaat in
werking is. Warmte en vocht kunnen achter een
gesloten meubelpaneel ophopen en schade aan
het apparaat, de behuizing of de vloer
veroorzaken. Sluit het meubelpaneel niet tot het
apparaat volledig afgekoeld is na gebruik.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel, brand en schade aan het
apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit
het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er
bestaat een risico dat de glasplaten kunnen
breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen als deze
beschadigd zijn. Neem contact op met een
erkend servicecentrum.
Wees voorzichtig als u de deur van het apparaat
verwijdert. De deur is zwaar!
Zorg ervoor dat de ovenruimte en de deur na elk
gebruik worden afgeveegd. Stoom
geproduceerd tijdens de werking van het
apparaat condenseert op de wanden en kan
roest veroorzaken.
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het oppervlak
achteruitgaat.
Vet en voedsel dat in het apparaat achterblijft,
kan brand en elektrische vonken veroorzaken
wanneer de magnetronfunctie werkt.
Maak het apparaat schoon met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Volg als u een ovenspray gebruikt de
aanwijzingen op de verpakking.
BINNENVERLICHTING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
elektrische schokken.
Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en
reservelampen die afzonderlijk worden verkocht:
Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn
tegen extreme fysieke omstandigheden in
huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur,
trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om
informatie te geven over de operationele status
van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor
gebruik in andere toepassingen en zijn niet
geschikt voor verlichting in huishoudelijke
ruimten.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
SERVICE
Neem contact op met de erkende servicedienst
voor reparatie van het apparaat.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
6
AFVALVERWERKING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en
gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in
het apparaat vast komen te zitten.
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
ALGEMEEN OVERZICHT
1 2
8
4
3
1
2
3
6
4
5
7
1
Bedieningspaneel
2
Elektronische tijdschakelklok
3
Verwarmingselement
4
Magnetrongenerator
5
Lamp
6
Ventilator
7
Verwijderbare inschuifrail
8
Roosterhoogtes
ACCESSOIRES
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
7
BEDIENINGSPANEEL
ELEKTRONISCHE TIJDSCHAKELKLOK
21 3 4 5 8 9 10 1176
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen.
Tiptoets Functie Opmerking
1
-
Display Toont de huidige instellingen van het apparaat.
2
AAN / UIT Om de oven in en uit te schakelen.
3
Verwarmings-
functies of
Kook- En Bak-
assistent
Druk eenmaal op de tiptoets om een verwarmingsfunctie
of het menu te kiezen: Kook- En Bakassistent. Druk weer
op de tiptoets om tussen de menu's te schakelen: Ver-
warmingsfuncties, Kook- En Bakassistent. Druk 3 secon-
den op de tiptoets om de verlichting aan of uit te zetten.
4
Magnetronfunc-
tie
Het inschakelen van de magnetronfunctie. Te gebruiken
als het apparaat is uitgeschakeld. Wanneer u de magne-
tron gebruikt met de functie: Duur gedurende meer dan
7 minuten en in de Combi-stand, kan het vermogen niet
hoger zijn dan 600 W.
5
Temperatuurse-
lectie
Om de temperatuur in te stellen of om de huidige tempe-
ratuur in de oven te tonen. Druk 3 seconden op de tip-
toets om de machine aan of uit te zetten: Snel opwar-
men.
6
Omlaag Omlaag gaan in het menu.
7
Omhoog Omhoog gaan in het menu.
8
OK / Magne-
tron snel starten
De selectie of instelling bevestigen. Het inschakelen van
de magnetronfunctie. Te gebruiken als het apparaat is
uitgeschakeld.
9
Terug Om één niveau terug te gaan in het menu. Raak het veld
3 seconden aan om het hoofdmenu weer te geven.
8
Tiptoets Functie Opmerking
10
Tijd en aanvul-
lende functies
Verschillende functies instellen. Als een verwarmfunctie
in werking is, raakt u de tiptoets aan om de timer of de
functies in te stellen: Toetsenblokkering, Favoriet, Heat
+Hold, Set + Go.
11
Kookwekker Om de volgende functie in te stellen: Kookwekker.
DISPLAY
A
DE
B C
A. Verwarmingsfunctie of magnetronfunctie
B. Instellen dagtijd
C. Indicatielampje bij voorverwarmen
D. Temperatuur of vermogen in de magnetron
E. Duur of eindtijd van een functie
Andere indicaties op het display:
Symbool -functie
Kookwekker De functie werkt.
Instellen dagtijd Het display geeft de huidige tijd aan.
Duur Het display geeft de benodigde kooktijd
weer.
Eindtijd Het display geeft aan wanneer de kooktijd
voorbij is.
Temperatuur Het display toont de temperatuur.
Tijdisindicatie Er wordt weergegeven hoe lang een ver-
warmingsfunctie in werking is. Druk tege-
lijkertijd op en om de tijd te reset-
ten.
Controlelampje bij voorver-
warmen
Het display geeft de temperatuur in de
oven aan.
Snel opwarmen De functie staat aan. Het verkort de op-
warmtijd.
Per gewicht Het display geeft weer dat het automati-
sche weegsysteem aan is of dat het ge-
wicht kan worden gewijzigd.
Heat+Hold De functie staat aan.
9
VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
EERSTE REINIGING
Stap 1 Stap 2 Stap 3
Verwijder alle accessoires en
verwijderbare inschuifrails uit
de oven.
Maak de oven en de accessoi-
res schoon met een zachte
doek, warm water en een mild
reinigingsmiddel.
Plaats de accessoires en de
verwijderbare inschuifrails in
de oven.
EERSTE AANSLUITING
Voor het eerste gebruik moet u het volgende instellen:
Taal Displaycontrast Helderheid Tijdstip van de dag
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
DOOR DE MENU'S NAVIGEREN
1. Oven inschakelen.
2. Druk op
of om de menu-optie te
selecteren.
3. Druk op om naar het submenu te gaan of de
instelling te accepteren.
U kunt te allen tijde terugkeren naar
het hoofdmenu met .
EEN VERWARMINGSFUNCTIE INSTELLEN
1. Schakel de oven in.
2. Selecteer het menu: Verwarmingsfuncties.
3. Druk op om te bevestigen.
4. Selecteer een ovenfunctie.
5. Druk op
om te bevestigen.
6. Stel de temperatuur in.
7. Druk op om te bevestigen.
DE MAGNETRONFUNCTIE INSTELLEN
1. Verwijder alle accessoires.
2. Oven inschakelen.
3. Druk op om de magnetronfunctie in te
schakelen.
4. Druk op . De functie: Duur wordt ingesteld op
30 seconden en de magnetron gaat in werking.
Elke keer dat u indrukt, worden er
30 seconden aan de duur van de
magnetron toegevoegd: Duur.
Als u niet indrukt, schakelt de oven
na 20 seconden uit.
5. Druk op om de volgende functie in te
stellen: Duur.
U kunt het magnetronvermogen
wijzigen (druk op en dan op of
) en de functie: Duur als de
magnetron in werking is.
10
6. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, klinkt er
gedurende 2 minuten een geluidssignaal. De
magnetronfunctie wordt automatisch
uitgeschakeld. Druk op een symbool om het
signaal uit te zetten.
Om de magnetronfunctie uit te
schakelen druk op .
Als u indrukt of de deur opent,
stopt de functie. Raak aan om de
functie weer te starten.
De maximale tijd van de magnetronfuncties is
afhankelijk van het door u ingestelde
magnetronvermogen:
MAGNETRONVERMO-
GEN
MAXIMUMTIJD
100 - 600 W 90 minuten
Meer dan 600 W 7 minuten
DE COMBI-FUNCTIE INSTELLEN
1. Een verwarmingsfunctie instellen.
2. Druk op en volg dezelfde stappen als bij het
instellen van de magnetronfunctie.
Wanneer u de magnetronfunctie in de Combi-
modus gebruikt, mag het magnetronvermogen niet
meer dan 600 W bedragen.
Voor bepaalde functies start de
magnetronfunctie zodra de ingestelde
temperatuur wordt bereikt.
Functies niet beschikbaar bij de Combi-functie:
Favoriet, Eindtijd, Set + Go, Heat+Hold.
DE SNELSTARTFUNCTIE VAN DE
MAGNETRON INSTELLEN
1. Indien nodig, druk op om de oven uit te
schakelen.
2. Druk op om de Snelle start-functie in te
schakelen.
Elke keer als u
indrukt, worden er 30 seconden
aan de Duur toegevoegd.
U kunt het magnetronvermogen
wijzigen (raadpleeg “Magnetronfunctie
instellen”).
3. Druk op om de duurtijd in te stellen voor de
functie: Duur. Zie het hoofdstuk "De klok
instellen" voor het instellen van de klokfuncties.
CONTROLELAMPJE BIJ VOORVERWARMEN
Wanneer u een verwarmingsfunctie inschakelt,
toont de balk dat de temperatuur stijgt. Wanneer de
temperatuur is bereikt, klinkt het signaal 3 keer, de
balk knippert en verdwijnt.
GEBRUIK VAN: SNEL OPWARMEN
Gebruik deze functie voordat u het voedsel in de
oven zet.
Deze functie vermindert de opwarmtijd. Deze
functie is niet beschikbaar voor sommige
ovenfuncties.
- houd ingedrukt.
RESTWARMTE
Wanneer u de oven uitschakelt, geeft het display de
restwarmte aan. U kunt de warmte gebruiken om
het eten warm te houden.
EEN OVERZICHT VAN DE MENU'S
Hoofdmenu
Symbool / Menu-
item
Applicatie
Verwarmingsfunc-
ties
Bestaat uit een lijst met
verwarmingsfuncties.
Kook- En Bakas-
sistent
Bestaat uit een lijst met
automatische program-
ma's.
Favoriet
Bestaat uit een lijst met
favoriete bereidingspro-
gramma's die door de
gebruiker zijn gemaakt.
Basis instellingen
Wordt gebruikt voor het
instellen van de appa-
raatconfiguratie.
Speciaal
Bestaat uit een lijst met
extra verwarmingsfunc-
ties.
11
Submenu voor: Basis instellingen
Symbool / Menu-
item
Beschrijving
Instellen dagtijd
Stel de dagtijd in.
Tijdisindicatie
Als het apparaat AAN
staat, geeft het display
de huidige tijd weer
wanneer u het apparaat
uitschakelt.
Set + Go
Om een functie in te
stellen en later te active-
ren door op een sym-
bool op het bedienings-
paneel te drukken.
Heat+Hold
Houdt het bereide voed-
sel warm gedurende 30
minuten nadat de kook-
cyclus voltooid is.
Verleng tijd
Schakelt de functie Tijd
verlengen in en uit.
Contrast
Pas het contrast van het
display in stappen aan.
Helderheid
Pas de helderheid van
het display in stappen
aan.
Taal
Stelt de taal voor het
display in.
Geluidsvolume
Pas het volume van de
druktonen en signalen
stapsgewijs aan.
Toetsvolume
Schakelt de toon van de
aanraakvelden aan en
uit. Het geluid van de
tiptoets AAN/UIT kan
niet worden uitgescha-
keld.
Alarmtoon
Schakelt de alarmtoon in
en uit.
Demomodus
Activerings-/deactive-
ringscode: 2468.
Service
Toont de softwareversie
en -configuratie.
Symbool / Menu-
item
Beschrijving
Fabrieksinstelling
Zet alle instellingen te-
rug op de fabrieksinstel-
ling.
VERWARMINGSFUNCTIES
Verwarmingsfuncties
Verwarmingsfunc-
tie
Applicatie
Hetelucht
Om op 2 rekstanden te
bakken en tegelijk voed-
sel te drogen.Stel de tem-
peratuur 20 - 40°C lager
in dan voor de functie:
Boven- /onderwarmte.
Pizza-functie
Om gerechten op één ni-
veau te bakken met inten-
sief bruineren en een kro-
kantere korst. Stel de
temperatuur 20 - 40°C
lager in dan voor de func-
tie: Boven- /onderwarmte.
Boven- /onder-
warmte
Voor het bakken en bra-
den op één rekstand.
Bevroren ge-
rechten
Om kant-en-klaar-gerech-
ten (bijv. patat, aardap-
pelpartjes of loempia's)
krokant te maken.
Grill
Voor het roosteren van
dunne stukjes voedsel en
voor het maken van toast.
Turbo grill
Voor het braden van gro-
tere stukken vlees of ge-
vogelte met botten op
één niveau. Voor gratine-
ren en bruinen.
Onderwarmte
Voor het bakken van taar-
ten met een knapperige
bodem en het inmaken
van voedsel.
12
De verlichting kan tijdens sommige
ovenfuncties automatisch uitschakelen
als de temperatuur onder de 60 °C
komt.
Speciaal
Verwarmingsfunc-
tie
Applicatie
Warm houden
Om het voedsel warm te
houden.
Borden warmen
Om borden voor het ser-
veren op te warmen.
Inmaken
Voor het inmaken van
groenten (bijv. augur-
ken).
Dehydrateren
Om in plakjes gesneden
fruit, groenten en cham-
pignons te drogen.
Deeg laten rijzen
Om het rijsproces van
gistdeeg te versnellen.
Het voorkomt dat het
oppervlak van het deeg
uitdroogt en houdt het
deeg elastisch.
Verwarmingsfunc-
tie
Applicatie
Lage temperatuur
garen
Voor het bereiden van
mals en sappig braad-
vlees.
Brood bakken
Gebruik deze functie
voor brood en broodjes
met bijna professioneel
resultaat qua krokant-
heid, kleur en bruine
korst.
Ontdooien
Om voedsel te ontdooi-
en (groenten en fruit).
De ontdooitijd hangt af
van de hoeveelheid en
dikte van het voedsel.
Gratineren
Voor maaltijden als la-
sagne of aardappelgra-
tin. Voor gratineren en
bruinen.
Magnetronfuncties
Functies Beschrijving
Magnetron Creëert de warmte direct in het eten. Gebruik de magnetron voor het verwar-
men van maaltijden en drankjes, het ontdooien van vlees of fruit en het koken
van groenten en vis.
Combi Gebruik het om de verwarmingsfunctie en de magnetronmodus tegelijkertijd
te gebruiken. Om gerechten korter te bereiden en een bruin korstje te geven.
Het maximum vermogen voor deze functie is 600 W.
Snelle start Gebruik deze om de magnetronfunctie in te schakelen met een druk op het
symbool op hoge magnetronstand en korte werking: 30 seconden inge-
drukt
13
KLOKFUNCTIES
TABEL MET KLOKFUNCTIES
Klokfunctie Toepassing
Kookwekker
Om een afteltijd in te stel-
len (max. 2 uur en 30 mi-
nuten). Deze functie heeft
geen invloed op de werk-
ing van de oven.
Duur
Om de werkingsduur van
de oven in te stellen (max.
23 uur 59 min.).
Eindtijd
Voor het instellen van de
uitschakeltijd van een ver-
warmingsfunctie (max. 23
uur en 59 min).
Als u de tijd voor een klokfunctie instelt, begint het
aftellen van de tijd na 5 seconden.
Duur, Eindtijd - voordat u de functies gebruikt, moet
u een verwarmingsfunctie en temperatuur instellen.
De oven wordt automatisch uitgeschakeld.
Duur, Eindtijd - u kunt de functies tegelijkertijd
gebruiken als u wilt dat de oven op een later tijdstip
wordt geactiveerd of uitgezet.
DE KLOKFUNCTIES INSTELLEN
1. Stel een verwarmingsfunctie in.
2. - druk hier herhaaldelijk op totdat het
display de benodigde klokfunctie en het
bijhorende symbool weergeeft.
3. , - druk hierop om de tijd in te stellen.
4. Druk op:
.
Wanneer de tijd is verstreken, klinkt er een
geluidssignaal. De oven gaat uit. Op het display
verschijnt een melding.
5. Druk op een symbool om het signaal uit te
zetten.
HEAT+HOLD
Voorwaarden voor de functie:
De ingestelde temperatuur is hoger dan 80 °C.
De functie: Duur is ingesteld.
De functie: Heat+Hold houdt het voorbereide
gerecht gedurende 30 minuten warm op 80 °C.
Deze functie wordt ingeschakeld wanneer de bak-
of braadprocedure is geëindigd.
U kunt in het menu de functie in- of uitschakelen:
Basis instellingen.
1. Schakel de oven in.
2. Selecteer de verwarmingsfunctie.
3. Stel de temperatuur boven 80 °C in.
4. Druk herhaaldelijk op
totdat het display het
volgende toont: Heat+Hold.
5. Druk op om te bevestigen.
Wanneer de functie beëindigt, klinkt er een
geluidssignaal.
VERLENG TIJD
De functie: Verleng tijd zorgt dat de
verwarmingsfunctie door blijft gaan als de Duur is
geëindigd.
Van toepassing op alle
verwarmingsfuncties met Duur of Per
gewicht.
1. Wanneer de bereidingstijd is verstreken, klinkt
er een geluidssignaal. Druk op een willekeurig
symbool.
Op het display wordt het bericht weergegeven.
2. Druk op om te activeren of op om te
annuleren.
3. Stel de lengte van de functie in.
4. Druk op .
AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
ONLINE RECEPTEN
De recepten voor de automatische programma's
vindt u op onze website. Om het receptenboek te
vinden, controleert u het PNC-nummer op het
typeplaatje op het voorste frame van de ovenholte.
AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
De automatische programma's zorgen voor
optimale instellingen voor elk soort voedsel.
Kook- En Bakassistent / Per gewicht — deze
functie berekent automatisch de braadtijd. Om
14
het te gebruiken, voert u het gewicht van het
gerecht in.
Kook- En Bakassistent / Receptenautomaat —
deze functie gebruikt voorafbepaalde waarden
voor een gerecht.
Gerechten met de functie:
Per gewicht
Hele kip
Rosbief
Geroosterd wild
Geroosterd lamsvlees
Geroosterd varkensvlees
Geroosterd kalfsvlees
Hele eend
Hele gans
Hele kalkoen
KOOK- EN BAKASSISTENT MET
RECEPTENAUTOMAAT
Deze oven bevat een serie recepten die u kunt
gebruiken. De recepten kunnen niet worden
gewijzigd.
1. Oven inschakelen.
2. Selecteer het menu: Kook- En Bakassistent.
Druk op om te bevestigen.
3. Selecteer de categorie en het gerecht. Druk op
om te bevestigen.
4. Een recept selecteren. Druk op om te
bevestigen.
Bij gebruik van de functie: Handmatig,
gebruikt de oven de automatische
instellingen. U kunt ze veranderen, net
als bij andere functies.
KOOK- EN BAKASSISTENT MET PER
GEWICHT
Deze functie berekent automatisch de kooktijd. Als
u de functie wilt gebruiken, moet u het gewicht van
het gerecht instellen.
1. Schakel de oven in.
2. Selecteer het menu: Kook- En Bakassistent.
Druk op .
3. Druk op of om het gewicht van het
gerecht in te stellen. Druk op .
Het automatische programma start.
4. U kunt het gewicht te allen tijde wijzigen. Druk
op
of om het gewicht te wijzigen.
5. Wanneer de tijd is verstreken, klinkt er een
geluidssignaal. Druk op een willekeurig
symbool om het signaal uit te zetten.
GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
ACCESSOIRES PLAATSEN
Gebruik uitsluitend geschikt kookgerei en materiaal.
Raadpleeg hoofdstuk 'Hints en tips', kookgerei en
materiaal geschikt voor de magnetron.
Een kleine inkeping bovenaan verhoogt de
veiligheid. Deze inkepingen voorkomen bovendien
omkanteling. De hoge rand rond het rooster
voorkomt dat het kookgerei van het rooster afglijdt.
15
Draadrooster:
Plaats het rooster tussen de geleidestangen
van de inschuifrailen zorg ervoor dat de
pootjes omlaag wijzen.
Bakplaat:
Schuif de plaat tussen de geleidestangen
van de inschuifrail.
Draadrooster, Bakplaat:
Plaats de plaat tussen de geleiders van de
inschuifrails en het bakrooster op de gelei-
ders erboven.
EXTRA FUNCTIES
FAVORIET
U kunt uw favoriete instellingen als duur,
temperatuur of verwarmingsfunctie opslaan. De
instellingen zijn beschikbaar in het menu: Favoriet.
U kunt 20 programma's opslaan.
U kunt Magnetron- en magnetron-
combifuncties niet opslaan als
favorieten.
Een programma opslaan
1. Oven inschakelen.
2. Stel een verwarmingsfunctie of een
automatisch programma in.
3. Druk herhaaldelijk op tot het display toont:
OPSLAAN.
4. Druk op om te bevestigen.
Het display geeft de eerste vrije geheugenpositie
weer.
5. Druk op om te bevestigen.
6. Voer de naam van het programma in.
De eerste letter knippert.
7. Druk op of om de letter te wijzigen.
8. Druk op
.
De volgende letter knippert.
9. Herhaal stap 7 indien nodig.
10. Druk op en houdt de knop ingedrukt om op
te slaan.
U kunt een geheugenpositie overschrijven.
Wanneer het display de eerste vrije
geheugenpositie aangeeft, druk op of en
druk op
om een bestaand programma te
overschrijven.
16
U kunt de naam van een programma wijzigen in het
menu: Wijzig programmanaam.
Het programma inschakelen
1. Oven inschakelen.
2. Selecteer het menu: Favoriet.
3. Druk op
om te bevestigen.
4. Selecteer de naam van uw favoriete
programma.
5. Druk op om te bevestigen.
GEBRUIK VAN HET KINDERSLOT
Als het Kinderslot aanstaat, kan de oven niet per
ongeluk worden geactiveerd.
1. Druk op om het display aan te zetten.
2. Druk tegelijkertijd op en totdat het
display een bericht toont.
Herhaal stap 2 om het kinderslot uit te schakelen.
TOETSENBLOKKERING
Deze functie voorkomt dat een verwarmingsfunctie
per ongeluk wordt ingeschakeld. U kunt deze alleen
inschakelen als de oven in werking is.
1. Oven inschakelen.
2. Stel de verwarmingsfunctie of -instelling in.
3. Druk herhaaldelijk op tot het display toont:
Toetsenblokkering.
4. Druk op om te bevestigen.
Druk op om de functie uit te schakelen. Op het
display verschijnt een melding. Druk herhaaldelijk
op en vervolgens op om te bevestigen.
Als u de oven uitzet, schakelt de
functie ook uit.
SET + GO
Met deze functie kunt u een verwarmingsfunctie (of
programma) instellen en later met een aanraking
van een symbool gebruiken.
1. Oven inschakelen.
2. Stel de verwarmingsfunctie in.
3. Druk herhaaldelijk op tot het display toont:
Duur.
4. Stel de tijd in.
5. Druk herhaaldelijk op tot het display toont:
Set + Go.
6. Druk op
om te bevestigen.
Druk op een symbool (behalve voor
) om de
functie te starten: Set + Go. De ingestelde
verwarmingsfunctie start.
Wanneer de verwarmingsfunctie is voltooid, klinkt
er een signaal.
Toetsenblokkering is aan wanneer
de verwarmingsfunctie actief is.
Het menu: Basis instellingen laat u
de functie: Set + Go in- en
uitschakelen.
AUTOMATISCHE UITSCHAKELING
Om veiligheidsredenen schakelt de oven na
bepaalde tijd uit als er een ovenfunctie in werking is
en u geen instellingen wijzigt.
(°C) (u)
30 - 115 12,5
120 - 195 8,5
200 - 230 5,5
De automatische uitschakeling werkt niet met de
functies: Binnenverlichting, Duur, Eindtijd.
HELDERHEID VAN HET DISPLAY
Er zijn twee standen voor de helderheid van het
display:
Helderheid
overdag
Helderheid 's
nachts
Dit is aan wanneer
de oven is ingescha-
keld.
Wanneer de oven is
uitgeschakeld, be-
vindt het scherm zich
in de nachthelder-
heidsmodus tussen
22:00 en 06:00 uur.
Het is aan gedurende
10 seconden wan-
neer u een tiptoets
aanraakt tijdens de
nachthelderheidsmo-
dus.
Het is aan wanneer
de oven uitgescha-
keld is en u de vol-
gende functie instelt:
Kookwekker. Wan-
neer de functie ein-
digt, keert het display
terug naar helderheid
voor 's nachts.
17
KOELVENTILATOR
Als de oven in werking is, wordt de koelventilator
automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van
de oven koel te houden. Na het uitschakelen van de
oven blijft de ventilatie doorgaan totdat de oven is
afgekoeld.
AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
KOOKADVIEZEN
De temperatuur en kooktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk van
de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten.
Uw oven kan anders bakken of roosteren dan de oven die u tot nu toe gebruikt heeft. De onderstaande
tabellen tonen aanbevolen instellingen voor temperatuur, kooktijd en rekstand voor specifieke soorten
voedsel.
Als u voor een speciaal recept de instelling niet kunt vinden, zoek dan naar een soortgelijk recept.
MAGNETRONAANBEVELINGEN
Laten we koken!
Plaats het voedsel op een plaat die zich onderin de magnetronruimte bevindt.
Draai het voedsel halverwege de ontdooi- en bereidingstijd om of roer het door.
Roer vloeibare gerechten zo nu en dan door.
Roer het voedsel voor het opdienen door.
Dek het voedsel voor bereiding en opwarming af.
Ga met de lepel eerst door de fles of het glas bij het verwarmen van dranken om een betere warmte-
verdeling te garanderen.
Plaats het voedsel in de oven zonder verpakkingsmateriaal. De verpakte kant-en-klaar-maaltijden kun-
nen alleen in de oven worden geplaatst als de verpakking magnetronbestendig is (raadpleeg de infor-
matie op de verpakking).
18
Bereiding met magnetron
Ontdooien in de magnetron
Bereid voedsel afgedekt. Als u een korst wilt, be-
reid dan het voedsel zonder het deksel.
Bak de gerechten niet te gaar door het vermo-
gen en de tijd te hoog in te stellen. Het voedsel
kan uitdrogen, verbranden of brand veroorzaken.
Gebruik de oven niet om eieren of slakken in hun
schelpen te koken, omdat ze kunnen barsten.
Prik het eigeel van gebakken eieren in voordat ze
worden opgewarmd.
Prik voedsel met huid of schil diverse malen in
voordat u het bereidt.
Snij groenten in stukjes van gelijke grootte.
Nadat u de oven uitschakelt, neemt u het voedsel
uit en laat u het een aantal minuten staan.
Plaats het bevroren, uitgepakte voedsel op een
klein omgekeerd bord met een bakje eronder of
op een ontdooirek of plastic zeef, zodat de dooi-
vloeistof kan weglopen.
Verwijder telkens de stukken die zijn ontdooid.
Om groenten en fruit te koken zonder ze eerst te
ontdooien, kunt u een hoger magnetronvermo-
gen gebruiken.
VOOR DE MAGNETRON GESCHIKT
KOOKGEREI EN MATERIALEN
Gebruik in de magnetron alleen kookgerei en
materiaal dat hiervoor bestemd is. Gebruik
onderstaande tabel als referentie.
Controleer de specificaties van het kookgerei/
materiaal voor gebruik.
Kookgerei/materiaal
Magnetronfunctie
Combimagnetronfunctie
Bezig met
ontdooien
Verwarmen,
Koken
Ovenbestendig glas en porselein zonder
metalen onderdelen, bijv. hittebestendig
glas
Niet-ovenbestendig glas en porselein on-
der zilveren, gouden, platina of metalen
laag/versieringen
X X
Glas en glaskeramiek van ovenbestendig/
diepvriesbestendig materiaal
Keramiek en aardewerk zonder kwartz of
metalen onderdelen en metaalhoudend
glazuur
X
Keramiek, porselein en aardewerk met
ongeglazuurde onderkant of met kleine
gaatjes, bijv. op handvaten
X X X
Tot 200 °C hittebestendige kunststof X
19
Kookgerei/materiaal
Magnetronfunctie
Combimagnetronfunctie
Bezig met
ontdooien
Verwarmen,
Koken
Karton, papier X X
Huishoudfolie X X
Ovenfolie met magnetronveilige sluiting X
Ovenschotels gemaakt van metaal, d.w.z.
emaille, gietijzer
X X
Bakblikken, zwarte lak of met siliconen
coating
X X
Bakplaat X X X
Bakrooster X X
Kookgerei voor magnetrongebruik, bijv.
pan voor knapperige gerechten
X X
NUTTIGE TIPS VOOR SPECIALE
OPWARMFUNCTIES VAN DE OVEN
Warm houden
Met deze functie houdt u het voedsel warm. De
temperatuur wordt automatisch ingesteld op 80 °C.
Borden warmen
Met deze functie kunt u borden en schalen
verwarmen voor het opdienen. De temperatuur
wordt automatisch ingesteld op 70 °C.
Verdeel de opgestapelde borden en schalen
gelijkmatig over het ovenrek. Gebruik het eerste
ovenniveau. Verwissel ze halverwege de
verwarmtijd van plaats.
Deeg laten rijzen
Met de functie kunt u ook gistdeeg laten rijzen. Doe
het deeg in een grote schaal en dek deze af met
een natte doek of plastic folie. Stel de functie in:
Deeg laten rijzen en de bereidingstijd.
BAKKEN
Gebruik voor de eerste baksessie de lagere
temperatuur.
Bij het bereiden van cake op meerdere niveaus kan
de baktijd ca. 10 - 15 minuten langer zijn.
Als de cake niet overal even hoog is, wordt de cake
niet overal even bruin. Als de cake niet overal even
bruin wordt, hoeft u de temperatuurinstelling niet te
wijzigen. De verschillen verminderen tijdens het
bakken.
Tijdens het bakken kunnen bakplaten in de oven
vervormen. Wanneer de bakplaten weer afgekoeld
zijn, verdwijnt de vervorming.
BAKTIPS
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de ca-
ke is niet voldoende ge-
bakken.
De rekstand is incorrect. Plaats de cake op een lagere rek-
stand.
20
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De cake zakt in en wordt
klef, of streperig.
De oventemperatuur is te
hoog.
Stel de volgende keer de oventem-
peratuur iets lager in.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te kort.
Stel volgende keer een langere bak-
tijd en een lagere oventemperatuur
in.
De cake is te droog. De oventemperatuur is te laag. Stel de volgende keer de oventem-
peratuur hoger in.
Te lange baktijd. Stel volgende keer een kortere bak-
tijd in.
De cake wordt ongelijk-
matig gebakken.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te kort.
Stel volgende keer een langere bak-
tijd en een lagere oventemperatuur
in.
Het cakebeslag is niet gelijk-
matig verdeeld.
Verspreid de volgende keer het ca-
kebeslag gelijkmatig over de bak-
plaat.
De cake wordt niet gaar
binnen de in het recept
aangegeven baktijd.
De oventemperatuur is te laag. Stel de volgende keer de oventem-
peratuur iets hoger in.
BAKKEN OP 1 OVENNIVEAU
BAKKEN IN BAKVORMEN
(°C) (min)
Tulband / Brioche Hetelucht 150 - 160 50 - 70 1
Zandgebak / Fruitgebak Hetelucht 140 - 160 70 - 90 1
Biscuitgebak Hetelucht 140 - 150 35 - 50 1
Biscuitgebak Boven- /onder-
warmte
160 35 - 50 2
Taartbodem - zandtaart-
deeg, verwarm de oven
voor
Hetelucht 170 - 180 10 - 25 1
Taartbodem - zacht cake-
deeg
Hetelucht 150 - 170 20 - 25 1
Appeltaart, 2 blikken Ø20
cm
Hetelucht 160 70 - 90 1
21
BAKKEN IN BAKVORMEN
(°C) (min)
Appeltaart, 2 blikken Ø20
cm
Boven- /onder-
warmte
180 70 - 90 1
Kwarktaart, gebruik de
braadpan
Boven- /onder-
warmte
160 - 170 60 - 90 1
CAKE / GEBAK / BROOD OP BAKPLATEN
Verwarm de lege oven voor.
(°C) (min)
Plaatbrood / Broodkrans Boven- /onder-
warmte
170 - 190 30 - 40 2
Christstollen Boven- /onder-
warmte
160 - 180 50 - 70 2
Roggebrood Boven- /onder-
warmte
eerst: 230 20 2
dan: 160 - 180 30 - 60
Roomsoezen / Eclairs Boven- /onder-
warmte
190 - 210 20 - 35 2
Koninginnenbrood (opge-
rolde cake met jam)
Boven- /onder-
warmte
180 - 200 10 - 20 2
Kruimeltaart, droog Hetelucht 150 - 160 20 - 40 1
Beboterde amandeltaart /
Suikerkoek
Boven- /onder-
warmte
190 - 210 20 - 30 2
Vruchtentaart (gemaakt
van gistdeeg/zacht cake-
deeg)
Hetelucht 150 - 160 35 - 55 1
22
CAKE / GEBAK / BROOD OP BAKPLATEN
Verwarm de lege oven voor.
(°C) (min)
Vruchtentaart (gemaakt
van gistdeeg/zacht cake-
deeg)
Boven- /onder-
warmte
170 35 - 55 2
Vruchtencake van zand-
deeg
Hetelucht 160 - 170 40 - 80 1
Plaatkoek met delicate
garnering (bijvoorbeeld
kwark, room, puddingvul-
ling)
Boven- /onder-
warmte
160 - 180 40 - 80 2
KOEKJES EN BISCUITS
(°C) (min)
Zandkoekjes Hetelucht 150 - 160 10 - 20 1
Zandtaartdeeg / Dee-
greepjes voor op vlaaien/
taarten
Hetelucht 140 20 - 35 1
Zandtaartdeeg / Dee-
greepjes voor op vlaaien/
taarten, verwarm de oven
voor
Boven- /onder-
warmte
160 20 - 30 2
Koekjes gemaakt van
sponsdeeg
Hetelucht 150 - 160 15 - 20 1
Eiwitgebak/schuimge-
bak / Schuimgebakjes
Hetelucht 80 - 100 120 - 150 1
Makarons Hetelucht 100 - 120 30 - 50 1
23
KOEKJES EN BISCUITS
(°C) (min)
Koekjes gemaakt van gist-
deeg
Hetelucht 150 - 160 20 - 40 1
Koekjes van bladerdeeg,
verwarm de oven voor
Hetelucht 170 - 180 20 - 30 1
Broodjes, verwarm de
oven voor
Boven- /onder-
warmte
190 - 210 10 - 25 2
Cakejes, verwarm de
oven voor
Hetelucht 160 20 - 35 3
Cakejes, verwarm de
oven voor
Boven- /onder-
warmte
170 20 - 35 2
OVENSCHOTELS EN GEGRATINEERDE GERECHTEN
Gebruik de eerste rekstand.
(°C) (min)
Pasta gebakken Boven- /onderwarmte 180 - 200 45 - 60
Lasagne Boven- /onderwarmte 180 - 200 25 - 40
Groentegratin, verwarm
de oven voor
Turbo grill 210 - 230 10 - 20
Stokbroden met gesmol-
ten kaas
Hetelucht 160 - 170 15 - 30
Melkrijst Boven- /onderwarmte 180 - 200 40 - 60
Visschotels Boven- /onderwarmte 180 - 200 30 - 60
Gevulde groente Hetelucht 160 - 170 30 - 60
TIPS VOOR BRADEN
Gebruik hittebestendig kookgerei.
Geroosterd mager vlees bedekt (u kunt
aluminiumfolie gebruiken).
Draai het braadstuk na 1/2 - 2/3 van de gaartijd.
Rooster vlees en vis in grote stukken (1 kg of
meer).
24
Bedruip vleesstukken meerdere malen met hun
eigen sap tijdens het roosteren.
BRAADTAFELS
Gebruik het eerste ovenniveau.
RUNDVLEES
(°C) (min)
Stoofvlees 1 - 1,5 kg Boven- /onder-
warmte
230 120 - 150
Rosbief of ossen-
haas, rood, ver-
warm de oven voor
per cm dikte Turbo grill 190 - 200 5 - 6
Rosbief of ossen-
haas, medium
per cm dikte Turbo grill 180 - 190 6 - 8
Rosbief of ossen-
haas, gaar
per cm dikte Turbo grill 170 - 180 8 - 10
WILD
(kg)
(°C) (min)
Rug / Hazenpoot,
verwarm de oven
voor
tot 1 Turbo grill 180 - 200 35 - 55
Hert rugfilet 1,5 - 2 Boven- /onderwarm-
te
180 - 200 60 - 90
Reebout, hertenbout 1,5 - 2 Boven- /onderwarm-
te
180 - 200 60 - 90
VIS
(kg)
(°C) (min)
Hele vis 1 - 1,5 Turbo grill 180 - 200 30 - 50
Gebruik de functie: Turbo grill.
KALFSVLEES
(kg)
(°C) (min)
Geroosterd kalfsvlees 1 160 - 180 120 - 150
25
Kalfsschenkel 1,5 - 2 160 - 180 120 - 150
LAMSVLEES
Lamsbout / Geroosterd
lamsvlees
1 - 1,5 150 - 180 100 - 120
Lamsrugfilet 1 - 1,5 160 - 180 40 - 60
GEVOGELTE
Kip 0,2 - 0,25 elk stuk 200 - 220 30 - 50
Halve kip 0,4 - 0,5 elk stuk 190 - 210 40 - 50
Gevogelte, porties 1 - 1,5 190 - 210 50 - 70
Eend 1,5 - 2 180 - 200 80 - 100
VARKENSVLEES
Schouder / Nek / Hamlap 1 - 1,5 150 - 170 90 - 120
Karbonade / Spare ribs 1 - 1,5 170 - 190 30 - 60
Gehaktbrood 0,75 - 1 160 - 170 50 - 60
Varkensschenkel, voorge-
kookt
0,75 - 1 150 - 170 90 - 120
KNAPPERIG BAKKEN MET PIZZA-FUNCTIE
Gebruik de derde rekstand.
PIZZA
(°C) (min)
Taarten 180 - 200 40 - 55
Spinazietaart 160 - 180 45 - 60
Quiche Lorrai-
ne
170 - 190 45 - 55
Zwitserse flan 170 - 190 45 - 55
Kwarktaart 140 - 160 60 - 90
Appeltaart, be-
dekt
150 - 170 50 - 60
Groentetaart 160 - 180 50 - 60
Gebruik de derde rekstand.
PIZZA
(°C) (min)
Pizza, dunne
korst, verwarm
de oven voor
200 - 230 15 - 20
Pizza, dikke
korst, verwarm
de oven voor
180 - 200 20 - 30
Ongedesemd
brood, ver-
warm de oven
voor
230 10 - 20
26
Gebruik de derde rekstand.
PIZZA
(°C) (min)
Bladerdeeg-
taart, verwarm
de oven voor
160 - 180 45 - 55
Flammkuchen,
verwarm de
oven voor
230 12 - 20
Pierogi, ver-
warm de oven
voor
180 - 200 15 - 25
BROOD BAKKEN
Voorverwarmen wordt niet aanbevolen.
Gebruik de tweede rekstand.
BROOD
(°C) (min)
Witbrood 180 -
200
40 -
60
BROOD
(°C) (min)
Stokbrood 200 -
220
35 -
45
Brioche 160 -
180
40 -
60
Ciabatta 200 -
220
35 -
45
Roggebrood 180 -
200
50 - 70
Volkoren brood 180 -
200
50 - 70
Volkorenbrood 170 -
190
60 -
90
GRILL
Alleen dunne stukken vlees of vis grillen.
Warm de lege oven voor het koken voor.
Gebruik de eerste rekstand.
Plaats de pan samen met het bakrooster op de
eerste rekstand om het vet op te vangen.
GRILLEN
(°C)
(min) (min)
1e kant 2e kant
Rosbief, medium 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Runderfilet, medium 230 20 - 30 20 - 30
Varkenshaas 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Kalfsvlees 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Lamsrug 210 - 230 25 - 35 20 - 35
Hele vis, 0,5 - 1 kg 210 - 230 15 - 30 15 - 30
27
BEVROREN GERECHTEN
Haal het voedsel uit de verpakking. Doe het voedsel
op een bord.
Dek het voedsel niet af, want dat kan de ontdooitijd
verlengen.
Gebruik het tweede ovenniveau.
(°C) (min)
Pizza, bevroren 200 - 220 15 - 25
American pizza, bevroren 190 - 210 20 - 25
Pizza, gekoeld 210 - 230 13 - 25
Pizzasnacks, bevroren 180 - 200 15 - 30
Frietjes, dun, tussen het bakken door 2 tot 3 keer omdraaien 210 - 230 20 - 30
Frietjes, dik, tussen het bakken door 2 tot 3 keer omdraaien 210 - 230 25 - 35
Aardappelschijfjes / Kroketjes, tussen het bakken door 2 tot 3 keer
omdraaien
210 - 230 20 - 35
Rösties 210 - 230 20 - 30
Lasagne / Cannelloni, vers 170 - 190 35 - 45
Lasagne / Cannelloni, bevroren 160 - 180 40 - 60
Vleugels van kippen 190 - 210 20 - 30
ONTDOOIEN
Haal het gerecht uit de verpakking en plaats het op
een bord.
Gebruik de eerste rekstand.
Dek het voedsel niet af, want dat kan de ontdooitijd
verlengen.
(kg)
(min)
Ontdooitijd
(min)
Verdere ont-
dooitijd
Kip 1 100 - 140 20 - 30 Kip op een omgedraaid schoteltje in
een groot bord leggen. Halverwege de
bereidingstijd omdraaien.
Vlees 1 100 - 140 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd omdraai-
en.
Vlees 0,5 90 - 120 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd omdraai-
en.
28
(kg)
(min)
Ontdooitijd
(min)
Verdere ont-
dooitijd
Forel 0,15 25 - 35 10 - 15 -
Aardbeien 0,3 30 - 40 10 - 20 -
Boter 0,25 30 - 40 10 - 15 -
Room 2 x 0,2 80 - 100 10 - 15 Klop de nog licht bevroren slagroom.
Taart 1,4 60 60 -
INMAKEN
Gebruik de functie Onderwarmte.
Gebruik alleen weckpotten van dezelfde
afmetingen.
Gebruik geen weckpotten met een draai- of
bajonetsluiting en metalen bakken.
Gebruik de eerste rekstand.
Zet niet meer dan zes
weckflessen van 1 liter op
het bakrooster.
Vul de glazen potten gelijkmatig en sluit ze af met
een klem.
De potten mogen elkaar niet aanraken.
Doe ongeveer 1/2 liter water in de bakplaat om
voldoende vocht in de oven te geven.
Als de vloeistof in de weckpotten begint te borrelen
(na ca. 35 - 60 minuten bij weckpotten van 1 liter),
stop de oven of verlaag de temperatuur tot 100 °C
(raadpleeg de tabel).
Stel de temperatuur in op 160 - 170 °C.
ZACHTE VRUCH-
TEN
(min)
Kooktijd tot het sud-
deren begint
Aardbeien / Bosbes-
sen / Frambozen / rij-
pe kruisbessen
35 - 45
STEEN-
VRUCHTEN
(min)
Kooktijd tot
het sudderen
begint
(min)
Door blijven
koken op
100 °C
Perziken /
Kweeperen /
Pruimen
35 - 45 10 - 15
GROENTEN
(min)
Kooktijd tot
het sudderen
begint
(min)
Door blijven
koken op
100 °C
Wortelen 50 - 60 5 - 10
Komkommers 50 - 60 -
Gemengde
augurken
50 - 60 5 - 10
Koolrabi /
Erwten / As-
perge
50 - 60 15 - 20
29
DEHYDRATEREN
Gebruik de derde rekstand.
(°C) (u)
Bonen 60 - 70 6 - 8
Paprika’s 60 - 70 5 - 6
Soepgroenten 60 - 70 5 - 6
Champignons 50 - 60 6 - 8
Kruiden 40 - 50 2 - 3
Pruimen 60 - 70 8 - 10
Abrikozen 60 - 70 8 - 10
Schijfjes appel 60 - 70 6 - 8
Peren 60 - 70 6 - 9
BEREIDING MET MAGNETRON
Tips voor de magnetron
Bereidings-/ontdooiresultaten Mogelijke oorzaak Oplossing
Het eten is te droog. Het vermogen was te hoog.
De kooktijd was te lang.
Zet lager vermogen of/en kor-
tere kooktijd.
Het eten is nog steeds niet ont-
dooid, heet of gekookt nadat de
bereidingstijd is verstreken.
De kooktijd was te kort. Stel langere kooktijd in. Het
magnetronvermogen niet ver-
hogen.
Het eten is oververhit aan de
randen, maar nog niet voldoende
gekookt in het midden.
Het magnetronvermogen was
te hoog.
Zet lager vermogen en een lan-
gere kooktijd.
ONTDOOIEN
Plaats de voedselcontainer op de bodem van de ruimte.
30
VLEES/VIS
Stel het vermogen in op 100 W, tenzij an-
ders aangegeven.
(kg)
(min) Rusttijd (min)
Steak 0,2 5 - 7 5 - 10
Gehakt, ingesteld op 200 W 0,5 7 - 8 5 - 10
Kip 1 30 - 35 10 - 20
Kippenborst 0,15 5 - 9 10 - 15
Dijen van kippen 0,15 5 - 9 10 - 15
Hele vis 0,5 10 - 15 5 - 10
Visfilet 0,5 12 - 15 5 - 10
ZUIVELPRODUCTEN
Zet het vermogen op 100 W.
(kg)
(min) Rusttijd (min)
Boter 0,25 4 - 6 5 - 10
Geraspte kaas 0,2 2 - 4 10 - 15
CAKE EN BROOD
Stel het vermogen in op 200 W, tenzij an-
ders aangegeven.
(min) Rusttijd (min)
Plaatkoek 1 stuk 2 - 3 15 - 20
Kwarktaart, ingesteld op 100 W 1 stuk 2 - 4 15 - 20
Droge cake 1 stuk 2 - 4 15 - 20
Brood 1 kg 15 - 18 5 - 10
Gesneden brood 0,2 kg 3 - 5 5 - 10
Broodjes 4 stuks 2 - 4 2 - 5
FRUIT
(kg)
(W) (min) Rusttijd (min)
Fruit 0,25 100 5 - 10 10 - 15
31
OPNIEUW VERWARMEN
(W) (min) Rusttijd (min)
Babyvoeding in potjes 0,2 kg 300 1 - 2 -
Babymelk, plaats een lepel in de fles 180 ml 600 0:20 -
0:40
-
Melk 200 ml 1000 1 - 1:30 -
Water 200 ml 1000 1:30 - 2 -
Saus 200 ml 600 1 - 3 -
Soep 300 ml 600 3 - 5 -
Ingevroren kant-en-klaar-maaltijden 0,5 kg 400 10 - 15 2 - 5
Kant-en-klaargerecht 0,5 kg 600 6 - 9 2 - 5
SMELTEN
(kg)
(W) (min) Rusttijd (min)
Chocolade / Chocoladeglazuur 0,15 300 2 - 4 1 - 2
Boter 0,1 400 00:30 -
01:30
-
KOKEN
(W) (min) Rusttijd (min)
Hele vis 0,5 kg 500 8 - 10 2 - 5
Visfilet 0,5 kg 400 4 - 7 2 - 5
Verse groenten 0,5 kg + 50 ml
water
600 5 - 15 -
Groenten, ingevroren 0,5 kg + 50 ml
water
600 10 - 20 -
Gepofte aardappelen 0,5 kg 600 7 - 10 -
Rijst 0,2 kg + 400 ml
water
600 15 - 18 -
32
KOKEN
(W) (min) Rusttijd (min)
Popcorn - 1000 1:30 - 3 -
Combimagnetronfunctie
(kg)
(W) (°C) (min)
Rusttijd
(min)
Halve kip, gebruik
de tweede rek-
stand
0,55
x 2
stuks
Ronde glazen
schotel, Ø 26
cm
300 220 40 5
Gegratineerde
aardappelen, ge-
bruik de tweede
rekstand
1 Ronde glazen
schotel
300 200 40 10
Gebraden var-
kensnek, gebruik
de eerste rek-
stand
1 Glazen schotel
met zeef
300 200 70 10
AANBEVOLEN VERMOGENSINSTELLINGEN VOOR VERSCHILLENDE SOORTEN VOEDSEL
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
700 - 1000 W
Koken van groenten
Dichtschroeien aan het begin
van het kookproces
Verwarmen van vloeistof
33
500 - 600 W
Eiergerechten koken
Stoofpot sudderen
Een maaltijd op een
bord verwarmen
Ontdooien en verwar-
men van bevroren
maaltijden
300 - 400 W
Smelten van
kaas, chocolade,
boter
Rijst laten sud-
deren
Babyvoeding
verwarmen
Koken/verwarmen
van delicaat voed-
sel
Doorgaan met
koken
100 - 200 W
Ontdooien van brood
Ontdooien van fruit en
gebak
Kaas, room en boter
ontdooien
Ontdooien van vlees,
vis
AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN
Testen volgens IEC 60705.
Gebruik het rooster mits anders aangegeven.
MAGNETRONFUNC-
TIE
(W)
(kg)
(min)
Biscuitgebak 600 0.475 Onderaan 7 - 9 Draai halverwege
de bereidingstijd
de container 1/4
om.
Gehaktbrood 400 0.9 2 25 - 32 Draai halverwege
de bereidingstijd
de container 1/4
om.
Eiervla 500 1 Onderaan 18 -
34
Gebruik het rooster mits anders aangegeven.
MAGNETRONFUNC-
TIE
(W)
(kg)
(min)
Ontdooien van
vlees
200 0.5 Onderaan 7 - 8 Draai het vlees hal-
verwege de berei-
dingstijd om.
Maak gebruik van het bakrooster.
COMBI-
MAGNE-
TRON-
FUNCTIE
(W) (°C) (min)
Cake, 0,7
kg
Hetelucht +
magnetron
100 180 2 29 - 31 Draai halverwege
de bereidingstijd
de container 1/4
om.
Aardap-
pelgratin,
1,1 kg
Turbo grill +
MW
400 180 1 40 - 45 Draai halverwege
de bereidingstijd
de container 1/4
om.
Kip, 1,1
kg
Turbo grill +
MW
200 200 1 45 - 55 Doe het vlees in
een ronde glazen
kom en draai het
na 20 minuten be-
reidingstijd om.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
OPMERKINGEN OVER SCHOONMAKEN
Reinigings-
middelen
Maak de voorkant van de oven schoon met een zachte doek, warm water en een
mild reinigingsmiddel.
Gebruik een reinigingsoplossing om metalen oppervlakken te reinigen.
Reinig vlekken met een mild reinigingsmiddel.
35
Dagelijks ge-
bruik
Reinig de uitsparing telkens na gebruik. Vetophoping of andere resten kunnen
brand veroorzaken.
Reinig voorzichtig de bovenkant van de oven om resten en vet te verwijderen.
Bewaar het voedsel niet langer dan 20 minuten in de oven. Droog de uitsparing na
elk gebruik met een zachte doek.
Accessoires
Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze drogen. Gebruik een zachte doek
met warm water en een mild reinigingsmiddel. De accessoires niet in de afwasma-
chine reinigen.
Reinig de antiaanbakaccessoires niet met agressieve reinigingsmiddelen of scher-
pe voorwerpen.
HOE TE VERWIJDEREN: INSCHUIFRAILS/
Verwijder de inschuifrails om de oven te reinigen.
Stap 1 Schakel de oven uit en wacht tot deze afgekoeld is.
Stap 2 Trek de inschuifrails voorzichtig
naar boven toe uit de voorste
ophanging.
2
3
1
Stap 3 Trek de inschuifrail bij de voor-
kant uit de zijwand.
Stap 4 Trek de inschuifrails uit de ach-
terste ophanging.
Installeer de inschuifrails in de omgekeerde volgorde.
HOE TE VERVANGEN: LAMP
WAARSCHUWING! Gevaar voor
elektrische schokken.
Het lampje kan heet zijn.
Houd de halogeenlamp altijd met een doek vast om
te voorkomen dat er vetrestjes op de ovenlamp
verbranden.
Voordat u de lamp vervangt:
Stap 1 Stap 2 Stap 3
Schakel de oven uit. Wacht tot
de oven afgekoeld is.
Trek de oven uit het stopcon-
tact.
Plaats een doek op de bodem
van de holte.
Bovenlamp
Stap 1 Draai de glazen afdekking om die te verwijderen.
Stap 2 Reinig het glazen deksel.
Stap 3 Vervang de lamp door een geschikte hittebestendige lamp van 300 °C.
36
Stap 4 Installeer het glazen deksel.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
WAT MOET U DOEN ALS...
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt de oven niet inschake-
len of bedienen.
De oven is niet aangesloten op
een stopcontact of is niet goed
geïnstalleerd.
Controleer of de oven goed is
aangesloten op het stopcon-
tact (zie het aansluitdiagram in-
dien beschikbaar).
De oven wordt niet warm. De oven staat uit. Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellingen
correct zijn.
De oven wordt niet warm. Automatische uitschakeling is
actief.
Raadpleeg 'Automatisch uit-
schakelen'.
De oven wordt niet warm. Het kinderslot is geactiveerd. Raadpleeg "Het kinderslot ge-
bruiken".
De oven wordt niet warm. De zekering is doorgeslagen. Ga na of de zekering de oor-
zaak van de storing is. Als de
zekeringen keer op keer door-
slaan, neemt u contact op met
een erkende installateur.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
Het display toont een foutcode
die niet in deze tabel staat.
Er is een elektrische fout. Zet de oven uit via de huis-
zekering of de veiligheids-
schakelaar in de zekering-
kast en schakel deze weer
in.
Neem contact op met de
klantenservice wanneer de
foutcode opnieuw wordt
weergegeven.
Stoom en condens slaan neer
op de gerechten en in de oven-
ruimte.
Het gerecht heeft te lang in de
oven gestaan.
Laat gerechten na het bereiden
niet langer dan 15 - 20 minu-
ten in de oven staan.
37
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat staat aan maar
wordt niet warm. De ventilator
werkt niet. Op het display ver-
schijnt "Demo".
De demofunctie is ingescha-
keld.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Druk op en houd dit in-
gedrukt totdat het appa-
raat aan- en uitschakelt.
3. Houd en tegelijker-
tijd ingedrukt totdat er een
signaal te horen is en "De-
mo" uitgaat.
Het apparaat staat aan maar
wordt niet warm. De ventilator
werkt niet. Op het display ver-
schijnt "Demo".
De demofunctie is ingescha-
keld.
Raadpleeg 'Dagelijks gebruik',
hoofdstuk 'Basisinstellingen'.
ONDERHOUDSGEGEVENS
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem
dan contact op met uw verkoper ofeen erkende
serviceafdeling.
De contactgegevens van het servicecentrum staan
op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt zich aan
de voorkant van de binnenkant van de oven.
Verwijder het typeplaatje niet uit de ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
ENERGIEZUINIGHEID
ENERGIEBESPARING
Deze oven bevat functies die u helpen
energie te besparen tijdens het
dagelijks koken.
Zorg ervoor dat de ovendeur gesloten is als u de
oven in werking stelt. Open de ovendeur niet te
vaak tijdens gebruik. Houd het deurrubber schoon
en zorg ervoor dat het goed op zijn plaats vastzit.
Gebruik metalen kookgerei om meer energie te
besparen(alleen als u geen magnetronfunctie
gebruikt).
Verwarm de oven indien mogelijk niet voor het
koken voor.
Houd de onderbrekingen tussen het bakken zo kort
mogelijk als u een aantal gerechten tegelijkertijd
bereidt.
Bereiding met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de bereidingsfuncties met
hete lucht om energie te besparen.
Restwarmte
Bij sommige ovenfuncties worden, als een
programma met tijdselectie (Duur of Einde) in
werking is en de bereidingstijd langer is dan 30
minuten, de verwarmingselementen automatisch
eerder uitgeschakeld.
De lamp en ventilator blijven wel werken. Wanneer
u de oven uitschakelt, geeft het display de
restwarmte aan. U kunt die warmte gebruiken om
het eten warm te houden.
Wanneer de kookduur langer is dan 30 minuten,
verlaag dan de oventemperatuur tot minimaal 3-10
minuten voor het einde van het koken. De
38
restwarmte in de oven zorgt ervoor dat het gerecht
wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om andere
maaltijden op te warmen.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke temperatuurinstelling om
de restwarmte te gebruiken en een maaltijd warm te
houden. Het indicatielampje van de restwarmte of
temperatuur verschijnt op het display.
Koken met de verlichting uitgeschakeld
Schakel de verlichting tijdens het koken uit. Doe het
aan als u het nodig heeft.
MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool . Gooi
de verpakking in een geschikte afvalcontainer om
het te recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een correcte
manier het afval van elektrische en elektronische
apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de gemeente.
39
*
WWW.ZANUSSI.COM/SHOP
867361689-A-192020
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Zanussi ZVEKM8X1 Handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
Handleiding

Gerelateerde papieren