Zanussi ZKC48964XU Handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
Handleiding
GETTING
STARTED?
EASY.
User Manual
ZKC48964XU
NL Gebruiksaanwijzing
Combimagnetron
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor verwondingen of schade die voortvloeit uit de onjuiste
installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op
een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
DE VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
PERSONEN
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware en
complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het
apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder
toezicht staan.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend onder
toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden
gehouden.
Laat kinderen niet spelen met het apparaat.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en verwijder
ze op gepaste wijze.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als
het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
ALGEMENE VEILIGHEID
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat
installeren en de kabel vervangen.
2
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient te
voorkomen de verwarmingselementen aan te raken.
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of kookgerei
te plaatsen of verwijderen.
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de
stekker van het apparaat uit het stopcontact trekken.
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat u de
lamp vervangt om elektrische schokken te voorkomen.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe
metalen schrapers om de glazen deur schoon te maken, deze
kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak, waardoor het
glas zou kunnen breken.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende
serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen
teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Schakel het apparaat niet in als het leeg is. Metalen delen in de
ovenruimte kunnen elektrische vonken veroorzaken.
Tijdens bereiding in de magnetron zijn geen metalen
voedselbakjes en drinkbekers toegestaan. Deze vereiste is niet
van toepassing als de fabrikant heeft aangegeven dat het
formaat en de vorm van het metalen voorwerp geschikt is voor
bereiding in de magnetron.
Als de deur, scharnieren/handgrepen of deurafdichtingen zijn
beschadigd, mag het apparaat niet worden gebruikt tot hij is
gerepareerd door een vakkundig persoon.
Alleen een vakkundig persoon kan onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden uitvoeren waarvoor de afdekking moet
worden verwijderd die beschermd tegen blootstelling aan
magnetronenergie.
Verwarm geen vloeistoffen of andere levensmiddelen in
afgesloten houders. Deze kunnen dan ontploffen.
Gebruik alleen hulpstukken die geschikt zijn voor gebruik in de
magnetron.
Let bij het opwarmen van voedsel in plastic of papieren houders
op het apparaat vanwege de mogelijkheid tot zelfontbranding.
3
Het apparaat is bedoeld voor het opwarmen van voedsel en
dranken. Het drogen van levensmiddelen of kleding en het
opwarmen van warmhoudpads, slippers, sponzen, vochtige
doekjes en dergelijke kan leiden tot letsel, zelfontbranding of
brand.
Als rook wordt waargenomen, zet dan het apparaat uit of trek
de stekker uit het stopcontact en houd de deur gesloten om
vlammen te doven.
Het in de magnetron opwarmen van dranken kan ertoe leiden
dat het langer duurt voordat het kookpunt wordt bereikt. Pas op
als u de houder uit de magnetron haalt.
De inhoud van melkflesjes en potjes babyvoeding moet worden
geroerd of geschud en de temperatuur moet voor consumptie
worden gecontroleerd om brandwonden te voorkomen.
Eieren in de schaal en hele hardgekookte eieren mogen niet in
het apparaat worden opgewarmd omdat ze dan kunnen
ontploffen, zelfs nadat de magnetronverwarming is beëindigd.
Het apparaat moet regelmatig worden gereinigd en
voedselresten dienen te worden verwijderd.
Het niet schoonhouden van het apparaat kan leiden tot
beschadigingen aan het oppervlak hetgeen weer een negatief
effect kan hebben op de levensduur van het apparaat wat weer
kan leiden tot een gevaarlijke situatie.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
MONTAGE
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat,
want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
Trek het apparaat nooit aan de handgreep van
zijn plaats.
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
Installeer het apparaat op een veilige en
geschikte plaats die aan alle installatie-eisen
voldoet.
Het apparaat is uitgerust met een elektrisch
koelsysteem. Het heeft elektrische stroom
nodig.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten door een
gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
4
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet
beschadigt. Indien de voedingskabel moet
worden vervangen, dan moet dit gebeuren door
onze Klantenservice.
Laat de stroomkabel niet in aanraking komen
met de deur van het apparaat of de niche onder
het apparaat, met name niet als deze werkt of
als de deur heet is.
De schokbescherming van delen onder stroom
en geïsoleerde delen moet op zo'n manier
worden bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op een losse
stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Gebruik enkel correcte isolatievoorzieningen:
stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de houder
worden verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat
volledig van het lichtnet afgesloten kan worden.
Het isolatieapparaat moet een contactopening
hebben met een minimale breedte van 3 mm.
Dit apparaat voldoet aan de EEG -richtlijnen.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel, brandwonden, elektrische
schokken of een explosie.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor
huishoudelijk gebruik.
De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet
geblokkeerd zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik niet
onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na gebruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van de deur
van het apparaat als het apparaat aan staat. Er
kan hete lucht ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte handen of
als het contact maakt met water.
Oefen geen kracht uit op een geopende deur.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als
werkblad of aanrecht.
Open de deur van het apparaat voorzichtig. Als
u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er
alcohol-luchtmengsel ontstaan.
Houd vonken of open vlammen uit de buurt van
het apparaat bij het openen van de deur.
Plaats geen ontvlambare producten of items die
vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij
of op het apparaat.
De magnetronfunctie mag niet worden gebruikt
om de oven voor te verwarmen.
WAARSCHUWING! Risico op
schade aan het apparaat.
Om schade of verkleuring van het email te
voorkomen:
leg geen aluminiumfolie op de bodem van
de ruimte in het apparaat.
plaats geen water direct in het hete
apparaat.
haal vochthoudende schotels en eten uit
het apparaat als u klaar bent met koken.
wees voorzichtig bij het verwijderen of
bevestigen van accessoires.
Verkleuring van het email of roestvrij staal is niet
van invloed op de werking van het apparaat.
Gebruik een diepe pan voor vochtige taarten.
Fruitsappen kunnen permanente vlekken maken.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te
koken. Het mag niet worden gebruikt voor
andere doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
Alle bereidingen moeten worden uitgevoerd met
gesloten ovendeur.
Als het apparaat achter een meubelpaneel
gemonteerd is (bijv. een deur), zorg er dan voor
dat de deur nooit gesloten is als het apparaat in
werking is. Warmte en vocht kunnen achter een
gesloten meubelpaneel ophopen en schade aan
het apparaat, de behuizing of de vloer
veroorzaken. Sluit het meubelpaneel niet tot het
apparaat volledig afgekoeld is na gebruik.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel, brand en schade aan het
apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit
het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er
bestaat een risico dat de glasplaten kunnen
breken.
5
Vervang direct de glazen deurpanelen als deze
beschadigd zijn. Neem contact op met een
erkend servicecentrum.
Wees voorzichtig als u de deur van het apparaat
verwijdert. De deur is zwaar!
Zorg ervoor dat de ovenruimte en de deur na elk
gebruik worden afgeveegd. Stoom
geproduceerd tijdens de werking van het
apparaat condenseert op de wanden en kan
roest veroorzaken.
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het oppervlak
achteruitgaat.
Vet en voedsel dat in het apparaat achterblijft
kan brand en een vlamboog veroorzaken als de
magnetronfunctie in werking wordt gezet.
Reinig het apparaat met een vochtige zachte
doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Raadpleeg, als u een ovenspray gebruikt, eerst
de aanwijzingen op de verpakking.
Reinig niet het katalytisch email (indien van
toepassing) met een schoonmaakmiddel.
BINNENVERLICHTING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
elektrische schokken.
Het type gloeilampje of halogeenlampje dat voor
dit apparaat wordt gebruikt, is alleen geschikt
voor huishoudelijke apparaten. Gebruik deze
niet voor andere doeleinden.
Voordat u het lampje vervangt, dient u de
stekker van het apparaat uit het stopcontact te
halen.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
SERVICEDIENST
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het apparaat.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en
gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in
het apparaat vast komen te zitten.
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
ALGEMEEN OVERZICHT
1 2
8
4
3
1
2
3
6
4
5
7
1
Bedieningspaneel
2
Elektronische tijdschakelklok
3
Verwarmingselement
4
Magnetrongenerator
5
Lamp
6
Ventilator
7
Verwijderbare inschuifrail
8
Roosterhoogtes
6
ACCESSOIRES
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
BEDIENINGSPANEEL
ELEKTRONISCHE TIJDSCHAKELKLOK
21 3 4 5 8 9 10 1176
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen.
Tiptoets Functie Opmerking
1
-
Weergave Toont de huidige instellingen van het apparaat.
2
AAN / UIT Het apparaat in- en uitschakelen.
3
Verwarmingsfunc-
ties of Kook- En
Bakassistent
Raak om een verwarmingsfunctie of het menu te kiezen
de tiptoets eenmaal aan: Kook- En Bakassistent. Raak
de tiptoets weer aan om tussen de menu's te schakelen:
Verwarmingsfuncties, Kook- En Bakassistent. Raak het
veld 3 seconden aan om het licht in of uit te schakelen.
4
Magnetronfunctie Het inschakelen van de magnetronfunctie. Te gebruiken
als het apparaat is uitgeschakeld. Wanneer u de magne-
tron gebruikt met de functie: Duur gedurende meer dan
7 minuten en in de Combi-stand, kan het vermogen niet
hoger zijn dan 600 W.
7
Tiptoets Functie Opmerking
5
Temperatuurkeuze Om de temperatuur in te stellen of om de huidige tempe-
ratuur in het apparaat te tonen. Raak het veld 3 secon-
den aan om de functie in of uit te schakelen: Snel Op-
warmen.
6
Toets omlaag Omlaag gaan in het menu.
7
Toets omhoog Omhoog gaan in het menu.
8
OK/Magnetron
snelle start
De selectie of instelling bevestigen. Het inschakelen van
de magnetronfunctie. Te gebruiken als het apparaat is
uitgeschakeld.
9
Toets op de ach-
terkant
Om één niveau terug te gaan in het menu. Raak het veld
3 seconden aan om het hoofdmenu weer te geven.
10
Tijd en overige
functies
Verschillende functies instellen. Als een verwarmfunctie
in werking is, raakt u de tiptoets aan om de timer of de
functies in te stellen: Toetsblokkering, Favoriet, Heat
+Hold, Set + Go.
11
Kookwekker Om de volgende functie in te stellen: Kookwekker.
DISPLAY
A
DE
B C
A. Verwarmingsfunctie of magnetronfunctie
B. Instellen dagtijd
C. Indicatielampje bij voorverwarmen
D. Temperatuur of vermogen in de magnetron
E. Duur of eindtijd van een functie
Andere indicaties op het display:
Symbool -functie
Kookwekker De functie werkt.
Instellen dagtijd Het display geeft de huidige tijd aan.
Duur Het display geeft de benodigde kooktijd
weer.
Eindtijd Het display geeft aan wanneer de kooktijd
voorbij is.
8
Symbool -functie
Temperatuur Het display toont de temperatuur.
Tijdisindicatie Er wordt weergegeven hoe lang een ver-
warmingsfunctie in werking is. Druk tege-
lijkertijd op en om de tijd te reset-
ten.
Controlelampje bij voorver-
warmen
Het display geeft de temperatuur in de
oven aan.
Snel Opwarmen De functie staat aan. Het verkort de op-
warmtijd.
Per gewicht Het display geeft weer dat het automati-
sche weegsysteem aan is of dat het ge-
wicht kan worden gewijzigd.
Heat+Hold De functie staat aan.
VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
EERSTE REINIGING
Verwijder all accessoires en verwijderbare
inschuifrails uit de oven.
Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging'.
Reinig de oven en accessoires voor het eerste
gebruik.
Zet de accessoires en verwijderbare inschuifrails
terug in de beginstand.
EERSTE AANSLUITING
Wanneer u de oven op het stopcontact aansluit of
na een stroomstoring moet u de taal, het contrast,
de helderheid en de tijd instellen.
1. Druk op of om de waarde in te stellen.
2. Druk op om te bevestigen.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
DOOR DE MENU'S NAVIGEREN
1. Oven inschakelen.
2. Druk op
of om de menu-optie te
selecteren.
3. Druk op om naar het submenu te gaan of de
instelling te accepteren.
U kunt te allen tijde terugkeren naar
het hoofdmenu met .
EEN OVERZICHT VAN DE MENU'S
Hoofdmenu
Symbool / Menu-
item
Applicatie
Verwarmingsfunc-
ties
Bestaat uit een lijst met
verwarmingsfuncties.
Kook- En Bakas-
sistent
Bestaat uit een lijst met
automatische program-
ma's.
9
Symbool / Menu-
item
Applicatie
Basis Instellingen
Wordt gebruikt voor het
instellen van de appa-
raatconfiguratie.
Favoriet
Bestaat uit een lijst met
favoriete bereidingspro-
gramma's die door de
gebruiker zijn gemaakt.
Speciaal
Bestaat uit een lijst met
extra verwarmingsfunc-
ties.
Submenu voor: Basis Instellingen
Symbool / Menu-
item
Beschrijving
Instellen dagtijd
Stel de dagtijd in.
Tijdisindicatie
Als het apparaat AAN
staat, geeft het display
de huidige tijd weer
wanneer u het apparaat
uitschakelt.
Snel Opwarmen
Indien AAN verkort de
functie de opwarmtijd.
Set + Go
Om een functie in te
stellen en later te active-
ren door op een sym-
bool op het bedienings-
paneel te drukken.
Heat+Hold
Houdt het bereide voed-
sel warm gedurende 30
minuten nadat de kook-
cyclus voltooid is.
Verleng Tijd
Schakelt de functie Tijd
verlengen in en uit.
Contrast
Pas het contrast van het
display in stappen aan.
Helderheid
Pas de helderheid van
het display in stappen
aan.
Symbool / Menu-
item
Beschrijving
Taal
Stelt de taal voor het
display in.
Geluidsvolume
Pas het volume van de
druktonen en signalen
stapsgewijs aan.
Toetsvolume
Schakelt de toon van de
aanraakvelden aan en
uit. Het geluid van de
tiptoets AAN/UIT kan
niet worden uitgescha-
keld.
Alarmtoon
Schakelt de alarmtoon in
en uit.
Demomodus
Activerings-/deactive-
ringscode: 2468.
Service
Toont de softwareversie
en -configuratie.
Fabrieksinstelling
Zet alle instellingen te-
rug op de fabrieksinstel-
ling.
VERWARMINGSFUNCTIES
Verhittingsfunctie Applicatie
Hetelucht
Om op 2 rekstanden te
bakken en tegelijk voed-
sel te drogen.Stel de
temperatuur 20 - 40°C
lager in dan voor de func-
tie: Boven + onderwarm-
te.
Pizza Hetelucht
Om gerechten op één ni-
veau te bakken met inten-
sief bruineren en een kro-
kantere korst. Stel de
temperatuur 20 - 40°C
lager in dan voor de func-
tie: Boven + onderwarm-
te.
10
Verhittingsfunctie Applicatie
Boven + onder-
warmte (Boven-/
Onderwarmte)
Voor het bakken en bra-
den op één ovenniveau.
Bevroren Ge-
rechten
Om kant-en-klaar-ge-
rechten (bijv. patat, aard-
appelpartjes of loempia's)
krokant te maken.
Grillen
Om plat voedsel te grillen
en brood te roosteren.
Circulaviegrill
Voor het braden van gro-
tere stukken vlees of ge-
vogelte met botten op
één niveau. Voor gratine-
ren en bruinen.
Onderwarmte
Voor het bakken van taar-
ten met een knapperige
bodem en het inmaken
van voedsel.
De verlichting kan tijdens sommige
ovenfuncties automatisch uitschakelen
als de temperatuur onder de 60 °C
komt.
SPECIAAL
Verwarmingsfunc-
tie
Applicatie
Warm houden
Om het voedsel warm te
houden.
Borden Warmen
Om borden voor het ser-
veren op te warmen.
Verwarmingsfunc-
tie
Applicatie
Inmaken
Voor het inmaken van
groenten (bijv. augur-
ken).
Drogen
Om in plakjes gesneden
fruit, groenten en cham-
pignons te drogen.
Deeg Laten Rijzen
Om het rijsproces van
gistdeeg te versnellen.
Het voorkomt dat het
oppervlak van het deeg
uitdroogt en houdt het
deeg elastisch.
Lage Temperatuur
Garen
Voor het bereiden van
mals en sappig braad-
vlees.
Brood bakken
Gebruik deze functie
voor brood en broodjes
met een heel goed bijna
professioneel resultaat
qua krokantheid, kleur
en bruine korst.
Ontdooien
Om voedsel te ontdooi-
en (groenten en fruit).
De ontdooitijd hangt af
van de hoeveelheid en
dikte van het voedsel.
EEN VERWARMINGSFUNCTIE INSTELLEN
1. Oven inschakelen.
2. Selecteer het menu: Verwarmingsfuncties.
3. Druk op om te bevestigen.
4. Selecteer een ovenfunctie.
5. Druk op om te bevestigen.
6. Stel de temperatuur in.
7. Druk op
om te bevestigen.
11
MAGNETRONFUNCTIES
Functies Beschrijving
Magnetron Creëert de warmte direct in het eten. Gebruik de magnetron voor het verwar-
men van maaltijden en drankjes, het ontdooien van vlees of fruit en het koken
van groenten en vis.
Combi Gebruik het om de verwarmingsfunctie en de magnetronmodus tegelijkertijd
te gebruiken. Om gerechten korter te bereiden en een bruin korstje te geven.
Het maximum vermogen voor deze functie is 600 W.
Snelle start Gebruik deze om de magnetronfunctie in te schakelen met een druk op het
symbool op hoge magnetronstand en korte werking: 30 seconden inge-
drukt
DE MAGNETRONFUNCTIE INSTELLEN
1. Verwijder alle accessoires.
2. Oven inschakelen.
3. Druk op om de magnetronfunctie in te
schakelen.
4. Druk op . De functie: Duur wordt ingesteld op
30 seconden en de magnetron gaat in werking.
Elke keer dat u indrukt, worden er
30 seconden aan de duur van de
magnetron toegevoegd: Duur.
Als u niet indrukt, schakelt de oven
na 20 seconden uit.
5. Druk op om de volgende functie in te
stellen: Duur.
6. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, klinkt er
gedurende 2 minuten een geluidssignaal. De
magnetronfunctie wordt automatisch
uitgeschakeld. Druk op een symbool om het
signaal uit te zetten.
Om de magnetronfunctie uit te
schakelen druk op .
Als u indrukt of de deur opent,
stopt de functie. Raak aan om de
functie weer te starten.
De maximale tijd van de magnetronfuncties is
afhankelijk van het door u ingestelde
magnetronvermogen:
MAGNETRONVERMO-
GEN
MAXIMUMTIJD
100 - 600 W 90 minuten
Meer dan 600 W 7 minuten
DE COMBI-FUNCTIE INSTELLEN
1. Een verwarmingsfunctie instellen.
2. Druk op en volg dezelfde stappen als bij het
instellen van de magnetronfunctie.
Wanneer u de magnetronfunctie in de Combi-
modus gebruikt, mag het magnetronvermogen niet
meer dan 600 W bedragen.
Voor bepaalde functies start de
magnetronfunctie zodra de ingestelde
temperatuur wordt bereikt.
Functies niet beschikbaar bij de Combi-functie:
Favoriet, Eindtijd, Set + Go, Heat+Hold.
DE SNELSTARTFUNCTIE VAN DE
MAGNETRON INSTELLEN
1. Indien nodig, druk op om de oven uit te
schakelen.
2. Druk op
om de Snelle start-functie in te
schakelen.
Elke keer als u indrukt, worden er 30 seconden
aan de Duur toegevoegd.
U kunt het magnetronvermogen
wijzigen (raadpleeg “Magnetronfunctie
instellen”).
12
3. Druk op om de duurtijd in te stellen voor de
functie: Duur. Zie het hoofdstuk "De klok
instellen" voor het instellen van de klokfuncties.
INDICATIELAMPJE BIJ VOORVERWARMEN
Wanneer u een verwarmingsfunctie inschakelt, gaat
het balkje op het display branden. Het balkje geeft
aan dat de oventemperatuur toeneemt. Als de
temperatuur bereikt is, zoemt de zoemer 3 maal en
knippert de balk om vervolgens te verdwijnen.
SNEL OPWARMEN
Deze functie verkort de opwarmtijd.
Leg geen voedsel in de oven wanneer
de functie Snel opwarmen is
ingeschakeld.
Als u de functie wilt activeren, houdt u 3
seconden ingedrukt. Het indicatielampje
voorverwarmen wisselt.
Deze functie is niet beschikbaar voor sommige
ovenfuncties.
RESTWARMTE
Wanneer u de oven uitschakelt, geeft het display
de restwarmte aan. U kunt de warmte gebruiken om
het eten warm te houden.
KLOKFUNCTIES
TABEL MET KLOKFUNCTIES
Klokfunctie Applicatie
Kookwekker
Om een afteltijd in te stel-
len (max. 2 uur en 30 mi-
nuten). Deze functie heeft
geen invloed op de werk-
ing van de oven. Ook te
gebruiken als de oven is
uitgeschakeld.
Gebruik om de functie
in te schakelen. Druk op
of om de minuten
in te stellen en op om
te starten.
Duur
Om de werkingsduur van
de oven in te stellen (max.
23 uur 59 min.).
Eindtijd
Voor het instellen van de
uitschakeltijd van een ver-
warmingsfunctie (max. 23
uur en 59 min).
Als u de tijd voor een klokfunctie instelt, begint het
aftellen van de tijd na 5 seconden.
Als u de klokfuncties: Duur, Eindtijd
gebruikt, schakelt de oven de warmte-
elementen na 90% van de ingestelde
tijd uit. De oven gebruikt de
restwarmte om het kookproces voor te
zetten totdat de tijd is verstreken (3 -
20 minuten).
DE KLOKFUNCTIES INSTELLEN
Alvorens u de functies: Duur, Eindtijd
gebruikt, moet u een
verwarmingsfunctie en temperatuur
instellen. De oven wordt automatisch
uitgeschakeld
U kunt de functies: Duur en Eindtijd
tegelijkertijd gebruiken als u wilt dat de
oven op een later tijdstip wordt
geactiveerd of juist uitgezet.
1. Stel de verwarmingsfunctie in.
2. Druk herhaaldelijk op totdat het display de
benodigde klokfunctie en het bijhorende
symbool weergeeft.
3. Druk op of om de gewenste tijd in te
stellen.
4. Druk op om te bevestigen.
Wanneer de tijd is verstreken, klinkt er een
geluidssignaal. De oven gaat uit. Op het display
verschijnt een melding.
5. Druk op een symbool om het signaal uit te
zetten.
13
HEAT+HOLD
Voorwaarden voor de functie:
De ingestelde temperatuur is hoger dan 80 °C.
De functie: Duur wordt ingesteld.
De functie: Heat+Hold houdt het voorbereide
gerecht gedurende 30 minuten warm op 80 °C.
Deze functie wordt ingeschakeld wanneer de bak-
of braadprocedure is geëindigd.
U kunt in het menu de functie in- of uitschakelen:
Basis Instellingen.
1. Oven inschakelen.
2. Selecteer de verwarmingsfunctie.
3. Stel de temperatuur boven 80 °C in.
4. Druk herhaaldelijk op
tot het display toont:
Heat+Hold.
5. Druk op om te bevestigen.
Wanneer de functie beëindigt, klinkt er een
geluidssignaal.
De functie blijft aanstaan als u de
verwarmingsfunctie verandert.
VERLENG TIJD
De functie: Verleng Tijd zorgt dat de
verwarmingsfunctie door blijft gaan als de Duur is
geëindigd.
Van toepassing op alle
verwarmingsfuncties met Duur of Per
gewicht.
1. Wanneer de bereidingstijd is verstreken, klinkt
er een geluidssignaal. Druk op een willekeurig
symbool.
Op het display wordt het bericht weergegeven.
2. Druk op om te activeren of om te
annuleren.
3. Stel de lengte van de functie in.
4. Druk op .
AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
ONLINE RECEPTEN
U vindt de recepten voor de
automatische programma´s die voor
deze oven zijn gespecificeerd op onze
website. Om het juiste receptenboek
te vinden, controleer het
productnummer op het
classificatieplaatje op de voorzijde van
het frame van de binnenkant van de
oven.
KOOK- EN BAKASSISTENT MET
RECEPTENAUTOMAAT
Deze oven bevat een serie recepten die u kunt
gebruiken. De recepten kunnen niet worden
gewijzigd.
1. Oven inschakelen.
2. Selecteer het menu: Kook- En Bakassistent.
Druk op om te bevestigen.
3. Selecteer de categorie en het gerecht. Druk op
om te bevestigen.
4. Een recept selecteren. Druk op om te
bevestigen.
Bij gebruik van de functie: Handmatig,
gebruikt de oven de automatische
instellingen. U kunt ze veranderen, net
als bij andere functies.
KOOK- EN BAKASSISTENT MET PER
GEWICHT
Deze functie berekent automatisch de braadtijd. Als
u de functie wilt gebruiken, moet u het gewicht van
het gerecht instellen.
1. Oven inschakelen.
2. Selecteer het menu: Kook- En Bakassistent.
Druk op om te bevestigen.
3. Selecteer de categorie en het gerecht. Druk op
om te bevestigen.
4. Druk op of om het gewicht van het
gerecht in te stellen. Druk op om te
bevestigen.
Het automatische programma start.
5. U kunt het gewicht te allen tijde wijzigen. Tik op
of om de letter te wijzigen.
6. Wanneer de tijd is verstreken, klinkt er een
geluidssignaal. Druk op een willekeurig
symbool om het signaal uit te zetten.
14
Bij sommige programma's moet het
voedsel na 30 minuten worden
gekeerd. Op het display verschijnt een
herinnering.
GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
DE ACCESSOIRES PLAATSEN
Gebruik uitsluitend geschikt kookgerei en materiaal.
WAARSCHUWING! Raadpleeg
hoofdstuk 'Hints en tips', kookgerei en
materiaal geschikt voor de magnetron.
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de geleidestangen van de
roostersteun en zorg ervoor dat de pootjes omlaag
staan.
Bakplaat:
Schuif de bakplaat tussen de geleidestangen van
de roostersteun.
Bakrooster en bakplaatsamen:
Plaats bakplaat tussen de geleiders van de
inschuifrails en het bakrooster op de geleiders
erboven.
Kleine inkepingen bovenaan verhogen
de veiligheid. Deze inkepingen zorgen
er ook voor dat ze niet omkantelen. De
hoge rand rond het rooster voorkomt
dat het kookgerei van het rooster
afglijdt.
EXTRA FUNCTIES
FAVORIET
U kunt uw favoriete instellingen als duur,
temperatuur of verwarmingsfunctie opslaan. De
instellingen zijn beschikbaar in het menu: Favoriet.
U kunt 20 programma's opslaan.
U kunt Magnetron- en magnetron-
combifuncties niet opslaan als
favorieten.
Een programma opslaan
1. Oven inschakelen.
2. Stel een verwarmingsfunctie of een
automatisch programma in.
3. Druk herhaaldelijk op tot het display toont:
OPSLAAN.
4. Druk op om te bevestigen.
Het display geeft de eerste vrije geheugenpositie
weer.
5. Druk op
om te bevestigen.
6. Voer de naam van het programma in.
De eerste letter knippert.
7. Druk op of om de letter te wijzigen.
15
8. Druk op .
De volgende letter knippert.
9. Herhaal stap 7 indien nodig.
10. Druk op
en houdt de knop ingedrukt om op
te slaan.
U kunt een geheugenpositie overschrijven.
Wanneer het display de eerste vrije
geheugenpositie aangeeft, druk op of en
druk op
om een bestaand programma te
overschrijven.
U kunt de naam van een programma wijzigen in het
menu: Wijzig Programmanaam.
Het programma inschakelen
1. Oven inschakelen.
2. Selecteer het menu: Favoriet.
3. Druk op om te bevestigen.
4. Selecteer de naam van uw favoriete
programma.
5. Druk op om te bevestigen.
GEBRUIK VAN HET KINDERSLOT
Als het Kinderslot aanstaat, kan de oven niet per
ongeluk worden geactiveerd.
1. Druk op om het display aan te zetten.
2. Druk tegelijkertijd op en totdat het
display een bericht toont.
Herhaal stap 2 om het kinderslot uit te schakelen.
TOETSBLOKKERING
Deze functie voorkomt dat een verwarmingsfunctie
per ongeluk wordt ingeschakeld. U kunt deze alleen
inschakelen als de oven in werking is.
1. Oven inschakelen.
2. Stel de verwarmingsfunctie of -instelling in.
3. Druk herhaaldelijk op tot het display toont:
Toetsblokkering.
4. Druk op om te bevestigen.
Druk op om de functie uit te schakelen. Op het
display verschijnt een melding. Druk herhaaldelijk
op en vervolgens op om te bevestigen.
Als u de oven uitzet, schakelt de
functie ook uit.
SET + GO
Met deze functie kunt u een verwarmingsfunctie (of
programma) instellen en later met een aanraking
van een symbool gebruiken.
1. Oven inschakelen.
2. Stel de verwarmingsfunctie in.
3. Druk herhaaldelijk op
tot het display toont:
Duur.
4. Stel de tijd in.
5. Druk herhaaldelijk op tot het display toont:
Set + Go.
6. Druk op
om te bevestigen.
Druk op een symbool (behalve voor ) om de
functie te starten: Set + Go. De ingestelde
verwarmingsfunctie start.
Wanneer de verwarmingsfunctie is voltooid, klinkt
er een signaal.
Toetsblokkering is aan wanneer de
verwarmingsfunctie actief is.
Het menu: Basis Instellingen laat u
de functie: Set + Go in- en
uitschakelen.
AUTOMATISCHE UITSCHAKELING
Om veiligheidsredenen schakelt de oven na
bepaalde tijd automatisch uit als er een ovenfunctie
in werking is en u geen instellingen wijzigt.
Temperatuur (°C) Uitschakeltijd (u)
30 - 115 12,5
120 - 195 8,5
200 - 230 5,5
De automatische uitschakeling werkt niet met de
functies: Binnenverlichting, Duur, Eindtijd.
HELDERHEID VAN HET DISPLAY
Er zijn twee standen voor de helderheid van het
display:
Helderheid 's nachts - wanneer de oven uitstaat,
is de helderheid van het display tussen 22.00
uur en 06.00 uur lager.
Helderheid overdag:
als de oven wordt ingeschakeld;
als u tijdens helderheid 's nachts een
symbool aanraakt (behalve AAN/UIT), keert
het display gedurende 10 seconden terug
naar helderheid voor overdag.
als de oven wordt uitgeschakeld en u een
functie instelt: Kookwekker. Wanneer de
functie eindigt, keert het display terug naar
helderheid voor 's nachts.
16
KOELVENTILATOR
Als de oven in werking is, wordt de koelventilator
automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van
de oven koel te houden. Na het uitschakelen van de
oven blijft de ventilatie doorgaan totdat de oven is
afgekoeld.
AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
De temperaturen en baktijden in de
tabellen zijn slechts als richtlijn
bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de
recepten en de kwaliteit en de
hoeveelheid van de gebruikte
ingrediënten.
KOOKADVIEZEN
Uw oven kan anders bakken of roosteren dan de
oven die u tot nu toe gebruikt heeft. In de
onderstaande tabel vindt u de standaardinstellingen
voor temperatuur, kooktijd en roosterniveau.
Als u voor een speciaal recept de instelling niet
kunt vinden, zoek dan naar een soortgelijk recept.
MAGNETRONAANBEVELINGEN
Plaats het voedsel op een bord onderin de ruimte.
Draai het voedsel halverwege de ontdooi- en
bereidingstijd om of roer het door.
Dek het voedsel voor bereiding en opwarming af.
Zet tijdens het verwarmen van dranken de lepel in
de fles of het glas om de warmte beter te verdelen.
Plaats het voedsel in de oven zonder enig
verpakkingsmateriaal. De verpakte kant-en-klaar-
maaltijden kunnen alleen in de oven worden
geplaatst als de verpakking magnetronbestendig is
(raadpleeg de informatie op de verpakking).
Bereiding met magnetron
Bereid voedsel afgedekt. Bereid voedsel slechts
zonder het te bedekken als u een korst wilt
behouden.
Zorg dat u de gerechten niet te lang kookt, door het
vermogen en de tijd te hoog in te stellen. Het
voedsel kan uitdrogen, aanbranden of brand
veroorzaken.
Gebruik de oven niet om eieren in hun schaal en
slakken met huisje te bereiden, omdat deze kunnen
barsten. Prik het eigeel van gebakken eieren in
voordat ze worden opgewarmd.
Prik voedsel met huid of schil diverse malen in met
een vork voordat u het bereidt.
Snij groenten in stukjes van gelijke grootte.
Roer vloeibare gerechten zo nu en dan door.
Roer het voedsel voor het opdienen door.
Nadat u de oven uitschakelt, neemt u het voedsel
uit en laat u het een aantal minuten staan.
Ontdooien in de magnetron
Plaats het bevroren, uitgepakte voedsel op een
klein omgekeerd bord met een bakje eronder of op
een ontdooirek of plastic zeef, zodat de
dooivloeistof kan weglopen.
Verwijder telkens de stukken die zijn ontdooid.
U kunt een hoger magnetronvermogen gebruiken
om fruit en groenten te bereiden zonder ze eerst te
ontdooien.
17
KOOKGEREI EN MATERIALEN GESCHIKT VOOR DE MAGNETRON
Gebruik in de magnetron alleen kookgerei en materiaal dat hiervoor bestemd is. Gebruik
onderstaande tabel als referentie.
Materiaal van de pannen
Magnetronfunctie
Combimagnetronfunctie
Ontdooien
Verwarmen,
Meer
Ovenbestendig glas en porselein zonder
metalen onderdelen, bijv. hittebestendig
glas
Niet-ovenbestendig glas en porselein on-
der zilveren, gouden, platina of metalen
laag/versieringen
X X
Glas en glaskeramiek van ovenbesten-
dig / diepvriesbestendig materiaal
Keramiek en aardewerk zonder kwartz of
metalen onderdelen en metaalhoudend
glazuur
X
Keramiek, porselein en aardewerk met
ongeglazuurde onderkant of met kleine
gaatjes, bijv. op handvaten
X X X
Hittebestendig kunststof tot 200 °C
(controleer altijd de specificatie van de
kunststof schaal voordat u deze gebruikt)
X
Karton, papier X X
Huishoudfolie X X
Roosterfolie met magnetronbestendige
sluiting (controleer altijd de specificatie
van de folie voor gebruik)
X
Ovenschotels gemaakt van metaal, d.w.z.
emaille, gietijzer
X X
Bakblikken, met zwarte lak of siliconen
laag (controleer altijd de specificatie van
de bakblikken voor gebruik)
X X
Bakplaat X X X
Bakrooster X X
Kookgerei voor magnetrongebruik, bijv.
pan voor knapperige gerechten
X X
18
NUTTIGE TIPS VOOR SPECIALE
OPWARMFUNCTIES VAN DE OVEN
Warm houden
Met deze functie houdt u het voedsel warm. De
temperatuur wordt automatisch ingesteld op 80 °C.
Borden Warmen
Met deze functie kunt u borden en schalen
verwarmen voor het opdienen. De temperatuur
wordt automatisch ingesteld op 70 °C.
Verdeel de opgestapelde borden en schalen
gelijkmatig over het ovenrek. Gebruik de eerste
rekstand. Verwissel ze halverwege de verwarmtijd
van plaats.
Deeg Laten Rijzen
Met de functie kunt u ook gistdeeg laten rijzen. Doe
het deeg in een grote schaal en dek deze af met
een natte doek of plastic folie. Stel de functie in:
Deeg Laten Rijzen en de bereidingstijd.
Ontdooien
Haal het gerecht uit de verpakking en plaats het op
een bord. Dek het voedsel niet af, want het kan
tijdens het ontdooien uitzetten. Gebruik de eerste
rekstand.
BAKKEN
Gebruik de eerste keer de laagste temperatuur.
Bij het bereiden van cake op meerdere niveaus kan
de baktijd ca. 10 - 15 minuten langer zijn.
Als de cake niet overal even hoog is, wordt de cake
niet overal even bruin. Als de cake niet overal even
bruin wordt, hoeft u de temperatuurinstelling niet te
wijzigen. De verschillen verminderen tijdens het
bakken.
Tijdens het bakken kunnen bakplaten in de oven
vervormen. Wanneer de bakplaten afkoelen,
verdwijnt de vervorming.
BAKTIPS
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de cake
is niet voldoende gebak-
ken.
De rekstand is incorrect. Plaats de cake op een lagere rek-
stand.
De cake zakt in en wordt
klef, of streperig.
De oventemperatuur is te
hoog.
Stel de volgende keer de oventem-
peratuur iets lager in.
Te korte baktijd. Stel volgende keer een langere bak-
tijd en een lagere oventemperatuur
in.
De cake is te droog. De oventemperatuur is te laag. Stel de volgende keer de oventem-
peratuur hoger in.
Te lange baktijd. Stel volgende keer een kortere bak-
tijd in.
De cake wordt ongelijk-
matig gebakken.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te kort.
De oventemperatuur lager instellen
en de baktijd verlengen.
Het cakebeslag is niet gelijk-
matig verdeeld.
Verspreid de volgende keer het ca-
kebeslag gelijkmatig over de bak-
plaat.
De cake wordt niet gaar
binnen de in het recept
aangegeven baktijd.
De oventemperatuur is te laag. Stel de volgende keer de oventem-
peratuur iets hoger in.
19
BAKKEN OP ÉÉN OVENNIVEAU
Bakken in een bakblik
Gerecht -functie
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Tulband of brioche Hetelucht 150 -
160
50 - 70 1
Moskovisch gebak /
vruchtencake
Hetelucht 140 -
160
70 - 90 1
Sponge cake / Cake,
zacht
Hetelucht 140 -
150
35 - 50 1
Sponge cake / Cake,
zacht
Boven + onder-
warmte
160 35 - 50 2
Taartbodem - zandtaart-
deeg
1)
Hetelucht 170 -
180
10 - 25 1
Taartbodem - zacht cake-
deeg
Hetelucht 150 -
170
20 - 25 1
Apple pie / Appeltaart (2
vormen Ø 20 cm, diago-
naal geplaatst)
Hetelucht 160 70 - 90 1
Apple pie / Appeltaart (2
vormen Ø 20 cm, diago-
naal geplaatst)
Boven + onder-
warmte
180 70 - 90 1
Kwarktaart, bakplaat
2) Boven + onder-
warmte
160 -
170
60 - 90 1
1) Oven voorverwarmen.
2) Gebruik de braadpan.
Gebak / brood op bakplaat
Gerecht -functie
Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Vlechtbrood/broodkrans Boven + onder-
warmte
170 - 190 30 - 40 2
Kerststol
1) Boven + onder-
warmte
160 - 180 50 - 70 2
Brood (roggebrood)
1) Boven + onder-
warmte
2
eerst 230 20
vervolgens 160 - 180 30 - 60
Roomsoezen / Eclairs
1) Boven + onder-
warmte
190 - 210 20 - 35 2
20
Gerecht -functie
Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Biscuitrol
1) Boven + onder-
warmte
180 - 200 10 - 20 2
Kruimeltaart (droog) Hetelucht 150 - 160 20 - 40 1
Boter-/Suikerkoek
1) Boven + onder-
warmte
190 - 210 20 - 30 2
Vruchtentaart (bereid met
gistdeeg/roerdeeg)
2)
Hetelucht 150 - 160 35 - 55 1
Vruchtentaart (bereid met
gistdeeg/roerdeeg)
2)
Boven + onder-
warmte
170 35 - 55 1
Vruchtentaart met kruimel-
deeg
Hetelucht 160 - 170 40 - 80 1
Plaatkoek met kwetsbare
garnering (bijvoorbeeld
kwark, room, puddingvul-
ling)
1)
Boven + onder-
warmte
160 - 180 40 - 80 2
1) Oven voorverwarmen.
2) Gebruik de braadpan.
Koekjes
Gerecht -functie
Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Zandkoekjes Hetelucht 150 - 160 10 - 20 1
Short bread / Zandtaart-
deeg / Gebakreepjes
Hetelucht 140 20 - 35 1
Short bread / Zandtaart-
deeg / Gebakreepjes
1)
Boven + onder-
warmte
160 20 - 30 2
Koekjes gemaakt van
roerdeeg
Hetelucht 150 - 160 15 - 20 1
Eiwitgebak / schuimgebak Hetelucht 80 - 100 120 - 150 1
Bitterkoekjes Hetelucht 100 - 120 30 - 50 1
Koekjes gemaakt van gist-
deeg
Hetelucht 150 - 160 20 - 40 1
Klein bladerdeeggebak
1) Hetelucht 170 - 180 20 - 30 1
Broodjes
1) Boven + onder-
warmte
190 - 210 10 - 25 2
21
Gerecht -functie
Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Small cakes / Kleine ca-
kes
1)
Hetelucht 160 20 - 35 3
Small cakes / Kleine ca-
kes
1)
Boven + onder-
warmte
170 20 - 35 2
1) Oven voorverwarmen.
OVENSCHOTELS EN GEGRATINEERDE GERECHTEN
Gerecht -functie Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Pastaschotel Boven + onder-
warmte
180 - 200 45 - 60 1
Lasagne Boven + onder-
warmte
180 - 200 25 - 40 1
Groentegratin
1) Circulaviegrill 210 - 230 10 - 20 1
Stokbroden met
gesmolten kaas
Hetelucht 160 - 170 15 - 30 1
Rijstepap Boven + onder-
warmte
180 - 200 40 - 60 1
Visschotels Boven + onder-
warmte
180 - 200 30 - 60 1
Gevulde groente Hetelucht 160 - 170 30 - 60 1
1) Oven voorverwarmen.
BAKKEN OP MEERDERE NIVEAUS
Gebruik de functie: Hetelucht.
Gebak op bakplaat
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Roomsoezen / Eclairs
1) 160 - 180 25 - 45 1 / 3
Kruimeltaart 150 - 160 30 - 45 1 / 3
1) Oven voorverwarmen.
22
Klein gebak/cakejes/gebak/broodjes
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Zandkoekjes 150 - 160 20 - 40 1 / 3
Short bread / Zandtaart-
deeg/ Deegreepjes
140 25 - 45 1 / 3
Koekjes gemaakt van
roerdeeg
160 - 170 25 - 40 1 / 3
Eiwitgebak, schuimge-
bak
80 - 100 130 - 170 1 / 3
Bitterkoekjes 100 - 120 40 - 80 1 / 3
Koekjes gemaakt van
gistdeeg
160 - 170 30 - 60 1 / 3
LAGE TEMPERATUUR GAREN
Gebruik deze functie voor het bereiden van zachte,
magere stukken vlees en vis. Deze functie is niet
geschikt voor suddervlees of een vet
varkensbraadstuk.
WAARSCHUWING! Zie het
hoofdstuk 'Nuttige aanwijzingen en
tips'.
In de eerste 10 minuten kunt u een
oventemperatuur instellen tussen 80°C en 150°C.
De standaard is 90°C. Nadat de temperatuur is
ingesteld, blijft de oven werken bij 80°C. Gebruik
de automatische lage temperatuur garen niet voor
gevogelte.
Altijd zonder deksel garen als u
gebruik maakt van de functie.
1. Braad het vlees aan in een pan op de kookplaat
op een zeer hoge stand gedurende 1 - 2
minuten aan elke kant.
2. Plaats het vlees samen met de hete braadpan
in de oven op het bakrooster.
3. Selecteer de functie: Lage Temperatuur Garen.
Gerecht Hoeveelheid (kg) Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Biefstuk 1 - 1.5 150 120 - 150 1
Runderbiefstuk 1 - 1.5 150 90 - 110 1
Geroosterd kalfsvlees 1 - 1.5 150 120 - 150 1
Steak 0.2 - 0.3 120 20 - 40 1
PIZZA HETELUCHT
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Pizza (dunne korst)
1) 200 - 230 15 - 20 3
Pizza (met veel garne-
ring)
2)
180 - 200 20 - 30 3
23
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Taarten 180 - 200 40 - 55 3
Spinazietaart 160 - 180 45 - 60 3
Quiche Lorraine (hartige
taart)
170 - 190 45 - 55 3
Zwitserse flan 170 - 190 45 - 55 3
Kwarktaart 140 - 160 60 - 90 3
Appeltaart, bedekt 150 - 170 50 - 60 3
Groentetaart 160 - 180 50 - 60 3
Ongedesemd brood
1) 230 10 - 20 3
Bladerdeegtaart
1) 160 - 180 45 - 55 3
Flammekuchen
1) 230 12 - 20 3
Piroggen (Russische vari-
ant op calzone)
1)
180 - 200 15 - 25 3
1) Oven voorverwarmen.
2) Gebruik de braadpan.
BRADEN
Gebruik hittebestendig kookgerei.
Braad mager vlees afgedekt.
Draai het braadstuk na 1/2 - 2/3 van de gaartijd.
Rooster vlees en vis in grote stukken (1 kg of
meer).
Bedruip vleesstukken meerdere malen met hun
eigen sap tijdens het roosteren.
TABEL BRAADSTUKKEN
Rundvlees
Gerecht -functie
Hoeveelheid
(kg)
Vermogen
(Watt)
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Stoof-
vlees
Boven
+ on-
der-
warmte
1 - 1.5 200 230 60 - 80 1
24
Varkensvlees
Gerecht -functie
Hoeveelheid
(kg)
Vermogen
(Watt)
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Schou-
derstuk,
nekstuk,
hamlap
Circu-
lavie-
grill
1 - 1.5 200 160 - 180 50 - 70 1
Gehakt-
brood
Circu-
lavie-
grill
0.75 - 1 200 160 - 170 35 - 50 1
Varkens-
schenkel
(voorge-
kookt)
Circu-
lavie-
grill
0.75 - 1 200 150 - 170 60 - 75 1
Kalfsvlees
Gerecht -functie
Hoeveelheid
(kg)
Vermogen
(Watt)
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Geroo-
sterd
kalfsvlees
Circu-
lavie-
grill
1 200 160 - 180 50 - 70 1
Kalfs-
schenkel
Circu-
lavie-
grill
1.5 - 2 200 160 - 180 75 - 100 1
Lamsvlees
Gerecht -functie
Hoeveelheid
(kg)
Vermogen
(Watt)
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Lamsbout,
geroosterd
lamsvlees
Circu-
lavie-
grill
1 - 1.5 200 150 - 170 50 - 70 1
Gevogelte
Gerecht -functie
Hoeveelheid
(kg)
Vermogen
(Watt)
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Stukken
gevogelte
Circu-
lavie-
grill
0,2 - 0,25
elk
200 200 - 220 20 - 35 1
25
Gerecht -functie
Hoeveelheid
(kg)
Vermogen
(Watt)
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Halve kip Circu-
lavie-
grill
0,4 - 0,5
elk
200 190 - 210 25 - 40 1
Kip, haan-
tje
Circu-
lavie-
grill
1 - 1.5 200 190 - 210 30 - 45 1
eend Circu-
lavie-
grill
1.5 - 2 200 180 - 200 45 - 65 1
Vis (gestoomd)
Gerecht -functie
Hoeveelheid
(kg)
Vermogen
(Watt)
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Hele vis Boven
+ on-
der-
warm-
te
1 - 1.5 200 210 - 220 30 - 45 1
Gerechten
Gerecht -functie
Hoeveelheid
(kg)
Vermogen
(Watt)
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Zoete ge-
rechten
Hete-
lucht
- 200 160 - 180 20 - 35 1
Gekruide
gerechten
met ge-
kookte in-
grediënten
(noodles,
groente)
Hete-
lucht
- 400 -
600
160 - 180 20 - 45 1
Gekruide
gerechten
met rauwe
ingrediën-
ten (aard-
appelen,
groente)
Hete-
lucht
- 400 -
600
160 - 180 30 - 45 2
GRILLEN
Grill altijd met de maximale
temperatuurinstelling.
Rooster in de rekstand plaatsen zoals
aanbevolen in grilltabel.
Altijd de pan voor het opvangen van vet op de
eerste rekstand plaatsen.
26
Alleen platte stukken vlees of vis grillen.
Lege oven met grillfuncties altijd 5 minuten
voorverwarmen.
LET OP! Tijdens het grillen moet de
ovendeur altijd gesloten zijn.
Grillen
Gerecht Temperatuur (°C)
Tijd (min)
Roosterhoogte
1e kant 2e kant
Biefstuk, medi-
um
210 - 230 30 - 40 30 - 40 1
Runderfilet, me-
dium
230 20 - 30 20 - 30 1
Varkensrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 1
Kalfsrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 1
Lamsrug 210 - 230 25 - 35 20 - 35 1
Hele vis, 500 -
1.000 g
210 - 230 15 - 30 15 - 30 1
BEVROREN GERECHTEN
Haal het voedsel uit de verpakking. Doe het
voedsel op een bord.
Gebruik voor het afdekken geen borden of
schotels. Hierdoor kan de ontdooitijd worden
verlengd.
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Pizza, bevroren 200 - 220 15 - 25 3
American pizza, bevro-
ren
190 - 210 20 - 25 3
Pizza, gekoeld 210 - 230 13 - 25 3
Pizza snacks, bevroren 180 - 200 15 - 30 3
Patat, dun
1) 210 - 230 20 - 30 3
Patat, dik
1) 210 - 230 25 - 35 3
Aardappelpartjes / -kro-
ketjes
1)
210 - 230 20 - 35 3
Rösties 210 - 230 20 - 30 3
Lasagne/Cannelloni,
vers
170 - 190 35 - 45 2
Lasagne / Cannelloni,
bevroren
160 - 180 40 - 60 2
27
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Kippenvleugels 190 - 210 20 - 30 3
1) Tussen het bakken door 2 tot 3 keer keren.
Tabel voor diepvries- en kant-en-klaargerechten
Gerecht -functie
Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Pizza, bevroren
1) Boven + onder-
warmte
volgens
aanwijzin-
gen van de
fabrikant
volgens aanwijzin-
gen van de fabri-
kant
2
Patates frites
2)
(300 - 600 g)
Boven + onder-
warmte of Circula-
viegrill
200 - 220 volgens aanwijzin-
gen van de fabri-
kant
2
Baguettes
3) Boven + onder-
warmte
volgens
aanwijzin-
gen van de
fabrikant
volgens aanwijzin-
gen van de fabri-
kant
2
Vruchtencake Boven + onder-
warmte
volgens
aanwijzin-
gen van de
fabrikant
volgens aanwijzin-
gen van de fabri-
kant
2
1) Oven voorverwarmen.
2) Tussen het bakken door 2 tot 3 keer keren.
3) Oven voorverwarmen.
ONTDOOIEN
Haal het gerecht uit de verpakking en plaats het
op een bord.
Gebruik het eerste roosterniveau vanaf de
bodem.
Bedek het bord niet met een kom of ander bord,
aangezien het ontdooien hierdoor langer kan
duren.
Gerecht Hoeveelheid
Ontdooitijd
(min.)
Nadooitijd
(min)
Opmerkingen
Kip 1 kg 100 - 140 20 - 30 Kip op een omgedraaid schoteltje in
een groot bord leggen. Halverwege
de bereidingstijd omdraaien.
Vlees 1 kg 100 - 140 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd om-
draaien.
Vlees 500 g 90 - 120 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd om-
draaien.
28
Gerecht Hoeveelheid
Ontdooitijd
(min.)
Nadooitijd
(min)
Opmerkingen
Forel 150 g 25 - 35 10 - 15 -
Aardbei-
en
300 g 30 - 40 10 - 20 -
Boter 250 g 30 - 40 10 - 15 -
Room 2 x 200 g 80 - 100 10 - 15 Klop de nog licht bevroren slagroom.
Gebak 1,4 kg 60 60 -
INMAKEN
Gebruik alleen weckpotten van dezelfde
afmetingen.
Gebruik geen weckpotten met een draai- of
bajonetsluiting en metalen bakken.
Gebruik de eerste rekstand.
Zet niet meer dan zes weckflessen van 1 liter op
het bakrooster.
Vul de glazen potten gelijkmatig en sluit ze af met
een klem.
De weckpotten mogen elkaar niet raken.
Vul ca. 1/2 liter water op de plaat, zodat er
voldoende vocht in de oven ontstaat.
Stel de temperatuur in op 160 - 170 °C.
Als de vloeistof in de weckpotten begint te borrelen
(na ca. 35 - 60 minuten bij weckpotten van 1 liter),
stop de oven of verlaag de temperatuur tot 100 °C
(raadpleeg de tabel).
Zachte vruchten
Gerecht
Kooktijd tot het sud-
deren begint (min.)
Aardbeien / Bosbes-
sen / Frambozen / rij-
pe kruisbessen
35 - 45
Steenvruchten
Gerecht
Kooktijd tot
het sudderen
begint (min.)
Door blijven
koken op 100
°C (min.)
Peren /
Kweeperen /
Pruimen
35 - 45 10 - 15
Groenten
Gerecht
Kooktijd tot
het sudderen
begint (min.)
Door blijven
koken op 100
°C (min.)
Wortelen 50 - 60 5 - 10
Komkommers 50 - 60 -
Gemengde
augurken
50 - 60 5 - 10
Koolrabi /
Erwten / As-
perge
50 - 60 15 - 20
DROGEN
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (u) Roosterhoogte
Bonen 60 - 70 6 - 8 3
Paprika's 60 - 70 5 - 6 3
Soepgroenten 60 - 70 5 - 6 3
29
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (u) Roosterhoogte
Paddenstoelen 50 - 60 6 - 8 3
Kruiden 40 - 50 2 - 3 3
Pruimen 60 - 70 8 - 10 3
Abrikozen 60 - 70 8 - 10 3
Schijfjes appel 60 - 70 6 - 8 3
Peren 60 - 70 6 - 9 3
BROOD BAKKEN
Voorverwarmen wordt niet aanbevolen.
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Witbrood 180 - 200 40 - 60 2
Baguette 200 - 220 35 - 45 2
Brioche 160 - 180 40 - 60 2
Ciabatta 200 - 220 35 - 45 2
Roggebrood 180 - 200 50 - 70 2
Bruin brood 180 - 200 50 - 70 2
Volkoren brood 170 - 190 60 - 90 2
BEREIDING MET MAGNETRON
Tips voor de magnetron
Bereidings-/ontdooire-
sultaten
Mogelijke oorzaak oplossing
Het eten is te droog. Het vermogen was te hoog.
De tijdsduur was te lang.
Kies de volgende keer een lager vermo-
gen en een langere bereidingstijd.
Het eten is nog
steeds niet ontdooid,
heet of gekookt nadat
de bereidingstijd is
verstreken.
De tijdsduur was te kort. Stel een langere tijdsduur in. Het magne-
tronvermogen niet verhogen.
Het voedsel is over-
verhit aan de randen,
maar is in het midden
nog niet gaar.
Het vermogen was te hoog. Kies de volgende keer een lager vermo-
gen en een langere bereidingstijd.
30
Vlees ontdooien
Gerecht Vermogen (Watt) Tijd (min) Rusttijd (min)
Steak (0,2 kg) 100 5 - 7 5 - 10
Gehakt (0,5 kg) 100 10 - 15 5 - 10
Gevogelte ontdooien
Gerecht Vermogen (Watt) Tijd (min) Rusttijd (min)
Kip (1 kg) 100 25 - 30 10 - 20
Kipfilet (0,15 kg) 100 3 - 5 10 - 15
Kippenpoten (0,15 kg) 100 3 - 5 10 - 15
Vis ontdooien
Gerecht Vermogen (Watt) Tijd (min) Rusttijd (min)
Hele vis (0,5 kg) 100 10 - 15 5 - 10
Visfilets (0,5 kg) 100 12 - 15 5 - 10
Zuivelproducten ontdooien
Gerecht Vermogen (Watt) Tijd (min) Rusttijd (min)
Boter (0,25 kg) 100 3 - 4 5 - 10
Geraspte kaas (0,2 kg) 100 2 - 3 10 - 15
Taart/koekjes ontdooien
Gerecht Vermogen (Watt) Tijd (min) Rusttijd (min)
Gistcake (1 stuks) 200 2 - 3 15 - 20
Cheesecake (1 stuks) 100 2 - 4 15 - 20
Droge cake (bijv. hotelcake) (1
stuks)
200 2 - 4 15 - 20
Brood (1 kg) 200 15 - 20 5 - 10
Gesneden brood (0,2 kg) 200 3 - 5 5 - 10
Broodjes (4 stuks) 200 2 - 4 2 - 5
31
Fruit ontdooien
Gerecht Vermogen (Watt) Tijd (min) Rusttijd (min)
Fruit (0,25 kg) 100 5 - 10 10 - 15
Opnieuw Verwarmen
Gerecht Vermogen (Watt) Tijd (min) Rusttijd (min)
Babyvoeding in potjes (0,2 kg) 300 1 - 2 -
Babymelk (180 ml); zet lepel in
de fles
600 0:20 - 0:40 -
Kant-en-klaarmaaltijd (0,5 kg) 600 6 - 9 2 - 5
Bevroren kant-en-klaarmaaltij-
den (0,5 kg)
400 10 - 15 2 - 5
Melk (200 ml) 1000 1 - 1:30 -
Water (200 ml) 1000 1:30 - 2 -
Saus (200 ml) 600 1 - 3 -
Soep (300 ml) 600 3 - 5 -
Smelten
Gerecht Vermogen (Watt) Tijd (min) Rusttijd (min)
Chocolade / chocoladelaagje
(0,15 kg)
300 2 - 4 -
Boter (0,1 kg) 400 0:30-1:30 -
Meer
Gerecht Vermogen (Watt) Tijd (min) Rusttijd (min)
Hele vis (0,5 kg) 500 8 - 10 2 - 5
Visfilets (0,5 kg) 400 4 - 7 2 - 5
Groenten, vers (0,5 kg + 50 ml
water)
600 5 - 15 -
Groenten, bevroren (0,5 kg +
50 ml water)
600 10 - 20 -
Gepofte aardappels (0,5 kg) 600 7 - 10 -
Rijst (0,2 kg + 400 ml water) 600 15 - 18 -
Popcorn 1000 1:30 - 3 -
32
Combimagnetronfunctie
Om gerechten korter te bereiden en tegelijkertijd
een bruin korstje te geven.
Combineer functies: Grillen en Magnetron.
Gerecht Ovengerei
Vermo-
gen
(Watt)
Tempera-
tuur (°C)
Tijd
(min)
Rooster-
hoogte
Rusttijd (min)
2 kippenhelf-
ten (2 x 0,55
kg)
Ronde glazen schaal, Ø
26 cm
300 220 40 2 5
Gegratineer-
de aardappe-
len (1 kg)
Gratinschotel 300 200 40 2 10
Varkens-
braadstuk,
nek (1,1 kg)
Glazen schotel met zeef 300 200 70 1 10
VOORBEELDEN VAN KOOKTOEPASSINGEN
VOOR DE INSTELLINGEN VAN HET
VERMOGEN
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts
als richtlijn.
Instelling vermogen Gebruik
1000 Watt
900 Watt
800 Watt
700 Watt
Verwarmen van vloeistof
Dichtschroeien aan het begin van het kookproces
Koken van groenten
600 Watt
500 Watt
Ontdooien en verwarmen van bevroren maaltijden
Verwarmen van een maaltijd op een bord
Stoofpot sudderen
Eiergerechten koken
400 Watt
300 Watt
Maaltijden door laten koken
Delicaat voedsel koken
Verwarmen van babyvoeding
Rijst laten sudderen
Delicaat voedsel verwarmen
Smelten van kaas, chocolade, boter
200 Watt
100 Watt
Ontdooien van vlees, vis
Ontdooien van kaas, room en boter
Ontdooien van fruit en gebak
Ontdooien van brood
33
AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN
Combimagnetronfunctie
Testen volgens IEC 60705.
Gerecht -functie
Vermo-
gen
(Watt)
Temperatuur
(°C)
Rooster-
hoogte
1)
Tijd (min) Opmerkingen
Cake
(0,7 kg)
Hetelucht +
magnetron
100 180 2 29 - 31 Draai halverwege
de bereidingstijd
de container 1/4
om.
Aardap-
pelgratin
(1,1 kg)
Circulavie-
grill + MW
400 180 1 40 - 45 Draai halverwege
de bereidingstijd
de container 1/4
om.
Kip (1,1
kg)
Circulavie-
grill + MW
200 200 1 45 - 55 Doe het vlees in
een ronde kom en
draai het na 20
minuten berei-
dingstijd om.
1) Gebruik het draadrek mits anders aangegeven.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
OPMERKINGEN OVER SCHOONMAKEN
Maak de voorkant van de oven schoon met een
zachte doek, warm water en een mild
reinigingsmiddel.
Gebruik voor metalen oppervlakken een specifiek
reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van de oven na elk gebruik.
Vetophoping of andere voedingsresten kunnen
brand veroorzaken.
Verwijder voedselresten en vetten voorzichtig van
de bovenkant van de ovenruimte.
Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze
drogen. Gebruik een zachte doek met een warm
sopje en een reinigingsmiddel. De accessoires niet
in de afwasmachine reinigen.
Verwijder hardnekkige vlekken met een speciale
ovenreiniger.
Toebehoren met antiaanbaklaag mogen niet
worden schoongemaakt met een agressief
reinigingsmiddel, voorwerpen met scherpe randen
of een afwasautomaat. Dit kan de antiaanbaklaag
beschadigen.
Neem het vocht uit de ruimte na ieder gebruik af.
VERWIJDEREN VAN DE GELEIDERS
Zorg ervoor dat de oven is afgekoeld voordat u
onderhoud verricht. Er bestaat verbrandingsgevaar.
Om het apparaat te reinigen, verwijder de
inschuifrails.
1. Inschuifrails voorzichtig naar boven toe uit de
voorste ophanging trekken.
2
3
1
2. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit de
zijwand.
3. Geleiders uit de achterste ophanging trekken.
Installeer de inschuifrails in de omgekeerde
volgorde.
34
HET LAMPJE VERVANGEN
WAARSCHUWING! Gevaar voor
elektrische schokken.
Het lampje kan heet zijn.
1. Oven uitschakelen.
Wacht totdat de oven afgekoeld is.
2. Trek de oven uit het stopcontact.
3. Leg een doek op de bodem van de ovenruimte.
LET OP! Houd de halogeenlamp altijd
met een doek vast om te voorkomen
dat er vetrestjes op de ovenlamp
verbranden.
Het bovenste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp en verwijder
het.
2. Reinig de glasafdekking.
3. Vervang de lamp door een geschikte 300°C
hittebestendige lamp.
4. Plaats het afdekglas terug.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
WAT MOET U DOEN ALS...
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt de oven niet inschake-
len of bedienen.
De oven is niet aangesloten op
een stopcontact of is niet goed
geïnstalleerd.
Controleer of de oven goed is
aangesloten op het stopcon-
tact (zie het aansluitdiagram in-
dien beschikbaar).
De oven wordt niet warm. De oven staat uit. Oven inschakelen.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellingen
correct zijn.
De oven wordt niet warm. Automatische uitschakeling is
actief.
Raadpleeg 'Automatisch uit-
schakelen'.
De oven wordt niet warm. Het kinderslot is geactiveerd. Raadpleeg "Het kinderslot ge-
bruiken".
De oven wordt niet warm. De deur is niet goed gesloten. Sluit de deur volledig.
De oven wordt niet warm. De zekering is doorgeslagen. Ga na of de zekering de oor-
zaak van de storing is. Als de
zekeringen keer op keer door-
slaan, neemt u contact op met
een erkende installateur.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
35
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het display toont een foutcode
die niet in deze tabel staat.
Er is een elektrische fout. Zet de oven uit via de huis-
zekering of de veiligheids-
schakelaar in de zekering-
kast en schakel deze weer
in.
Neem contact op met de
klantenservice wanneer de
foutcode opnieuw wordt
weergegeven.
Stoom en condens slaan neer
op de gerechten en in de
ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang in de
oven gestaan.
Laat gerechten na het berei-
den niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
Het apparaat staat aan maar
wordt niet warm. De ventilator
werkt niet. Op het display ver-
schijnt "Demo".
De demofunctie is ingescha-
keld.
Raadpleeg het hoofdstuk "Da-
gelijks gebruik" in "Basisinstel-
lingen".
ONDERHOUDSGEGEVENS
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem
dan contact op met uw verkoper ofeen erkende
serviceafdeling.
De contactgegevens van het servicecentrum staan
op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt zich aan
de voorkant van de binnenkant van de oven.
Verwijder het typeplaatje niet uit de ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
ENERGIEZUINIGHEID
ENERGIEBESPARING
Deze oven bevat functies die u helpen
energie te besparen tijdens het
dagelijks koken.
Algemene tips
Zorg ervoor dat de ovendeur goed gesloten is als u
de oven in werking stelt. De deur niet openen
tijdens de bereiding met stoom. Houd het
deurrubber schoon en zorg ervoor dat het goed op
zijn plaats vastzit.
Gebruik metalen schalen om meer energie te
besparen, maar alleen als u geen magnetronfunctie
gebruikt..
Indien mogelijk de oven niet voorverwarmen voordat
u er voedsel in plaatst.
Verlaag bij een bereidingsduur langer dan 30
minuten de oventemperatuur met minimaal 3 - 10
minuten, afhankelijk van de bereidingsduur voordat
de kooktijd verstrijkt. De restwarmte in de oven
zorgt ervoor dat het gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om andere
maaltijden op te warmen.
36
Houd de onderbrekingen tussen het bakken zo kort
mogelijk als u een aantal gerechten tegelijkertijd
bereidt.
Bereiding met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de bereidingsfuncties met
hete lucht om energie te besparen.
Restwarmte
Bij sommige ovenfuncties worden, als een
programma met tijdselectie (Duur of Einde) in
werking is en de bereidingstijd langer is dan 30
minuten, de verwarmingselementen automatisch
eerder uitgeschakeld.
De lamp en ventilator blijven wel werken.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke temperatuurinstelling om
de restwarmte te gebruiken en een maaltijd warm te
houden. Het indicatielampje van de restwarmte of
temperatuur verschijnt op het display.
Koken met de verlichting uitgeschakeld
Schakel de verlichting tijdens het koken uit. Doe het
aan als u het nodig heeft.
MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool . Gooi
de verpakking in een geschikte afvalcontainer om
het te recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een correcte
manier het afval van elektrische en elektronische
apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de gemeente.
37
*
38
39
WWW.ZANUSSI.COM/SHOP
867352947-A-042019
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Zanussi ZKC48964XU Handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
Handleiding

Gerelateerde papieren