AEG CD710M Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

USER
MANUAL
NL Gebruiksaanwijzing
Combimagnetron
CD710M
KME761000B
KME761000M
KME761000W
KMK761000M
KMK761000W
KMM761000M
KMR761000M
KMR761000W
KMS761000M
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE.........................................................................................3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................................6
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT........................................................................8
4. BEDIENINGSPANEEL................................................................................................. 9
5. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT....................11
6. DAGELIJKS GEBRUIK................................................................................................11
7. MAGNETRONSTAND...............................................................................................15
8. KLOKFUNCTIES.........................................................................................................19
9. AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S..........................................................................20
10. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES.........................................................................21
11. EXTRA FUNCTIES....................................................................................................22
12. AANWIJZINGEN EN TIPS...................................................................................... 24
13. ONDERHOUD EN REINIGING...............................................................................41
14. PROBLEEMOPLOSSING.........................................................................................42
15. TECHNISCHE GEGEVENS..................................................................................... 44
16. ENERGIEZUINIGHEID.............................................................................................44
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen
om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het
leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht
niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er
optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
www.aeg.com
2
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt
door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik.
Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens
of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat
is heet.
Als het apparaat is voorzien van een kinderbeveiliging,
dan dient dit geactiveerd te worden.
Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet
worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de
werking van dit apparaat altijd uit te buurt worden
gehouden.
1.2
Algemene veiligheid
Alleen een erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren en de kabel vervangen.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U
dient op te passen dat u de verwarmingselementen
NEDERLANDS
3
niet aanraakt. Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de
buurt of onder permanent toezicht.
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
kookgerei te plaatsen of verwijderen.
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook
verricht, de stekker van het apparaat uit het
stopcontact trekken.
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat
u de lamp vervangt om elektrische schokken te
voorkomen.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe metalen schrapers om de glazen deur schoon
te maken, deze kunnen krassen veroorzaken op het
oppervlak, waardoor het glas zou kunnen breken.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant,
een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
te voorkomen.
Schakel het apparaat niet in als het leeg is. Metalen
delen in de ovenruimte kunnen elektrische vonken
veroorzaken.
Tijdens bereiding in de magnetron zijn geen metalen
voedselbakjes en drinkbekers toegestaan. Deze
vereiste is niet van toepassing als de fabrikant heeft
aangegeven dat het formaat en de vorm van het
metalen voorwerp geschikt is voor bereiding in de
magnetron.
Als de deur, scharnieren/handgrepen of
deurafdichtingen zijn beschadigd, mag het apparaat
niet worden gebruikt tot hij is gerepareerd door een
vakkundig persoon.
Alleen een vakkundig persoon kan onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden uitvoeren waarvoor de
afdekking moet worden verwijderd die beschermd
tegen blootstelling aan magnetronenergie.
www.aeg.com
4
Verwarm geen vloeistoffen of andere levensmiddelen
in afgesloten houders. Deze kunnen dan ontploffen.
Gebruik alleen hulpstukken die geschikt zijn voor
gebruik in de magnetron.
Let bij het opwarmen van voedsel in plastic of
papieren houders op het apparaat vanwege de
mogelijkheid tot zelfontbranding.
Het apparaat is bedoeld voor het opwarmen van
voedsel en dranken. Het drogen van levensmiddelen
of kleding en het opwarmen van warmhoudpads,
slippers, sponzen, vochtige doekjes en dergelijke kan
leiden tot letsel, zelfontbranding of brand.
Als rook wordt waargenomen, zet dan het apparaat uit
of trek de stekker uit het stopcontact en houd de deur
gesloten om vlammen te doven.
Het in de magnetron opwarmen van dranken kan
ertoe leiden dat het langer duurt voordat het
kookpunt wordt bereikt. Pas op als u de houder uit de
magnetron haalt.
De inhoud van melkflesjes en potjes babyvoeding
moet worden geroerd of geschud en de temperatuur
moet voor consumptie worden gecontroleerd om
brandwonden te voorkomen.
Eieren in de schaal en hele hardgekookte eieren
mogen niet in het apparaat worden opgewarmd
omdat ze dan kunnen ontploffen, zelfs nadat de
magnetronverwarming is beëindigd.
Het apparaat moet regelmatig worden gereinigd en
voedselresten dienen te worden verwijderd.
Het niet schoonhouden van het apparaat kan leiden
tot beschadigingen aan het oppervlak hetgeen weer
een negatief effect kan hebben op de levensduur van
het apparaat wat weer kan leiden tot een gevaarlijke
situatie.
NEDERLANDS
5
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen
beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Wees altijd voorzichtig bij het
verplaatsen van het apparaat omdat
het zwaar is. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten
schoeisel.
Trek het apparaat nooit aan de
handgreep van zijn plaats.
Houd de minimumafstand naar
andere apparaten en units in acht.
Zorg ervoor dat het apparaat onder
en naast veilige installaties wordt
geïnstalleerd.
De zijkanten van het apparaat moeten
naast apparaten of units staan van
dezelfde hoogte.
Het apparaat is uitgerust met een
elektrisch koelsysteem. Het heeft
elektrische stroom nodig.
2.2 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd
elektromonteur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt. Indien de
voedingskabel moet worden
vervangen, dan moet dit gebeuren
door onze Klantenservice.
Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat,
met name niet als deze heet is.
De schokbescherming van delen
onder stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden
bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op
een losse stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-
apparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen
moeten uit de houder worden
verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor
het apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
Dit apparaat voldoet aan de EU-
richtlijnen.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel,
brandwonden, elektrische
schokken of een explosie.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na
gebruik uit.
www.aeg.com
6
Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het
apparaat aan staat. Er kan hete lucht
ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Oefen geen kracht uit op een
geopende deur.
Het apparaat mag niet worden
gebruikt als werkblad of aanrecht.
Open de deur van het apparaat
voorzichtig. Als u alcoholische
toevoegingen gebruikt, kan er
alcohol-luchtmengsel ontstaan.
Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
Plaats geen ontvlambare producten
of gerechten die vochtig zijn gemaakt
met ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
De magnetronfunctie mag niet
worden gebruikt om de oven voor te
verwarmen.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
Om schade of verkleuring van het
email te voorkomen:
leg geen aluminiumfolie op de
bodem van de ruimte in het
apparaat.
plaats geen water direct in het
hete apparaat.
haal vochthoudende schotels en
eten uit het apparaat als u klaar
bent met koken.
wees voorzichtig bij het
verwijderen of bevestigen van
accessoires.
Verkleuring van het email of roestvrij
staal is niet van invloed op de werking
van het apparaat.
Gebruik een diepe pan voor vochtige
taarten. Fruitsappen kunnen
permanente vlekken maken.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
om mee te koken. Het mag niet
worden gebruikt voor andere
doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
Alle bereidingen moeten worden
uitgevoerd met gesloten ovendeur.
Als het apparaat achter een
meubelpaneel gemonteerd is (bijv.
een deur), zorg er dan voor dat de
deur nooit gesloten is als het
apparaat in werking is. Warmte en
vocht kunnen achter een gesloten
meubelpaneel ophopen en schade
aan het apparaat, de behuizing of de
vloer veroorzaken. Sluit het
meubelpaneel niet tot het apparaat
volledig afgekoeld is na gebruik.
2.4 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en
schade aan het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is
afgekoeld. Er bestaat een risico dat
de glasplaten kunnen breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem
contact op met een erkend
servicecentrum.
Wees voorzichtig als u de deur van
het apparaat verwijdert. De deur is
zwaar!
Zorg ervoor dat de ovenruimte en de
deur na elk gebruik worden
afgeveegd. Stoom geproduceerd
tijdens de werking van het apparaat
condenseert op de wanden en kan
roest veroorzaken.
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Vet en voedsel dat in het apparaat
achterblijft kan brand en een
vlamboog veroorzaken als de
magnetronfunctie in werking wordt
gezet.
Reinig het apparaat met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
Raadpleeg, als u een ovenspray
gebruikt, eerst de aanwijzingen op de
verpakking.
NEDERLANDS
7
Reinig niet het katalytisch email
(indien van toepassing) met een
schoonmaakmiddel.
2.5 Binnenverlichting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken!
De gloeilampen of halogeenlampen
in dit apparaat zijn uitsluitend
bedoeld voor gebruik in
huishoudelijke apparaten. Gebruik
deze niet voor andere doeleinden.
Voordat u het lampje vervangt, dient
u de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.6 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om
te voorkomen dat kinderen of
huisdieren binnen in het apparaat vast
komen te zitten.
2.7 Servicedienst
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Algemeen overzicht
1 2
8
4
3
1
2
3
6
4
5
7
1
Bedieningspaneel
2
Elektronische tijdschakelklok
3
Verwarmingselement
4
Magnetrongenerator
5
Lampje
6
Ventilator
7
Verwijderbare inschuifrail
8
Roosterhoogtes
www.aeg.com8
3.2 Accessoires
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Grill-/braadpan
Voor braden en roosteren of als pan om
vet op te vangen
4. BEDIENINGSPANEEL
4.1 Elektronische tijdschakelklok
21 3 4 5 8 9 10 1176
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen.
Tiptoets Functie Opmerking
1
- Weergave Toont de huidige instellingen van het apparaat.
2
AAN / UIT Het apparaat in- en uitschakelen.
3
Verwarmingsfunc-
ties of Kook- En
Bakassistent
Raak om een verwarmingsfunctie of het menu te
kiezen de tiptoets eenmaal aan: Kook- En Bakas-
sistent. Raak de tiptoets weer aan om tussen de
menu's te schakelen: Verwarmingsfuncties, Kook-
En Bakassistent. Raak het veld 3 seconden aan om
het licht in of uit te schakelen.
NEDERLANDS 9
Tiptoets Functie Opmerking
4
Magnetronfunctie Het inschakelen van de magnetronfunctie. Te ge-
bruiken als het apparaat is uitgeschakeld. Wan-
neer u de magnetron gebruikt met de functie:
Duur gedurende meer dan 7 minuten en in de
Combi-stand, kan het vermogen niet hoger zijn
dan 600 W.
5
Temperatuurkeu-
ze
Om de temperatuur in te stellen of om de huidige
temperatuur in het apparaat te tonen. Raak het
veld 3 seconden aan om de functie in of uit te
schakelen: Snel opwarmen.
6
Toets omlaag Omlaag gaan in het menu.
7
Toets omhoog Omhoog gaan in het menu.
8
OK/Magnetron
snelle start
De selectie of instelling bevestigen. Het inschake-
len van de magnetronfunctie. Te gebruiken als het
apparaat is uitgeschakeld.
9
Toets op de ach-
terkant
Om één niveau terug te gaan in het menu. Raak
het veld 3 seconden aan om het hoofdmenu weer
te geven.
10
Tijd en overige
functies
Verschillende functies instellen. Als een verwarm-
functie in werking is, raakt u de tiptoets aan om de
timer of de functies in te stellen: Toetsblokkering,
Favoriet, Heat+Hold, Set + Go.
11
Kookwekker Om de volgende functie in te stellen: Kookwekker.
4.2 Display
A
DE
B C
A. Verwarmingsfunctie of
magnetronfunctie
B. Instellen dagtijd
C. Indicatielampje bij voorverwarmen
D. Temperatuur of vermogen in de
magnetron
E. Duur of eindtijd van een functie
Andere indicaties op het display:
Symbool Functie
Kookwekker De functie werkt.
Instellen dagtijd Het display geeft de huidige tijd aan.
www.aeg.com10
Symbool Functie
Duur Het display geeft de benodigde kook-
tijd weer.
Eindtijd Het display geeft aan wanneer de
kooktijd voorbij is.
Huishoudelijk Het display toont de temperatuur.
Tijdsindicatie Er wordt weergegeven hoe lang een
verwarmingsfunctie in werking is. Druk
tegelijkertijd op en om de tijd
te resetten.
Controlelampje bij voor-
verwarmen
Het display geeft de temperatuur in
het apparaat aan.
Indicatielampje Snelver-
hitting
De functie is actief. Het verkort de op-
warmtijd.
Automatisch Wegen Het display geeft weer dat het auto-
matische weegsysteem actief is of dat
het gewicht kan worden gewijzigd.
Heat+Hold De functie is actief.
5. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE
KEER GEBRUIKT
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 Eerste reiniging
Verwijder all accessoires en
verwijderbare inschuifrails uit de oven.
Zie het hoofdstuk
'Onderhoud en reiniging'.
Reinig de oven en accessoires voor het
eerste gebruik.
Zet de accessoires en verwijderbare
inschuifrails terug in de beginstand.
5.2 Eerste aansluiting
Wanneer u het apparaat op het
stopcontact aansluit of na een
stroomstoring moet u de taal, het
contrast, de helderheid en de tijd
instellen.
1. Druk op of om de waarde in
te stellen.
2. Druk op om te bevestigen.
6. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Door de menu's navigeren
1. Schakel het apparaat in.
2. Druk op of om de menu-
optie te selecteren.
NEDERLANDS 11
3. Druk op om naar het submenu te
gaan of de instelling te accepteren.
U kunt te allen tijde
terugkeren naar het
hoofdmenu met .
6.2 Een overzicht van de menu's
Hoofdmenu
Sym-
bool
Menu-item Applicatie
Verwarmingsfuncties Bestaat uit een lijst met verwarmingsfuncties.
Kook- En Bakassistent Bestaat uit een lijst met automatische program-
ma's.
Basis Instellingen Wordt gebruikt voor het instellen van de appa-
raatconfiguratie.
Favoriet Bestaat uit een lijst met favoriete bereidingspro-
gramma's die door de gebruiker zijn gemaakt.
Speciaal Bestaat uit een lijst met extra verwarmingsfunc-
ties.
Submenu voor: Basis Instellingen
Sym-
bool
Submenu Beschrijving
Instellen dagtijd Stel de dagtijd in.
Tijdisindicatie Als het apparaat AAN staat, geeft het display de
huidige tijd weer wanneer u het apparaat uitscha-
kelt.
Snel opwarmen Indien AAN verkort de functie de opwarmtijd.
Set + Go Om een functie in te stellen en later te activeren
door op een symbool op het bedieningspaneel te
drukken.
Heat+Hold Houdt het bereide voedsel warm gedurende 30
minuten nadat de kookcyclus voltooid is.
Verleng Tijd Schakelt de functie Tijd verlengen in en uit.
Contrast Pas het contrast van het display in stappen aan.
Helderheid Pas de helderheid van het display in stappen aan.
Taal Stelt de taal voor het display in.
Geluidsvolume Pas het volume van de druktonen en signalen
stapsgewijs aan.
www.aeg.com12
Sym-
bool
Submenu Beschrijving
Toetsvolume Schakelt de toon van de aanraakvelden aan en
uit. Het geluid van de tiptoets AAN/UIT kan niet
worden uitgeschakeld.
Alarmtoon Schakelt de alarmtoon in en uit.
DEMO-modus Activerings-/deactiveringscode: 2468
Service Toont de softwareversie en -configuratie.
Fabrieksinstelling Zet alle instellingen terug op de fabrieksinstelling.
6.3 Verwarmingsfuncties
Verwarmingsfunctie Applicatie
Multi Hetelucht Om op 2 rekstanden te bakken en tegelijk voed-
sel te drogen.Stel de temperatuur 20 - 40°C lager
in dan voor de functie: Boven + onderwarmte.
Pizza Hetelucht Om gerechten op één niveau te bakken met in-
tensief bruineren en een krokantere korst. Stel de
temperatuur 20 - 40°C lager in dan voor de func-
tie: Boven + onderwarmte.
Boven + onderwarmte
(Boven-/Onderwarmte)
Voor het bakken en braden op een ovenniveau.
Bevroren Gerechten Om kant-en-klaar-gerechten zoals patat, aardap-
pelpartjes of loempia's krokant te maken.
Grill Om plat voedsel te grillen en brood te roosteren.
Circulatiegrill Voor het bakken van taarten met een knapperige
bodem en het inmaken van voedsel.
Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een knapperige
bodem en het inmaken van voedsel.
De verlichting kan tijdens
sommige ovenfuncties
automatisch uitschakelen als
de temperatuur onder de 60
°C komt.
NEDERLANDS 13
6.4 Speciaal
Verwarmingsfunctie Applicatie
Warmhouden Om het voedsel warm te houden.
Borden Warmen Om borden voor het serveren op te warmen.
Inmaken Voor de inmaak van groenten zoals augurken.
Drogen Voor het drogen van gesneden fruit (zoals appels,
pruimen, perziken) en groenten (zoals tomaten,
courgette of champignons).
Deeg Laten Rijzen Voor het beheerst laten rijzen van deeg voordat
het wordt gebakken.
Lage Temperatuur Ga-
ren
Voor het bereiden van mals en sappig braadvlees.
Brood Om brood te bakken.
Ontdooien Deze functie kan gebruikt worden om bevroren
voedsel te ontdooien zoals groente en fruit. De
ontdooitijd hangt af van de hoeveelheid en dikte
van het voedsel.
6.5 Een verwarmingsfunctie
starten
1. Schakel het apparaat in.
2. Selecteer het menu:
Verwarmingsfuncties.
3. Druk op om te bevestigen.
4. Selecteer een ovenfunctie.
5. Druk op om te bevestigen.
6. Stel de temperatuur in.
7. Druk op om te bevestigen.
6.6 Controlelampje bij
voorverwarmen
Wanneer u een verwarmingsfunctie
inschakelt, gaat het balkje op het display
branden. Het balkje geeft aan dat de
oventemperatuur toeneemt. Als de
temperatuur bereikt is, zoemt de zoemer
3 maal en knippert de balk om
vervolgens te verdwijnen.
6.7 Indicatielampje
Snelverhitting
Deze functie verkort de opwarmtijd.
Leg geen voedsel in de oven
wanneer de functie Snel
opwarmen is ingeschakeld.
Als u de functie wilt activeren, houdt u
3 seconden ingedrukt. Het
indicatielampje voorverwarmen wisselt.
6.8 Restwarmte
Wanneer u de oven uitschakelt, geeft het
display de restwarmte aan. U kunt de
warmte gebruiken om het eten warm te
houden.
www.aeg.com
14
7. MAGNETRONSTAND
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Magnetronaanbevelingen
LET OP!
Stel de oven nooit in
werking als er zich geen
voedsel in bevindt.
Plaats het voedsel in de oven zonder
enig verpakkingsmateriaal. De
verpakte kant-en-klaar-maaltijden
kunnen alleen in de oven worden
geplaatst als de verpakking
magnetronbestendig is (raadpleeg de
informatie op de verpakking).
Leg het voedsel op een bord en zet
het als u de magnetronfunctie
gebruikt op de bodem van de ruimte.
Meer
Bereid voedsel afgedekt. Bereid
voedsel slechts zonder het te
bedekken als u een korst wilt
behouden.
Zorg dat u de gerechten niet te lang
kookt, door het vermogen en de tijd
te hoog in te stellen. Het voedsel kan
uitdrogen, aanbranden of brand
veroorzaken.
Gebruik de oven niet om eieren in
hun schaal en slakken met huisje te
bereiden, omdat deze kunnen
barsten. Prik het eigeel van gebakken
eieren in voordat ze worden
opgewarmd.
Prik voedsel met huid of schil diverse
malen in met een vork voordat u het
bereidt.
Snij groenten in stukjes van gelijke
grootte.
Roer vloeibare gerechten zo nu en
dan door.
Roer het voedsel voor het opdienen
door.
Nadat u de oven uitschakelt, neemt u
het voedsel uit en laat u het een
aantal minuten staan. Zie het
hoofdstuk 'Nuttige aanwijzingen en
tips'.
Ontdooien
Plaats het bevroren, uitgepakte
voedsel op een klein omgekeerd
bord met een bakje eronder of op
een ontdooirek of plastic zeef, zodat
de dooivloeistof kan weglopen.
Verwijder telkens de stukken die zijn
ontdooid.
U kunt een hoger
magnetronvermogen gebruiken om
fruit en groenten te bereiden zonder
ze eerst te ontdooien.
7.2 Geschikt kookgerei en materialen
Gebruik in de magnetron alleen kookgerei en materiaal dat hiervoor bestemd is.
Gebruik onderstaande tabel als referentie.
Materiaal van de pannen Magnetron Verwarm-
functie
+magnetron
Ontdooi-
en
Verwar-
ming
Meer
Ovenbestendig glas en porselein
zonder metalen onderdelen, bijv. hit-
tebestendig glas
Niet-ovenbestendig glas en porse-
lein
1)
X X X
NEDERLANDS 15
Materiaal van de pannen Magnetron Verwarm-
functie
+magnetron
Ontdooi-
en
Verwar-
ming
Meer
Glas en glaskeramiek van ovenbe-
stendig / diepvriesbestendig materi-
aal
Keramisch
2)
, aardewerk
2)
X
Keramiek, porselein en aardewerk
met ongeglazuurde onderkant of met
kleine gaatjes, bijv. op handvaten
X X X X
Hittebestendig plastic tot 200 °C
3)
X
Karton, papier X X X
Huishoudfolie X X X
Bakpapier met magnetronveilige af-
dichting
3)
X
Ovenschotels gemaakt van metaal,
d.w.z. emaille, gietijzer
X X X
Bakvormen, zwarte lak of siliconen-
laag
3)
X X X
Bakplaat X X X
4)
Bakrooster X X X
5)
Kookgerei voor magnetrongebruik,
bijv. pan voor knapperige gerechten
X X
1)
Zonder zilveren, gouden, platinum of metalen laag/versieringen
2)
Zonder quartz of metalen onderdelen, of glas dat metalen bevat
3)
U dient de instructies van de fabrikant over de maximum temperaturen na te leven
4)
Bereid op een bakplaatniveau.
5)
Bereid op een bakplaatniveau.
7.3 Tips voor de magnetron
Resultaat Oplossing
U kunt de gegevens over de hoeveel-
heid voedselbereiding niet vinden.
Vind details voor gelijkaardige soorten voedsel.
Verhoog of verlaag de bereidingstijd aan de
hand van deze richtlijn: verdubbel de hoeveel-
heid - ca. verdubbeling van de bereidingstijd, hal-
veer de hoeveelheid - halveer de tijd.
www.aeg.com16
Resultaat Oplossing
Het voedsel is na bereiding te droog. Stel een kortere bereidingstijd in of selecteer een
lagere magnetronstand en bedek het voedsel
met een geschikt materiaal voor gebruik in een
magnetron.
Het eten is nog steeds niet ontdooid,
heet of gekookt nadat de bereidings-
tijd is verstreken.
Stel een langere bereidingstijd in of selecteer een
hoger magnetronvermogen. Denk eraan dat voor
grotere gerechten er een langere bereidingstijd
nodig is. Roer het voedsel om tijdens de berei-
ding.
Als de bereidingstijd is verstreken, is
het eten aan de rand verbrand, maar
in het midden nog steeds niet gaar.
Kies de volgende keer een lager vermogen en
een langere bereidingstijd. Roer vloeistoffen hal-
verwege de bereidingstijd even door, bijv. soe-
pen.
Overige zaken om rekening mee te
houden...
Voedsel heeft verschillende vormen
en eigenschappen. Het wordt bereid
in verschillende hoeveelheden. Om
deze reden kan de benodigde tijd en
het vermogen voor ontdooien,
verwarmen of bereiden variëren. Als
grove richtlijn: dubbele hoeveelheid
- ca. dubbele bereidingstijd.
De magnetron creëert de warmte
direct in het voedsel. Daarom kunnen
niet alle plaatsen tegelijkertijd worden
verwarmd. U dient de verwarmde
schotels te roeren en draaien, in het
bijzonder bij grotere hoeveelheden
voedsel.
De rusttijd wordt in de tabellen
gegeven. Laat het eten rusten, in het
apparaat of erbuiten, zodat de
warmte gelijkmatiger wordt verdeeld.
Pas het vermogen aan naargelang de
hoeveelheid voedsel. Een hoog
vermogen kan een kleine hoeveelheid
voedsel doen aanbranden of vonken
opwekken als u de accessoires
gebruikt.
U krijgt betere resultaten met rijst als
u een platte, brede schaal gebruikt.
7.4 Magnetronfuncties
Functies Omschrijving
Magnetron Creëert de warmte direct in het eten. Gebruik de magnetron voor
het verwarmen van kant-en-klare maaltijden en drankjes, het ont-
dooien van vlees of fruit en het bereiden van groenten en vis.
Combi Gebruik het om de verwarmingsfunctie en de magnetronmodus te-
gelijkertijd te gebruiken. Om gerechten korter te bereiden en tege-
lijkertijd een bruin korstje te geven.
Het maximum vermogen voor deze functie is 600 W
Snelle start Voor het inschakelen van de magnetronfunctie wanneer het appa-
raat uit staat. Met een druk op het symbool wordt het maximale
vermogen van de magnetron gebruikt. Werkt: 30 seconden inge-
drukt
NEDERLANDS 17
7.5 De magnetronfunctie
instellen
1. Schakel het apparaat in.
2. Gebruik om de magnetronfunctie
in te schakelen.
3. Tik op . De functie: Duur wordt
ingesteld op 30 seconden en de
magnetron gaat in werking.
Elke keer dat u aanraakt,
worden er 30 seconden aan
de duur van de magnetron
toegevoegd. Duur.
Als u niet aanraakt,
schakelt het apparaat na 20
seconden uit.
4. Tik op om de volgende functie in
te stellen: Duur. Zie de paragraaf
"De klok instellen".
Wanneer de tijd van de
functie: Duur langer is dan 7
minuten, wordt het
vermogen van de
magnetron verlaagd naar
600 W.
De maximale tijdinstelling
van de functie: Duur is 90
minuten.
U kunt het
magnetronvermogen
wijzigen (tik op en dan op
of ) en de functie:
Duur
als de magnetron in
werking is.
5. Wanneer de ingestelde tijd is
verlopen, weerklinkt er gedurende 2
minuten een geluidssignaal. De
magnetronfunctie wordt automatisch
uitgeschakeld. Druk op een symbool
om het geluidssignaal uit te zetten.
Raak om de
magnetronfunctie uit te
zetten aan.
Als u aanraakt of de deur
opent, stopt de functie. Raak
om deze weer te starten
aan.
7.6 De Combi-functie instellen
1. Schakel de verwarmfuntie in.
Raadpleeg “Verwarmingsfunctie
starten”.
2. Raak
aan en volg dezelfde
stappen als bij het instellen van de
magnetronfunctie.
Voor bepaalde functies start
de magnetronfunctie zodra
de ingestelde temperatuur
wordt bereikt.
Functies niet beschikbaar bij de Combi-
functie: Favoriet, Eindtijd, Set + Go, Heat
+Hold.
7.7 De snelstartfunctie
instellen
1.
Raak indien nodig aan om het
apparaat uit te schakelen.
2. Raak aan om de snelle start-functie
in te schakelen.
Elke keer als u aanraakt, worden er 30
seconden aan de Duur toegevoegd.
U kunt het
magnetronvermogen
wijzigen (raadpleeg
“Magnetronfunctie
instellen”).
3. Tik op om de duurtijd in te stellen
voor de functie: Duur. Zie de
paragraaf "De klok instellen".
7.8 Voorbeelden van
kooktoepassingen voor de
instellingen van het vermogen
De gegevens in de volgende tabel
dienen slechts als richtlijn.
www.aeg.com
18
Instelling vermogen Gebruik
1000 Watt
900 Watt
800 Watt
700 Watt
Verwarmen van vloeistof
Dichtschroeien aan het begin van het kookproces
Koken van groenten
600 Watt
500 Watt
Ontdooien en verwarmen van bevroren maaltijden
Verwarmen van een maaltijd op een bord
Stoofpot sudderen
Eiergerechten koken
400 Watt
300 Watt
Maaltijden door laten koken
Delicaat voedsel koken
Verwarmen van babyvoeding
Rijst laten sudderen
Delicaat voedsel verwarmen
Smelten van kaas, chocolade, boter
200 Watt
100 Watt
Ontdooien van vlees, vis
Ontdooien van kaas, room en boter
Ontdooien van fruit en gebak
Ontdooien van brood
8. KLOKFUNCTIES
8.1 Tabel met klokfuncties
Klokfunctie Toepassing
Kookwekker Om een afteltijd in te stellen (max. 2 uur en
30 minuten). Deze functie heeft geen invloed
op de werking van het apparaat. Ook te ge-
bruiken als het apparaat is uitgeschakeld.
Gebruik om de functie in te schakelen.
Druk op of om de minuten in te stel-
len en op
om te starten.
Duur Om de lengte van een bepaalde actie te be-
palen (max. 23h 59 min.).
Eindtijd Voor het instellen van de uitschakeltijd van
een verwarmingsfunctie (max. 23 uur en 59
min).
Als u de tijd voor een klokfunctie instelt,
begint het aftellen van de tijd na 5
seconden.
NEDERLANDS 19
Als u de klokfuncties: Duur,
Eindtijd, schakelt het
apparaat de warmte-
elementen na 90 % van de
ingestelde tijd uit. Het
apparaat gebruikt de
restwarmte om het
kookproces voor te zetten
totdat de tijd is verstreken (3
- 20 minuten).
8.2 De klokfuncties instellen
Alvorens u de functies: Duur,
Eindtijd, moet u een
verwarmingsfunctie en
temperatuur instellen. Het
apparaat wordt automatisch
uitgeschakeld.
U kunt de functies: Duur en
Eindtijd tegelijkertijd
gebruiken als u wilt dat het
apparaat op een later
tijdstip wordt geactiveerd of
juist uitgezet.
1. Stel de verwarmingsfunctie in.
2. Druk herhaaldelijk op
totdat het
display de benodigde klokfunctie en
het bijhorende symbool weergeeft.
3. Druk op or om de gewenste
tijd in te stellen.
4. Druk op om te bevestigen.
Wanneer de tijd is verstreken, klinkt er
een geluidssignaal. Het apparaat wordt
uitgeschakeld. Op het display verschijnt
een melding.
5. Druk op een symbool om het signaal
uit te zetten.
8.3 Heat+Hold
Voorwaarden voor de functie:
De ingestelde temperatuur is hoger
dan 80 °C.
De functie: Duur wordt ingesteld.
De functie: Heat+Hold houdt het
voorbereide gerecht gedurende 30
minuten warm op 80 °C. Deze functie
wordt ingeschakeld wanneer de bak- of
braadprocedure is geëindigd.
U kunt de functie in- of uitschakelen in
het menu: Basis Instellingen.
1. Schakel het apparaat in.
2. Selecteer de verwarmingsfunctie.
3. Stel de temperatuur boven 80 °C in.
4. Druk herhaaldelijk op tot het
display toont: Heat+Hold.
5.
Druk op
om te bevestigen.
Wanneer de functie is voltooid, klinkt er
een geluidssignaal.
De functie blijft aan staan als u de
verwarmingsfuncties verandert.
8.4 Verleng Tijd
De functie: Verleng Tijd zorgt dat de
verwarmingsfunctie door blijft gaan als
de Duur is geëindigd.
Van toepassing op alle
verwarmingsfuncties met
Duur of Automatisch
Wegen.
1. Wanneer de bereidingstijd is
voltooid, klinkt er een geluidssignaal.
Druk op een willekeurig symbool.
Op het display wordt het bericht
weergegeven.
2. Druk op
om te activeren of om
te annuleren.
3. Stel de lengte van de functie in.
4. Druk op .
9.
AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
www.aeg.com20
9.1 Online recepten
Op onze website vindt u de
recepten voor de
automatische programma's
van dit apparaat. Om het
juiste Receptenboek te
vinden, controleer het
productnummer op het
classificatieplaatje op de
voorzijde van het frame van
de binnenkant van het
apparaat.
9.2 Kook- En Bakassistent met
Receptenautomaat
Dit apparaat bevat een serie recepten
die u kunt gebruiken. De recepten
kunnen niet worden gewijzigd.
1. Schakel het apparaat in.
2. Selecteer het menu: Kook- En
Bakassistent. Druk op om te
bevestigen.
3. Selecteer de categorie en het
gerecht. Druk op om te
bevestigen.
4. Een recept selecteren. Druk op om
te bevestigen.
Bij gebruik van de functie:
Handmatig, gebruikt het
apparaat de automatische
instellingen. U kunt ze
veranderen, net als bij
andere functies.
9.3 Kook- En Bakassistent met
Automatisch Wegen
Deze functie berekent automatisch de
braadtijd. Als u de functie wilt gebruiken,
moet u het gewicht van het gerecht
instellen.
1. Schakel het apparaat in.
2. Selecteer het menu: Kook- En
Bakassistent. Druk op om te
bevestigen.
3. Selecteer de categorie en het
gerecht. Druk op om te
bevestigen.
4. Tik op of om het gewicht van
het gerecht in te stellen. Druk op
om te bevestigen.
Het automatische programma start.
5. U kunt het gewicht te allen tijde
wijzigen. Tik op
of om de
letter te wijzigen.
6. Wanneer de tijd is verstreken, klinkt
er een geluidssignaal. Druk op een
symbool om het geluidsignaal uit te
zetten.
Bij sommige programma's
moet het voedsel na 30
minuten worden gekeerd.
Op het display verschijnt
een herinnering.
10. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
10.1 De accessoires plaatsen
Gebruik uitsluitend geschikt kookgerei
en materiaal.
WAARSCHUWING!
Zie hoofdstuk
"magnetronmodus".
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de
geleidestangen van de roostersteun en
zorg ervoor dat de pootjes omlaag staan.
NEDERLANDS 21
Bakplaat / Diepe pan:
Schuif de bakplaat / diepe pan tussen de
geleidestangen van de roostersteun.
Bakrooster en bakplaat / diepe pan
samen:
Plaats de bakplaat / diepe pan tussen de
geleiders van de inschuifrails en het
bakrooster op de geleiders erboven.
Kleine inkepingen bovenaan
verhogen de veiligheid.
Deze inkepingen zorgen er
ook voor dat ze niet
omkantelen. De hoge rand
rond het rooster voorkomt
dat het kookgerei van het
rooster afglijdt.
11. EXTRA FUNCTIES
11.1 Favoriet
U kunt uw favoriete instellingen als duur,
temperatuur of verwarmingsfunctie
opslaan. De instellingen zijn beschikbaar
in het menu: Favoriet. U kunt 20
programma's opslaan.
U kunt Magnetron- en
magnetron-combifuncties
niet opslaan als favorieten.
Een programma opslaan
1. Schakel het apparaat in.
2. Stel een verwarmingsfunctie of een
automatisch programma in.
3. Raak herhaaldelijk aan totdat het
display het volgende weergeeft:
OPSLAAN.
4.
Druk op
om te bevestigen.
Het display geeft de eerste vrije
geheugenpositie weer.
5.
Druk op
om te bevestigen.
6. Voer de naam van het programma in.
De eerste letter knippert.
7. Tik op of om de letter te
wijzigen.
8. Druk op .
De volgende letter knippert.
9. Herhaal stap 7 indien nodig.
10. Druk op en houdt de knop
ingedrukt om op te slaan.
U kunt een geheugenpositie
overschrijven. Wanneer het display de
eerste vrije geheugenpositie aangeeft,
tik op of en druk op om een
bestaand programma te overschrijven.
U kunt de naam van een programma
wijzigen in het menu: Wijzig
Programmanaam.
Het programma inschakelen
1. Schakel het apparaat in.
2. Selecteer het menu: Favoriet.
3.
Druk op
om te bevestigen.
4. Selecteer de naam van uw favoriete
programma.
5.
Druk op
om te bevestigen.
www.aeg.com
22
11.2 Gebruik van het
Kinderslot
Als het Kinderslot aanstaat, kan het
apparaat niet per ongeluk worden
geactiveerd.
1. Raak aan om het display in te
schakelen.
2. Druk tegelijkertijd op en totdat
het display een bericht weergeeft.
Om het Kinderslot te deactiveren,
herhaal stap 2.
11.3 Toetsblokkering
Deze functie voorkomt dat een
verwarmingsfunctie per ongeluk wordt
ingeschakeld. U kunt de functie alleen
inschakelen als het apparaat in werking
is.
1. Schakel het apparaat in.
2. Stel de verwarmingsfunctie of -
instelling in.
3. Druk herhaaldelijk op
tot het
display toont: Toetsblokkering.
4. Druk op om te bevestigen.
Druk om de functie uit te schakelen op
. Op het display verschijnt een
melding. Druk herhaaldelijk op
en
vervolgens op om te bevestigen.
Als u het apparaat
uitschakelt, wordt de functie
ook uitgeschakeld.
11.4 Set + Go
Met deze functie kunt u een
verwarmingsfunctie (of programma)
instellen en later met een aanraking van
een symbool gebruiken.
1. Schakel het apparaat in.
2. Stel de verwarmingsfunctie in.
3. Druk herhaaldelijk op tot het
display het volgende toont: Duur.
4. Stel de tijd in.
5. Druk herhaaldelijk op
tot het
display het volgende toont: Set +
Go.
6.
Druk op om te bevestigen.
Druk op een symbool (behalve voor )
om de functie te starten: Set + Go. De
ingestelde verwarmingsfunctie start.
Wanneer de verwarmingsfunctie is
voltooid, klinkt er een geluidssignaal.
Toetsblokkering is aan
wanneer de
verwarmingsfunctie actief
is.
Het menu: Basis
Instellingen stelt u in
staat de volgende functie
in en uit te schakelen: Set
+ Go.
11.5 Automatische
uitschakeling
Om veiligheidsredenen schakelt het
apparaat na bepaalde tijd automatisch
uit als er een ovenfunctie in werking is en
u geen instellingen wijzigt.
Temperatuur (°C) Uitschakeltijd (u)
30 - 115 12.5
120 - 195 8.5
200 - 230 5.5
De Automatische
uitschakeling werkt niet met
de functies:
Binnenverlichting, Duur,
Eindtijd.
11.6 Helderheid van het
display
Er zijn twee standen voor de helderheid
van het display:
Helderheid 's nachts - wanneer het
apparaat uit staat, is de helderheid
van het display tussen 22:00 en 06:00
lager.
Helderheid overdag:
als het apparaat aan staat.
als u tijdens helderheid 's nachts
een symbool aanraakt (behalve
AAN/UIT), keert het display
gedurende 10 seconden terug
naar helderheid voor overdag.
NEDERLANDS
23
als het apparaat uit staat en u de
volgende functie hebt ingesteld:
Kookwekker. Wanneer de functie
eindigt, keert het display terug
naar helderheid voor 's nachts.
11.7 Koelventilator
Als de oven in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van de oven koel te
houden. Na het uitschakelen van de
oven blijft de ventilatie doorgaan totdat
de oven is afgekoeld.
12. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
De temperaturen en
baktijden in de tabellen zijn
slechts als richtlijn bedoeld.
Deze zijn afhankelijk van de
recepten en de kwaliteit en
de hoeveelheid van de
gebruikte ingrediënten.
12.1 Nuttige tips voor speciale
opwarmfuncties van de oven
Warmhouden
Gebruik deze functie om voedsel warm
te houden.
De temperatuur wordt automatisch
ingesteld op 80°C.
Borden Warmen
Voor het verwarmen van borden en
schalen.
Verdeel de borden en schalen
gelijkmatig over het ovenrek. Verplaats
de stapels halverwege de
verwarmingstijd (boven- en onderkant
omwisselen).
De automatische temperatuur is 70 °C.
Aanbevolen rekstand: 3.
Deeg Laten Rijzen
U kunt deze automatische functie
gebruiken voor elk gistdeeg. Het zorgt
voor de juiste atmosfeer om het te laten
rijzen. Plaats het deeg in een kom die
groot genoeg is voor het gerezen deeg
en bedek de kom met een natte
keukenhanddoek of plastic folie Plaats
een bakrooster op niveau één en schuif
de schaal erin. Sluit de deur en stel de
functie in op deeg rijzen. Deeg Laten
Rijzen. Stel de benodigde tijd in.
12.2 Bakken
Uw oven kan anders bakken of
roosteren dan de oven die u tot nu
toe gebruikt heeft. Pas uw normale
instellingen zoals temperatuur,
gaartijd en ovenniveau aan de
tabelwaarden aan.
Gebruik de eerste keer de laagste
temperatuur.
Als u voor een speciaal recept de
instelling niet kunt vinden, zoek dan
naar een soortgelijk recept.
Bij het bereiden van cake op
meerdere niveaus kan de baktijd ca.
10 - 15 minuten langer zijn.
Als de cake niet overal even hoog is,
wordt de cake in het begin van het
bakproces niet overal even bruin.
Verander in dit geval de
temperatuurinstelling niet. De
verschillen verminderen tijdens het
bakproces.
Tijdens het bakken kunnen bakplaten
in de oven vervormen. Wanneer de
bakplaten afkoelen, verdwijnt de
vervorming.
www.aeg.com
24
12.3 Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de cake is
niet voldoende gebruind.
De rekstand is incorrect. Plaats de cake op een lagere
rekstand.
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
De oventemperatuur is te
hoog.
De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de baktem-
peratuur lager in.
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
Te korte baktijd. Baktijd verlengen. U kunt de
baktijd niet verlagen door
een hogere temperatuur in
te stellen.
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
Er zit te veel vloeistof in het
mengsel.
Minder vocht gebruiken. Let
op de kneedtijden, vooral bij
het gebruik van keukenma-
chines.
De cake is te droog. De oventemperatuur is te
laag.
De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de baktem-
peratuur hoger in.
De cake is te droog. Te lange baktijd. De volgende keer dat u een
cake bakt, gebruikt u een
kortere baktijd.
De cake wordt ongelijkmatig
bruin.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te kort.
De baktemperatuur lager in-
stellen en de baktijd verlen-
gen.
De cake wordt ongelijkmatig
bruin.
Het deeg is niet gelijkmatig
verdeeld.
Verdeel het deeg gelijkma-
tig over de bakplaat.
De cake wordt niet gaar bin-
nen de aangegeven baktijd.
De oventemperatuur is te
laag.
De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de baktem-
peratuur een beetje hoger
in.
12.4 Bakken op één ovenniveau
Bakken in een bakblik
Gerecht Functie Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Tulband of brioche Multi Hetelucht 150 - 160 50 - 70 1
Moskovisch gebak /
vruchtencake
Multi Hetelucht 140 - 160 70 - 90 1
Sponge cake / Cake,
zacht
Multi Hetelucht 140 - 150 35 - 50 1
NEDERLANDS 25
Gerecht Functie Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Sponge cake / Cake,
zacht
Boven + onder-
warmte
160 35 - 50 2
Taartbodem - zandtaart-
deeg
1)
Multi Hetelucht 170 - 180 10 - 25 1
Taartbodem - zacht ca-
kedeeg
Multi Hetelucht 150 - 170 20 - 25 1
Apple pie / Appeltaart
(2 vormen Ø 20 cm, dia-
gonaal geplaatst)
Multi Hetelucht 160 70 - 90 1
Apple pie / Appeltaart
(2 vormen Ø 20 cm, dia-
gonaal geplaatst)
Boven + onder-
warmte
180 70 - 90 1
Kwarktaart, bakplaat
2)
Boven + onder-
warmte
160 - 170 60 - 90 1
1)
Oven voorverwarmen.
2)
Gebruik de braadpan.
Gebak / brood op bakplaat
Gerecht Functie Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Vlechtbrood/broodkrans Boven + onder-
warmte
170 - 190 30 - 40 2
Kerststol
1)
Boven + onder-
warmte
160 - 180 50 - 70 2
Brood (roggebrood)
1)
Boven + onder-
warmte
2
eerst 230 20
vervolgens 160 - 180 30 - 60
Roomsoezen / Eclairs
1)
Boven + onder-
warmte
190 - 210 20 - 35 2
Biscuitrol
1)
Boven + onder-
warmte
180 - 200 10 - 20 2
Kruimeltaart (droog) Multi Hetelucht 150 - 160 20 - 40 1
Boter-/Suikerkoek
1)
Boven + onder-
warmte
190 - 210 20 - 30 2
www.aeg.com26
Gerecht Functie Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Vruchtentaart (bereid
met gistdeeg/roer-
deeg)
2)
Multi Hetelucht 150 - 160 35 - 55 1
Vruchtentaart (bereid
met gistdeeg/roer-
deeg)
2)
Boven + onder-
warmte
170 35 - 55 1
Vruchtentaart met krui-
meldeeg
Multi Hetelucht 160 - 170 40 - 80 1
Plaatkoek met kwetsba-
re garnering (bijvoor-
beeld kwark, room, pud-
dingvulling)
1)
Boven + onder-
warmte
160 - 180 40 - 80 2
1)
Oven voorverwarmen.
2)
Gebruik de braadpan.
Koekjes
Gerecht Functie Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Zandkoekjes Multi Hetelucht 150 - 160 10 - 20 1
Short bread / Zandtaart-
deeg / Gebakreepjes
Multi Hetelucht 140 20 - 35 1
Short bread / Zandtaart-
deeg / Gebakreepjes
1)
Boven + onder-
warmte
160 20 - 30 2
Koekjes gemaakt van
roerdeeg
Multi Hetelucht 150 - 160 15 - 20 1
Eiwitgebak / schuimge-
bak
Multi Hetelucht 80 - 100 120 - 150 1
Bitterkoekjes Multi Hetelucht 100 - 120 30 - 50 1
Koekjes gemaakt van
gistdeeg
Multi Hetelucht 150 - 160 20 - 40 1
Klein bladerdeegge-
bak
1)
Multi Hetelucht 170 - 180 20 - 30 1
Broodjes
1)
Boven + onder-
warmte
190 - 210 10 - 25 2
Small cakes / Kleine ca-
kes
1)
Multi Hetelucht 160 20 - 35 3
NEDERLANDS 27
Gerecht Functie Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Small cakes / Kleine ca-
kes
1)
Boven + onder-
warmte
170 20 - 35 2
1)
Oven voorverwarmen.
12.5 Ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gerecht Functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Pastaschotel Boven + onder-
warmte
180 - 200 45 - 60 1
Lasagne Boven + onder-
warmte
180 - 200 25 - 40 1
Groentegratin
1)
Circulatiegrill 210 - 230 10 - 20 1
Stokbroden be-
dekt met ge-
smolten kaas
Multi Hetelucht 160 - 170 15 - 30 1
Zoete ovenscho-
tels
Boven + onder-
warmte
180 - 200 40 - 60 1
Visschotels Boven + onder-
warmte
180 - 200 30 - 60 1
Gevulde groen-
te
Multi Hetelucht 160 - 170 30 - 60 1
1)
Oven voorverwarmen.
12.6 Bakken op meerdere
niveaus
Gebruik de functie: Multi Hetelucht.
Gebak op bakplaat
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Roomsoezen / Eclairs
1)
160 - 180 25 - 45 1 / 3
Kruimeltaart 150 - 160 30 - 45 1 / 3
1)
Oven voorverwarmen.
www.aeg.com28
Klein gebak/cakejes/gebak/broodjes
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Zandkoekjes 150 - 160 20 - 40 1 / 3
Short bread / Zand-
taartdeeg/ Deegreep-
jes
140 25 - 45 1 / 3
Koekjes gemaakt van
roerdeeg
160 - 170 25 - 40 1 / 3
Eiwitgebak, schuimge-
bak
80 - 100 130 - 170 1 / 3
Bitterkoekjes 100 - 120 40 - 80 1 / 3
Koekjes gemaakt van
gistdeeg
160 - 170 30 - 60 1 / 3
12.7 Lage Temperatuur Garen
Gebruik deze functie voor het bereiden
van zachte, magere stukken vlees en vis.
Deze functie is niet geschikt voor
suddervlees of een vet varkensbraadstuk.
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Nuttige
aanwijzingen en tips'.
In de eerste 10 minuten kunt u een
oventemperatuur instellen tussen 80°C
en 150°C. De standaard is 90°C. Nadat
de temperatuur is ingesteld, blijft de
oven werken bij 80°C. Gebruik de
automatische lage temperatuur garen
niet voor gevogelte.
Altijd zonder deksel garen
als u gebruik maakt van de
functie.
1. Braad het vlees aan in een pan op de
kookplaat op een zeer hoge stand
gedurende 1 - 2 minuten aan elke
kant.
2. Plaats het vlees samen met de hete
braadpan in de oven op het
bakrooster.
3. Selecteer de functie: Lage
Temperatuur Garen.
Gerecht Gewicht (kg) Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Biefstuk 1 - 1.5 150 120 - 150 1
Runderbiefstuk 1 - 1.5 150 90 - 110 1
Geroosterd kalfsvlees 1 - 1.5 150 120 - 150 1
Steak 0.2 - 0.3 120 20 - 40 1
NEDERLANDS 29
12.8 Pizza Hetelucht
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Pizza (dunne korst)
1)
200 - 230 15 - 20 3
Pizza (met veel garne-
ring)
2)
180 - 200 20 - 30 3
Taarten 180 - 200 40 - 55 3
Spinazietaart 160 - 180 45 - 60 3
Quiche Lorraine (hartige
taart)
170 - 190 45 - 55 3
Zwitserse flan 170 - 190 45 - 55 3
Kwarktaart 140 - 160 60 - 90 3
Appeltaart, bedekt 150 - 170 50 - 60 3
Groentetaart 160 - 180 50 - 60 3
Ongedesemd brood
1)
230 10 - 20 3
Bladerdeegtaart
1)
160 - 180 45 - 55 3
Flammekuchen
1)
230 12 - 20 3
Piroggen (Russische vari-
ant op calzone)
1)
180 - 200 15 - 25 3
1)
Oven voorverwarmen.
2)
Gebruik de braadpan.
12.9 Roosteren
Gebruik voor het roosteren
hittebestendige ovenschalen. Zie de
instructies van de fabrikant van de
ovenschalen.
Grote braadstukken kunt u direct in
de diepe braadpan roosteren (indien
aanwezig) of op een rooster boven de
braadpan.
Schenk wat vloeistof in de braadpan
om te voorkomen dat de vleessappen
of het vet op het oppervlak
inbranden.
Alle soorten vlees die een korst
moeten krijgen, kunt u in de
braadschaal zonder deksel braden.
Indien nodig het braadstuk na 1/2 -
2/3 van de gaartijd keren.
Om het vlees sappiger te houden:
braad mager vlees in een
braadpan met deksel of gebruik
een braadzak.
rooster vlees en vis in stukken die
minimaal 1 kg wegen.
besprenkel grote braadstukken
en gevogelte diverse keren
tijdens het braden met het eigen
vleessap.
www.aeg.com30
12.10 Tabel braadstukken
Rundsvlees
Gerecht Functie Gewicht
(kg)
Vermo-
gen
(Watt)
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Stoofvlees Boven +
onder-
warmte
1 - 1.5 200 230 60 - 80 1
Varkensrug
Gerecht Functie Gewicht
(kg)
Vermo-
gen
(Watt)
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Schouder-
stuk, nek-
stuk, ham-
lap
Circula-
tiegrill
1 - 1.5 200 160 - 180 50 - 70 1
Gehakt-
brood
Circula-
tiegrill
0.75 - 1 200 160 - 170 35 - 50 1
Varkens-
schenkel
(voorge-
kookt)
Circula-
tiegrill
0.75 - 1 200 150 - 170 60 - 75 1
Kalfsvlees
Gerecht Functie Gewicht
(kg)
Vermo-
gen
(Watt)
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Geroo-
sterd kalfs-
vlees
Circula-
tiegrill
1 200 160 - 180 50 - 70 1
Kalfs-
schenkel
Circula-
tiegrill
1.5 - 2 200 160 - 180 75 - 100 1
Lamsvlees
Gerecht Functie Gewicht
(kg)
Vermo-
gen
(Watt)
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Lamsbout,
geroosterd
lamsvlees
Circula-
tiegrill
1 - 1.5 200 150 - 170 50 - 70 1
NEDERLANDS 31
Gevogelte
Gerecht Functie Gewicht
(kg)
Vermo-
gen
(Watt)
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Stukken
gevogelte
Circula-
tiegrill
0,2 - 0,25
elk
200 200 - 220 20 - 35 1
Halve kip Circula-
tiegrill
0,4 - 0,5
elk
200 190 - 210 25 - 40 1
Kip, haan-
tje
Circula-
tiegrill
1 - 1.5 200 190 - 210 30 - 45 1
Eend Circula-
tiegrill
1.5 - 2 200 180 - 200 45 - 65 1
Vis (gestoomd)
Gerecht Functie Gewicht
(kg)
Vermo-
gen
(Watt)
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Hele vis Boven
+ on-
der-
warmte
1 - 1.5 200 210 - 220 30 - 45 1
Gerechten
Gerecht Functie Gewicht
(kg)
Vermo-
gen
(Watt)
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Zoete ge-
rechten
Multi
Hete-
lucht
- 200 160 - 180 20 - 35 1
Gekruide
gerechten
met ge-
kookte in-
grediënten
(noodles,
groente)
Multi
Hete-
lucht
- 400 - 600 160 - 180 20 - 45 1
Gekruide
gerechten
met rauwe
ingrediën-
ten (aard-
appelen,
groente)
Multi
Hete-
lucht
- 400 - 600 160 - 180 30 - 45 2
www.aeg.com32
12.11 Grill
Grill alltijd met de maximale
temperatuurinstelling.
Rooster in de rekstand plaatsen, zoals
aangeraden in grilleertabel.
Altijd de pan plaatsen om vet op te
vangen op de eerste rekstand.
Alleen platte stukken vlees of vis
grillen.
Lege oven met grilfuncties altijd 5
minuten voorverwarmen.
LET OP!
Tijdens het grillen moet de
ovendeur altijd gesloten zijn.
Grill
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
1e kant 2e kant
Biefstuk, medi-
um
210 - 230 30 - 40 30 - 40 1
Runderfilet, me-
dium
230 20 - 30 20 - 30 1
Varkensrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 1
Kalfsrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 1
Lamsrug 210 - 230 25 - 35 20 - 35 1
Hele vis, 500 -
1000 g
210 - 230 15 - 30 15 - 30 1
Grill Intens
Gerecht Tijd (min) Roosterhoogte
1e kant 2e kant
Burgers / Burgers 9 - 13 8 - 10 3
Varkenshaas 10 - 12 6 - 10 2
Worstjes 10 - 12 6 - 8 3
Runderfilet / kalfs-
biefstukken
7 - 10 6 - 8 3
Toast / Geroosterd
brood
1 - 3 1 - 3 3
Brood met iets erop 6 - 8 - 2
12.12 Bevroren gerechten
Haal het voedsel uit de verpakking.
Doe het voedsel op een bord.
Gebruik voor het afdekken geen
borden of schotels. Hierdoor kan de
ontdooitijd worden verlengd.
NEDERLANDS 33
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Pizza, bevroren 200 - 220 15 - 25 3
American pizza, bevro-
ren
190 - 210 20 - 25 3
Pizza, gekoeld 210 - 230 13 - 25 3
Pizza snacks, bevroren 180 - 200 15 - 30 3
Patat, dun
1)
210 - 230 20 - 30 3
Patat, dik
1)
210 - 230 25 - 35 3
Aardappelpartjes / -
kroketjes
1)
210 - 230 20 - 35 3
Rösties 210 - 230 20 - 30 3
Lasagne/Cannelloni,
vers
170 - 190 35 - 45 2
Lasagne / Cannelloni,
bevroren
160 - 180 40 - 60 2
Kippenvleugels 190 - 210 20 - 30 3
1)
Tussen het bakken door 2 tot 3 keer keren.
Tabel voor diepvries- en kant-en-klaargerechten
Gerecht Functie Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Pizza, bevroren
1)
Boven + onder-
warmte
volgens
aanwijzin-
gen van de
fabrikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
2
Patates frites
2)
(300 - 600 g)
Boven + onder-
warmte of Circula-
tiegrill
200 - 220 volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
2
Baguettes
3)
Boven + onder-
warmte
volgens
aanwijzin-
gen van de
fabrikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
2
Vruchtencake Boven + onder-
warmte
volgens
aanwijzin-
gen van de
fabrikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
2
1)
Oven voorverwarmen.
2)
Tussen het bakken door 2 tot 3 keer keren.
3)
Oven voorverwarmen.
www.aeg.com34
12.13 Ontdooien
Haal het gerecht uit de verpakking en
plaats het op een bord.
Gebruik het eerste roosterniveau
vanaf de bodem.
Bedek het bord niet met een kom of
ander bord, aangezien het ontdooien
hierdoor langer kan duren.
Gerecht Gewicht Ontdooitijd
(min.)
Nadooitijd
(min)
Opmerkingen
Kip 1 kg 100 - 140 20 - 30 Kip op een omgedraaid schoteltje
in een groot bord leggen. Halver-
wege de bereidingstijd omdraai-
en.
Vlees 1 kg 100 - 140 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd om-
draaien.
Vlees 500 g 90 - 120 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd om-
draaien.
Forel 150 g 25 - 35 10 - 15 -
Aardbei-
en
300 g 30 - 40 10 - 20 -
Boter 250 g 30 - 40 10 - 15 -
Room 2 x 200 g 80 - 100 10 - 15 Klop de nog licht bevroren slag-
room.
Gebak 1,4 kg 60 60 -
12.14 Inmaken
Gebruik alleen weckpotten van
dezelfde afmetingen.
Gebruik geen weckpotten met een
draai- of bajonetsluiting en metalen
bakken.
Gebruik het eerste rooster van de
bodem van deze functie.
Zet niet meer dan zes wekflessen van
1 liter op het bakrooster.
Vul de glazen potten gelijkmatig en
sluit ze af met een klem.
De weckpotten mogen elkaar niet
raken.
Vul ca. 1/2 liter water op de bakplaat,
zodat er voldoende vocht in de oven
ontstaat.
Als de vloeistof in de weckpotten
begint te borrelen (na ca. 35 - 60
minuten bij weckpotten van 1 liter),
stop de oven of verlaag de
temperatuur tot 100 °C (raadpleeg de
tabel).
Zachte vruchten
Gerecht Temperatuur (°C) Inmaken/wecken
tot het parelen be-
gint (min)
Door blijven koken
op 100 °C (min.)
Aardbeien / bosbes-
sen / frambozen / rij-
pe kruisbessen
160 - 170 35 - 45 -
NEDERLANDS 35
Steenvruchten
Gerecht Temperatuur (°C) Inmaken/wecken
tot het parelen be-
gint (min)
Door blijven koken
op 100 °C (min.)
Peren / kweeperen /
pruimen
160 - 170 35 - 45 10 - 15
Groenten
Gerecht Temperatuur (°C) Inmaken/wecken
tot het parelen be-
gint (min)
Door blijven koken
op 100 °C (min.)
Wortelen
1)
160 - 170 50 - 60 5 - 10
Komkommers 160 - 170 50 - 60 -
Gemengde augur-
ken
160 - 170 50 - 60 5 - 10
Koolrabi / erwten /
asperges
160 - 170 50 - 60 15 - 20
1)
Na uitschakeling in de oven laten staan.
12.15 Drogen
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (u) Roosterhoogte
Bonen 60 - 70 6 - 8 3
Paprika's 60 - 70 5 - 6 3
Soepgroenten 60 - 70 5 - 6 3
Paddenstoelen 50 - 60 6 - 8 3
Kruiden 40 - 50 2 - 3 3
Pruimen 60 - 70 8 - 10 3
Abrikozen 60 - 70 8 - 10 3
Schijfjes appel 60 - 70 6 - 8 3
Peren 60 - 70 6 - 9 3
12.16 Brood
Voorverwarmen wordt niet aanbevolen.
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Witbrood 180 - 200 40 - 60 2
Baguette 200 - 220 35 - 45 2
www.aeg.com36
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Brioche 160 - 180 40 - 60 2
Ciabatta 200 - 220 35 - 45 2
Roggebrood 180 - 200 50 - 70 2
Bruin brood 180 - 200 50 - 70 2
Volkoren brood 170 - 190 60 - 90 2
12.17 Bereiding met
magnetron
Zet het bord met voedsel onderin de
ruimte en draai het halverwege de
bereidingstijd om.
Roer het voedsel halverwege de
bereiding of ontdooitijd door.
Zet tijdens het verwarmen van dranken
de lepel in de fles of het glas om de
warmte beter te verdelen.
Indien u het gewenste recept niet kunt
vinden, kunt u soortgelijke gerechten in
de tabellen raadplegen.
Dek het voedsel voor bereiding en
opwarming af.
Tips voor de magnetron
Bereidings-/
ontdooiresultaten
Mogelijke oorzaak oplossing
Het eten is te droog. Het vermogen was te hoog.
De tijdsduur was te lang.
Het voedsel werd niet afge-
dekt.
Kies de volgende keer een lager ver-
mogen en een langere bereidings-
tijd.
Het eten is nog
steeds niet ontdooid,
heet of gekookt na-
dat de bereidingstijd
is verstreken.
De tijdsduur was te kort. Stel een langere tijdsduur in. Het
magnetronvermogen niet verhogen.
Het voedsel is over-
verhit aan de randen,
maar is in het mid-
den nog niet gaar.
Het vermogen was te hoog.
Het voedsel werd tijdens
de bereidingscyclus niet
omgedraaid.
Kies de volgende keer een lager ver-
mogen en een langere bereidings-
tijd.
Vlees ontdooien
Gerecht Vermogen
(Watt)
Tijd (min) Rusttijd (min)
Steak (0,2 kg) 100 5 - 7 5 - 10
Gehakt (0,5 kg) 100 10 - 15 5 - 10
NEDERLANDS 37
Gevogelte ontdooien
Gerecht Vermogen
(Watt)
Tijd (min) Rusttijd (min)
Kip (1 kg) 100 25 - 30 10 - 20
Kipfilet (0,15 kg) 100 3 - 5 10 - 15
Kippenpoten (0,15 kg) 100 3 - 5 10 - 15
Vis ontdooien
Gerecht Vermogen
(Watt)
Tijd (min) Rusttijd (min)
Hele vis (0,5 kg) 100 10 - 15 5 - 10
Visfilets (0,5 kg) 100 12 - 15 5 - 10
Zuivelproducten ontdooien
Gerecht Vermogen
(Watt)
Tijd (min) Rusttijd (min)
Boter (0,25 kg) 100 3 - 4 5 - 10
Geraspte kaas (0,2 kg) 100 2 - 3 10 - 15
Taart/koekjes ontdooien
Gerecht Vermogen
(Watt)
Tijd (min) Rusttijd (min)
Gistcake (1 stuks) 200 2 - 3 15 - 20
Cheesecake (1 stuks) 100 2 - 4 15 - 20
Droge cake (bijv. hotelcake)
(1 stuks)
200 2 - 4 15 - 20
Brood (1 kg) 200 15 - 20 5 - 10
Gesneden brood (0,2 kg) 200 3 - 5 5 - 10
Broodjes (4 stuks) 200 2 - 4 2 - 5
Fruit ontdooien
Gerecht Vermogen
(Watt)
Tijd (min) Rusttijd (min)
Fruit (0,25 kg) 100 5 - 10 10 - 15
Opnieuw Verwarmen
Gerecht Vermogen
(Watt)
Tijd (min) Rusttijd (min)
Babyvoeding in potjes (0,2
kg)
300 1 - 2 -
www.aeg.com38
Gerecht Vermogen
(Watt)
Tijd (min) Rusttijd (min)
Babymelk (180 ml); zet lepel
in de fles
600 0:20 - 0:40 -
Kant-en-klaarmaaltijd (0,5 kg) 600 6 - 9 2 - 5
Bevroren kant-en-klaarmaal-
tijden (0,5 kg)
400 10 - 15 2 - 5
Melk (200 ml) 1000 1 - 1:30 -
Water (200 ml) 1000 1:30 - 2 -
Saus (200 ml) 600 1 - 3 -
Soep (300 ml) 600 3 - 5 -
Smelten
Gerecht Vermogen
(Watt)
Tijd (min) Rusttijd (min)
Chocolade / chocoladelaag-
je (0,15 kg)
300 2 - 4 -
Boter (0,1 kg) 400 0:30-1:30 -
Meer
Gerecht Vermogen
(Watt)
Tijd (min) Rusttijd (min)
Hele vis (0,5 kg) 500 8 - 10 2 - 5
Visfilets (0,5 kg) 400 4 - 7 2 - 5
Groenten, vers (0,5 kg + 50
ml water)
600 5 - 15 -
Groenten, bevroren (0,5 kg +
50 ml water)
600 10 - 20 -
Gepofte aardappels (0,5 kg) 600 7 - 10 -
Rijst (0,2 kg + 400 ml water) 600 15 - 18 -
Popcorn 1000 1:30 - 3 -
Combimagnetronfunctie
Om gerechten korter te bereiden en
tegelijkertijd een bruin korstje te geven.
Combineer functies: Grill en Magnetron.
NEDERLANDS 39
Gerecht Ovengerei Ver-
mo-
gen
(Watt
)
Tempe-
ratuur
(°C)
Tijd
(min)
Roos-
ter-
hoog-
te
Rusttijd (min)
2 kippenhelf-
ten (2 x 0,55
kg)
Ronde glazen schaal, Ø
26 cm
300 220 40 2 5
Gegratineer-
de aardappe-
len (1 kg)
Gratinschotel 300 200 40 2 10
Varkens-
braadstuk,
hals (1,1 kg)
Glazen schotel met
zeef
300 200 70 1 10
12.18 Aanwijzingen voor testinstituten
Magnetronfunctie
Testen volgens IEC 60705.
Gerecht Vermo-
gen
(Watt)
Gewicht
(kg)
Rooster-
hoogte
1)
Tijd (min) Opmerkingen
Taart 600 0.475 Onder-
warmte
7 - 9 Draai halverwege de
bereidingstijd de con-
tainer 1/4 om.
Gehaktbrood 400 0.9 2 25 - 32 Draai halverwege de
bereidingstijd de con-
tainer 1/4 om.
Eiervla 300 1 Onder-
warmte
18 -
Ontdooien
van vlees
100 0.5 Onder-
warmte
7 - 8 Draai het vlees halver-
wege de bereidingstijd
om.
1)
Gebruik het draadrek mits anders aangegeven.
Combimagnetronfunctie
Testen volgens IEC 60705.
www.aeg.com
40
Gerecht Functie Ver-
mo-
gen
(Watt)
Ge-
wicht
(kg)
Tempe-
ratuur
(°C)
Roos-
ter-
hoog-
te
1)
Tijd (min) Opmerkingen
Cake Hetelucht +
magnetron
100 0.7 180 2 29 - 31 Draai halverwe-
ge de berei-
dingstijd de
container 1/4
om.
Aardap-
pelgratin
Grill + hete
lucht +
magnetron
300 1.1 180 2 40 - 45 Draai halverwe-
ge de berei-
dingstijd de
container 1/4
om.
Kip Grill + hete
lucht +
magnetron
200 1.1 230 1 45 - 55 Doe het vlees in
een ronde kom
en draai het hal-
verwege de be-
reidingstijd om.
1)
Gebruik het draadrek mits anders aangegeven.
13. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
13.1 Opmerkingen over
schoonmaken
Maak de voorkant van de oven
schoon met een zachte doek, warm
water en een mild reinigingsmiddel.
Gebruik voor metalen oppervlakken
een specifiek reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van de oven na
elk gebruik. Vetophoping of andere
voedingsresten kunnen brand
veroorzaken. Het gevaar is groter
voor de grillpan.
Verwijder voedselresten en vetten
voorzichtig van de bovenkant van de
ovenruimte.
Verwijder hardnekkig vuil met een
speciale ovenreiniger.
Reinig alle accessoires na elk gebruik
en laat ze drogen. Gebruik een zachte
doek met een warm sopje en een
reinigingsmiddel.
Toebehoren met antiaanbaklaag
mogen niet worden schoongemaakt
met een agressief reinigingsmiddel,
voorwerpen met scherpe randen of
een afwasautomaat. Dit kan de
antiaanbaklaag beschadigen.
Droog de oven als de ovenruimte nat
is na gebruik.
13.2 Verwijderen van de
geleiders
Zorg ervoor dat de oven is afgekoeld
voordat u onderhoud verricht. Er bestaat
verbrandingsgevaar.
Om het apparaat te reinigen, verwijder
de inschuifrails.
1. Inschuifrails voorzichtig naar boven
toe uit de voorste ophanging
trekken.
NEDERLANDS
41
2
3
1
2. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit
de zijwand.
3. Geleiders uit de achterste ophanging
trekken.
Installeer de inschuifrails in de
omgekeerde volgorde.
13.3 Het lampje vervangen
Leg een doek op de bodem van de
binnenkant van het apparaat. Dit
voorkomt schade aan het afdekglas en
de ovenruimte.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrocutie!
Maak de zekering los
voordat u de lamp vervangt.
De lamp en het afdekglas
kunnen heet zijn.
LET OP!
Houd de halogeenlamp
altijd met een doek vast om
te voorkomen dat er
vetrestjes op de ovenlamp
verbranden.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder de zekeringen in de
zekeringenkast, of schakel de
stroomonderbreker uit.
Het bovenste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp naar
rechts en verwijder het.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang de lamp door een geschikte
300°C hittebestendige lamp.
4. Plaats het afdekglas terug.
14. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
14.1 Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
U kunt de oven niet inscha-
kelen of bedienen.
De oven is niet aangesloten
op een stopcontact of is niet
goed geïnstalleerd.
Controleer of de oven goed
is aangesloten op het stop-
contact (zie het aansluitdia-
gram indien beschikbaar).
De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellin-
gen correct zijn.
De oven wordt niet warm. De automatische uitschake-
ling is actief.
Raadpleeg 'Automatisch uit-
schakelen'.
www.aeg.com42
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
De oven wordt niet warm. Het kinderslot is geacti-
veerd.
Raadpleeg 'Het kinderslot
gebruiken'.
De oven wordt niet warm. De deur is niet goed geslo-
ten.
Sluit de deur volledig.
De oven wordt niet warm. De zekering is doorgesla-
gen.
Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende installa-
teur.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
Het display toont een fout-
code die niet in deze tabel
staat.
Er is een elektrische fout. Schakel de oven uit via
de huiszekering of de vei-
ligheidsschakelaar in de
zekeringkast en schakel
deze weer in.
Neem contact op met de
klantenservice wanneer
de foutcode opnieuw
wordt weergegeven.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en in
de ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang in
de oven gestaan.
Laat gerechten na het berei-
den niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
Het apparaat staat aan maar
wordt niet warm. De ventila-
tor werkt niet. Op het dis-
play verschijnt "Demo".
De demofunctie is ingescha-
keld.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik' in 'Basis-
instellingen'.
14.2 Onderhoudgegevens
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper of de serviceafdeling.
De contactgegevens van het
servicecentrum staan op het typeplaatje.
Het typeplaatje bevindt zich voor aan de
binnenkant van het apparaat. Verwijder
het typeplaatje niet uit de ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
NEDERLANDS 43
15. TECHNISCHE GEGEVENS
15.1 Technische gegevens
Spanning 220 – 240 V
Frequentie 50 Hz
16. ENERGIEZUINIGHEID
16.1 Energiebesparing
Deze oven bevat functies die
u helpen energie te
besparen tijdens het
dagelijks koken.
Algemene tips
Zorg ervoor dat de ovendeur goed
gesloten is als u het apparaat in werking
stelt. De deur niet openen tijdens de
bereiding met stoom. Houd het
deurrubber schoon en zorg ervoor dat
het goed op zijn plaats vastzit.
Gebruik metalen schalen om meer
energie te besparen, maar alleen als u
geen magnetronfunctie gebruikt.
Indien mogelijk de oven niet
voorverwarmen voordat u er voedsel in
plaatst.
Verlaag bij een bereidingsduur langer
dan 30 minuten de oventemperatuur met
minimaal 3 - 10 minuten, afhankelijk van
de bereidingsduur voordat de kooktijd
verstrijkt. De restwarmte in de oven zorgt
ervoor dat het gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om
andere maaltijden op te warmen.
Houd de onderbrekingen tussen het
bakken zo kort mogelijk als u een aantal
gerechten tegelijkertijd bereidt.
Bereiding met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de
bereidingsfuncties met hete lucht om
energie te besparen.
Restwarmte
Bij sommige ovenfuncties worden, als
een programma met tijdselectie (Duur of
Einde) in werking is en de bereidingstijd
langer is dan 30 minuten, de
verwarmingselementen automatisch
eerder uitgeschakeld.
De lamp en ventilator blijven wel werken.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke
temperatuurinstelling om de restwarmte
te gebruiken en een maaltijd warm te
houden. Het indicatielampje van de
restwarmte of temperatuur verschijnt op
het display.
Koken met de verlichting
uitgeschakeld
Schakel de verlichting tijdens het koken
uit. Doe het aan als u het nodig heeft.
17. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool niet weg
met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de
gemeente.
*
www.aeg.com
44
NEDERLANDS 45
www.aeg.com46
NEDERLANDS 47
www.aeg.com/shop
867335001-D-322017
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

AEG CD710M Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor