16
worden vervangen.
De Sensor Controller aansluiten op de kraan
1
Kies het juiste kraan-verbindingsstuk (afb. 3)
2
Sluit met het (de) juiste verbindingsstuk(ken) de controller aan
op de kraan en draai deze stevig vast om lekken te voorkomen.
Gebruik geen sleutel of ander gereedschap bij het vastdraaien
omdat dit mogelijk het schroefdraad beschadigt. (afb. 4)
3
Zet de kraan aan.
De Sensor Controller instellen - automatische
bewatering
Zonsopgang en zonsondergang zijn de beste momenten om uw
tuin te bewateren om verdamping en schroeien van bladeren te
vermijden.
De daglichtsensor past het bewateringstijdschema automatisch
aan om samen te vallen met de veranderende tijdstippen van
zonsopgang en zonsondergang
Bewolkte of mistige ochtenden en avonden kunnen een kleine
vertraging in de bewateringstijden veroorzaken, maar deze is te
onbeduidend om ongunstige effecten op uw tuin te hebben.
1
1 Draai aan de bedieningsdraaiknop om één van de drie
gemarkeerde secties te selecteren – Zonsopgang (een keer
per dag), zonsondergang (een keer per dag) of zonsopgang en
zonsondergang (twee keer per dag). (Zie afb. 5)
2
Kies uit de vereiste bewateringsduur – 2, 5, 10, 20, 30 of 60
minuten bewateren.
De Sensor Controller uitschakelen
Als u niet wilt dat de controller automatisch aangaat, draait u de
draaiknop in de positie “UIT” U kunt de knop nog steeds gebruiken
om uw tuin handmatig te bewateren.
Aanvankelijke synchronisatieperiode
Wanneer u nieuwe batterijen plaatst is er een uitsluitingsperiode
van zes uur om te voorkomen dat de controller bewatert terwijl u
het systeem aan het instellen bent. Na een cyclus van 24 uur met
zonsopgang en zonsondergang is de controller gesynchroniseerd
met de veranderende lichtniveaus. U kunt uw tuin tijdens de
uitsluitingsperiode van zes uur handmatig bewateren met behulp
van de knop.
Uw Sensor Controllers buiten positioneren
Het is belangrijk dat uw watercontroller zich buiten bevindt. Richt
het controlepaneel niet direct op beveiligingslichten of andere felle
lichten buiten die ‘s nachts aangaan. Deze beïnvloeden mogelijk de
vastgelegde lichtniveaus en kunnen ervoor zorgen dat de controller
op de verkeerde tijd aangaat.
Idealiter zet u uw controller niet op in een gang met veel schaduw of
achter gebouwen waar lichtniveaus de hele dag laag blijven. Plaats
de controller niet in gebouwen zoals garages of schuren waar deze
niet genoeg daglicht ontvangt om goed te kunnen functioneren.
De controller is ontworpen om direct onder een buitenkraan te
worden gepositioneerd. Plaats de controller niet op zijn kant of
liggend op de grond, waardoor het regenwater niet kan wegstromen
van het product.