Danfoss Electronic Unit Type 105N4001, 198-254V 50-60Hz for TLV/NLV Compressors Installatie gids

Type
Installatie gids
6 CI.42.D4.62 April 2002
Bezoek onze homepage: www.danfoss.com/compressors CI.42.D4.10 04-02
8238-17
8238-16
Instructies
Elektronische unit type 105N4001, 198-254V
50-60Hz voor TLV/NLV compressoren
M
f
2
3
4
5
1
L
N
N
C
C
L
N
R+
R-
11
88
7
6
6
7
8385-6
9
12
10
NEDERLANDS
De elektronische unit is geschikt voor wis-
selstroom binnen het spanningsbereik van 198-
254 V 50-60 Hz. De max. toelaatbare omge-
vingstemperatuur is 43
°
C. De elektronische unit
is van een ingebouwde thermische beveiliging
voorzien die de compressor uitschakelt bij
thermische overbelasting.
1. Installatie
Sluit eerst de connector (11) van de elek-
tronische unit (9) op de compressor (12) aan.
De elektronische unit is compleet nadat de
omkasting over de connector is geschoven.
Bevestig de schroeven met de getande slu-
itringen in de uitsparingen van het koellichaam
(6) in de compressor. Alle andere klemmen
(behalve de aardverbinding onder punt 6) en de
kabelontlasting (8) zitten onder het deksel (7)
2. Netspanning
Netspanning L en N
Sluit de netspanning (1) op L en N aan. De
aardverbinding wordt aangesloten op de klem
op de compressor behuizing (12)
3. Ventilator
Ventilator N en C
Op N en C kan een ventilator (2) worden
aangesloten. Deze wordt via de netspanning
aangestuurd en bij toepassing van een con-
ventionele thermostaat zal de compressor en
gelijktijdig ook de ventilator inen uitschakelen.
4 Thermostaat- (3) en lichtaansluiting (4)
De unit heeft 3 aansluitmogelijkheden voor
thermostaten.
4.1 Toepassing van “aan-uit” signaal
(conventionele thermostaat)
Thermostaten C, L en N
De compressorregelaar is een “adaptieve
regelaar” zie beschrijving onder punt 5.
4.2 Toepassing van een thermostaat met een
gelijkstroomsignaal uitgang (min. 5 V, max.
15 V)
Signaalingang R+ en R - (5) (ventilatoraansluiting
niet mogelijk)
Aansluiting met een gelijkstroomsignaal “aan-uit”
naar de regelunit, met versterkte isolatie in de
regelunit (5). De compressorunit werkt op de
“adaptieve regelaar”, zie beschrijving onder punt
5.
4.3 Toepassing van een electronische
thermostaat met frequentie-uitgang (min.
5 V, max. 15 V)
Signaalingang R+ en R- (5) (ventilatoraansluiting
niet mogelijk)
De koelkastthermostaat moet de regelaar (9)
van een blokgolf signaal voorzien (min. pulsduur
200 µs) De aansluitklemmen voor de in-
gangsignalen hebben een versterkte isolatie.
Indien de frequentie boven de 100 Hz is gaat de
compressor op de “externe referentieregelaar”
over. De compressor toerental wordt door de
externe frequentie geregeld (de “adaptieve
regelaar” is uitgeschakeld). De regelaar blijft op
deze instelling staan tot de stroomvoorziening
uitgeschakeld wordt. De compressor stopt als
het uitgangssignaal onder de 198 Hz komt (min.
196 Hz, max. 199 Hz). Werking van de com-
pressor: de compressor start als er een fre-
quentie van meer dan 203 Hz (min. 201 Hz.,
max. 205 Hz) wordt aangevoerd. Voorbeeld van
compressor toerental: externe frequentie maal
10 (270 Hz - 2700 tpm). Als een signaal met een
frequentie wordt toegepast met een snelheid die
boven het maximale ligt, zal de compressor op
maximale toerental werken. Als een gelijkstroom
signaal net na een frequentiesignaal komt, wordt
de compressor toerental vergrendeld totdat een
andere frequentie gebruikt wordt of totdat het
gelijkstroom signaal verwijderd wordt.
5 Adaptieve regelaar
(AEO- Adaptieve Energy Optimizer)
De compressor past trapsgewijs het toerental
aan op basis van wijzigingen van de koellast
binnen de minimum en maximum toerental
grenzen. Als de thermostaat de compressor op
“AAN” zet, zal het toerental na 60 minuten werking
afhankelijk van de laatst toegepaste toerental
trapsgewijs elke 15 minuten stijgen totdat het
maximum bereikt is. Als de thermostaat de com-
pressor op “UIT” zet, zal de compressor na elke
“AAN” of op een lager toerental starten dan de
laatst toegepaste, totdat het minimum bereikt
wordt, of het toerental trapsgewijs verhogen na
nogmaals 60 minuten in bedrijf te zijn geweest.
6 Aardverbinding
De aardverbinding moet op de compressorbe-
huizing (10) worden aangesloten. De elektro-
nische unit wordt via de elektrische verbinding
koellichaamgetande sluitringschroefcompressor
behuizing beveiligd.

Documenttranscriptie

Instructies 8238-16 8238-17 Elektronische unit type 105N4001, 198-254V 50-60Hz voor TLV/NLV compressoren NEDERLANDS De elektronische unit is geschikt voor wisselstroom binnen het spanningsbereik van 198254 V 50-60 Hz. De max. toelaatbare omgevingstemperatuur is 43°C. De elektronische unit is van een ingebouwde thermische beveiliging voorzien die de compressor uitschakelt bij thermische overbelasting. 12 1. Installatie Sluit eerst de connector (11) van de elektronische unit (9) op de compressor (12) aan. De elektronische unit is compleet nadat de omkasting over de connector is geschoven. Bevestig de schroeven met de getande sluitringen in de uitsparingen van het koellichaam (6) in de compressor. Alle andere klemmen (behalve de aardverbinding onder punt 6) en de kabelontlasting (8) zitten onder het deksel (7) 9 6 6 2. Netspanning Netspanning L en N Sluit de netspanning (1) op L en N aan. De aardverbinding wordt aangesloten op de klem op de compressor behuizing (12) 10 8385-6 3. Ventilator Ventilator N en C Op N en C kan een ventilator (2) worden aangesloten. Deze wordt via de netspanning aangestuurd en bij toepassing van een conventionele thermostaat zal de compressor en gelijktijdig ook de ventilator inen uitschakelen. 7 8 8 7 4 Thermostaat- (3) en lichtaansluiting (4) De unit heeft 3 aansluitmogelijkheden voor thermostaten. 1 4.1 Toepassing van “aan-uit” signaal (conventionele thermostaat) Thermostaten C, L en N De compressorregelaar is een “adaptieve regelaar” zie beschrijving onder punt 5. 4.2 Toepassing van een thermostaat met een gelijkstroomsignaal uitgang (min. 5 V, max. 15 V) Signaalingang R+ en R - (5) (ventilatoraansluiting niet mogelijk) Aansluiting met een gelijkstroomsignaal “aan-uit” naar de regelunit, met versterkte isolatie in de regelunit (5). De compressorunit werkt op de “adaptieve regelaar”, zie beschrijving onder punt 5. 4.3 Toepassing van een electronische thermostaat met frequentie-uitgang (min. 5 V, max. 15 V) Signaalingang R+ en R- (5) (ventilatoraansluiting niet mogelijk) De koelkastthermostaat moet de regelaar (9) van een blokgolf signaal voorzien (min. pulsduur 200 µs) De aansluitklemmen voor de ingangsignalen hebben een versterkte isolatie. Indien de frequentie boven de 100 Hz is gaat de compressor op de “externe referentieregelaar” over. De compressor toerental wordt door de externe frequentie geregeld (de “adaptieve regelaar” is uitgeschakeld). De regelaar blijft op deze instelling staan tot de stroomvoorziening uitgeschakeld wordt. De compressor stopt als het uitgangssignaal onder de 198 Hz komt (min. M 11 R+ R- 196 Hz, max. 199 Hz). Werking van de compressor: de compressor start als er een frequentie van meer dan 203 Hz (min. 201 Hz., max. 205 Hz) wordt aangevoerd. Voorbeeld van compressor toerental: externe frequentie maal 10 (270 Hz - 2700 tpm). Als een signaal met een frequentie wordt toegepast met een snelheid die boven het maximale ligt, zal de compressor op maximale toerental werken. Als een gelijkstroom signaal net na een frequentiesignaal komt, wordt de compressor toerental vergrendeld totdat een andere frequentie gebruikt wordt of totdat het gelijkstroom signaal verwijderd wordt. 5 Adaptieve regelaar (AEO- Adaptieve Energy Optimizer) De compressor past trapsgewijs het toerental aan op basis van wijzigingen van de koellast binnen de minimum en maximum toerental Bezoek onze homepage: www.danfoss.com/compressors 6 L N N C C L N 2 3 4 f 5 grenzen. Als de thermostaat de compressor op “AAN” zet, zal het toerental na 60 minuten werking afhankelijk van de laatst toegepaste toerental trapsgewijs elke 15 minuten stijgen totdat het maximum bereikt is. Als de thermostaat de compressor op “UIT” zet, zal de compressor na elke “AAN” of op een lager toerental starten dan de laatst toegepaste, totdat het minimum bereikt wordt, of het toerental trapsgewijs verhogen na nogmaals 60 minuten in bedrijf te zijn geweest. 6 Aardverbinding De aardverbinding moet op de compressorbehuizing (10) worden aangesloten. De elektronische unit wordt via de elektrische verbinding koellichaamgetande sluitringschroefcompressor behuizing beveiligd. CI.42.D4.10 04-02 CI.42.D4.62 April 2002
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9

Danfoss Electronic Unit Type 105N4001, 198-254V 50-60Hz for TLV/NLV Compressors Installatie gids

Type
Installatie gids