Documenttranscriptie

NEDERLANDS BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Lees voor ingebruikname van de ventilatorkachel eerst alle instructies door. Bewaar deze gebruiksaanwijzing op een veilige plaats. 1. Plaats en gebruik de ventilatorkachel buiten het bereik van kinderen. 2. Gebruik de ventilatorkachel niet buiten. 3. Plaats de ventilatorkachel op een effen, stabiel oppervlak. Zorg ervoor dat de kachel stabiel staat, zodat de kachel niet kan omvallen of ergens vanaf kan vallen. Gebruik de ventilatorkachel alleen in een verticale positie. 4. Rol de kabel helemaal af, resp. trek de kabel helemaal uit het snoervak. Een niet volledig afgerolde resp. uitgetrokken kabel kan tot oververhitting leiden en brand veroorzaken. 5. Gebruik geen verlengsnoer of een traploze snelheidsregelaar. Dit kan tot oververhitting, brand of een elektrische shock leiden. 6. Sluit de ventilatorkachel alleen op een eenfasig stopcontact aan met de op het typeplaatje vermelde netspanning. 7. Koppel de ventilatorkachel steeds los van het lichtnet als deze niet wordt gebruikt, wordt verplaatst, aangeraakt of gereinigd. Niet aan de kabel trekken als u de stekker uit het stopcontact trekt. 8. Gebruik de ventilatorkachel niet in de buurt van brandbare gassen of middelen zoals oplosmiddelen, lak, lijm enz. 9. Plaats de ventilator niet direct onder het stopcontact. 10. Gebruik de ventilatorkachel niet direct in de buurt van een bad, douche of zwembad. 11. Gebruik de kachel niet in voertuigen (bijv. bouwwagen, lift, caravan, personenauto, cabine) en gelijksoortige, afgesloten ruimten. 12. Let op: de luchtuitlaat (2) van de kachel wordt tijdens gebruik heet (meer dan 80 °C resp. 175 °F). Brandbaar materiaal zoals kussens, beddengoed, meubels, papier, gordijnen, kleding in een straal van minimaal 100 cm van de kachel houden. 13. Houd de ventilatorkachel schoon. Zorg ervoor dat de luchtinlaat (11) en luchtuitlaat (2) open zijn, voordat de kachel wordt gebruikt. Geen voorwerpen in de luchtinlaat (11) of luchtuitlaat (2) plaatsen. Dek de 14. 15. 16. 17. kachel niet af ( op de voorkant van de kachel). Dit kan tot oververhitting, brand of een elektrische shock leiden. Dompel de kachel niet onder in water of andere vloeistoffen en giet geen water of andere vloeistoffen over het apparaat of in de luchtinlaat (11) en luchtuitlaat (2). Reinig de ventilatorkachel regelmatig. Zie hiervoor de reinigingsinstructies. Als de stroomkabel (12) van de kachel beschadigd is, moet deze door een door de fabrikant goedgekeurd servicebedrijf worden gerepareerd, omdat hiervoor speciaal gereedschap nodig is. Gebruik de kachel niet als deze beschadigd is, uiterlijke beschadigingen vertoont of niet goed functioneert. Trek de stekker uit het stopcontact. CONSTRUCTIE 1. Veiligheidsafstanden 2. Luchtuitlaat 3. Aan/uit-schakelaar 4. UIT (O) 5. Koude lucht ( ) 6. Warme lucht 1000 W ( ) 7. Hete lucht 2000 W ( ) 8. Thermostaatknop 9. Kamertemperatuur ca. + 5 °C 10. Kamertemperatuur ca. + 30 °C 11. Luchtinlaat 12. Stroomkabel met stekker 13. Snoervak 14. Handgreep EERSTE INGEBRUIKNAME 1. Lees voor gebruik van de ventilatorkachel eerst alle instructies door. 2. Pak de ventilatorkachel en de stroomkabel uit, verwijder al het verpakkingsmateriaal en verwijder het volgens de milieurichtlijnen. 3. Plaats de ventilatorkachel op een effen, stabiel oppervlak. Zorg ervoor dat de kachel stabiel staat, zodat de kachel niet kan omvallen of ergens vanaf kan vallen. Houd een veiligheidsafstand van minimaal 100 cm van andere voorwerpen aan. 13 NEDERLANDS SNOERVAK 1. De kachel beschikt over een snoervak (13). Schuif de stroomkabel (12) voor een veilige opslag door de opening tot aan de stekker in het snoervak (13). 2. Als u de ventilator in gebruik wilt nemen, moet de stroomkabel (12) volledig afgerold zijn. 2. 3. 4. GEBRUIKSAANWIJZING FH-971E Ventilatorkachel met aan/uit-schakelaar FH-972E Ventilatorkachel met thermostaatknop FH-973E Ventilatorkachel met aan/uit-schakelaar en thermostaatknop 1. 2. 3. 4. 5. Controleer of de aan/uit-schakelaar (3) in positie UIT (4) staat. Stop de stekker in het stopcontact. Raak de stroomkabel niet met natte handen aan. Zorg ervoor dat de luchtinlaat (11) en luchtuitlaat (2) niet afgedekt zijn. De luchtinlaat (11) en luchtuitlaat (2) moeten tijdens het gebruik altijd open zijn. Gebruik, zoals hieronder beschreven, de aan/uit-schakelaar (3) en/of de thermostaatknop (8) voor gebruik, afhankelijk van het model. Voordat u de kachel verplaatst of opslaat, draait u de aan/uit-schakelaar (3) op UIT (4) en trekt u de stekker uit het stopcontact. 6. 7. 8. Aan/uit-schakelaar 1. Door de aan/uit-schakelaar (3) in de richting van de wijzers van de klok te draaien, kunt u vier instelmogelijkheden kiezen: (O) UIT (4) ( ) Koude lucht (5) ( ) Warme lucht 1000 Watt (6) ( ) Hete lucht 2000 Watt (7) 2. Als de aan/uit-schakelaar (3) op de stand hete lucht 2000 W (7) staat, kunt u hem niet verder draaien, maar alleen nog maar terugdraaien. Draai de thermostaatknop (8) in de richting van de wijzers van de klok op de hoogste positie 7. Als de gewenste kamertemperatuur is bereikt, draait u de thermostaatknop (8) tegen de richting van de wijzers van de klok in, totdat u een „klik“ hoort. Nu schakelt de kachel de verwarming uit. Draai de thermostaatknop (8) nu weer „een klein stukje“ in de richting van de wijzers van de klok. De kachel schakelt de verwarming nu automatisch in en uit om de geselecteerde kamertemperatuur te houden. Hoe verder u de thermostaatknop (8) in de richting van de wijzers van de klok draait, hoe hoger de verwarmingstemperatuur is. De hoogste positie 7 komt overeen met een kamertemperatuur van ca. 30 °C. De laagste positie (❄) komt overeen met een kamertemperatuur van ca. 5 °C. Het is normaal dat de thermostaat de kachel niet inschakelt bij een kamertemperatuur van boven de 30 °C. Als de kamertemperatuur lager is dan 5 °C, zal de kachel zolang blijven werken, totdat de kamertemperatuur boven 5 °C is gestegen. Als de thermostaatknop (8) op positie 7 staat, kunt u hem niet verder in de richting van de wijzers van de klok draaien, maar alleen nog maar terugdraaien. Oververhittingsbeveiliging 1. De ventilatorkachel beschikt over een oververhittingsbeveiliging, die de ventilatorkachel in geval van een oververhitting automatisch uitschakelt. 2. In een dergelijk geval draait u de aan/uitschakelaar (3) op UIT (4) en trekt u de stekker uit het stopcontact. 3. Laat de kachel nu minimaal 20 minuten afkoelen. 4. Verwijder eventueel voorwerpen in of voor de luchtinlaat (11) of luchtuitlaat (2), die de storing of oververhitting hebben veroorzaakt. 5. Neem de kachel weer in bedrijf, zoals beschreven onder „Gebruiksaanwijzing“. Thermostaatdraaischakelaar (FH-721TE) 1. Voor het model FH-973E zet u de aan/uitschakelaar (3) eerst op de verwarmingspositie. Voor FH-972E volgt u de instructies vanaf 2. 14 NEDERLANDS REINIGING EN ONDERHOUD Wij bevelen een regelmatige reiniging van de ventilatorkachel aan. Volg voor een goede werking van de kachel de instructies voor reiniging en onderhoud. KOOPVOORWAARDE De koper aanvaardt als koopvoorwaarde de verantwoordelijkheid voor een juist gebruik en onderhoud van deze ventilator volgens de gebruiksaanwijzing. De koper of gebruiker moet zelf bepalen wanneer en hoe lang hij/zij de ventilatorkachel gebruikt. Reiniging 1. Draai de aan/uit-schakelaar (3) voor de reinigingswerkzaamheden op UIT (4) en trek de stekker uit het stopcontact. 2. Reinig de luchtinlaat (11) en luchtuitlaat (2) met een stofzuiger om het stof van de motor en het verwarmingselement te verwijderen. 3. Reinig de ventilatorkachel aan de buitenkant met een zachte, vochtige doek. 4. Neem de kachel weer in gebruik zoals beschreven onder „Gebruiksaanwijzing“. LET OP: WANNEER ER ONVERHOOPT PROBLEMEN OPTREDEN MET DE KACHEL, ZIE DE INSTRUCTIES IN DE GARANTIEVOORWAARDEN. PROBEER NIET DE KACHEL ZELF TE OPENEN OF TE REPAREREN, OMDAT HIERDOOR DE GARANTIE VERVALT EN DIT TOT PERSOONLIJKE OF MATERIELE SCHADE KAN LEIDEN. Onderhoud 1. De ventilatorkachel heeft geen speciaal onderhoud nodig. 2. Als de kachel moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een geautoriseerd servicebedrijf. 3. Als de stroomkabel moet worden vervangen, mag alleen een stroomkabel van het type 2x1mm2 H05VVF HAR worden gebruikt. Technische wijzigingen voorbehouden. 15