L 8-11 115/L 8-11 125/LE 9-11 125/L 10-11 125/L 14-11 115/L 14-11 125/LE 14-11 115/LE 14-11 125
81
Gebruik volgens bestemming
Deze haakse slijpmachine is bestemd:
– voor professioneel gebruik in de industrie
en door de vakman,
– voor het droog slijpen en doorslijpen van
metaal en steen; voor doorslijpen moet
een speciale doorslijpbeschermkap
worden gebruikt,
– voor het gebruik met slijpgereedschap
en toebehoren dat in deze gebruiks-
aanwijzing wordt vermeld of dat door
de fabrikant wordt geadviseerd.
Niet toegestaan zijn bijvoorbeeld ketting-
freesschijven en zaagbladen.
Veiligheidsvoorschriften voor
haakse slijpmachines
WAARSCHUWING!
Lees alle veiligheidsvoorschriften en aan-
wijzingen. Als de veiligheidsvoorschriften en
aanwijzingen niet in acht worden genomen,
kan dit een elektrische schok, brand
en/of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bewaar alle veiligheidsvoorschriften
en aanwijzingen voor de toekomst.
Algemene waarschuwingen voor
slijpen en doorslijpen
Dit elektrische gereedschap is te ge-
bruiken als slijp- en doorslijpmachine.
Neem alle veiligheidsvoorschriften, aan-
wijzingen, afbeeldingen en gegevens die
u bij het gereedschap ontvangt in acht.
Als u de volgende aanwijzingen niet
in acht neemt, kunnen een elektrische
schok, brand en/of ernstig letsel het
gevolg zijn.
Dit elektrische gereedschap is niet
geschikt voor schuurwerkzaamheden
(met schuurpapier), werkzaamheden met
draadborstels en polijstwerkzaamheden.
Toepassingen waarvoor het elektrische
gereedschap niet is voorzien, kunnen
gevaren en verwondingen veroorzaken
.
Gebruik uitsluitend toebehoren dat door de
fabrikant speciaal voor dit elektrische
gereedschap is voorzien en geadviseerd.
Het feit dat u het toebehoren aan het
elektrische gereedschap kunt beves-
tigen, waarborgt nog geen veilig gebruik.
Het toegestane toerental van het inzet-
gereedschap moet minstens even hoog
zijn als het maximale toerental dat op het
elektrische gereedschap vermeld staat.
Toebehoren dat sneller draait dan toe-
gestaan, kan onherstelbaar beschadigd
worden en wegvliegen.
De buitendiameter en de dikte van het
inzetgereedschap moeten overeen-
komen met de maatgegevens van het
elektrische gereedschap.
Inzetgereedschappen met onjuiste
afmetingen kunnen niet voldoende
afgeschermd of gecontroleerd worden.
Inzetgereedschappen met schroefdraad-
inzetstuk moeten nauwkeurig op de
schroefdraad van de uitgaande as
passen. De gatdiameter van met een flens
gemonteerde inzetgereedschappen moet
passen bij de opnamediameter van de
flens.
Inzetgereedschappen die niet
nauwkeu-rig op de uitgaande as van het
elek-trische gereedschap passen,
draaien ongelijkmatig, trillen sterk en
kunnen tot het verlies van de controle
leiden.
Gebruik geen beschadigde inzetgereed-
schappen. Controleer voor het gebruik
altijd inzetgereedschappen zoals
slijpschijven op afsplinteringen en
scheuren, steunschijven op scheuren of
sterke slijtage en draadborstels op losse
of gebroken draden. Als het elektrische
gereedschap of het inzetgereedschap
valt, dient u te controleren of het bescha-
digd is, of gebruik een onbeschadigd
inzetgereedschap. Als u het inzetgereed-
schap hebt gecontroleerd en ingezet,
laat u de machine een minuut lang met
het maximale toerental lopen.
Daarbij dient u en dienen andere perso-
nen uit de buurt van het ronddraaiende
inzetgereedschap te blijven.
Beschadigde inzetgereedschappen
breken meestal gedurende deze testtijd.
Draag persoonlijke beschermende uit-
rusting. Gebruik afhankelijk van de toe-
passing een volledige gezichtsbescher-
ming, oogbescherming of veiligheidsbril.