Flex L 10-11 125 de handleiding

Categorie
Haakse slijpers
Type
de handleiding
L 8-11 115/L 8-11 125/LE 9-11 125/L 10-11 125/L 14-11 115/L 14-11 125/LE 14-11 115/LE 14-11 125
80
Inhoud
Gebruikte symbolen . . . . . . . . . . . . . . 80
Symbolen op het gereedschap . . . . . . 80
Voor uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . 80
Geluid en trillingen . . . . . . . . . . . . . . . . 84
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . 85
In één oogopslag . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
Gebruiksaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . 88
Onderhoud en verzorging . . . . . . . . . . 91
Afvoeren van verpakking en machine . 92
-Conformiteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92
Uitsluiting van aansprakelijkheid . . . . . 92
Gebruikte symbolen
WAARSCHUWING!
Geeft een onmiddellijk dreigend gevaar
aan. Als de waarschuwing niet in acht wordt
genomen, dreigen levensgevaarlijke of zeer
ernstige verwondingen.
VOORZICHTIG!
Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan.
Als de aanwijzing niet in acht wordt
genomen, kunnen persoonlijk letsel
of materiële schade het gevolg zijn.
LET OP
Geeft gebruikstips en belangrijke
informatie aan.
Symbolen op het gereedschap
Lees de gebruiksaanwijzing
voordat u het gereedschap
in gebruik neemt!
Draag een oogbescherming!
Isolatieklasse II
(volledig geïsoleerd)
Afvoeren van het oude apparaat
(zie pagina 92)
Verhindert bij het blokkeren van
het gereedschap dat de machine
een terugslag geeft.
Overbelastingsbeveiliging: schakelt
de machine uit bij overbelasting.
Een tachogenerator verhindert dat
het toerental onder belasting
terugloopt.
Verhoogde arbeidsveiligheid en
verbeterde bediening door behoed-
zame toename van het toerental.
Sensorgestuurde temperatuur-
bewaking: bij gevaar van overver-
hitting schakelt de machine uit.
Verhindert onbedoelde start van
de machine na stroomuitval.
De snelheid kan in 6 standen
variabel ingesteld worden.
Remsysteem reduceert de
uitlooptijd van het gereedschap.
Microprocessor-elektronica
Voor uw veiligheid
WAARSCHUWING!
ees voor het gebruik van de haakse
slijpmachine de volgende voorschriften
en neem deze in acht:
deze gebruiksaanwijzing,
de „Algemene veiligheidsvoorschriften
voor het gebruik van elektrische gereed-
schappen in de meegeleverde brochure
(document-nummer: 315.915),
de op de plaats van gebruik geldende
regels en voorschriften ter voorkoming
van ongevallen.
Deze haakse slijpmachine is geconstrueerd
volgens de huidige stand van de techniek
en de erkende veiligheidstechnische regels.
Toch kunnen bij het gebruik ervan levens-
gevaar en verwondingsgevaar voor de
gebruiker en voor andere personen resp.
gevaren voor beschadigingen aan de machine
of aan andere zaken optreden. De haakse
slijpmachine mag alleen worden gebruikt:
volgens de bestemming,
in een veiligheidstechnisch optimale
toestand.
Verhelp storingen die de veiligheid in gevaar
brengen onmiddellijk
.
L 8-11 115/L 8-11 125/LE 9-11 125/L 10-11 125/L 14-11 115/L 14-11 125/LE 14-11 115/LE 14-11 125
81
Gebruik volgens bestemming
Deze haakse slijpmachine is bestemd:
voor professioneel gebruik in de industrie
en door de vakman,
voor het droog slijpen en doorslijpen van
metaal en steen; voor doorslijpen moet
een speciale doorslijpbeschermkap
worden gebruikt,
voor het gebruik met slijpgereedschap
en toebehoren dat in deze gebruiks-
aanwijzing wordt vermeld of dat door
de fabrikant wordt geadviseerd.
Niet toegestaan zijn bijvoorbeeld ketting-
freesschijven en zaagbladen.
Veiligheidsvoorschriften voor
haakse slijpmachines
WAARSCHUWING!
Lees alle veiligheidsvoorschriften en aan-
wijzingen. Als de veiligheidsvoorschriften en
aanwijzingen niet in acht worden genomen,
kan dit een elektrische schok, brand
en/of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bewaar alle veiligheidsvoorschriften
en aanwijzingen voor de toekomst.
Algemene waarschuwingen voor
slijpen en doorslijpen
Dit elektrische gereedschap is te ge-
bruiken als slijp- en doorslijpmachine.
Neem alle veiligheidsvoorschriften, aan-
wijzingen, afbeeldingen en gegevens die
u bij het gereedschap ontvangt in acht.
Als u de volgende aanwijzingen niet
in acht neemt, kunnen een elektrische
schok, brand en/of ernstig letsel het
gevolg zijn.
Dit elektrische gereedschap is niet
geschikt voor schuurwerkzaamheden
(met schuurpapier), werkzaamheden met
draadborstels en polijstwerkzaamheden.
Toepassingen waarvoor het elektrische
gereedschap niet is voorzien, kunnen
gevaren en verwondingen veroorzaken
.
Gebruik uitsluitend toebehoren dat door de
fabrikant speciaal voor dit elektrische
gereedschap is voorzien en geadviseerd.
Het feit dat u het toebehoren aan het
elektrische gereedschap kunt beves-
tigen, waarborgt nog geen veilig gebruik.
Het toegestane toerental van het inzet-
gereedschap moet minstens even hoog
zijn als het maximale toerental dat op het
elektrische gereedschap vermeld staat.
Toebehoren dat sneller draait dan toe-
gestaan, kan onherstelbaar beschadigd
worden en wegvliegen.
De buitendiameter en de dikte van het
inzetgereedschap moeten overeen-
komen met de maatgegevens van het
elektrische gereedschap.
Inzetgereedschappen met onjuiste
afmetingen kunnen niet voldoende
afgeschermd of gecontroleerd worden.
Inzetgereedschappen met schroefdraad-
inzetstuk moeten nauwkeurig op de
schroefdraad van de uitgaande as
passen. De gatdiameter van met een flens
gemonteerde inzetgereedschappen moet
passen bij de opnamediameter van de
flens.
Inzetgereedschappen die niet
nauwkeu-rig op de uitgaande as van het
elek-trische gereedschap passen,
draaien ongelijkmatig, trillen sterk en
kunnen tot het verlies van de controle
leiden.
Gebruik geen beschadigde inzetgereed-
schappen. Controleer voor het gebruik
altijd inzetgereedschappen zoals
slijpschijven op afsplinteringen en
scheuren, steunschijven op scheuren of
sterke slijtage en draadborstels op losse
of gebroken draden. Als het elektrische
gereedschap of het inzetgereedschap
valt, dient u te controleren of het bescha-
digd is, of gebruik een onbeschadigd
inzetgereedschap. Als u het inzetgereed-
schap hebt gecontroleerd en ingezet,
laat u de machine een minuut lang met
het maximale toerental lopen.
Daarbij dient u en dienen andere perso-
nen uit de buurt van het ronddraaiende
inzetgereedschap te blijven.
Beschadigde inzetgereedschappen
breken meestal gedurende deze testtijd.
Draag persoonlijke beschermende uit-
rusting. Gebruik afhankelijk van de toe-
passing een volledige gezichtsbescher-
ming, oogbescherming of veiligheidsbril.
L 8-11 115/L 8-11 125/LE 9-11 125/L 10-11 125/L 14-11 115/L 14-11 125/LE 14-11 115/LE 14-11 125
82
Draag indien van toepassing een stof-
masker, een gehoorbescherming,
werkhandschoenen of een speciaal
schort dat kleine slijp- en metaaldeeltjes
tegenhoudt.
Uw ogen moeten worden beschermd
tegen wegvliegende deeltjes die bij ver-
schillende toepassingen ontstaan.
Een stof- of ademmasker moet het stof
filteren dat bij de toepassing ontstaat.
Als u lang wordt blootgesteld aan luid
lawaai, kan uw gehoor worden bescha-
digd.
Let erop dat andere personen zich
op een veilige afstand bevinden van
de plaats waar u werkt. Iedereen
die de werkomgeving betreedt, moet
persoonlijke beschermende uitrusting
dragen.
Brokstukken van het werkstuk
of gebroken inzetgereedschappen
kunnen wegvliegen en verwondingen
veroorzaken, ook buiten de directe
werkomgeving.
Houd het gereedschap alleen aan
de geïsoleerde greepvlakken vast
als u werkzaamheden uitvoert waarbij
het inzetgereedschap verborgen stroom-
leidingen of de eigen stroomkabel kan
raken.
Contact met een onder spanning
staande leiding kan ook metalen delen
van het gereedschap onder spanning
zetten en tot een elektrische schok
leiden.
Houd de stroomkabel uit de buurt van
draaiende inzetgereedschappen.
Als u de controle over het gereedschap
verliest, kan de stroomkabel worden
doorgesneden of meegenomen en uw
hand of arm kan in het ronddraaiende
inzetgereedschap terechtkomen.
Leg het elektrische gereedschap nooit
neer voordat het inzetgereedschap
volledig tot stilstand is gekomen.
Het draaiende inzetgereedschap kan
in contact komen met het oppervlak,
waardoor u de controle over het elek-
trische gereedschap kunt verliezen.
Laat het elektrische gereedschap niet
lopen terwijl u het draagt.
Uw kleding kan door toevallig contact
met het draaiende inzetgereedschap
worden meegenomen en het inzet-
gereedschap kan zich in uw lichaam
boren.
Reinig regelmatig de ventilatieopeningen
van het elektrische gereedschap.
De motorventilator trekt stof in het huis
en een sterke ophoping van metaalstof
kan elektrische gevaren veroorzaken.
Gebruik het elektrische gereedschap niet
in de buurt van brandbare materialen.
Vonken kunnen deze materialen
ontsteken.
Gebruik geen inzetgereedschappen waar-
voor vloeibare koelmiddelen vereist zijn.
Het gebruik van water of andere vloei-
bare koelmiddelen kan tot een elek-
trische schok leiden.
Terugslag en bijbehorende veiligheids-
voorschriften
Terugslag is de plotselinge reactie als
gevolg van een vasthakend of geblokkeerd
draaiend inzetgereedschap, zoals een
slijpschijf, schuurschijf, steunschijf, draad-
borstel, enz. Vasthaken of blokkeren leidt
tot een abrupte stop van het ronddraaiende
inzetgereedschap. Daardoor wordt een
ongecontroleerd elektrisch gereedschap
tegen de draairichting van het inzetgereed-
schap versneld op de plaats van de blok-
kering.
Als bijvoorbeeld een slijpschijf in het
werkstuk vasthaakt of blokkeert, kan de
rand van de slijpschijf die in het werkstuk
invalt, zich vastgrijpen. Daardoor kan
de slijpschijf uitbreken of een terugslag
veroorzaken. De slijpschijf beweegt zich
vervolgens naar de bediener toe of van
de bediener weg, afhankelijk van de draai-
richting van de schijf op de plaats van
de blokkering. Hierbij kunnen slijpschijven
ook breken.
Een terugslag is het gevolg van verkeerd of
onjuist gebruik van het elektrische gereed-
schap. Terugslag kan worden voorkomen
door geschikte voorzorgsmaatregelen,
zoals hieronder beschreven.
L 8-11 115/L 8-11 125/LE 9-11 125/L 10-11 125/L 14-11 115/L 14-11 125/LE 14-11 115/LE 14-11 125
83
Houd het elektrische gereedschap goed
vast en breng uw lichaam en uw armen
in een positie waarin u de terugslag-
krachten kunt opvangen.
Gebruik altijd de extra handgreep, indien
aanwezig, om de grootst mogelijke
controle te hebben over terugslag-
krachten of reactiemomenten bij het
op toeren komen.
De bediener kan door geschikte voor-
zorgsmaatregelen de terugslag- en
reactiekrachten beheersen.
Breng uw hand nooit in de buurt
van draaiende inzetgereedschappen.
Het inzetgereedschap kan bij de
terugslag over uw hand bewegen.
Mijd met uw lichaam het gebied waar-
heen het elektrische gereedschap
bij een terugslag wordt bewogen.
De terugslag drijft het elektrische gereed-
schap in de richting die tegengesteld
is aan de beweging van de slijpschijf
op de plaats van de blokkering.
Werk bijzonder voorzichtig in de buurt
van hoeken, scherpe randen, enz.
Voorkom dat inzetgereedschappen
van het werkstuk terugstoten en vast-
klemmen.
Het ronddraaiende inzetgereedschap
neigt er toe, zich vast te klemmen
bij hoeken, scherpe randen of wanneer
het terugspringt. Dit veroorzaakt een
controleverlies of terugslag.
Gebruik geen kettingblad of getand
zaagblad.
Zulke inzetgereedschappen veroorzaken
vaak een terugslag of het verlies van
de controle over het elektrische gereed-
schap.
Bijzondere veiligheidsvoorschriften
voor slijp- en doorslijpwerkzaamheden
Gebruik uitsluitend het voor het elek-
trische gereedschap toegestane schuur-
toebehoren en de voor dit schuurtoebe-
horen voorziene beschermkap.
Schuurtoebehoren dat niet voor het
elektrische gereedschap is voorzien,
kan niet voldoende worden afgeschermd
en is niet veilig.
Gebogen slijpschijven moeten zodanig
gemonteerd worden dat hun
slijpoppervlak niet boven de rand van de
beschermkap uit steekt.
Een onjuist
gemonteerde slijpschijf die over de rand
van de slijpschijf uitsteekt, kan
onvoldoende afgeschermd worden.
De beschermkap moet stevig op het
elektrische gereedschap zijn aangebracht
en voor een maximum aan veiligheid
zodanig zijn ingesteld dat het kleinst
mogelijke deel van het slijptoebehoren
open naar de bediener wijst.
De beschermkap helpt de bediener te
beschermen tegen brokstukken en
toevallig contact met het slijptoebehoren
alsmede tegen vonken die de kleding kun-
nen doen ontbranden.
Schuurtoebehoren mag alleen worden
gebruikt voor de geadviseerde toepas-
singsmogelijkheden. Bijvoorbeeld: slijp
nooit met de zijkant van een doorslijpschijf.
Doorslijpschijven zijn bestemd voor
materiaalafname met de rand van
de schijf. Een zijwaartse krachtinwerking
op dit schuurtoebehoren kan het toe-
behoren breken.
Gebruik altijd onbeschadigde span-
flenzen in de juiste maat en vorm voor
de door u gekozen slijpschijf.
Geschikte flenzen steunen de slijpschijf
en verminderen zo het gevaar van een
slijpschijfbreuk. Flenzen voor doorslijp-
schijven kunnen verschillen van
de flenzen voor andere slijpschijven.
Gebruik geen versleten slijpschijven van
grotere elektrische gereedschappen.
Slijpschijven voor grotere elektrische
gereedschappen zijn niet geconstrueerd
voor de hogere toerentallen van kleinere
elektrische gereedschappen en kunnen
breken.
Overige bijzondere veiligheidsvoor-
schriften voor doorslijpwerkzaamheden
Voorkom blokkeren van de doorslijpschijf
en te hoge aandrukkracht.
Slijp niet overmatig diep.
Een overbelasting van de doorslijpschijf
vergroot de slijtage en de gevoeligheid
voor kantelen of blokkeren en daardoor
de mogelijkheid van een terugslag
of breuk van het slijptoebehoren.
L 8-11 115/L 8-11 125/LE 9-11 125/L 10-11 125/L 14-11 115/L 14-11 125/LE 14-11 115/LE 14-11 125
84
Mijd de omgeving voor en achter
de ronddraaiende doorslijpschijf.
Als u de doorslijpschijf in het werkstuk
van u weg beweegt, kan in het geval van
een terugslag het elektrische gereed-
schap met de draaiende schijf recht-
streeks naar u toe worden geslingerd.
Als de doorslijpschijf vastklemt of als
u de werkzaamheden onderbreekt,
schakelt u het gereedschap uit en houdt
u het rustig vast tot de schijf tot stilstand
is gekomen.
Probeer nooit om de nog draaiende
doorslijpschijf uit de groef te trekken.
Anders kan een terugslag het gevolg zijn.
Stel de oorzaak van het vastklemmen
vast en maak deze ongedaan.
Schakel het elektrische gereedschap
niet opnieuw in zolang het zich in het
werkstuk bevindt. Laat de doorslijpschijf
eerst het volledige toerental bereiken
voordat u het doorslijpen voorzichtig
voortzet.
Anders kan de schijf vasthaken, uit het
werkstuk springen of een terugslag
veroorzaken.
Ondersteun platen of grote werkstukken
om het risico van een terugslag door
een ingeklemde doorslijpschijf te vermin-
deren.
Grote werkstukken kunnen onder hun
eigen gewicht doorbuigen.
Het werkstuk moet aan beide zijden van
de schijf worden ondersteund, zowel
vlakbij de slijpgroef als aan de rand.
Wees bijzonder voorzichtig bij invallend
frezen in bestaande muren of andere
plaatsen zonder voldoende zicht.
De invallende doorslijpschijf kan bij het
doorslijpen van gas- of waterleidingen,
elektrische leidingen of andere objecten
een terugslag veroorzaken.
Overige veiligheidsvoorschriften
De netspanning en de op het typeplaatje
vermelde spanningsgegevens moeten
overeenkomen.
Druk alleen op knop voor de blokkering
van de uitgaande as als het slijpgereed-
schap stilstaat.
Geluid en trillingen
LET OP
Waarden voor het A-gewogen geluids-
niveau en de totale trillingswaarden staan
in de tabel „Technische gegevens“.
De geluids- en trillingswaarden zijn vast-
gesteld volgens EN 60745.
VOORZICHTIG!
De aangegeven meetwaarden gelden
voor nieuwe gereedschappen.
Bij dagelijks gebruik veranderen geluids- en
trillingswaarden.
LET OP
Het is deze instructies vermelde trillings-
niveau is gemeten volgens de meet-
methode zoals beschreven in de norm
EN 60745 en kan worden gebruikt voor
de onderlinge vergelijking van elektrische
gereedschappen. Het is ook geschikt voor
een voorlopige inschatting van de trillings-
belasting. Het vermelde trillingsniveau geldt
voor de voornaamste toepassingen van het
elektrische gereedschap. Indien het elek-
trische gereedschap wordt gebruikt voor
andere toepassingen, met afwijkende
inzetgereedschappen of zonder voldoende
onderhoud, kan het trillingsniveau afwijken.
Dit kan de trillingsbelasting over het gehele
arbeidstijdvak duidelijk verhogen.
Voor een nauwkeurige schatting van
de trillingsbelasting moeten ook de tijden
in aanmerking worden genomen waarin het
gereedschap uitgeschakeld is, of waarin het
wel loopt, maar niet feitelijk wordt gebruikt.
Dit kan de trillingsbelasting over het gehele
arbeidstijdvak duidelijk verminderen.
Leg aanvullende veiligheidsmaatregelen
ter bescherming van de bediener tegen het
effect van trillingen vast, zoals: onderhoud
van elektrische gereedschap en inzet-
gereedschappen, warm houden van
de handen, organisatie van de arbeids-
processen
.
VOORZICHTIG!
Draag een gehoorbescherming bij een
geluidsdruk van meer dan 85 dB(A).
L 8-11 115/L 8-11 125/LE 9-11 125/L 10-11 125/L 14-11 115/L 14-11 125/LE 14-11 115/LE 14-11 125
85
Technische gegevens
L 8-11 115 L 8-11 125 LE 9-11 125 L 8-11 115
Machinetype Haakse slijpmachine
Max. Ø
slijpgereedschap
mm
115 125
Dikte slijpgereedschap
mm
1–6
Opnameboorgat
mm
22,23
Schroefdraad
uitgaande as
M14
Toerental
o.p.m.
11.500 6.000–11.500 11.500
Opgenomen vermogen
W
800 900 1050
Afgegeven vermogen
W
460 600 650
Gewicht volgens
„EPTA-procedure
1/2003“ (zonder Kabel)
kg
2,0 2,1
Isolatieklasse
II/
A-gewogen geluidsniveau volgens EN 60745 (zie „Geluid en trillingen”):
Geluidsdrukniveau L
pA
dB(A)
86,4 87 85
Geluidsvermogen-
niveau L
WA
dB(A)
97,4 98 96
Onzekerheid K
db
3,0
Totale trillingswaarde volgens EN 60745 (zie „Geluid en trillingen”):
Emissiewaarde a
h
bij
oppervlakte-
schuurwerkzaamheden
m/s
2
7,7 8,5 6,3
Emissiewaarde a
h
bij
doorslijp-
werkzaamheden
m/s
2
3,0 1,6
Onzekerheid K
m/s
2
1,5
L 8-11 115/L 8-11 125/LE 9-11 125/L 10-11 125/L 14-11 115/L 14-11 125/LE 14-11 115/LE 14-11 125
86
L 14-11 115 L 14-11 125 LE 14-11 115 LE 14-11 125
Machinetype Haakse slijpmachine
Max. Ø slijpgereedschap
mm
115 125 115 125
Dikte slijpgereedschap
mm
1–6
Opnameboorgat
mm
22,23
Schroefdraad
uitgaande as
M14
Toerental
o.p.m.
11.500 2.800–11.500
Opgenomen vermogen
W
1400
Afgegeven vermogen
W
880
Gewicht volgens
„EPTA-procedure
1/2003“ (zonder Kabel)
kg
2,3
Isolatieklasse
II/
A-gewogen geluidsniveau volgens EN 60745 (zie „Geluid en trillingen”):
Geluidsdrukniveau L
pA
dB(A)
86
Geluidsvermogen-
niveau L
WA
dB(A)
97
Onzekerheid K
db
3,0
Totale trillingswaarde volgens EN 60745 (zie „Geluid en trillingen”):
Emissiewaarde a
h
bij
oppervlakte-
schuurwerkzaamheden
m/s
2
6,3
Emissiewaarde a
h
bij
doorslijp-
werkzaamheden
m/s
2
1,4
Onzekerheid K
m/s
2
1,5
L 8-11 115/L 8-11 125/LE 9-11 125/L 10-11 125/L 14-11 115/L 14-11 125/LE 14-11 115/LE 14-11 125
87
In één oogopslag
In deze gebruiksaanwijzing worden verschillende elektrische gereedschappen beschreven.
Details van de afbeeldingen kunnen afwijken van het door u gekochte elektrische
gereedschap.
1 Uitgaande as
2 Schroefdraadflens
a Spanmoer
a Spanflens
3 Beschermkap
Kan zonder hulpgereedschap
in 12 standen 360° worden versteld.
a) 115 mm (L 8-11 115, L 14-11 115,
LE 14-11 115)
b) 125 mm
4 Handgreep
Handgreep kan links en rechts worden
gemonteerd.
(L 14-11 115, L 14-11 125,
LE 14-11 115, LE 14-11 125: Handgreep
met geïntegreerde moersleutel)
5 Blokkering van de uitgaande as
Voor het vastzetten van de uitgaande as
bij het wisselen van inzetgereedschap.
6 Machinekop
Met luchtafvoeropening en draai-
richtingpijl.
7 Schakelaar
Voor in- en uitschakelen.
Met vergrendelingsstand voor continu
gebruik.
8 Achterste handgreep
9 Stelwiel voor vooraf instelbaar
toerental (LE 9-11 125, LE 14-11 115,
LE 14-11 125)
10 Netsnoer 4,0 m met stekker
11 Typeplaatje (niet afgebeeld)
12 Spansleutel
L 8-11 115/L 8-11 125/LE 9-11 125/L 10-11 125/L 14-11 115/L 14-11 125/LE 14-11 115/LE 14-11 125
88
Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING!
Trek voor alle werkzaamheden aan
de haakse slijpmachine de stekker
uit het stopcontact.
Voor de ingebruikneming
Pak de haakse slijpmachine uit en contro-
leer of alles compleet is meegeleverd
en er geen transportschade is.
Beschermkap monteren
WAARSCHUWING!
Werk bij afbraam- en doorslijpwerkzaam-
heden nooit zonder beschermkap.
Voor doorslijpen moet een speciale
doorslijpbeschermkap worden gebruikt.
Trek de stekker uit de contactdoos.
Beschermkap opzetten (1.). Nokken op
de beschermkap moeten daarbij in de
uitsparingen van de flens zitten.
Beschermkap met de wijzers van de klok
mee draaien (2.).
Draaien is slechts in één richting
mogelijk!
Demontage in omgekeerde volgorde.
Monteer de handgreep
LET OP
Het gebruik van het elektrische gereed-
schap zonder handgreep is niet toegestaan.
Gereedschap bevestigen/
vervangen
Trek de stekker uit de contactdoos.
Slijpschijf monteren
Arretering van uitgaande as indrukken en
ingedrukt houden (1.).
Draai met de spansleutel de spanmoer
tegen de wijzers van de klok in los van
de uitgaande as en verwijder de
spanmoer (2.).
L 8-11 115/L 8-11 125/LE 9-11 125/L 10-11 125/L 14-11 115/L 14-11 125/LE 14-11 115/LE 14-11 125
89
Handgreep (L 14-11 115, L 14-11 125,
LE 14-11 115, LE 14-11 125)
Neem de handgreep van de machine
door deze tegen de wijzers van de klok
in te draaien.
Draai de afdekking op de handgreep
180° tot deze vastklikt.
De vasthoudsleutel is meegeleverd.
Druk op de blokkering van de uitgaande
as en houd deze ingedrukt (1.).
Draai met de vasthoudsleutel de
spanmoer tegen de wijzers van de klok
in los van de uitgaande as en verwijder
de spanmoer (2.).
Leg de slijpschijf in de juiste positie op de
uitgaande as.
Draai de spamoer met de kraag naar
boven op de uitgaande as.
Druk op de blokkering van de uitgaande
as en houd deze ingedrukt.
Spanmoer met de moersleutel of
vasthoudsleutel vastdraaien.
Laat het inzetgereedschap proefdraaien
om te controleren of het gecentreerd
ingespannen is.
Proefdraaien
Steek de stekker in de contactdoos.
Schakel de haakse slijpmachine
in met de schakelaar zonder deze
vast te klikken en laat de haakse
slijpmachine gedurende ca. 30 seconden
lopen. Controleer de machine op
onbalans en trillingen.
Schakel de haakse slijpmachine uit.
In- en uitschakelen
Gebruik voor korte duur zonder
vergrendeling
Duw de schakelaar naar voren en houd
deze vast.
Als u de machine wilt uitschakelen,
laat u de schakelaar los.
Continu gebruik met vergrendeling
Duw de schakelaar naar voren (1.) en ver-
grendel vervolgens de schakelaar door
deze vooraan in te drukken (2.).
L 8-11 115/L 8-11 125/LE 9-11 125/L 10-11 125/L 14-11 115/L 14-11 125/LE 14-11 115/LE 14-11 125
90
Als u de machine wilt uitschakelen,
ontgrendelt u de schakelaar door
deze achteraan in te drukken.
LET OP
Nadat de stroom is uitgevallen, start het
ingeschakelde gereedschap niet opnieuw.
Vooraf instelbaar toerental
(LE 9-11 125, LE 14-11 115,
LE 14-11 125)
Als u het werktoerental wilt instellen,
zet u het stelwiel op de gewenste waarde.
VOORZICHTIG!
Verwondingsgevaar door beschadiging van
het inzetgereedschap. Gebruik het inzet-
gereedschap dat bij de werkzaamheden
past.
LET OP
Bij overbelasting of oververhitting bij continu
gebruik vermindert het gereedschap het
toerental automatisch totdat het gereed-
schap voldoende is afgekoeld.
Verstel de beschermkap
Voor de aanpassing aan de werktaak
is de beschermkap zonder gereedschap
verstelbaar in 12 standen binnen 360°.
VOORZICHTIG!
Verwondingsgevaar!
Draag werkhandschoenen.
Trek de stekker uit de contactdoos.
Beschermkap tegengesteld aan
de draairichtingspijl op de machinekop
tot aan vereiste stand draaien.
Tips voor de werkzaamheden
LET OP
Na het uitschakelen loopt het slijpgereed-
schap nog korte tijd uit.
Afbramen
WAARSCHUWING!
Gebruik nooit doorslijpschijven voor
afbraamwerkzaamheden.
Aanzethoek 20°–40° voor optimale
afname.
Beweeg de haakse slijpmachine
met matige druk heen en weer.
Daardoor wordt het werkstuk niet te heet
en ontstaan er geen verkleuringen.
Bovendien komen er zo geen groeven
in het werkstuk.
L 8-11 115/L 8-11 125/LE 9-11 125/L 10-11 125/L 14-11 115/L 14-11 125/LE 14-11 115/LE 14-11 125
91
Doorslijpen
WAARSCHUWING!
Voor doorslijpen moet een speciale
doorslijpbeschermkap worden gebruikt.
Zie toebehorencatalogus van fabrikant.
Werk met de haakse slijpmachine altijd
in tegengestelde richting.
Anders kan de schijf ongecontroleerd uit
de groef springen.
Druk de machine niet aan.
Houd de machine niet schuin.
Laat de machine niet oscilleren.
Pas de voeding aan het te bewerken
materiaal aan.
Hoe harder het materiaal, hoe langzamer
u naar voren beweegt.
Zie www.flex-tools.com
voor meer infor-
matie over de producten van de fabrikant.
Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING!
Trek voor alle werkzaamheden aan
de haakse slijpmachine de stekker
uit het stopcontact.
Reiniging
WAARSCHUWING!
Bij het bewerken van metalen kan zich
bij intensief gebruik geleidend stof in het
machinehuis ophopen.
Gevaar voor beschadiging van de veilig-
heidsisolatie! Gebruik de machine via
een aardlekschakelaar (inschakelstroom
30 mA).
Reinig de machine en de
ventilatieopenin-gen regelmatig. De
frequentie van de reini-ging is afhankelijk
van het bewerkte materiaal en van de
duur van het gebruik.
Blaas de binnenzijde van het
machinehuis met de motor regelmatig
met droge per-slucht door.
Koolborstels
De haakse slijpmachine is voorzien
van zelfuitschakelende koolborstels.
Na het bereiken van de slijtagegrens
schakelen de koolborstels de haakse
slijpmachine automatisch uit.
LET OP
Gebruik uitsluitend originele vervangings-
onderdelen van de fabrikant. Bij het gebruik
van onderdelen van een andere fabrikant
vervallen de garantieverplichtingen van
de fabrikant.
Door de luchttoevoeropeningen aan de
achterzijde kunnen de koolborstelvonken
tijdens het gebruik worden geobserveerd.
Schakel de haakse slijpmachine onmiddel-
lijk uit bij sterke vonkontwikkeling van
de koolborstels.
Geef de haakse slijpmachine vervolgens af
bij een door de fabrikant erkende klanten-
service.
Machinekop
LET OP
Draai de schroeven op de machinekop
tijdens de garantietijd niet los.
Anders vervallen de garantieverplichtingen
van de fabrikant.
Reparaties
Laat reparaties uitsluitend uitvoeren door een
door de fabrikant erkende klantenservice.
Vervangingsonderdelen
en toebehoren
Zie voor meer toebehoren, in het bijzonder
slijpgereedschappen, de catalogi van
de fabrikant.
Explosietekeningen en onderdelenlijsten
vindt u op onze website:
www.flex-tools.com
L 8-11 115/L 8-11 125/LE 9-11 125/L 10-11 125/L 14-11 115/L 14-11 125/LE 14-11 115/LE 14-11 125
92
Afvoeren van verpakking
en machine
WAARSCHUWING!
Maak een versleten machine onbruikbaar
door het netsnoer te verwijderen.
Alleen voor EU-landen
Gooi elektrische gereedschappen
niet bij het huisvuil.
Volgens de Europese richtlijn 2012/19/EU
betreffende afgedankte elektrische en
elektronische apparatuur en de omzetting
van de richtlijn in nationaal recht moeten
versleten elektrische gereedschappen apart
worden ingezameld en op een voor het
milieu verantwoorde wijze opnieuw worden
gebruikt
.
LET OP
Vraag uw vakhandel naar de mogelijkheden
om uw oude gereedschap af geven!
-Conformiteit
Wij verklaren als alleen verantwoordelijke dat
het onder „Technische gegevens” beschreven
product voldoet aan de volgende normen
en normatieve documenten:
EN 60745 volgens de bepalingen van
de richtlijnen 2014/30/EU, 2006/42/EG,
2011/65/EU.
Verantwoordelijk voor technische
documentatie:
FLEX
-
Elektrowerkzeuge GmbH, R & D
Bahnhofstrasse 15, D
-
71711 Steinheim/Murr
05-11-2018
FLEX
-
Elektrowerkzeuge GmbH
Bahnhofstrasse 15, D
-
71711 Steinheim/Murr
Uitsluiting van aansprakelijkheid
De fabrikant en zijn vertegenwoordiger zijn niet
aansprakelijk voor schade en verloren winst
door onderbreking van de werkzaamheden
die door het product of het niet-mogelijke
gebruik van het product zijn veroorzaakt.
De fabrikant en zijn vertegenwoordiger zijn
niet aansprakelijk voor schade die door ondes-
kundig gebruik of in combinatie met producten
van andere fabrikanten is veroorzaakt.

Documenttranscriptie

L 8-11 115/L 8-11 125/LE 9-11 125/L 10-11 125/L 14-11 115/L 14-11 125/LE 14-11 115/LE 14-11 125 Inhoud Gebruikte symbolen . . . . . . . . . . . . . . Symbolen op het gereedschap . . . . . . Voor uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . Geluid en trillingen . . . . . . . . . . . . . . . . Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . In één oogopslag . . . . . . . . . . . . . . . . . Gebruiksaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . Onderhoud en verzorging . . . . . . . . . . Afvoeren van verpakking en machine . -Conformiteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . Uitsluiting van aansprakelijkheid . . . . . 80 80 80 84 85 87 88 91 92 92 92 Gebruikte symbolen WAARSCHUWING! Geeft een onmiddellijk dreigend gevaar aan. Als de waarschuwing niet in acht wordt genomen, dreigen levensgevaarlijke of zeer ernstige verwondingen. VOORZICHTIG! Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan. Als de aanwijzing niet in acht wordt genomen, kunnen persoonlijk letsel of materiële schade het gevolg zijn. LET OP Geeft gebruikstips en belangrijke informatie aan. Symbolen op het gereedschap Lees de gebruiksaanwijzing voordat u het gereedschap in gebruik neemt! Draag een oogbescherming! Isolatieklasse II (volledig geïsoleerd) Afvoeren van het oude apparaat (zie pagina 92) Verhindert bij het blokkeren van het gereedschap dat de machine een terugslag geeft. Overbelastingsbeveiliging: schakelt de machine uit bij overbelasting. 80 Een tachogenerator verhindert dat het toerental onder belasting terugloopt. Verhoogde arbeidsveiligheid en verbeterde bediening door behoedzame toename van het toerental. Sensorgestuurde temperatuurbewaking: bij gevaar van oververhitting schakelt de machine uit. Verhindert onbedoelde start van de machine na stroomuitval. De snelheid kan in 6 standen variabel ingesteld worden. Remsysteem reduceert de uitlooptijd van het gereedschap. Microprocessor-elektronica Voor uw veiligheid WAARSCHUWING! ees voor het gebruik van de haakse slijpmachine de volgende voorschriften en neem deze in acht: – deze gebruiksaanwijzing, – de „Algemene veiligheidsvoorschriften” voor het gebruik van elektrische gereedschappen in de meegeleverde brochure (document-nummer: 315.915), – de op de plaats van gebruik geldende regels en voorschriften ter voorkoming van ongevallen. Deze haakse slijpmachine is geconstrueerd volgens de huidige stand van de techniek en de erkende veiligheidstechnische regels. Toch kunnen bij het gebruik ervan levensgevaar en verwondingsgevaar voor de gebruiker en voor andere personen resp. gevaren voor beschadigingen aan de machine of aan andere zaken optreden. De haakse slijpmachine mag alleen worden gebruikt: – volgens de bestemming, – in een veiligheidstechnisch optimale toestand. Verhelp storingen die de veiligheid in gevaar brengen onmiddellijk. L 8-11 115/L 8-11 125/LE 9-11 125/L 10-11 125/L 14-11 115/L 14-11 125/LE 14-11 115/LE 14-11 125 Gebruik volgens bestemming Deze haakse slijpmachine is bestemd: – voor professioneel gebruik in de industrie en door de vakman, – voor het droog slijpen en doorslijpen van metaal en steen; voor doorslijpen moet een speciale doorslijpbeschermkap worden gebruikt, – voor het gebruik met slijpgereedschap en toebehoren dat in deze gebruiksaanwijzing wordt vermeld of dat door de fabrikant wordt geadviseerd. Niet toegestaan zijn bijvoorbeeld kettingfreesschijven en zaagbladen.    Veiligheidsvoorschriften voor haakse slijpmachines WAARSCHUWING! Lees alle veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen. Als de veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen niet in acht worden genomen, kan dit een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen voor de toekomst. Algemene waarschuwingen voor slijpen en doorslijpen    Dit elektrische gereedschap is te gebruiken als slijp- en doorslijpmachine. Neem alle veiligheidsvoorschriften, aanwijzingen, afbeeldingen en gegevens die u bij het gereedschap ontvangt in acht. Als u de volgende aanwijzingen niet in acht neemt, kunnen een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel het gevolg zijn. Dit elektrische gereedschap is niet geschikt voor schuurwerkzaamheden (met schuurpapier), werkzaamheden met draadborstels en polijstwerkzaamheden. Toepassingen waarvoor het elektrische gereedschap niet is voorzien, kunnen gevaren en verwondingen veroorzaken. Gebruik uitsluitend toebehoren dat door de fabrikant speciaal voor dit elektrische gereedschap is voorzien en geadviseerd. Het feit dat u het toebehoren aan het elektrische gereedschap kunt bevestigen, waarborgt nog geen veilig gebruik.   Het toegestane toerental van het inzetgereedschap moet minstens even hoog zijn als het maximale toerental dat op het elektrische gereedschap vermeld staat. Toebehoren dat sneller draait dan toegestaan, kan onherstelbaar beschadigd worden en wegvliegen. De buitendiameter en de dikte van het inzetgereedschap moeten overeenkomen met de maatgegevens van het elektrische gereedschap. Inzetgereedschappen met onjuiste afmetingen kunnen niet voldoende afgeschermd of gecontroleerd worden. Inzetgereedschappen met schroefdraadinzetstuk moeten nauwkeurig op de schroefdraad van de uitgaande as passen. De gatdiameter van met een flens gemonteerde inzetgereedschappen moet passen bij de opnamediameter van de flens. Inzetgereedschappen die niet nauwkeu-rig op de uitgaande as van het elek-trische gereedschap passen, draaien ongelijkmatig, trillen sterk en kunnen tot het verlies van de controle leiden. Gebruik geen beschadigde inzetgereedschappen. Controleer voor het gebruik altijd inzetgereedschappen zoals slijpschijven op afsplinteringen en scheuren, steunschijven op scheuren of sterke slijtage en draadborstels op losse of gebroken draden. Als het elektrische gereedschap of het inzetgereedschap valt, dient u te controleren of het beschadigd is, of gebruik een onbeschadigd inzetgereedschap. Als u het inzetgereedschap hebt gecontroleerd en ingezet, laat u de machine een minuut lang met het maximale toerental lopen. Daarbij dient u en dienen andere personen uit de buurt van het ronddraaiende inzetgereedschap te blijven. Beschadigde inzetgereedschappen breken meestal gedurende deze testtijd. Draag persoonlijke beschermende uitrusting. Gebruik afhankelijk van de toepassing een volledige gezichtsbescherming, oogbescherming of veiligheidsbril. 81 L 8-11 115/L 8-11 125/LE 9-11 125/L 10-11 125/L 14-11 115/L 14-11 125/LE 14-11 115/LE 14-11 125     82 Draag indien van toepassing een stofmasker, een gehoorbescherming, werkhandschoenen of een speciaal schort dat kleine slijp- en metaaldeeltjes tegenhoudt. Uw ogen moeten worden beschermd tegen wegvliegende deeltjes die bij verschillende toepassingen ontstaan. Een stof- of ademmasker moet het stof filteren dat bij de toepassing ontstaat. Als u lang wordt blootgesteld aan luid lawaai, kan uw gehoor worden beschadigd. Let erop dat andere personen zich op een veilige afstand bevinden van de plaats waar u werkt. Iedereen die de werkomgeving betreedt, moet persoonlijke beschermende uitrusting dragen. Brokstukken van het werkstuk of gebroken inzetgereedschappen kunnen wegvliegen en verwondingen veroorzaken, ook buiten de directe werkomgeving. Houd het gereedschap alleen aan de geïsoleerde greepvlakken vast als u werkzaamheden uitvoert waarbij het inzetgereedschap verborgen stroomleidingen of de eigen stroomkabel kan raken. Contact met een onder spanning staande leiding kan ook metalen delen van het gereedschap onder spanning zetten en tot een elektrische schok leiden. Houd de stroomkabel uit de buurt van draaiende inzetgereedschappen. Als u de controle over het gereedschap verliest, kan de stroomkabel worden doorgesneden of meegenomen en uw hand of arm kan in het ronddraaiende inzetgereedschap terechtkomen. Leg het elektrische gereedschap nooit neer voordat het inzetgereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Het draaiende inzetgereedschap kan in contact komen met het oppervlak, waardoor u de controle over het elektrische gereedschap kunt verliezen.     Laat het elektrische gereedschap niet lopen terwijl u het draagt. Uw kleding kan door toevallig contact met het draaiende inzetgereedschap worden meegenomen en het inzetgereedschap kan zich in uw lichaam boren. Reinig regelmatig de ventilatieopeningen van het elektrische gereedschap. De motorventilator trekt stof in het huis en een sterke ophoping van metaalstof kan elektrische gevaren veroorzaken. Gebruik het elektrische gereedschap niet in de buurt van brandbare materialen. Vonken kunnen deze materialen ontsteken. Gebruik geen inzetgereedschappen waarvoor vloeibare koelmiddelen vereist zijn. Het gebruik van water of andere vloeibare koelmiddelen kan tot een elektrische schok leiden. Terugslag en bijbehorende veiligheidsvoorschriften Terugslag is de plotselinge reactie als gevolg van een vasthakend of geblokkeerd draaiend inzetgereedschap, zoals een slijpschijf, schuurschijf, steunschijf, draadborstel, enz. Vasthaken of blokkeren leidt tot een abrupte stop van het ronddraaiende inzetgereedschap. Daardoor wordt een ongecontroleerd elektrisch gereedschap tegen de draairichting van het inzetgereedschap versneld op de plaats van de blokkering. Als bijvoorbeeld een slijpschijf in het werkstuk vasthaakt of blokkeert, kan de rand van de slijpschijf die in het werkstuk invalt, zich vastgrijpen. Daardoor kan de slijpschijf uitbreken of een terugslag veroorzaken. De slijpschijf beweegt zich vervolgens naar de bediener toe of van de bediener weg, afhankelijk van de draairichting van de schijf op de plaats van de blokkering. Hierbij kunnen slijpschijven ook breken. Een terugslag is het gevolg van verkeerd of onjuist gebruik van het elektrische gereedschap. Terugslag kan worden voorkomen door geschikte voorzorgsmaatregelen, zoals hieronder beschreven. L 8-11 115/L 8-11 125/LE 9-11 125/L 10-11 125/L 14-11 115/L 14-11 125/LE 14-11 115/LE 14-11 125      Houd het elektrische gereedschap goed vast en breng uw lichaam en uw armen in een positie waarin u de terugslagkrachten kunt opvangen. Gebruik altijd de extra handgreep, indien aanwezig, om de grootst mogelijke controle te hebben over terugslagkrachten of reactiemomenten bij het op toeren komen. De bediener kan door geschikte voorzorgsmaatregelen de terugslag- en reactiekrachten beheersen. Breng uw hand nooit in de buurt van draaiende inzetgereedschappen. Het inzetgereedschap kan bij de terugslag over uw hand bewegen. Mijd met uw lichaam het gebied waarheen het elektrische gereedschap bij een terugslag wordt bewogen. De terugslag drijft het elektrische gereedschap in de richting die tegengesteld is aan de beweging van de slijpschijf op de plaats van de blokkering. Werk bijzonder voorzichtig in de buurt van hoeken, scherpe randen, enz. Voorkom dat inzetgereedschappen van het werkstuk terugstoten en vastklemmen. Het ronddraaiende inzetgereedschap neigt er toe, zich vast te klemmen bij hoeken, scherpe randen of wanneer het terugspringt. Dit veroorzaakt een controleverlies of terugslag. Gebruik geen kettingblad of getand zaagblad. Zulke inzetgereedschappen veroorzaken vaak een terugslag of het verlies van de controle over het elektrische gereedschap. Bijzondere veiligheidsvoorschriften voor slijp- en doorslijpwerkzaamheden  Gebruik uitsluitend het voor het elektrische gereedschap toegestane schuurtoebehoren en de voor dit schuurtoebehoren voorziene beschermkap. Schuurtoebehoren dat niet voor het elektrische gereedschap is voorzien, kan niet voldoende worden afgeschermd en is niet veilig.      Gebogen slijpschijven moeten zodanig gemonteerd worden dat hun slijpoppervlak niet boven de rand van de beschermkap uit steekt. Een onjuist gemonteerde slijpschijf die over de rand van de slijpschijf uitsteekt, kan onvoldoende afgeschermd worden. De beschermkap moet stevig op het elektrische gereedschap zijn aangebracht en voor een maximum aan veiligheid zodanig zijn ingesteld dat het kleinst mogelijke deel van het slijptoebehoren open naar de bediener wijst. De beschermkap helpt de bediener te beschermen tegen brokstukken en toevallig contact met het slijptoebehoren alsmede tegen vonken die de kleding kunnen doen ontbranden. Schuurtoebehoren mag alleen worden gebruikt voor de geadviseerde toepassingsmogelijkheden. Bijvoorbeeld: slijp nooit met de zijkant van een doorslijpschijf. Doorslijpschijven zijn bestemd voor materiaalafname met de rand van de schijf. Een zijwaartse krachtinwerking op dit schuurtoebehoren kan het toebehoren breken. Gebruik altijd onbeschadigde spanflenzen in de juiste maat en vorm voor de door u gekozen slijpschijf. Geschikte flenzen steunen de slijpschijf en verminderen zo het gevaar van een slijpschijfbreuk. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen verschillen van de flenzen voor andere slijpschijven. Gebruik geen versleten slijpschijven van grotere elektrische gereedschappen. Slijpschijven voor grotere elektrische gereedschappen zijn niet geconstrueerd voor de hogere toerentallen van kleinere elektrische gereedschappen en kunnen breken. Overige bijzondere veiligheidsvoorschriften voor doorslijpwerkzaamheden  Voorkom blokkeren van de doorslijpschijf en te hoge aandrukkracht. Slijp niet overmatig diep. Een overbelasting van de doorslijpschijf vergroot de slijtage en de gevoeligheid voor kantelen of blokkeren en daardoor de mogelijkheid van een terugslag of breuk van het slijptoebehoren. 83 L 8-11 115/L 8-11 125/LE 9-11 125/L 10-11 125/L 14-11 115/L 14-11 125/LE 14-11 115/LE 14-11 125      Mijd de omgeving voor en achter de ronddraaiende doorslijpschijf. Als u de doorslijpschijf in het werkstuk van u weg beweegt, kan in het geval van een terugslag het elektrische gereedschap met de draaiende schijf rechtstreeks naar u toe worden geslingerd. Als de doorslijpschijf vastklemt of als u de werkzaamheden onderbreekt, schakelt u het gereedschap uit en houdt u het rustig vast tot de schijf tot stilstand is gekomen. Probeer nooit om de nog draaiende doorslijpschijf uit de groef te trekken. Anders kan een terugslag het gevolg zijn. Stel de oorzaak van het vastklemmen vast en maak deze ongedaan. Schakel het elektrische gereedschap niet opnieuw in zolang het zich in het werkstuk bevindt. Laat de doorslijpschijf eerst het volledige toerental bereiken voordat u het doorslijpen voorzichtig voortzet. Anders kan de schijf vasthaken, uit het werkstuk springen of een terugslag veroorzaken. Ondersteun platen of grote werkstukken om het risico van een terugslag door een ingeklemde doorslijpschijf te verminderen. Grote werkstukken kunnen onder hun eigen gewicht doorbuigen. Het werkstuk moet aan beide zijden van de schijf worden ondersteund, zowel vlakbij de slijpgroef als aan de rand. Wees bijzonder voorzichtig bij invallend frezen in bestaande muren of andere plaatsen zonder voldoende zicht. De invallende doorslijpschijf kan bij het doorslijpen van gas- of waterleidingen, elektrische leidingen of andere objecten een terugslag veroorzaken. Overige veiligheidsvoorschriften   84 De netspanning en de op het typeplaatje vermelde spanningsgegevens moeten overeenkomen. Druk alleen op knop voor de blokkering van de uitgaande as als het slijpgereedschap stilstaat. Geluid en trillingen LET OP Waarden voor het A-gewogen geluidsniveau en de totale trillingswaarden staan in de tabel „Technische gegevens“. De geluids- en trillingswaarden zijn vastgesteld volgens EN 60745. VOORZICHTIG! De aangegeven meetwaarden gelden voor nieuwe gereedschappen. Bij dagelijks gebruik veranderen geluids- en trillingswaarden. LET OP Het is deze instructies vermelde trillingsniveau is gemeten volgens de meetmethode zoals beschreven in de norm EN 60745 en kan worden gebruikt voor de onderlinge vergelijking van elektrische gereedschappen. Het is ook geschikt voor een voorlopige inschatting van de trillingsbelasting. Het vermelde trillingsniveau geldt voor de voornaamste toepassingen van het elektrische gereedschap. Indien het elektrische gereedschap wordt gebruikt voor andere toepassingen, met afwijkende inzetgereedschappen of zonder voldoende onderhoud, kan het trillingsniveau afwijken. Dit kan de trillingsbelasting over het gehele arbeidstijdvak duidelijk verhogen. Voor een nauwkeurige schatting van de trillingsbelasting moeten ook de tijden in aanmerking worden genomen waarin het gereedschap uitgeschakeld is, of waarin het wel loopt, maar niet feitelijk wordt gebruikt. Dit kan de trillingsbelasting over het gehele arbeidstijdvak duidelijk verminderen. Leg aanvullende veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de bediener tegen het effect van trillingen vast, zoals: onderhoud van elektrische gereedschap en inzetgereedschappen, warm houden van de handen, organisatie van de arbeidsprocessen. VOORZICHTIG! Draag een gehoorbescherming bij een geluidsdruk van meer dan 85 dB(A). L 8-11 115/L 8-11 125/LE 9-11 125/L 10-11 125/L 14-11 115/L 14-11 125/LE 14-11 115/LE 14-11 125 Technische gegevens L 8-11 115 L 8-11 125 Machinetype LE 9-11 125 L 8-11 115 Haakse slijpmachine Max. Ø slijpgereedschap mm Dikte slijpgereedschap mm 1–6 Opnameboorgat mm 22,23 115 125 Schroefdraad uitgaande as M14 Toerental o.p.m. 11.500 6.000–11.500 11.500 Opgenomen vermogen W 800 900 1050 Afgegeven vermogen W 460 600 650 Gewicht volgens „EPTA-procedure 1/2003“ (zonder Kabel) kg 2,0 2,1 II/ Isolatieklasse A-gewogen geluidsniveau volgens EN 60745 (zie „Geluid en trillingen”): Geluidsdrukniveau LpA dB(A) 86,4 87 85 Geluidsvermogenniveau LWA dB(A) 97,4 98 96 Onzekerheid K db 8,5 6,3 3,0 Totale trillingswaarde volgens EN 60745 (zie „Geluid en trillingen”): Emissiewaarde ah bij oppervlakteschuurwerkzaamheden m/s2 Emissiewaarde ah bij doorslijpwerkzaamheden m/s2 Onzekerheid K m/s2 7,7 3,0 1,6 1,5 85 L 8-11 115/L 8-11 125/LE 9-11 125/L 10-11 125/L 14-11 115/L 14-11 125/LE 14-11 115/LE 14-11 125 L 14-11 115 L 14-11 125 Machinetype LE 14-11 115 Haakse slijpmachine Max. Ø slijpgereedschap mm 115 125 115 Dikte slijpgereedschap mm 1–6 Opnameboorgat mm 22,23 Schroefdraad uitgaande as 125 M14 Toerental o.p.m. Opgenomen vermogen W 1400 Afgegeven vermogen W 880 Gewicht volgens „EPTA-procedure 1/2003“ (zonder Kabel) kg 2,3 11.500 2.800–11.500 II/ Isolatieklasse A-gewogen geluidsniveau volgens EN 60745 (zie „Geluid en trillingen”): Geluidsdrukniveau LpA dB(A) 86 Geluidsvermogenniveau LWA dB(A) 97 Onzekerheid K db 3,0 Totale trillingswaarde volgens EN 60745 (zie „Geluid en trillingen”): Emissiewaarde ah bij oppervlakteschuurwerkzaamheden m/s2 6,3 Emissiewaarde ah bij doorslijpwerkzaamheden m/s2 1,4 Onzekerheid K m/s2 1,5 86 LE 14-11 125 L 8-11 115/L 8-11 125/LE 9-11 125/L 10-11 125/L 14-11 115/L 14-11 125/LE 14-11 115/LE 14-11 125 In één oogopslag In deze gebruiksaanwijzing worden verschillende elektrische gereedschappen beschreven. Details van de afbeeldingen kunnen afwijken van het door u gekochte elektrische gereedschap. 1 2 3 4 5 Uitgaande as Schroefdraadflens a Spanmoer a Spanflens Beschermkap Kan zonder hulpgereedschap in 12 standen 360° worden versteld. a) 115 mm (L 8-11 115, L 14-11 115, LE 14-11 115) b) 125 mm Handgreep Handgreep kan links en rechts worden gemonteerd. (L 14-11 115, L 14-11 125, LE 14-11 115, LE 14-11 125: Handgreep met geïntegreerde moersleutel) Blokkering van de uitgaande as Voor het vastzetten van de uitgaande as bij het wisselen van inzetgereedschap. 6 Machinekop Met luchtafvoeropening en draairichtingpijl. 7 Schakelaar Voor in- en uitschakelen. Met vergrendelingsstand voor continu gebruik. 8 Achterste handgreep 9 Stelwiel voor vooraf instelbaar toerental (LE 9-11 125, LE 14-11 115, LE 14-11 125) 10 Netsnoer 4,0 m met stekker 11 Typeplaatje (niet afgebeeld) 12 Spansleutel 87 L 8-11 115/L 8-11 125/LE 9-11 125/L 10-11 125/L 14-11 115/L 14-11 125/LE 14-11 115/LE 14-11 125 Gebruiksaanwijzing Monteer de handgreep WAARSCHUWING! Trek voor alle werkzaamheden aan de haakse slijpmachine de stekker uit het stopcontact. Voor de ingebruikneming Pak de haakse slijpmachine uit en controleer of alles compleet is meegeleverd en er geen transportschade is. Beschermkap monteren WAARSCHUWING! Werk bij afbraam- en doorslijpwerkzaamheden nooit zonder beschermkap. Voor doorslijpen moet een speciale doorslijpbeschermkap worden gebruikt.  Trek de stekker uit de contactdoos. LET OP Het gebruik van het elektrische gereedschap zonder handgreep is niet toegestaan. Gereedschap bevestigen/ vervangen  Trek de stekker uit de contactdoos. Slijpschijf monteren    88 Beschermkap opzetten (1.). Nokken op de beschermkap moeten daarbij in de uitsparingen van de flens zitten. Beschermkap met de wijzers van de klok mee draaien (2.). Draaien is slechts in één richting mogelijk! Demontage in omgekeerde volgorde.   Arretering van uitgaande as indrukken en ingedrukt houden (1.). Draai met de spansleutel de spanmoer tegen de wijzers van de klok in los van de uitgaande as en verwijder de spanmoer (2.). L 8-11 115/L 8-11 125/LE 9-11 125/L 10-11 125/L 14-11 115/L 14-11 125/LE 14-11 115/LE 14-11 125 Handgreep (L 14-11 115, L 14-11 125, LE 14-11 115, LE 14-11 125)  Neem de handgreep van de machine door deze tegen de wijzers van de klok in te draaien.    Druk op de blokkering van de uitgaande as en houd deze ingedrukt. Spanmoer met de moersleutel of vasthoudsleutel vastdraaien. Laat het inzetgereedschap proefdraaien om te controleren of het gecentreerd ingespannen is. Proefdraaien    Draai de afdekking op de handgreep 180° tot deze vastklikt. De vasthoudsleutel is meegeleverd.  In- en uitschakelen Gebruik voor korte duur zonder vergrendeling      Druk op de blokkering van de uitgaande as en houd deze ingedrukt (1.). Draai met de vasthoudsleutel de spanmoer tegen de wijzers van de klok in los van de uitgaande as en verwijder de spanmoer (2.). Leg de slijpschijf in de juiste positie op de uitgaande as. Draai de spamoer met de kraag naar boven op de uitgaande as. Steek de stekker in de contactdoos. Schakel de haakse slijpmachine in met de schakelaar zonder deze vast te klikken en laat de haakse slijpmachine gedurende ca. 30 seconden lopen. Controleer de machine op onbalans en trillingen. Schakel de haakse slijpmachine uit.  Duw de schakelaar naar voren en houd deze vast. Als u de machine wilt uitschakelen, laat u de schakelaar los. Continu gebruik met vergrendeling  Duw de schakelaar naar voren (1.) en vergrendel vervolgens de schakelaar door deze vooraan in te drukken (2.). 89 L 8-11 115/L 8-11 125/LE 9-11 125/L 10-11 125/L 14-11 115/L 14-11 125/LE 14-11 115/LE 14-11 125 Verstel de beschermkap Voor de aanpassing aan de werktaak is de beschermkap zonder gereedschap verstelbaar in 12 standen binnen 360°. VOORZICHTIG! Verwondingsgevaar! Draag werkhandschoenen.   Trek de stekker uit de contactdoos.  Beschermkap tegengesteld aan de draairichtingspijl op de machinekop tot aan vereiste stand draaien. Als u de machine wilt uitschakelen, ontgrendelt u de schakelaar door deze achteraan in te drukken. LET OP Nadat de stroom is uitgevallen, start het ingeschakelde gereedschap niet opnieuw. Vooraf instelbaar toerental (LE 9-11 125, LE 14-11 115, LE 14-11 125) Tips voor de werkzaamheden  Als u het werktoerental wilt instellen, zet u het stelwiel op de gewenste waarde. VOORZICHTIG! Verwondingsgevaar door beschadiging van het inzetgereedschap. Gebruik het inzetgereedschap dat bij de werkzaamheden past. LET OP Bij overbelasting of oververhitting bij continu gebruik vermindert het gereedschap het toerental automatisch totdat het gereedschap voldoende is afgekoeld. 90 LET OP Na het uitschakelen loopt het slijpgereedschap nog korte tijd uit. Afbramen WAARSCHUWING! Gebruik nooit doorslijpschijven voor afbraamwerkzaamheden. – Aanzethoek 20°–40° voor optimale afname. – Beweeg de haakse slijpmachine met matige druk heen en weer. Daardoor wordt het werkstuk niet te heet en ontstaan er geen verkleuringen. Bovendien komen er zo geen groeven in het werkstuk. L 8-11 115/L 8-11 125/LE 9-11 125/L 10-11 125/L 14-11 115/L 14-11 125/LE 14-11 115/LE 14-11 125 Doorslijpen WAARSCHUWING! Voor doorslijpen moet een speciale doorslijpbeschermkap worden gebruikt. Zie toebehorencatalogus van fabrikant. – Werk met de haakse slijpmachine altijd in tegengestelde richting.   Reinig de machine en de ventilatieopenin-gen regelmatig. De frequentie van de reini-ging is afhankelijk van het bewerkte materiaal en van de duur van het gebruik. Blaas de binnenzijde van het machinehuis met de motor regelmatig met droge per-slucht door. Koolborstels De haakse slijpmachine is voorzien van zelfuitschakelende koolborstels. Na het bereiken van de slijtagegrens schakelen de koolborstels de haakse slijpmachine automatisch uit. Anders kan de schijf ongecontroleerd uit de groef springen. – Druk de machine niet aan. Houd de machine niet schuin. Laat de machine niet oscilleren. – Pas de voeding aan het te bewerken materiaal aan. Hoe harder het materiaal, hoe langzamer u naar voren beweegt. Zie www.flex-tools.com voor meer informatie over de producten van de fabrikant. Onderhoud en verzorging WAARSCHUWING! Trek voor alle werkzaamheden aan de haakse slijpmachine de stekker uit het stopcontact. Reiniging WAARSCHUWING! Bij het bewerken van metalen kan zich bij intensief gebruik geleidend stof in het machinehuis ophopen. Gevaar voor beschadiging van de veiligheidsisolatie! Gebruik de machine via een aardlekschakelaar (inschakelstroom 30 mA). LET OP Gebruik uitsluitend originele vervangingsonderdelen van de fabrikant. Bij het gebruik van onderdelen van een andere fabrikant vervallen de garantieverplichtingen van de fabrikant. Door de luchttoevoeropeningen aan de achterzijde kunnen de koolborstelvonken tijdens het gebruik worden geobserveerd. Schakel de haakse slijpmachine onmiddellijk uit bij sterke vonkontwikkeling van de koolborstels. Geef de haakse slijpmachine vervolgens af bij een door de fabrikant erkende klantenservice. Machinekop LET OP Draai de schroeven op de machinekop tijdens de garantietijd niet los. Anders vervallen de garantieverplichtingen van de fabrikant. Reparaties Laat reparaties uitsluitend uitvoeren door een door de fabrikant erkende klantenservice. Vervangingsonderdelen en toebehoren Zie voor meer toebehoren, in het bijzonder slijpgereedschappen, de catalogi van de fabrikant. Explosietekeningen en onderdelenlijsten vindt u op onze website: www.flex-tools.com 91 L 8-11 115/L 8-11 125/LE 9-11 125/L 10-11 125/L 14-11 115/L 14-11 125/LE 14-11 115/LE 14-11 125 Afvoeren van verpakking en machine WAARSCHUWING! Maak een versleten machine onbruikbaar door het netsnoer te verwijderen. Alleen voor EU-landen Gooi elektrische gereedschappen niet bij het huisvuil. Volgens de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur en de omzetting van de richtlijn in nationaal recht moeten versleten elektrische gereedschappen apart worden ingezameld en op een voor het milieu verantwoorde wijze opnieuw worden gebruikt. LET OP Vraag uw vakhandel naar de mogelijkheden om uw oude gereedschap af geven! -Conformiteit Wij verklaren als alleen verantwoordelijke dat het onder „Technische gegevens” beschreven product voldoet aan de volgende normen en normatieve documenten: EN 60745 volgens de bepalingen van de richtlijnen 2014/30/EU, 2006/42/EG, 2011/65/EU. Verantwoordelijk voor technische documentatie: FLEX-Elektrowerkzeuge GmbH, R & D Bahnhofstrasse 15, D-71711 Steinheim/Murr 05-11-2018 FLEX-Elektrowerkzeuge GmbH Bahnhofstrasse 15, D-71711 Steinheim/Murr 92 Uitsluiting van aansprakelijkheid De fabrikant en zijn vertegenwoordiger zijn niet aansprakelijk voor schade en verloren winst door onderbreking van de werkzaamheden die door het product of het niet-mogelijke gebruik van het product zijn veroorzaakt. De fabrikant en zijn vertegenwoordiger zijn niet aansprakelijk voor schade die door ondeskundig gebruik of in combinatie met producten van andere fabrikanten is veroorzaakt.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262

Flex L 10-11 125 de handleiding

Categorie
Haakse slijpers
Type
de handleiding