Sony CDX-F7500 Handleiding

Categorie
CD spelers
Type
Handleiding
2
Welkom!
Dank u voor de aankoop van deze Sony Compact
Disc Player. Dit apparaat biedt u tal van
mogelijkheden die u nog beter kunt benutten met
behulp van:
• MP3-bestanden afspelen.
• CD-R's/CD-RW's waaraan een sessie kan
worden toegevoegd, kunnen worden afgespeeld
(pagina 8).
• Discs die zijn opgenomen in meerdere sessies,
kunnen worden afgespeeld, afhankelijk van de
opnamemethode (pagina 8).
• Optionele CD/MD-apparaten (wisselaars en
speler)*
1
.
•ID3 tag*
2
versie 1.0, 1.1, 2.2, 2.3 of 2.4
informatie (verschijnt bij het afspelen van een
MP3-bestand).
• CD TEXT informatie (verschijnt bij het
afspelen van een CD TEXT disc*
3
).
• Bijgeleverd accessoire
Kaartafstandsbediening RM-X140
• Optioneel bedieningsaccessoire
Bedieningssatelliet RM-X4S
*1 Dit apparaat werkt alleen met Sony-producten.
*2 ID3 tag is een MP3-bestand met informatie over
albumnaam, artiestennaam, tracknaam, enzovoort.
*3 Een CD TEXT disc is een audio-CD die informatie
bevat, zoals discnaam, artiestennaam en
tracknamen. Deze informatie is opgenomen op de
disc.
R
Met het BBE MP-proces wordt digitaal
gecomprimeerd geluid, zoals MP3, verbeterd.
Tijdens dit proces worden namelijk de hogere
b
oventonen die zijn verloren door de compressie,
hersteld en versterkt. Met het BBE MP-proces
worden gelijkmatige boventonen gegenereerd uit
hat bronmateriaal, waardoor warmte, detail en
nuance worden hersteld.
Dit label bevindt zich onderaan o
p
het toestel.
3
Inhoudsopgave
Bedieningselementen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Voorzorgsmaatregelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Opmerkingen over discs . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Informatie over MP3-bestanden . . . . . . . . . . 8
Aan de slag
Het apparaat opnieuw instellen . . . . . . . . . . 10
Het voorpaneel verwijderen. . . . . . . . . . . . . 10
Klok instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
CD-speler
CD/MD-apparaat (optioneel)
Een disc afspelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Display-items. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Tracks herhaaldelijk afspelen
— Repeat Play . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Tracks afspelen in willekeurige volgorde
— Shuffle Play . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Een CD benoemen
— Disc Memo*. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Een disc zoeken op naam
— List-up* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
* Beschikbare functies met optionele CD/MD-
apparatuur
Radio
Zenders automatisch opslaan
— Best Tuning Memory (BTM). . . . . . . 17
Opgeslagen zenders ontvangen . . . . . . . . . . 17
Alleen de gewenste zenders opslaan . . . . . . 18
Afstemmen op een zender in een lijst
— List-up . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
RDS
Overzicht van RDS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Automatisch opnieuw afstemmen voor
optimale ontvangst
— AF (alternatieve frequenties). . . . . . . 19
Verkeersinformatie beluisteren
— TA (Traffic Announcement)/
TP (Traffic Programme). . . . . . . . . . . . . 20
RDS-zenders met AF- en TA-instelling
instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Afstemmen op zenders op programmatype
— PTY (programmatypen) . . . . . . . . . . 21
Klok automatisch instellen
— CT (kloktijd) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Overige functies
De bedieningssatelliet gebruiken . . . . . . . . 23
De geluidskarakteristieken wijzigen. . . . . . 25
De BBE MP-instelling wijzigen . . . . . . . . . 26
Het geluid snel dempen. . . . . . . . . . . . . . . . 26
Instellingen voor geluid en display wijzigen
— Menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
De equalizer instellen (EQ7). . . . . . . . . . . . 27
Dynamic Soundstage Organizer (DSO)
instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
De displaystand en het displaybeeld
selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Extra audio-apparaten aansluiten . . . . . . . . 30
Aanvullende informatie
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Het apparaat verwijderen . . . . . . . . . . . . . . 33
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Foutmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
4
Bedieningselementen
Zie de volgende pagina's voor meer informatie.
a DSPL/PTY (displaystand wijzigen/
programmatype) toets
13, 16, 19, 22, 26
b Cijfertoetsen
Radio:
Zenders opslaan/opgeslagen zenders
ontvangen.
CD/MD:
(1): REP 14
(2): SHUF 15
(6): PAUSE*
1
12
Geluid:
(5): BBE MP*
1
26
c DSO toets 28
d MENU toets
De menu's weergeven.
e SOURCE (Aan/Radio/CD/MD*
2
/AUX*
3
)
toets
De bron selecteren.
f SEEK/AMS (</,) toetsen
Tracks overslaan/snel vooruitspoelen, tracks
terugspoelen/automatisch afstemmen op
zenders, zenders handmatig zoeken/
instelling selecteren.
g SOUND toets 25
h OFF (Stop/Uit) toets
12, 30
i VOL (+/–) toetsen
Het volume verlagen of verhogen.
j EQ7 toets 27
Kaartafstandsbediening RM-X140
DISC
–
ATTOFF
REP
PTY
SHUF
DSPL
1
4
MODE
BBE MP PAUSE
2
5
3
6
SOURCE
DISC
+
SEEK
+
SEEK
–
SOUND
ENTER
MENU
LIST
EQ7DSO
VOL
DISC
–
SOURCE
DISC
+
SEEK
+
SEEK
–
In de menustand worden de beschikbare toetsen
van deze vier aangegeven met een " v" in het
display.
(SEEK) (<):
naar links
selecteren
(DISC) (M):
naar boven selecteren
(DISC) (m):
naar beneden selecteren
(SEEK) (,):
naar rechts
selecteren
5
k MODE toets
De werkingsstand wijzigen.
l LIST toets 16, 18
m DISC (ALBUM) (M/m) toetsen
Voorkeurzenders ontvangen/disc wijzigen*
4
,
albums overslaan*
5
/een menu selecteren.
n ENTER toets
Een instelling bevestigen.
o ATT toets 26
*1 Alleen beschikbaar als u afspeelt op dit apparaat.
*2 Als een optioneel MD-apparaat is aangesloten.
*3 Alleen beschikbaar als een optioneel draagbaar
apparaat van Sony is aangesloten op de AUX IN
aansluiting van het apparaat. Als u tegelijkertijd
een draagbaar apparaat van Sony en CD/MD-
apparaten hebt aangesloten, kunt u de AUX IN
keuzeschakelaar gebruiken.
*4 Als een optioneel CD/MD-apparaat is aangesloten.
*5 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3-
bestand.
Opmerking
Als u het display hebt uitgeschakeld door op (OFF) te
drukken, kan het apparaat niet worden bediend met
de kaartafstandsbediening tenzij er eerst op
(SOURCE) op het apparaat wordt gedrukt of een disc
wordt geplaatst om het apparaat in te schakelen.
Tip
Zie "De lithiumbatterij vervangen" op pagina 32 voor
meer informatie over het vervangen van de batterij.
Een disc en album selecteren
U kunt discs en albums overslaan met de DISC
(ALBUM) (M/m) toetsen.
(Met dit apparaat)
(Met optioneel apparaat)
*6 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3-
bestand.
Tracks blijven overslaan
Druk één keer op een van de SEEK/AMS (< of
,) toetsen. Vervolgens drukt u binnen 1
seconde nogmaals op de toets en houdt u deze
ingedrukt.
Actie Druk op
Albums
overslaan*
6
–Albumselectie
M of m [één keer voor elk
album]
Houd een van deze toetsen
ingedrukt om albums te
blijven overslaan.
Actie Druk op
Discs overslaan
– Discselectie
M of m [één keer voor elke
disc]
Als u discs wilt blijven
overslaan, drukt u op een
van beide toetsen.
Vervolgens drukt u binnen 1
seconde nogmaals op de
toets en houdt u deze
ingedrukt.
Albums
overslaan*
6
–Albumselectie
M of m [even ingedrukt
houden] en laat de toets los.
Als u albums wilt blijven
overslaan, drukt u op een
van beide toetsen binnen 1
seconde nadat u de toets
hebt losgelaten, en houdt u
deze vervolgens ingedrukt.
6
De toetsen op het apparaat hebben dezelfde
functies als die op de
kaartafstandsbediening.
a 5 SEEK/AMS (.m/M> )
toetsen
b Volumeregelaar/SOUND toets
Draaien:
– Het volume aanpassen.
– De geluidsinstellingen aanpassen.
Drukken:
– De geluidsitems selecteren.
3 qs DISC (ALBUM)/PRESET (+/–)
toetsen
4 MODE toets
6 DSO toets
7 SCRL (scroll) toets
8 Display
9 Z (uitwerpen) toets (aan de voorzijde van
het apparaat, achter het voorpaneel) 12, 12
0 OPEN toets 10, 12, 12
qa Ontvanger voor de
kaartafstandsbediening
qd OFF (Stop/Uit) toets*
qf EQ7 toets
qg RESET toets (aan de voorzijde van het
apparaat, achter het voorpaneel) 10
qh SOURCE toets
qj Cijfertoetsen
qk AF/TA toets 19, 20, 20, 21, 21
ql IMAGE toets 29
* Waarschuwing bij het installeren in een
auto waarvan het contactslot geen ACC
(accessoire) positie heeft
Als de motor is uitgeschakeld, moet u op
(OFF) drukken en deze toets ingedrukt
houden tot het display verdwijnt.
Als u dit niet doet, wordt het display niet
uitgeschakeld en raakt de accu uitgeput.
P
U
S
H
S
O
U
N
D
DISC/
PRESET
MODE
DISC/
PRESET
SEEK
+
SEEK
–
IMAGE
OFF
DSO
EQ7
SCRL
REP SHUF BBE MP PAUSE
6
OPEN
D
E
SOURCE AF/TA1
S
2534
CDX-F7700/F7500
7
Voorzorgsmaatregelen
• Wanneer uw auto in de volle zon heeft gestaan,
moet u eerst het apparaat laten afkoelen voordat
u het gaat gebruiken.
• Een elektrisch bediende antenne schuift
automatisch uit wanneer het apparaat wordt
aangezet.
Met alle vragen of problemen met betrekking tot
dit apparaat die niet aan bod komen in deze
gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw Sony-
handelaar.
Condensvorming
Op een regenachtige dag of in een zeer vochtige
omgeving kan vocht condenseren op de lenzen
en het display van het apparaat. In dit geval kan
de werking van het apparaat worden verstoord.
Verwijder in dit geval de disc en wacht ongeveer
een uur tot alle vocht is verdampt.
Optimale geluidskwaliteit behouden
Let op dat u geen drankjes op het apparaat of de
discs morst.
Opmerkingen over discs
• Raak het oppervlak van de disc niet aan zodat
deze schoon blijft. Pak de disc bij de randen
vast.
• Bewaar de discs in het doosje of de
discmagazijn wanneer u deze niet gebruikt.
• Stel discs niet bloot aan hitte/hoge
temperaturen. Laat de discs niet achter in een
geparkeerde auto of op het dashboard/de
hoedenplank.
• Plak geen etiketten op de discs en gebruik geen
discs met kleverige inkt/resten. Dergelijke discs
kunnen stoppen met draaien, waardoor de
werking wordt verstoord of de disc kan worden
beschadigd.
• Gebruik geen discs waarop stickers zijn
gekleefd.
Als u dergelijke discs toch gebruikt, kan dat
leiden tot:
– het niet uitwerpen van een disc (doordat een
sticker losraakt en het uitwerpmechanisme
blokkeert);
– het niet correct lezen van audiogegevens
(bijvoorbeeld geluid verspringt of wordt niet
weergegeven) doordat de sticker onder
invloed van de warmte krimpt en de disc
kromtrekt.
• Discs met afwijkende vormen (bijvoorbeeld
hart, vierkant, ster) kunnen niet met dit
apparaat worden afgespeeld. Als u dit toch
probeert, kan het apparaat worden beschadigd.
Gebruik dergelijke discs niet.
• U kunt geen 8-cm CD's afspelen.
vervolg op volgende pagina t
8
• Maak een disc voor het afspelen altijd schoon
met een in de handel verkrijgbare doek. Veeg
de disc van binnen naar buiten schoon. Gebruik
geen oplosmiddelen zoals benzine, thinner en
in de handel verkrijgbare reinigingsmiddelen of
antistatische sprays voor grammofoonplaten.
Muziekdiscs die zijn gecodeerd met
copyrightbeveiliging
Dit product is ontworpen om discs af te spelen
die conformeren aan de CD-norm (Compact
Disc). Recentelijk hebben bepaalde
platenmaatschappijen discs op de markt gebracht
die zijn gecodeerd met copyrightbeveiliging.
Sommige van deze discs conformeren niet aan de
CD-norm en kunnen wellicht niet worden
afgespeeld met dit apparaat.
Opmerkingen bij CD-R's (opneembare
CD's)/CD-RW's (herschrijfbare CD's)
Dit apparaat kan de volgende discs afspelen:
• Sommige CD-R's/CD-RW's (afhankelijk van de
opname-apparatuur of de staat van de disc)
kunnen niet met dit apparaat worden
afgespeeld.
• U kunt geen CD-R's/CD-RW's afspelen die niet
zijn gefinaliseerd*.
• U kunt MP3-bestanden op CD-ROM's, CD-R's
en CD-RW's afspelen.
• CD-R's/CD-RW's waaraan een sessie kan
worden toegevoegd, kunnen worden
afgespeeld.
* Proces dat nodig is om een opgenomen CD-R/CD-
RW af te spelen met een CD-speler.
Informatie over MP3-
bestanden
MP3 (MPEG 1 Audio Layer-3) is een
standaardtechnologie en -indeling voor het
comprimeren van geluid. Het bestand wordt
gecomprimeerd tot ongeveer 1/10e van de
oorspronkelijke grootte. Geluiden buiten het
hoorbare bereik worden gecomprimeerd terwijl
geluiden die de mens wel kan horen, niet worden
gecomprimeerd.
Opmerkingen over discs
U kunt MP3-bestanden op CD-ROM's, CD-R's
en CD-RW's afspelen.
De disc moet de indeling ISO 9660*
1
Level 1 of
Level 2 hebben of de indeling Joliet of Romeo in
expansie-indeling*
2
.
U kunt discs gebruiken die in meerdere sessies*
3
zijn opgenomen.
*1 ISO 9660-indeling
De meest gebruikelijke internationale norm
voor de logische indeling van bestanden en
mappen op een CD-ROM.
Er zijn verschillende specificatieniveaus. In
Level 1 moeten bestandsnamen de notatie 8.3
hebben (maximaal 8 tekens voor de naam,
maximaal 3 tekens voor de extensie ".mp3")
en uit hoofdletters bestaan. Mapnamen
kunnen niet meer dan 8 tekens bevatten. Er
kunnen maximaal 8 geneste mapniveaus zijn.
Bij Level 2 mogen de bestanden uit maximaal
31 tekens bestaan.
Elke map kan maximaal 8 structuren
bevatten.
Voor Joliet of Romeo in expansie-indeling
moet u de inhoud van de schrijfsoftware,
enzovoort controleren.
*2 Expansie-indeling
Joliet: er kunnen maximaal 32 tekens worden
weergegeven voor elke albumnaam
(mapnaam)/tracknaam (bestandsnaam).
Romeo: er kunnen maximaal 64 tekens
worden weergegeven voor elke albumnaam
(mapnaam)/tracknaam (bestandsnaam).
Soorten discs Label op de disc
Audio-CD
MP3-bestanden
9
*3 Meerdere sessies
Dit is een opnamemethode waarbij gegevens
met de methode Track-At-Once worden
toegevoegd. Gewone CD's beginnen bij een
CD-gebied dat Lead-in wordt genoemd en
eindigen bij een gebied dat Lead-out wordt
genoemd. Een CD die is opgenomen in
meerdere sessies, bevat verschillende sessies,
waarbij elk segment van Lead-in tot Lead-out
als één sessie wordt beschouwd.
CD-Extra: de indeling waarbij audio (audio-
CD-gegevens) als tracks tijdens sessie 1
wordt opgenomen en gegevens als tracks
tijdens sessie 2 worden opgenomen.
Mixed CD: bij deze indeling worden
gegevens opgenomen als track 1 en audio
(audio-CD-gegevens) als track 2.
Opmerkingen
• Bij andere indelingen dan ISO 9660 Level 1 en Level
2 worden mapnamen of bestandsnamen wellicht
niet correct weergegeven.
• Wanneer u een bestand een naam geeft, moet u
altijd de extensie ".mp3" aan de bestandsnaam
toevoegen.
• Als u de extensie ".mp3" toevoegt aan een ander
bestand dan een MP3-bestand, kan het apparaat
het bestand wellicht niet goed herkennen en ruis
produceren waardoor de luidsprekers kunnen
worden beschadigd.
• Bij de volgende discs duurt het langer voordat het
afspelen wordt gestart:
– discs die zijn opgenomen met een gecompliceerde
structuur;
– discs die in meerdere sessies zijn opgenomen;
– discs waaraan gegevens kunnen worden
toegevoegd.
• Als u een MP3-bestand afspeelt met een hoge
bitsnelheid, zoals 320 kbps, wordt het geluid wellicht
onderbroken.
Waarschuwingen bij het afspelen van discs die in
meerdere sessies zijn opgenomen
• Als de eerste track van de eerste sessie uit audio-
CD-gegevens bestaat:
Alleen audio-CD-gegevens worden afgespeeld.
Eventuele gegevens in volgende sessies worden
overgeslagen.
• Als de eerste track van de eerste sessie niet uit
audio-CD-gegevens bestaat:
– Wanneer er een MP3-bestand op de disc staat,
wordt alleen het MP3-bestand afgespeeld en
worden andere gegevens overgeslagen. (Audio-
CD-gegevens worden niet herkend.)
– Wanneer er geen MP3-bestand op de disc staat,
verschijnt "NO Music" en wordt er niets
afgespeeld. (Audio-CD-gegevens worden niet
herkend.)
De afspeelvolgorde van MP3-
bestanden
De afspeelvolgorde van mappen en bestanden is
als volgt:
Opmerkingen
• Een map die geen MP3-bestand bevat, wordt
overgeslagen.
• Als u een disc met veel structuren plaatst, duurt het
langer voordat het afspelen begint. U kunt het beste
1 of 2 structuren voor elke disc maken.
• Maximumaantal mappen: 150 (inclusief hoofdmap
en lege mappen)
• Maximumaantal MP3-bestanden en mappen die op
een disc passen: 300
Wanneer een bestands-/mapnaam uit veel tekens
bestaat, kan dit minder zijn dan 300.
Tip
Als u een gewenste afspeelvolgorde wilt opgeven, laat
u de map- of bestandsnaam beginnen met een
nummer (bijvoorbeeld "01", "02") en neemt u deze
vervolgens op een disc op. (De volgorde verschilt
afhankelijk van de schrijfsoftware.)
1
2
6
3
5
7
1
2
6
7
4
8
3
5
8
4
9
Map (album)
MP3-bestand
(track)
Boom 1
(hoofd)
Boom 2
Boom 4
Boom 5
Boom 3
10
Aan de slag
Het apparaat opnieuw
instellen
Voordat u het apparaat voor het eerst gaat
gebruiken of na het vervangen van de accu of het
wijzigen van de aansluitingen, moet u het
apparaat opnieuw instellen.
Verwijder het voorpaneel en druk met een puntig
voorwerp, zoals een balpen, op de RESET toets.
Opmerking
Als u op de RESET toets drukt, worden de
klokinstelling en bepaalde geheugenfuncties gewist.
Het voorpaneel verwijderen
Het voorpaneel van dit apparaat kan worden
verwijderd ter beveiliging tegen diefstal.
Waarschuwingstoon
Wanneer u het contact in de stand OFF zet
zonder het voorpaneel te verwijderen, hoort u de
waarschuwingstoon enkele seconden.
Als u een optionele versterker aansluit en de
ingebouwde versterker niet gebruikt, wordt de
pieptoon uitgeschakeld.
1 Druk op (OFF)*.
Het afspelen van CD's/MD's of de radio-
ontvangst stopt (sleutelverlichting en display
blijven aan).
* Als de auto niet is voorzien van een contactslot
met ACC (accessoire) positie, moet u het
apparaat uitschakelen door op (OFF) te drukken
totdat het display verdwijnt. Zo voorkomt u dat de
accu uitgeput raakt.
2 Druk op (OPEN) en schuif het
voorpaneel naar rechts. Trek de
linkerzijde van het voorpaneel
voorzichtig naar buiten.
Opmerkingen
• Als u het voorpaneel losmaakt terwijl het apparaat
nog is ingeschakeld, wordt dit automatisch
uitgeschakeld om te voorkomen dat de luidsprekers
worden beschadigd.
• Druk niet te hard op het voorpaneel en het display.
• Stel het voorpaneel niet bloot aan hitte/hoge
temperaturen of vocht. Laat het voorpaneel niet
achter in een geparkeerde auto of op het
dashboard/de hoedenplank.
Tip
Neem het voorpaneel mee in het bijgeleverde
beschermhoes.
RESET toets
1
2
11
Het voorpaneel bevestigen
Plaats opening A van het voorpaneel op pin B
van het apparaat en druk de linkerzijde
voorzichtig naar binnen.
Druk op (SOURCE) op het apparaat (of plaats
een CD) om het apparaat te activeren.
Opmerking
Plaats niets op de binnenkant van het voorpaneel.
Klok instellen
De digitale klok werkt met het 24-uurssysteem.
Voorbeeld: de klok instellen op 10:08
1 Druk op (MENU) en herhaaldelijk op M
of m tot "Clock Adjust" wordt
weergegeven.
1 Druk op (ENTER).
De uren knipperen.
2 Druk op M of m om het uur in te
stellen.
3 Druk op ,.
De minuten knipperen.
4 Druk op M of m om de minuut in te
stellen.
2 Druk op (ENTER).
De klok begint te lopen. Na het instellen van
de klok keert het display terug naar de
normale weergavestand.
Tips
• U kunt de klok automatisch instellen met de RDS-
functie (pagina 22).
• Als de klok is ingesteld op "on", wordt de tijd
weergegeven (pagina 26).
A
B
x
12
CD-speler
CD/MD-apparaat
(optioneel)
Met dit apparaat kunt u niet alleen een CD
afspelen, maar ook externe CD/MD-apparaten
bedienen.
Een disc afspelen
(Met dit apparaat)
1 Druk op (OPEN) op het apparaat en
plaats de disc (met het label naar
boven).
2 Sluit het voorpaneel.
Het afspelen wordt automatisch gestart.
Als er al een disc is geplaatst, drukt u
herhaaldelijk op (SOURCE) tot "CD" wordt
weergegeven om het afspelen te starten.
*1 U kunt het afspelen alleen onderbreken als u
afspeelt op dit apparaat (bij afspelen op een
optioneel apparaat kunt u het afspelen niet
onderbreken). Als u het afspelen wilt hervatten,
drukt u nogmaals op (6) (PAUSE).
*2 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3-
bestand.
Als u tracks wilt blijven overslaan, drukt u op <
of ,. Vervolgens drukt u binnen 1 seconde
nogmaals op de toets en houdt u deze ingedrukt.
Opmerkingen
• Voordat een track wordt afgespeeld, leest het
apparaat alle bestands- en mapinformatie op de
disc. Afhankelijk van de trackstructuur kan dit meer
dan een minuut in beslag nemen. Tijdens het lezen
wordt "Read" weergegeven. Het afspelen wordt
automatisch gestart als het lezen is voltooid.
• Afhankelijk van de staat van de disc kan deze
wellicht niet worden afgespeeld (pagina 7, 8).
• Terwijl de eerste/laatste track op de disc wordt
afgespeeld, als er op < of , wordt gedrukt,
verspringt het afspelen naar de laatste/eerste track
op de disc.
• Na de laatste track op de disc begint het afspelen
opnieuw vanaf de eerste track.
• Als u een MP3-bestand afspeelt met een hoge
bitsnelheid, zoals 320 kbps, wordt het geluid wellicht
onderbroken.
Actie Druk op
Het afspelen
onderbreken*
1
(6) (PAUSE)
Het afspelen
stoppen
(OFF)
De disc uitwerpen (OPEN) en op Z op het
apparaat
Tracks overslaan
–Automatic
Music Sensor
(SEEK) (</,)
[één keer voor elke track]
Vooruit-/
terugspoelen
–Manual Search
(SEEK) (</,)
[ingedrukt houden tot het
gewenste punt]
Albums
overslaan*
2
–Albumselectie
(DISC) (M/m)
[ingedrukt houden tot het
gewenste punt]
13
(Met optioneel apparaat)
1 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om
"CD" of "MD (MS*
1
)" te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op (MODE) tot het
gewenste apparaat wordt
weergegeven.
Het afspelen wordt gestart.
*1 MS: MG Memory Stick System-up Player MGS-X1
*2 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3-
bestand.
Let op bij het aansluiten van MGS-X1 en MD-
apparaten
Dit apparaat herkent de MGS-X1 als MD-apparaat.
• Als u wilt afspelen op de MGS-X1, drukt u op
(SOURCE) om "MS" of "MD" te selecteren. Wanneer
"MS" in het brondisplay verschijnt, wordt het
afspelen op de MGS-X1 gestart. Wordt "MD" in het
brondisplay weergegeven, dan drukt u op (MODE)
om "MS" te selecteren om het afspelen te starten.
• Als u wilt afspelen op een MD-apparaat, drukt u op
(SOURCE) om "MD" of "MS" te selecteren. Wanneer
het gewenste MD-apparaat in het brondisplay
verschijnt, wordt het afspelen gestart. Wordt "MS" of
een ander MD-apparaat in het brondisplay
weergegeven, dan drukt u op (MODE) om het
gewenste MD-apparaat te selecteren om het
afspelen te starten.
Opmerkingen bij het afspelen van een disc met
CD-gegevens/MP3-bestanden zonder audio
Een disc met CD-gegevens/MP3-bestanden zonder
audio wordt geplaatst:
– In het geval van dit apparaat wordt "NO Music" in het
display weergegeven. Het display wordt gewijzigd in
de klokweergave (het afspelen van de CD stopt).
– In het geval van een optioneel MP3-compatibel CD-
apparaat, wordt "NO Music" in het display
weergegeven. Het afspelen van de volgende disc
wordt gestart.
– In het geval van een optioneel CD-apparaat dat niet
compatibel is met MP3, wordt de disc afgespeeld
zonder geluid.
Opmerking
Als een optioneel apparaat is aangesloten, gaat het
afspelen verder op het optionele CD/MD-apparaat.
Display-items
Bij het veranderen van disc/album/track wordt
een eventueel opgenomen titel*
1
voor de nieuwe
disc/track of het nieuwe album automatisch
weergegeven. Als de functie A.Scroll (Auto
Scroll) is ingesteld op "on", rollen namen van
meer dan 12 tekens (pagina 26).
*1 Als u op (DSPL) (PTY) drukt, wordt met "NO Disc
Name" of "NO Track Name" aangegeven dat er
geen Disc Memo (pagina 15) of opgenomen naam
kan worden weergegeven.
*2 Alleen voor CD TEXT discs met de artiestennaam.
*3 Alleen voor MP3-bestanden.
Alleen de tracknaam/artiestennaam/albumnaam in
de ID3 tag wordt weergegeven.
Als u op (DSPL) (PTY) drukt, wordt met "NO ID3
Tag" aangegeven dat er geen ID3 tag kan worden
weergegeven.
*4 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3-
bestand.
*5 Alleen beschikbaar als een optioneel MD-apparaat
met MDLP-functie is aangesloten en een MDLP-
disc wordt afgespeeld.
Actie Druk op
Discs overslaan
–Discselectie
(DISC) (M/m)
[één keer voor elke disc]
Albums
overslaan*
2
–Albumselectie
(DISC) (M/m)
[ingedrukt houden tot het
gewenste punt]
Actie Druk op
Het display-item
wijzigen
(DSPL) (PTY)
Het display-item
rollen
(SCRL) op het apparaat
vervolg op volgende pagina t
Tracknummer
Verstreken
speelduur
Discnummer/
Albumnummer*
4
MP3*
4
/MDLP-display*
5
MP3: MP3-weergave
LP2: LP2-weergave
LP4: LP4-weergave
Klok
Bron
Display-items
• Discnaam*
1
/artiestennaam*
2
• Albumnaam*
3
• Tracknaam*
1
*
3
• ID3 tag*
3
14
Opmerkingen
• Bepaalde tekens kunnen niet worden weergegeven.
• Bij sommige CD TEXT discs of ID3 tags met zeer
veel tekens kan de informatie niet rollen.
• Dit apparaat kan de artiestennaam voor elke track
van een CD TEXT disc niet weergeven.
Opmerkingen over MP3
• ID3 tag geldt alleen voor versie 1.0, 1.1, 2.2, 2.3 en
2.4.
• Bepaalde tekens en symbolen kunnen niet worden
weergegeven (verschijnen als " s"). Het
maximumaantal tekens dat kan worden
weergegeven voor een albumnaam (mapnaam)/
track (bestand) is 64 (Romeo) of 32 (Joliet). Voor
ID3 tag geldt een maximum van 30 tekens (voor 1.0
en 1.1) of van 126 tekens (voor 2.2, 2.3 en 2.4).
• In de volgende gevallen wordt de verstreken
speelduur wellicht niet nauwkeurig weergegeven.
– bij het afspelen van een MP3-bestand met VBR
(variabele bitsnelheid).
– tijdens vooruit-/terugspoelen.
Tip
Als de functie A.Scroll (Auto Scroll) is ingesteld op
"off" en de disc/track of het album wordt gewijzigd, rolt
de disc-/album-/tracknaam of ID3 tag niet.
Tracks herhaaldelijk afspelen
— Repeat Play
U kunt kiezen uit:
• REP-Track — de huidige track herhalen.
• REP-Album*
1
— de tracks in het huidige
album herhalen.
•REP-Disc*
2
— de tracks op de huidige disc
herhalen.
*1 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3-
bestand.
*2 Alleen beschikbaar als een of meer optionele CD/
MD-apparaten zijn aangesloten.
Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk
op (1) (REP) tot de gewenste
instelling in het display wordt
weergegeven.
Repeat Play wordt gestart.
Als u wilt terugkeren naar de normale
weergavestand, selecteert u "REP-off".
15
Tracks afspelen in
willekeurige volgorde
— Shuffle Play
U kunt kiezen uit:
•SHUF-Album*
1
— de tracks in het huidige
album in willekeurige volgorde afspelen.
• SHUF-Disc — de tracks op de huidige disc in
willekeurige volgorde afspelen.
•SHUF-Changer*
2
— de tracks op de huidige
optionele CD-wisselaar (MD-wisselaar) in
willekeurige volgorde afspelen.
•SHUF-All*
3
— alle tracks op alle aangesloten
CD-apparaten (MD-apparaten) (waaronder dit
apparaat) in willekeurige volgorde afspelen.
*1 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3-
bestand.
*2 Alleen beschikbaar als een of meer optionele CD-
wisselaars (MD-wisselaars) zijn aangesloten.
*3 Alleen beschikbaar als een of meer optionele CD-
apparaten of twee of meer optionele MD-apparaten
zijn aangesloten.
Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk
op (2) (SHUF) tot de gewenste
instelling in het display wordt
weergegeven.
Shuffle Play wordt gestart.
Als u wilt terugkeren naar de normale
weergavestand, selecteert u "SHUF-off".
Opmerking
Met "SHUF-All" kunt u tracks niet in willekeurige
volgorde afspelen tussen CD-apparaten en MD-
apparaten.
Een CD benoemen
— Disc Memo (als u een CD-apparaat met
CUSTOM FILE functie aansluit)
U kunt elke disc zelf een naam geven (Disc
Memo). Een discnaam kan uit maximaal 8 tekens
bestaan. Als u een CD benoemd, kunt u de disc
zoeken op naam (pagina 16).
1 Speel op een CD-apparaat met
CUSTOM FILE functie de disc af die u
wilt benoemen.
2 Druk op (MENU) en herhaaldelijk op M
of m tot "Name Edit" wordt
weergegeven.
3 Druk op (ENTER).
4 Voer de tekens in.
1 Druk herhaaldelijk op M*
1
om het
gewenste teken te selecteren.
A t B t C ... t 0 t 1 t 2 ... t +
t – t
*
... t *
2
t A
*1 Druk op m voor omgekeerde volgorde.
*2 (spatie)
2 Druk op , als u het gewenste
teken hebt gevonden.
Als u op < drukt, kunt u weer naar links
gaan.
3 Herhaal stap 1 en 2 om de
volledige naam in te voeren.
5 Druk op (ENTER).
Het apparaat keert terug naar de normale
weergavestand.
vervolg op volgende pagina t
16
Tips
• Overschrijf het teken of voer " " in om een teken te
corrigeren of te wissen.
• Er is een andere manier om het benoemen van een
CD te starten: Druk 2 seconden op (LIST) in plaats
van stap 2 en 3 uit te voeren. U kunt de bewerking
ook voltooien door 2 seconden op (LIST) te drukken
in plaats van stap 5 uit te voeren.
• U kunt CD's benoemen met een apparaat zonder
CUSTOM FILE functie als het apparaat is
aangesloten samen met een CD-apparaat dat wel
met deze functie is uitgerust. De Disc Memo wordt
opgeslagen in het geheugen van het CD-apparaat
met CUSTOM FILE functie.
Disc Memo bekijken
Disc Memo heeft als display-item altijd voorrang
op oorspronkelijke CD TEXT informatie.
Tip
Zie pagina 13 voor andere items die u wilt weergeven.
Disc Memo wissen
1 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om
"CD" te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op (MODE) om het
CD-apparaat met de Disc Memo te
selecteren.
3 Druk op (MENU) en herhaaldelijk op M
of m tot "Name Delete" wordt
weergegeven.
4 Druk op (ENTER).
De opgeslagen namen worden weergegeven.
5 Druk herhaaldelijk op M of m om de
discnaam te selecteren die u wilt
wissen.
6 Druk 2 seconden op (ENTER).
De naam wordt gewist.
Herhaal stap 5 en 6 om andere namen te
wissen.
7 Druk twee keer op (MENU).
Het apparaat keert terug naar de normale
weergavestand.
Opmerkingen
• Wanneer de Disc Memo voor een CD TEXT disc
wordt gewist, verschijnt de oorspronkelijke CD TEXT
informatie.
• Als u de Disc Memo die u wilt wissen, niet kunt
vinden, moet u proberen een ander CD-apparaat te
selecteren in stap 2.
• Hebt u alle Disc Memo gewist, dan wordt "NO Data"
weergegeven en keert het apparaat terug naar de
normale weergavestand in stap 4 of 6.
Een disc zoeken op naam
— List-up (als u een CD-apparaat met CD
TEXT/CUSTOM FILE functie of een MD-
apparaat aansluit)
U kunt deze functie gebruiken voor discs
waaraan eigen namen zijn toegewezen*
1
of voor
CD TEXT discs*
2
.
*1 Een disc zoeken aan de hand van de eigen naam:
als u een naam toewijst aan een CD (pagina 15) of
MD.
*2 Discs zoeken aan de hand van CD TEXT
informatie: als u een CD TEXT disc afspeelt op een
CD-apparaat met CD TEXT functie.
1 Druk tijdens het afspelen op (LIST).
De naam die aan de huidige disc is
toegewezen, wordt in het display
weergegeven.
2 Druk herhaaldelijk op M of m tot u de
gewenste disc vindt.
3 Druk op (ENTER) om de disc af te
spelen.
Opmerking
Bepaalde letters kunnen niet worden weergegeven
(met uitzondering van de letters die door Disc Memo
worden opgeslagen).
Actie Druk op
Weergeven (DSPL) (PTY) tijdens het
afspelen van een CD/CD
TEXT disc
17
Radio
Er kunnen maximaal 6 zenders per band (FM1,
FM2, FM3, MW en LW) worden opgeslagen.
Opgelet
Als u afstemt op zenders tijdens het rijden, moet
u Best Tuning Memory gebruiken om ongevallen
te vermijden.
Zenders automatisch opslaan
— Best Tuning Memory (BTM)
Met deze functie selecteert het apparaat de
zenders met de sterkste signalen in de gekozen
golfband en slaat deze op in volgorde van
frequentie.
1 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de
radio te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op (MODE) om de
band te selecteren.
3 Druk op (MENU) en herhaaldelijk op M
of m tot "BTM" wordt weergegeven.
4 Druk op (ENTER).
Het apparaat slaat de zenders in de volgorde
van frequentie op onder de cijfertoetsen.
Er weerklinkt een pieptoon wanneer de
instelling is opgeslagen.
Opmerkingen
• Als er slechts enkele zenders kunnen worden
ontvangen wegens zwakke signalen, behouden een
aantal cijfertoetsen de vorige instellingen.
• Wanneer een nummer in het display wordt
weergegeven, worden zenders opgeslagen vanaf de
zender die momenteel wordt weergegeven.
Opgeslagen zenders
ontvangen
1 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de
radio te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op (MODE) om de
band te selecteren.
3 Druk op de cijfertoets ((1) tot en met
(6)) waaronder de gewenste zender is
opgeslagen.
Tip
Druk op M of m om de zenders te ontvangen in de
volgorde waarin deze in het geheugen zijn
opgeslagen (Preset Search functie).
Als u niet kunt afstemmen op een
voorkeurzender
Druk op < of , om de zender te
zoeken (automatisch afstemmen).
Het zoeken stopt zodra een zender wordt
ontvangen. Herhaal de handeling tot de
gewenste zender wordt ontvangen.
Tips
• Als automatisch afstemmen te vaak wordt
onderbroken, schakelt u de lokale zoekfunctie in om
het zoeken te beperken tot zenders met sterkere
signalen. Zie "Instellingen voor geluid en display
wijzigen" op pagina 26 voor meer informatie.
• Als u de frequentie weet van de zender waarnaar u
wilt luisteren, houdt u < of , ingedrukt tot de
frequentie ongeveer is bereikt en drukt u
herhaaldelijk op < of , om nauwkeurig af te
stemmen op de gewenste frequentie (handmatig
afstemmen).
Bij slechte stereo-FM-ontvangst
De mono-ontvangststand selecteren
Zie "Instellingen voor geluid en display
wijzigen" op pagina 26 voor meer informatie.
Het geluid verbetert, maar wordt mono ("ST"
verdwijnt uit het display).
Tip
Stel DSO in op "OFF" als FM-uitzendingen moeilijk
hoorbaar zijn (pagina 28).
18
Alleen de gewenste zenders
opslaan
U kunt de gewenste zenders handmatig opslaan
onder een cijfertoets.
1 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de
radio te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op (MODE) om de
band te selecteren.
3 Druk op < of , om af te stemmen op
de zender die u wilt opslaan.
4 Druk 2 seconden op de gewenste
cijfertoets ((1) tot en met (6)) tot
"Memory" wordt weergegeven.
De aanduiding voor de cijfertoets verschijnt
in het display.
Opmerking
Als u een andere zender opslaat onder dezelfde
cijfertoets, wordt de eerder opgeslagen zender gewist.
Afstemmen op een zender in
een lijst
— List-up
1 Druk tijdens radio-ontvangst op
(LIST).
De frequentie of de naam van de zender
waarop momenteel is afgestemd, verschijnt in
het display.
2 Druk herhaaldelijk op M of m tot u de
gewenste zender vindt.
Als geen naam is toegewezen aan de
geselecteerde zender, verschijnt de frequentie
in het display.
3 Druk op (ENTER) om af te stemmen op
de zender.
19
RDS
Overzicht van RDS
FM-zenders met de RDS-dienst (Radio Data
System) sturen onwaarneembare digitale
informatie mee met het gewone
radioprogrammasignaal. Bij ontvangst van een
RDS-zender verschijnt bijvoorbeeld het
volgende.
* Zie "Afstemmen op zenders op programmatype" op
pagina 21 voor meer informatie.
RDS-diensten
RDS biedt tal van interessante mogelijkheden,
zoals:
• Automatisch herafstemmen, wat vooral
handig is tijdens lange ritten. — AF
t pagina 19
• Ontvangen van verkeersinformatie, zelfs
tijdens het beluisteren van andere programma's/
bronnen. — TA t pagina 20
• Zenders selecteren op programmatype.
— PTY t pagina 21
• Automatisch instellen van de kloktijd. — CT
t pagina 22
Opmerkingen
• In bepaalde landen/regio's zijn wellicht niet alle
RDS-functies beschikbaar.
• RDS functioneert wellicht niet goed als het
ontvangstsignaal zwak is of als de zender waarop u
hebt afgestemd, geen RDS-gegevens uitzendt.
Automatisch opnieuw
afstemmen voor optimale
ontvangst
— AF (alternatieve frequenties)
Met de AF-functie stemt de radio altijd af op het
sterkste signaal van de zender die u beluistert.
1 Selecteer een FM-zender (pagina 17).
2 Druk herhaaldelijk op (AF/TA) op het
apparaat tot "AF-on" wordt
weergegeven.
Het apparaat gaat zoeken naar een
alternatieve zender met een sterker signaal in
hetzelfde netwerk.
Als "NO AF" knippert, heeft de zender
waarop is afgestemd, geen alternatieve
frequentie.
Als u de AF-functie wilt annuleren, selecteert u
"AF, TA-off".
Tips
• Als "AF-on" wordt geselecteerd, wordt de
verkeersinformatie geannuleerd. Wilt u
verkeersinformatie met de AF-functie activeren, dan
selecteert u "AF, TA-on".
• Als u de functie wilt in- of uitschakelen tijdens het
afspelen van een CD, drukt u op (AF/TA) op het
apparaat.
Actie Druk op
Het display-item
wijzigen
(DSPL) (PTY)
Voorinstelnummer
Display-items*
• Zendernaam (frequentie)
• Programmatype
Radioband
Klok
vervolg op volgende pagina t
Frequenties worden automatisch gewijzigd.
98,5 MHz
Zender
102,5 MHz
96,0 MHz
20
Voor zenders zonder alternatieve
frequenties
Druk op < of , terwijl de
zendernaam knippert (binnen 8
seconden).
Het apparaat gaat zoeken naar een andere
frequentie met dezelfde PI-gegevens
(Programme Identification). "PI Seek"
verschijnt.
Als het apparaat niet dezelfde PI-gegevens
kan vinden, keert het terug naar de vorige
frequentie.
Een regionaal programma beluisteren
Wanneer de AF-functie is ingeschakeld: de
fabrieksinstelling van het apparaat beperkt
ontvangst tot een bepaalde regio, zodat u niet
kunt overschakelen naar een andere regionale
zender met een sterkere frequentie.
Als u het ontvangstgebied van het regionale
programma verlaat of de AF-functie volledig wilt
benutten, selecteert u "Regional-off" in het menu
(pagina 27).
Opmerking
Deze functie werkt niet in het Verenigd Koninkrijk en
bepaalde andere gebieden.
Local Link-functie
(alleen voor het Verenigd Koninkrijk)
Met deze functie kunt u andere lokale zenders in
het gebied selecteren, ook als deze niet zijn
opgeslagen onder de cijfertoetsen.
1 Druk op een cijfertoets ((1) tot en met
(6)) waaronder een lokale zender is
opgeslagen.
2 Druk binnen 5 seconden nogmaals op
de cijfertoets van de lokale zender.
3 Herhaal dit tot de gewenste zender
wordt ontvangen.
Verkeersinformatie
beluisteren
— TA (Traffic Announcement)/TP (Traffic
Programme)
Als u TA en TP inschakelt, kunt u automatisch
afstemmen op een FM-zender die
verkeersinformatie uitzendt. Deze instellingen
werken ongeacht de huidige FM-zender of bron
(bijvoorbeeld CD/MD/AUX). Na afloop van het
verkeersbericht schakelt het apparaat weer over
naar de oorspronkelijke bron.
Druk herhaaldelijk op (AF/TA) op het
apparaat tot "TA-on" wordt
weergegeven.
Het apparaat gaat zoeken naar zenders die
verkeersinformatie uitzenden.
Met "TP" wordt de ontvangst van dergelijke
zenders aangegeven en "TA" knippert tijdens
de ontvangst van verkeersinformatie. Het
apparaat blijft zoeken naar beschikbare TP-
zenders als "NO TP" wordt aangegeven.
Als u alle verkeersinformatie wilt annuleren,
selecteert u "AF, TA-off".
Tips
• Als "TA-on" wordt geselecteerd, wordt de AF-functie
geannuleerd. Wilt u de AF-functie met
verkeersinformatie activeren, dan selecteert u "AF,
TA-on" .
• U kunt de huidige informatie ook annuleren door op
(SOURCE) of (MODE) te drukken.
Het volume van verkeersinformatie
instellen
U kunt het volume van de verkeersinformatie
instellen, zodat u geen enkel bericht mist.
1 Druk op (VOL) (+) of (VOL) (–) om het
volume aan te passen.
2 Druk 2 seconden op (AF/TA) op het
apparaat.
"TA" wordt weergegeven en de instelling
wordt opgeslagen.
Noodberichten ontvangen
Als AF of TA is ingeschakeld, schakelt het
apparaat over naar noodberichten als deze
worden uitgezonden wanneer u naar een FM-
zender of CD/MD/AUX luistert.
Actie Druk op
Het huidige
verkeersbericht
annuleren
(AF/TA) op het apparaat
21
RDS-zenders met AF- en TA-
instelling instellen
Wanneer u RDS-zenders instelt, slaat het
apparaat de AF-/TA-instelling (aan/uit) en de
frequentie van elke zender op. U kunt de
instelling (AF, TA of beide) voor elke zender
afzonderlijk of voor alle voorkeurzenders samen
bepalen. Als u zenders met "AF-on" instelt, slaat
het apparaat automatisch zenders met het sterkste
radiosignaal op.
Alle voorkeurzenders op dezelfde wijze
instellen
1 Selecteer een FM-band (pagina 17).
2 Druk herhaaldelijk op (AF/TA) op het
apparaat om "AF-on", "TA-on" of "AF,
TA-on" te selecteren.
Houd er rekening mee dat de instelling "AF,
TA-off" van toepassing is op niet-RDS-
zenders en op RDS-zenders.
3 Druk op (MENU) en herhaaldelijk op M
of m tot "BTM" wordt weergegeven.
4 Druk op (ENTER).
BTM knippert.
Een andere instelling voor elke
voorkeurzender opgeven
1 Selecteer een FM-band en stem af op
de gewenste zender (pagina 17).
2 Druk herhaaldelijk op (AF/TA) op het
apparaat om "AF-on", "TA-on" of "AF,
TA-on" te selecteren.
3 Druk 2 seconden op de gewenste
cijfertoets ((1) tot en met (6)) tot
"Memory" wordt weergegeven.
Herhaal de procedure vanaf stap 1 om andere
zenders op te slaan.
Tip
Als u de AF-/TA-instelling wilt wijzigen terwijl u een CD
afspeelt, drukt u op (AF/TA) op het apparaat.
Afstemmen op zenders op
programmatype
— PTY (programmatypen)
U kunt afstemmen op een zender door het
programmatype te selecteren dat u wilt
beluisteren.
Opmerking
U kunt deze functie niet gebruiken in sommige landen/
regio's waar geen PTY-gegevens (selecteren op
programmatype) beschikbaar zijn.
Programmatypen Display
Nieuws News
Actualiteiten Affairs
Informatie Info
Sport Sport
Educatieve programma's Educate
Toneel Drama
Cultuur Culture
Wetenschap Science
Diversen Varied
Populaire muziek Pop M
Rock Rock M
Easy Listening Easy M
Licht klassiek Light M
Klassiek Classics
Ander muziektype Other M
Weerberichten Weather
Financiën Finance
Kinderprogramma's Children
Sociale zaken Social A
Religie Religion
Phone In Phone In
Reizen Travel
Ontspanning Leisure
Jazz Jazz
Country Country
Nationale muziek Nation M
Oldies Oldies
Folk Folk M
Documentaires Document
vervolg op volgende pagina t
22
1 Druk op (DSPL) (PTY) tijdens FM-
ontvangst tot "PTY" wordt
weergegeven.
De naam van het huidige programmatype
verschijnt als de zender PTY-gegevens
uitzendt.
"- - - - - - - -" verschijnt als de ontvangen
zender geen RDS-zender is of als de RDS-
gegevens niet worden ontvangen.
2 Druk herhaaldelijk op M of m tot het
gewenste programmatype wordt
weergegeven.
De programmatypen verschijnen in de
volgorde die in de tabel wordt aangegeven.
"NO Data" verschijnt als het programmatype
niet is opgegeven in de RDS-gegevens.
3 Druk op (ENTER).
Het apparaat gaat zoeken naar een zender die
het geselecteerde programmatype uitzendt.
Klok automatisch instellen
— CT (kloktijd)
Met de CT-gegevens van de RDS-uitzending
wordt de klok automatisch ingesteld.
1 Druk tijdens radio-ontvangst op
(MENU) en herhaaldelijk op M of m tot
"CT-off" wordt weergegeven.
2 Druk herhaaldelijk op , tot "CT-on"
wordt weergegeven.
De klok wordt ingesteld.
3 Druk op (ENTER) om terug te keren
naar de normale weergave.
Als u de CT-functie wilt annuleren, selecteert u
"CT-off" in stap 2.
Opmerkingen
• Het is mogelijk dat de CT-functie niet werkt, ook al
wordt er wel een RDS-zender ontvangen.
• Er kan een verschil bestaan tussen de tijd van de
CT-functie en de werkelijke tijd.
23
Overige functies
U kunt het apparaat (en optionele CD/MD-
apparaten) ook bedienen met een
bedieningssatelliet (optioneel).
De bedieningssatelliet
gebruiken
Bevestig eerst het juiste label afhankelijk van de
manier waarop u de bedieningssatelliet wilt
monteren.
De bedieningssatelliet werkt met toetsen en/of
draairegelaars.
Drukken op toetsen
SOUND
DSPL
MODE
SOUND
DSPL
MODE
Druk op Actie
(SOURCE) De bron wijzigen
(Radio/CD/MD*
1
/AUX*
2
)/
Aan
(MODE) Van bediening veranderen
(Radioband/CD-apparaat*
1
/
MD-apparaat*
1
)
(ATT) Het geluid dempen
(OFF)*
3
Afspelen of radio-ontvangst
stoppen/het apparaat
uitschakelen
(SOUND) De geluidsinstellingen
aanpassen
(DSPL) Het display-item wijzigen
(Druk 2 seconden op de
toets om het display-item te
rollen)
vervolg op volgende pagina t
OFF
Draai de VOL regelaar om
het volume te regelen.
(SOURCE)
(SOUND)
(ATT)
(DSPL)
(OFF)
(MODE)
24
De regelaar draaien
Draaien en loslaten:
– Tracks overslaan.
Als u tracks wilt blijven overslaan, draait u
de regelaar één keer. Vervolgens draait u
binnen 1 seconde de regelaar nogmaals en
houdt u deze vast.
– Automatisch afstemmen op zenders.
Draaien, vasthouden en loslaten:
– Snel vooruit/terug naar een track gaan.
– Handmatig zenders zoeken.
Regelaar indrukken en draaien
Regelaar indrukken en draaien:
– Voorkeurzenders ontvangen.
– Discs wijzigen tijdens het afspelen van
CD's (MD's)*
1
.
– Albums wijzigen*
4
.
*1 Alleen als het bijbehorende optionele apparaat is
aangesloten.
*2 Alleen beschikbaar als een optioneel draagbaar
apparaat van Sony is aangesloten op de AUX IN
aansluiting van het apparaat. Als u tegelijkertijd
een draagbaar apparaat van Sony en CD/MD-
apparaten hebt aangesloten, kunt u de AUX IN
keuzeschakelaar gebruiken.
*3 Als het contactslot van de auto geen ACC
(accessoire) positie heeft, houdt u (OFF) ingedrukt
totdat het display verdwijnt.
*4 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3-
bestand.
Bij het afspelen van een MP3-bestand kunt u een
album selecteren met de bedieningssatelliet.
(Met dit apparaat)
(Met optioneel apparaat)
SEEK/AMS
regelaar
PRESET/DISC
regelaar
Actie Handeling
Albums overslaan
–Albumselectie
Druk de regelaar in en draai
deze [één keer voor elk
album].
Als u albums wilt blijven
overslaan, drukt u de
regelaar in, draait u de
regelaar en houdt u deze
vast.
Actie Handeling
Discs overslaan
–Discselectie
Druk de regelaar in en draai
deze [één keer voor elke
disc].
Als u discs wilt blijven
overslaan, drukt u de
regelaar in en draait u deze
één keer. Vervolgens draait u
binnen 1 seconde de
regelaar nogmaals en houdt
u deze vast.
Albums overslaan
–Albumselectie
Druk de regelaar in, draai
deze [even vasthouden] en
laat de regelaar los.
Als u albums wilt blijven
overslaan, drukt u de
regelaar nogmaals in binnen
1 seconde nadat u deze hebt
losgelaten. Vervolgens
draait u de regelaar en houdt
u deze vast.
25
De werkingsrichting wijzigen
De werkingsrichting van de bedieningselementen
is in de fabriek ingesteld, zoals hieronder wordt
aangegeven.
Als u de bedieningssatelliet rechts op de
stuurkolom moet monteren, kan de
werkingsrichting worden omgekeerd.
Druk 2 seconden op (SOUND) terwijl u
de VOL regelaar ingedrukt houdt.
Tip
U kunt ook de werkingsrichting van deze
bedieningselementen wijzigen met het apparaat
(pagina 26).
De geluidskarakteristieken
wijzigen
U kunt de hoge en lage tonen, balans, fader en
het subwoofervolume regelen.
1 Druk herhaaldelijk op (SOUND) om het
gewenste item te selecteren.
Wanneer u op (SOUND) drukt, wordt het
item als volgt gewijzigd:
BASS (lage tonen) t
TREBLE (hoge tonen) t
BALANCE (links-rechts) t
FADER (voor-achter) t
SUB (subwoofervolume)
2 Pas het niveau van het geselecteerde
item aan door op < of , te drukken.
Na 3 seconden keert het display terug naar de
normale weergavestand.
Opmerking
Pas het item aan binnen 3 seconden nadat u het hebt
geselecteerd.
Tips
• Wanneer u items aanpast met het apparaat, drukt u
herhaaldelijk op (SOUND) en draait u de
volumeregelaar.
• Past u de items aan met de bedieningssatelliet, dan
drukt u herhaaldelijk op (SOUND) en draait u de
VOL regelaar.
Verhogen
Verlagen
26
De BBE MP-instelling
wijzigen
Met het BBE MP-proces verkrijgt u een helder
geluid van CD-kwaliteit, zelfs als u zeer
gecomprimeerd MP3-materiaal gebruikt.
Druk tijdens het afspelen op dit
apparaat op (5) (BBE MP) om "BBE
MP-on" te selecteren.
Als u BBE MP wilt annuleren, selecteert u "BBE
MP-off".
Opmerking
De BBE MP-functie is alleen beschikbaar als u
afspeelt op dit apparaat (voor een optioneel apparaat
is BBE MP niet beschikbaar).
Tip
U kunt de BBE MP-instelling alleen wijzigen als u
afspeelt op dit apparaat.
Het geluid snel dempen
(Met de bedieningssatelliet of
kaartafstandsbediening)
Druk op (ATT).
"ATT-on" wordt even in het display
weergegeven.
Druk nogmaals op (ATT) om het vorige volume
te herstellen.
Tip
Wanneer de interfacekabel van een autotelefoon is
aangesloten op de ATT-kabel, wordt het volume
automatisch verlaagd wanneer een telefoongesprek
binnenkomt (Telephone ATT-functie).
Instellingen voor geluid en
display wijzigen
— Menu
De volgende instellingen zijn mogelijk:
Setup (instelling)
• Clock Adjust (pagina 11)
• CT (kloktijd) (pagina 22)
• Beep — de pieptonen in- of uitschakelen.
• RM (bedieningssatelliet) — de
werkingsrichting van de bedieningselementen
op de bedieningssatelliet wijzigen.
– Selecteer "Normal" om de
bedieningssatelliet te gebruiken in de
standaardpositie.
– Selecteer "Reverse" als u de
bedieningssatelliet aan de rechterzijde van de
stuurkolom hebt gemonteerd.
• AUX-A (pagina 30) — de AUX-brondisplay
in- of uitschakelen.
Display
• Clock (klokgegevens) — de klok en
weergavestand tegelijkertijd weergeven (aan).
• A.IMG (automatisch beeld) (pagina 29) —
door de displaybeelden van een of alle
displaystanden bladeren.
• Demo (demonstratie) — de demonstratie in- of
uitschakelen. (Als het apparaat is
uitgeschakeld.)
– Selecteer "on" om de demonstratie in te
schakelen.
– Selecteer "off" om de demonstratie uit te
schakelen.
• Info (display-informatie) — de display-items
weergeven (afhankelijk van de bron, enzovoort)
onder aan het display terwijl een displaybeeld
wordt weergegeven:
– Selecteer "on" om de display-items weer te
geven. Als u op (DSPL) (PTY) drukt, wordt
het display-item gewijzigd.
– Selecteer "off" om geen display-items weer
te geven.
• Dimmer — de helderheid van het display
regelen.
– Selecteer "Auto" om het display alleen te
dimmen wanneer u de lichten inschakelt.
– Selecteer "on" om het display te dimmen.
– Selecteer "off" om de dimmer uit te
schakelen.
• A.Scroll (Auto Scroll) (pagina 13)
– Selecteer "on" om weergegeven namen die
langer zijn dan 12 tekens, automatisch te
rollen.
– Als de Auto Scroll functie is ingesteld op
"off" en de disc/track of het album wordt
gewijzigd, rolt de disc-/album-/tracknaam of
ID3 tag niet.
27
Sound (geluid)
• EQ7 Tune (pagina 28) — de equalizercurve
aanpassen.
• HPF (hoogdoorlaatfilter) — de
kantelfrequentie selecteren. U kunt kiezen uit
"78Hz", "125Hz" en "off".
• LPF (laagdoorlaatfilter) — de kantelfrequentie
selecteren. U kunt kiezen uit "78Hz", "125Hz"
en "off".
• Loudness — voor volle lage en hoge tonen,
zelfs bij laag volume. Lage en hoge tonen
worden versterkt.
• AUX Level (pagina 30) — het volume van de
extra aangesloten apparaten aanpassen.
Receive Mode (ontvangststand)
• AF on/off (alternatieve frequenties) (pagina 19)
• Local on/off (lokale zoekfunctie) (pagina 17)
– Selecteer "on" om alleen af te stemmen op
zenders met sterkere signalen.
• Mono on/off (monostand) (pagina 17)
– Selecteer "on" om FM-stereo-uitzendingen
in mono te beluisteren.
– Selecteer "off" om terug te keren naar de
normale stand.
• Regional on/off (pagina 20)
1 Druk op (MENU).
2 Druk herhaaldelijk op M of m tot het
gewenste item wordt weergegeven.
3 Druk op < of , om de gewenste
instelling te selecteren (voorbeeld:
"on" of "off").
4 Druk op (ENTER).
Na het instellen keert het display terug naar
de normale weergavestand.
Opmerking
Het weergegeven item is afhankelijk van de bron.
Tip
U kunt gemakkelijk schakelen tussen categorieën
door 2 seconden op M of m te drukken.
De equalizer instellen (EQ7)
U kunt een equalizercurve instellen voor 7
muziekgenres (Xplod, VOCAL, CLUB, JAZZ,
NEWAGE, ROCK en CUSTOM) of de equalizer
uitschakelen met OFF (equalizer uit).
U kunt de equalizerinstellingen voor frequentie
en niveau opslaan en aanpassen.
U kunt de EQ7-instelling voor elke bron opslaan.
Equalizercurve selecteren
1 Druk op (SOURCE) om de gewenste
bron te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op (EQ7) om de
gewenste equalizercurve te
selecteren.
Wanneer u op (EQ7) drukt, wordt het item
gewijzigd.
Selecteer "OFF" om het equalizereffect uit te
schakelen. Na 3 seconden keert het display
terug naar de normale weergavestand.
vervolg op volgende pagina t
28
De equalizercurve aanpassen
1 Druk op (MENU).
2 Druk herhaaldelijk op M of m tot "EQ7
Tune" wordt weergegeven. Druk op
(ENTER).
3 Druk op < of , om de gewenste
equalizercurve te selecteren en druk
op (ENTER).
Wanneer u op < of , drukt, wordt het item
gewijzigd.
4 Selecteer de gewenste instellingen
voor frequentie en niveau.
1 Druk op < of , om de gewenste
frequentie te selecteren.
Wanneer u op < of , drukt, wordt de
frequentie als volgt gewijzigd:
62Hz y 157Hz y 396Hz y 1.0kHz
y 2.5kHz y 6.3kHz y 16kHz
2 Druk op M of m om het volume aan
te passen.
Het volume kan worden aangepast in
stappen van 1 dB van –10 dB tot +10 dB.
Als u de standaardwaarde voor de
equalizercurve wilt herstellen, drukt u 2
seconden op (ENTER).
5 Druk op (ENTER).
Na het instellen van het effect keert het
display terug naar de normale weergavestand.
Dynamic Soundstage
Organizer (DSO) instellen
Als de luidsprekers in het onderste gedeelte van
de deuren zijn geïnstalleerd, komt het geluid van
beneden en is het wellicht niet helder.
Met de DSO-functie (Dynamic Soundstage
Organizer) krijgt u een geluid alsof de
luidsprekers boven het dashboard zijn
gemonteerd (virtuele luidsprekers).
U kunt de DSO-instelling voor elke bron
opslaan.
*1 DSO 1
*2 DSO 2
*3 DSO 3
*4 DSO OFF
1 Druk op (SOURCE) om de gewenste
bron te selecteren.
2 Druk op (DSO) om "1, 2, 3" of "OFF" te
selecteren.
Als u de DSO-functie wilt annuleren, drukt u
op "OFF".
Na 3 seconden keert het display terug naar de
normale weergavestand.
Opmerkingen
• DSO heeft wellicht niet het gewenste effect,
afhankelijk van het auto-interieur of het
muziekgenre.
• Als FM-uitzendingen moeilijk hoorbaar zijn, stelt u
DSO in op "OFF".
*3
*2
*1
*4
*4
*3
*2
*1
29
De displaystand en het
displaybeeld selecteren
U kunt kiezen uit 3 verschillende displaystanden.
U kunt ook verschillende displaybeelden
selecteren in de Wallpaper stand (1-5), Spectrum
analyzer stand (1-5) en Movie stand (1-3).
Opmerking
De standaardinstelling voor de Auto Image stand is
"A.IMG-All". Enkele seconden nadat u (IMAGE) op het
apparaat hebt losgelaten, keert het apparaat terug
naar de Auto Image stand. Als u een displaybeeld wilt
weergeven, stelt u "A.IMG-off" in (pagina 29).
Het displaybeeld selecteren
1 Druk op (SOURCE) om de gewenste
bron te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op (IMAGE) op het
apparaat om het gewenste
displaybeeld te selecteren.
Voorbeeld: Wallpaper stand
Wanneer u op (IMAGE) op het apparaat
drukt, wordt het displaybeeld als volgt
gewijzigd:
Wallpaper stand 1-5 t
Spectrum analyzer stand 1-5 t
Movie stand 1-3 t
normale weergavestand
Als u deze stand wilt annuleren, selecteert u de
normale weergavestand.
De Auto Image stand selecteren
In de Auto Image stand worden de
displaybeelden van één of van alle
displaystanden automatisch opeenvolgend (om
de 10 seconden) weergegeven. Dit gebeurt als
volgt:
• A.IMG-All — de displaybeelden in alle
displaystanden herhaaldelijk in willekeurige
volgorde weergeven.
• A.IMG-SA — de displaybeelden van de
Spectrum analyzer stand herhaaldelijk
opeenvolgend weergeven.
• A.IMG-Movie — de displaybeelden van de
Movie stand herhaaldelijk opeenvolgend
weergeven.
1 Druk op (SOURCE) om de gewenste
bron te selecteren.
2 Druk op (MENU).
3 Druk herhaaldelijk op M of m tot
"A.IMG" wordt weergegeven.
4 Druk herhaaldelijk op < of , om de
gewenste instelling te selecteren.
5 Druk op (ENTER).
Als u de Auto Image stand wilt annuleren,
selecteert u "A.IMG-off".
Tips
• Als u in de Auto Image stand op (IMAGE) op het
apparaat drukt, wordt het displaybeeld gewijzigd.
Enkele seconden nadat u (IMAGE) op het apparaat
hebt losgelaten, keert het apparaat terug naar de
vorige Auto Image instelling.
• Als u de Info stand instelt op "off", worden er geen
display-items weergegeven (pagina 26).
30
Extra audio-apparaten
aansluiten
De AUX IN aansluiting (externe audio-ingang)
van dit apparaat fungeert ook als BUS AUDIO
IN aansluiting (audio-ingang).
Sluit optionele draagbare Sony-apparaten aan om
het geluid te beluisteren via de autoluidsprekers.
Opmerking
Als u een optioneel Sony CD/MD-apparaat aansluit,
kunt u geen draagbare apparaten aansluiten en wordt
u "AUX" niet in het display weergegeven als bron.
Als u tegelijkertijd een draagbaar apparaat van Sony
en CD/MD-apparaten hebt aangesloten, kunt u de
AUX IN keuzeschakelaar gebruiken.
Extra apparaten selecteren
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om
"AUX" te selecteren.
Het volume aanpassen
U kunt het volume voor alle aangesloten
apparaten regelen.
1 Druk op (MENU).
2 Druk herhaaldelijk op M of m om "AUX
Level" te selecteren.
3 Druk op (ENTER).
4 Druk herhaaldelijk op M of m om het
gewenste volume te selecteren.
Het volume is in stappen van 1 dB regelbaar
van –6 dB tot +6 dB.
5 Druk op (ENTER).
Extra apparaten in het brondisplay
uitschakelen
1 Druk op (OFF).
De CD-weergave of radio-ontvangst wordt
gestopt.
2 Druk op (MENU).
3 Druk herhaaldelijk op M of m tot "AUX-
A-on" wordt weergegeven.
4 Druk op , om "AUX-A-off" te
selecteren.
5 Druk op (MENU).
Als u de aanduiding wilt herstellen, selecteert u
"AUX-A-on".
31
Aanvullende informatie
Onderhoud
Zekeringen vervangen
Vervang een zekering altijd door een identiek
exemplaar. Als de zekering doorbrandt, moet u
de voedingsaansluiting controleren en de
zekering vervangen. Brandt de zekering
vervolgens nogmaals door, dan kan er sprake zijn
van een defect in het apparaat. Raadpleeg in dat
geval de dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Waarschuwing
Gebruik nooit een zekering die zwaarder is dan
de standaardzekering van het apparaat omdat dit
hierdoor kan worden beschadigd.
Aansluitingen schoonmaken
De werking van het apparaat kan worden
verstoord als de aansluitingen tussen het apparaat
en het voorpaneel niet schoon zijn. U kunt dit
voorkomen door het voorpaneel (pagina 10) los
te maken en de aansluitingen te reinigen met een
in alcohol gedrenkt wattenstaafje. Gebruik
hierbij niet teveel kracht. Anders kunnen de
aansluitingen worden beschadigd.
Opmerkingen
• Uit veiligheidsoverwegingen moet u de motor
uitschakelen en de sleutel uit het contactslot te
halen voordat u de aansluitingen reinigt.
• Raak de aansluitingen nooit rechtstreeks aan met
uw vingers of een metalen voorwerp.
Zekering
(10 A)
vervolg op volgende pagina t
hoofdtoestel
Achterkant van het voorpaneel
32
De lithiumbatterij vervangen
In normale omstandigheden gaan de batterijen
ongeveer 1 jaar mee. (Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden kan de levensduur
korter zijn.) Wanneer de batterij verzwakt, wordt
het bereik van de kaartafstandsbediening kleiner.
Vervang de batterij door een nieuwe CR2025
lithiumbatterij. Bij een andere batterij bestaat er
brand- of explosiegevaar.
Opmerkingen over de lithiumbatterij
• Houd de lithiumbatterij buiten het bereik van
kinderen. Raadpleeg meteen een arts wanneer
een batterij wordt ingeslikt.
• Veeg de batterij schoon met een droge doek
voor een goed contact.
• Houd bij het plaatsen van de batterij rekening
met de juiste polariteit.
• Houd de batterij niet vast met een metalen tang
om kortsluiting te voorkomen.
x
+ zijde omhoog
WAARSCHUWING
Bij oneigenlijk gebruik kan de batterij
ontploffen.
Probeer niet de batterij op te laden of te
openen; werp ook een lege batterij nooit in
het vuur.
Voor de Klanten in
Nederland
Gooi de batterij niet weg
maar lever deze in als klein
chemisch afval (KCA).
33
Het apparaat verwijderen
1 Verwijder de beschermende rand.
1 Maak het voorpaneel los
(pagina 10).
2 Bevestig de ontgrendelingssleutels
op de beschermende rand.
3 Trek de ontgrendelingssleutels naar
u toe om de beschermende rand te
verwijderen.
2 Verwijder het apparaat.
1 Plaats beide ontgrendelingssleutels
en duw hierop tot deze vastklikken.
2 Trek de ontgrendelingssleutels naar
u toe om het apparaat los te maken.
3 Schuif het apparaat uit de houder.
Plaats de
ontgrendelingssl
eutel op de juiste
manier.
Het haakje moet
naar binnen wijzen.
34
Technische gegevens
CD-speler
Signaal/ruis-afstand 120 dB
Frequentiebereik 10 – 20.000 Hz
Wow en flutter Minder dan meetbare
waarden
Tuner
FM
Afstembereik 87,5 – 108,0 MHz
Antenne-aansluiting Aansluiting voor externe
antenne
Tussenfrequentie 10,7 MHz/450 kHz
Bruikbare gevoeligheid 9 dBf
Selectiviteit 75 dB bij 400 kHz
Signaal/ruis-afstand 67 dB (stereo),
69 dB (mono)
Harmonische vervorming bij 1 kHz
0,5 % (stereo),
0,3 % (mono)
Scheiding 35 dB bij 1 kHz
Frequentiebereik 30 – 15.000 Hz
MW/LW
Afstembereik MW: 531 – 1.602 kHz
LW: 153 – 279 kHz
Antenne-aansluiting Aansluiting voor externe
antenne
Tussenfrequentie 10,7 MHz/450 kHz
Gevoeligheid MW: 30 µV
LW: 40 µV
Versterker
Uitgangen Luidsprekeruitgangen
(sure seal)
Luidsprekerimpedantie 4 – 8 ohm
Maximaal uitgangsvermogen
CDX-F7700:
52 W × 4 (bij 4 ohm)
CDX-F7500:
50 W × 4 (bij 4 ohm)
Algemeen
Uitgangen Audio-uitgangen (voor/
achter)
Subwoofer-uitgang (mono)
Relaisaansluiting
elektrische antenne
Aansluiting versterker
Ingangen Telephone ATT-
bedieningsaansluiting
Verlichtingsstuuraansluiting
BUS-bedieningsingang
BUS audio-ingang of AUX
IN aansluiting
Afstandsbedieningsingang
Antenne-ingang
Toonregelingen Bass ±8 dB bij 100 Hz
Treble ±8 dB bij 10 kHz
Loudness +8 dB bij 100 Hz
+2 dB bij 10 kHz
Voeding 12 V gelijkstroom accu
(negatieve aarde)
Afmetingen Ongeveer
178 × 50 × 178 mm (b/h/d)
Montage-afmetingen Ongeveer
182 × 53 × 161 mm (b/h/d)
Gewicht Ongeveer 1,3 kg
Bijgeleverde accessoires Onderdelen voor installatie
en aansluitingen (1 set)
Beschermhoes
voorpaneel (1)
Kaartafstandsbediening
RM-X140
Optionele accessoires Bedieningssatelliet
RM-X4S
BUS-kabel (geleverd met
RCA-kabel)
RC-61 (1 m), RC-62 (2 m)
Optionele apparaten CD-wisselaar (10 discs)
CDX-757MX
CD-wisselaar (6 discs)
CDX-T69, CDX-T70MX
MD-wisselaar (6 discs)
MDX-66XLP
Bronkeuzeschakelaar
XA-C30
AUX IN keuzeschakelaar
XA-300
Opmerking
Dit apparaat kan niet worden aangesloten op een
digitale voorversterker of een equalizer die compatibel
is met het Sony BUS-systeem.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
35
Problemen oplossen
De onderstaande controlelijst kan u helpen bij
het oplossen van problemen die zich met het
apparaat kunnen voordoen.
Voordat u de onderstaande controlelijst
doorneemt, moet u eerst de aanwijzingen voor
aansluiting en gebruik controleren.
Algemeen
Geen geluid.
• Druk op (VOL) (+) om het volume aan te
passen.
• Zet de ATT-functie uit.
• Zet de faderregelaar in het midden voor een
systeem met 2 luidsprekers.
• U probeert een MP3-bestand af te spelen op
een optioneel CD-apparaat dat niet geschikt
is voor MP3.
t Speel het bestand af op een MP3-
compatibel CD-apparaat van Sony, zoals
de CDX-757MX.
De geheugeninhoud is gewist.
• De RESET toets is ingedrukt.
t Sla opnieuw op in het geheugen.
• De voedingskabel of de accu is
losgekoppeld.
• De voedingskabel is niet goed aangesloten.
Geen pieptoon.
• De pieptoon is uitgezet (pagina 26).
• Er is een optionele versterker aangesloten en
u gebruikt de ingebouwde versterker niet.
Het display verdwijnt van/verschijnt niet in
het weergavevenster.
• Het display verdwijnt als u op (OFF) drukt
en deze toets ingedrukt houdt.
t Druk nogmaals op (OFF) en houd deze
toets ingedrukt tot het display verschijnt.
• Verwijder het voorpaneel en reinig de
aansluitingen. Zie "Aansluitingen
schoonmaken" op pagina 31 voor meer
informatie.
Opgeslagen zenders en tijd zijn gewist.
De zekering is doorgebrand.
Maakt geluid met de contactsleutel op ON,
ACC of OFF.
De kabels zijn niet goed verbonden met de
voedingsaansluiting voor accessoires van de
auto.
Het apparaat wordt niet van stroom
voorzien.
• Controleer de aansluiting. Controleer de
zekering wanneer alles in orde is.
• De auto heeft geen ACC-positie.
t Druk op (SOURCE) (of plaats een disc)
om het apparaat in te schakelen.
Het apparaat wordt constant van stroom
voorzien.
De auto heeft geen ACC-positie.
De elektrisch bediende antenne schuift niet
uit.
De elektrisch bediende antenne heeft geen
relaisdoos.
CD's/MD's afspelen
Een disc kan niet worden geplaatst.
• Er zit al een CD in het apparaat.
• De CD is met kracht omgekeerd of in de
verkeerde richting geplaatst.
Het afspelen begint niet.
• Defecte MD of vuile CD.
• Ongefinaliseerde CD-R/CD-RW.
• U probeert een CD-R/CD-RW af te spelen
die niet geschikt is voor audiotoepassingen.
• Bepaalde CD-R's/CD-RW's kunnen niet
worden afgespeeld wegens de opname-
apparatuur of de staat van de disc.
MP3-bestanden kunnen niet worden
afgespeeld.
• De opname is verricht conform de indeling
ISO 9660 Level 1 of Level 2 of de indeling
Joliet of Romeo in expansie-indeling.
• De extensie ".mp3" is niet toegevoegd aan de
bestandsnaam.
• Bestanden zijn niet opgeslagen in MP3-
indeling.
MP3-bestanden worden minder snel
afgespeeld dan andere bestanden.
Bij de volgende discs duurt het langer voordat
het afspelen wordt gestart:
– discs die zijn opgenomen met een
gecompliceerde structuur;
–discs die in meerdere sessies zijn
opgenomen;
– discs waaraan gegevens kunnen worden
toegevoegd.
Een disc wordt automatisch uitgeworpen.
De omgevingstemperatuur is hoger dan 50°C.
De bedieningstoetsen werken niet.
De CD wordt niet uitgeworpen.
Druk op de RESET toets.
Het geluid verspringt door trillingen.
• Het apparaat is geïnstalleerd in een hoek van
meer dan 45°.
• Het apparaat is niet op een stabiele plaats in
de auto gemonteerd.
Het geluid verspringt.
Vuile of defecte disc.
vervolg op volgende pagina t
36
Radio-ontvangst
Er kan niet worden afgestemd op
voorkeurzenders.
• Sla de juiste frequentie op in het geheugen.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
Radiozenders kunnen niet worden
ontvangen.
Het geluid is gestoord.
• Sluit een antennebedieningskabel (blauw) of
hulpvoedingskabel (rood) aan op de
voedingskabel van de antenneversterker van
de auto. (Alleen als de auto is uitgerust met
een FM/MW/LW-antenne in de achter-/
zijruit.)
• Controleer de aansluiting van de auto-
antenne.
• De auto-antenne schuift niet uit.
t Controleer de aansluiting van de
voedingskabel van de auto-antenne.
• Controleer de frequentie.
• Als de DSO-functie is ingeschakeld, is het
geluid soms gestoord.
t Stel de DSO-functie in op "OFF"
(pagina 28).
Er kan niet automatisch worden afgestemd
op zenders.
• De lokale zoekfunctie is ingesteld op "on".
t Stel de lokale zoekfunctie in op "off"
(pagina 27).
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Stem handmatig af.
De aanduiding "ST" knippert.
• Stem nauwkeurig af op de frequentie.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Schakel over naar mono-ontvangst
(pagina 27).
Een stereo-uitzending wordt mono
weergegeven.
Het apparaat staat in de mono-ontvangststand.
t Annuleer de mono-ontvangststand
(pagina 27).
RDS
Het zoeken wordt gestart na enkele
seconden weergave.
De zender is geen TP-zender of heeft een zwak
signaal.
t Druk herhaaldelijk op (AF/TA) op het
apparaat tot "AF, TA-off" wordt
weergegeven.
Geen verkeersinformatie.
• Schakel "TA" in.
• De zender is een TP-zender, maar zendt toch
geen verkeersinformatie uit.
t Stem af op een andere zender.
PTY geeft "- - - - - - - -" weer.
• De huidige zender is geen RDS-zender.
• Geen RDS-gegevens ontvangen.
• De zender geeft het programmatype niet
door.
37
Foutmeldingen
*1 Wanneer er een CD/MD-wisselaar is aangesloten,
verschijnt het discnummer van de CD of MD in het
display.
*2 Het discnummer van de disc met de fout verschijnt
in het display.
Als deze oplossingen niet helpen, moet u de
dichtstbijzijnde Sony-handelaar raadplegen.
Foutweergave
(Voor dit apparaat en optionele CD/MD-
wisselaars)
De volgende aanduidingen knipperen ongeveer 5
seconden en er weerklinkt een alarmsignaal.
Blank*
1
Er zijn geen tracks opgenomen op een MD*
2
.
t Speel een MD af waarop tracks zijn
opgenomen.
Error*
1
• Een CD is vuil of omgekeerd geplaatst*
2
.
t Reinig de CD of plaats deze op de juiste
manier.
• Een CD/MD kan niet worden afgespeeld
wegens een probleem*
2
.
t Plaats een andere CD/MD.
Failure
De luidsprekers of versterkers zijn niet correct
aangesloten.
t Raadpleeg de installatiehandleiding van dit
model om de aansluitingen te controleren.
High Temp
De omgevingstemperatuur bedraagt meer dan
50°C.
t Wacht tot de temperatuur lager is dan
50°C.
NO Disc*
1
Er is geen disc in het CD/MD-apparaat
geplaatst.
t Plaats een disc in het CD/MD-apparaat.
NO Magazine
Er is geen discmagazijn in het CD-apparaat
geplaatst.
t Plaats het magazijn in het CD-apparaat.
NO Music*
2
Er is een CD zonder muziekbestanden in het
MP3-compatibele CD-apparaat geplaatst.
t Plaats een muziek-CD in het MP3-
compatibele CD-apparaat.
Offset
Er is wellicht een interne storing.
t Controleer de aansluiting. Als de
foutmelding in het display blijft staan,
moet u de dichtstbijzijnde Sony-handelaar
raadplegen.
Push Reset
Het CD/MD-apparaat werkt niet wegens een
probleem.
t Druk op de RESET toets op het apparaat.
Berichten
Local Seek +/–
De lokale zoekfunctie is ingeschakeld tijdens
automatisch afstemmen (pagina 17).
NO AF
Er is geen alternatieve frequentie voor de
huidige zender.
"" of ""
U hebt het begin of het einde van de disc
bereikt en u kunt niet verder.

Documenttranscriptie

Welkom! Dank u voor de aankoop van deze Sony Compact Disc Player. Dit apparaat biedt u tal van mogelijkheden die u nog beter kunt benutten met behulp van: • MP3-bestanden afspelen. • CD-R's/CD-RW's waaraan een sessie kan worden toegevoegd, kunnen worden afgespeeld (pagina 8). • Discs die zijn opgenomen in meerdere sessies, kunnen worden afgespeeld, afhankelijk van de opnamemethode (pagina 8). • Optionele CD/MD-apparaten (wisselaars en speler)*1. • ID3 tag*2 versie 1.0, 1.1, 2.2, 2.3 of 2.4 informatie (verschijnt bij het afspelen van een MP3-bestand). • CD TEXT informatie (verschijnt bij het afspelen van een CD TEXT disc*3). • Bijgeleverd accessoire Kaartafstandsbediening RM-X140 • Optioneel bedieningsaccessoire Bedieningssatelliet RM-X4S *1 Dit apparaat werkt alleen met Sony-producten. *2 ID3 tag is een MP3-bestand met informatie over albumnaam, artiestennaam, tracknaam, enzovoort. *3 Een CD TEXT disc is een audio-CD die informatie bevat, zoals discnaam, artiestennaam en tracknamen. Deze informatie is opgenomen op de disc. R Met het BBE MP-proces wordt digitaal gecomprimeerd geluid, zoals MP3, verbeterd. Tijdens dit proces worden namelijk de hogere boventonen die zijn verloren door de compressie, hersteld en versterkt. Met het BBE MP-proces worden gelijkmatige boventonen gegenereerd uit hat bronmateriaal, waardoor warmte, detail en nuance worden hersteld. Dit label bevindt zich onderaan op het toestel. 2 Inhoudsopgave Bedieningselementen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Voorzorgsmaatregelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Opmerkingen over discs . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Informatie over MP3-bestanden . . . . . . . . . . 8 Aan de slag Het apparaat opnieuw instellen . . . . . . . . . . 10 Het voorpaneel verwijderen. . . . . . . . . . . . . 10 Klok instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 CD-speler CD/MD-apparaat (optioneel) Een disc afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Display-items. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Tracks herhaaldelijk afspelen — Repeat Play . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Tracks afspelen in willekeurige volgorde — Shuffle Play . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Een CD benoemen — Disc Memo*. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Een disc zoeken op naam — List-up* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 * Beschikbare functies met optionele CD/MDapparatuur Radio Zenders automatisch opslaan — Best Tuning Memory (BTM). . . . . . . 17 Opgeslagen zenders ontvangen . . . . . . . . . . 17 Alleen de gewenste zenders opslaan . . . . . . 18 Afstemmen op een zender in een lijst — List-up . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 RDS Overzicht van RDS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Automatisch opnieuw afstemmen voor optimale ontvangst — AF (alternatieve frequenties). . . . . . . Verkeersinformatie beluisteren — TA (Traffic Announcement)/ TP (Traffic Programme). . . . . . . . . . . . . RDS-zenders met AF- en TA-instelling instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afstemmen op zenders op programmatype — PTY (programmatypen) . . . . . . . . . . Klok automatisch instellen — CT (kloktijd) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 19 20 21 21 22 Overige functies De bedieningssatelliet gebruiken . . . . . . . . 23 De geluidskarakteristieken wijzigen . . . . . . 25 De BBE MP-instelling wijzigen . . . . . . . . . 26 Het geluid snel dempen. . . . . . . . . . . . . . . . 26 Instellingen voor geluid en display wijzigen — Menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 De equalizer instellen (EQ7). . . . . . . . . . . . 27 Dynamic Soundstage Organizer (DSO) instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 De displaystand en het displaybeeld selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Extra audio-apparaten aansluiten . . . . . . . . 30 Aanvullende informatie Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het apparaat verwijderen . . . . . . . . . . . . . . Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . Foutmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 33 34 35 37 3 Bedieningselementen Kaartafstandsbediening RM-X140 Zie de volgende pagina's voor meer informatie. PTY DSPL REP 1 SHUF 2 3 BBE MP PAUSE 4 5 6 DSO MODE EQ7 MENU DISC + LIST SEEK– SOUN D SOURCE DISC – OFF SEEK+ R ENTE ATT VOL (DISC) (M): naar boven selecteren DISC + (SEEK) (<): naar links selecteren SEEK– SOURCE SEEK+ (SEEK) (,): naar rechts selecteren DISC – (DISC) (m): naar beneden selecteren In de menustand worden de beschikbare toetsen van deze vier aangegeven met een " v" in het display. 4 a DSPL/PTY (displaystand wijzigen/ programmatype) toets 13, 16, 19, 22, 26 b Cijfertoetsen Radio: Zenders opslaan/opgeslagen zenders ontvangen. CD/MD: (1): REP 14 (2): SHUF 15 (6): PAUSE*1 12 Geluid: (5): BBE MP*1 26 c DSO toets 28 d MENU toets De menu's weergeven. e SOURCE (Aan/Radio/CD/MD*2/AUX*3) toets De bron selecteren. f SEEK/AMS (</,) toetsen Tracks overslaan/snel vooruitspoelen, tracks terugspoelen/automatisch afstemmen op zenders, zenders handmatig zoeken/ instelling selecteren. g SOUND toets 25 h OFF (Stop/Uit) toets 12, 30 i VOL (+/–) toetsen Het volume verlagen of verhogen. j EQ7 toets 27 k MODE toets De werkingsstand wijzigen. l LIST toets 16, 18 m DISC (ALBUM) (M/m) toetsen Voorkeurzenders ontvangen/disc wijzigen*4, albums overslaan*5/een menu selecteren. n ENTER toets Een instelling bevestigen. o ATT toets 26 *1 Alleen beschikbaar als u afspeelt op dit apparaat. *2 Als een optioneel MD-apparaat is aangesloten. *3 Alleen beschikbaar als een optioneel draagbaar apparaat van Sony is aangesloten op de AUX IN aansluiting van het apparaat. Als u tegelijkertijd een draagbaar apparaat van Sony en CD/MDapparaten hebt aangesloten, kunt u de AUX IN keuzeschakelaar gebruiken. *4 Als een optioneel CD/MD-apparaat is aangesloten. *5 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand. Een disc en album selecteren U kunt discs en albums overslaan met de DISC (ALBUM) (M/m) toetsen. (Met dit apparaat) Actie Druk op Albums overslaan*6 – Albumselectie M of m [één keer voor elk album] Houd een van deze toetsen ingedrukt om albums te blijven overslaan. (Met optioneel apparaat) Actie Druk op Discs overslaan – Discselectie M of m [één keer voor elke disc] Als u discs wilt blijven overslaan, drukt u op een van beide toetsen. Vervolgens drukt u binnen 1 seconde nogmaals op de toets en houdt u deze ingedrukt. Albums overslaan*6 – Albumselectie M of m [even ingedrukt houden] en laat de toets los. Als u albums wilt blijven overslaan, drukt u op een van beide toetsen binnen 1 seconde nadat u de toets hebt losgelaten, en houdt u deze vervolgens ingedrukt. Opmerking Als u het display hebt uitgeschakeld door op (OFF) te drukken, kan het apparaat niet worden bediend met de kaartafstandsbediening tenzij er eerst op (SOURCE) op het apparaat wordt gedrukt of een disc wordt geplaatst om het apparaat in te schakelen. Tip Zie "De lithiumbatterij vervangen" op pagina 32 voor meer informatie over het vervangen van de batterij. *6 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand. Tracks blijven overslaan Druk één keer op een van de SEEK/AMS (< of ,) toetsen. Vervolgens drukt u binnen 1 seconde nogmaals op de toets en houdt u deze ingedrukt. 5 DISC/ PRESET PU S H MODE SEEK SEEK – OPEN DSO D SOUND + SCRL S IMAGE EQ7 E DISC/ PRESET OFF SOURCE REP SHUF 1 2 3 4 BBE MP PAUSE 5 6 AF/TA CDX-F7700/F7500 De toetsen op het apparaat hebben dezelfde functies als die op de kaartafstandsbediening. a 5 SEEK/AMS (.m/M>) toetsen b Volumeregelaar/SOUND toets Draaien: – Het volume aanpassen. – De geluidsinstellingen aanpassen. Drukken: – De geluidsitems selecteren. 3 qs DISC (ALBUM)/PRESET (+/–) toetsen 4 MODE toets 6 DSO toets 7 SCRL (scroll) toets 8 Display 9 Z (uitwerpen) toets (aan de voorzijde van het apparaat, achter het voorpaneel) 12, 12 0 OPEN toets 10, 12, 12 qa Ontvanger voor de kaartafstandsbediening 6 qd OFF (Stop/Uit) toets* qf EQ7 toets qg RESET toets (aan de voorzijde van het apparaat, achter het voorpaneel) 10 qh SOURCE toets qj Cijfertoetsen qk AF/TA toets 19, 20, 20, 21, 21 ql IMAGE toets 29 * Waarschuwing bij het installeren in een auto waarvan het contactslot geen ACC (accessoire) positie heeft Als de motor is uitgeschakeld, moet u op (OFF) drukken en deze toets ingedrukt houden tot het display verdwijnt. Als u dit niet doet, wordt het display niet uitgeschakeld en raakt de accu uitgeput. Voorzorgsmaatregelen Opmerkingen over discs • Wanneer uw auto in de volle zon heeft gestaan, moet u eerst het apparaat laten afkoelen voordat u het gaat gebruiken. • Een elektrisch bediende antenne schuift automatisch uit wanneer het apparaat wordt aangezet. • Raak het oppervlak van de disc niet aan zodat deze schoon blijft. Pak de disc bij de randen vast. • Bewaar de discs in het doosje of de discmagazijn wanneer u deze niet gebruikt. • Stel discs niet bloot aan hitte/hoge temperaturen. Laat de discs niet achter in een geparkeerde auto of op het dashboard/de hoedenplank. Met alle vragen of problemen met betrekking tot dit apparaat die niet aan bod komen in deze gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw Sonyhandelaar. Condensvorming Op een regenachtige dag of in een zeer vochtige omgeving kan vocht condenseren op de lenzen en het display van het apparaat. In dit geval kan de werking van het apparaat worden verstoord. Verwijder in dit geval de disc en wacht ongeveer een uur tot alle vocht is verdampt. Optimale geluidskwaliteit behouden Let op dat u geen drankjes op het apparaat of de discs morst. • Plak geen etiketten op de discs en gebruik geen discs met kleverige inkt/resten. Dergelijke discs kunnen stoppen met draaien, waardoor de werking wordt verstoord of de disc kan worden beschadigd. • Gebruik geen discs waarop stickers zijn gekleefd. Als u dergelijke discs toch gebruikt, kan dat leiden tot: – het niet uitwerpen van een disc (doordat een sticker losraakt en het uitwerpmechanisme blokkeert); – het niet correct lezen van audiogegevens (bijvoorbeeld geluid verspringt of wordt niet weergegeven) doordat de sticker onder invloed van de warmte krimpt en de disc kromtrekt. • Discs met afwijkende vormen (bijvoorbeeld hart, vierkant, ster) kunnen niet met dit apparaat worden afgespeeld. Als u dit toch probeert, kan het apparaat worden beschadigd. Gebruik dergelijke discs niet. • U kunt geen 8-cm CD's afspelen. vervolg op volgende pagina t 7 • Maak een disc voor het afspelen altijd schoon met een in de handel verkrijgbare doek. Veeg de disc van binnen naar buiten schoon. Gebruik geen oplosmiddelen zoals benzine, thinner en in de handel verkrijgbare reinigingsmiddelen of antistatische sprays voor grammofoonplaten. Muziekdiscs die zijn gecodeerd met copyrightbeveiliging Dit product is ontworpen om discs af te spelen die conformeren aan de CD-norm (Compact Disc). Recentelijk hebben bepaalde platenmaatschappijen discs op de markt gebracht die zijn gecodeerd met copyrightbeveiliging. Sommige van deze discs conformeren niet aan de CD-norm en kunnen wellicht niet worden afgespeeld met dit apparaat. Informatie over MP3bestanden MP3 (MPEG 1 Audio Layer-3) is een standaardtechnologie en -indeling voor het comprimeren van geluid. Het bestand wordt gecomprimeerd tot ongeveer 1/10e van de oorspronkelijke grootte. Geluiden buiten het hoorbare bereik worden gecomprimeerd terwijl geluiden die de mens wel kan horen, niet worden gecomprimeerd. Opmerkingen over discs U kunt MP3-bestanden op CD-ROM's, CD-R's en CD-RW's afspelen. De disc moet de indeling ISO 9660*1 Level 1 of Level 2 hebben of de indeling Joliet of Romeo in expansie-indeling*2. U kunt discs gebruiken die in meerdere sessies*3 zijn opgenomen. *1 ISO 9660-indeling De meest gebruikelijke internationale norm voor de logische indeling van bestanden en mappen op een CD-ROM. Er zijn verschillende specificatieniveaus. In Level 1 moeten bestandsnamen de notatie 8.3 hebben (maximaal 8 tekens voor de naam, maximaal 3 tekens voor de extensie ".mp3") en uit hoofdletters bestaan. Mapnamen kunnen niet meer dan 8 tekens bevatten. Er kunnen maximaal 8 geneste mapniveaus zijn. Bij Level 2 mogen de bestanden uit maximaal 31 tekens bestaan. Elke map kan maximaal 8 structuren bevatten. Voor Joliet of Romeo in expansie-indeling moet u de inhoud van de schrijfsoftware, enzovoort controleren. *2 Expansie-indeling Joliet: er kunnen maximaal 32 tekens worden weergegeven voor elke albumnaam (mapnaam)/tracknaam (bestandsnaam). Romeo: er kunnen maximaal 64 tekens worden weergegeven voor elke albumnaam (mapnaam)/tracknaam (bestandsnaam). Opmerkingen bij CD-R's (opneembare CD's)/CD-RW's (herschrijfbare CD's) Dit apparaat kan de volgende discs afspelen: Soorten discs Label op de disc Audio-CD MP3-bestanden • Sommige CD-R's/CD-RW's (afhankelijk van de opname-apparatuur of de staat van de disc) kunnen niet met dit apparaat worden afgespeeld. • U kunt geen CD-R's/CD-RW's afspelen die niet zijn gefinaliseerd*. • U kunt MP3-bestanden op CD-ROM's, CD-R's en CD-RW's afspelen. • CD-R's/CD-RW's waaraan een sessie kan worden toegevoegd, kunnen worden afgespeeld. 8 * Proces dat nodig is om een opgenomen CD-R/CDRW af te spelen met een CD-speler. *3 Meerdere sessies Dit is een opnamemethode waarbij gegevens met de methode Track-At-Once worden toegevoegd. Gewone CD's beginnen bij een CD-gebied dat Lead-in wordt genoemd en eindigen bij een gebied dat Lead-out wordt genoemd. Een CD die is opgenomen in meerdere sessies, bevat verschillende sessies, waarbij elk segment van Lead-in tot Lead-out als één sessie wordt beschouwd. CD-Extra: de indeling waarbij audio (audioCD-gegevens) als tracks tijdens sessie 1 wordt opgenomen en gegevens als tracks tijdens sessie 2 worden opgenomen. Mixed CD: bij deze indeling worden gegevens opgenomen als track 1 en audio (audio-CD-gegevens) als track 2. De afspeelvolgorde van MP3bestanden De afspeelvolgorde van mappen en bestanden is als volgt: Map (album) 1 2 2 3 3 Opmerkingen • Bij andere indelingen dan ISO 9660 Level 1 en Level 2 worden mapnamen of bestandsnamen wellicht niet correct weergegeven. • Wanneer u een bestand een naam geeft, moet u altijd de extensie ".mp3" aan de bestandsnaam toevoegen. • Als u de extensie ".mp3" toevoegt aan een ander bestand dan een MP3-bestand, kan het apparaat het bestand wellicht niet goed herkennen en ruis produceren waardoor de luidsprekers kunnen worden beschadigd. • Bij de volgende discs duurt het langer voordat het afspelen wordt gestart: – discs die zijn opgenomen met een gecompliceerde structuur; – discs die in meerdere sessies zijn opgenomen; – discs waaraan gegevens kunnen worden toegevoegd. • Als u een MP3-bestand afspeelt met een hoge bitsnelheid, zoals 320 kbps, wordt het geluid wellicht onderbroken. Waarschuwingen bij het afspelen van discs die in meerdere sessies zijn opgenomen • Als de eerste track van de eerste sessie uit audioCD-gegevens bestaat: Alleen audio-CD-gegevens worden afgespeeld. Eventuele gegevens in volgende sessies worden overgeslagen. • Als de eerste track van de eerste sessie niet uit audio-CD-gegevens bestaat: – Wanneer er een MP3-bestand op de disc staat, wordt alleen het MP3-bestand afgespeeld en worden andere gegevens overgeslagen. (AudioCD-gegevens worden niet herkend.) – Wanneer er geen MP3-bestand op de disc staat, verschijnt "NO Music" en wordt er niets afgespeeld. (Audio-CD-gegevens worden niet herkend.) MP3-bestand (track) 1 4 5 4 5 6 6 7 7 8 8 9 Boom 1 (hoofd) Boom 2 Boom 3 Boom 4 Boom 5 Opmerkingen • Een map die geen MP3-bestand bevat, wordt overgeslagen. • Als u een disc met veel structuren plaatst, duurt het langer voordat het afspelen begint. U kunt het beste 1 of 2 structuren voor elke disc maken. • Maximumaantal mappen: 150 (inclusief hoofdmap en lege mappen) • Maximumaantal MP3-bestanden en mappen die op een disc passen: 300 Wanneer een bestands-/mapnaam uit veel tekens bestaat, kan dit minder zijn dan 300. Tip Als u een gewenste afspeelvolgorde wilt opgeven, laat u de map- of bestandsnaam beginnen met een nummer (bijvoorbeeld "01", "02") en neemt u deze vervolgens op een disc op. (De volgorde verschilt afhankelijk van de schrijfsoftware.) 9 Aan de slag Het voorpaneel verwijderen Het voorpaneel van dit apparaat kan worden verwijderd ter beveiliging tegen diefstal. Het apparaat opnieuw instellen Voordat u het apparaat voor het eerst gaat gebruiken of na het vervangen van de accu of het wijzigen van de aansluitingen, moet u het apparaat opnieuw instellen. Verwijder het voorpaneel en druk met een puntig voorwerp, zoals een balpen, op de RESET toets. Waarschuwingstoon Wanneer u het contact in de stand OFF zet zonder het voorpaneel te verwijderen, hoort u de waarschuwingstoon enkele seconden. Als u een optionele versterker aansluit en de ingebouwde versterker niet gebruikt, wordt de pieptoon uitgeschakeld. 1 * Als de auto niet is voorzien van een contactslot met ACC (accessoire) positie, moet u het apparaat uitschakelen door op (OFF) te drukken totdat het display verdwijnt. Zo voorkomt u dat de accu uitgeput raakt. RESET toets Opmerking Als u op de RESET toets drukt, worden de klokinstelling en bepaalde geheugenfuncties gewist. Druk op (OFF)*. Het afspelen van CD's/MD's of de radioontvangst stopt (sleutelverlichting en display blijven aan). 2 Druk op (OPEN) en schuif het voorpaneel naar rechts. Trek de linkerzijde van het voorpaneel voorzichtig naar buiten. 1 2 Opmerkingen • Als u het voorpaneel losmaakt terwijl het apparaat nog is ingeschakeld, wordt dit automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de luidsprekers worden beschadigd. • Druk niet te hard op het voorpaneel en het display. • Stel het voorpaneel niet bloot aan hitte/hoge temperaturen of vocht. Laat het voorpaneel niet achter in een geparkeerde auto of op het dashboard/de hoedenplank. Tip Neem het voorpaneel mee in het bijgeleverde beschermhoes. 10 Het voorpaneel bevestigen Plaats opening A van het voorpaneel op pin B van het apparaat en druk de linkerzijde voorzichtig naar binnen. Druk op (SOURCE) op het apparaat (of plaats een CD) om het apparaat te activeren. Klok instellen De digitale klok werkt met het 24-uurssysteem. Voorbeeld: de klok instellen op 10:08 1 A Druk op (MENU) en herhaaldelijk op M of m tot "Clock Adjust" wordt weergegeven. B 1 Druk op (ENTER). De uren knipperen. 2 Druk op M of m om het uur in te stellen. 3 Druk op ,. De minuten knipperen. x 4 Druk op M of m om de minuut in te stellen. 2 Druk op (ENTER). De klok begint te lopen. Na het instellen van de klok keert het display terug naar de normale weergavestand. Opmerking Plaats niets op de binnenkant van het voorpaneel. Tips • U kunt de klok automatisch instellen met de RDSfunctie (pagina 22). • Als de klok is ingesteld op "on", wordt de tijd weergegeven (pagina 26). 11 CD-speler CD/MD-apparaat (optioneel) Met dit apparaat kunt u niet alleen een CD afspelen, maar ook externe CD/MD-apparaten bedienen. Actie Druk op Het afspelen onderbreken*1 (6) (PAUSE) Het afspelen stoppen (OFF) De disc uitwerpen (OPEN) en op Z op het apparaat Tracks overslaan – Automatic Music Sensor (SEEK) (</,) [één keer voor elke track] Een disc afspelen Vooruit-/ terugspoelen – Manual Search (SEEK) (</,) [ingedrukt houden tot het gewenste punt] (Met dit apparaat) Albums overslaan*2 – Albumselectie (DISC) (M/m) [ingedrukt houden tot het gewenste punt] 1 Druk op (OPEN) op het apparaat en plaats de disc (met het label naar boven). *1 U kunt het afspelen alleen onderbreken als u afspeelt op dit apparaat (bij afspelen op een optioneel apparaat kunt u het afspelen niet onderbreken). Als u het afspelen wilt hervatten, drukt u nogmaals op (6) (PAUSE). *2 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand. Als u tracks wilt blijven overslaan, drukt u op < of ,. Vervolgens drukt u binnen 1 seconde nogmaals op de toets en houdt u deze ingedrukt. 2 Sluit het voorpaneel. Het afspelen wordt automatisch gestart. Als er al een disc is geplaatst, drukt u herhaaldelijk op (SOURCE) tot "CD" wordt weergegeven om het afspelen te starten. 12 Opmerkingen • Voordat een track wordt afgespeeld, leest het apparaat alle bestands- en mapinformatie op de disc. Afhankelijk van de trackstructuur kan dit meer dan een minuut in beslag nemen. Tijdens het lezen wordt "Read" weergegeven. Het afspelen wordt automatisch gestart als het lezen is voltooid. • Afhankelijk van de staat van de disc kan deze wellicht niet worden afgespeeld (pagina 7, 8). • Terwijl de eerste/laatste track op de disc wordt afgespeeld, als er op < of , wordt gedrukt, verspringt het afspelen naar de laatste/eerste track op de disc. • Na de laatste track op de disc begint het afspelen opnieuw vanaf de eerste track. • Als u een MP3-bestand afspeelt met een hoge bitsnelheid, zoals 320 kbps, wordt het geluid wellicht onderbroken. (Met optioneel apparaat) 1 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om "CD" of "MD (MS*1)" te selecteren. 2 Druk herhaaldelijk op (MODE) tot het gewenste apparaat wordt weergegeven. Het afspelen wordt gestart. Actie Druk op Discs overslaan – Discselectie (DISC) (M/m) [één keer voor elke disc] Albums overslaan*2 – Albumselectie (DISC) (M/m) [ingedrukt houden tot het gewenste punt] Display-items Bij het veranderen van disc/album/track wordt een eventueel opgenomen titel*1 voor de nieuwe disc/track of het nieuwe album automatisch weergegeven. Als de functie A.Scroll (Auto Scroll) is ingesteld op "on", rollen namen van meer dan 12 tekens (pagina 26). Display-items • • • • Discnaam*1/artiestennaam*2 Albumnaam*3 Tracknaam*1*3 ID3 tag*3 *1 MS: MG Memory Stick System-up Player MGS-X1 *2 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand. Let op bij het aansluiten van MGS-X1 en MDapparaten Dit apparaat herkent de MGS-X1 als MD-apparaat. • Als u wilt afspelen op de MGS-X1, drukt u op (SOURCE) om "MS" of "MD" te selecteren. Wanneer "MS" in het brondisplay verschijnt, wordt het afspelen op de MGS-X1 gestart. Wordt "MD" in het brondisplay weergegeven, dan drukt u op (MODE) om "MS" te selecteren om het afspelen te starten. • Als u wilt afspelen op een MD-apparaat, drukt u op (SOURCE) om "MD" of "MS" te selecteren. Wanneer het gewenste MD-apparaat in het brondisplay verschijnt, wordt het afspelen gestart. Wordt "MS" of een ander MD-apparaat in het brondisplay weergegeven, dan drukt u op (MODE) om het gewenste MD-apparaat te selecteren om het afspelen te starten. Opmerkingen bij het afspelen van een disc met CD-gegevens/MP3-bestanden zonder audio Een disc met CD-gegevens/MP3-bestanden zonder audio wordt geplaatst: – In het geval van dit apparaat wordt "NO Music" in het display weergegeven. Het display wordt gewijzigd in de klokweergave (het afspelen van de CD stopt). – In het geval van een optioneel MP3-compatibel CDapparaat, wordt "NO Music" in het display weergegeven. Het afspelen van de volgende disc wordt gestart. – In het geval van een optioneel CD-apparaat dat niet compatibel is met MP3, wordt de disc afgespeeld zonder geluid. Opmerking Als een optioneel apparaat is aangesloten, gaat het afspelen verder op het optionele CD/MD-apparaat. MP3*4/MDLP-display*5 MP3: MP3-weergave LP2: LP2-weergave LP4: LP4-weergave Klok Bron Discnummer/ Tracknummer Albumnummer*4 Verstreken speelduur Actie Druk op Het display-item wijzigen (DSPL) (PTY) Het display-item rollen (SCRL) op het apparaat *1 Als u op (DSPL) (PTY) drukt, wordt met "NO Disc Name" of "NO Track Name" aangegeven dat er geen Disc Memo (pagina 15) of opgenomen naam kan worden weergegeven. *2 Alleen voor CD TEXT discs met de artiestennaam. *3 Alleen voor MP3-bestanden. Alleen de tracknaam/artiestennaam/albumnaam in de ID3 tag wordt weergegeven. Als u op (DSPL) (PTY) drukt, wordt met "NO ID3 Tag" aangegeven dat er geen ID3 tag kan worden weergegeven. *4 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand. *5 Alleen beschikbaar als een optioneel MD-apparaat met MDLP-functie is aangesloten en een MDLPdisc wordt afgespeeld. vervolg op volgende pagina t 13 Opmerkingen • Bepaalde tekens kunnen niet worden weergegeven. • Bij sommige CD TEXT discs of ID3 tags met zeer veel tekens kan de informatie niet rollen. • Dit apparaat kan de artiestennaam voor elke track van een CD TEXT disc niet weergeven. Opmerkingen over MP3 • ID3 tag geldt alleen voor versie 1.0, 1.1, 2.2, 2.3 en 2.4. • Bepaalde tekens en symbolen kunnen niet worden weergegeven (verschijnen als " s"). Het maximumaantal tekens dat kan worden weergegeven voor een albumnaam (mapnaam)/ track (bestand) is 64 (Romeo) of 32 (Joliet). Voor ID3 tag geldt een maximum van 30 tekens (voor 1.0 en 1.1) of van 126 tekens (voor 2.2, 2.3 en 2.4). • In de volgende gevallen wordt de verstreken speelduur wellicht niet nauwkeurig weergegeven. – bij het afspelen van een MP3-bestand met VBR (variabele bitsnelheid). – tijdens vooruit-/terugspoelen. Tip Als de functie A.Scroll (Auto Scroll) is ingesteld op "off" en de disc/track of het album wordt gewijzigd, rolt de disc-/album-/tracknaam of ID3 tag niet. 14 Tracks herhaaldelijk afspelen — Repeat Play U kunt kiezen uit: • REP-Track — de huidige track herhalen. • REP-Album*1 — de tracks in het huidige album herhalen. • REP-Disc*2 — de tracks op de huidige disc herhalen. *1 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand. *2 Alleen beschikbaar als een of meer optionele CD/ MD-apparaten zijn aangesloten. Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk op (1) (REP) tot de gewenste instelling in het display wordt weergegeven. Repeat Play wordt gestart. Als u wilt terugkeren naar de normale weergavestand, selecteert u "REP-off". Tracks afspelen in willekeurige volgorde — Shuffle Play U kunt kiezen uit: • SHUF-Album*1 — de tracks in het huidige album in willekeurige volgorde afspelen. • SHUF-Disc — de tracks op de huidige disc in willekeurige volgorde afspelen. • SHUF-Changer*2 — de tracks op de huidige optionele CD-wisselaar (MD-wisselaar) in willekeurige volgorde afspelen. • SHUF-All*3 — alle tracks op alle aangesloten CD-apparaten (MD-apparaten) (waaronder dit apparaat) in willekeurige volgorde afspelen. *1 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand. *2 Alleen beschikbaar als een of meer optionele CDwisselaars (MD-wisselaars) zijn aangesloten. *3 Alleen beschikbaar als een of meer optionele CDapparaten of twee of meer optionele MD-apparaten zijn aangesloten. Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk op (2) (SHUF) tot de gewenste instelling in het display wordt weergegeven. Shuffle Play wordt gestart. Een CD benoemen — Disc Memo (als u een CD-apparaat met CUSTOM FILE functie aansluit) U kunt elke disc zelf een naam geven (Disc Memo). Een discnaam kan uit maximaal 8 tekens bestaan. Als u een CD benoemd, kunt u de disc zoeken op naam (pagina 16). 1 Speel op een CD-apparaat met CUSTOM FILE functie de disc af die u wilt benoemen. 2 Druk op (MENU) en herhaaldelijk op M of m tot "Name Edit" wordt weergegeven. 3 Druk op (ENTER). 4 Voer de tekens in. 1 Druk herhaaldelijk op M*1 om het gewenste teken te selecteren. A t B t C ... t 0 t 1 t 2 ... t + t–t ... t *2 t A * Als u wilt terugkeren naar de normale weergavestand, selecteert u "SHUF-off". *1 Druk op m voor omgekeerde volgorde. *2 (spatie) Opmerking Met "SHUF-All" kunt u tracks niet in willekeurige volgorde afspelen tussen CD-apparaten en MDapparaten. 2 Druk op , als u het gewenste teken hebt gevonden. Als u op < drukt, kunt u weer naar links gaan. 3 Herhaal stap 1 en 2 om de volledige naam in te voeren. 5 Druk op (ENTER). Het apparaat keert terug naar de normale weergavestand. vervolg op volgende pagina t 15 Tips • Overschrijf het teken of voer " " in om een teken te corrigeren of te wissen. • Er is een andere manier om het benoemen van een CD te starten: Druk 2 seconden op (LIST) in plaats van stap 2 en 3 uit te voeren. U kunt de bewerking ook voltooien door 2 seconden op (LIST) te drukken in plaats van stap 5 uit te voeren. • U kunt CD's benoemen met een apparaat zonder CUSTOM FILE functie als het apparaat is aangesloten samen met een CD-apparaat dat wel met deze functie is uitgerust. De Disc Memo wordt opgeslagen in het geheugen van het CD-apparaat met CUSTOM FILE functie. Disc Memo bekijken Disc Memo heeft als display-item altijd voorrang op oorspronkelijke CD TEXT informatie. Een disc zoeken op naam — List-up (als u een CD-apparaat met CD TEXT/CUSTOM FILE functie of een MDapparaat aansluit) U kunt deze functie gebruiken voor discs waaraan eigen namen zijn toegewezen*1 of voor CD TEXT discs*2. *1 Een disc zoeken aan de hand van de eigen naam: als u een naam toewijst aan een CD (pagina 15) of MD. *2 Discs zoeken aan de hand van CD TEXT informatie: als u een CD TEXT disc afspeelt op een CD-apparaat met CD TEXT functie. 1 Druk tijdens het afspelen op (LIST). De naam die aan de huidige disc is toegewezen, wordt in het display weergegeven. Disc Memo wissen 2 1 Druk herhaaldelijk op M of m tot u de gewenste disc vindt. Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om "CD" te selecteren. 3 2 Druk op (ENTER) om de disc af te spelen. Druk herhaaldelijk op (MODE) om het CD-apparaat met de Disc Memo te selecteren. 3 Druk op (MENU) en herhaaldelijk op M of m tot "Name Delete" wordt weergegeven. 4 Druk op (ENTER). De opgeslagen namen worden weergegeven. 5 Druk herhaaldelijk op M of m om de discnaam te selecteren die u wilt wissen. 6 Druk 2 seconden op (ENTER). De naam wordt gewist. Herhaal stap 5 en 6 om andere namen te wissen. 7 Druk twee keer op (MENU). Het apparaat keert terug naar de normale weergavestand. Actie Druk op Weergeven (DSPL) (PTY) tijdens het afspelen van een CD/CD TEXT disc Tip Zie pagina 13 voor andere items die u wilt weergeven. 16 Opmerkingen • Wanneer de Disc Memo voor een CD TEXT disc wordt gewist, verschijnt de oorspronkelijke CD TEXT informatie. • Als u de Disc Memo die u wilt wissen, niet kunt vinden, moet u proberen een ander CD-apparaat te selecteren in stap 2. • Hebt u alle Disc Memo gewist, dan wordt "NO Data" weergegeven en keert het apparaat terug naar de normale weergavestand in stap 4 of 6. Opmerking Bepaalde letters kunnen niet worden weergegeven (met uitzondering van de letters die door Disc Memo worden opgeslagen). Radio Opgeslagen zenders ontvangen Er kunnen maximaal 6 zenders per band (FM1, FM2, FM3, MW en LW) worden opgeslagen. 1 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de radio te selecteren. 2 Druk herhaaldelijk op (MODE) om de band te selecteren. 3 Druk op de cijfertoets ((1) tot en met (6)) waaronder de gewenste zender is opgeslagen. Opgelet Als u afstemt op zenders tijdens het rijden, moet u Best Tuning Memory gebruiken om ongevallen te vermijden. Zenders automatisch opslaan — Best Tuning Memory (BTM) Met deze functie selecteert het apparaat de zenders met de sterkste signalen in de gekozen golfband en slaat deze op in volgorde van frequentie. 1 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de radio te selecteren. 2 Druk herhaaldelijk op (MODE) om de band te selecteren. 3 Druk op (MENU) en herhaaldelijk op M of m tot "BTM" wordt weergegeven. 4 Druk op (ENTER). Het apparaat slaat de zenders in de volgorde van frequentie op onder de cijfertoetsen. Er weerklinkt een pieptoon wanneer de instelling is opgeslagen. Opmerkingen • Als er slechts enkele zenders kunnen worden ontvangen wegens zwakke signalen, behouden een aantal cijfertoetsen de vorige instellingen. • Wanneer een nummer in het display wordt weergegeven, worden zenders opgeslagen vanaf de zender die momenteel wordt weergegeven. Tip Druk op M of m om de zenders te ontvangen in de volgorde waarin deze in het geheugen zijn opgeslagen (Preset Search functie). Als u niet kunt afstemmen op een voorkeurzender Druk op < of , om de zender te zoeken (automatisch afstemmen). Het zoeken stopt zodra een zender wordt ontvangen. Herhaal de handeling tot de gewenste zender wordt ontvangen. Tips • Als automatisch afstemmen te vaak wordt onderbroken, schakelt u de lokale zoekfunctie in om het zoeken te beperken tot zenders met sterkere signalen. Zie "Instellingen voor geluid en display wijzigen" op pagina 26 voor meer informatie. • Als u de frequentie weet van de zender waarnaar u wilt luisteren, houdt u < of , ingedrukt tot de frequentie ongeveer is bereikt en drukt u herhaaldelijk op < of , om nauwkeurig af te stemmen op de gewenste frequentie (handmatig afstemmen). Bij slechte stereo-FM-ontvangst De mono-ontvangststand selecteren Zie "Instellingen voor geluid en display wijzigen" op pagina 26 voor meer informatie. Het geluid verbetert, maar wordt mono ("ST" verdwijnt uit het display). Tip Stel DSO in op "OFF" als FM-uitzendingen moeilijk hoorbaar zijn (pagina 28). 17 Alleen de gewenste zenders opslaan U kunt de gewenste zenders handmatig opslaan onder een cijfertoets. 1 Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de radio te selecteren. 2 Druk herhaaldelijk op (MODE) om de band te selecteren. 3 Druk op < of , om af te stemmen op de zender die u wilt opslaan. 4 Druk 2 seconden op de gewenste cijfertoets ((1) tot en met (6)) tot "Memory" wordt weergegeven. De aanduiding voor de cijfertoets verschijnt in het display. Opmerking Als u een andere zender opslaat onder dezelfde cijfertoets, wordt de eerder opgeslagen zender gewist. 18 Afstemmen op een zender in een lijst — List-up 1 Druk tijdens radio-ontvangst op (LIST). De frequentie of de naam van de zender waarop momenteel is afgestemd, verschijnt in het display. 2 Druk herhaaldelijk op M of m tot u de gewenste zender vindt. Als geen naam is toegewezen aan de geselecteerde zender, verschijnt de frequentie in het display. 3 Druk op (ENTER) om af te stemmen op de zender. RDS Automatisch opnieuw afstemmen voor optimale ontvangst Overzicht van RDS — AF (alternatieve frequenties) FM-zenders met de RDS-dienst (Radio Data System) sturen onwaarneembare digitale informatie mee met het gewone radioprogrammasignaal. Bij ontvangst van een RDS-zender verschijnt bijvoorbeeld het volgende. Met de AF-functie stemt de radio altijd af op het sterkste signaal van de zender die u beluistert. Frequenties worden automatisch gewijzigd. 98,5 MHz 96,0 MHz Klok Radioband Zender 102,5 MHz Voorinstelnummer Display-items* • Zendernaam (frequentie) • Programmatype * Zie "Afstemmen op zenders op programmatype" op pagina 21 voor meer informatie. Actie Druk op Het display-item wijzigen (DSPL) (PTY) RDS-diensten RDS biedt tal van interessante mogelijkheden, zoals: • Automatisch herafstemmen, wat vooral handig is tijdens lange ritten. — AF t pagina 19 • Ontvangen van verkeersinformatie, zelfs tijdens het beluisteren van andere programma's/ bronnen. — TA t pagina 20 • Zenders selecteren op programmatype. — PTY t pagina 21 • Automatisch instellen van de kloktijd. — CT t pagina 22 1 2 Selecteer een FM-zender (pagina 17). Druk herhaaldelijk op (AF/TA) op het apparaat tot "AF-on" wordt weergegeven. Het apparaat gaat zoeken naar een alternatieve zender met een sterker signaal in hetzelfde netwerk. Als "NO AF" knippert, heeft de zender waarop is afgestemd, geen alternatieve frequentie. Als u de AF-functie wilt annuleren, selecteert u "AF, TA-off". Tips • Als "AF-on" wordt geselecteerd, wordt de verkeersinformatie geannuleerd. Wilt u verkeersinformatie met de AF-functie activeren, dan selecteert u "AF, TA-on". • Als u de functie wilt in- of uitschakelen tijdens het afspelen van een CD, drukt u op (AF/TA) op het apparaat. vervolg op volgende pagina t Opmerkingen • In bepaalde landen/regio's zijn wellicht niet alle RDS-functies beschikbaar. • RDS functioneert wellicht niet goed als het ontvangstsignaal zwak is of als de zender waarop u hebt afgestemd, geen RDS-gegevens uitzendt. 19 Voor zenders zonder alternatieve frequenties Druk op < of , terwijl de zendernaam knippert (binnen 8 seconden). Het apparaat gaat zoeken naar een andere frequentie met dezelfde PI-gegevens (Programme Identification). "PI Seek" verschijnt. Als het apparaat niet dezelfde PI-gegevens kan vinden, keert het terug naar de vorige frequentie. Een regionaal programma beluisteren Verkeersinformatie beluisteren — TA (Traffic Announcement)/TP (Traffic Programme) Als u TA en TP inschakelt, kunt u automatisch afstemmen op een FM-zender die verkeersinformatie uitzendt. Deze instellingen werken ongeacht de huidige FM-zender of bron (bijvoorbeeld CD/MD/AUX). Na afloop van het verkeersbericht schakelt het apparaat weer over naar de oorspronkelijke bron. Druk herhaaldelijk op (AF/TA) op het apparaat tot "TA-on" wordt weergegeven. Het apparaat gaat zoeken naar zenders die verkeersinformatie uitzenden. Met "TP" wordt de ontvangst van dergelijke zenders aangegeven en "TA" knippert tijdens de ontvangst van verkeersinformatie. Het apparaat blijft zoeken naar beschikbare TPzenders als "NO TP" wordt aangegeven. Wanneer de AF-functie is ingeschakeld: de fabrieksinstelling van het apparaat beperkt ontvangst tot een bepaalde regio, zodat u niet kunt overschakelen naar een andere regionale zender met een sterkere frequentie. Als u het ontvangstgebied van het regionale programma verlaat of de AF-functie volledig wilt benutten, selecteert u "Regional-off" in het menu (pagina 27). Opmerking Deze functie werkt niet in het Verenigd Koninkrijk en bepaalde andere gebieden. Als u alle verkeersinformatie wilt annuleren, selecteert u "AF, TA-off". Local Link-functie (alleen voor het Verenigd Koninkrijk) Actie Druk op Het huidige verkeersbericht annuleren (AF/TA) op het apparaat Met deze functie kunt u andere lokale zenders in het gebied selecteren, ook als deze niet zijn opgeslagen onder de cijfertoetsen. 1 Druk op een cijfertoets ((1) tot en met (6)) waaronder een lokale zender is opgeslagen. 2 Druk binnen 5 seconden nogmaals op de cijfertoets van de lokale zender. 3 Herhaal dit tot de gewenste zender wordt ontvangen. Tips • Als "TA-on" wordt geselecteerd, wordt de AF-functie geannuleerd. Wilt u de AF-functie met verkeersinformatie activeren, dan selecteert u "AF, TA-on". • U kunt de huidige informatie ook annuleren door op (SOURCE) of (MODE) te drukken. Het volume van verkeersinformatie instellen U kunt het volume van de verkeersinformatie instellen, zodat u geen enkel bericht mist. 1 Druk op (VOL) (+) of (VOL) (–) om het volume aan te passen. 2 Druk 2 seconden op (AF/TA) op het apparaat. "TA" wordt weergegeven en de instelling wordt opgeslagen. Noodberichten ontvangen 20 Als AF of TA is ingeschakeld, schakelt het apparaat over naar noodberichten als deze worden uitgezonden wanneer u naar een FMzender of CD/MD/AUX luistert. RDS-zenders met AF- en TAinstelling instellen Wanneer u RDS-zenders instelt, slaat het apparaat de AF-/TA-instelling (aan/uit) en de frequentie van elke zender op. U kunt de instelling (AF, TA of beide) voor elke zender afzonderlijk of voor alle voorkeurzenders samen bepalen. Als u zenders met "AF-on" instelt, slaat het apparaat automatisch zenders met het sterkste radiosignaal op. Alle voorkeurzenders op dezelfde wijze instellen 1 2 3 4 Afstemmen op zenders op programmatype — PTY (programmatypen) U kunt afstemmen op een zender door het programmatype te selecteren dat u wilt beluisteren. Programmatypen Display Nieuws News Actualiteiten Affairs Informatie Info Sport Sport Selecteer een FM-band (pagina 17). Educatieve programma's Educate Druk herhaaldelijk op (AF/TA) op het apparaat om "AF-on", "TA-on" of "AF, TA-on" te selecteren. Houd er rekening mee dat de instelling "AF, TA-off" van toepassing is op niet-RDSzenders en op RDS-zenders. Toneel Drama Cultuur Culture Wetenschap Science Diversen Varied Druk op (MENU) en herhaaldelijk op M of m tot "BTM" wordt weergegeven. Populaire muziek Pop M Rock Rock M Druk op (ENTER). BTM knippert. Easy Listening Easy M Licht klassiek Light M Een andere instelling voor elke voorkeurzender opgeven Klassiek Classics Ander muziektype Other M 1 Selecteer een FM-band en stem af op de gewenste zender (pagina 17). Weerberichten Weather Financiën Finance 2 Druk herhaaldelijk op (AF/TA) op het apparaat om "AF-on", "TA-on" of "AF, TA-on" te selecteren. Kinderprogramma's Children Sociale zaken Social A Religie Religion 3 Druk 2 seconden op de gewenste cijfertoets ((1) tot en met (6)) tot "Memory" wordt weergegeven. Herhaal de procedure vanaf stap 1 om andere zenders op te slaan. Tip Als u de AF-/TA-instelling wilt wijzigen terwijl u een CD afspeelt, drukt u op (AF/TA) op het apparaat. Phone In Phone In Reizen Travel Ontspanning Leisure Jazz Jazz Country Country Nationale muziek Nation M Oldies Oldies Folk Folk M Documentaires Document Opmerking U kunt deze functie niet gebruiken in sommige landen/ regio's waar geen PTY-gegevens (selecteren op programmatype) beschikbaar zijn. vervolg op volgende pagina t 21 1 Druk op (DSPL) (PTY) tijdens FMontvangst tot "PTY" wordt weergegeven. Klok automatisch instellen — CT (kloktijd) Met de CT-gegevens van de RDS-uitzending wordt de klok automatisch ingesteld. De naam van het huidige programmatype verschijnt als de zender PTY-gegevens uitzendt. "- - - - - - - -" verschijnt als de ontvangen zender geen RDS-zender is of als de RDSgegevens niet worden ontvangen. 2 3 Druk herhaaldelijk op M of m tot het gewenste programmatype wordt weergegeven. De programmatypen verschijnen in de volgorde die in de tabel wordt aangegeven. "NO Data" verschijnt als het programmatype niet is opgegeven in de RDS-gegevens. Druk op (ENTER). Het apparaat gaat zoeken naar een zender die het geselecteerde programmatype uitzendt. 1 Druk tijdens radio-ontvangst op (MENU) en herhaaldelijk op M of m tot "CT-off" wordt weergegeven. 2 Druk herhaaldelijk op , tot "CT-on" wordt weergegeven. De klok wordt ingesteld. 3 Druk op (ENTER) om terug te keren naar de normale weergave. Als u de CT-functie wilt annuleren, selecteert u "CT-off" in stap 2. Opmerkingen • Het is mogelijk dat de CT-functie niet werkt, ook al wordt er wel een RDS-zender ontvangen. • Er kan een verschil bestaan tussen de tijd van de CT-functie en de werkelijke tijd. 22 Drukken op toetsen Overige functies (MODE) (SOURCE) OFF U kunt het apparaat (en optionele CD/MDapparaten) ook bedienen met een bedieningssatelliet (optioneel). (ATT) (SOUND) (DSPL) De bedieningssatelliet gebruiken Bevestig eerst het juiste label afhankelijk van de manier waarop u de bedieningssatelliet wilt monteren. De bedieningssatelliet werkt met toetsen en/of draairegelaars. Druk op Actie (SOURCE) De bron wijzigen (Radio/CD/MD*1/AUX*2)/ Aan (MODE) Van bediening veranderen (Radioband/CD-apparaat*1/ MD-apparaat*1) (ATT) Het geluid dempen (OFF)* SOUND MODE DSPL (OFF) Draai de VOL regelaar om het volume te regelen. 3 DSPL MODE SOUND Afspelen of radio-ontvangst stoppen/het apparaat uitschakelen (SOUND) De geluidsinstellingen aanpassen (DSPL) Het display-item wijzigen (Druk 2 seconden op de toets om het display-item te rollen) vervolg op volgende pagina t 23 De regelaar draaien Bij het afspelen van een MP3-bestand kunt u een album selecteren met de bedieningssatelliet. (Met dit apparaat) Actie SEEK/AMS regelaar Draaien en loslaten: – Tracks overslaan. Als u tracks wilt blijven overslaan, draait u de regelaar één keer. Vervolgens draait u binnen 1 seconde de regelaar nogmaals en houdt u deze vast. – Automatisch afstemmen op zenders. Draaien, vasthouden en loslaten: – Snel vooruit/terug naar een track gaan. – Handmatig zenders zoeken. Regelaar indrukken en draaien PRESET/DISC regelaar Regelaar indrukken en draaien: – Voorkeurzenders ontvangen. – Discs wijzigen tijdens het afspelen van CD's (MD's)*1. – Albums wijzigen*4. *1 Alleen als het bijbehorende optionele apparaat is aangesloten. *2 Alleen beschikbaar als een optioneel draagbaar apparaat van Sony is aangesloten op de AUX IN aansluiting van het apparaat. Als u tegelijkertijd een draagbaar apparaat van Sony en CD/MDapparaten hebt aangesloten, kunt u de AUX IN keuzeschakelaar gebruiken. *3 Als het contactslot van de auto geen ACC (accessoire) positie heeft, houdt u (OFF) ingedrukt totdat het display verdwijnt. *4 Alleen beschikbaar bij het afspelen van een MP3bestand. 24 Handeling Albums overslaan Druk de regelaar in en draai – Albumselectie deze [één keer voor elk album]. Als u albums wilt blijven overslaan, drukt u de regelaar in, draait u de regelaar en houdt u deze vast. (Met optioneel apparaat) Actie Handeling Discs overslaan – Discselectie Druk de regelaar in en draai deze [één keer voor elke disc]. Als u discs wilt blijven overslaan, drukt u de regelaar in en draait u deze één keer. Vervolgens draait u binnen 1 seconde de regelaar nogmaals en houdt u deze vast. Albums overslaan Druk de regelaar in, draai – Albumselectie deze [even vasthouden] en laat de regelaar los. Als u albums wilt blijven overslaan, drukt u de regelaar nogmaals in binnen 1 seconde nadat u deze hebt losgelaten. Vervolgens draait u de regelaar en houdt u deze vast. De werkingsrichting wijzigen De werkingsrichting van de bedieningselementen is in de fabriek ingesteld, zoals hieronder wordt aangegeven. Verhogen De geluidskarakteristieken wijzigen U kunt de hoge en lage tonen, balans, fader en het subwoofervolume regelen. 1 Verlagen Als u de bedieningssatelliet rechts op de stuurkolom moet monteren, kan de werkingsrichting worden omgekeerd. Druk herhaaldelijk op (SOUND) om het gewenste item te selecteren. Wanneer u op (SOUND) drukt, wordt het item als volgt gewijzigd: BASS (lage tonen) t TREBLE (hoge tonen) t BALANCE (links-rechts) t FADER (voor-achter) t SUB (subwoofervolume) 2 Druk 2 seconden op (SOUND) terwijl u de VOL regelaar ingedrukt houdt. Tip U kunt ook de werkingsrichting van deze bedieningselementen wijzigen met het apparaat (pagina 26). Pas het niveau van het geselecteerde item aan door op < of , te drukken. Na 3 seconden keert het display terug naar de normale weergavestand. Opmerking Pas het item aan binnen 3 seconden nadat u het hebt geselecteerd. Tips • Wanneer u items aanpast met het apparaat, drukt u herhaaldelijk op (SOUND) en draait u de volumeregelaar. • Past u de items aan met de bedieningssatelliet, dan drukt u herhaaldelijk op (SOUND) en draait u de VOL regelaar. 25 De BBE MP-instelling wijzigen Met het BBE MP-proces verkrijgt u een helder geluid van CD-kwaliteit, zelfs als u zeer gecomprimeerd MP3-materiaal gebruikt. Druk tijdens het afspelen op dit apparaat op (5) (BBE MP) om "BBE MP-on" te selecteren. Als u BBE MP wilt annuleren, selecteert u "BBE MP-off". Opmerking De BBE MP-functie is alleen beschikbaar als u afspeelt op dit apparaat (voor een optioneel apparaat is BBE MP niet beschikbaar). Tip U kunt de BBE MP-instelling alleen wijzigen als u afspeelt op dit apparaat. Het geluid snel dempen (Met de bedieningssatelliet of kaartafstandsbediening) Druk op (ATT). "ATT-on" wordt even in het display weergegeven. Druk nogmaals op (ATT) om het vorige volume te herstellen. Tip Wanneer de interfacekabel van een autotelefoon is aangesloten op de ATT-kabel, wordt het volume automatisch verlaagd wanneer een telefoongesprek binnenkomt (Telephone ATT-functie). 26 Instellingen voor geluid en display wijzigen — Menu De volgende instellingen zijn mogelijk: Setup (instelling) • • • • Clock Adjust (pagina 11) CT (kloktijd) (pagina 22) Beep — de pieptonen in- of uitschakelen. RM (bedieningssatelliet) — de werkingsrichting van de bedieningselementen op de bedieningssatelliet wijzigen. – Selecteer "Normal" om de bedieningssatelliet te gebruiken in de standaardpositie. – Selecteer "Reverse" als u de bedieningssatelliet aan de rechterzijde van de stuurkolom hebt gemonteerd. • AUX-A (pagina 30) — de AUX-brondisplay in- of uitschakelen. Display • Clock (klokgegevens) — de klok en weergavestand tegelijkertijd weergeven (aan). • A.IMG (automatisch beeld) (pagina 29) — door de displaybeelden van een of alle displaystanden bladeren. • Demo (demonstratie) — de demonstratie in- of uitschakelen. (Als het apparaat is uitgeschakeld.) – Selecteer "on" om de demonstratie in te schakelen. – Selecteer "off" om de demonstratie uit te schakelen. • Info (display-informatie) — de display-items weergeven (afhankelijk van de bron, enzovoort) onder aan het display terwijl een displaybeeld wordt weergegeven: – Selecteer "on" om de display-items weer te geven. Als u op (DSPL) (PTY) drukt, wordt het display-item gewijzigd. – Selecteer "off" om geen display-items weer te geven. • Dimmer — de helderheid van het display regelen. – Selecteer "Auto" om het display alleen te dimmen wanneer u de lichten inschakelt. – Selecteer "on" om het display te dimmen. – Selecteer "off" om de dimmer uit te schakelen. • A.Scroll (Auto Scroll) (pagina 13) – Selecteer "on" om weergegeven namen die langer zijn dan 12 tekens, automatisch te rollen. – Als de Auto Scroll functie is ingesteld op "off" en de disc/track of het album wordt gewijzigd, rolt de disc-/album-/tracknaam of ID3 tag niet. Sound (geluid) • EQ7 Tune (pagina 28) — de equalizercurve aanpassen. • HPF (hoogdoorlaatfilter) — de kantelfrequentie selecteren. U kunt kiezen uit "78Hz", "125Hz" en "off". • LPF (laagdoorlaatfilter) — de kantelfrequentie selecteren. U kunt kiezen uit "78Hz", "125Hz" en "off". • Loudness — voor volle lage en hoge tonen, zelfs bij laag volume. Lage en hoge tonen worden versterkt. • AUX Level (pagina 30) — het volume van de extra aangesloten apparaten aanpassen. Receive Mode (ontvangststand) • AF on/off (alternatieve frequenties) (pagina 19) • Local on/off (lokale zoekfunctie) (pagina 17) – Selecteer "on" om alleen af te stemmen op zenders met sterkere signalen. • Mono on/off (monostand) (pagina 17) – Selecteer "on" om FM-stereo-uitzendingen in mono te beluisteren. – Selecteer "off" om terug te keren naar de normale stand. • Regional on/off (pagina 20) 1 2 Druk op (MENU). 3 Druk op < of , om de gewenste instelling te selecteren (voorbeeld: "on" of "off"). 4 Druk op (ENTER). Na het instellen keert het display terug naar de normale weergavestand. Druk herhaaldelijk op M of m tot het gewenste item wordt weergegeven. De equalizer instellen (EQ7) U kunt een equalizercurve instellen voor 7 muziekgenres (Xplod, VOCAL, CLUB, JAZZ, NEWAGE, ROCK en CUSTOM) of de equalizer uitschakelen met OFF (equalizer uit). U kunt de equalizerinstellingen voor frequentie en niveau opslaan en aanpassen. U kunt de EQ7-instelling voor elke bron opslaan. Equalizercurve selecteren 1 Druk op (SOURCE) om de gewenste bron te selecteren. 2 Druk herhaaldelijk op (EQ7) om de gewenste equalizercurve te selecteren. Wanneer u op (EQ7) drukt, wordt het item gewijzigd. Selecteer "OFF" om het equalizereffect uit te schakelen. Na 3 seconden keert het display terug naar de normale weergavestand. vervolg op volgende pagina t Opmerking Het weergegeven item is afhankelijk van de bron. Tip U kunt gemakkelijk schakelen tussen categorieën door 2 seconden op M of m te drukken. 27 De equalizercurve aanpassen 1 2 Druk op (MENU). Druk herhaaldelijk op M of m tot "EQ7 Tune" wordt weergegeven. Druk op (ENTER). 3 Druk op < of , om de gewenste equalizercurve te selecteren en druk op (ENTER). Wanneer u op < of , drukt, wordt het item gewijzigd. 4 Selecteer de gewenste instellingen voor frequentie en niveau. Dynamic Soundstage Organizer (DSO) instellen Als de luidsprekers in het onderste gedeelte van de deuren zijn geïnstalleerd, komt het geluid van beneden en is het wellicht niet helder. Met de DSO-functie (Dynamic Soundstage Organizer) krijgt u een geluid alsof de luidsprekers boven het dashboard zijn gemonteerd (virtuele luidsprekers). U kunt de DSO-instelling voor elke bron opslaan. 1 Druk op < of , om de gewenste frequentie te selecteren. Wanneer u op < of , drukt, wordt de frequentie als volgt gewijzigd: *3 *2 *1 62Hz y 157Hz y 396Hz y 1.0kHz y 2.5kHz y 6.3kHz y 16kHz 2 Druk op M of m om het volume aan te passen. Het volume kan worden aangepast in stappen van 1 dB van –10 dB tot +10 dB. Als u de standaardwaarde voor de equalizercurve wilt herstellen, drukt u 2 seconden op (ENTER). 5 28 Druk op (ENTER). Na het instellen van het effect keert het display terug naar de normale weergavestand. *3 *2 *1 *4 *4 *1 *2 *3 *4 DSO 1 DSO 2 DSO 3 DSO OFF 1 Druk op (SOURCE) om de gewenste bron te selecteren. 2 Druk op (DSO) om "1, 2, 3" of "OFF" te selecteren. Als u de DSO-functie wilt annuleren, drukt u op "OFF". Na 3 seconden keert het display terug naar de normale weergavestand. Opmerkingen • DSO heeft wellicht niet het gewenste effect, afhankelijk van het auto-interieur of het muziekgenre. • Als FM-uitzendingen moeilijk hoorbaar zijn, stelt u DSO in op "OFF". De displaystand en het displaybeeld selecteren De Auto Image stand selecteren Opmerking De standaardinstelling voor de Auto Image stand is "A.IMG-All". Enkele seconden nadat u (IMAGE) op het apparaat hebt losgelaten, keert het apparaat terug naar de Auto Image stand. Als u een displaybeeld wilt weergeven, stelt u "A.IMG-off" in (pagina 29). In de Auto Image stand worden de displaybeelden van één of van alle displaystanden automatisch opeenvolgend (om de 10 seconden) weergegeven. Dit gebeurt als volgt: • A.IMG-All — de displaybeelden in alle displaystanden herhaaldelijk in willekeurige volgorde weergeven. • A.IMG-SA — de displaybeelden van de Spectrum analyzer stand herhaaldelijk opeenvolgend weergeven. • A.IMG-Movie — de displaybeelden van de Movie stand herhaaldelijk opeenvolgend weergeven. Het displaybeeld selecteren 1 Druk op (SOURCE) om de gewenste bron te selecteren. 1 Druk op (SOURCE) om de gewenste bron te selecteren. Druk op (MENU). 2 Druk herhaaldelijk op (IMAGE) op het apparaat om het gewenste displaybeeld te selecteren. Voorbeeld: Wallpaper stand 2 3 4 Druk herhaaldelijk op < of , om de gewenste instelling te selecteren. 5 Druk op (ENTER). U kunt kiezen uit 3 verschillende displaystanden. U kunt ook verschillende displaybeelden selecteren in de Wallpaper stand (1-5), Spectrum analyzer stand (1-5) en Movie stand (1-3). Wanneer u op (IMAGE) op het apparaat drukt, wordt het displaybeeld als volgt gewijzigd: Wallpaper stand 1-5 t Spectrum analyzer stand 1-5 t Movie stand 1-3 t normale weergavestand Als u deze stand wilt annuleren, selecteert u de normale weergavestand. Druk herhaaldelijk op M of m tot "A.IMG" wordt weergegeven. Als u de Auto Image stand wilt annuleren, selecteert u "A.IMG-off". Tips • Als u in de Auto Image stand op (IMAGE) op het apparaat drukt, wordt het displaybeeld gewijzigd. Enkele seconden nadat u (IMAGE) op het apparaat hebt losgelaten, keert het apparaat terug naar de vorige Auto Image instelling. • Als u de Info stand instelt op "off", worden er geen display-items weergegeven (pagina 26). 29 Extra audio-apparaten aansluiten De AUX IN aansluiting (externe audio-ingang) van dit apparaat fungeert ook als BUS AUDIO IN aansluiting (audio-ingang). Sluit optionele draagbare Sony-apparaten aan om het geluid te beluisteren via de autoluidsprekers. Opmerking Als u een optioneel Sony CD/MD-apparaat aansluit, kunt u geen draagbare apparaten aansluiten en wordt u "AUX" niet in het display weergegeven als bron. Als u tegelijkertijd een draagbaar apparaat van Sony en CD/MD-apparaten hebt aangesloten, kunt u de AUX IN keuzeschakelaar gebruiken. Extra apparaten selecteren Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om "AUX" te selecteren. Het volume aanpassen U kunt het volume voor alle aangesloten apparaten regelen. 30 1 2 Druk op (MENU). 3 4 Druk op (ENTER). 5 Druk op (ENTER). Druk herhaaldelijk op M of m om "AUX Level" te selecteren. Druk herhaaldelijk op M of m om het gewenste volume te selecteren. Het volume is in stappen van 1 dB regelbaar van –6 dB tot +6 dB. Extra apparaten in het brondisplay uitschakelen 1 Druk op (OFF). De CD-weergave of radio-ontvangst wordt gestopt. 2 3 Druk op (MENU). 4 Druk op , om "AUX-A-off" te selecteren. 5 Druk op (MENU). Druk herhaaldelijk op M of m tot "AUXA-on" wordt weergegeven. Als u de aanduiding wilt herstellen, selecteert u "AUX-A-on". Aansluitingen schoonmaken Aanvullende informatie Onderhoud De werking van het apparaat kan worden verstoord als de aansluitingen tussen het apparaat en het voorpaneel niet schoon zijn. U kunt dit voorkomen door het voorpaneel (pagina 10) los te maken en de aansluitingen te reinigen met een in alcohol gedrenkt wattenstaafje. Gebruik hierbij niet teveel kracht. Anders kunnen de aansluitingen worden beschadigd. Zekeringen vervangen Vervang een zekering altijd door een identiek exemplaar. Als de zekering doorbrandt, moet u de voedingsaansluiting controleren en de zekering vervangen. Brandt de zekering vervolgens nogmaals door, dan kan er sprake zijn van een defect in het apparaat. Raadpleeg in dat geval de dichtstbijzijnde Sony-handelaar. hoofdtoestel Achterkant van het voorpaneel Zekering (10 A) Waarschuwing Gebruik nooit een zekering die zwaarder is dan de standaardzekering van het apparaat omdat dit hierdoor kan worden beschadigd. Opmerkingen • Uit veiligheidsoverwegingen moet u de motor uitschakelen en de sleutel uit het contactslot te halen voordat u de aansluitingen reinigt. • Raak de aansluitingen nooit rechtstreeks aan met uw vingers of een metalen voorwerp. vervolg op volgende pagina t 31 De lithiumbatterij vervangen Opmerkingen over de lithiumbatterij In normale omstandigheden gaan de batterijen ongeveer 1 jaar mee. (Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden kan de levensduur korter zijn.) Wanneer de batterij verzwakt, wordt het bereik van de kaartafstandsbediening kleiner. Vervang de batterij door een nieuwe CR2025 lithiumbatterij. Bij een andere batterij bestaat er brand- of explosiegevaar. • Houd de lithiumbatterij buiten het bereik van kinderen. Raadpleeg meteen een arts wanneer een batterij wordt ingeslikt. • Veeg de batterij schoon met een droge doek voor een goed contact. • Houd bij het plaatsen van de batterij rekening met de juiste polariteit. • Houd de batterij niet vast met een metalen tang om kortsluiting te voorkomen. WAARSCHUWING Bij oneigenlijk gebruik kan de batterij ontploffen. Probeer niet de batterij op te laden of te openen; werp ook een lege batterij nooit in het vuur. x + zijde omhoog 32 Voor de Klanten in Nederland Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA). Het apparaat verwijderen 1 Verwijder de beschermende rand. 1 Maak het voorpaneel los (pagina 10). 2 Verwijder het apparaat. 1 Plaats beide ontgrendelingssleutels en duw hierop tot deze vastklikken. Het haakje moet naar binnen wijzen. 2 Bevestig de ontgrendelingssleutels op de beschermende rand. Plaats de ontgrendelingssl eutel op de juiste manier. 2 Trek de ontgrendelingssleutels naar u toe om het apparaat los te maken. 3 Trek de ontgrendelingssleutels naar u toe om de beschermende rand te verwijderen. 3 Schuif het apparaat uit de houder. 33 Technische gegevens Algemeen CD-speler Signaal/ruis-afstand Frequentiebereik Wow en flutter 120 dB 10 – 20.000 Hz Minder dan meetbare waarden Tuner Uitgangen Ingangen FM Afstembereik Antenne-aansluiting 87,5 – 108,0 MHz Aansluiting voor externe antenne Tussenfrequentie 10,7 MHz/450 kHz Bruikbare gevoeligheid 9 dBf Selectiviteit 75 dB bij 400 kHz Signaal/ruis-afstand 67 dB (stereo), 69 dB (mono) Harmonische vervorming bij 1 kHz 0,5 % (stereo), 0,3 % (mono) Scheiding 35 dB bij 1 kHz Frequentiebereik 30 – 15.000 Hz Antenne-aansluiting Tussenfrequentie Gevoeligheid Loudness Voeding Afmetingen Montage-afmetingen MW/LW Afstembereik Toonregelingen MW: 531 – 1.602 kHz LW: 153 – 279 kHz Aansluiting voor externe antenne 10,7 MHz/450 kHz MW: 30 µV LW: 40 µV Versterker Luidsprekeruitgangen (sure seal) Luidsprekerimpedantie 4 – 8 ohm Maximaal uitgangsvermogen CDX-F7700: 52 W × 4 (bij 4 ohm) CDX-F7500: 50 W × 4 (bij 4 ohm) Gewicht Bijgeleverde accessoires Optionele accessoires Uitgangen Optionele apparaten Audio-uitgangen (voor/ achter) Subwoofer-uitgang (mono) Relaisaansluiting elektrische antenne Aansluiting versterker Telephone ATTbedieningsaansluiting Verlichtingsstuuraansluiting BUS-bedieningsingang BUS audio-ingang of AUX IN aansluiting Afstandsbedieningsingang Antenne-ingang Bass ±8 dB bij 100 Hz Treble ±8 dB bij 10 kHz +8 dB bij 100 Hz +2 dB bij 10 kHz 12 V gelijkstroom accu (negatieve aarde) Ongeveer 178 × 50 × 178 mm (b/h/d) Ongeveer 182 × 53 × 161 mm (b/h/d) Ongeveer 1,3 kg Onderdelen voor installatie en aansluitingen (1 set) Beschermhoes voorpaneel (1) Kaartafstandsbediening RM-X140 Bedieningssatelliet RM-X4S BUS-kabel (geleverd met RCA-kabel) RC-61 (1 m), RC-62 (2 m) CD-wisselaar (10 discs) CDX-757MX CD-wisselaar (6 discs) CDX-T69, CDX-T70MX MD-wisselaar (6 discs) MDX-66XLP Bronkeuzeschakelaar XA-C30 AUX IN keuzeschakelaar XA-300 Opmerking Dit apparaat kan niet worden aangesloten op een digitale voorversterker of een equalizer die compatibel is met het Sony BUS-systeem. Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving. 34 Problemen oplossen Het apparaat wordt constant van stroom voorzien. De auto heeft geen ACC-positie. De onderstaande controlelijst kan u helpen bij het oplossen van problemen die zich met het apparaat kunnen voordoen. Voordat u de onderstaande controlelijst doorneemt, moet u eerst de aanwijzingen voor aansluiting en gebruik controleren. Algemeen Geen geluid. • Druk op (VOL) (+) om het volume aan te passen. • Zet de ATT-functie uit. • Zet de faderregelaar in het midden voor een systeem met 2 luidsprekers. • U probeert een MP3-bestand af te spelen op een optioneel CD-apparaat dat niet geschikt is voor MP3. t Speel het bestand af op een MP3compatibel CD-apparaat van Sony, zoals de CDX-757MX. De geheugeninhoud is gewist. • De RESET toets is ingedrukt. t Sla opnieuw op in het geheugen. • De voedingskabel of de accu is losgekoppeld. • De voedingskabel is niet goed aangesloten. Geen pieptoon. • De pieptoon is uitgezet (pagina 26). • Er is een optionele versterker aangesloten en u gebruikt de ingebouwde versterker niet. Het display verdwijnt van/verschijnt niet in het weergavevenster. • Het display verdwijnt als u op (OFF) drukt en deze toets ingedrukt houdt. t Druk nogmaals op (OFF) en houd deze toets ingedrukt tot het display verschijnt. • Verwijder het voorpaneel en reinig de aansluitingen. Zie "Aansluitingen schoonmaken" op pagina 31 voor meer informatie. Opgeslagen zenders en tijd zijn gewist. De zekering is doorgebrand. Maakt geluid met de contactsleutel op ON, ACC of OFF. De kabels zijn niet goed verbonden met de voedingsaansluiting voor accessoires van de auto. Het apparaat wordt niet van stroom voorzien. • Controleer de aansluiting. Controleer de zekering wanneer alles in orde is. • De auto heeft geen ACC-positie. t Druk op (SOURCE) (of plaats een disc) om het apparaat in te schakelen. De elektrisch bediende antenne schuift niet uit. De elektrisch bediende antenne heeft geen relaisdoos. CD's/MD's afspelen Een disc kan niet worden geplaatst. • Er zit al een CD in het apparaat. • De CD is met kracht omgekeerd of in de verkeerde richting geplaatst. Het afspelen begint niet. • Defecte MD of vuile CD. • Ongefinaliseerde CD-R/CD-RW. • U probeert een CD-R/CD-RW af te spelen die niet geschikt is voor audiotoepassingen. • Bepaalde CD-R's/CD-RW's kunnen niet worden afgespeeld wegens de opnameapparatuur of de staat van de disc. MP3-bestanden kunnen niet worden afgespeeld. • De opname is verricht conform de indeling ISO 9660 Level 1 of Level 2 of de indeling Joliet of Romeo in expansie-indeling. • De extensie ".mp3" is niet toegevoegd aan de bestandsnaam. • Bestanden zijn niet opgeslagen in MP3indeling. MP3-bestanden worden minder snel afgespeeld dan andere bestanden. Bij de volgende discs duurt het langer voordat het afspelen wordt gestart: – discs die zijn opgenomen met een gecompliceerde structuur; – discs die in meerdere sessies zijn opgenomen; – discs waaraan gegevens kunnen worden toegevoegd. Een disc wordt automatisch uitgeworpen. De omgevingstemperatuur is hoger dan 50°C. De bedieningstoetsen werken niet. De CD wordt niet uitgeworpen. Druk op de RESET toets. Het geluid verspringt door trillingen. • Het apparaat is geïnstalleerd in een hoek van meer dan 45°. • Het apparaat is niet op een stabiele plaats in de auto gemonteerd. Het geluid verspringt. Vuile of defecte disc. vervolg op volgende pagina t 35 Radio-ontvangst Er kan niet worden afgestemd op voorkeurzenders. • Sla de juiste frequentie op in het geheugen. • Het ontvangstsignaal is te zwak. Radiozenders kunnen niet worden ontvangen. Het geluid is gestoord. • Sluit een antennebedieningskabel (blauw) of hulpvoedingskabel (rood) aan op de voedingskabel van de antenneversterker van de auto. (Alleen als de auto is uitgerust met een FM/MW/LW-antenne in de achter-/ zijruit.) • Controleer de aansluiting van de autoantenne. • De auto-antenne schuift niet uit. t Controleer de aansluiting van de voedingskabel van de auto-antenne. • Controleer de frequentie. • Als de DSO-functie is ingeschakeld, is het geluid soms gestoord. t Stel de DSO-functie in op "OFF" (pagina 28). Er kan niet automatisch worden afgestemd op zenders. • De lokale zoekfunctie is ingesteld op "on". t Stel de lokale zoekfunctie in op "off" (pagina 27). • Het ontvangstsignaal is te zwak. t Stem handmatig af. De aanduiding "ST" knippert. • Stem nauwkeurig af op de frequentie. • Het ontvangstsignaal is te zwak. t Schakel over naar mono-ontvangst (pagina 27). Een stereo-uitzending wordt mono weergegeven. Het apparaat staat in de mono-ontvangststand. t Annuleer de mono-ontvangststand (pagina 27). 36 RDS Het zoeken wordt gestart na enkele seconden weergave. De zender is geen TP-zender of heeft een zwak signaal. t Druk herhaaldelijk op (AF/TA) op het apparaat tot "AF, TA-off" wordt weergegeven. Geen verkeersinformatie. • Schakel "TA" in. • De zender is een TP-zender, maar zendt toch geen verkeersinformatie uit. t Stem af op een andere zender. PTY geeft "- - - - - - - -" weer. • De huidige zender is geen RDS-zender. • Geen RDS-gegevens ontvangen. • De zender geeft het programmatype niet door. Foutmeldingen Foutweergave (Voor dit apparaat en optionele CD/MDwisselaars) De volgende aanduidingen knipperen ongeveer 5 seconden en er weerklinkt een alarmsignaal. Blank* Als deze oplossingen niet helpen, moet u de dichtstbijzijnde Sony-handelaar raadplegen. Berichten Local Seek +/– De lokale zoekfunctie is ingeschakeld tijdens automatisch afstemmen (pagina 17). NO AF Er is geen alternatieve frequentie voor de huidige zender. 1 Er zijn geen tracks opgenomen op een MD*2. t Speel een MD af waarop tracks zijn opgenomen. Error*1 " " of " " U hebt het begin of het einde van de disc bereikt en u kunt niet verder. • Een CD is vuil of omgekeerd geplaatst*2. t Reinig de CD of plaats deze op de juiste manier. • Een CD/MD kan niet worden afgespeeld wegens een probleem*2. t Plaats een andere CD/MD. Failure De luidsprekers of versterkers zijn niet correct aangesloten. t Raadpleeg de installatiehandleiding van dit model om de aansluitingen te controleren. High Temp De omgevingstemperatuur bedraagt meer dan 50°C. t Wacht tot de temperatuur lager is dan 50°C. NO Disc*1 Er is geen disc in het CD/MD-apparaat geplaatst. t Plaats een disc in het CD/MD-apparaat. NO Magazine Er is geen discmagazijn in het CD-apparaat geplaatst. t Plaats het magazijn in het CD-apparaat. NO Music*2 Er is een CD zonder muziekbestanden in het MP3-compatibele CD-apparaat geplaatst. t Plaats een muziek-CD in het MP3compatibele CD-apparaat. Offset Er is wellicht een interne storing. t Controleer de aansluiting. Als de foutmelding in het display blijft staan, moet u de dichtstbijzijnde Sony-handelaar raadplegen. Push Reset Het CD/MD-apparaat werkt niet wegens een probleem. t Druk op de RESET toets op het apparaat. *1 Wanneer er een CD/MD-wisselaar is aangesloten, verschijnt het discnummer van de CD of MD in het display. *2 Het discnummer van de disc met de fout verschijnt in het display. 37
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186

Sony CDX-F7500 Handleiding

Categorie
CD spelers
Type
Handleiding